5 e jaargang | nr. 1 | FEBRUARI 2013
››
VEGEN MET VERSTAND
Kies de veegmachine die bij u past Special over sproeien Strooiproeven: korrelgrootte is cruciaal
››
voorwoord
Rekenschap In Vlaanderen heeft het Agentschap Wegen en Verkeer de afgelopen winterse periode een relatief nieuwe methode toegepast om de fietspaden langs de gewestwegen begaanbaar te houden. Op grote schaal is gebruik gemaakt van pekel sproeien. Een methode die op fietspaden niet alleen effectiever is dan zout strooien, maar bovendien ook veel beter voor het milieu. Er komt veel minder zout aan te pas. Sproeien past uitstekend bij de ambities van Aebi Schmidt om gladheidbestrijding steeds effectiever en duurzamer te maken. Aebi Schmidt werkt er voortdurend aan om ons winterdienstmaterieel te optimaliseren. Wat voor onze strooi- en sproeimachines geldt, is zonder meer ook van toepassing op onze veegmachines. Al jaren leveren onze kleinere en grote veegmachines topprestaties op het gebied van emissiereductie en veiligheid en comfort voor medeweggebruikers en de chauffeurs. Dit zijn allemaal aspecten die passen binnen het streven van Aebi Schmidt om maatschappelijk verantwoord te ondernemen (MVO). En wij willen dat het niet bij een ambitie blijft; Aebi Schmidt wil haar MVO-doe-
len ook bereiken. Om te zien waar wij staan op dit gebied en aan welke uitdagingen we nog volop zullen moeten werken, meten wij onze prestaties geregeld. Voor het eerst in 2010 en recent opnieuw met het Maatschappelijk verslag 2012. U kunt daar alles over lezen in deze editie, waarin ook de thema’s ‘vegen’ en ‘pekel sproeien’ uitgebreid aan bod komen. Deze uitgave is overigens dikker dan normaal. Dat heeft te maken met een koerswijziging die Aebi Schmidt dit jaar heeft ingezet. ASH Magazine verschijnt voortaan tweemaal per jaar, met 20 pagina’s in plaats van 16. Daarnaast sturen wij u voortaan vier tot zesmaal per jaar per e-mail onze ASH Nieuwsbrief. Zo kunnen we u niet alleen vaker informeren over nieuws en ontwikkelingen binnen het vakgebied, maar ook de actualiteit dichter op de huid zitten. Wij vragen uw hulp daarbij. Wij willen graag weten wat u vindt van ASH Magazine. Daarom vragen wij u in de bijgevoegde brief om mee te doen aan ons (online) lezersonderzoek. Ik nodig u van harte uit om de vragenlijst in te vullen. Alvast dank daarvoor. Yves Godfrind, Sales manager
In Vlaanderen zijn er langs de gewestwegen fietspaden met een totale lengte van
6.700 km +++ Deze zijn inge-
156 strooitrajecten met een gemiddelde lengte van 43 km +++ De afgelopen winterperiode zijn deze
deeld in
fietspaden begaanbaar gehouden door pekel te sproeien. Daarbij was tot 23 januari
››
COLOFON ASH Magazine is een uitgave van Aebi Schmidt. Redactie/vormgeving: TTF Marketing & Communicatie, Amersfoort. Bij de advertentie: Kinderhulporganisatie Terre des Hommes stopt uitbuiting van kinderen in ontwikkelingslanden. Wilt u voortaan ook de ASH e-mail nieuwsbrief ontvangen? Meld u dan aan via
[email protected].
2.120 ton zout gebruikt +++
››
inhoudsopgave
Gladheidbestrijding in Wallonië Maatschappelijk verslag 2012 Korte berichten Kies de veegmachine die bij u past Onderzoek naar effect korrelgrootte Special over sproeien: de theorie Special over sproeien: het materieel Sweeping statement
4 7 8 10 13 15 17 20
3
››
SAMENWERKING TUSSEN REGIE EN UITVOERING
Winterdienst in Wallonië
Wallonië en Vlaanderen hebben gladheidbestrijding op een verschillende manier georganiseerd. In Wallonie voert De Service Public de regie, voor de uitvoering worden aannemers gecontracteerd. In dit artikel schetsen medewerkers van de firma Bodarwé hoe de rol-verdeling tussen beide partijen precies is vormgegeven.
In de verschillende delen van België wordt de winterdienst op verschillende manieren aangepakt. In Wallonië is de gladheidbestrijding bijvoorbeeld anders georganiseerd dan in Vlaanderen. Dat geldt óók voor de uitvoering van de winterdienst. In Franstalig België is de SPW (Service Public de Wallonie) ervoor verantwoordelijk om snelwegen en regionale wegen veilig begaanbaar te houden. Voor de wegen binnen de gemeenten zijn de betreffende gemeenten zelf verantwoordelijk. Dat laatste is in Vlaanderen ook het geval, maar voor de regionale wegen en de snelwegen is
4
het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) verantwoordelijk voor zowel de regie als de uitvoering.
Eigen materieel De SPW heeft de uitvoering van de winterdienst uitbesteed aan de markt. Aan aannemers die veelal verschillende soorten (weg)werkzaamheden in hun portfolio hebben. Dus gladheidbestrijding naast bijvoorbeeld wegenaanleg, wegenonderhoud of onderhoud van groenvoorzieningen. Het areaal dat in Wallonië onder regie van de SPW sneeuw- en ijsvrij moet worden gehouden (alles bij elkaar circa 7.000 km) is opgedeeld in districten. Deze districten zijn weer onderverdeeld in percelen en een perceel bestaat uit één of meer (strooi)routes. Dat zijn meestal gesloten circuits, zodat begin- en eindpunt van de strooiroute samenvallen. Al deze percelen worden op de markt gebracht via aanbestedingen. In principe kan elk bedrijf zich daarvoor inschrijven, maar wil een aannemer kans maken op de opdracht, dan moet hij heel wat in huis hebben. En dat laatste dient letterlijk te worden opgevat. Wordt in Vlaanderen al het materieel (strooimachines, sneeuwploegen, sproeiapparatuur) door het AWV ingekocht en beheerd, in Wallonië liggen de zaken anders. Hier zijn de aannemers zelf eigenaar van het in te zetten materieel. Zij voeren de winterdienst dus uit met eigen strooimachines en sneeuwploegen en zijn dan ook zelf verantwoordelijk
voor de beschikbaarheid en inzetbaarheid van (voldoende) winterdienstmaterieel.
Percelen De firma Bodarwé, gevestigd in Malmedy en op diverse andere locaties, is één van de grotere partijen in Wallonië die in opdracht van de SPW gladheidbestrijding uitvoert. De Bodarwé Groep bestaat uit acht bedrijven met een gezamenlijke jaaromzet van ongeveer 50 miljoen euro. Michel Bodarwé, gedelegeerd bestuurder van het 220 medewerkers tellende, honderd procent familiebedrijf vertelt: ‘Onze onderneming bestaat al sinds 1937. Afgelopen december vierden wij onze 75e verjaardag. De Bodarwé Groep is actief op het gebied van alle soorten van wegwerkzaamheden, daarnaast produceren wij beton en asfalt, exploiteren wij zand- en steengroeven en wij maken prefab betonelementen. Op zich neemt de winterdienst een bescheiden positie in binnen ons totale pakket, maar met zo’n twintig strooiwagens in eigen beheer zijn wij één van de grotere uitvoerders op de Waalse markt.’ Bodarwé heeft momenteel contracten voor zeven percelen in het gebied rond Malmedy. René Michel, Directeur der werken, somt ze op: ‘Wij hebben de A27 van Malmedy tot de Duitse grens in beheer, twee percelen in het district Stavelot en vier percelen rond Sankt Vith. Tegenwoordig hebben deze contracten een looptijd van vier jaar, voorheen was dat een jaar korter. Gedurende deze periode hebben beide partijen ieder jaar de mogelijkheid om de overeenkomst eerder te beëindigen. De SPW zou dat bijvoorbeeld kunnen doen omdat men niet tevreden is over de geleverde prestaties, de aannemer kan eventueel tussentijds uitstappen als de resultaten bijvoorbeeld zouden tegenvallen. Voor dat laatste, de resultaten, is de aannemer afhankelijk van het weer. De SPW betaalt de aannemers namelijk op basis van de door hen uitgevoerde strooiacties.
