Straße der Gartenkunst Tuinen en Tuinkunst. zwischen Rhein und Maas tussen Rijn en Maas

Straße der Gartenkunst Tuinen en Tuinkunst zwischen Rhein und Maas tussen Rijn en Maas

News 1-2004

Ein guter Weg

Een goede weg

Nun liegen sie vor Ihnen, die ersten, sehr umfangreichen „news“ zur Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas. Sie sollen das Projekt nun regelmäßig begleiten, dann als pointiert informierender, vierseitiger newsletter. Der Wechsel in der Projektleitung hat dazu geführt, dass es mit der ersten Ausgabe etwas länger dauern musste, als ursprünglich geplant. Nun aber, rechtzeitig zum Beginn des Gartenjahres, bieten wir einen informativen Zwischenbericht zu unserem reizvollen Thema. Fortsetzung folgt. Unsere Pilotuntersuchung zum kulturtouristischen Potenzial der Gärten des Rheinlandes, im Auftrag des NRW Tourismus und der EUROGA 2002plus GmbH von Oktober 2001 bis Juni 2002 durchgeführt, kam bereits zu dem Schluss: Zwischen Rhein und Maas erstreckt sich eine vielfältige Gartenlandschaft, die sich zu einem qualitätvollen touristischen Angebot entwickeln lässt. In der Kulturlandschaft zwischen Rhein und Maas gibt es auf niederländischer wie deutscher Seite eine große Zahl entdeckenswerter historischer Schlossparks, Landschaftsparks, Botanischer Gärten, Villengärten und Friedhöfe. Mit der Auswahl der 2002 vorgestellten „Top sixtysix“ war ein erster Schritt getan. Im Sommer und Herbst 2003 durften wir dann mit der Bereisung im Auftrag des Städtebauministeriums bereits als touristische „Pioniere“ tätig sein: Ziel war es, die Bereitschaft der privaten und öffentlichen Eigner der Gärten auszuloten, sich an einer Vereinigung „Straße der Gartenkunst“ zu beteiligen. Die Resonanz war ermutigend. Parallel etablierten die Gesellschafter der EUROGA mit Unterstützung des Landes die „Netzwerkadministration“ für die Straße der Gartenkunst. Das Ziel: bis Ende 2004 eine Mitgliederorganisation auf den Weg zu bringen, differenzierte Dienstleistungen für die Partner der Straße zu entwickeln und touristisches Marketing zu fördern. Wir freuen uns, dass auch die niederländische „Stichting EUROGA 2002“ beschlossen hat, sich ideell wie materiell weiter zu beteiligen. Sie bringt eine Auswahl von zunächst 58 der schönsten Parks und Gärten in der Provinz Limburg ein. In diesem Jahr liegt weitere, umfangreiche Entwicklungsarbeit vor uns. Wir sind zuversichtlich, 2004 mit Ihrer Unterstützung ein gutes Stück auf der Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas voran zu kommen.

Het eerste, zeer omvangrijke “news” over de “Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas” (Straat der tuinarchitectuur tussen Rijn en Maas) ligt nu voor u. Het zal het project nu regelmatig gaan begeleiden, dan als goed geïnformeerde, veelzijdige, nieuwsbrief. De wisseling in de projectleiding heeft ertoe geleid dat de eerste editie iets langer op zich heeft laten wachten dan oorspronkelijk was gepland. Maar nu, precies aan het begin van het nieuwe seizoen, bieden we een informatief tussenbericht over ons aantrekkelijke thema. Wordt vervolgd. Ons pilotonderzoek naar het cultuurhistorisch potentieel van de tuinen in het Rheinland, dat in opdracht van de NRW Tourismus en de EUROGA 2002plus GmbH van oktober 2001 tot juni 2002 werd uitgevoerd, is reeds afgesloten: tussen Rijn en Maas strekt zich een veelsoortig tuinlandschap uit dat zich laat ontwikkelen tot een toeristisch aanbod van hoge kwaliteit. In het cultuurlandschap tussen Rijn en Maas ligt er zowel aan Nederlandse als aan Duitse zijde een groot aantal historische kasteelparken, landschapsparken, botanische tuinen, villatuinen en begraafplaatsen dat de moeite van het ontdekken waard is. Met de keuze van de in 2002 voorgestelde “Top sixty-six” werd een eerste stap gezet. In de zomer en herfst van 2003 mochten we vervolgens in opdracht van het Ministerie van Stedenbouw reeds als toeristische “pioniers” met het bezoeken van de betreffende parken en tuinen aan het werk gaan: het doel was te peilen in hoeverre eigenaren en beheerders van de tuinen bereid waren om aan een organisatie als “Straße der Gartenkunst” deel te nemen. De respons was bemoedigend. Parallel hiermee zetten genootschappen van de EUROGA met steun van de deelstaat de “netwerkadministratie” op voor de “Straße der Gartenkunst”. Het doel: voor eind 2004 een ledenorganisatie op te zetten, verschillende soorten dienstverlening voor de partners van de “Straße” te ontwikkelen en toeristische marketing te bevorderen. Het doet ons genoegen dat ook de Nederlandse Stichting EUROGA 2002 heeft besloten er zowel ideëel als materieel bij betrokken te blijven. Zij biedt een keuze aan ongeveer 60 van de mooiste parken en tuinen in Limburg. Dit jaar hebben we nog meer omvangrijk ontwikkelingswerk voor de boeg. Wij vertrouwen erop, dat we in 2004 met uw steun een flink stuk van de “Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas” kunnen afleggen.

