Strategisch Beleidsplan Schitteren in Zijn licht
1
1. Inleiding
1
1. Inleiding
2. Opdracht en belofte
2
2 2 3 4
Het beleidsplan van Greijdanus is ongeveer ruim zes jaar oud. Inmiddels is de organisatie fors veranderd, het onderwijsaanbod wordt aangepast en de context van onderwijs, kerken, en schoolkeuzes heeft belangrijke wijzigingen ondergaan. Anderhalf jaar geleden is er een ‘voorlopig beleidsplan’ gemaakt om de organisatie zicht te geven op samenhang en prioriteiten die op dat moment al zichtbaar waren. Het was een voorlopig beleidsplan omdat in de organisatie onvoldoende het gesprek was gevoerd over onze toekomst. In het afgelopen jaar is er op allerlei niveaus in de organisatie wel doorgesproken: in acht bijeenkomsten waarvoor alle medewerkers zijn uitgenodigd op alle locaties, in onderdelen tijdens een vijftal dagen met alle leidinggevenden, in de MR, in directeuren-overleggen, met de RvT en met de RvI.
2.1 Schitteren in Zijn licht 2.2 Identiteit 2.3 Waarden 2.4 Ambitie
3. Kijken naar onszelf en naar de omgeving
5
4. Doelen
7
A. Identiteit en Imago B. Onderwijs (en meer) C. Schitteren in en met de omgeving D. Professie en Passie – over medewerkers E. Ondersteuning F. Organisatie en financiën
5. Verbindingen met en uitwerkingen van het strategisch plan
7 8 10 12 13 14
Ook is gesproken over de centrale boodschap waarmee we voor Greijdanus onze meerwaarde zichtbaar maken en is er een keuze gemaakt. Daarin zijn leerlingen en ouders betrokken. Daarmee is het nu tijd om een definitief strategisch beleidsplan te formuleren en vast te stellen voor de komende vier jaar.
16 Het beleidsplan geeft richting aan de school. De school krijgt een gezicht en vorm door medewerkers, leerlingen, ouders en de relatie met de omgeving van de school. Naar al deze mensen moeten concrete vertalingen worden gemaakt. In een bijlage zijn een groot aantal van deze vertalingen zichtbaar gemaakt. Het beleidsplan moet tegelijk dienstbaar zijn aan maatschappelijke en wettelijke doelen èn aan de medewerkers, leerlingen en ouders. We gaan verder met ons motto en belofte: Schitteren in Zijn licht. Een belangrijke partner naar de toekomst is het gereformeerd primair onderwijs. Na oriënterende gesprekken zijn in 2009 afspraken gemaakt vanuit de optiek: de vrijblijvendheid voorbij. Vanuit een strategische agenda wordt nu gewerkt aan nauwe verbindingen in leerlijnen voor leerlingen, beleid, operationeel en in de ondersteuning onder de vlag van GO|ON. Martin Jan de Jong Voorzitter CvB
Leesinstructie: - De teksten in de roze blokken zijn samenvattingen. - De teksten in de blauwe blokken zijn pijlers strategisch beleid. 1
2. Opdracht en belofte 2.1 Schitteren in Zijn licht Greijdanus is een gereformeerde school voor voortgezet onderwijs. We geloven in de God van de Bijbel. We geloven dat God van ons vraagt Hem groot te maken. Om Hem en de mensen naast ons lief te hebben. We geloven dat we mogen en moeten ‘schitteren in Zijn licht’. Dat kunnen we alleen als we in Christus, de Zoon van God, ontdekken wie we zijn en mogen worden. Dan zien we onze tekorten en onze afhankelijkheid, met aan de andere kant unieke gaven en talenten die ons door God gegeven zijn. We zien een wereld die Zijn licht nodig heeft. Greijdanus ziet ‘schitteren in Zijn licht’ dan ook als een belofte en een opdracht. We gebruiken hiervoor het beeld van een diamant. De school, leerlingen en medewerkers, weerkaatsen het Licht. Geïnspireerd door zijn Geest maken ze het in allerlei facetten zichtbaar. In de diamant laat licht kleuren zien. Op school zijn dit waarden ‘groeien’, ‘verschil’, ‘samen’, ‘dienstbaar’ en ‘verantwoordelijk’, met als mengkleur ‘genieten’. Zo vertalen we het Licht op school en kleuren we ons onderwijs. In de spiegeling van het Licht mogen we zien hoe mooi we al zijn. Door reflectie willen we leren hoe we voor en dankzij andere mensen, binnen en buiten de school, steeds meer kunnen stralen. ‘Schitteren in Zijn licht’ is Gods belofte aan ons en ons antwoord naar een Vader die naar ons omziet.
