MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
“STROOMOPWAARTS” Gezamenlijk stapsgewijs naar een beter functionerend marktmodel
Programmabureau Marktmodel (PBM) Marktprocesmodel Mutatie- & meetprocessen Versie 4.0 25 januari 2012
Pag. 1 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
Versiebeheer Versie 0.1 0.3 0.4 0.5 0.9 1.0 1.9 2.0 2.9 3.0 3.2 3.9
4.0
Naam PBM Marktprocesmodel Mutatie& meetprocessen PBM Marktprocesmodel Mutatie& meetprocessen PBM Marktprocesmodel Mutatie& meetprocessen PBM Marktprocesmodel Mutatie& meetprocessen PBM Marktprocesmodel Mutatie& meetprocessen PBM Marktprocesmodel Mutatie& meetprocessen Marktprocesmodel Mutatie- & meetprocessen Marktprocesmodel Mutatie- & meetprocessen Marktprocesmodel Mutatie- & Meetprocessen Marktprocesmodel Mutatie- en meetprocessen Marktprocesmodel Mutatie- en meetprocessen Concept MPM Mutatie- en meetprocessen ter vaststelling in ALV NEDU MPM Mutatie- en meetprocessen
Datum 15-04-11
Distributie PBM
09-05-11
Status Vertaling notitie Mutatie- en meetprocessen en de wet (6-4-11) DPM’s uit MPM gehaald. DPM wordt separaat doc Verwerking review commentaar PBM Verwerking review commentaar PBM + MV (ronde 2) Ter goedkeuring ALV NEDU
09-05-11
Vastgesteld ALV NEDU
ALV NEDU
26-06-11
ALV NEDU
06-07-11
Wijzigingen n.a.v. opstellen DPM’s en wijzigingen vanuit PBM Vastgesteld ALV NEDU
03-11-11
Wijzigingen n.a.v. IcEG
ALV NEDU
14-12-11
Vastgesteld ALV NEDU
ALV NEDU
13-01-12
Wijzigingen n.a.v. opstellen IcEG
DPM Expertgr.
18-01-12
Concept (met wijzigingsnotitie)
ALV NEDU
25-01-12
Vastgesteld ALV NEDU
ALV NEDU
25-04-11 29-04-11 09-05-11
PBM PBM + MV’s PBM ALV NEDU
ALV NEDU
Brondocumenten Naam MPM Marktmodel Marktprocessen v8.0 Notitie Mutatie- en meetprocessen en de wet (ALV NEDU) Vastgestelde DPM’s Stroomopwaarts in ALV NEDU EDSN Dienstbeschrijving Verhuizen Gas EDSN Dienstbeschrijving Uitvoeren Leverancierswitch Gas EDSN Dienstbeschrijving Uitwisselen Meetdata Gas EDSN Dienstbeschrijving Uitwisselen Stamgegevens Gas EDSN Dienstbeschrijving Verhuizen Elektriciteit EDSN Dienstbeschrijving Uitvoeren Leverancierswitch Elektriciteit EDSN Dienstbeschrijving Uitwisselen Meetdata Elektriciteit EDSN Dienstbeschrijving Uitwisselen Stamgegevens Elektriciteit Informatiecode Elektriciteit & Gas (1-4-2013)
Pag. 2 van 38
Eigenaar EDSN EDSN EDSN EDSN EDSN EDSN EDSN EDSN EDSN
Datum 19-01-11 06-04-11 14-04-11 14-04-11 14-04-11 14-04-11 05-04-11 05-04-11
Versie 0.8 1.0 V1.0 V1.0 V1.0 V1.0 V1.1 V1.1
Status Definitief Definitief Definitief Definitief Definitief Definitief Definitief Definitief Definitief
EDSN EDSN
05-04-11 05-04-11
R12 V1.1 R12 V1.1
Definitief Definitief
1.0
Definitief
NEDU
R12 R12 R12 R12 R12 R12
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
Definities In deze paragraaf worden aanvullende definities gegeven van begrippen die in dit Marktprocesmodel worden gebruikt. Begrippen die reeds zijn opgenomen in hogere wetgeving, in de Begrippenlijsten Elektriciteit en Gas voorkomen of in codes zijn omschreven zijn weggelaten. De hieronder weergegeven definities gelden specifiek alleen voor dit document en de onderliggende Detailprocesmodellen Mutatie- en meetprocessen Kleinverbruik, Grootverbruik en Gegevensuitwisseling.
Aanschakelen slimme meter
Op afstand schakelen van een meter, zodanig dat de energielevering wordt geactiveerd. De meter staat na het aanschakelen aan of is vrijgegeven om lokaal aan te schakelen.
Administratief aanzetten slimme meter
Administratief vastleggen dat de slimme meter, die voordien als handopgenomen werd beschouwd, weer als slimme meter wordt geregistreerd.
Administratief uitzetten slimme meter
Administratief vastleggen dat de slimme meter als handopgenomen meter wordt geregistreerd, die voordien als slimme meter werd beschouwd.
Afschakelen slimme meter
Op afstand schakelen van de meter, zodanig dat de energielevering wordt verbroken. De meter staat na het afschakelen uit.
Beperken slimme meter
Het op afstand verminderen (maximeren) van de fysieke doorlaatwaarde van de aansluiting middels een meter (knijpen, dimmen, begrenzen of regelen van de levering).
Berekende meterstand
Een meterstand die door een leverancier, meetverantwoordelijke of netbeheerder is berekend volgens vastgestelde regels in de Informatiecode.
Berichtensysteem
De marktpartijen, verenigd in NEDU, zijn verantwoordelijk voor het in stand houden van een systeem dat geschikt is voor het onderling uitwisselen van berichten, als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Informatiecode.
Collecteren meetdata
Het verwerven van ruwe meetdata.
Continue meter
Een dagelijks op afstand uitleesbare meetinrichting die conform de Meetvoorwaarden gas RNB of de Meetcode Elektriciteit per meetperiode van één uur (gas) of 15 minuten (elektriciteit) de op het overdrachtspunt met het net uitgewisselde energie en de totale op het overdrachtspunt met het net uitgewisselde energie meet.
Contractenregister
De leverancier houdt de contracten met zijn afnemers bij in het contractenregister.
Contract controleprotocol (CCP)
Een register voor deelnemende leveranciers waarin zowel de contracteinde datum als de opzegtermijn van een klant kan worden gecontroleerd. Leveranciers stellen hiervoor een uittreksel van hun contractenregister beschikbaar, als bedoeld in paragraaf 2.5 van de Informatiecode.
Fysieke afsluiting
Afsluiting van het energietransport van een aansluiting op de aansluiting zelf.
Handopgenomen meter
Een meter waarvan de standen alleen ter plekke uit- of
Pag. 3 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
afgelezen kunnen worden en die niet op afstand aan- of afgeschakeld kan worden. Herkomstindicatie
Elke vastgestelde meterstand dient te worden voorzien van de herkomstindicatie, die op de stand van toepassing is. De onderstaande kenmerken worden gebruikt: - Klantopname: Een afgelezen stand waarvan de leverancier kan aantonen dat deze van de klant afkomstig is. - Overeengekomen stand: Klantopname waarvan aantoonbaar is dat de uithuizende klant en de inhuizende klant ermee akkoord zijn. - Opname van slimme meter: Een door of namens de leverancier via de P4 uitgelezen stand. - Fysieke opname: Een stand waarvan aantoonbaar is dat deze door een vertegenwoordiger van de netbeheerder of een gecertificeerd meetbedrijf is afgelezen. - Berekende stand: Een stand die op basis van de historische gegevens is berekend volgens de voorwaarden uit de Informatiecode met een verwijzing naar de Meetcode elektriciteit en de Allocatievoorwaarden Gas. - Beste inzicht stand: Een stand die door de leverancier op basis van beste inzicht is bepaald.
Herleid verbruik
Verbruik dat is gecorrigeerd voor temperatuur en druk.
Initiërende leverancier
Leverancier die een mutatieproces (o.a. leverancierswitch, inhuizing, uithuizing of einde levering) start door middel van het indienen van een bericht.
Klantmandaat
Schriftelijke of mondelinge machtiging door de klant (conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens, een ondubbelzinnige toestemming van de klant) waarmee een marktpartij kan aantonen dat hij toestemming heeft om namens de betreffende klant een bepaalde handeling te verrichten.
Meterstand
De meterstand, voor elektriciteit waar van toepassing voor zowel het normaaltelwerk als het laagtelwerk, die behoort bij een specifieke meetinrichting.
Multisite aansluiting
Een aansluiting als bedoeld in artikel 95n of artikel 95ca van de Elektriciteitswet of artikel 52c of artikel 44a van de Gaswet.
OBIS code
Een elektriciteitsmeter kan voorzien zijn van meerdere telwerken. Deze telwerken worden geïdentificeerd met behulp van de OBIS codering (IEC 62056-61). Deze standaard is van toepassing op alle slimme meters die via de P4 worden uitgelezen. Voor de handopgenomen meter wordt op dit moment een verscheidenheid aan standaarden gebruikt.
Omrekenfactor
De omrekenfactor is een verplicht veld, dat wordt gebruikt om aan te geven dat op de gemeten hoeveelheid energie een correctiefactor van toepassing is. Het veld “omrekenfactor” wordt per telwerk geregistreerd. In dit veld wordt het product van alle mogelijke factoren van de meter of de telwerken geregistreerd (telwerkfactor, omzetverhouding, netdruk, meetdruk, …). In het geval dat er voor de aansluiting meer
Pag. 4 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
factoren worden gebruikt, dan wordt het product van de factoren in dit veld opgeslagen. De inhoud van het veld is “1” indien geen correctiefactor van toepassing is. Overige dienstenaanbieder (ODA)
Een commerciële partij die diensten aanbiedt aan de afnemer en op basis van een klantmandaat is gemachtigd om ruwe meetdata te collecteren via de P4.
Ruwe meetdata
Meterstanden of verbruiken die niet vastgesteld zijn.
Slimme meter
Een meter op een kleinverbruikaansluiting die op afstand via de P4 uitleesbaar (of schakelbaar) is en die op het moment van plaatsing voldoet aan de dan geldende regelgeving.
Valideren
Het toetsen van een meterstand op basis van de regels, zoals opgenomen in artikel 5.1.3.1 of paragraaf 6.2 van de Informatiecode.
Valide meterstand
Een meterstand die onder verantwoordelijkheid van de leverancier, door de netbeheerder voor de leverancier of de meetverantwoordelijke is getoetst en akkoord bevonden conform het gestelde in de Informatiecode.
Vastgestelde meterstand
Een door de leverancier, netbeheerder (voor de leverancier) of meetverantwoordelijke valide bevonden of berekende meterstand.
Verbruik
Verbruik dat onder verantwoordelijkheid van een leverancier, netbeheerder of door een meetverantwoordelijke conform de Informatiecode is bepaald.