Gerd Bermbach, Projektkoordinator Gerd Bermbach, projectcoördinator

Vorwort Voorwoord

2 News 1-2004

Nachhaltige Perspektiven

Duurzame perspectieven

Seit der Eröffnung der EUROGA 2002plus im April 2002 präsentierten sich über 100 Projekte mit über 1000 Veranstaltungen in der Region an Rhein und Maas. Die Wirkungen der Vision vom neuen Umgang mit Natur und Landschaft, Kultur und Technik waren allenthalben zu spüren. Das Anliegen, die Schätze in der Region zu heben, also Altes zu bewahren, neu in Wert zu setzen und mit Neuem zu verbinden, ist in zahlreichen Projekten für jedermann konkret erkenn- und erlebbar geworden. Ganz besonders gilt das für die Gartenkunst als zentrales Thema der EUROGA und das „Erbe“ der Dezentralen Landesgartenschau 2002: Die Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas. Sie weist räumlich wie zeitlich über die EUROGA hinaus. Der dezentrale Ansatz der EUROGA mit Projekten und Veranstaltungen in jeder Stadt und Gemeinde der Region hat einen entscheidenden Beitrag dazu geleistet, die regionale Profilierung standortpolitisch nachhaltig zu gestalten. Hochwertige Freizeit- und Kulturangebote – so auch die Gartenkunst – machen einen Raum wirtschaftspolitisch und touristisch attraktiver. Hochwertige Freizeitangebote binden Arbeitskräfte. Die individuelle Schönheit von Gärten und der berechtigte Stolz ihrer Besitzer auf das gepflegte Kulturgut schaffen Identifikation und Bindung. Die Stichting EUROGA 2002 beschloss im September 2003, am Projekt “Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas” teilzunehmen. Nicht nur die erneute deutschniederländische Zusammenarbeit stand im Vordergrund, sondern auch die Überzeugung, dass das gärtnerische Erbe in unserer Region mit der touristischen Vermarktung chancenreich zusammenspielen kann. Wir sind dankbar für die vielfältige Unterstützung öffentlicher Geldgeber für die Projektentwicklung, wir setzen daneben im weiteren nun auf Besucherinteresse und privates Engagement.

Sinds de opening van de EUROGA 2002plus in april 2002 presenteerden meer dan 100 projecten zich met meer dan 1000 evenementen in de regio Rijn en Maas. De effecten van de visie op de nieuwe manier van omgaan met natuur en landschap enerzijds en cultuur en techniek anderzijds, waren overal merkbaar. De wens om de schatten in de regio “op te graven”, derhalve het oude te behouden, opnieuw waarde te geven en met het nieuwe te verbinden, is in talrijke projecten voor iedereen concreet herkenbaar en beleefbaar geworden. Dit geldt in het bijzonder voor de tuinarchitectuur als centraal thema van de EUROGA en het “erfgoed” van de Dezentrale Landesgartenschau 2002 (tuinbouwtentoonstelling): die Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas. Deze gaat, zowel wat ruimte als wat tijd betreft, verder dan de EUROGA. Het gespreide begin van de EUROGA met projecten en evenementen in iedere stad en gemeente in de regio heeft een doorslaggevende bijdrage geleverd aan het duurzaam vormgeven van de regionale profilering op het niveau van de plaatselijke politiek. Een hoogwaardig cultuur- en recreatieaanbod – en hierbij hoort ook de tuinarchitectuur – maken een regio aantrekkelijker op het gebied van economisch beleid en toerisme. Een hoogwaardig recreatieaanbod bindt werknemers. De individuele schoonheid van tuinen en de terechte trots van hun eigenaren over het goed onderhouden cultuurgoed zorgen voor identificatie en binding De Stichting EUROGA 2002 besloot in september 2003 om aan het project “Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas” deel te nemen. Niet alleen de hernieuwde DuitsNederlandse samenwerking stond op de voorgrond, maar ook de overtuiging dat het tuinerfgoed in deze regio kansrijk kan samenwerken met de toeristische marketing. We zijn dankbaar voor de veelvuldige ondersteuning van publieke geldschieters voor de projectontwikkeling, Daarnaast koesteren wij nu hoge verwachtingen van de interesse van bezoekers en particulier engagement.

Vorwort Rainer Schmidt Voorwoord Piet Tillmanns News 1-2004 3

Wie alles anfing ... Die Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas Ganz sicher etwas für Entdecker: Gartenkunst ist ein neues, attraktives touristisches Thema für NordrheinWestfalen. Da sind die Schlösser und Gärten in Ostwestfalen oder im Münsterland. Die Parks der Schwerindustrie zwischen Dortmund und Duisburg haben ihren besonderen Reiz und ein grünes Stadtzentrum aus den zwanziger Jahren bisher kaum beachtet - wie in Oberhausen, ebenfalls. Und die Gärten zwischen Kleve und Brühl und Rhein und Maas: Schätze, die bisher eher ein Geheimtipp waren. Die Initiative der „Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas“ hilft, diese Schätze zu heben. Öffentlich oder privat, Villen-, Schloss- und Stadtgärten oder Friedhöfe – Kleinode historischer Gartenkunst oder moderne Paradiese, sie alle präsentieren sich gemeinsam Bevölkerung und Besuchern. Das liegt im Trend: Neben dem Freizeitgärtnern erleben Gartenreisen in historische oder zeitgenössische Parks und Gärten derzeit einen Boom. Gärten in England, aber auch die Parks der Schlösser an der Loire sind beliebte Reiseziele, Festivals und Gartenschauen ziehen jährlich Hunderttausende begeisterte Besucher an.

Potenzial Das Rheinische Amt für Denkmalpflege des Landschaftsverbandes Rheinland schätzt seine „grünen“ Anlagen auf rund dreitausend - vom Stadtplatz bis zum Klostergarten. Eine Untersuchung im Auftrag des NordrheinWestfalen Tourismus e.V. brachte es im Sommer 2002 an den Tag: Zwischen Rhein und Maas erstreckt sich eine vielfältige Gartenlandschaft von unschätzbarem, kulturellem Wert. (PDF-Dokument unter www.nrw-tourismus.de). Aus einer in Abstimmung mit dem Rheinischen Amt aufgestellten Liste mit zunächst rund 950 Schloss- und Landschaftsparks, Klostergärten, kommunalen Grünanlagen, botanischen Gärten, Arboreten, Gartenschauen sowie Villen- und Hausgärten der Region zwischen Rhein und Maas blieben im Frühsommer 2002 schließlich 66 Anlagen als „Top sixtysix“ über. Sie wurden von den Bearbeitern für ein thematisches (offenes und erweiterbares) Routenprogramm nach ihrem kunsthistorischen und gartenkulturellen Stellenwert, ihrer Erreichbarkeit, dem Pflegezustand und der Trägerschaft ausgewählt.