2.2 Identiteit Als school voor gereformeerd voortgezet onderwijs ligt ons bestaansrecht in de gereformeerde identiteit. Dat betekent dat alle mensen in de school zich willen funderen op, laten inspireren door, richten naar, en aanspreken op wat de God van de Bijbel met ons wil, vanuit de verbondsrelatie die Hij met ons is aangegaan. We staan in een traditie waarin het belijden mede is gedefinieerd in drie belijdenisgeschriften1. In nauwe verbinding met de leer en het leven in de GKv2, CGK en NGK krijgt dit alles vorm. We zijn een gereformeerde school. Dat betekent dat iedereen gericht is op leren, groeien en ontwikkelen. Hierin is oog voor ‘heel de mens’. Dat betekent dat de school een leer- èn leefgemeenschap is. Personeelsleden zijn daarom lid van één van de gereformeerde kerken (GKv, CGK en NGK). Wij verwelkomen ouders en leerlingen die onze levensbeschouwelijke identiteit willen delen. We zijn een gereformeerde school die open is voor en naar de omgeving. Wij dragen bij aan maatschappelijke doelstellingen dichtbij en verder weg. De schepping van God is een groot wonder, die er om vraagt (met eerbied en zorg) te worden gebruikt. Leerlingen ontdekken wat er ‘in de maatschappij te koop is’, leren dit beoordelen en dragen hieraan bij. Zij hebben persoonlijke ervaring met de diversiteit in de maatschappij en leren hiermee om te gaan. We zijn een gereformeerde school voor vo onder het Nederlandse recht. Dat betekent dat wat we doen is gericht op en ingekaderd in regelgeving van de overheid3. De levensbeschouwelijke identiteit geven we handen en voeten in ons belijden, in wat we ‘verkondigen’ en in de manier waarop we ons onderwijs vorm geven. Dit heeft ook gevolgen voor de leerlingen die we toelaten en de medewerkers die we aannemen. Een uitwerking hiervan is te vinden in het ‘Identiteitsdocument’ van Greijdanus.
1 2 3
2
Dordtse Leerregels, Heidelbergse Catechismus, Nederlandse Geloofsbelijdenis En wat daar recent aan gemeenten uit is voortgekomen waar dat niet strijdig is met onze principiële uitgangspunten
3
2.3 Waarden
3. Kijken naar onszelf en naar de omgeving
Aan onze identiteit ontlenen we een aantal waarden die we gebruiken als richtinggevende begrippen voor Greijdanus. Ze zijn geldig voor alle geledingen in de organisatie: leerlingen, medewerkers en (onderdelen in) de organisatie zelf. Zo levert iedereen vanuit zijn eigen rol, functie en persoonlijkheid een bijdrage vanuit een basis van wederkerigheid en gelijkwaardigheid. De basis is: ‘schitteren in Zijn licht’.
We hebben gekeken naar de sterke en zwakke kanten in de school en naar de kansen en bedreigingen in de omgeving. Deze sturen, naast de zaken die we vanuit onszelf willen, de punten waar we aandacht aan moeten geven.
De waarden krijgen een uitwerking op allerlei niveaus bijvoorbeeld in het Identiteitsdocument, het Personeelsbeleidsplan, het Medewerker-statuut en het Leerling-statuut. 2.4 Ambitie Met het gereformeerd primair onderwijs in het werkgebied van Greijdanus, te weten Accretio, De Zevenster en De Oosthoek is in juni 2009 afgesproken dat in de manier van samenwerken een volgende stap gezet moest worden. Dit werd getypeerd in termen van ‘de vrijblijvendheid voorbij’. De samenwerking is daarop erg intensief geworden. Met elkaar hebben we de volgende ambitie geformuleerd die daarmee ook voor Greijdanus geldt.
INTERN Sterk
Zwak
Aanbod/ Imago • identiteitsgedreven / duidelijk profiel naar buiten • veelzijdig/ breed onderwijsaanbod • betrouwbaar en veilig • relatie met primair onderwijs Organisatie • heldere organisatiestructuur Medewerkers • veel talent en creativiteit • gedreven en betrokken medew’s / korte lijnen
Aanbod/ Imago • imago stoffig en intern gericht • GKv • onderwijskwaliteit gemiddeld of minder Organisatie • eilanden, te weinig verbinding • zorgstructuur te weinig expliciet • cultuur gericht op ‘houden wat we hebben’ (weinig creatief ‘out of the box’ denken) • gebrekkig kwaliteitsdenken Medewerkers • zelfreflectie/ professionaliteit Leerlingen • te weinig rol als medewerker
EXTERN
Wij bieden samen met het gereformeerd primair onderwijs in de regio, onderwijs en gerelateerde dienstverlening aan voor alle kinderen van 0- 18 jaar en hun ouders. Terreinen van dienstverlening zijn ondersteuning en opvang. Onze doelgroep bevindt zich in Oost Nederland en is benoemd in het Identiteitsdocument. Wij streven naar directe sturing op onderwijs en op onderwijsgerelateerde processen. Wij ondersteunen dit met een doelmatige bedrijfsvoering. Onze focus ligt op het kind en de groep, waarbij gepassioneerde professionele medewerkers worden ingezet.