Pag. 5 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
Inhoud 1. INLEIDING .................................................................................................................................................... 7 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
MARKTMODEL............................................................................................................................................. 7 SCOPE VAN DIT MARKTPROCESMODEL ..................................................................................................... 10 MULTISITES ............................................................................................................................................... 11 DOCUMENTSTRUCTUUR ............................................................................................................................ 11 VERSIEBEHEER .......................................................................................................................................... 13
2 UITGANGSPUNTEN KLEINVERBRUIK ................................................................................................ 14 2.1 ROLLEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN ................................................................................................... 14 2.2 UITGANGSPUNTEN PROCESSEN .................................................................................................................. 18 2.3 BEWAARTERMIJNEN .................................................................................................................................. 23 3 IMPACT VAN HET NIEUWE MARKTMODEL OP GROOTVERBRUIKAANSLUITINGEN ....... 25 3.1 UITGANGSPUNTEN PROCESSEN .................................................................................................................. 27 4 PROCESBESCHRIJVINGEN ..................................................................................................................... 29 BIJLAGE TOELICHTING OP HET BEGRIP DATUM IN PROCESSEN .................................................. 30 BIJLAGE UNIFORME PROCEDURE KRUISENDE PROCESSEN ........................................................... 33 BIJLAGE ARTIKEL 1 LID 2 / LID 3 ................................................................................................................ 36 BIJLAGE WIJZIGINGEN T.O.V. VOORGAANDE VERSIE....................................................................... 38
Pag. 6 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
1. Inleiding 1.1
Marktmodel
De kleinverbruikmarkt voor elektriciteit en gas is sinds 1 juli 2004 geliberaliseerd, hierdoor hebben klanten de vrije keuze van hun energieleverancier. In de afgelopen geliberaliseerde periode is een aantal problemen geconstateerd, dat een structurele oplossing verlangt. Deze problemen resulteren in vertraagde, ontbrekende en/of incorrecte facturen en problemen bij de afhandeling van switches en verhuizingen. De grote onderlinge samenhang van de ervaren problematiek vraagt om een geïntegreerde aanpak en coördinatie van de reeds aanwezige initiatieven uit de sector. Het nieuwe marktmodel bestaat in hoofdlijnen uit de volgende componenten, die in meer of mindere mate impact hebben op de marktprocessen: • Capaciteitstarief • Wijziging grens grootverbruik/kleinverbruik gas • Slimme meter • Metermarkt model • Verplicht leveranciersmodel • Centraal aansluitingenregister • 1 Berichtenstandaard De componenten uit Stroomopwaarts worden gefaseerd geïmplementeerd via reguliere sectorreleases. Het capaciteitstarief en de wijzigingen van de grens grootverbruik / kleinverbruik gas zijn op het moment van opstellen van dit document reeds operationeel in de markt. In het herziene implementatieplan voor Stroomopwaarts zijn een drietal doelstellingen geformuleerd: 1. De voorgestelde oplossingen dienen te passen binnen het kader van de wet. 2. Het risico van de implementatie moet tot een minimum worden beperkt. 3. Het totaalpakket aan oplossingen moet leiden tot lagere kosten voor alle betrokken partijen. De oplossingsrichtingen dienen zo dicht mogelijk te blijven bij de processen en berichten zoals deze in het marktmodel na R12 gelden, terwijl wordt voldaan aan de wetswijziging Stroomopwaarts (31374/32374). Capaciteitstarief Voor alle aansluitingen met een doorlaatwaarde kleiner dan of gelijk aan 3*80A of een technische capaciteit kleiner dan of gelijk aan 40 m3n per uur wordt het capaciteitstarief verplicht. Dit betekent dat de netwerkkosten worden gefactureerd op basis van een vast bedrag dat is gebaseerd op de capaciteit van de aansluiting in plaats van een verbruiksafhankelijk variabel bedrag. Deze vereenvoudiging maakt het makkelijker om de netwerkkosten tussen de leverancier en de netbeheerder onderling te verrekenen. De invoering van het leveranciersmodel wordt hierdoor sterk vereenvoudigd. Deze component is op 1 januari 2009 ingevoerd. Wijziging grens grootverbruik/kleinverbruik gas De grens tussen grootverbruik en kleinverbruik gas zal verschuiven van 170.000 m3n verbruik per jaar naar een technische capaciteit van 40 m3n per uur. De vroeger gehanteerde volumegerelateerde grens voor gas gaf problemen doordat afnemers jaarlijks wisselden tussen grootverbruik en kleinverbruik. De introductie van het nieuwe marktmodel versterkt dit knelpunt met name doordat bij een wisseling van segment de rol van de meetverantwoordelijke voor een grootverbruikaansluiting overgaat naar een meetbedrijf met slimme meters bij kleinverbruikaansluitingen (v.v.) en er een wisseling
Pag. 7 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
van facturatiemodel moet worden toegepast. Tevens zijn slimme meters met een capaciteit groter dan 40 m3n per uur op dit moment niet beschikbaar. Deze component is per 1 januari 2009 in werking getreden en wettelijk geborgd per 1 juli 2011.
Slimme meter (administratief aan + klantmandaat)
Klantmandaat benodigd
Toestand* Slimme meter (administratief uit) Slimme meter (administratief aan ‘default’ situatie)
Administratieve status v/d meter
Slimme meter De leverancier kan met behulp van de slimme meter op afstand ruwe meetdata (dagstanden) ophalen uit de P4 ten behoeve van de marktprocessen als switchen, verhuizen, einde levering, periodieke facturatie, etc. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld correcties in de keten als gevolg van berekeningen en foutieve klantopnames worden voorkomen. De overige dienstenaanbieder (ODA) en leverancier kunnen intervalstanden (kwartierstanden elektriciteit en uurstanden gas) ophalen uit de P4 ten behoeve van het aanbieden van commerciële diensten. Om toegang te krijgen tot de ruwe meetdata uit de P4 dienen de leverancier en ODA in het bezit te zijn van een klantmandaat.
Uit
Nvt
Aan
Nee
Aan
Ja
Op afstand lezen Nee • • • • • • •
Tweemaandelijkse standen Standen bij mutatieprocessen Jaarstanden Tweemaandelijkse standen Standen bij mutatieprocessen Jaarstanden Intervaldata
Schakelopdrachten Nee Ja, mits de meter dit ondersteunt Ja, mits de meter dit ondersteunt
*Bovenstaande situaties zijn van toepassing voor de leverancier. De overige dienstenaanbieder (ODA) kan alleen standen (dagstanden + intervaldata) collecteren indien hij beschikt over een klantmandaat en de slimme meter administratief aan staat.
Daarnaast krijgen de netbeheerder en de leverancier bij slimme meters de mogelijkheid om stuurcommando’s aan de meter te geven om de aansluiting op afstand aan- of af te laten schakelen of te beperken. Hierdoor krijgt de leverancier een extra instrument in het incassotraject en de mogelijkheid om nieuwe contractvormen aan te bieden (zoals prepaid), zolang wordt gehandeld conform de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas. De klant heeft het recht om de slimme meter op zijn aansluiting administratief uit te laten zetten, waardoor de slimme meter als handopgenomen meter wordt geregistreerd. De bovengenoemde functionaliteiten (uitlezen ruwe meetdata en het geven van stuurcommando’s) zijn uitgeschakeld en de slimme meter wordt behandeld als een handopgenomen meter. In het DPM Mutatie- en meetprocessen zijn de functionaliteiten van de slimme meter in de detailprocessen opgenomen. De werking van de functionaliteiten van de slimme meter en de P4 zijn terug te vinden in de meest actuele versie van het BRS P4 en het DPM P4 (CTS). De introductie en uitrol van slimme meters is formeel geen onderdeel van het Stroomopwaarts programma. In de detailuitwerking van de mutatie- en meetprocessen is zowel rekening gehouden met de werkwijze in de situatie met handopgenomen meters als ook de mogelijkheden die de slimme meter biedt.
Pag. 8 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
Metermarktmodel In het nieuwe marktmodel, zoals geformuleerd in de geaccepteerde wetswijzigingen, verschuiven verantwoordelijkheden in de meetprocessen. Deze wijzigingen worden hieronder kort toegelicht. Leverancier verantwoordelijk voor meterstanden In het nieuwe marktmodel voor kleinverbruikaansluitingen wordt het de taak van de leverancier om meterstanden te collecteren, te valideren, (indien nodig) te berekenen en de meterstanden vast te stellen. De leverancier verstuurt vastgestelde meterstanden behorend bij de mutatieprocessen en periodieke meterstanden die hij minstens 1 keer per 12 maanden bepaalt, naar de netbeheerder. De leverancier wijst een meetbedrijf aan (mogelijk een eigen afdeling). Dit meetbedrijf wordt niet genoemd in het berichtenverkeer. Meterstanden worden voor de leverancier verstuurd en ontvangen. De netbeheerder blijft verantwoordelijk voor de verbruiksbepaling ten behoeve van reconciliatie, de berekening van het standaard jaarverbruik, de distributie van meterstanden en verbruiken naar de betrokken marktpartijen en het beschikbaar stellen van de meterstanden en verbruiken in het Toegankelijk Meetregister. Netbeheerder verantwoordelijk voor slimme meter infrastructuur De netbeheerder is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van de functies van de slimme meter via de P4. De P4 is het communicatiekanaal dat toegang geeft tot de functies van de slimme meter. De P4 is een integraal onderdeel van de slimme meter, waarover ruwe meetdata kan worden gecollecteerd en schakelopdrachten kunnen worden gegeven. De ruwe meetdata van de slimme meter is beschikbaar voor leveranciers en overige dienstenaanbieders (ODA’s). Alleen de actuele leverancier is naast de netbeheerder geautoriseerd voor het geven van schakelopdrachten. Toegankelijk Meetregister Begin 2007 is het Toegankelijk Meetregister ingevoerd. Dit Toegankelijk Meetregister wordt door leveranciers gebruikt om inzage te krijgen in de meetregisters van de regionale netbeheerders. De leveranciers krijgen hiermee inzicht in de verbruikshistorie op een aansluiting. De functionaliteit van het Toegankelijk Meetregister wordt beperkt tot het ter beschikking stellen van vastgestelde meterstanden en verbruiken via een centrale database. Het Toegankelijk Meetregister ondersteunt hiermee processen als het valideren, berekenen en vaststellen van meterstanden door leveranciers, waarvoor zij meterstanden en verbruiken van de aansluiting via het Toegankelijk Meetregister kunnen verkrijgen. De netbeheerder beheert het Toegankelijk Meetregister en actualiseert de gegevens. Verplicht leveranciersmodel Voor afnemers met een kleinverbruikaansluiting wordt het leveranciersmodel verplicht. De afspraken en detailprocesbeschrijvingen zijn vastgelegd in het MPM Leveranciersmodel met bijbehorend DPM. Bij deze afnemers is de leverancier het gezicht naar de klant. De leverancier zal namens de netbeheerder een aansluit- en transportovereenkomst (ATO) afsluiten, bij afnemers de kosten van de netbeheerder in rekening brengen en dit verrekenen met de netbeheerder. De klant betaalt bevrijdend aan de leverancier. Centraal aansluitingenregister De mutatieprocessen dienen tot het aanpassen van de verantwoordelijkheid voor een aansluiting (door de leveranciers en meetverantwoordelijken) en het aanpassen van de technische gegevens van de meetinrichting en de aansluiting (door de regionale netbeheerders). Deze mutaties worden geregistreerd in het aansluitingenregister, dat dient als basis voor de allocatie, reconciliatie en het informeren van de verantwoordelijke
Pag. 9 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
marktpartijen over wijzigingen. Voorafgaand aan de invoering van het centraal aansluitingenregister (C-AR) beheerde elke netbeheerder een eigen aansluitingenregister en ontving en verwerkte elke netbeheerder zelfstandig de mutatieopdrachten die door leveranciers werden ingediend. Het C-AR centraliseert de functionaliteit van het verwerken van de mutatieopdrachten van leveranciers, netbeheerders en meetverantwoordelijken. Voor deze marktpartijen functioneert het C-AR als één aansluitingenregister dat alle mutatieopdrachten eenduidig verwerkt en muteert. De gegevens uit het C-AR dienen als basis voor de afdracht van de kosten van de netbeheerder in het verplicht leveranciersmodel (zie MPM Leveranciersmodel). Berichtenstandaard Op een nader te bepalen moment zal overgegaan worden naar één berichtenstandaard (XML). Voor deze overgang zal een natuurlijk moment of momenten worden gekozen waarop majeure berichtaanpassingen worden doorgevoerd. Bij het opstellen van nieuwe berichten of fundamentele wijzigingen aan berichten, zullen deze berichten in de XMLstandaard worden opgesteld. 1.2
Scope van dit Marktprocesmodel
Het nieuwe marktmodel is van toepassing op alle kleinverbruikaansluitingen. Dit geldt zowel voor de invoering van het capaciteitstarief, de invoering van het verplichte leveranciersmodel als voor de invoering van het nieuwe metermarktmodel. Echter, als gevolg van de invoering van deze modellen is er een aantal wijzigingen in de mutatieprocessen dat ook zijn weerslag heeft op grootverbruikaansluitingen. De uitgangspunten voor de processen binnen het nieuwe marktmodel voor kleinverbruikaansluitingen worden beschreven in hoofdstuk 2, de uitgangspunten voor de processen voor grootverbruikaansluitingen zijn te vinden in hoofdstuk 3. In de onderstaande tabel is tenslotte weergegeven welke veranderingen worden doorgevoerd in welk segment: Technisch kenmerk aansluiting
Groepen
Metermarkt model
Verplicht LV-model
Aansluitingen maximaal 3*80A
Artikel 1 lid 2 en 3
Grootverbruik Metermarkt model (conform MPM & DPM Mutatie- en meetprocessen, onderdelen GV)
Nee
Multisite en niet in bovenstaande groep
Kleinverbruik Metermarkt model (conform MPM & DPM Mutatie- en meetprocessen, onderdelen KV). Uitzondering, zie paragraaf 1.3.
Ja
Niet in één van bovenstaande groepen
Kleinverbruik Metermarkt model (conform MPM & DPM Mutatie- en meetprocessen, onderdelen KV)
Ja
Alle groepen
Grootverbruik Metermarkt model (conform MPM & DPM Mutatie- en meetprocessen, onderdelen GV)
Nee
of 40 m
3
n
per uur
Aansluitingen groter dan 3*80A of 40 m per uur
3 n
Een bijzondere positie wordt ingenomen door aansluitingen op een particulier net. Indien de beheerder van een particulier net deel neemt aan het elektronische berichtenverkeer en de betreffende aangeslotene wil gebruik maken van zijn recht op vrije keuze van energieleverancier, dan wordt deze aangeslotene als grootverbruiker behandeld.