Imma Schmidt 4

Das Projekt News 1-2004

In einem ersten Schritt stellten sich die sieben Parks der Dezentralen Landesgartenschau 2002 „Gartenkunst am Mittleren Niederrhein“ im Rahmen der 2. NRW-Regionale EUROGA 2002plus unter das Thema einer regionalen touristischen Entwicklung. Sie präsentierten sich als „Kern“ der Straße der Gartenkunst und als Publikumsmagnet und lockten im Sommer 2002 rund zwei Millionen Besucher. Bereits im Dezember 2001 fanden sich in einem von der Stiftung Schloss Dyck organisierten Auftaktworkshop 30 Anlagen zu einem informellen Verbund zusammen und stellten sich gemeinsam in einem Flyer unter dem Namen „Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas“ vor. Die ursprünglich im Rheinischen Amt für Denkmalpflege kreierte Idee einer touristischen Straße, die auch private Gartenbesitzer anspricht, passte sehr gut zu diesen Aktivitäten, über die Region und den Zeitraum der Präsentation der Landesgartenschau hinaus zu denken. Die vielfältigen Gärten zwischen Kleve und Brühl sind aber nicht nur eindrucksvolle, kulturhistorische Schätze für Eingeweihte, sondern ein Beitrag zur regionalen und wirtschaftlichen Entwicklung. Die Straße der Gartenkunst mit ihren gartenhistorischen Besonderheiten und Alleinstellungsmerkmalen sowohl in NRW wie bundesweit gehört selbstverständlich zu den weichen Standortfaktoren und eröffnet neue Perspektiven für das regionale Marketing. Insgesamt zwanzig sanierte kulturhistorische Parks der Region präsentierte die EUROGA in den Jahren 2002 und 2003. Ein guter Anfang, der auch dazu führte, dass die „Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas“, stellvertretend für die Straßen der Gartenkunst in NRW, am 8. Januar 2003 zu einem der Leitprojekte der Landes-Initiative StadtBauKultur (www.stadtbaukultur.nrw.de) gekürt wurde.

bewährten Zusammenarbeit während der EUROGA gab vor allem die Überzeugung den Ausschlag, dass auch das gartenkünstlerische Erbe auf niederländischer Seite geeignet ist, zusammen mit dem rheinischen Potenzial chancenreich touristisch vermarktet zu werden. In Limburg wurde mit vielfältiger Unterstützung, beispielsweise der Stiftung Tuinpad Fleuregio oder dem Monumentenhuis Limburg, die Erfassung durchgeführt. In der zweiten Jahreshälfte des Jahres 2003 ermittelte zudem das Untersuchungsteam der Vorstudie, wieder unter Leitung des Landschaftsarchitekten Gerd Bermbach, im Auftrag des Städtebauministeriums in einer Bereisungsaktion die Bereitschaft der privaten und öffentlichen Eigner der Gärten, sich an einer Organisation der Straße der Gartenkunst zu beteiligen. Die Resonanz war gut und mündet nun, im Frühjahr 2004, in Informationsveranstaltungen und Workshops für Touristiker und potenzielle Mitglieder einer Organisation der Gärten und Gartenbesitzer. Rund sechzig auf deutscher und ebensoviele Anlagen auf niederländischer Seite geben nun ein beeindruckendes und qualitativ hochwertiges Gründungspotenzial für die „Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas“ ab. Die Gartenhighlights und kleineren Gartenensembles in der Region zwischen Rhein und Maas lassen sich nach Ansicht von Kommunen, Stadtmarketingexperten, Touristikern und Gartenprofis als hochwertige touristische „Produkte“ entwickeln und so als Teil des regionalen Profils vermarkten. Gartenkunst ist mit der EUROGA zu einem wichtigen Faktor der Wirtschafts- und Strukturpolitik im Rheinland und einer nachhaltig lebenswerten Umwelt für die Bürger und Besucher ganz Nordrhein-Westfalens geworden. Es verspricht spannend zu werden im „Gartenland NRW“!

Netzwerk Ebenfalls 2003 einigten sich die Gesellschafter der EUROGA darauf, die Ergebnisse ihrer Aktivitäten im Feld der Gartenkunst längerfristig zu sichern. Sie etablierten bis Ende 2004 auf Basis einer gemeinsamen politischen Willenserklärung, der Dycker Erklärung, mit Unterstützung die „Netzwerkadministration Straße der Gartenkunst“, mit dem Ziel, differenzierte Dienstleistungen für die Partner der Straße und touristisches Marketing zu fördern. Ein Internetauftritt ist in Vorbereitung. Die niederländische „Stichting EUROGA 2002“ hat im September 2003 beschlossen, sich ideell wie materiell an der Straße der Gartenkunst zu beteiligen. Neben der

Imagegewinn Gärten in neuem Glanz Anfang der 90er Jahre entstand in der Region um Düsseldorf die Idee, eine europäische Gartenschau zwischen Rhein und Maas zu entwickeln. Die wandelte sich zu einem nachhaltigen, regionalpolitischen Ansatz und mündete in der 2. NRW Regionale EUROGA 2002plus. Eine Gartenschau sollte es trotzdem geben. Die Region um Düsseldorf erkannte die Gärten und Parks als eine ihrer herausragendsten Begabungen.

Anfang 1998 filterte sie aus zunächst 40 Parks sieben für die Landesgartenschau heraus. Kriterien für die Auswahl waren die regionale Bedeutung der Anlagen, ihre (öffentliche) Zugänglichkeit und der Erhaltungszustand der historischen Substanz. Die ins Visier genommenen Gärten stammten zudem überwiegend vom rheinischen Gartenarchitekten Maximilian Friedrich Weyhe (1775 – 1846). Die Dezentrale Landesgartenschau 2002 war eines der bedeutendsten Leitprojekte der EUROGA. Neben ihrer – bundesweit in dieser Form erstmaligen – Dezentralität griff sie in einmaliger Weise das ‚Wieder-in-Wert-setzen‘ von historischen Parks und deren Neuinszenierung auf. Die nach historischen Entwürfen wiederhergestellten Parks bieten nun eine Zeitreise durch die Gartenkunst bis hin zur zeitgenössischen Landschaftsarchitektur der Gartenkabinette im Miscanthus (Chinaschilf) auf Schloss Dyck. Dort ist ein neuer Park in Ergänzung zum historischen Schlosspark entstanden – der innovative Entwurf des Landschaftsarchitekten Stephan Lenzen, die „Neuen Gärten“ auf dem Dycker Feld, beeindruckt Besucher und Fachleute. Hinzu kamen die - erfolgreichen - Bestrebungen, in Schloss Benrath ein Europäisches Gartenkunstmuseum und am Mittelpunkt der Landesgartenschau Schloss Dyck das Zentrum für Gartenkunst und Landschaftskultur zu gründen.