4
Kans
Bedreiging
Overheid • Passend Onderwijs: nieuwe beleidsmatige ruimte • decentralisatie Jeugdzorg Samenleving • profilering duidelijk onderscheidend schoolconcept, identiteit, kwaliteit, zorg, leefgemeenschap • groeiende behoefte ‘echt’ christelijk onderwijs • goede zorg • buitenschoolse activiteiten/ van acht tot acht voor leerlingen/ aandacht integrale aanpak jongeren • professionaliteit moet • maatschappelijke betrokkenheid kerkleden • betrokkenheid ouders te organiseren op kortdurende en passende trajecten Kerken • vervagen kerk’grenzen’ + veranderingen geloofsbeleving, driftende kerkleden & kerken • verbinding met het bredere maatschappelijke leven Samenwerking • gereformeerd onderwijs 0-18 jaar (incl. voor-, vroeg- en naschoolse opvang )
Overheid • stille bezuinigingen • Passend Onderwijs: bezuinigingen en dwingende samenwerking • uitsluitend ‘resultaten’ • toenemende vraag aan ‘onderwijs’ Samenleving • art. 23 algemene toegankelijkheid • post-modernistisch gedachtegoed: gevoel en individu centraal Kerken Minder (vanzelfsprekend) naar geref. onderwijs • vervagen kerkgrenzen + invulling geloofsbeleving • dalend potentieel (GKv, CGK, NGK) Minder leerlingen?!
5
Conclusies die we daaraan kunnen verbinden zijn de volgende. 1. Gereformeerd onderwijs en gereformeerd zijn is niet meer vanzelfsprekend. Tegelijk biedt een duidelijk profiel van Greijdanus veel kansen en meerwaarde. Dat geldt zowel voor de identiteit als een kwalitatief goed en uitgesproken onderwijsaanbod. Dat vergt activiteit naar verschillende terreinen. 2. Verbindingen met ‘aanpalende sectoren’ en/of het incorporeren van taken die daarin gebeuren kunnen een belangrijke meerwaarde creëren: Primair Onderwijs, zorg, overheden. 3. Kwaliteitsdenken (professioneel, markt en identiteit) in de organisatie en bij de medewerker moet groeien. Onderwijskwaliteit moet omhoog. 4. Financieel moeten we ons voorbereiden op moeilijke tijden.
4. Doelen A. Pijler: Identiteit en Imago
De gereformeerde identiteit van Greijdanus is de basis van de school. We zien een wereld waarin de orthodoxe kerken leren leven met verschillen, steeds meer elkaar zoeken èn vinden. Zo willen ze in onderlinge samenwerking uitstraling hebben naar de wereld om ons heen. Trouw en meedenken wordt niet meer getoond in ‘ledenvergaderingen’. Opinies krijgen een plek door te stemmen met de voeten. Naast identiteit neemt de vraag toe naar kwaliteit, excellentie en uitgesproken en herkenbaar onderwijs toe. Dit vraagt van de school met een regionale functie hierop te anticiperen. Voor een ander deel veranderen de school en de medewerkers mee met deze veranderingen. We doen dit actief op een aantal manieren: • Op het gebied van de levensbeschouwelijke identiteit benoemen we duidelijker de groepen waarop we ons richten in het identiteitsdocument. Tegelijk hebben we ons ook verbreed in het benoemen van kerkgenootschappen. Een verdere verbreding is nu niet aan de orde. Ontwikkelingen in de kerken en rond de richting in onderwijs-juridische zin (GKv) zullen we bijhouden. • Identiteit is breed in de organisatie een thema waar op ingezet wordt: met cursussen, met ondersteunend materiaal, op inhoud en aan de hand van het identiteitsdocument. • Onze identiteit willen we nadrukkelijker profileren en naar buiten zichtbaar maken met ‘schitteren in Zijn licht’. Dit gaat parallel met het besef dat we weliswaar voor de wetgeving een school zijn vanuit de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt, maar in ons beleid en de praktijk een brede gereformeerde school zijn. • In het profileren van de school op het gebied van ‘uitgesproken onderwijs’ zal allereerst de bescheidenheid over dat wat we nu doen op het gebied van zorg, cultuur, bèta-onderwijs, sport, maatschappelijke betrokkenheid en ‘levenskunst’ moeten worden afgelegd. • De vestiging verbinden we met activiteiten in en aan de regio. • Inzet van marketinginstrumenten. De uitkomst voor de pijler ‘identiteit en imago’ moet zijn: in imago- en tevredenheidsonderzoek wordt Greijdanus herkend en benoemd als school met een duidelijk herkenbare gereformeerde identiteit vanuit het beeld van ‘schitteren in Zijn licht’ en een uitgesproken onderwijsaanbod, ook voor leerlingen en ouders die ons nu tot dusverre niet hebben gevonden.