Materieel testen Hoe gaat dat in z’n werk? Als de SPW een aanbesteding voor een bepaald perceel uitschrijft, maken de geïnteresseerde aannemers een prijsaanbieding op basis van de te rijden strooiroutes en rekenen deze terug naar een eenheidsprijs voor de betreffende trajecten. Wie de laagste prijs indient, krijgt de opdracht. Maar dat betekent nog niet dat men meteen aan de slag kan gaan. Eerst moet de aannemer in kwestie hebben aangetoond dat zijn materieel aan alle vereisten van de SPW voldoet. Twee zaken zijn daarbij vooral belangrijk: de prestatie van de strooimachines en de communicatie vanuit de strooiwagen met de meldkamer van de SPW. Aannemers moeten daarvoor hun materieel ieder jaar, voor het begin van de winter, laten testen door de SPW. Dit gebeurt grondig en de uitslag moet over de hele linie positief zijn. De test bestaat uit een statisch en een dynamisch gedeelte. Bij de statische test moet de chauffeur aanwezig zijn en dient de strooimachine klaar te zijn voor gebruik. Dan wordt gekeken of deze aan alle normen voldoet. Het gaat onder meer om de vereiste hoogte van de strooiplaat (350 à 450 mm), het bereik van de instellingen voor dosering en strooirichting, de aanwezigheid van een regelunit in de cabine waarmee dosering, strooibreedte en -richting kunnen worden aangepast, enzovoort. De strooimachine mag alleen doorgaan naar de dynamische test als aan alle (statische) vereisten is voldaan.
Actueel beeld Bij de dynamische test komt het aan op het strooiresultaat. De strooimachine moet op een testlocatie (waarvan de inrichting gedetailleerd is voorgeschreven) minimaal drie strooiproeven afleggen. Steeds met een verschillende dosering, voertuigsnelheid, strooibreedte en strooirichting. Ten minste één van de proeven dient met natzout te worden gedaan. Na elke proef wordt het resultaat direct
›› L inksboven: Boderwé materieel in actie. Hierboven: V.l.n.r: Michel Bodarwé, Eric Rosen, en René Michel voor het kantoor in Malmedy.
5
bekend gemaakt. Is dat onvoldoende, dan volgt een herkansing waarvoor de instellingen eventueel aangepast mogen worden. Uiteindelijk moeten alle proeven positief zijn beoordeeld. Dan pas mag de betreffende strooimachine aan het échte werk op de weg beginnen. Voor de communicatie met de SPW dient elk voertuig voorzien te zijn van een controlesysteem dat via GPS in verbinding staat met de SPW-meldkamer. Dit systeem moet met intervallen van ten hoogste twee minuten steeds drie verschillende waarnemingen kunnen doorgeven. Dat zijn de positie van het voertuig, of de strooimachine al dan niet in werking is en of de sneeuwploeg al dan niet wordt gebruikt. Op basis van deze gegevens beschikt de SPW steeds over een actueel beeld van de strooiacties waarvoor zij opdracht heeft gegeven.
Altijd paraat ‘De SPW geeft aan wanneer wij een strooiactie moeten uitvoeren’, zegt Eric Rosen, Werfleider bij de firma Bodarwé. ‘De SPW bepaalt ook of het om een preventieve of curatieve strooiactie gaat, met welke dosering moet worden gestrooid, of droogzout of natzout of pekel moet worden gebruikt, enzovoort. Binnen een uur na de melding moet de strooiactie van start gaan. Daarom is het nodig dat onze chauffeurs niet te ver van het beginpunt van hun strooiroute wonen. Veel van hen hebben de strooiwagen dan ook bij hun woning staan. Zodra zij het sein hebben gekregen om in actie te komen, rijden zij naar het startpunt van de strooiroute, al dan niet via een SPW-depot om daar wegenzout en pekel te laden. De inkoop en het beheer daarvan is ook een zaak van de SPW. De chauffeurs die wij inzetten zijn uitsluitend eigen medewerkers, wij huren
›› de werkplaats van Bodarwé.
6
geen extern personeel in.’ Het winterseizoen loopt formeel van 15 oktober tot en met 15 april. In die periode moeten materieel en chauffeurs dag en nacht paraat zijn om uit te rukken. Daarvoor maakt de aannemer voorafgaand aan het winterseizoen een planning, op basis van twee shifts van twaalf uur en twee à drie chauffeurs per strooiwagen, zodat van tevoren exact bekend is wie welke route wanneer gaat rijden.
Veiligheid Het epicentrum van de gladheidbestrijding ligt voor de firma Bodarwé op enkele kilometers van Malmedy, op een groot terrein aan het eind van een doodlopende weg (door het bedrijf zelf aangelegd). Hier beschikt men over een eigen werkplaats en onderdelenmagazijn en hier wordt ook al het onderhoud verricht. ‘Wij hanteren een regelmatige vervangingscyclus voor al ons winterdienstmaterieel’, vertelt Eric Rosen. ‘Op zich is dat niet voorgeschreven door de SPW, maar wij vinden het erg belangrijk dat onze chauffeurs met betrouwbaar en veilig materieel de weg op gaan. Uiteraard voor hun eigen veiligheid, maar eerst en vooral met het oog op de veiligheid van de overige weggebruikers. Dat is voor ons prioriteit nummer één in zo’n heuvelachtig gebied als de Ardennen met lokaal soms extreme weersomstandigheden.’ De strooimachines, sneeuwploegen en sproeiapparatuur van Schmidt leveren daar een belangrijke bijdrage aan. Net als aan het streven om zo min mogelijk zout in het milieu terecht te laten komen. Hiervoor heeft de SPW geen strikte richtlijnen uitgevaardigd, maar de mannen van de firma Bodarwé vinden het belangrijk dat zout en pekel op de weg terechtkomen. En nergens anders!
››
MAATSCHAPPELIJK VERSLAG 2012
Rekenschap afleggen Onlangs publiceerde Aebi Schmidt Nederland haar Maatschappelijk verslag 2012. Hierin leggen wij rekenschap af over onze MVO prestaties in de afgelopen jaren.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is een kernwaarde van Aebi Schmidt. Zorgvuldig omgaan met de omgeving, ervoor zorgen dat mensen veilig met onze producten kunnen werken en dat onze producten gedurende hun hele levenscyclus het milieu zo min mogelijk belasten; al dit soort aspecten zijn hecht verweven in onze bedrijfscultuur. De laatste jaren maakt onze organisatie op MVO gebied een bewustwordingsproces door. Zowel intern als naar de wereld om ons heen legt Aebi Schmidt Nederland rekenschap af over haar ambities en resultaten op het gebied van MVO.
zich gecertificeerd voor de ISO 14001, de norm voor het verantwoord omgaan met het milieu. Wij hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van een MVO Monitor voor de metaalbranche van de Stichting Adviescentrum Metaal. Uiteraard zijn wij zelf ook getoetst volgens deze monitor. En ten slotte heeft Aebi Schmidt haar zelfverklaring op basis van ISO 26000 gepubliceerd. Daarmee laten wij zien hoe wij MVO hebben geïntegreerd in onze organisatie. Wij hebben daarbij bewust voor ISO 26000 gekozen, dé internationale MVO richtlijn.
MVO speerpunten Flinke stappen Dat deden wij voor het eerst in 2010 met ons Duurzaamheidverslag. Nu geven wij daar een vervolg aan met ons Maatschappelijk verslag 2012. In het voorwoord van ons Maatschappelijk verslag zeggen we over de naamsverandering: ‘Voorheen werd duurzaamheid in onze sector vooral bekeken vanuit de impact op het milieu, terwijl er nu sprake is van maatschappelijk verantwoord ondernemen, waarbij breed wordt gekeken naar de balans tussen mens, milieu en economie. Daarom noemen wij ons verslag geen duurzaamheidverslag meer, maar een maatschappelijk verslag.’ De nieuwe naam van onze rapportage zegt ook veel over onszelf. Aebi Schmidt Nederland heeft sinds 2010 flinke stappen gezet op het gebied van MVO. En dat rechtvaardigt ons inziens het bredere perspectief.