Pag. 10 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
1.3
Versie 4.0
Multisites
De nieuwe processen voor de metermarkt en de mutatieprocessen gelden vanaf de invoering van het nieuwe marktmodel voor alle kleinverbruikaansluitingen. Dit geldt ook voor kleinverbruikaansluitingen die onderdeel uitmaken van een multisitecontract, zoals bedoeld in artikel 95n of 95ca van de Elektriciteitswet, respectievelijk artikel 52c of 44a van de Gaswet. De enige consequentie in de mutatie- en meetprocessen voor multisites is dat voor kleinverbruikaansluitingen binnen een multisitecontract de ruimere indientermijn van twintig tot en met één werkdag voor de mutatiedatum (in geval van een inhuizing twintig werkdagen tot en met de mutatiedatum) wordt gehanteerd. 1.4
Documentstructuur
Zoals in bovenstaande paragrafen is weergegeven, omvat het marktmodel wijzigingen in verschillende componenten. Dit betekent dat er op verschillende niveaus binnen de marktpartijen informatie beschikbaar dient te komen om te zorgen dat er een eenduidig begrip van de noodzakelijke veranderingen ontstaat. De opbouw van de structuur van de marktmodeldocumentatie is hieronder beschreven. Hierin wordt aangegeven in welk document informatie gevonden kan worden en op welke manier deze informatie samenhangt. Daarnaast wordt aangegeven voor welke doelgroep de informatie is bedoeld en op welke wijze de informatie en beschrijvingen samenhangen met weten regelgeving en sectorafspraken. Structuur documentatie marktmodel
Systeem / Techniek / IT
Marktmodel
MPM Ontwerpcriteria marktmodel: • Definities • Scope van de veranderingen in Stroomopwaarts • Algemene uitgangspunten (incl. bewaartermijn per marktrol) • Rollen en verantwoordelijkheden per marktrol • Bewaartermijnen per gegevenssoort
Doelgroep: - Marktpartijen - Besluitvorming - Systeembouw - EDSN (systeembouw) - Basis voor codes
DPM • • • • • •
Detail procesbeschrijvingen – tekst & figuur Aanvullende proces specifieke uitgangspunten Informatie-uitwisseling Controles Correcties Indien-/reactietermijnen
Doelgroep: - Marktpartijen - Besluitvorming - Systeembouw - EDSN (systeembouw) - Basis voor codes
Systeembeschrijving Centrale systemen
Servicebeschrijvingen (Systeembeschrijving / Interfaces )
Systeembeschrijving marktpartijen
EDSN (doelgroep: intern)
EDSN (doelgroep: marktpartijen)
Marktpartijen (doelgroep: intern)
Noot: marktafspraken in MPM en DPM zijn leidend. Marktafspraken mogen alleen in de systeembeschrijvingen worden aangehaald als dat noodzakelijk is voor het begrip van de werking van de interface.
-1-
Het MPM mutatie- en meetprocessen met het bijbehorende DPM vormen een totaalbeschrijving van de mutatie- en meetprocessen van het marktmodel. De secundaire wetgeving (codes) formaliseert de vastgestelde sectorafspraken. Het MPM en DPM bieden hierop aanvulling en verdere uitleg.
Pag. 11 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
Een uitgangspunt in de gekozen documentstructuur is om zo eenduidig mogelijk en op één plek de afspraken en informatie-uitwisseling te beschrijven, zodat zo min mogelijk ruimte voor interpretatieverschillen bestaat. De secundaire wetgeving (o.a. de Informatiecode) is hierin leidend. In de technische en IT systeembeschrijvingen van EDSN en de marktpartijen zal in veel gevallen een korte beschrijving van uitgangspunten, verantwoordelijkheden en processen zijn toegevoegd voor het begrip en om de context van een specificatie uit te leggen. In al deze gevallen geldt dat het MPM en DPM (volgend op de Informatiecode) prevaleren boven de beschrijvingen in de technische systeemdocumentatie indien hier onverhoopt verschillen in bestaan. Marktmodel Het MPM Mutatie- en meetprocessen beschrijft de ontwerpcriteria van het marktmodel en bevat de volgende onderdelen: - Definities: Formulering van de terminologie, die consistent door het MPM en het bijbehorende DPM wordt gehanteerd. - Scope: Reikwijdte (scope) van de veranderingen - Uitgangspunten: Algemeen uitgangspunten en afspraken die gelden voor het MPM en het bijbehorende DPM. Deze uitgangspunten worden vertaald naar de detailprocesbeschrijvingen in het bijbehorende DPM. - Rollen en verantwoordelijkheden: In het MPM worden de rollen en verantwoordelijkheden per marktrol vastgelegd. Deze rollen en verantwoordelijkheden hebben consequenties voor de wijze waarop invulling gegeven wordt aan de mutatie- en meetprocessen. - Bewaartermijnen: de minimale voorwaarden aan de bewaartermijnen worden per gegevenssoort beschreven. Het DPM Mutatie- en meetprocessen bevat per proces de volgende onderdelen: - Procesbeschrijving in tekst en processchema’s: het proces wordt tekstueel toegelicht en verduidelijkt in stroomschema’s. - Procesuitgangspunten: Naast de algemeen geldende uitgangspunten uit het MPM worden de uitgangspunten gespecificeerd die expliciet voor het beschreven detailproces gelden. - Tijdslijnen: In de procesbeschrijving worden de tijdslijnen (indien- en reactietermijnen) van de processtappen opgenomen. - Controles: In de procesbeschrijvingen worden de controles, die in de betreffende processtap uitgevoerd worden, beschreven. Hierin is opgenomen welke controles uitgevoerd moeten worden en op welke basis een activiteit afgewezen mag worden. - Correcties: de afspraken en beschrijving van de activiteiten, noodzakelijk voor de correctie van een foutief uitgevoerd proces, worden beschreven. Per proces worden de verantwoordelijkheden en activiteiten beschreven om de bedoelde (gewenste) eindsituatie tussen de marktpartijen te bereiken, zoals de juiste marktpartijen in het aansluitingenregister op de juiste mutatiedatum en de bijbehorende juiste meterstanden. De daaruit volgende correcties en communicatie richting de klant worden niet beschreven. De gegevensuitwisseling (berichtenverkeer), noodzakelijk voor de uitvoering van de processen, wordt in een separaat hoofdstuk van het DPM Mutatie- en meetprocessen en niet per proces beschreven. Technische beschrijvingen Wijziging van de afspraken en plannen, zoals beschreven in het MPM en bijbehorende DPM, zullen in de meeste gevallen resulteren in aanpassingen van de ondersteunende systemen. Voor de noodzakelijke systeemaanpassingen zal elke marktpartij en EDSN zijn
Pag. 12 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
eigen technische beschrijvingen opstellen, die aansluiten op de procesbeschrijvingen uit de MPM’s en DPM’s. EDSN stelt technische documenten op van de interfaces tussen de centrale systemen (o.a. C-AR, TM, …) waarin de specificaties staan hoe de marktpartijen hun ondersteunende systemen kunnen koppelen aan de centrale systemen. Deze technische interfacebeschrijvingen worden aan alle marktpartijen beschikbaar gesteld. 1.5
Versiebeheer
De beschrijving van de mutatie- en meetprocessen van het markmodel en de bijbehorende detailprocesbeschrijvingen zijn vastgelegd in twee documenten: 1. het marktprocesmodel 2. het detailprocesmodel Deze documenten worden vastgesteld en goedgekeurd in de ALV NEDU, waarna de geldende actuele versie beschikbaar wordt gesteld via de EDSN website. De marktvertegenwoordigers in de ALV NEDU zijn verantwoordelijk om binnen hun bedrijven bekend te maken dat een document is vastgesteld en beschikbaar is gemaakt.
Pag. 13 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen 2
Versie 4.0
Uitgangspunten kleinverbruik
2.1
Rollen en verantwoordelijkheden
In deze paragraaf worden per marktrol de verantwoordelijkheden in de mutatieprocessen en meetprocessen aangegeven. De verplichtingen die voortvloeien uit deze verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in de Informatiecode, Meetcode of Meetvoorwaarden en daarmee wettelijk verankerd. De hieronder weergegeven verplichtingen gelden onverkort voor grootverbruik, met uitzondering van: • Collecteren, valideren en vaststellen van meterstanden door de leverancier. • De verplichtingen rondom het CCP. • Het leveranciersmodel. • De verplichtingen van de netbeheerder ten aanzien van het vaststellen van meterstanden voor de leverancier indien de laatste in gebreke blijft. • Slimme meter en P4. Deze aspecten zijn alleen van toepassing op kleinverbruik. Leverancier: •
Melden van wijzigingen op het aansluitingenregister: De leverancier is verantwoordelijk voor het muteren van de velden ‘leverancier’, ‘programmaverantwoordelijke’, ‘verblijfsfunctie & complexbepaling’ en ‘naam klant’ in het aansluitingenregister. Een mutatie op een aansluiting wordt door de leverancier geïnitieerd middels een opdracht aan de netbeheerder voor verwerking in het aansluitingenregister. De enige uitzondering hierop is het aanpassen van de marktpartijen in het kader van leveringszekerheid.
•
Verwerken van wijzigingen in het aansluitingenregister: De netbeheerder verwerkt de mutatie in het aansluitingenregister en informeert de leverancier hierover middels berichten.
•
Collecteren, valideren en vaststellen van meterstanden: De leverancier is verantwoordelijk voor het collecteren, valideren en vaststellen (zo nodig berekenen) van meterstanden op zowel handopgenomen als op afstand uitleesbare meters voor alle aansluitingen waarvoor hij in het aansluitingenregister als actuele leverancier is geregistreerd. De leverancier verstuurt vastgestelde meterstanden behorend bij mutatieprocessen en periodieke meterstanden die hij minstens 1 keer per 12 maand bepaalt, ten behoeve van reconciliatie naar de netbeheerder. Indien de leverancier in gebreke blijft bij het aanleveren van een vastgestelde meterstand binnen de geldende termijn, zal de netbeheerder – voor de betreffende leverancier – een meterstand berekenen en vaststellen. Indien de klant bezwaar maakt tegen de gebruikte meterstanden, dan is de leverancier voor de klant het enige aanspreekpunt (ongeacht wie de activiteit van het vaststellen heeft uitgevoerd). Uitzondering werkwijze fysieke opname: o De leverancier is formeel verantwoordelijk voor het valideren en vaststellen van fysieke meteropnames die uitgevoerd zijn door de netbeheerder. De netbeheerder voert bij een fysieke opname direct de verbruiksberekening uit voor reconciliatie, plaatst de fysieke opname in het toegankelijk meetregister en verstuurt daarna de fysieke meteropname en bijbehorende reconciliatieverbruik naar de leverancier. De fysieke opname is formeel vastgesteld als de leverancier niet reageert binnen de termijn van het dispuutproces met het vaststellen en aan de netbeheerder beschikbaar stellen van een alternatieve fysieke opname.
Pag. 14 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
•
Actueel houden CCP: Deelnemende leveranciers vermelden alle aansluitingen waarvoor een contract is afgesloten in het CCP. Bij contracten met een bepaalde looptijd wordt tevens de contracteindedatum en de opzegtermijn in het CCP register vermeld. Voor leveranciers die niet deelnemen aan het CCP is de Informatiecode leidend.