6
7
B. Pijler: Onderwijs (en meer)
De school heeft een ambitie geformuleerd op het gebied van onderwijs en gerelateerde gebieden als opvang en ondersteuning. Hierin ligt onze primaire taak. Daarin hebben we betekenis naar leerlingen en naar ouders. Op het gebied van onderwijs willen we een breed aanbod hebben, zo dicht mogelijk bij de leerling. Dit moet tegelijk kosteneffectief en kwalitatief verantwoord zijn. Het spanningsveld dat hierin optreedt zal in concrete gevallen onderdeel zijn van afwegingen bij de besluitvorming. Dit geldt ook voor een eventuele start van een vwo-bovenbouw in Hardenberg. In het Regionaal Plan Onderwijs is hiervoor al wel ruimte gecreëerd. In relatie met het vorige hoofdstuk zullen we onze bescheidenheid laten varen als het gaat om zaken waarin we uitblinken als school, en zullen deze versterken. Dit zal parallel lopen met de wens die er maatschappelijk is om ‘uitblinkers’ de mogelijkheid te geven te ‘schitteren’. We geven onderwijs vorm vanuit een eigen onderwijsvisie die zichtbaar gerelateerd is aan ons Identiteitsdocument. Deze visie is de afgelopen anderhalf jaar op veel plekken in de school in bespreking geweest en vastgesteld. Vanuit herkenbaarheid als Greijdanus kunnen binnen vestigingen eigen accenten worden vormgegeven. Alle leerlingen4 zijn welkom en worden gewaardeerd in hun specifieke positie in de school, in hun specifieke kwaliteiten, in hun persoonlijke situatie en in hun toekomstplannen. Ze kunnen dat doen in een veilige omgeving. Vanuit hun eigenheid hebben ze meerwaarde voor anderen in en buiten de school. Greijdanus voelt het daarom als haar opdracht om ook, of misschien wel juist, voor de meest kwetsbare leerlingen gereformeerd onderwijs te bieden. Dit vergt een complex traject van ontwikkeling. We streven ernaar om aan 98% van alle leerlingen in de eigen vestigingen goed onderwijs te geven. In Nederland loopt parallel hieraan een traject onder de titel Passend Onderwijs en de doordecentralisatie van de Jeugdzorg. Daarin zal Greijdanus expliciet moeten aangeven voor welke kinderen we in welke vorm onderwijs willen bieden. In een afzonderlijke beleidsnota onder de titel ‘Passend Onderwijs in Greijdanus’ zijn besluiten opgenomen hoe Greijdanus hierin verder gaat: investeren in medewerkers, de organisatie, het aanbod, de omgeving en een reallocatie van middelen. Deze weg vergt een intensievere relatie met ouders. Dit willen wij dan ook vormgeven. 4
8
De kwaliteit van onderwijs gemeten naar maatstaven van de inspectie en in landelijke vergelijkingen is gemiddeld en op enkele plaatsen neigend naar zwak. Gelet op het potentieel aan leerlingen en medewerkers moet dit beter kunnen, zonder dat wij ons daarin willen laten opjagen door ‘de cijfers’, of een focus waarin kennis belangrijker wordt dan vorming. We willen dit doen vanuit een aantal speerpunten: • Implementatie van ons vastgestelde kwaliteitsbeleid. • Centraal stellen van de ‘Greijdanusprofessional’ volgens de omschrijving die hieraan is gegeven in Professie en Passie. ‘De docent doet er toe’. In zelfevaluaties verantwoorden medewerkers zich, onder meer over de door hen, en met anderen, gerealiseerde kwaliteit van onderwijs. • Feedback (didactisch coaching), talentontwikkeling, leerling- en ouder participatie. • Focus op activerende didactiek, effectieve instructie en differentiëren. • Parallel hieraan vergt dit de nadruk op onderwijskundig leiderschap in de organisatie. • Organiseren van leergemeenschappen onder meer in de context van ons ‘Kennisplein’. • Organiseren van kennis in de breedte en in de diepte • Slim omgaan met leermiddelen en ICT. School als leefgemeenschap: met het Primair Onderwijs hebben we de ambitie uitgesproken om ook ‘aan het onderwijs gerelateerde diensten’ te gaan uitwerken. Hierbij horen buitenschoolse activiteiten. Dit kan heel breed zijn zoals sport, cultuur, techniek, huiswerk e.d.. Daarnaast hoort in dit thema hoe leerlingen in sterkere mate ook ‘eigenaar van de school’ kunnen worden door hen op veel meer plaatsen als ‘medewerker’ te zien en een plek te geven. Ouders hebben een bijzondere relatie met de school en wij met hen. Zij hebben daarin ook verschillende rollen. Zij zijn initiatiefnemer van de school. De school is met hen opvoeder. De school wordt tegelijk in toenemende mate gezien als ‘opdrachtnemer’, waarmee de relatie meer juridisch wordt. Ouders nemen nieuwe maatschappelijke posities in. Zij komen ook bewuster in aanraking met handelingsverlegenheid in de eigen opvoedingsituatie. Met ouders willen wij daarom op een nieuwe manier een intensievere relatie opbouwen: in communicatie, in het afstemming van verwachtingen en in dienstverlening met bijvoorbeeld cursussen.