En nu publiceren wij ons Maatschappelijk verslag 2012. Daarin kijken we terug op de afgelopen twee jaar en in het bijzonder op de speerpunten van ons MVO beleid. Die hebben wij bepaald in de aanloop naar ons Duurzaamheidverslag 2010 en in de afgelopen periode hebben wij deze opnieuw kritisch bekeken. Onze conclusie is dat de volgende speerpunten nog steeds het meest relevant zijn voor Aebi Schmidt Nederland: veiligheid voor de mens, veiligheid voor het milieu, gemotiveerde en vakbekwame medewerkers, goede en langdurige relaties met onze klanten, maatschappelijke betrokkenheid en marktleiderschap. Onze rapportage is dan ook gestructureerd aan de hand van deze thema’s. Het Maatschappelijk verslag 2012 is in digitale vorm integraal beschikbaar via onze website (www.aebi-schmidt.nl) De gedrukte versie verscheen begin 2013 en wordt op aanvraag gratis toegestuurd.
B-niveau In 2010 wilde Aebi Schmidt Nederland rekenschap afleggen. Aan de hand van objectieve criteria vaststellen hoe duurzaam wij opereerden. Dat deden wij in het Duurzaamheidverslag, dat wij dan ook zagen als een een nulmeting. Wij brachten onze duurzaamheidprestaties in beeld aan de hand van de richtlijnen van het Global Reporting Initiative. De uitkomst die wij van dit zelfonderzoek verwachtten was die van de C-status: het zogenoemde instapniveau. Maar wij deden het in de praktijk al veel beter dan wij onszelf bewust waren en wij behaalden meteen het B-niveau. Sindsdien hebben wij grote vorderingen gemaakt op het gebied van. In vogelvlucht: Aebi Schmidt Nederland heeft
‘Het vorige verslag was een compleet en volledig verhaal waarin jullie duidelijk openheid van zaken gaven. Het verslag inspireerde mij en ik werd geprikkeld tot nadenken over hoe wij zelf met dergelijke thema’s omgaan. Jullie laten zien dat er goed bij jullie wordt nagedacht over MVO. Door het verslag krijg ik het idee dat er bij Aebi Schmidt Nederland een prikkel aanwezig is die continue kietelt om te verbeteren.’ Rene Herlaar, Manager verkoop & beheer, Roteb Lease
7
Primeur voor Brussel Brussels Hoofdstedelijk Gewest beleefde onlangs een primeur. Men nam de eerste Schmidt verkeersbordenreiniger in ontvangst én in gebruik. De naam zegt het al: met dit voertuig kunnen verkeersborden eenvoudig en efficiënt worden schoongemaakt. Daarvoor is op een Unimog-voertuig een vat geïnstalleerd met een volume van 2.000 liter. Een door voertuighydrauliek aangedreven pomp zorgt ervoor dat water onder lage druk tegen de borden kan worden gespoten. Om overal goed bij te kunnen is de installatie voorzien van een 15 meter lange slang op een haspel en deze is verbonden aan een twee meter lange lans. Aan het uiteinde van de lans is een borstel bevestigd, zodat ook hardnekkig vuil makkelijk kan worden verwijderd. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft de
Unimog daarnaast ook laten voorzien van een Schmidt sneeuwploeg en strooimachine, zodat met recht gesproken kan worden over een multifunctioneel voertuig.
Hofleverancier Aebi Schmidt UK is ‘hofleverancier’ van het Britse Ministry of Defence (MoD). De titel is weliswaar niet officieel, maar in praktijk is Aebi Schmidt UK de enige leverancier van sneeuwen gladheidbestrijdingmaterieel en veegmachines voor het Ministerie van Defensie.
›› Schmidt AS 990.
Henk Landeweerd, directeur van Aebi Schmidt UK: ‘Je bent niet zomaar binnen bij de MoD. Daar gaat een langdurig proces aan vooraf en bovendien moet je je voor ieder volgend contract opnieuw bewijzen via Europese aanbestedingen. De MoD streeft echter naar langdurige relaties met leveranciers en dankzij onze kwaliteitsproducten en uitstekende service plukt Aebi Schmidt UK daar nu alle vruchten van. De afgelopen jaren heeft de MoD haar gehele airport equipment-vloot vervangen in samenwerking met Aebi Schmidt UK. In 2013 vinden de vooralsnog laatste uitleveringen plaats.’
Uitstekende relatie ›› L INKs: Schmidt AS 990. Rechts: Schmidt AS 990 CJS.
›› ASP 10000 VCL.
De orderportefeuille is indrukwekkend. ‘Wij hebben aan de MoD geleverd: tientallen Swingo compact veegmachines, startbaan veegmachines van het type AS900 en AS990. Daarnaast enkele tientallen sneeuwverwijderingmachines van het type CJS en TJS en Airport Sprayers (ASP) voor het de-icen van de startbaan. Deze Airport Sprayers worden overigens door Aebi Schmidt Nederland geproduceerd; het overige materieel is afkomstig van onze fabriek in Duitsland.’ De diverse machines zijn zowel bestemd voor de inzet op militaire luchthavens in Groot-Brittannië als in andere landen waar de RAF bases heeft inclusief de Falkland Eilanden. ‘Wij hebben een uitstekende relatie met de MoD opgebouwd op basis van ons Total Life Care concept*’, zegt Henk Landeweerd. ‘De focus ligt daarbij op de continue inzetbaarheid van het materieel en dat is ook waar de MoD ons op beoordeelt.’ * In Nederland en België is dit het zogenoemde full-service contract.
8
Het detail: 15% besparen met Thermologic Als Thermologic nog niet bestond, zou het nu meteen uitgevonden moeten worden! Thermologic maakt het namelijk mogelijk om dooimiddel te verdelen in precies die dosering waar de omstandigheden om vragen. Het hart van Thermologic is een infrarood sensor die voortdurend de temperatuur van het wegdek meet. Deze metingen worden gerelateerd aan de conditie van het wegdek. Het maakt voor de dosering namelijk nogal wat uit hoe de weg er bij ligt. De chauffeur kan daarom, voordat hij aan zijn strooiroute begint, het systeem instellen op een bepaalde wegconditie. Er zijn vier mogelijkheden: dauw, vochtig, nat en sneeuw. Eenmaal onderweg meet Thermologic continue de wegdektemperatuur en past op basis daarvan zo vaak als nodig de dosering aan. Tot wel meerdere keren per minuut. Uit onderzoek blijkt dat het gebruik van Thermologic, vergeleken met het handmatig aanpassen van de
Meten met de zon
dosering, leidt tot een besparing van 15% op het gebruikte dooimiddel. Deze besparing kan worden bereikt met elk strooi- en/of sproeiscenario: droogzout, natzout, sproeien en sproeien met zout. Naast optimale efficiency draagt Thermologic ook bij aan een grotere veiligheid voor de chauffeur, doordat het systeem de dosering automatisch regelt, kan de chauffeur zich volledig concentreren op zijn rijtaak en op zijn medeweggebruikers. Aebi Schmidt introduceerde de eerste versie van Thermologic al in 1994. Sindsdien hebben de gebruikers ervan al een enorme besparing aan dooimiddel gerealiseerd en voorkomen dat er onnodig zout in het milieu terecht is gekomen. Het belang van Thermologic zal in de nabije toekomst alleen nog maar groter worden binnen het concept van dynamisch strooien. >> Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Arjan Ruiterkamp: +31 (0)548 370 115.
Krachtpatsers
Nederland en België beschikken over een uitgebreid netwerk van gladheidmeldsystemen. Deze installaties meten de conditie van wegen en fietspaden. Een gladheidmeldsysteem meet niet alleen de temperatuur van het wegdek, maar ook of de weg nat of droog is en of er eventueel (nog) strooizout aanwezig is. Tot voor kort was elk gladheidmeldsysteem aangesloten op het elektriciteitsnet. Dat is voortaan niet meer nodig dankzij de komst van een gladheidmeldsysteem dat werkt op zonne-energie. BAM Infratechniek Mobiliteit introduceerde dit vernieuwde gladheidmeldsysteem. De installatie is daarvoor uitgebreid met een paneel met zonnecellen. De opgewekte energie wordt in een accu opgeslagen. BAM heeft het aantal componenten tot het minimum beperkt. Daardoor is het stroomverbruik zo laag dat de opgewekte zonne-energie altijd toereikend is. Het nieuwe systeem is daardoor bij uitstek geschikt voor buitengebieden.
›› Schmidt TJS 560.