Engagement In Großbritannien, Frankreich und den Niederlanden werden Gärten zunehmend als touristische Markensäule entwickelt. Gärten in Großbritannien und Frankreich verzeichnen jährliche Besucherzahlen von jeweils 15 Millionen. Mit über 20 Prozent erreichten britische Gärten in den letzten zehn Jahren die drittstärkste Wachstumsrate unter den touristischen Sehenswürdigkeiten. Mit der Einführung einer Gartenroute steigerten auch die Anlagen entlang der „Route des jardins Centre – Île de France – Normandie“ die Besucherzahlen innerhalb der ersten drei Jahre um 15 Prozent. Seit Ende der 90er Jahre sprießen auch in Deutschland Gartenmessen, –märkte und –festivals aus dem Boden. Pro Jahr strömen derzeit Hunderttausende nach Bad Muskau, in die Herrenhäuser oder die Potsdamer Gärten und das Dessau-Wörlitzer-Gartenreich. Diese Besucher bedeuten Einnahmen. Auch wenn die Zahlen aus England und Frankreich vielleicht nicht eins zu eins auf NRW übertragbar sind, zeichnen sich vielversprechende regionale Entwicklungsperspektiven und messbare regionale Beschäftigungseffekte ab. Hinzu kommt, dass Natur und gestaltete

Imma Schmidt News 1-2004

Das Projekt 5

Hoe alles begon… Gärten das Image einer Kommune und einer Region entscheidend positiv prägen. Die EUROGA beispielsweise hat bei zahlreichen Unternehmen positive Bekenntnisse zum Standort und entsprechendes Engagement ausgelöst. Das Museum der europäischen Gartenkunst, Schloss Benrath und das Zentrum für Gartenkunst und Landschaftskultur, Schloss Dyck arbeiten derzeit unter anderem mit dem Ziel zusammen, 300 Jahre Gartengeschichte mit der aktuellen Auseinandersetzung um die Zukunftsfähigkeit unserer Stadtlandschaften zu verzahnen. Ein gemeinsames wissenschaftliches Institut mit universitären Partnern (derzeit Heinrich-Heine Universität Düsseldorf und RWTH Aachen) für Ausbildung und Forschung in der Gartendenkmalpflege soll mittelfristig daraus entstehen. Schloss Dyck, das Zentrum für Gartenkunst und Landschaftskultur, ist zudem Leadpartner im Interreg III B Projekt (siehe gesonderter Beitrag). (is)

“Die Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas” Beslist iets voor ontdekkers: tuinarchitectuur is een nieuw, aantrekkelijk, toeristisch thema voor Noordrijn-Westfalen. Zo zijn er de tuinen en kastelen in Ostwestfalen en Münsterland. De parken van de zware industrie tussen Dortmund en Duisburg hebben hun speciale bekoorlijkheid en een groen stadscentrum uit de jaren twintig – waar tot nu toe nauwelijks aandacht aan is besteed – en zo ook in Oberhausen. En de tuinen tussen Kleef, Brühl en Rijn en Maas: schatten, die tot nu toe eerder een geheime tip waren. De initiatieven van de “Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas” helpt om deze schatten “op te graven”. Publiek of particulier, villa-, kasteel- of stadstuinen en begraafplaatsen – tuinarchitectonische juweeltjes of moderne paradijsjes, allemaal presenteren ze zich gezamenlijk aan de bevolking en aan bezoekers. Het is de trend: behalve tuinieren beleven tuinreizen naar historische en hedendaagse tuinen en parken op het ogenblik een boom. Tuinen in Engeland, maar ook parken bij kastelen aan de Loire zijn geliefde reisbestemmingen; festivals en tuinbouwtentoonstellingen trekken jaarlijks honderdduizenden enthousiaste bezoekers.

Potentieel Het Rheinische Amt für Denkmalpflege (departement voor monumentenzorg) van het Landschaftverband Rheinland schat het aantal “groene” parken - van stadspark tot kloostertuin - op rond de drieduizend. Een onderzoek in opdracht van Nordrhein-Westfalen Tourismus e.V. bracht het in de zomer van 2002 aan het licht: tussen Rijn en Maas strekt zich een veelsoortig tuinlandschap uit dat van onschatbare culturele waarde is. (De studie kan men als pdf-document vanaf www.nrw-tourismus.de downloaden.) Na een, in overleg met het Rheinische Amt, opgestelde lijst met aanvankelijk rond de 950 kasteel- en landschapsparken, kloostertuinen, gemeenteplantsoenen, botanische tuinen, arboreta, tuinbouwtentoonstellingen, villa- en huistuinen in de regio tussen Rijn en Maas, bleven er in het voorjaar van 2002 uiteindelijk 66 parken als “Top sixty-six” over. Ze werden door de betreffende ambtenaren uitgekozen voor een thematisch (openbaar en uit te breiden) routeprogramma, overeenkomstig hun kunsthistorische betekenis, bereikbaarheid, staat van onderhoud en verantwoordelijke instantie.

Imma Schmidt 6

Das Projekt News 1-2004

Als eerste stap plaatsten de zeven parken van de Dezentrale Landesgartenschau 2002 “Gartenkunst am mittleren Niederrhein” zich in het kader van de tweede NRW regionale EUROGA 2002plus onder het thema van een regionale toeristische ontwikkeling. Ze presenteerden zich als “kern” van de “Straße der Gartenkunst” en als publieksmagneet en trokken in de zomer van 2002 rond de twee miljoen bezoekers. Reeds in december 2001 kwamen de vertegenwoordigers van 30 parken informeel samen tijdens een door de Stichting Kasteel Dyck georganiseerde inleidende workshop. In een flyer presenteerden ze zich gezamenlijk onder de naam “Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas”. Het oorspronkelijk op het Rheinische Amt für Denkmalpflege gecreëerde idee van een toeristische straat die ook particuliere tuineigenaren aanspreekt, paste heel goed bij deze activiteiten: het verder denken dan de regio en de duur van de tuinbouwtentoonstelling. De veelsoortige tuinen tussen Kleve en Brühl zijn echter niet alleen indrukwekkende, cultuurhistorische schatten voor ingewijden, maar vormen ook een bijdrage aan de regionale en economische ontwikkeling. De “Straße der Gartenkunst” met zijn tuinhistorische bijzonderheden en op zichzelf staande kenmerken, zowel in NRW als landelijk, behoort natuurlijk tot de zachte factoren en opent nieuwe perspectieven voor de promotie van de regio. In totaal werden er in 2002 en 2003 door de EUROGA twintig opgeknapte cultuurhistorische parken uit de regio gepresenteerd. Dat was een goed begin, wat er ook toe leidde dat de “Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas”, als vervanging van “Straßen der Gartenkunst” in NRW, op 8 januari 2003 tot een van de hoofdprojecten van de Landes-Initiative StadtBauKultur (www.stadtbaukultur.nrw.de) werd uitverkozen.