Binnen het kader van het beleid rond inschrijving in relatie tot de identiteit.
9
De uitkomst voor de pijler ‘onderwijs en meer’ moet zijn: • een breed en uitgesproken aanbod waarin leerlingen kunnen ‘schitteren met hun talent’; • zo dicht mogelijk bij de leerling; • vanuit een in de praktijk herkenbare visie gebaseerd op ons identiteitsdocument; • positie voor leerlingen als medewerker waarin ze medeverantwoordelijk zijn voor de school; • zoveel mogelijk toegang voor ook de meest kwetsbare leerlingen (98%); • in een bredere context van leefgemeenschap, en met aanvullende en schoolgerelateerde dienstverlening; • een vernieuwde rol voor ouders; • een bovengemiddelde onderwijskwaliteit; • aansluiting bij het bestuursconvenant VO-Raad en OCW (december 2011).
C. Pijler: Schitteren in en met de omgeving De school heeft een maatschappelijke opdracht, wordt met maatschappelijke middelen betaald en heeft voor leerlingen/jongeren een centrale plaats in hun leven. Alle jongeren zijn ook verplicht om onderwijs te volgen. Dat geeft een bijzondere lading aan de school. Daarin willen we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid ook in een breder perspectief waarmaken. We doen dat op de volgende onderdelen. GO|ON: we werken aan een sterke inhoudelijke, bedrijfsmatige en organisatorische band van de vier gereformeerde onderwijsorganisatie (po en vo: Accretio, De Oosthoek, De Zevenster en Greijdanus) in Oost Nederland. Onder de werknaam Gereformeerd Onderwijs Oost Nederland (GO|ON) willen we deze beweging symboliseren. Vanuit de ambitie hebben we gezamenlijk een viertal terreinen benoemd waarop we actief zijn: • kwaliteit van het onderwijs; • identiteit; • versterking en gemeenschappelijk maken van ondersteunende diensten (gemeenschappelijke administratieve ondersteuning, ICT, repro en telefonie infrastructuur, huisvesting van de ondersteunende diensten aan de Campus,...); • aanpassing van de organisatie met het oog op realisatie van de doelen. Daarnaast vindt afstemming plaats van lopende beleidsinitiatieven. Deze ontwikkeling is zo sterk dat nu ook gesproken wordt om initiatieven van deelnemers zoals Greijdanus, onder de vlag en het merk van GO|ON naar buiten te brengen. In het Landelijk Verband van Gereformeerde Schoolverenigingen (LVGS) willen we blijvend het gereformeerde onderwijs versterken. Dit doen we in een netwerkstructuur. Hier ontmoeten we de andere gereformeerde schoolbesturen. We werken samen in de G4 met het voortgezet onderwijs en aan identiteit in het verband van het GeReformeerd Identiteits Platform (GRIP). Een algemene doelstelling is het behoud en de ontwikkeling van gereformeerd onderwijs. Een belangrijk thema is de maatschappelijke discussie rond artikel 23 in de grondwet. Greijdanus is aanwezig in vier verschillende regio’s. Daarin heeft de vestiging en de regio een eigen kleur. Vestigingen zullen verbinden aan lokale initiatieven of deze zelf nemen. Zo willen we ook schitteren in onze geografische omgeving. Waar thuis-nabij onderwijs niet mogelijk is willen we leerlingen toch zoveel mogelijk de gelegenheid geven gereformeerd onderwijs te volgen. Reiskosten mogen dan geen overwegend bezwaar zijn. Aanvullend op de regeling van CFA
10
11
worden een deel van de bovenmatige reiskosten vergoed. Daarnaast zullen mogelijkheden voor meer ‘grip’ op het vervoer verkend worden. Wanneer we werken aan thema’s als ‘internationalisering’, ‘maatschappelijke stages’ en dergelijke dan geven we deze vorm op een zodanige manier dat we daarmee duurzame verbindingen aangaan waarin wederkerigheid en maatschappelijke dienstbaarheid vorm krijgt. We willen ons accrediteren voor ‘Opleidingsschool’. Samen met de Hogeschool Windesheim leiden we studenten op waarbij een belangrijk deel van de opleiding in onze school plaatsvindt. Tot slot werkt een taakgroep een plan uit om de inhoudelijke aansluiting op het Menso Alting College Zwolle verregaand te versterken. Hier gaan veel van onze vmbo leerlingen heen voor hun mbo-opleiding. Naar verwachting is hier winst te behalen. Relaties met aanpalende organisaties als de Ambelt, samenwerkingsverbanden, het primair onderwijs en gemeenten moeten opnieuw worden gedefinieerd in het licht van veranderingen rond zorg en (passend) onderwijs. Met het primair onderwijs en de samenwerkingsverbanden is het een intensief onderwerp van gesprek en ontwikkeling. De Ambelt en de gemeenten Zwolle en Hardenberg zijn geïnteresseerd in een rol als voorloper van Greijdanus. Deze wordt opgepakt. De uitkomst van de pijler ‘Schitteren in en met de omgeving‘ moet zijn: Greijdanus die als maatschappelijke onderneming en partner: • samen met relevante partners oplossingen organiseert voor leerlingen: zorg, inzet, doorlopende lijnen, voor medewerkers; • medewerkers en middelen doelmatig inzet, waar wenselijk, met anderen; • bijdraagt aan ontwikkelingen in de regio en het onderwijs.