De Belgische vliegvelden Luik en Charleroi hebben eind vorig jaar hun winterdienstmaterieel uitgebreid met indrukwekkende voertuigen. Liège Airport kan voortaan ook de ergste sneeuwval aan dankzij de nieuw aangeschafte Schmidt Supra 5001. Deze sneeuwfrees vreet zich met hoge snelheid door de sneeuw heen en kan 5 miljoen kilo per uur verwerken. De sneeuw wordt via de pijp tot wel 15 meter weggeblazen of opgevangen in parallel rijdende vrachtwagens. Ideaal dus om bijvoorbeeld sneeuwranden te verwijderen die aan de rand van start/landingsbanen achterblijven. Op Brussels South Charleroi Airport kan voortaan ook de Schmidt TJS 560 in actie komen. Deze kolossale machine schuift de sneeuw opzij, vervolgens borstelt de machine de start/landingsbaan (de borstel is 560 cm breed) en ten slotte blaast hij met enorme kracht de resterende sneeuw opzij. De TJS 560 zorgt met een werksnelheid van circa 40 kmh voor een perfect en schoon resultaat. Op YouTube is een voorbeeld te zien van sneeuwruiming op Arlanda Airport (Zweden). Scan daarvoor de QR-code in.
9
››
STAPPENPLAN VOOR DE JUISTE KEUZE
Welke veegmachine past het beste bij u?
Logistieke aspecten
Met de veegmachines van Aebi Schmidt kan elke vorm van straatreiniging effectief worden uitgevoerd. Hoe kiest u de veegmachine die het meest geschikt is voor uw specifieke situatie?
De belangrijkste vraag is: waar moet de veegmachine worden ingezet en welke taken moeten er worden gedaan? Gaat het om het vegen van fietspaden, de kleine straatjes en stegen in een stadscentrum of het schoonhouden van een winkelgebied, dan is de Swingo 200+ dé ideale oplossing. Voldoende compact en wendbaar om in een kleine ruimte te werken en licht genoeg om probleemloos op kwetsbaar plaveisel te rijden. Wat betreft zuigkracht is de Swingo 200+ identiek aan zijn grotere broer: de Cleango 500. De belangrijkste verschillen betreffen het volume van de vuilcontainer (resp. 2 en 4 m³), de afmetingen en uiteraard het gewicht (zie de kadertekst op pag. 12). De forse vuilcontainer van de Cleango maakt deze veegmachine bij uitstek geschikt voor werk waarbij een langere actieradius gewenst is, zoals bij het vegen van doorgaande wegen in dorpen en steden. Is naast volume ook de werksnelheid van groot belang - denk aan het reinigen van vluchtstroken op snelwegen - dan is de truckgemonteerde SK500, 600, 700 of 800 met een vuilcontainer van resp. 5, 6, 7 en 8 m³ ideaal.
10
Naast de specifieke (of de meest voorkomende) veegtaken kunnen ook logistieke aspecten van belang zijn voor de keuze van een type veegmachine. Zijn er in de buurt van de te rijden routes voldoende faciliteiten om water in te nemen? En hoe zit het met de afstortmogelijkheden: kan de veegmachine betrekkelijk snel heen en weer rijden tussen veegtraject en stort, of gaat daar juist veel tijd mee verloren? Als waterinname en/of vuilstort een probleem zijn, kan dat een heel goede reden zijn om te kiezen voor het grotere volume van een Cleango veegmachine. Deze wordt optioneel geleverd met een watertank tot 1.800 liter en daarmee kan een fors traject worden gereden voordat opnieuw water moet worden ingenomen. Het is belangrijk om al deze aspecten - werkruimte, gewicht, volume van vuilcontainer en watertank én de logistieke aspecten - in samenhang te bekijken om zo de optimale keuze te maken.
Kopen of huren? Aebi Schmidt beschikt over een aantal Swingo 200+ en Cleango 500 veegmachines die voor korte of langere tijd gehuurd kunnen worden. Ideaal wanneer de aanschaf van een nieuwe veegmachine niet mogelijk of gewenst is of wanneer tijdelijk behoefte is aan (extra) capaciteit. Het huren van een Aebi Schmidt veegmachine biedt u naast flexibiliteit en een heldere kostenstructuur ook de zekerheid dat u het beste materieel inzet.
Schmidt Consultancy Uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat elke veegmachine zo efficiënt mogelijk wordt ingezet. Aebi Schmidt helpt klanten dit doel te bereiken. Bijvoorbeeld door een analyse te maken van het aantal uren dat een veegmachine heeft gereden. In sommige gevallen constateerden wij dat een Cleango veegmachine ondanks een levensduur van circa 10.000 uren in werkelijkheid niet meer dan 5.500 veeguren had gemaakt. Dat betekent dat deze veegmachine, om wat voor reden dan ook, gedurende 4.500 uur niet aan vegen was toegekomen. Ons advies kan dan zijn: zet in plaats van die ene Cleango voortaan twee Swingo’s in. Daarmee wordt uiteindelijk een efficiëntere inzet gerealiseerd. En misschien is het nóg verstandiger om helemaal geen nieuwe veegmachine aan te schaffen, maar er een te huren bij Aebi Schmidt. Het is denkbaar dat dit uit oogpunt van kosten en optimale inzet verreweg de beste oplossing is. Uiteraard staat de afdeling Verkoop van Aebi Schmidt klaar om samen met klanten dit soort analyses te maken, maar ook kan Schmidt Consultancy worden ingeschakeld. Schmidt Consultancy stelt zich op als intermediair en geeft onafhankelijk advies. Bijvoorbeeld ook over optimalisering van de veegroutes.
Onkruidbestrijding Belangrijk voor de juiste keuze is zeker ook de vraag of het de bedoeling is om de veegmachine breder in te zetten, bijvoorbeeld bij onkruid- en/of gladheidbestrijding. Ook dan weer is het cruciaal om de specifieke (extra) taak en
Totaalconcept Aebi Schmidt signaleert een stijgende vraag naar overeenkomsten op basis van Total Cost of Ownership (TCO). Vaste afspraken over aanschaf, afschrijving en restwaarde in combinatie met een volledig onderhoudspakket. Dit biedt naast de variabele kosten voor onder meer brandstof en schadegevallen zekerheid over de benodigde totale investering. Wilt u meer weten over mogelijkheden op dit gebied, neem dan contact op met: - Sake Barkhuis +31 (0)548 370 243 (voor Nederland) - Yves Godfrind +32 (0)3 450 91 41 (voor België).
de eigenschappen van de veegmachine op elkaar af te stemmen. Gaat het bij onkruidbestrijding om precisiewerk dan ligt het voor de hand om de kleine en wendbare Swingo 200+ in te zetten. Maar precisie gaat ten koste van aantallen meters. Moet de nadruk daar op liggen, dan is het logischer om voor een Cleango 500 te opteren. Voor wat betreft gladheidbestrijding is de Swingo 200+ een uitstekende aanvulling op het specifieke winterdienstmaterieel. Aan de aanbouwplaat wordt dan een rolbezem gemonteerd en zo uitgerust is de Swingo 200+ perfect geschikt voor de inzet op fietspaden. Helemaal als de veegmachine wordt uitgebreid met een aanhangsproeimachine, die weer voorzien is van een handmatige sproeimogelijkheid. Daarmee kunnen sneeuw en ijs tot in de kleinste hoekjes worden aangepakt.
›› LINKS: De comfortabele cabine van de Cleango 500. RECHTS: Een Swingo 200 + met 3 borstels aan het werk.
11
Duurzaamheid De belangrijkste criteria om voor een bepaald type Aebi Schmidt veegmachine te kiezen zijn nu aan bod geweest. Welk type het ook wordt, uw keuze voor Aebi Schmidt is altijd verstandig. Bijvoorbeeld als het om duurzaamheidaspecten gaat, een factor die steeds zwaarder meetelt bij aankoopprocedures voor veegmachines. Emissie-eisen voor uitlaatgassen en het brandstofverbruik staan daarbij voorop. Op beide aspecten scoren Schmidt veegmachines uitstekend. Dankzij hun EEV-motoren voldoen ze aan de strengste emissie-eisen en doordat de Swingo 200+ veegmachine voorzien is van een automatische toerentalregeling is het brandstofverbruik optimaal. Naast duurzaamheidaspecten worden Arbo-criteria (die in de Arbeidsomstandighedenwet worden genoemd) ook steeds belangrijker. Het gaat dan om zaken als ruimte voor de chauffeur in de cabine, comfort en geluid- en trillingsniveau. Ook op dit gebied gooien de Swingo 200+ en de Cleango 500 hoge ogen. Van de Swingo 200+ is aangetoond dat deze wat betreft laag trillingniveau het beste is wat de markt te bieden heeft, terwijl de Cleango 500 van alle veegmachines de chauffeur de meest comfortabele cabine biedt.