•
Afsluiten bij wanbetaling: De leverancier is in het verplichte leveranciersmodel verantwoordelijk voor het gehele incassotraject en draagt daarbij ook het volledige incassorisico. Op het moment dat een leverancier alle noodzakelijke stappen heeft doorlopen van het incassotraject en de klant wenst nog altijd niet te betalen, dan kan de leverancier bij de netbeheerder aangeven vanaf welke datum hij niet langer de leverancier wenst te zijn op de betreffende aansluiting. Dit is bij een handopgenomen (en ook administratief uitgezette slimme) meter een impliciete opdracht tot afsluiten (einde levering nieuwe stijl). Op het moment dat hij deze opdracht aan de netbeheerder geeft dan moet de leverancier hebben voldaan aan alle voorwaarden zoals beschreven in de “Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas”. Tevens heeft de leverancier de klant geïnformeerd dat hij de netbeheerder opdracht zal geven om niet langer als leverancier op de aansluiting geregistreerd te staan, waarmee impliciet een opdracht tot afsluiting wordt gegeven (en dat de netbeheerder daardoor binnen 10 werkdagen tot afsluiting zal overgaan). In het geval van een slimme meter is het ook de verantwoordelijkheid van de leverancier om de meter op afstand af te schakelen (voor zover dat niet al gebeurd was als onderdeel van het incassotraject) alvorens het einde levering bericht wordt ingediend. o De netbeheerder ontvangt het bericht einde levering en controleert het type meter dat op de aansluiting aanwezig is. In het geval van een slimme meter controleert de netbeheerder de status van de meter. Als deze niet is afgeschakeld en de laatste schakelopdracht van de leverancier is geen opdracht voor het afschakelen van de meter, dan wijst de netbeheerder het einde leveringsbericht af. Indien de meter wel is afgeschakeld, dan verwijdert de netbeheerder de betreffende leverancier uit het aansluitingenregister. o In het geval van een handopgenomen meter of een slimme meter die niet kan schakelen verricht de netbeheerder binnen 10 werkdagen minimaal een eerste poging tot afsluiten. De netbeheerder kan er hierbij van uit gaan dat alle noodzakelijke communicatie met de klant reeds door de leverancier is uitgevoerd en hoeft dus niet zelf communicatie met de klant op te starten (zoals beschreven in de “Regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers”). o Los van het feit of de poging tot afsluiting slaagt, wordt de leverancier op de mutatiedatum uit het aansluitingenregister verwijderd als leverancier op de betreffende aansluiting (inclusief PV). Hiermee wordt tevens de allocatie en de toerekening van transportkosten aan de leverancier beëindigd. o In het geval van een handopgenomen meter of een slimme meter, die niet op afstand schakelbaar is, betaalt de leverancier een standaardtarief voor afsluiting, ongeacht of de afsluiting op dat moment daadwerkelijk is uitgevoerd of niet. o Het door een leverancier versturen van een uithuisbericht in plaats van het einde leveringsbericht op een aansluiting waar nog een (wanbetalende) klant aanwezig is wordt gezien als onjuist gebruik. Als een leverancier onjuist gebruik maakt van het uithuisbericht dan is de netbeheerder gerechtigd om alle hieruit voortvloeiende kosten bij deze leverancier in rekening te brengen. Naast de kosten voor het afsluiten omvatten deze kosten ook het gealloceerde volume, de periodieke kosten van de netbeheerder tot aan het moment van afsluiten, administratieve kosten en de kosten voor leegstandscontrole.
Pag. 15 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen o
Versie 4.0
Het einde leveringsbericht is voor kleinverbruik en grootverbruik exact hetzelfde (“haal mij als leverancier uit het aansluitingenregister”). Alleen de voorwaarden voor de leverancier en de vervolgacties voor de netbeheerder zijn voor grootverbruik anders dan voor kleinverbruik. De voorwaarden voor de leverancier en de vervolgacties voor de netbeheerder zullen voor grootverbruikaansluitingen in het nieuwe marktmodel niet wijzigen ten opzichte van het huidige marktmodel.
Regionale netbeheerder: •
Beheer aansluitingenregister: De netbeheerder is verantwoordelijk voor het beheren van het aansluitingenregister. Mutaties worden conform de processen, beschreven in de DPM’s Mutatie- en meetprocessen Kleinverbruik en Grootverbruik, tijdig en conform de opdracht van de leverancier of meetverantwoordelijke verwerkt en alle betrokken marktpartijen worden hierover tijdig geïnformeerd.
•
Beheer P4: De netbeheerder is verantwoordelijk voor het toekennen en controleren van autorisatie van dataverzoeken en stuuropdrachten via de P4. De kwaliteits- en prestatie-eisen aan de P4 zijn vastgelegd in de BRS P4 (CTS) en Doorlooptijden en rapportages P4.
•
Beheer meterpark: De netbeheerder is de eigenaar van alle (handopgenomen en slimme) meters in het kleinverbruiksegment. Als eigenaar van de meters is de netbeheerder verantwoordelijk voor: o Plaatsing, wegname en wisseling van meters inclusief de uitrol van slimme meters en de verwerking van de mutaties van de technische gegevens in het aansluitingenregister. o Storing, onderhoud en ijking, waarmee de kwaliteit van de meting wordt geborgd en de meters voldoen aan de voorschriften uit de metrologiewetgeving. o Distributie van technische gegevens over de aansluiting aan de verantwoordelijke marktpartijen.
•
Driejaarlijkse fysieke opname: De netbeheerder voert ter controle van de meetreeks ten minste één maal per drie jaar een fysieke opname uit op alle aansluitingen met een meter die niet op afstand uitleesbaar is.
•
Overige fysieke opnames: De netbeheerder voert fysieke opnames uit in het kader van het beheer van het meterpark.
•
Vaststellen meterstand voor de leverancier: Indien de leverancier in gebreke blijft bij het tijdig vaststellen van een meterstand ten behoeve van een mutatieproces of een periodieke stand, zal de netbeheerder voor de leverancier een meterstand berekenen en vaststellen. De netbeheerder stelt ook fysieke opnames die aan de leverancier zijn gecommuniceerd, voor de leverancier vast.
•
Verbruiksbepaling voor reconciliatie: De netbeheerder bepaalt het verbruik voor reconciliatie op basis van het gestelde in de Informatiecode voor alle kleinverbruik aansluitingen op basis van de vastgestelde meterstanden en gebruikt van de twee mogelijke verbruiken (rekening houdend met telleroverloop, mogelijk negatief verbruik en standaardjaarverbruik) de kleinste absolute waarde. De netbeheerder verstuurt de meterstanden en verbruiken naar de verantwoordelijke leverancier. Na het verlopen van de dispuutperiode worden deze verbruiken opgenomen in de reconciliatie.
Pag. 16 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
•
Vaststellen SJV: De netbeheerder berekent het standaard jaarverbruik voor bemeten kleinverbruikaansluitingen binnen zijn gebied conform de berekeningswijze vastgelegd in de Informatiecode. Voor deze berekening worden alleen fysieke afgelezen standen, klantstanden en standen uit de slimme meter gebruikt die minimaal 300 dagen uit elkaar liggen. Voor onbemeten kleinverbruikaansluitingen bepaalt de netbeheerder het standaard jaarverbruik forfaitair.
•
Allocatie en reconciliatie: De netbeheerder is verantwoordelijk voor de tijdige en correcte uitvoering van de allocatie- en reconciliatieprocessen (Systeemcode en Meetcode Elektriciteit, Allocatievoorwaarden Gas).
•
Actueel houden Toegankelijk Meetregister: De netbeheerder stelt voor kleinverbruik aansluitingen alle vastgestelde meterstanden en verbruiken ter beschikking via het Toegankelijk Meetregister.
•
Actueel houden EAN-codeboek: Als beheerder van het aansluitingenregister draagt de netbeheerder zorg voor het tijdig actueel houden van het EANcodeboek.
•
Actueel houden Calgos-boek: De netbeheerder draag zorg voor het actueel houden (conform de voorwaarden uit de EDSN dienstbeschrijving Calgos-boek) van het Calgos-boek voor alle exitpoints in het netgebied waar hij verantwoordelijk voor is.
Programmaverantwoordelijke: •
Verwerken van wijzigingen in het aansluitingenregister: Uitgevoerde mutaties in het aansluitingenregister worden door de netbeheerder middels berichtenverkeer aan de programmaverantwoordelijke(n) gemeld. De programmaverantwoordelijke dient deze mutaties te controleren en te verwerken.
•
Melden van wijzigingen op het aansluitingenregister: De programmaverantwoordelijke kan geen directe mutaties op het aansluitingenregister initiëren. Wanneer de programmaverantwoordelijke constateert dat de inhoud van het veld PV bij een aansluiting in het aansluitingenregister onjuist is, dan laat de programmaverantwoordelijke dit wijzigen via de leverancier die voor de betreffende aansluiting verantwoordelijk is.
•
Allocatie & reconciliatie: De programmaverantwoordelijke is verantwoordelijk voor het uitvoeren van haar taken in het allocatie- en reconciliatieproces conform het gestelde in de Systeemcode en Meetcode Elektriciteit en de Allocatievoorwaarden Gas.
Pag. 17 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
2.2
Versie 4.0
Uitgangspunten processen •
Omvang van wijzigingen: Processen en activiteiten die niet expliciet worden beschreven in dit MPM blijven ongewijzigd ten opzichte van R12 van NEDU. De detailprocessen worden in het DPM mutatie- en meetprocessen volledig beschreven.
•
Artikel 1 lid 2 en 3: Aansluitingen met een maximale doorlaatwaarde van 3*80A van afnemers die vallen onder artikel 1 lid 2 of lid 3 van de Elektriciteitswet en als zodanig zijn aangemeld bij de netbeheerder, zijn in het aansluitingenregister gekenmerkt als grootverbruikaansluiting. Voor deze aansluitingen geldt het grootverbruik regime. De procedure tot het aanmerken van een aansluiting als artikel 1 lid 2 of lid 3 is opgenomen in BIJLAGE Artikel 1 lid 2 / lid 3.
•
Verwerken mutaties in aansluitingenregister: Mutaties in het aansluitingenregister worden verwerkt om 0:00 uur. Deze mutaties worden geëffectueerd aan de start van de dag (elektriciteitsdag 00:00 uur & gasdag 06:00 uur) en zijn voor de gehele dag geldig. De betrokken marktpartijen worden over de wijzingen in het aansluitingenregister geïnformeerd.
•
Mutatiedag: De dag waarop een wijziging in het aansluitingenregister moet worden doorgevoerd kan elke kalenderdag zijn, dus inclusief weekend- en feestdagen. De indientermijnen zijn evenwel in werkdagen.
•
Aansluitingenregister leidend: De gegevens in het aansluitingenregister c.q. stamgegevens zijn leidend en het aansluitingenregister is conform de gehanteerde termijnen in de Informatiecode dagelijks volledig en correct bijgewerkt. Het EANcodeboek is een hulpmiddel (uittreksel) om reeds vroegtijdig een indicatie van de kenmerken van de aansluiting te krijgen.
•
Aanpassing stamgegevensbericht: De metergegevens die nodig zijn voor de berekening van meterstanden en verbruiken en om de leverancier te informeren over de meetmethode, zijn toegevoegd aan het aansluitingenregister en worden gecommuniceerd als onderdeel van het stamgegevensbericht. Dit betreft de volgende informatie: a. Meternummer b. Schakelbaar c. Administratief aan/uit (slimme meter aangezet / uitgezet) d. Telwerkindicatie (per telwerk) e. Normaaluren/Laaguren (per telwerk) f. Energierichting (per telwerk) g. Meeteenheid (per telwerk) h. Aantal telwielen (per telwerk) i. Omrekenfactor (per telwerk) j. Temperatuurcorrectie (alleen gas)
•
Termijnen in berichtenverkeer o Indientermijnen: Om kruisende processen te vermijden wordt het mutatieverzoek zo dicht mogelijk tegen de mutatiedatum ingediend. Voor inhuizing is dit twee werkdagen voor de mutatiedatum tot en met de mutatiedatum. Voor leverancierswitch, uithuizing, PV-switch, einde levering, wijziging naam en/of verblijfsfunctie is de indientermijn één werkdag voor mutatiedatum. o Indientermijnen multisites: de indientermijn voor multisite aansluitingen is gesteld op twintig tot en met één werkdag voor de mutatiedatum (voor
Pag. 18 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
o
o
o
Versie 4.0
inhuizingen geldt twintig werkdagen voor de mutatiedatum tot en met de mutatiedatum). Reactietermijnen GAIN/LOSS: Het mutatiebevestigingsbericht (GAIN/LOSS) wordt door de netbeheerder uiterlijk één werkdag na ontvangst van het mutatieverzoek verstuurd. Reactietermijnen stamgegevens: de stamgegevens worden de werkdag na de mutatiedatum van het aansluitingenregister verstrekt aan de marktpartijen die na effectuering van de mutatie actief zijn op de aansluiting. Alle wijzigingen op één werkdag in het aansluitingenregister voor de betreffende aansluiting worden gebundeld in één stamgegevensbericht. De hierboven genoemde reactietermijnen zijn maximale termijnen. In principe worden de responses afgehandeld middels een automatisch proces. In dat geval worden – storingen daargelaten - de reacties op de mutatieverzoeken (afwijzing, GAIN, LOSS) de volgende kalenderdag verstuurd. Dit geldt ook voor het versturen van de stamgegevens als gevolg van de verwerking van mutaties in het aansluitingenregister.
•
Kruisende processen: De leveranciers en netbeheerders hebben een uniforme procedure afgesproken hoe de netbeheerders dienen om te gaan indien onverhoopt nog kruisende processen plaatsvinden. Deze procedure is opgenomen in BIJLAGE Uniforme procedure kruisende processen.