D. Pijler: Professie en Passie – over medewerkers Het Personeelsbeleid is beschreven onder de titel ‘Professie en Passie’. Daarin staat wat we van een Greijdanus-professional verwachten. Dat is dat hij: • zich committeert aan de doelen van Greijdanus waarvan een bijzonder onderdeel is dat wij ‘Christus willen volgen’; • voldoet aan standaarden van de beroepsgroep; • voortdurend blijft leren door bijscholing en reflectie (ook van anderen) op zijn handelen en kennis heeft van de actuele stand van relevante publicaties; • dit met anderen in de organisatie vormgeeft (samen); • vanuit zijn persoonlijke kwaliteiten (verschil) een bijdrage levert aan de hele organisatie, (samen); • er wil zijn voor leerlingen, collega’s, de school en de samenleving, en (dienstbaar); • verantwoord handelt, zich hierover verantwoordt en hierop aanspreekbaar is (verantwoordelijk). Voor Greijdanus betekent dit dat we ruimte geven, duidelijke eisen stellen en hoge verwachtingen hebben die samengevat zijn in de woorden Professie en Passie. Medewerkers nemen zelf verantwoordelijkheid en regie. Dat is de start van het personeelsbeleid. Medewerkers mogen van Greijdanus verwachten dat: • de kaders in voldoende mate helder zijn of deze in een proces van afstemming voldoende en tijdig helder worden. Dat betreft de beleidsmatige, organisatorische en inhoudelijke kaders; • er instrumenten beschikbaar zijn en worden ingezet om te groeien in hun functie en rol; • de CAO en wettelijke regelingen worden uitgevoerd. In ‘Professie en Passie’ is uitgebreid beschreven wat dit beleidsmatig en concreet betekent. De uitkomst voor de pijler ‘Professie en Passie’ moet zijn: Greijdanusprofessionals die met elkaar leerlingen, collega’s, de school en de omgeving laten schitteren. In de operationele en geplande doelen in Professie en Passie realiseren we de doelen van het bestuursconvenant VO-Raad en OCW (december 2011).
12
13
E. Pijler: Ondersteuning
In een bestuurlijke omgeving waarin aan de ene kant steeds meer van de schoolbesturen wordt gevraagd en tegelijk het onderwijs beter moet, vergt dit een zeer hoog niveau van ondersteuning en tegelijk van doelmatigheid. Dat doen we op de volgende manier: GO|ON: met de partners in GO|ON werken we aan een gemeenschappelijke organisatie voor ondersteunende diensten. Concreet betekent dit dat de administratieve diensten vanaf 1 januari 2011 gedeeld worden met de Zevenster en de Oosthoek. We verwachten dat Accretio hierin begin 2013 ook gaat delen. Op de onderdelen ICT, repro, communicatie en facilitaire dienstverlening worden de mogelijkheden verkend, maar ook al ingevoerd. Dit heeft ingrijpende gevolgen voor de organisatie van de stafdiensten. Een onderzoek met een oriëntatie op ‘shared services’ heeft plaatsgevonden en is meebepalend geweest voor een keuze voor een organische aanpak. Daarin is oog voor organisatorische en juridische duidelijkheid rond aansturing, verantwoordelijkheden, bevoegdheden, kosten en aansprakelijkheid van groot belang.
P&C-cyclus wordt het Greijdanus Planning Systeem (GPS) verder uitgewerkt. Het INK-model wordt als basis gebruikt voor het denken over kwaliteit. Dit werken we uit. Het is ingewikkeld om ‘onderwijskwaliteit’ goed in beeld te krijgen. Cijfers zijn slechts signalen waar een hele wereld achter zit. Vanuit Greijdanus werken we verder aan het Kennisplein waar kennis ontwikkelen, kennis delen en kennis opdoen als centraal thema voor de organisatie staan. De uitkomst voor de pijler ‘ondersteuning’ moet zijn: een ondersteuningsorganisatie die bijdraagt aan de doelstelling van Greijdanus en GO|ON, die kwalitatief hoogwaardig en buitengewoon doelmatig werkt.