Unieke service De keuze is gemaakt, het aanschafproces is afgerond, uw veegmachine kan aan het werk. En moet dan ook aan het werk blijven! Daarvoor kunt u rekenen op de unieke service van Aebi Schmidt. Met werkplaatsen in Leimuiden, Holten (Nederland) en Aartselaar (België) én een groot aantal mobiele servicewagens in heel Nederland en België verzorgt Aebi Schmidt het reguliere onderhoud van
›› De SK 600 veegmachine.
12
Karakteristieken Swingo 200+ 1. Veegbreedte: 1.400 tot 2.900 mm 2. Hoogte: 1.950 mm, breedte: 1.300 mm 3. Waterrecycling systeem 4. Vierwielbesturing 5. Vuilcontainer: 2 m³ Cleango 500 1. Veegbreedte: 2.100 mm tot 3.100 mm 2. Grote watertanks, grote actieradius, standaard 700 ltr 3. Wegcontouren volgend veegsysteem 4. Ruime, comfortabele cabine 5. Vuilcontainer: 4 m³ SK 500/600/700 1. Veegbreedte: 2.300 mm, volledig mechanisch 2. Hoge werksnelheid 3. Grote watertank 1.200 ltr tot 2.300 ltr 4. Truckgemonteerd (op alle gangbare merken) 5. Vuilcontainer: 5, 6, 7 of 8 m³
uw veegmachines en kunnen wij ook alert inspringen bij calamiteiten, zodat ongewenste stilstand tot het minimum wordt beperkt. Reden te meer om voor een veegmachine van Aebi Schmidt te kiezen.
››
Onafhankelijk onderzoek bevestigt praktijkervaring
De korrelgrootte is cruciaal Ingezonden artikel van provincie Gelderland. Door: Peter Arts en Jan van der Beek
De prestaties van wegenzout worden voor een belangrijk deel bepaald door de korrelgrootte van het zout. Naarmate die korrelgrootte toeneemt is de zoutverdeling op de weg minder gelijkmatig. Van grover zout komt er tijdens het strooien ook meer direct in de bermen terecht. Daarnaast rijdt het verkeer naarmate de korrel groter is ook meer zout van de weg af. Dat leert onafhankelijk onderzoek.
Voor professionals in gladheidbestrijding is het een bekende ervaring: bij preventief natstrooien met steenzout komt er ‘vrij veel’ zout terecht in de bermen. En dus minder op het wegdek. Maar wat is ‘vrij veel’ en wat is de waarde van zulke ervaringsgegevens? Vragen genoeg om het gedrag van (steen)zout objectief te testen. Dit gebeurde in een onderzoek dat is uitgevoerd door de provincie Gelderland en waarvoor de provincies Overijssel en Gelderland en Rijkswaterstaat gezamenlijk opdrachtgever waren. De objectiviteit en onafhankelijkheid werden gewaarborgd doordat kwaliteitszorgbedrijf Kiwa het onderzoek van begin tot eind begeleidde.
Verschillende situaties Het onderzoek richtte zich niet alleen op steenzout. Vergelijkenderwijs werd gekeken naar vacuümzout. Bovendien werd het steenzout in drie verschillende fracties getest: ongezeefd met een korrelgrootte tot 3,15 mm en tweemaal in gezeefde vorm met een korrelgrootte van resp. 0,16 tot 0,8 mm en van 0,16 tot 1,6 mm. Het gedrag van het zout werd in twee verschillende fasen bekeken. Eerst direct na de strooiactie, dus zónder invloed van wegverkeer. Daarna werd er opnieuw gestrooid en werd er nadat een aantal verkeersbewegingen had plaatsgevonden weer gemeten.
Uitvoering van de test De 7 m brede rijweg werd vanaf de rechter weghelft asymmetrisch gestrooid (5 m links / 2 m rechts) met natzout in een dosering van 8 g/m². Vervolgens werd het strooibeeld vastgesteld. Na schoonspoelen van de testlocatie werd opnieuw en op dezelfde wijze gestrooid. Vervolgens werd de linker weghelft in circa 30 minuten door 160 voertuigen bereden, waarvan 10% vrachtverkeer, met een gemiddelde snelheid van 45 tot 65 km/h. Meteen daarna werd het restant zout op de weg gemeten én het afgewaaide en afgereden zout in de bermen. De proeven op het fietspad verliepen volgens hetzelfde scenario. Eerst werd gestrooid met natzout in een dosering van 8 g/m². Daarna werd het strooibeeld vastgesteld. Vervolgens werd het fietspad opnieuw en op dezelfde wijze gestrooid, vonden de eerder genoemde verkeersbewegingen plaats op de hoofdrijbaan en werd ten slotte het restant zout op het fietspad en het afgewaaide zout gemeten. Wat betreft de doseringen geldt het volgende: 8 g/m² natzout bestaat uit 70% vloeistof en 30% zout. Er wordt dan effectief 5,6 g/m² zout gestrooid plus 0,48 g/m² zout dat in de vloeistof was opgelost.
Representatief De testlocatie was representatief voor een tweestrooksweg (7 m) met aan één kant van de weg een fietspad van 2 m breed (dit noemen we de linkerkant van de weg). Aan de rechterkant van de weg was een 1 m brede strook die fungeerde als berm. Tussen de linker wegkant en het fietspad was een strook van 2 m breed en links van het fietspad een 1 m brede strook die weer fungeerde als berm. Deze opstelling maakte het mogelijk om zoutmetingen te doen op het wegdek, op de bermen en op het fietspad. De testlocatie (20x20 m) was uitgevoerd in dicht asfaltbeton.
›› testlocatie.
13
Bij de proeven zijn dus vier verschillende typen zout gebruikt: vacuümzout en drie verschillende fracties steenzout. Uiteraard dienden de testcondities gelijk te zijn. Wat betreft het wegverkeer is steeds dezelfde reeks voertuigen ingezet. Ook de weerscondities waren uniform. De proef is representatief voor een preventieve strooiactie: géén sneeuw of ijs op de weg. Er mocht tijdens de proeven geen neerslag vallen en de windsnelheid diende lager te zijn dan 2 m/s. De weg mocht wel een beetje vochtig, maar niet nat zijn en er mochten ook geen plassen op staan. Voor het meten van het zout werd in alle gevallen de wet wash methode toegepast. Daarbij wordt het zout na toevoeging van spoelwater opgezogen. Na het wegen van de hoeveelheid water plus zout wordt met een concentratiemeter bepaald hoeveel zout er in een wegvak ligt.
zout op het fietspad, ongeacht het type zout waarmee de weg gestrooid was. Ten slotte: bij de proeven waarbij steenzout met een kleinere korrelgrootte werd gebruikt, liggen de prestaties van vacuümzout en steenzout dichter bij elkaar. Opnieuw een bewijs dat de korrelgrootte bepalend is voor het gedrag van wegenzout.
Korrelgrootte is bepalend
Marktpartijen Eurosalt en AkzoNobel Wegenzout zijn leveranciers van wegenzout. Beide kregen dit artikel voor publicatie ter inzage en gelegenheid om kort te reageren.