Netwerk Tevens bereikten de genootschappen van de EUROGA overeenstemming over het op de lange termijn waarborgen van de resultaten van hun activiteiten op het gebied van tuinarchitectuur. Ze stelden voor eind 2004 op basis van een gezamenlijke politieke wilsverklaring de Dycker verklaring op, met steun van de “Netzwerkadministration Straße der Gartenkunst”, met als doel gedifferentieerde diensten voor de partners van de “Straße” en toeristische marketing te bevorderen. Op dit moment wordt er aan een internetsite gewerkt.

De Nederlandse Stichting EUROGA 2002 heeft in september 2003 besloten om zowel ideëel als materieel aan de “Straße der Gartenkunst” deel te nemen. Behalve de bewezen samenwerking tijdens de EUROGA, gaf met name de overtuiging dat ook het tuinarchitectonische erfgoed in Nederland geschikt is om met het potentieel van het Rijnland kansrijk toeristisch vercommercialiseerd te worden, de doorslag. In Limburg worden op het ogenblik met veelsoortige ondersteuning van, bijvoorbeeld, de stichting Tuinpad Fleuregio en het Monumentenhuis Limburg, geschikte parken in de lijst opgenomen. In opdracht van het Ministerie voor Stedenbouw en wederom onder leiding van landschapsarchitect Gerd Bermbach, verrichtte het onderzoeksteam bovendien in de tweede helft van 2003 een voorstudie naar de bereidheid van beheerders en particuliere eigenaren van de tuinen om deel te nemen aan een organisatie van de “Straße der Gartenkunst”. De respons was positief en mondt nu, begin 2004, uit in informatie-evenementen en workshops voor toeristische organisaties en potentiële leden van een organisatie van tuinen en tuineigenaren. Rond de zestig Duitse en Nederlandse parken vormen nu een indrukwekkend en kwalitatief hoogwaardig potentieel voor de oprichting van “Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas”. Volgens gemeenten, die deskundig zijn op het gebied van stadspromotie, laten tuinhighlights, kleinere tuinensembles in de regio Rijn en Maas, toeristische organisaties alsmede tuindeskundigen, zich ontwikkelen tot hoogwaardige toeristische “producten” en op die manier, als deel van het regionaal profiel, vercommercialiseren. Tuinarchitectuur is met de EUROGA tot een belangrijke factor geworden van de economische en structuur-politiek in het Rijnland en een duurzame, leefbare omgeving voor de burgers en bezoekers van heel Noordrijn-Westfalen geworden. Het belooft spannend te worden in “Gartenland NRW”!

Imagovoordeel Tuinen in nieuwe glorie In het begin van de jaren negentig ontstond er in de regio rond Düsseldorf het idee om een Europese tuinbouwtentoonstelling tussen Rijn en Maas te ontwikkelen. Dit idee werd een duurzaam, regionaal-politiek begin en mondde uit

Imma Schmidt News 1-2004

Het project 7

Gartenreise in de tweede NRW Regionale EUROGA 2002plus. Een tuinbouwtentoonstelling moest er evengoed komen. De regio rond Düsseldorf besefte dat de tuinen en parken enkele van zijn markante pluspunten zijn. Begin 1998 werden er, uit bijna 40 parken, zeven voor de tuinbouwtentoonstelling gekozen. Criteria voor de keuze waren het belang van de parken voor de regio, hun (openbare) toegankelijkheid en de staat van onderhoud van het historische gedeelte. De tuinen die men op het oog had, waren bovendien voor het merendeel het werk van de tuinarchitect Maximilian Friedrich Weyhe (1775 – 1846)uit het Rijnland. De Dezentrale Landesgartenschau 2002 was een van de belangrijkste hoofdprojecten van de EUROGA. Behalve hun – landelijk de eerste in deze vorm – gespreide opzet, pakten ze, op eenmalige wijze, het “weer-waardegeven” van historische parken en hun nieuwe functie op. De, naar historische ontwerpen, opnieuw aangelegde parken bieden thans een tijdreis door de tuinarchitectuur tot aan de hedendaagse landschapsarchitectuur van de tuinkabinetten in Miscanthus (Chinaschilf) op kasteel Dyck. Daar is ter vervanging van het historische kasteelpark een nieuw park ontstaan – het innovatieve ontwerp van landschapsarchitect Stephan Lenzen, de “Nieuwe Tuin” op het “Dycker Feld”, maakt indruk op zowel bezoekers als collega-architecten. Daarbij kwamen de – succesvolle – pogingen om in slot Benrath een Europees tuinarchitectuurmuseum op te richten en in het hart van de tuinbouwtentoonstelling kasteel Dyck het Zentrum für Gartenkunst und Landschaftskultur (centrum voor tuinarchitectuur en landschapscultuur).

Engagement In Groot-Brittannië, Frankrijk en Nederland worden tuinen in toenemende mate tot toeristische trekpleisters ontwikkeld. Tuinen in Groot-Brittannië en Frankrijk tellen ieder jaar 15 miljoen bezoekers. Britse tuinen bereikten met meer dan 20% het op twee na hoogste groeipercentage van de toeristische bezienswaardigheden. In de eerste drie jaar na de invoering van een tuinroute stegen ook de bezoekersaantallen van de parken langs de “Route des jardins Centre – Île de France – Normandie” met 15 procent. Sinds eind jaren negentig schieten er ook in Duitsland tuinbeurzen, markten en festivals uit de grond. Op het ogenblik stromen er per jaar honderdduizenden mensen naar Bad Muskau, de landhuizen of de Potzdamer Gärten en het