Communicatie: met de komst van een communicatieadviseur wordt dit thema verder geprofessionaliseerd in de organisatie. We doen dat op basis van een beleids- en werkplan, maar ook in allerlei concrete activiteiten. In relatie met de activiteiten in het kwaliteitsbeleid zal de communicatie veel gerichter – op inhoud, doelgroepen en de ‘start’-situatie van de verschillende groepen – moeten worden vormgegeven. Een nieuw ICT-beleidsplan is vastgesteld en wordt uitgewerkt. Hierin zijn de onderwijskundige betekenis, administratieve doelmatigheid, mogelijkheden voor ‘communicatie’ en doelmatigheid speerpunten. In het verband van GO|ON worden onderdelen gemeenschappelijk uitgewerkt. Inkoopbeleid krijgt verdere inhoud. Rechtmatigheid en doelmatigheid zijn daarin belangrijke thema’s. Gerichte activiteiten op inkoop hebben inmiddels veel geld en beheersbaarheid opgeleverd. (Onderwijs) Kwaliteit: het kwaliteitsbeleid in Greijdanus moet naar een hoger plan. De ‘zelfevaluatie’ heeft daarin een centrale plek. Dit vergt actie op verschillende niveaus. Deelname aan een sectorbreed initiatief ‘Vensters voor Verantwoording’ is daarvan een onderdeel dat vooralsnog kosteloos is. Daarnaast zullen periodiek ouder- en leerling- en medewerkers-tevredenheidsonderzoeken worden gehouden. Daarvoor sloten we ons aan bij het systeem van ‘Kwaliteitsscholen’. Dit geeft ook resultaten in termen van benchmarks. Andere activiteiten zullen binnen de reguliere processen plaats vinden. Voor de 14
15
F. Pijler: Organisatie en financiën
Met ingang van 1 januari 2009 is gestart met een model van professioneel bestuur met een Raad van Toezicht en een Raad van Identiteit. De koppeling met de schoolvereniging is veranderd. De rollen en onderlinge verhoudingen zijn in een tweede statutenwijziging begin 2011 nog weer eens in een meer heldere en eenvoudige vorm beschreven. De Raad van Toezicht heeft besloten vooralsnog niet over te gaan tot de invoering van een tweehoofdig College van Bestuur. Het principebesluit hiervoor ligt er wel. In de zomer van 2009 is besloten om te werken met vier vestigingen als basis voor de organisatie. Ieder van deze vestigingen heeft een directeur. De positie van de medezeggenschap is hierop aangepast. Er is één MR en er zijn vier vestigings MR-en. In verschillende documenten zijn de structuur, de verhoudingen en de procedures in de organisatie vastgelegd. Er zijn geen voornemens hierin de komende periode grote veranderingen door te voeren. De belangrijkste punten die op ons afkomen in de organisatie zijn: • De functiemix: met de invoering van nieuwe functies voor docenten dienen zij ook andere werkzaamheden te verrichten met andere verantwoordelijkheden en bevoegdheden. In het kader van Passend Onderwijs zijn deze in ieder geval volop aanwezig. • Passend Onderwijs: met een nog verdere toename van leerlingen die een geheel eigen aanpak en context nodig hebben vergt dit aanpassingen in de organisatie, mede in relatie met de omgeving van onderwijs en (jeugd-)zorg. Hier zijn en worden voorstellen voor ontwikkeld. • GO|ON: de samenwerking met het gereformeerd primair onderwijs zal leiden tot aanpassingen in de organisatie. Dit is noodzakelijk om doelmatigheid, aansturing, verantwoordelijkheden en bevoegdheden bij elkaar te houden. Besloten is dit allereerst via een organische weg te laten verlopen. Dit zal het noodzakelijk maken om in 2012 volgende stappen te zetten.