De korrelgrootte van het gebruikte vacuümzout was maximaal 0,8 mm en van het steenzout maximaal 3,15 mm. De korrelgrootte is bepalend voor het zogenoemde doorstuitergedrag van zout en daarmee voor de verdeling van het zout op de weg en het verlies in de berm. Op de weg zelf is er verschil tussen de verdeling van vacuümzout en steenzout. Als gevolg van de kleinere korrelgrootte heeft vacuümzout een gelijkmatigere verdeling, waardoor er meer zout aan de buitenste rand van de weg terechtkomt, zonder dat er te veel zout in de berm belandt. Steenzout heeft door de grotere korrel een minder gelijkmatige verdeling over de weg, waardoor de hoeveelheid zout aan de rand van de weg lager is en in de berm hoger. De hoeveelheid zout die bij het strooien direct in de berm terechtkomt bedraagt bij vacuümzout 7% en bij ongezeefd steenzout 11%. Na het berijden van de linkerweghelft is 14% van het vacuümzout in de bermen verdwenen tegen 27% van het ongezeefde steenzout. Daarnaast toonden de proeven aan dat het wegverkeer géén invloed heeft op de hoeveelheid
Meetplek
Vacuümzout 0 - 0,8 mm zonder verkeer
met verkeer
Slotconclusie en reacties De bevindingen spreken voor zich. Er is vergelijkenderwijs gekeken naar het gedrag van vacuümzout en drie typen steenzout. De korrelgrootte van het zout blijkt de bepalende factor te zijn voor de gesignaleerde verschillen in gedrag. Het onderzoeksteam verbindt nadrukkelijk géén conclusies aan zijn bevindingen en zal deze delen met de Programmacommissie Gladheidbestrijding van CROW.
Sven Heddes, namens Eurosalt: ‘Hoewel ons niet alle details van het onderzoek bekend zijn, onderschrijven wij dat het volgens dit onderzoek voor de hand ligt om de maximale korrelgrootte voor wegenzout te beperken tot 1,6 mm. Met wegenzout in deze korrelgrootte is significant minder verlies van zout in de bermen gemeten ten opzichte van zout met een korrelgrootte tot 3,15 mm.’ Rolf Breslau, namens AkzoNobel Wegenzout: ‘Toen de provincie Gelderland in 2009 aankondigde om in samenwerking met Rijkswaterstaat en provincie Overijssel strooiproeven te gaan doen om de prestaties van grof zout en fijn zout te vergelijken, was AkzoNobel enthousiast, omdat wij grote waarde hechten aan onafhankelijk en objectief onderzoek. De conclusies van het onderzoek spreken wat AkzoNobel betreft voor zich.’
Steenzout 0 - 3,15 mm zonder verkeer
met verkeer
Steenzout 0 - 1,6 mm zonder verkeer
Steenzout 0 - 0,8 mm
met verkeer
zonder verkeer
met verkeer
Op de weg
93,0%
86,0%
89,0%
73,0%
92,7%
90,1%
92,5%
88,3%
Beide bermen
7,0%
14,0%
11,0%
27,0%
7,3%
9,9%
7,5%
11,7%
Links in de berm
3,5%
9,5%
5,0%
21,2%
2,7%
5,9%
3,2%
7,3%
Buitenste eerste meter van de weg
74,0%
46,1%
54,2%
21,3%
67,6%
43,4%
84,9%
46,1%
In deze tabel staan de meetgegevens voor de hoofdrijbaan voor alle geteste typen zout, in onbereden én bereden toestand, en uitgesplitst naar locatie. De genoemde percentages zijn de aangetroffen hoeveelheden op de betreffende locaties ten opzichte van de nominale hoeveelheden die op deze locaties verwacht werden. > Het onderzoek is uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van Peter Arts en Jan van der Beek, respectievelijk Hoofd Wegendistrict en Projectleider bij de Afdeling Beheer en Onderhoud Wegen van de provincie Gelderland. Voor vragen en/of aanvullende informatie kunt u bellen: +31 (0)88 - 880 7200.
14
››
Special over theorie en materieel
De opmars van pekel sproeien Sproeien is een bewezen succesvolle methode van gladheidbestrijding. Aebi Schmidt ontwikkelt, produceert en verkoopt al ruim 20 jaar innovatief sproeimaterieel.
In de strenge winters van 2009/10 en 2010/11 kreeg WestEuropa eindelijk weer waar iedereen, naarmate december vordert, steeds heviger naar gaat verlangen: een witte Kerst. Alleen duurde die witte periode wel erg lang! Wekenlang lag er sneeuw. De ene strooiactie was nog niet ingezet of de volgende kon al weer worden gepland. Er leek geen eind aan te komen, maar dat gold niet voor het wegenzout. Dat raakte op. In de media waren het zouttekort en de instelling van het zoutloket trending topic. Vanwege het zouttekort werd de jacht op alternatieve dooimiddelen geopend. Wegbeheerders gingen met wisselend succes aan de slag met bijvoorbeeld badzout, zand, maar ook met pekel. In het noorden van Nederland beleefde iemand een waar eureka moment: ‘Zeewater is zout, zout heeft een dooiende werking: ik ga dus sproeien met zeewater,’ was de redenering. De goede man besefte niet dat de zoutconcentratie in zeewater heel laag is. Door ermee te sproeien, creëerde hij een potentieel gevaarlijke situatie. Gelukkig bleven ongelukken uit. De anekdote is typerend: over de hele linie kampte gladheid bestrijdend Nederland en België met een kennisachterstand op het gebied van sproeien. En dat gold zowel voor de theorie (wetenschappelijke onderbouwing en kennis van methoden en materieel) als voor de praktijk (ervaring met materieel en uitvoering).
Basis in Nederland Pekel sproeien is nooit zo in de mode geweest in de Lage Landen. Voor een deel had dat te maken met onze klimatologische omstandigheden. Deze methode leent zich nu eenmaal beter voor een wat droger klimaat. Met die kwakkelwinters van ons is het te vaak te nat, waardoor de effectiviteit van het sproeien afneemt. Daarnaast was het nog nooit nodig geweest om uit te wijken naar een alternatief dooimiddel. Immers, nooit eerder was het wegenzout bijna op geweest. Waar de markt geen behoefte had aan sproeien, was er dus ook geen reden voor professionals om zich te verdiepen in deze techniek, de theorie erachter en het materieel ervoor. En dat terwijl sproeikennis en
›› De combi soliq in actie.
-kunde bijna letterlijk om de hoek te vinden was. Want de basis is ruim twintig jaar geleden al gelegd in Nederland. Het is allemaal begonnen met het door Aebi Schmidt ontwikkelde sproeisysteem voor airport toepassingen. Voertuigen met daaraan bevestigd meters lange armen (totwel 45 meter) waarop het sproeisysteem was gemonteerd. Daarmee konden in één keer enorme breedtes worden bestreken. De techniek bleek zó succesvol dat al snel toepassingen werden ontwikkeld voor sproeisystemen die op de weg konden worden ingezet. Landen in Scandinavië en Zuid-Europa omarmden het sproeien en daar ontstond dan ook een grote markt voor sproeimaterieel van Aebi Schmidt.
Druk op de ketel Maar voor België en Nederland waren er dus eerst die strenge winters nodig om pekel sproeien op de kaart te zetten. Het zouttekort vormde een directe bedreiging voor de mobiliteit en de verkeersveiligheid. Dat zorgde ervoor dat er van diverse kanten, met name vanuit de politiek, behoorlijk wat druk op de ketel kwam. De boodschap was luid en duidelijk: er mag nooit meer een tekort aan dooimiddel zijn. Dit leidde er toe dat de mogelijkheden van pekel sproeien opeens volop in de schijnwerper kwamen. En daarmee ontdekten België en Nederland - eindelijk - de voordelen van pekel sproeien. En dat zijn er nog al wat! Om te beginnen heeft pekel het grote voordeel dat het direct zijn dooiende en vriespunt verlagende werk doet als het op de weg is uitgebracht. Strooizout heeft even tijd nodig om op te lossen en het moet bovendien door het verkeer worden ingereden. Dan pas werkt het optimaal. Dat maakt pekel sproeien een prima methode om de stil-
15
›› CSP met 1000 liter inhoud, aangedreven door voertuighydrauliek en met CL-besturing.
lere wegen en fietspaden te behandelen. Want daar blijft het effect van het inrijden door het verkeer namelijk geheel of grotendeels achterwege. Strooien is hier gewoon minder effectief.