•
Aan- en afschakelen bij inhuizing, leverancierswitch en uithuizing: Bij een meter die op afstand schakelbaar is, voert de netbeheerder acties uit in opdracht van de leverancier. Hierbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd1: o Aanschakelen: Als gevolg van een inhuizing of leverancierswitch zorgt de netbeheerder ervoor dat de aansluiting op de datum van de inhuizing of leverancierswitch voor 06:00:00 is voorzien van een actieve (aangeschakelde of vrijgegeven) aansluiting elektriciteit en/of gas. De meter wordt zonder beperking aangeschakeld c.q. vrijgegeven. o Afschakelen: Als gevolg van een uithuizing schakelt de netbeheerder volledig af op de dag na uithuizing2 (de netbeheerder bepaalt zelf het moment aangezien de netbeheerder na de uithuizing verantwoordelijk is voor de aansluiting). De netbeheerder draagt er zorg voor dat hij geen aansluitingen afschakelt wegens uithuizing terwijl hij voor deze aansluiting reeds voor de opvolgende dag (of eerder) een inhuizing heeft ontvangen. o Onveilige situaties: In geval dat de aansluiting is afgeschakeld wegens een onveilige situatie, dan wordt niet aangeschakeld maar stelt de netbeheerder bij inhuizing of leverancierswitch de nieuwe leverancier hiervan op de hoogte via de stamgegevens middels het veld ‘fysieke status’.
•
Heraansluiting na fysieke afsluiting: Indien een aansluiting fysiek is afgesloten, dan dient de klant contact op te nemen met de netbeheerder om heraansluiting aan te vragen, waarbij voldaan moet zijn aan de veiligheidsvoorschriften. Additionele afspraak in de sector is dat voorafgaand aan de (her)aansluiting het administratieve proces moet zijn afgerond en de leverancier is geregistreerd in het aansluitingenregister (middels een inhuizing of leverancierswitch).
•
Naam in aansluitingenregister en berichtenverkeer: De naam van de klant wordt geregistreerd in het aansluitingenregister en gecommuniceerd via het berichtenverkeer. Voor een tussentijdse wijziging van de naam zal een separaat proces worden gehanteerd.
1
De implementatiewijze van het schakelregime tijdens de proefperiode zal zo snel mogelijk worden bepaald. Voor de afschakelprocedure in het kader van het proces ‘einde levering’ gelden de afspraken ‘Afsluiting bij wanbetaling’, zoals beschreven in paragraaf 2.1.
2
Pag. 19 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
•
Leverancierswitch op leveranciersloze aansluiting: Een melding leverancierswitch op een aansluiting waarop geen leverancier actief is, wordt geaccepteerd door de netbeheerder indien het veld ‘naam’ in het bericht is gevuld.
•
Bulk PV-switch: Wanneer de leverancier een PV-switch voor meer dan 50.000 aansluitingen wil doorvoeren, dient gebruik te worden gemaakt van het proces “Bulk PV-switch”. Het aantal aansluitingen is gerelateerd aan het totaal aantal per PV, het aantal PV-switches in de bulkswitch per netbeheerder kan dus lager zijn dan de gestelde 50.000.
•
Transparantie: De leveranciers die zijn betrokken bij een mutatie op een aansluiting ontvangen de bedrijfs-EAN-code van elkaar. o Bij een leverancierswissel op een aansluiting ontvangt de nieuwe leverancier de EAN-code van de oude leverancier in het GAIN-bericht. In het geval van een correctie of dispuut weet de nieuwe leverancier wie de oude leverancier is. Indien in het GAIN-bericht geen EAN-code van een oude leverancier is vermeld betekent dit dat er op het moment van de mutatie geen leverancier op de aansluiting aanwezig was. o De oude leverancier krijgt in het LOSS-bericht de EAN-code van de nieuwe leverancier te zien.
•
Doorleveren na contracteinde: Alle marktpartijen willen voorkomen dat een situatie ontstaat waarbij op een aansluiting geen leverancier actief is. o Doorlevering na contracteinde is opgenomen in de leverings- en contractvoorwaarden van alle leveranciers. o Leveranciers informeren de klant proactief over de gevolgen als niet tijdig een nieuw leverancierscontract wordt afgesloten. o Een opzegging door klant, waarin de klant aangeeft onder geen beding meer door de leverancier beleverd te willen worden of waarin de klant aangeeft dat de aansluiting afgesloten moet worden, resulteert in de opdracht van de leverancier aan de netbeheerder tot afsluiten van de aansluiting (proces Einde Levering), waarmee de verantwoordelijkheid van de leverancier en de PV wordt beëindigd.
•
Meetmethode: Om te bepalen op welke wijze een meterstand gecollecteerd moet worden (P4 of bij klant), kan de leverancier gebruik maken van het kenmerk “meetmethode” uit het stamgegevensbericht of uit de gegevens die zijn opgevraagd uit het EAN-codeboek.
•
Afwijkende meters: In de Nederlandse netwerken zijn meters operationeel met een afwijkende inrichting. De SJV’s en verbruiken op deze ‘afwijkende meters’ dienen op de volgende manier te worden behandeld: o Voor een reguliere elektriciteitsmeter met een actief telwerk hoog en een actief telwerk laag, wordt een SJV en verbruik Normaaluren en een SJV en verbruik Laaguren gebruikt en gecommuniceerd. o Voor een elektriciteitsmeter waarop een enkel telwerk actief is of een gas meter (met een enkel telwerk), wordt een SJV en verbruik Normaaluren gebruikt en gecommuniceerd. Een enkel profiel kan alleen worden toegekend aan aansluitingen waarvan de meetinrichting technisch niet in staat is om onderscheid te maken tussen Normaaluren en Laaguren (dus dubbeltelwerk meters waarvan technisch slechts één telwerk actief is, worden voor de toewijzing van de profielcategorie gezien als een enkeltarief meter). o Voor een elektriciteitsmeter met een actief telwerk totaal en een actief telwerk laag (zgn. Amsterdamse meter), wordt een SJV en verbruik Normaaluren en een SJV en verbruik Laaguren gebruikt en
Pag. 20 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
o
Versie 4.0
gecommuniceerd. Het Normaaluren SJV en verbruik kunnen niet direct vanuit de meterstanden worden bepaald. Hierbij wordt het verschil tussen het totaal telwerk en het laag telwerk gebruikt. Voor onbemeten aansluitingen (zoals bedoeld in artikel 2.1.3.5 van de Netcode of in artikel B3.4.7 van de Informatiecode) wordt een forfaitair bepaald SJV gebruikt. Het forfaitair verbruik op onbemeten aansluitingen wordt door de netbeheerder vastgesteld zonder noodzakelijke actie van de leverancier. De leverancier en bijbehorende PV die op een aansluiting wordt geregistreerd (d.m.v. leverancierswitch of inhuizing) ontvangen via de stamgegevens het forfaitaire SJV en de profielcategorie noodzakelijk voor facturatie.
•
Validatiegrenzen: Voor berekening worden de wettelijke algoritmen gebruikt, zoals opgenomen in de Informatiecode, om de validatiegrenzen vast te stellen. Voor de validatie en berekening van meterstanden zijn de historische meterstanden uit het Toegankelijk Meetregister en het SJV en de profielcategorie uit het stamgegevensbericht beschikbaar. In het dispuutproces zijn bij berekening en validatie van meterstanden de meterstanden zoals vermeld in het Toegankelijk Meetregister leidend tijdens de bepaling welke meterstand prevaleert.
•
Actualiseren Toegankelijk Meetregister: De netbeheerder zal de vastgestelde meterstanden en verbruiken die betrekking hebben op de mutatiedatum uiterlijk binnen één werkdag na ontvangst van de meterstanden, in het Toegankelijk Meetregister ter beschikking stellen.
•
Meterstanden in het Toegankelijk Meetregister: Alle vastgestelde en gecommuniceerde meterstanden, worden opgenomen in het Toegankelijk Meetregister. De tweemaandelijkse stand ten behoeve van de verbruiksterugkoppeling of facturatie hoeven niet naar de netbeheerder te worden verstuurd en worden als gevolg daarvan ook niet opgenomen in het Toegankelijk Meetregister. Noot: De leverancier is verplicht om meterstanden, behorende bij mutatieprocessen en periodieke meterstanden voor reconciliatie naar de netbeheerder te versturen.
•
Fysieke meteropname door de netbeheerder: De netbeheerder stelt de meterstand van zijn fysieke meteropname voor de leverancier vast, bepaalt het verbruik, plaatst de fysieke meteropname en verbruik in het Toegankelijk Meetregister en verstuurt de fysieke opname en verbruik naar de verantwoordelijke leverancier. De leverancier gebruikt het dispuutproces om de fysieke opname te corrigeren door een alternatieve fysieke opname uit te (laten) voeren. Indien de leverancier binnen de gestelde termijn geen actie onderneemt en een alternatieve fysieke opname verstuurt, is de fysieke opname vastgesteld.
•
Berekenen van meterstanden: Leveranciers en netbeheerders gebruiken de wettelijke algoritmen, zoals opgenomen in de Informatiecode, om een meterstand te berekenen wanneer er geen mogelijkheid bestaat om een klantopname of fysieke opname te verkrijgen.
•
Vaststellen van meterstanden: Leveranciers zijn verantwoordelijk om binnen de per proces gestelde termijnen een meterstand vast te stellen en te communiceren naar de netbeheerder. Indien de netbeheerder niet tijdig een vastgestelde meterstand ontvangt van de verantwoordelijke leverancier, dan bepaalt de
Pag. 21 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
netbeheerder een meterstand (berekenen / uitlezen P4 / …) en deze meterstand wordt dan beschouwd als vastgesteld door de verantwoordelijke leverancier. •
Beoordelen vastgestelde meterstand: De netbeheerder kan ontvangen vastgestelde meterstanden uitsluitend afwijzen op technische of syntactische fouten. De netbeheerder kan geen standen afwijzen omdat deze niet valide zijn (bijv. meterstand is lager dan eerdere fysieke opname). Indien de netbeheerder het niet eens is met een vastgestelde meterstand, dan kan de netbeheerder in dispuut gaan met de leverancier.
•
Volumeherleiding gas: Bij de verbruiksberekening voor gas dient herleiding plaats te vinden naar normaalomstandigheden voor temperatuur en druk. De herleiding voor druk vindt plaats conform het gestelde in de meetvoorwaarden Gas. Voor de herleiding voor temperatuur geldt: In de op afstand uitleesbare (slimme) meter zal een technische temperatuurcorrectie worden geïntegreerd. Voor de huidige meters, zowel handopgenomen als op afstand uitleesbaar mits niet voorzien van technische temperatuurcorrectie, zal een administratieve temperatuurcorrectie moeten worden toegepast. De drukherleiding wordt in de vermenigvuldigingsfactor in het stamgegevens aan de leverancier gecommuniceerd, zodat de leverancier zelfstandig een correct verbruik kan bepalen.
•
Bepalen van verbruik: Zoals weergegeven in de rollen en verantwoordelijkheden (zie 2.1) is de leverancier verantwoordelijk voor het vaststellen van de meterstanden waarop de verbruiksbepaling is gebaseerd. De netbeheerder bepaalt, op basis van deze vastgestelde meterstanden en de methodiek zoals opgenomen in de Informatiecode, het verbruik dat voor de reconciliatie wordt gebruikt. De leverancier kan het te factureren verbruik baseren op het verbruik dat door de netbeheerder is bepaald voor reconciliatie of de leverancier kan het verbruik zelfstandig bepalen op basis van de vastgestelde meterstanden, de beschikbaar gestelde metergegevens en voor gas de calorische waarde.
•
Meetgegevensbericht: Aan meterstanden in het meetgegevensbericht is het kenmerk “Proces ID” gekoppeld, zodat deze te herleiden zijn tot het proces waarvoor ze zijn vastgesteld.
•
Correctie van periodieke meterstanden: De leverancier kan vastgestelde periodieke meterstanden corrigeren door meterstanden voor dezelfde datum vast te stellen binnen de wachtperiode voor reconciliatie (resterend deel van de maand + drie maanden).
•
Correctie meterstanden bij een mutatieproces: Voor de correctie van vastgestelde meterstanden die bij een mutatieproces (switch, verhuizing, einde levering, …) behoren, is het dispuutproces ingericht. Een alternatieve meterstand dient te worden vastgesteld binnen de periode zoals vastgesteld in het dispuutproces.
•
Verbruik bij leegstand: Het verbruik bij leegstand is bij elektriciteit voor rekening van de netbeheerder en bij gas voor rekening van de gezamenlijke leveranciers/PV’s. De netbeheerder heeft bij korte leegstand het instrumentarium van het dispuutproces om een partij aan te spreken op excessieve verschillen tussen de uithuis- en de inhuisstand.