Imma Schmidt 8

Het project News 1-2004

Dessau-Wörlitzer-Gartenreich. Deze bezoekers betekenen inkomsten. Ook als de aantallen bezoekers die men in GrootBrittannië en Frankrijk telt, niet rechtstreeks vertaalbaar zijn naar NRW, tekenen er zich veelbelovende regionale ontwikkelingsperspectieven af, alsmede meetbare effecten op de regionale werkgelegenheid. Bovendien hebben natuur en tuinen een positieve uitwerking op het imago van een gemeente en een regio. Zo heeft de EUROGA bij talrijke bedrijven voor een positieve betekenis voor de plaats en overeenkomstige verbintenissen gezorgd. Het Museum voor Europese Tuinarchitectuur, slot Benrath en het Zentrum für Gartenkunst und Landschaftskultur en kasteel Dyck werken op het ogenblik samen, met onder andere als doel om 300 jaar tuingeschiedenis te verbinden met de actuele discussies over de toekomst van onze stadslandschappen. Hieruit dient op de middellange termijn een gezamenlijk wetenschappelijk instituut te ontstaan met universitaire partners (thans de Heinrich-Heine Universität Düsseldorf en RWTH Aachen) voor opleiding in en onderzoek naar het onderhoud van monumentale tuinen. Kasteel Dyck, het Zentrum für Gartenkunst und Landschaftkultur, is bovendien leadpartner in het Interreg-III-B-project (zie afzonderlijke bijdrage) (is)

Parforce-Ritt durch die Gartenkultur im Rheinland Der heiße Sommer und der wunderschöne Herbst 2003 waren optimale Voraussetzungen für den Besuch der Eigentümer oder Verwaltungen der Parks und Gärten, die in der Vorstudie als Kandidaten für die „Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas“ ausgewählt worden waren. In der im Sommer 2002 auf Schloss Dyck vorgestellten Studie ging es im ersten Schritt ausschließlich um die Feststellung des „Potenzials“. Die Eigentümer konnten im damaligen Untersuchungsrahmen nur ansatzweise einbezogen werden. Dies nun nachzuholen, war Ziel der Bereisung im Auftrag des Ministeriums für Städtebau, Wohnen, Kultur und Sport. Die öffentlichen und privaten Eigner der Gärten sollten besucht, das Projekt erläutert und Wünsche und Anregungen entgegen genommen werden. Das Team bestand aus dem Landschaftsarchitekten Gerd Bermbach und der Geografin Sonja Rempe, die als Fachfrau für Tourismus das Projekt künftig koordinieren sollte. Sie schied jedoch auf eigenen Wunsch im Dezember 2003 aus. Wir fühlten uns ein wenig als Pioniere, die ein Terrain sondierten, das künftig einer größeren Zahl von Garteninteressierten zugänglich gemacht werden könnte.

Kreuz und quer Beginnend im August mit den Villenvierteln von VelbertLangenberg und im Dezember in der Eifel endend, führte die Bereisung über insgesamt 4.700 Kilometer kreuz und quer durchs Rheinland: von Königswinter und der Eifel im Süden, entlang des Rheins durch die großen Städte Bonn, Köln und Düsseldorf mit Abstechern nach Aachen und ins Bergische Land und schließlich in die weite Landschaft des mittleren und unteren Niederrheins zwischen Krefeld, Mönchengladbach, Xanten, Wesel und Kleve. So unterschiedlich wie die Landschaften zwischen Drachenfels und Eltener Berg waren auch die Gärten, Parks und deren Eigentümer. Bunt gemischt reihten sich Besuche bei Schlossverwaltungen, in den Grünflächenämtern von Großstädten und kleineren Kommunen, in den Gärten des Bundespräsidenten und des Bundeskanzlers in Bonn, den Arboreten und Botanischen Gärten der Universitäten und Stiftungen aneinander. Dazu kamen - unverzichtbar - die privaten Kleinode im Besitz des rheinischen Adels und anderer privater Eigentümer.

Insgesamt waren es 100 Anlagen. Diese Zahl setzte sich zusammen aus den „Top 66“ der Vorstudie, allen EUROGAAnlagen, den Anlagen aus dem freiwilligen Verbund von 2001 (‚Flyer’) mit Ausnahme der niederländischen Anlagen, einigen Nachnominierungen des Rheinischen Amts für Denkmalpflege sowie Einzelgärten in den Villenvierteln, die in der Vorstudie pauschal als „Villenviertel“ erfasst waren. Natürlich waren wir überzeugt von der Idee einer „Straße der Gartenkunst“. Auch davon, dass es sich lohnen würde, das Thema mit den rund 70 unterschiedlichen Besitzern zu diskutieren. Trotzdem waren wir doch überrascht von der fast durchweg positiven Resonanz und dem freundlichen Empfang. Nur ganz vereinzelt mochten sich Eigentümer mit dem Projekt nicht befassen.

Erfrischend Wir wurden mit Fachwissen empfangen, mit Begeisterung durch die Gärten geführt und opulent bewirtet: Selbstgebackene Obstkuchen, eigener Apfelsaft, Adventsplätzchen oder die festlich gedeckte Kaffeetafel im Amtssitz des Bundespräsidenten bleiben unvergessen. In den persönlichen Begegnungen spiegelte sich jener Enthusiasmus, der sich mit dem Gartenreichtum des Rheinlandes verbindet. Kooperationsbereitschaft, wohin wir kamen. Auch das „offene Portemonnaie“ des Landes zur Sanierung der eigenen Anlagen wurde nicht automatisch eingefordert - wäre selbstredend jedoch nicht unwillkommen. Stattdessen gab es offene, in manchen Punkten auch erfrischend kontroverse Diskussionen. Wir konnten Hoffnungen, Wünsche und Anregungen, aber auch Bedenken mitnehmen, die in die weitere Bearbeitung des Themas und als Grundlage einer Vereinsgründung einfließen werden. Alle Eigner wünschen ein Netzwerk, gemeinsame Darstellung im Internet, in Broschüren oder Flyern, eine diskrete Ausschilderung und ein gemeinsames Logo. Die Träger der öffentlichen Hand verstehen ihre Parks und Gärten nicht nur als Erholungsgrün, sondern streben an, das Kulturgut „Park und Garten“ als solches Bürgern und Politikern nahe zu bringen. Über die Plattform eines Netzwerkes könnten Kulturveranstaltungen, die zum Thema passen, organisiert werden. Der Aspekt der Pflege der wertvollen Anlagen (als ein die Vielfalt städtischer Umwelt erhöhender und damit „weicher Wirtschaftsfaktor“) spielt eine wichtige Rolle. Wünsche und Anregungen der Privatbesitzer richten sich auf die Unterstützung und Beratung in gartenfachlicher,

Gerd Bermbach News 1-2004

Bereisung 9

Tuinreis denkmalpflegerischer, finanzieller und juristischer Hinsicht. Bei letzterer stehen Probleme der Verkehrssicherungspflicht im Vordergrund. Ein Forum für Leistungen und Produkte, die in einzelnen Gärten angeboten werden (Obst und Gemüse aus eigenem Anbau, Kunsthandwerk), zu haben sowie der Erfahrungsaustausch mit anderen Garteneigentümern wurden als Wunsch häufig formuliert.