Gelijkmatige verdeling De mate waarin het dooimiddel over het wegdek wordt verdeeld is natuurlijk erg belangrijk. Hoe gelijkmatiger de verdeling, hoe beter de werking en hoe groter de veiligheid. Op drukkere wegen waar wordt gestrooid zorgt het verkeer er wel voor dat sneeuw en wegenzout goed mengen en dat het zout gelijkmatig wordt verspreid. Maar op stille wegen en fietspaden, gebeurt dit amper. In die situatie is hét grote voordeel van sproeien dat het pekelwater zich meteen heel gelijkmatig over het gesproeide oppervlak verdeelt. Een bijkomend voordeel is dat er een dun zoutfilmpje op de weg achterblijft nadat het water van de zoutoplossing is verdampt. De standtijd van pekel (de periode tussen twee strooi- of sproeiacties) kan daardoor kan bij stabiel weer oplopen tot wel twee volle dagen. Die goede spreiding over het wegdek, plus het feit dat er tijdens het sproeien weinig verliezen optreden, heeft tot gevolg dat bij pekel sproeien maar de helft nodig is van de hoeveelheid zout die geldt als norm bij preventief natzout strooien (die norm is: 7 g/m²). Dat is goed nieuws voor uw budget en nog beter nieuws voor het milieu. En ten slotte, het laatste voordeel in deze reeks, pekel is altijd verkrijgbaar op de markt, zelfs als de leveranciers van wegenzout uitverkocht mochten raken.
Ondergrens Een prima oplossing dus: pekel sproeien? Absoluut, maar er geldt wel een aantal beperkingen. Het temperatuurgebied waarbinnen sproeien verantwoord is heeft een ondergrens. Weliswaar is er geen hard wetenschappelijk bewijs, maar uit allerlei onderzoeken (de meeste zijn in Duitsland uitgevoerd) blijkt dat die ondergrens -6 °C is. Dit laatste heeft uitleg nodig. Alle zoutexperts raden voor sproeien met pekel een zoutoplossing aan met een concentratie van 20 à 22 procent. Nooit hoger, want een verzadigde oplossing gaat kristalliseren en dat kan leiden tot beschadigingen en storingen van het sproeimaterieel. Als een zoutoplossing met een concentratie van 20 à 22 procent wordt gesproeid met een dosering van 15 g/m² pekel (conform de CROW-norm) dan wordt er effectief maar 3 g/m² zout uitgebracht. Dat
16
is weinig, maar dankzij de directe werking en de optimale spreiding over de weg is dit voldoende tot aan een temperatuur van -6 °C. Betekent dit ook dat je met onze winters - waarin het vaak nat óf net onder nul graden is - altijd en overal met pekel sproeien uit de voeten kunt? Nee! Als het te nat is verdunt de pekel te veel en bij neerslag in de vorm van sneeuw of ijzel is sproeien alléén niet voldoende, dan móet er ook zout worden gestrooid. En daarmee komen we bij dé ideale vorm van gladheidbestrijding: de combinatie van sproeien en strooien.
Combimachines Aebi Schmidt Nederland heeft een complete lijn sproeimachines en combimachines in haar leveringsprogramma. Op basis daarvan kan elke wegbeheerder de juiste keuze maken. Compacte sproeiers - in de zogenoemde CSPklasse - zijn leverbaar in alle mogelijke uitvoeringen: als aanhanger, als opzetsproeimachine of als trekker gemonteerde sproeier. En al deze typen hebben diverse uitvoeringen voor wat betreft het pekeltankvolume. Naast deze sproeierlijn beschikt Aebi Schmidt over een complete range Combimachines. De naam zegt het al: met dit materieel kan worden gesproeid, kan worden gestrooid of tegelijkertijd worden gesproeid én gestrooid. Binnen deze range onderscheiden we de lijn compacte Combimachines (startend met laadvolumes van 0,5 m³ voor zout plus 500 liter voor pekel) en de vrachtwagen gemonteerde Stratos Combi Soliq-lijn (met volumes oplopend tot 9 m³ zout plus 10.000 liter pekel). Welke machine waar het beste kan worden ingezet, is afhankelijk van de situatie. Op de volgende pagina’s gaan we daar uitgebreid op in.
Voordelen van sproeien 1. Werkt direct 2. Gelijkmatige verdeling 3. Lange standtijd 4. Geen verliezen 5. Lagere zoutkosten 6. Beter voor het milieu 7. Altijd beschikbaar 8. Ideaal voor fietspaden
››
Special over theorie en materieel
Pekel sproeien in de praktijk
›› CSP met 2000 liter inhoud op aanhanger met CL-besturing.
Aebi Schmidt maakt sproeiers in alle soorten en maten. Om te kunnen sproeien zijn pekelopslagtanks, zoutoplossers en vulsystemen nodig. Aebi Schmidt zorgt er voor!
gaat of ligt de aanschaf van een combimachine meer voor de hand.
• Alleen sproeien Sproeimachines zijn er in twee klassen: de zogenoemde CSP-klasse (CSP staat voor Compact Sprayer) en de Straliq-klasse (grootvolume sproeiers).
CSP-klasse
Aebi Schmidt produceert sproeiers voor alle toepassingen en in elke uitvoering. Van kleine en compacte sproeimachines tot grootvolume sproeiwagens. Op basis van functie valt dit materieel in twee groepen te verdelen: uitsluitend sproeien en combimachines: strooien én/of sproeien. Binnen beide groepen zijn er diverse lijnen die van elkaar verschillen wat betreft uitvoering en het laadvolume voor pekel en/of zout. Een complex geheel. Zeker. Maar het betekent wel dat Aebi Schmidt voor elke situatie precies het juiste materieel kan leveren. En nog veel méér dan dat! Om pekel te kunnen sproeien is omringende infrastructuur nodig. Denk aan zoutoplossers, opslagtanks en vulsystemen. En ten slotte is training, advies en consultancy belangrijk om sproeien goed te implementeren in de organisatie. Ook hiervoor beschikt Aebi Schmidt over alle mogelijkheden en faciliteiten. Op deze pagina’s laten wij zien wat Aebi Schmidt op het gebied van sproeien te bieden heeft.
Welke sproeimachine? De hamvraag is natuurlijk: welke sproeier hebt u nodig? Begin met vast te stellen of het u alleen om sproeien
Deze sproeiers zijn er in diverse lijnen, die van elkaar verschillen wat betreft uitvoering en toepassing. Er zijn vier verschillende lijnen. De modellen binnen een zo’n lijn variëren wat betreft volume van de pekeltank. Het gaat om de volgende lijnen en modellen (volumes): - Opzet sproeimachines (1.000 en 1.100 ltr) - Aanhanger sproeimachines (500, 1.100 of 2.000 ltr) - Trekkergemonteerde sproeimachines (650 en 1.000 ltr) - Opzet sproeimachines voor multifunctionele voertuigen (2.300 - 3.900 ltr)
Straliq-klasse Naast de kleine en compacte sproeiers zijn er de grote(re) Straliq sproeiers. Groot wat betreft uitvoering én pekeltankvolume. Straliq is de merknaam van sproeiers in deze klasse. Deze sproeimachines zijn leverbaar met een pekeltankvolume variërend van 4m³ tot 9m³.
• Sproeien én strooien Aebi Schmidt omarmt het combiconcept. Met een combistrooier zijn drie varianten mogelijk: alleen strooien, alleen sproeien of beide tegelijk. Afhankelijk van het type weg, de voertuigsnelheid, het type actie (preventief of curatief) en de hoeveelheid neerslag wordt de keuze gemaakt. Ideaal
17
›› De Combi Soliq WSP.
is de combinatie van sproeien en alleen dáár zout strooien waar dat nodig is. Op de beruchte moeilijke plekken bijvoorbeeld waar de sneeuw aankoekt. Voor het combineren van sproeien en strooien zijn er twee lijnen: de combimachines en de strooi/sproeicombinaties.
Combimachines De Stratos Combi Soliq lijn begint met compacte combimachines en eindigt bij de grootvolume combimachines. Binnen deze lijn variëren de volumes van zouttrechter en pekeltank van 0,5 m³/500 ltr tot 9 m³/10.000 ltr. Uiteraard is het mogelijk om alle standaardcombinaties van zout- en pekelvolume aan te passen aan gebruikerswensen.
Strooi/sproeicombinaties Natuurlijk is het ook mogelijk om bestaand strooimaterieel uit te breiden met een afzonderlijke sproeier (of andersom). Binnen de hiervoor genoemde sproeiers is altijd een sproeier te vinden die de perfecte combinatie vormt met de strooimachine in kwestie.