•
Dispuut over standen: Een geüniformeerd proces is ingericht om disputen over meterstanden tussen marktpartijen op te lossen, waarbij de wederpartij (oude leverancier of netbeheerder) in dispuut kan treden tegen een vastgestelde meterstand. Afhandeling van het dispuutproces verloopt via geüniformeerd berichtenverkeer.
Pag. 22 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
Indien de netbeheerder in dispuut treedt met een leverancier middels een alternatieve meterstand die prevaleert (conform de dispuutmatrix) boven de oorspronkelijk vastgestelde stand van de leverancier, en de leverancier reageert niet binnen de gestelde termijn op deze dispuutmelding, dan mag de netbeheerder de alternatieve meterstand voor de leverancier vaststellen, een verbruik bepalen, de meterstand en verbruik in het Toegankelijk meetregister plaatsen en distribueren naar de betroffen marktpartij. •
Compensatievergoeding: De netbeheerder kan via het standaard berichtenverkeer de klantgegevens opvragen bij de leveranciers. De netbeheerder ontvangt op zijn verzoek maximaal 2 keer per jaar een bestand met de naamsgegevens ter controle van zijn eigen aansluitingenregister in een gestandaardiseerd format. Indien het mismatchpercentage groter is dan 1%, dan treden betrokken partijen met elkaar in contact en verhogen zij eventueel de controlefrequentie totdat de a-synchroniteit is opgelost.
•
Volumecorrectie bij meterijking: Als naar aanleiding van een meterijking het volume voor een aansluiting wordt gecorrigeerd, dan informeert de netbeheerder de betroffen marktpartijen over het (correctie)volume dat in de reconciliatie zal worden opgenomen.
•
Problemen met meter: Wanneer de P4-functies van op afstand schakelbare of uitleesbare meter naar het oordeel van de leverancier niet correct functioneren, dan meldt de leverancier dit bij de netbeheerder. Problemen met de werking van de meetinrichting kunnen zowel door de klant als de leverancier bij de netbeheerder worden gemeld.
•
Administratief aan- en uitzetten slimme meter: Een klant die beschikt over een aansluiting die is voorzien van een slimme meter heeft het recht om de netbeheerder te verzoeken om de meter administratief uit te zetten. Dit houdt in dat de meter als handopgenomen meter wordt behandeld en dat het niet meer toegestaan is om meterstanden uit de meter te halen en om stuurcommando’s aan de meter te geven (zoals aanschakelen, uitschakelen, beperken of vrijgeven). De klant dient een verzoek voor het administratief aan- en uitzetten van de meter in bij de netbeheerder. De netbeheerder stelt de marktpartijen op de hoogte van deze mutatie door het verstrekken van de stamgegevens. Het veld “administratieve status van de slimme meter” in het stamgegevensbericht wordt door de netbeheerder gebruikt om de administratieve status van de slimme meter te communiceren. Wanneer op een aansluiting met een slimme meter die administratief uit staat een inhuizing of een uithuizing plaatsvindt dan wordt de slimme meter op de aansluiting op administratief aan gezet op de mutatiedatum. De leverancier en de netbeheerder zullen voor de meetprocessen een aansluiting waarvan de meter op “administratief uit” staat op gelijke wijze behandelen als een handopgenomen meter. Waar in de het MPM of het onderliggende DPM gesproken wordt over een handopgenomen meter, geldt dit ook voor een slimme meter die “administratief uit” staat, tenzij deze meters expliciet worden uitgezonderd.
2.3
Bewaartermijnen
Regels met betrekking tot bewaartermijnen zijn onderdeel van bestaande wetgeving en codes. In de Informatiecode is daarnaast opgenomen dat zowel netbeheerders enerzijds
Pag. 23 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
als leveranciers en meetbedrijven anderzijds in gedragscodes regels uitwerken met betrekking tot gegevens uit kleinverbruikmeetinrichtingen die op afstand uitleesbaar zijn.
Pag. 24 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
3
Versie 4.0
Impact van het nieuwe marktmodel op grootverbruikaansluitingen
De herinrichting van het marktmodel voor kleinverbruik heeft impact op de processen van leveranciers die grootverbruikaansluitingen beleveren. De processen van het huidige marktmodel blijven, behoudens een beperkt aantal wijzigingen, van kracht voor grootverbruikaansluitingen. Voor aansluitingen die vallen binnen de definitie van grootverbruik blijven de processen van het huidige marktmodel van kracht, behoudens de wijzigingen zoals hierna beschreven. De detailprocessen Grootverbruik worden volledig beschreven in het DPM Mutatie- en meetprocessen Grootverbruik. Meetketen Belangrijkste kenmerk in het marktmodel is dat de meetverantwoordelijke verantwoordelijk is voor het beheer van de meetinrichting en voor het vaststellen van de meterstanden en verbruiken. Meetverantwoordelijke bepaalt stand en verbruik bij mutatie De stand en het verbruik bij een leverancierswitch, inhuizing, uithuizing en einde levering tot en vanaf de mutatiedatum worden door de meetverantwoordelijke bepaald. De meetverantwoordelijke levert de meterstand en verbruik aan bij de netbeheerder, waarna de netbeheerder beide distribueert naar de leverancier(s). De netbeheerder behoudt hierin zijn ketenverantwoordelijkheid: de netbeheerder is het aanspreekpunt voor de leverancier in geval van ontbrekende meterstanden en verbruiken en stelt de meetverantwoordelijke zo nodig in gebreke wanneer deze niet aan zijn verplichtingen voldoet. Verder bepaalt de netbeheerder een verbruik in het geval de meetverantwoordelijke geen verbruik aanlevert als dit wel vereist is en distribueert dit naar de leverancier en de meetverantwoordelijke. Geen voorgestelde standen Leveranciers stellen geen stand voor bij een leverancierswitch, inhuizing, uithuizing, einde levering en PV-switch. Communicatie van door netbeheerder bepaald verbruik aan meetverantwoordelijke Wanneer de netbeheerder een verbruik bepaalt omdat de meetverantwoordelijke hierin in gebreke blijft binnen de daarvoor gestelde termijn, communiceert de netbeheerder dit verbruik aan de meetverantwoordelijke. Stand bij mutatie gecommuniceerd in verbruiksbericht De stand bij een leverancierswitch, inhuizing, uithuizing en einde levering wordt door de netbeheerder gecommuniceerd middels het verbruiksbericht. Profielindeling elektriciteit - Alle aansluitingen met twee of meer telwerken hebben een dubbelprofiel. - Een enkel profiel kan alleen worden toegekend aan aansluitingen waarvan de meetinrichting technisch niet in staat is om onderscheid te maken tussen Normaaluren en Laaguren (dus dubbeltelwerk meters waarvan technisch slechts één telwerk actief is, worden voor de toewijzing van de profielcategorie gezien als een enkeltarief meter). SJV bepaling en distributie - Bij profielaansluitingen in het grootverbruiksegment wordt het SJV vastgesteld door de netbeheerder. - De netbeheerder bepaalt, voor aansluitingen met een comptabele meetinrichting, conform de voorwaarden in de Informatiecode Elektriciteit en Gas het SJV. Voor onbemeten aansluitingen stelt de netbeheerder het SJV forfaitair vast.
Pag. 25 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
Mutatieprocessen Op hoofdlijnen blijven de processen voor leverancierswitch, inhuizing, uithuizing en einde levering verlopen conform de processen van het marktmodel na R12. Volledige (detail) processen zijn beschreven in het DPM Mutatie- en meetprocessen Grootverbruik. In de mutatieprocessen van grootverbruikaansluitingen wijzigt het volgende: Geblokkeerd voor geautomatiseerde mutaties - Een afnemer met een aansluiting elektriciteit met een minimale capaciteit van 10 MVA of aansluiting gas met afnamecategorie GGV kan bij de netbeheerder aangeven dat aan hem vooraf toestemming moet worden gevraagd voordat een inhuizing, leverancierswitch, uithuizing, einde levering, PV-switch of meetverantwoordelijkeswitch op de betreffende aansluiting door de netbeheerder geautomatiseerd kan worden verwerkt in het aansluitingenregister. - Een leverancier (in opdracht van de klant) kan voorafgaand aan het insturen van een mutatie de blokkade op een aansluiting tijdelijk laten opheffen om een mutatie uit te voeren. Na het uitvoeren van de mutatie wordt de aansluiting opnieuw geblokkeerd voor geautomatiseerde mutaties. Kruisende processen De afspraken voor het uniform handelen door netbeheerders bij kruisende processen die zijn uitgewerkt voor kleinverbruikaansluitingen (zie BIJLAGE Uniforme procedure kruisende processen), worden ook toegepast bij grootverbruikaansluitingen. De afhandeling door netbeheerders van een verzoek voor meetverantwoordelijkeswitch en het beëindigen van meetverantwoordelijkheid vallen buiten deze afspraken. Indientermijnen De eerste mogelijkheid voor het indienen van een verzoek voor leverancierswitch, inhuizing, uithuizing, einde levering, PV Switch, meetverantwoordelijkeswitch en wijzigen verblijfsfunctie is 20 werkdagen voor de mutatiedatum. De minimale indientermijn is 5 werkdagen voor de mutatiedatum voor de leverancierswitch, inhuizing, uithuizing en wijzigen verblijfsfunctie en 12 werkdagen voor de mutatiedatum voor de einde levering. De inhuizing op een grootverbruikaansluiting met leegstand en de meetverantwoordelijkeswitch kunnen tot op de mutatiedatum zelf worden ingediend. Versturen GAIN Indien de leverancier een opdracht geeft om de verantwoordelijkheid voor een aansluiting te krijgen, dan ontvangt hij een GAIN-bericht. De netbeheerder verstuurt het GAIN-bericht middels het berichtenverkeer uiterlijk één werkdag na ontvangst van de aanvraag aan de leverancier en de PV. Versturen LOSS De partijen die de verantwoordelijkheid voor een aansluiting verliezen ontvangen een LOSS-bericht. De netbeheerder verstuurt de LOSS middels het berichtenverkeer uiterlijk één werkdag na ontvangst van de aanvraag aan de leverancier en de PV. GAIN- en LOSS-berichten naar meetverantwoordelijke Om de meetverantwoordelijke vooraf te informeren over mutaties in marktrollen, ontvangt de meetverantwoordelijke een GAIN- respectievelijk een LOSS-bericht van de netbeheerder, nadat deze een leverancierswitch, inhuizing, uithuizing, einde levering, PV Switch en meetverantwoordelijkeswitch heeft verwerkt voor een aansluiting waarvoor de betreffende meetverantwoordelijke verantwoordelijk is. Een meetverantwoordelijke verwerft of verliest alleen de verantwoordelijkheid voor een bepaalde aansluitingen vanuit het proces meetverantwoordelijkeswitch met meterwissel of beëindigen meetverantwoordelijkheid.