In het meerjarenbeeld zijn de voornaamste risicofactoren: • Leerlingenaantallen: volgens de prognoses zet de daling van de afgelopen jaren zich nog voort met de start van 2012 – 2013. In de jaren daarna zal dit in positieve zin bijtrekken. Tegelijk zien we dat we de prognose halen door meer zij-instroom dan voorzien. De instroom in klas 1 blijft achter. Wanneer dit een tendens wordt zitten we met een structureel probleem. Er is daarom veel aandacht voor imago en werving. • Passend Onderwijs: in het kader van Passend Onderwijs wordt veel bezuinigd. Dat betekent dat dit direct en indirect invloed kan hebben op onze mogelijkheden. De grootste risico’s lijken nu te liggen in het gebied IJssel-Vecht (voor de vestiging Zwolle). Dit vergt actief beleid. Gelet op de termijnen waarover de bezuinigingen worden uitgesmeerd lijkt het mogelijk hierop tijdig te anticiperen. • Overheidsbeleid: de overheid is een structureel niet betrouwbare partner waar het gaat om voldoende bekostiging. Tegelijk vraagt de overheid steeds meer in termen van prestaties. Dit alles vraagt om blijvende aandacht voor doelmatigheid, de bereidheid om op een gegeven ogenblik ‘nee’ te zeggen tegen een overheid die ‘meer voor minder’ wil, en om een tijdige structurele aanpak van het taakbeleid waarin nu een tijdelijke bezuiniging zit. Er is geen reden voor een crisisaanpak. Er is ook geen sprake van dermate grote plotsklapse bezuinigingen op korte termijn. Op financieel gebied kan daarom volstaan worden met de reguliere processen in meerjarig perspectief. De uitkomst van de pijler ‘Organisatie en financiën‘ moet zijn: met de bestaande organisatiestructuur, en eventueel kleine aanpassingen daarop, gaan we de inhoudelijke opgaven oppakken. Financieel is voorzichtigheid geboden. Deze zal gericht zijn op een exploitatie die structureel in balans is en een verbeterde liquiditeitspositie.
Financieel is het schooljaar 2011 – 2012 gestart met een positief resultaat in de begroting. Dit is noodzakelijk om een onzekere toekomst met vertrouwen in te gaan, om een negatief resultaat in het schooljaar 2010 – 2011 te compenseren en om weer ruimte te creëren voor een betere liquiditeitspositie. Deze is door de eigen investering in het gebouw in Hardenberg niet rooskleurig.
16
17
5. Verbindingen met en uitwerkingen van het strategisch plan
18
19
‘Christus volgen’, daar begint het mee. We willen leven met de God van de Bijbel. Christus laat zien hoe God van ons houdt en dat we in geloof mogen leven uit genade. In het volgen van Christus laten we onze liefde voor andere mensen zien. De tien Woorden van Gods verbond geven richtlijnen voor het liefhebben van God en onze naasten. ‘Groeien’ Iedereen en alles in Greijdanus groeit, leert en ontwikkelt voortdurend. Dat is een opdracht en een gevolg. We creëren omstandigheden, voor onszelf en voor anderen waarin we op de beste manier kunnen leren en ontwikkelen. (Geïnspireerd door: Matth. 25). ‘Verschil’ Ieder mens is uniek door God geschapen. Daarom heeft iedereen waarde en verdient respect. Ieder mens maakt zijn eigen ontwikkeling door. In ons werk sluiten we aan bij de unieke persoonlijkheid die zo ‘onderweg’ is. Dat geldt voor mensen die moeten of willen ‘bijdragen’ en voor mensen die moeten of willen ‘ontvangen’.(Geïnspireerd door: 1 Cor. 12/ Rom. 12). ‘Samen’ We creëren meerwaarde door ‘verschil’-lende mensen en verbanden bij elkaar te brengen. Ze leren van elkaar. Ze dragen bij aan gemeenschappelijke doelen vanuit hun eigen kracht. (Geïnspireerd door: 1 Cor. 12/ Rom. 12). ‘Dienstbaar’ We zijn meer dan onze ‘juridische posities’ van werknemer, leerling, werkgever. We zijn mensen die op iedere plek geroepen zijn vorm te geven aan ‘liefde’, dienstbaarheid, delen van ‘Gods liefde’. Ook naar de samenleving en de schepping. (Geïnspireerd door diverse teksten1). ‘Verantwoordelijk’ We willen leven vanuit een ‘Identiteit’ die God ons geeft. Tegelijk staat het voor: we leven in een context van regels, normeringen, afspraken en opdrachten waaraan we ons conformeren, die we realiseren, waarop we aanspreekbaar zijn en waarover we ons verantwoorden. Dit vraagt ook offers. (Geïnspireerd door: Matth. 5: 37). ‘Genieten’ En naast dit alles staat dat we (mogen en misschien wel moeten) genieten. Omdat we zoveel gekregen hebben, omdat het ‘zonde’ is als we met tegenzin de dingen doen en het voor iedereen zoveel plezieriger is als we zonder voorwaarden vooraf genieten van en hoe we de dingen doen. (Geïnspireerd door: Prediker 9).
20
1 “Heb uw naaste lief”, “Acht de ander uitnemender dan uzelf”, “En als jullie alleen je broeders en zusters vriendelijk bejegenen, wat voor uitzonderlijks doe je dan? Doen de heidenen niet net zo?”
21
Zwolle
Enschede
038 - 4 698 698
[email protected]
038 - 4 698 530
[email protected]
Hardenberg
Meppel
038 - 4 698 500
[email protected]
038 - 4 698 550
[email protected]
www.greijdanus.nl
22