Kelter Europas Vielfältige Überlegungen ergaben sich zur „Touristischen Vermarktung“ mit den Gegenpolen von Gartenkunst und Parkplätzen, wertvollen, historischen Strukturen und der Notwendigkeit von Toiletten, botanischer Sammlung und Kinderspielangeboten. Die Bereitschaft, die Gartenschätze zu zeigen, ist vorhanden. Genau so selbstverständlich ist aber auch das Bedürfnis, die Privatsphäre und persönliche Ungestörtheit im eigenen Garten zu wahren. Die Sorgen um Verschmutzung, gar Zerstörung (und damit verbundenen Kosten) wurden ebenfalls wiederholt zum Ausdruck gebracht. Bei nur temporär offenen Gärten sollen die Öffnungszeiten verbindlich geregelt werden, damit ein „Ansturm“ von Gartenbesuchern steuerbar wird und der private Bereich gesichert bleibt. In diesem Zusammenhang haben wir das schöne Thema der Villenviertel und ihrer Gärten vorerst aufgegeben. Genau hier überwogen Bedenken, so dass eine hinreichende Anzahl von Gärten nicht zustande kam, mit der eine solch komplexe Thematik anschaulich zu gestalten wäre. Ganz im Sinne des Dramatikers Carl Zuckmayer, der für die Völkervielfalt des Rheinlandes als Schmelztiegel der Kulturen den Begriff der „Kelter Europas“ prägte, lässt sich auch in Bezug auf die wertvollen Gärten ein Universum von vielfältig beeinflussten Stilrichtungen belegen. Die großen Parks von europäischem Rang stehen neben Botanischen und Ausstellungs- und Gartenschaugärten. Vielgestaltige Kräuter-, Rosen- und Staudengärten ergänzen die Gartenkultur des Rheinlands. Gartenkünstler wie Dominique Girard, Maximilian Friedrich Weyhe, Peter Josef Lenné, Nicolas de Pigage, Paul Schultze-Naumburg, Mies von der Rohe, Fritz Schumacher und Fritz Encke hinterließen uns zeittypische Gartenspuren, die der (Wieder-)entdeckung harren. Christliche und jüdische Friedhöfe als Abbilder der jeweiligen Zeit und letzte Ruhestädte ihrer Exponenten vervollständigen das gartenkulturelle Spektrum. Robert und Clara Schumann, Maximilian Friedrich Weyhe, Leonhard Tietz oder Willy Millowitsch haben hier ihre letzte Ruhe gefunden.

Gerd Bermbach Bereisung 10

News 1-2004

Tuinen en Tuinkunst tussen Rijn en Maas Kulturell-freundschaftliche Beziehungen, die im Rahmen der EUROGA 2002plus zur Provinz Limburg in den Niederlanden gewachsen sind, führen nun auch dazu, dass die „Straße der Gartenkunst“ nicht am Rhein endet, sondern zur Maas fortsetzt. Gartenenthusiasten wie Loek Peters und Piet Tillmanns haben ebenfalls die regional bedeutsamen Gärten bereist und historische wie moderne Gärten in Limburg für die Straße der Gartenkunst ausgesucht. Über die Landesgrenze hinweg können die Besucher demnächst auf der gemeinsamen Straße der Gartenkunst historische und künstlerische Verbindungen und Parallelen, aber auch Unterschiede nachvollziehen. Unser Dank gilt allen Eigentümern für die freundliche Aufnahme, das große Interesse am Thema und die Bereitschaft, sich weiter entlang der „Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas“ zu engagieren. (gb)

Parforsrit door de tuincultuur in het Rijnland De hete zomer en de prachtige herfst van 2003 vormden optimale voorwaarden voor het bezoek aan de eigenaren en beheerders van de parken en tuinen die in de voorstudie als kandidaten voor de “Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas” waren uitgekozen. In de studie die in de zomer van 2002 op kasteel Dyck was voorgesteld, ging het in eerste instantie uitsluitend om vaststelling van het “potentieel”. De eigenaren konden er in het toenmalige onderzoekskader slechts in het begin bij worden betrokken. Het bezoeken van de betreffende parken en tuinen, wat in opdracht van het Ministerie voor Stedenbouw, Wonen en Cultuur gebeurde, had als doel dit in te halen. De eigenaren van particuliere en openbare tuinen moesten worden bezocht, het project moest nader worden toegelicht en wensen en suggesties in ontvangst worden genomen. Het team bestond uit landschapsarchitect Gerd Bermbach en geografe Sonja Rempe, die als deskundige op het gebied van toerisme het project voortaan zou coördineren. In December 2003 nam ze echter op eigen verzoek ontslag. We voelden ons een beetje als pioniers die een terrein verkenden dat voortaan voor een groter aantal tuinliefhebbers toegankelijk gemaakt zou kunnen worden.

Kriskras Beginnend in augustus met de villawijk VelbertLangenberg en eindigend in december in de Eifel, gingen de bezoeken langs een, in totaal 4700 kilometer lange, route kriskras door het Rijnland: van Königswinter en de Eifel in het zuiden langs de Rijn door de grote steden Bonn, Keulen en Düsseldorf, met uitstapjes naar Aken en het Bergische Land en ten slotte naar het weidse landschap in de middenen beneden-Niederrhein tussen Krefeld, Mönchengladbach, Xanten, Wesel en Kleef. De tuinen, parken en hun eigenaren verschilden al net zoveel van elkaar als de landschappen tussen Drachenfels en Eltener Berg. Bezoeken aan kasteelbeheerders, plantsoenendiensten in grote steden en kleinere gemeenten, tuinen van de bondspresident en bondskanselier in Bonn, en de arboreta en botanische tuinen van de universiteiten en stichtingen regen zich tot een bonte mengeling aaneen. Daarbij kwamen – onontbeerlijk – de particuliere juweeltjes die in het bezit zijn van de adel in het Rijnland, alsmede andere particuliere eigendommen.