Pag. 26 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
Transparantie De leveranciers die zijn betrokken bij een mutatie op een aansluiting ontvangen de bedrijfs-EAN-code van elkaar. Bij een leverancierswissel op een aansluiting ontvangt de nieuwe leverancier de EAN-code van de oude leverancier in het GAIN-bericht. In het geval van een correctie of dispuut weet de nieuwe leverancier wie de oude leverancier is. De oude leverancier krijgt in het LOSS-bericht de EAN-code van de nieuwe leverancier te zien. Om zijn taken goed te kunnen uitvoeren ontvangt de meetverantwoordelijke ook informatie over de oude en de nieuwe leverancier. Opvraag stamgegevens Een opvraag stamgegevens wordt door de netbeheerder binnen één werkdag beantwoord. Bij een opvraag stamgegevens verstuurt de netbeheerder de stamgegevens die betrekking hebben op 0:00 uur van de dag die ligt voor de dag waarop de aanvraag door de netbeheerder ontvangen is. De datum waarop de stamgegevens betrekking hebben is opgenomen in het veld ‘Geldigheidsdatum’. Metergegevens in stamgegevens In het stamgegevensbericht worden ten behoeve van kleinverbruikaansluitingen de gegevens van de meter die nodig zijn voor de verbruiksbepaling opgenomen. Aangezien deze gegevens bij grootverbruikaansluitingen bij de meetverantwoordelijke liggen en niet bij de netbeheerder, zullen de betreffende velden in het bericht optioneel zijn en niet worden gevuld als de stamgegevens van een grootverbruikaansluiting worden verstuurd. Doorgeven wijziging verblijfsfunctie/complexbepaling Om de netbeheerder te informeren over een wijziging in de verblijfsfunctie/complexbepaling van een grootverbruikaansluiting, dient de leverancier een verzoek wijziging verblijfsfunctie in bij de netbeheerder middels het geautomatiseerde berichtenverkeer. De netbeheerder verwerkt het verzoek op de mutatiedatum in het aansluitingenregister en informeert de marktpartijen middels het stamgegevensbericht over de uitgevoerde mutatie in het aansluitingenregister. 3.1
Uitgangspunten processen
De volgende algemene procesafspraken gelden voor alle mutatie- en meetprocessen op grootverbruikaansluitingen: • De netbeheerder effectueert de mutaties in het aansluitingenregister op het begin van de dag van de mutatiedatum van de inhuizing. • Als gevolg van wijzigingen in de stamgegevens zal slechts eenmaal per dag de stamgegevens worden verzonden, ook als er meerdere stamgegevens op verschillende momenten op de dag gewijzigd worden. • Een mutatieverzoek (o.a. inhuizing/uithuizing/switch) wordt uiterlijk één werkdag na ontvangst door de netbeheerder beoordeeld, waarbij uiterlijk één werkdag na ontvangst van het mutatieverzoek de betrokken marktpartijen over het resultaat van de beoordeling zijn geïnformeerd. • De uitkomst van een positief beoordeeld mutatieverzoek is voor de netbeheerder een opdracht tot mutatie van het aansluitingenregister op de mutatiedatum. • De stamgegevens worden uiterlijk de werkdag na de mutatiedatum van het aansluitingenregister verstrekt aan de marktpartijen die na effectuering van de mutatie actief zijn op de aansluiting. • De hierboven genoemde reactietermijnen zijn maximale termijnen. In principe worden de responses afgehandeld middels een automatisch proces. In dat geval worden – storingen daargelaten - de reacties op de mutatieverzoeken (afwijzing, GAIN, LOSS) de volgende kalenderdag verstuurd. Dit geldt ook voor het versturen van de stamgegevens als gevolg van de verwerking van mutaties in het aansluitingenregister.
Pag. 27 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen •
• • •
Versie 4.0
De stamgegevens in het C-AR zijn leidend. Het EAN-code boek is een hulpmiddel om reeds vroegtijdig een indicatie van de kenmerken van de aansluiting te krijgen. De netbeheerder vult bij nieuwe aansluitingen in het veld Verblijfsfunctie en Complexbepaling default de waarde ‘Nee’ in. Meetverantwoordelijke is verantwoordelijk voor het vaststellen van meterstanden bij mutatieprocessen. De leverancier draagt er zorg voor dat de blokkering van de aansluiting voor automatische verwerking is opgeheven voordat een mutatie wordt ingediend.
Pag. 28 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen 4
Versie 4.0
Procesbeschrijvingen
In het nieuwe marktmodel zijn de volgende mutatie- en meetprocessen vastgesteld. De detailbeschrijvingen van alle processen, waarin de afspraken met betrekking op termijnen, causale relaties en inhoud van activiteiten en informatie-uitwisseling, zijn opgenomen in de documenten DPM Mutatie- en meetprocessen Kleinverbruik en Grootverbruik. Het DPM Mutatie- en meetprocessen Kleinverbruik bevat de volgende detailprocessen: • Inhuizing • Leverancierswitch • Uithuizing • Einde levering • Individuele PV-switch • Bulk PV-switch • SJV en verbruiksbepaling • Fysieke opname • Periodieke meterstand • Dispuut over meterstanden • Metermutatie • Aanleggen, in- en uit bedrijf nemen en slopen van aansluiting • Wijziging naam en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling • Opleveren stamgegevens en opvraag stamgegevens • Opleveren en opvragen gegevens primaire deel van de meetinrichting • Opvragen gegevens ten behoeve van compensatievergoedingen • Administratief aan- en uitzetten van slimme meters Het DPM Mutatie- en meetprocessen Grootverbruik bevat de volgende detailprocessen: • Inhuizing • Leverancierswitch • Uithuizing • Einde levering • Individuele PV-switch • Periodieke meterstand en verbruik • SJV bepaling en distributie meetgegevens • Meetverantwoordelijkeswitch met meterwissel • Beëindigen meetverantwoordelijkheid • Aanleggen, in bedrijf nemen, uit bedrijf nemen en slopen aansluiting • Opleveren stamgegevens en opvraag stamgegevens • Opleveren stamgegevens meetinrichting op verzoek • Opleveren historische meetdata op verzoek • Doorgeven wijziging verblijfsfunctie en/of complexbepaling
Pag. 29 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
BIJLAGE Toelichting op het begrip datum in processen Wijzigen stamgegevens Als de stamgegevens worden gemuteerd dan gaan deze wijzigingen in op het begin van de dag waarop de mutatie wordt geëffectueerd ofwel op de mutatiedatum. Als gevolg van een wijziging van de stamgegevens worden ná de mutatiedatum, op de werkdag na mutatiedatum, de stamgegevens van de desbetreffende aansluiting aan de betrokken marktpartijen verstrekt.
Verstrekking stamgegevens
Wijziging stamgegevens
Geldigheid
Oude stamgegevens
Werkdagen
1
Gewijzigde stamgegevens
2
3
4
Opvragen stamgegevens Als de netbeheerder een “verzoek stamgegevens” ontvangt zal hij zo spoedig mogelijk doch uiterlijk één werkdag na de dag van ontvangst van het verzoek, de stamgegevens versturen naar de indiener. De stamgegevens, die de netbeheerder verstuurt betreffen de stamgegevens zoals deze op de dag voor de dag van ontvangst van het verzoek geldig zijn. Opvragen stamgegevens Verstrekking stamgegevens
Geldigheid
1
Werkdagen
2
3
4
Uithuizing In een “verzoek uithuizing” wordt een mutatiedatum meegegeven. Deze mutatiedatum betekent dat de uithuizing op het begin van de mutatiedatum geëffectueerd is. De leverancier die de uithuizing heeft ingediend is als gevolg hiervan op de mutatiedatum geen verantwoordelijk leverancier meer. Het “verzoek uithuizing” dient voor kleinverbruikaansluitingen minimaal 1 werkdag en maximaal 20 werkdagen voor de mutatiedatum te ontvangen zijn.3 Voor grootverbruikaansluitingen geldt de termijn van minimaal 5 werkdagen voor de mutatiedatum en maximaal 20 werkdagen voor de mutatiedatum. Grootverbruik: mogelijkheid voor indienen tot en met datum 2
Verantwoordelijk in AR Werkdagen
Kleinverbruik: mogelijkheid voor indienen tot en met Uithuizing met datum 6 mutatiedatum 7
Leverancier X
1
2
3
4
3
Leegstand
5
6
7
8
De indientermijn voor kleinverbruikaansluitingen is één werkdag voor mutatiedatum. Uitzonderingen op deze regel zijn kleinverbruikaansluitingen binnen een multisite: daarvoor geldt de termijn van minimaal één werkdag en maximaal twintig werkdagen voor de mutatiedatum.
Pag. 30 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
Inhuizing In een “verzoek inhuizing” wordt een mutatiedatum meegegeven. Deze mutatiedatum betekent dat de inhuizing op het begin van de mutatiedatum geëffectueerd is. De leverancier die de inhuizing heeft ingediend is als gevolg hiervan op de mutatiedatum verantwoordelijk leverancier. Bij een gedwongen uithuizing is dus de oude leverancier op de mutatiedatum geen leverancier meer. Het “verzoek inhuizing” dient voor kleinverbruikaansluitingen maximaal 20 werkdagen voor de mutatiedatum ontvangen te zijn tot op de mutatiedag zelf. Voor grootverbruikaansluitingen geldt de termijn van minimaal 5 werkdagen voor de mutatiedatum en maximaal 20 werkdagen voor de mutatiedatum. Een inhuizing op een grootverbruikaansluiting met leegstand kan tot op de mutatiedatum worden ingediend. Kleinverbruik en Grootverbruik met leegstand: mogelijkheid voor indienen t/m datum 7
Grootverbruik: mogelijkheid voor indienen tot en met datum 2
Verantwoordelijk in AR Werkdagen
Inhuizing met mutatiedatum 7
Oude leverancier
1
2
3
4
Nieuwe leverancier
5
6
7
8
Leverancierswitch In een “verzoek leverancierswitch” wordt een mutatiedatum meegegeven. Deze mutatiedatum betekent dat de leverancierswitch op het begin van de mutatiedatum geëffectueerd is. De leverancier die de leverancierswitch heeft ingediend is als gevolg hiervan op de mutatiedatum verantwoordelijk leverancier. De oude leverancier is op de mutatiedatum geen leverancier meer. Het “verzoek leverancierswitch” dient voor kleinverbruikaansluitingen minimaal 1 werkdag tot maximaal 20 werkdagen voor de mutatiedatum ontvangen te zijn. Voor grootverbruikaansluitingen geldt de termijn van minimaal 5 werkdagen voor de mutatiedatum en maximaal 20 werkdagen voor de mutatiedatum. Grootverbruik: mogelijkheid voor indienen tot en met datum 2
Verantwoordelijk in AR Werkdagen
Kleinverbruik: mogelijkheid voor indienen Leveranciertot en met switch met datum 6 mutatiedatum 7
Oude leverancier
1
2
3
4
Pag. 31 van 38
Nieuwe leverancier
5
6
7
8
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
Vaststellen meterstand Een meterstand wordt vastgesteld voor een bepaalde datum, waarbij de meterstand beschouwd wordt als opgenomen op het begin van de dag. Stand met datum 2 geldt aan het begin van de mutatiedatum 2
Werkdagen
1
2
Verbruiken voor reconciliatie Meterstanden worden voor een bepaalde datum vastgesteld. Het verbruik wordt berekend tussen deze twee meterstanden. Het verbruik voor reconciliatie heeft een verbruiksperiode met een begindatum en een einddatum (dus zonder tijdstip). Bij gas wordt vervolgens in de reconciliatie verondersteld dat de verbruiksperiode start per 06:00 op de begindatum en eindigt per 06:00 op de einddatum (bij elektriciteit wordt 00:00 verondersteld).
Pag. 32 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
BIJLAGE Uniforme procedure kruisende processen Mutatieaanvragen zijn op te delen in mutatieaanvragen om handelingsbevoegd te worden (leverancierswitch, inhuizing), om de handelingsbevoegdheid te beëindigen (einde levering, uithuizing) en om de PV of naam en/of verblijfsfunctie te wijzigen (PV-switch, wijziging naam en/of verblijfsfunctie). Onderstaande afspraken zijn gebaseerd op het principe dat indien de leverancier handelingsbevoegd is op de mutatiedatum van een uithuizing, einde levering, PV-switch of wijziging naam en/of verblijfsfunctie deze mutatieaanvraag dient te worden doorgevoerd. ●
Een leverancierswitch of inhuizing wordt altijd doorgevoerd, behalve als er reeds een aanvraag voor een leverancierswitch of inhuizing is gedaan die nog niet geëffectueerd is. In dit geval wordt de tweede aanvraag afgewezen.
LEVERANCIER HANDELINGSBEVOEGD: BUSINESS RULES (1) 1. Een leverancierswitch en een inhuizing worden altijd doorgevoerd, behalve als er reeds een aanvraag voor een leverancierswitch of inhuizing is gedaan die nog niet geëffectueerd is. In dit geval wordt de tweede aanvraag afgewezen. Door switch/inhuizing A worden alle LV-switches/inhuizingen die in deze periode worden ingediend afgewezen.
A
LV-switch/inhuizing
●
Een uithuizing, einde levering, PV-switch of wijziging naam en/of B LV-switch/inhuizing B wordt verblijfsfunctie en/of complexbepaling wordt op het moment van indienen afgewezen afgewezen als er reeds een leverancierswitch, inhuizing, uithuizing of einde is ingediend, indienPV-switch de mutatiedatum van de uithuizing, einde levering, PV2. Eenlevering uithuizing, einde levering, en wijziging naam en/of verblijfsfunctie wordt of wijziging naam en/of verblijfsfunctie en/of gelijk is of lateris op switch het moment van indienen afgewezen als er reeds een complexbepaling leverancierswitch of inhuizing dan de mutatiedatum van de leverancierswitch, de inhuizing, de uithuizing of de naam ingediend, indien de mutatiedatum van de uithuizing, einde levering, PV-switch en wijziging en/of verblijfsfunctie einde levering. gelijk is of later dan de mutatiedatum van de leverancierswitch of de inhuizing.
LV-switch/inhuizing
Door LV-switch/inhuizing A worden alle uithuizingen, einde leveringen, PV-switches en wijzigingen naam en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling met een mutatiedatum in deze periode afgewezen.