Welk sproei- en verdeelsysteem?
fietspadensproeiers. Gecombineerd sneeuw schuiven, borstelen en sproeien en dat in de genoemde volgorde. Omdat de beschikbare werkbreedte klein is, zijn fietspadensproeiers compact en kunnen ze werken bij lage snelheden. Ideaal is een verdeelsysteem dat bestaat uit een dubbele sproeibalk die voorzien is van spleetnozzles. Deze nozzles zijn dicht bij elkaar geplaatst, zodat het sproeibeeld steeds overlapt. Resultaat: een fijne druppel en optimale spreiding. Het sproeisysteem past zich automatisch aan de voertuigsnelheid aan. Bij lage snelheden wordt gesproeid met één sproeibuis en een dosering van 15g/m². Schakelt de chauffeur op, dan zorgt het stijgende toerental automatisch voor hogere druk. De tweede sproeibuis wordt daardoor ook ingeschakeld. Dat geeft een grovere druppel en dat voorkomt dat de pekel verwaait.
Provinciale wegen Kenmerkend voor provinciale wegen is de beperkte breedte. Sproeien via de strooiplaat is ideaal in deze situatie. Tot een wegbreedte van circa 8 meter zorgt deze manier van sproeien voor een regelmatige verdeling van de pekel tot aan de kanten van de weg. Dit systeem maakt het ook mo-
Voor pekel sproeien is een verdeelsysteem nodig. Daar zijn verschillende mogelijkheden voor: spleetnozzles, breedstraalnozzles of sproeien via de (strooi)plaat. Welk verdeelsysteem het beste kan worden gebruikt, hangt af van het inzetgebied. Om het overzichtelijk te houden, onderscheiden we drie inzetgebieden: fietspaden, provinciale wegen en rijkswegen.
Fietspaden Smal en bochtig: dat is kenmerkend voor fietspaden. Net als het feit dat op besneeuwde fietspaden het gestrooide zout niet of slecht wordt ingereden. Daarvoor zijn de fietsbandjes te dun en er zijn ook vaak te weinig fietsers onderweg. Fietspaden zijn heel goed te behandelen met gespecialiseerde
18
›› De Straliq.
gelijk met hogere snelheden te rijden. Uitermate geschikt dus voor doorgaande wegen.
Rijkswegen Zijn de te behandelen wegen breder dan 8 meter, zoals rijkswegen, dan voldoet sproeien via de strooiplaat niet meer. Er kunnen dan niet voldoende breedtemeters worden gemaakt. Deze situatie vraagt om een verdeelsysteem met breedstraalnozzles. Deze geven een brede straal. Als het voertuig voldoende snelheid heeft, zorgt die brede straal voor het splash-effect. Dat wil zeggen: door de kracht waarmee de straal het wegdek raakt, spat de pekeluiteen, zodat een mooi sproeibeeld ontstaat. Het systeem zorgt voor een constante druk, ongeacht de rijsnelheid, zodat nevelvorming (verwaaiing) wordt voorkomen.
›› Aanhangerstrooi/sproeimachine Combi Soliq RSP.
De benodigde infrastructuur Om te kunnen sproeien is volume nodig. Dat is logisch. Bij een pekeloplossing van 20 procent zijn voor elk deel zout vier delen water nodig. Om genoeg pekel voor meerdere acties op voorraad te hebben, zijn dus grote opslagtanks nodig. Aebi Schmidt levert en installeert opslagsystemen die zijn uitgerust met voorraadbewaking. Daarbij zijn tankvolumes mogelijk van 5.000 tot 60.000 liter.
Zoutoplossers De pekel die wordt opgeslagen moet ofwel kant-en-klaar worden ingekocht, of op de werf of opslag worden aangemaakt. Voor dit laatste levert Aebi Schmidt zoutoplosmachines. Ideaal is de S3000 zoutoplosser, die tot 3.000 liter pekel per uur aanmaakt. Deze machine werkt volautomatisch. Dat betekent dat de pekelconcentratie continu wordt gemonitord en eventueel wordt bijgesteld. Daarnaast is het systeem alert op verontreinigen, waardoor wordt voorkomen dat de pekel gecontamineerd raakt of dat storingen optreden.
›› De S3000 zoutoplosmachine.
Vulsystemen De laatste schakel is het vulsysteem. Dit moet over voldoende capaciteit en vulpunten beschikken om het aantal in te zetten sproeimachines snel te kunnen laden. Aebi Schmidt levert vulsystemen die voorzien zijn van een automatische afslagregeling en die een vulcapaciteit hebben van 1.000 liter per minuut.
›› CSP opzetsproeier.
Nido Consultancy De conclusie is duidelijk: er komt heel wat bij kijken om pekel sproeien te integreren in de bestaande praktijk van gladheidbestrijding. Aebi Schmidt adviseert om daarbij niet over één nacht ijs te gaan. Laat u adviseren door Nido Consultancy (onderdeel van Aebi Schmidt Nederland). Onze experts brengen samen met u de huidige situatie in beeld. Om wat voor gebied gaat het? Welk type wegen en strooiroutes? Zijn aanpassingen en verbeteringen mogelijk. Uw wensen en behoeften staan uiteraard centraal en het resultaat is een investeringsvoorstel gebaseerd op een gedetailleerde kosten/batenanalyse. De experts van Nido Consultancy vertellen u er graag en vrijblijvend meer over: bel Wim Tijhuis, +31 (0)548 370 237 (voor Nederland) of Yves Godfrind +32 (0)3 450 91 41 (voor België).
›› CSP sproeier voor driepuntshef.
19
Zorgen voor elkaar Maatschappelijk verantwoord ondernemen begint bij het besef dat we niet alleen zijn op deze wereld. Niet als mens en niet als onderneming. Voor elkaar willen zorgen is de essentie. Daadwerkelijk kúnnen zorgen voor elkaar is een resultante van verantwoord en effectief ondernemerschap. Aebi Schmidt heeft een lange traditie met dit willen zorgen voor elkaar. ‘Misschien wortelt die mentaliteit wel, voor Aebi Schmidt Nederland, in wat wij in Twente noaberschap noemen,’ zegt Algemeen Directeur Han Leemhuis. ‘Dat is een houding die ingebakken zit in onze mentaliteit: we helpen elkaar als dat nodig is.’ Vrijwillig, maar zeker niet vrijblijvend. ‘Wie deel wil uitmaken van onze cultuur - zowel in Twente én bij Aebi Schmidt Nederland, als in België en de gehele Groep - wordt geacht zijn of haar eigen bijdrage te leveren. Die wederkerigheid is kenmerkend voor onze bedrijfscultuur.’ Nauw verwant aan deze mentaliteit is de zorg voor de omgeving waarin wordt gewerkt. ‘Netjes met je spullen omgaan, afvalstromen beheersen: het is voor medewerkers van Aebi Schmidt altijd vanzelfsprekend geweest. ‘Wij brachten dit al in praktijk nog voordat de naam duurzaamheid er voor werd bedacht.’ Het doel van de onderneming is ervoor te zorgen dat klanten tevreden zijn over geleverde producten en diensten. Daarmee kan een gezond rendement worden gerealiseerd en dat legt weer de basis voor continuïteit en groei. ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen is in elk van de landen waarin de Aebi Schmidt Groep actief is de hoeksteen van ons ondernemingsbeleid. Het tempo van MVO-ontwikkelingen kan per land verschillen, net als weten regelgeving, maar de uitgangspunten zijn overal en altijd gelijk. Analoog aan het People, Planet, Profit-model hanteert de Aebi Schmidt Groep de waarden: klanttevredenheid, medewerkertevredenheid en rentabiliteit. Het ene aspect kan niet totstandkomen zonder ook te werken aan de andere twee en in onze visie is hiermee de zorg voor de omgeving impliciet geborgd. MVO is een leerproces, gezamenlijk leren we om het steeds weer beter te doen dan voorheen. Maar hoezeer het ook een rationeel leerproces mag zijn, de essentie is en blijft de innerlijke wil om het goed te doen. Met elkaar en voor elkaar. En dat is nu precies wat zo kenmerkend is voor Aebi Schmidt.’
Postbus 30, 7450 AA Holten Tel: +31 (0)548 370 000 Fax: +31 (0)548 370 233
Boomsesteenweg 74, B-2630 Aartselaar Tel: +32 (0)3 450 91 40 Fax: +32 (0)3 450 91 49
Internet: www.aebi-schmidt.nl E-mail:
[email protected]
Internet: www.aebi-schmidt.be E-mail:
[email protected]