LV-switch/inhuizing
A B
uithuizing, einde levering, PV-switch, wijziging naam en/of verblijfsfunctie en/ of complexbepaling
Door LV-switch/inhuizing A worden alle uithuizingen, einde leveringen, PV-switches en wijzigingen naam en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling met een mutatiedatum in deze periode afgewezen.
A B wordt afgewezen
B wordt B doorgevoerd uithuizing, einde levering, PV-switch, wijziging naam en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling
De leverancier van de PV-switch dient in dit geval de PV die hij als nieuwe PV had gemeld op de hoogte te brengen, dat de PV-switch niet is doorgegaan (overigens zal deze PV ook geen stamgegevens ontvangen). ●
Een ingediende uithuizing, einde levering, PV-switch of wijziging naam en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling die nog niet geëffectueerd is wordt verwijderd op het moment dat er een leverancierswitch of inhuizing wordt ingediend, indien de mutatiedatum van de uithuizing, einde levering, PV-switch of wijziging naam en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling gelijk is of later dan de mutatiedatum van de leverancierswitch of de inhuizing.
Pag. 33 van 38
LEVERANCIER HANDELINGSBEVOEGD: BUSINESS RULES (2) 3. Een ingediende uithuizing, einde levering, PV-switch en wijziging naam en/of verblijfsfunctie die nog niet geëffectueerd is wordt verwijderd op het moment dat er een MPM Mutatie- & meetprocessen Versie 4.0 leverancierswitch of inhuizing wordt ingediend, indien de mutatiedatum van de uithuizing, einde levering, PV-switch en wijziging naam en/of verblijfsfunctie gelijk is of later dan de mutatiedatum van de leverancierswitch of de inhuizing. uithuizing, einde levering, PV-switch, wijziging naam en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling
uithuizing, einde levering, PVA wordt switch, wijziging naam en/of doorgevoerd verblijfsfunctie en/of (niet verwijderd) complexbepaling
A
A wordt niet doorgevoerd (verwijderd)
A
B
B
LV-switch/inhuizing
Door LV-switch/inhuizing B worden alle uithuizingen, einde leveringen, PV-switches en wijzigingen naam en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling met een mutatiedatum in deze periode verwijderd.
LV-switch/inhuizing
Door LV-switch/inhuizing B worden alle uithuizingen, einde leveringen, PV-switches en wijzigingen naam en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling met een mutatiedatum in deze periode verwijderd.
De leverancier van de uithuizing, einde
LEVERANCIER HANDELINGSBEVOEGD: BUSINESS RULES (3) ● Een ingediende PV-switch of wijziging naam en/of levering ofverblijfsfunctie PV-switch wordt open/of de hoogte
complexbepaling wordt op het moment van indienen als er reeds gebracht van afgewezen de verwijdering van een een 4. Eenuithuizing ingediende of PV-switch en wijziging naam en/of verblijfsfunctie wordt op PV-switch het moment einde levering is ingediend, indien de mutatiedatum van aanvraag door de LOSS veroorzaakt door of de van indienen afgewezen er reeds een uithuizing of einde levering indien leverancierswitch/inhuizing B. wijziging naam en/of als verblijfsfunctie en/of complexbepaling gelijkisisingediend, of van laterLVdan de de mutatiedatum van van PV-switch en wijziging naam levering. en/of verblijfsfunctie gelijk is of later dan de mutatiedatum de uithuizing of einde mutatiedatum van de uithuizing of einde levering. Door uithuizing, einde levering A worden alle PV-switches en wijzigingen naam en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling met een mutatiedatum in deze periode afgewezen.
uithuizing, einde levering
uithuizing, einde levering
A
Door uithuizing, einde levering A worden alle PV-switches en wijzigingen naam en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling met een mutatiedatum in deze periode afgewezen.
A
B
B
B wordt PV-switch, wijziging naam doorgevoerd en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling
B wordt afgewezen
PV-switch, wijziging naam en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling
●
Een ingediende PV-switch of wijziging naam en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling die nog niet geëffectueerd is wordt verwijderd op het moment dat LEVERANCIER HANDELINGSBEVOEGD: BUSINESS RULES (4) er een leverancierswitch, inhuizing, uithuizing of einde levering wordt de mutatiedatum deen/of PV-switch of wijziging die naam 5. Eeningediend, ingediendeindien PV-switch en wijziging van naam verblijfsfunctie nog en/of niet geëffectueerd is wordt verwijderd op het moment er later een uithuizing of einde levering wordt verblijfsfunctie en/of complexbepaling gelijkdat is of dan de mutatiedatum van de ingediend, indien de mutatiedatum uithuizing of einde levering. van de PV-switch en wijziging naam en/of verblijfsfunctie gelijk is of later dan de mutatiedatum van de uithuizing of einde levering Door uithuizing, einde levering A worden alle PV-switches en wijzigingen naam en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling met een mutatiedatum in deze periode verwijderd.
uithuizing, einde levering
uithuizing, einde levering
A
Door uithuizing, einde levering A worden alle PV-switches en wijzigingen naam en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling met een mutatiedatum in deze periode afgewezen.
A
B
B
PV-switch, wijziging naam en/of verblijfsfunctie en/ of complexbepaling
B wordt verwijderd
PV-switch, wijziging naam en/of verblijfsfunctie en/of complexbepaling
B wordt doorgevoerd
6. De nieuwe leverancier krijgt na een leverancierswitch of inhuizing van de netbeheerder in de ●stamgegevens Om te garanderen dat er altijd één initiërende is bij stand een inhuizing en de EAN-code van de marktpartij aan wie leverancier hij de vastgestelde gaat sturen.
uithuizing dienen de uithuizingen aan het einde of onmiddellijk na de mutatiedag door de netbeheerder verwerkt te worden. Hierdoor wordt bij een inhuizing en een Inhuizing: LV A 1: uithuizing met dezelfdeDag mutatiedag altijd de inhuizing gehonoreerd en de uithuizing • LV A dient een inhuizing in voor dag 5. Dag 2: afgewezen. 1
2
3
Uithuizing: LV B
●
4
5
6
• Een GAIN (met EAN LV B) naar LV A en een LOSS naar LV B. • LV B stuurt een uithuizing in voor dag 3. Dag 3: • Netbeheerder stuurt een LOSS naar LV B. • De uithuizing van LV B wordt door de netbeheerder in het aansluitingenregister verwerkt. Dag 5: • De inhuizing wordt door de netbeheerder in het aansluitingenregister verwerkt. Dag 6: • De netbeheerder stuurt stamgegevens naar LV A. Hierbij wordt niet de EAN van de oude leverancier doorgegeven, waardoor de leverancier weet dat hij de stand naar de netbeheerder moet sturen.
De leverancier die een uithuizing, einde levering of PV-switch initieert wordt op de hoogte gebracht van de verwijdering van een aanvraag door de LOSS veroorzaakt door een aanvraag van de leverancier die een leverancierswitch of inhuizing initieert.
Pag. 34 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
●
In een situatie met een uithuizing en een inhuizing van dezelfde leverancier kan het voorkomen dat de uithuizing na de inhuizing wordt doorgevoerd, waardoor de leverancier zichzelf ongewenst uithuist. Om dit te voorkomen zal de leverancier zelf de daartoe benodigde functionaliteit moeten inrichten. Wanneer de leverancier voor een aansluiting zowel een einde levering als een uithuizing instuurt voor dezelfde mutatiedatum, worden de berichten door de netbeheerder in volgorde van ontvangst verwerkt.
Pag. 35 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
BIJLAGE Artikel 1 lid 2 / lid 3 Aansluitingen met een maximale doorlaatwaarde van 3*80A van afnemers die vallen onder artikel 1 lid 2 of lid 3 van de Elektriciteitswet en als zodanig zijn aangemeld bij de netbeheerder, dienen in het aansluitingenregister gekenmerkt te zijn als grootverbruikaansluiting, zodat de leverancier en de netbeheerder weten dat voor deze aansluitingen het netbeheerdersmodel geldt en de marktprocessen conform het grootverbruikregime verlopen. Alvorens het marktmodel in werking treedt hebben de netbeheerders een inventarisatie uitgevoerd onder de afnemers, die in aanmerking komen voor het kenmerken van aansluitingen als artikel 1 lid 2 of lid 3 aansluiting: • Behoudens de organisaties die zich bezighouden met het beheer en de exploitatie van telecommunicatie- en kabelnetwerken zijn de organisaties eenvoudig te identificeren. De netbeheerder zal in tweede helft van 2011 een mailing naar de desbetreffende afnemers versturen met daarin de beschrijving van een artikel 1 lid 2 of lid 3 afnemer en de consequenties voor de afnemers die binnen de definitie van artikel 1 lid 2 of lid 3 vallen. De netbeheerder verzoekt de afnemer om aan te geven welke aansluitingen binnen artikel 1 lid 2 of lid 3 moeten vallen. • De netbeheerder registreert in het aansluitingenregister de artikel 1 lid 2 of lid 3 aansluitingen zoals aangeleverd door de afnemer als grootverbruikaansluiting. • De netbeheerder draagt zorg dat alle openbare verlichting (OV) aansluitingen gekenmerkt worden als artikel 1 lid 2 aansluitingen. Het is namelijk gewenst de OV aansluitingen in het netbeheerdersmodel te bedienen. • Voor afnemers met aansluitingen in verschillende netgebieden zullen de netbeheerders samenwerken bij communicatie naar de afnemer. Voor de situatie na in werking treden van het marktmodel, waarbij een afnemer zijn aansluiting wil kenmerken als artikel 1 lid 2 of lid 3 aansluiting, geldt: • De afnemer zal contact met de netbeheerder moeten opnemen, waarna de vervolgprocedure maatwerk is door de netbeheerder. • Als de afnemer zich gemeld heeft bij de netbeheerder dan zal de aansluiting pas gekenmerkt worden als artikel 1 lid 2 of lid 3 aansluiting op het moment dat de meterwissel (meter en meetverantwoordelijke aanwezig) is doorgevoerd of op het moment dat de meetverantwoordelijke op de aansluiting in het aansluitingenregister wordt geregistreerd. Voor de situatie na inwerking treden van het marktmodel, waarbij een afnemer met artikel 1 lid 2 en 3 status inhuist op een aansluiting die op moment van inhuizing als kleinverbruikaansluiting gekenmerkt is, geldt: • De afnemer zal zelf initiatief moeten nemen om bij de netbeheerder te melden dat de aansluiting een artikel 1 lid 2 en 3 aansluiting wordt. De vervolgprocedure is maatwerk door de netbeheerder. • Als de afnemer zich gemeld heeft bij de netbeheerder dan zal de aansluiting pas gekenmerkt worden als artikel 1 lid 2 of lid 3 aansluiting op het moment dat de meterwissel (meter meetverantwoordelijke aanwezig) is doorgevoerd of op het moment dat de meetverantwoordelijke op de aansluiting in het aansluitingenregister wordt geregistreerd. Voor de situatie na in werking treden van het marktmodel, waarbij een afnemer inhuist op een aansluiting die op dat moment als artikel 1 lid 2 of lid 3 aansluiting is gekenmerkt, geldt: • De afnemer of zijn leverancier zal initiatief moeten nemen om aan te geven dat de afnemer behandeld wil worden conform het kleinverbruikmodel. Tot het moment dat de afnemer zich meldt zal de afnemer conform het grootverbruikmodel behandeld worden.
Pag. 36 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen •
Versie 4.0
Op het moment dat de afnemer zich meldt om als kleinverbruikaansluiting behandeld te worden start de netbeheerder een maatwerkprocedure.
In de situaties waarin een aansluiting wordt afgesloten of een situatie waarbij de leverancier als gevolg van een einde levering of uithuizing niet meer verantwoordelijk is voor de aansluiting, zal geen wijziging in het kenmerk (KV/GV) van de aansluiting plaatsvinden.
Pag. 37 van 38
MPM Mutatie- & meetprocessen
Versie 4.0
BIJLAGE Wijzigingen t.o.v. voorgaande versie
Versie 1.0 2.0 2.9 3.0 4.0
Wijziging Eerste vastgestelde versie Wijzigingen doorgevoerd, zoals gespecificeerd in: 011 Aanbiedingsbrief DPM's Mutatie- en meetprocessen v0 2 (ALV NEDU 20110706-011) Geactualiseerd naar aanleiding van codewijzigingsvoorstel Informatiecode Elektriciteit en Gas Vastgesteld in ALV NEDU dd. 14-12-2011 Vastgesteld in ALV NEDU d.d. 25-01-2012 (details van wijzigingen, zie document: 20120118 Wijzigingsnotitie ALV 25-01-2012 Diverse wijzigingen in MPM en DPM's)
Pag. 38 van 38