In totaal waren er 100 parken. Dit aantal was samengesteld uit de “Top sixty-six” van de voorstudie, allemaal EUROGA-parken, de parken uit de vrijwillige bond van 2001 (“Flyer”), met als uitzondering de Nederlandse parken, enkele later door het Rheinische Amt für Denkmalpflege toegevoegde nominaties, alsmede afzonderlijke tuinen in de villawijken, die in de voorstudie gezamenlijk als “villawijk” in de lijst waren opgenomen. Natuurlijk waren we overtuigd van het idee van een “Straße der Gartenkunst”. En ook van het feit dat het zou lonen om met de ongeveer 70 bezitters over het thema van gedachten te wisselen. Toch waren we verrast door de bijna zonder uitzondering positieve respons en de vriendelijke ontvangst. Eigenaren wilden niet afzonderlijk aan het project meedoen.

Verfrissend We werden met kennis van zaken ontvangen, enthousiast door de tuin geleid en overvloedig onthaald: de zelfgebakken vruchtentaart, het zelfgemaakte appelsap, de adventkoekjes en de feestelijk gedekte koffietafel in het dienstgebouw van de bondspresident zijn onvergetelijk. Tijdens de persoonlijke ontmoetingen werd het soort enthousiasme weerspiegeld dat zich met de rijkdom aan tuinen in het Rijnland verbindt. Bereidheid tot samenwerking – daar kwamen we ook voor. Ook de “blanco cheque” van de deelstaat voor de opknapbeurt van de eigen parken werd niet automatisch opgeëist – maar zou natuurlijk niet onwelkom zijn. In plaats daarvan waren er open, op sommige punten ook verfrissend controverse, discussies. We konden verwachtingen, wensen en suggesties, maar ook twijfels meenemen die in de verdere uitwerking van het thema en als basis van de oprichting van een vereniging zullen worden gebruikt. Alle eigenaren willen een netwerk, een gezamenlijke website, brochure of flyer, een discrete bewegwijzering en een gemeenschappelijk logo. De verantwoordelijke beheerders beschouwen hun tuinen en parken niet alleen als groen recreatiegebied, maar streven ernaar het cultuurgoed “Park en Tuin” als zodanig dichter bij de burgers en de politiek te brengen. Via de basis van een netwerk zouden culturele evenementen georganiseerd kunnen worden die bij het thema passen. Het aspect van het onderhoud van de waardevolle parken (als “zachte economische factor” die aan de veelsoortigheid van de stedelijke omgeving bijdraagt) speelt een belangrijke rol.

Gerd Bermbach

Bezoeken van parken en tuinen

News 1-2004 11

Gärten und Parks der potenziellen Gründungsmitglieder

De potentiële medeoprichters met hun parken en tuinen

Rheinland Wensen en suggesties van de particuliere eigenaren zijn gericht op steun en advies op tuinarchitectonisch, financieel en juridisch gebied. In het laatste geval staan problemen met betrekking tot de plicht tot verkeersveiligheid op de voorgrond. Vaak werd de wens uitgesproken dat men een forum zou willen hebben voor diensten en producten die in de afzonderlijke tuinen worden aangeboden (groente en fruit van eigen teelt, kunstnijverheid), alsmede een uitwisseling van ervaringen met andere tuineigenaren.

Druivenpers van Europa Veelvuldig overleg leidde tot de “toeristische vercommercialisering” met de tegenpolen tuinarchitectuur en parkeerterreinen, waardevolle, historische structuren en de noodzakelijke aanwezigheid van toiletten, een botanische collectie en speelwerktuigen. De bereidheid om de tuinschatten te tonen is er, maar al net zo vanzelfsprekend is ook de behoefte om de privé-sfeer te beschermen en ongestoord in eigen tuin te kunnen zitten. Zorgen over vervuiling, zelfs vernieling (en de daarmee verbonden kosten), werden eveneens herhaaldelijk kenbaar gemaakt. Bij tuinen die slechts tijdelijk zijn geopend, dienen de openingstijden bindend geregeld te worden, opdat een “stormloop” van bezoekers gestuurd kan worden en het privé-domein gewaarborgd blijft. In verband hiermee hebben we het mooie thema van de villawijk en zijn tuinen vooralsnog opgegeven. Juist hier overheersten de twijfels, waardoor er niet voldoende tuinen beschikbaar waren om een aanschouwelijke vorm te kunnen geven aan zo’n complexe thematiek. Geheel in de geest van toneelschrijver Carl Zuckmayer, die voor de veelsoortige bevolking in het Rijnland als smeltkroes der culturen voor het eerst het begrip “druivenpers van Europa” gebruikte, zijn er ook in verband met de waardevolle tuinen bewijzen te vinden voor een universum aan veelvuldig beïnvloede stijlen. De grote parken van Europees niveau staan naast botanische tuinen en tuinbouwtentoonstellingen. Zeer gevarieerde kruiden-, rozen- en heestertuinen vervangen de tuincultuur in het Rijnland. Tuinkunstenaars zoals Dominique Girard, Maximilian Friedrich Weye, Peter Josef Lenné, Nicolas de Pigage, Paul SchultzeNaumburg, Mies von der Rohe, Fritz Schumacher en Fritz Encke lieten ons tuinen na die typerend zijn voor hun tijd en op herontdekking wachten. Christelijke en joodse begraafplaatsen als weerspiegelingen van hun tijd en als laatste

Gerd Bermbach 12

rustoorden van hun exponenten completeren het tuinculturele spectrum. Robert en Clara Schumann, Maximilian Friedrich Weye, Leonhard Tietz en Willy Millowitsch hebben hier hun laatste rustplaats gevonden.

Gärten / Parks Parken / tuinen

Aachen

> Kurpark Ensemble mit Stadtgarten, Kurgarten Wingertsberg, Farwickpark > Lousberg / Salvatorberg > von-Halfern-Park > Ländlicher Staudengarten > Schlosspark Moyland > Schlosspark Paffendorf > Botanische Gärten Bonn mit Schlosspark Poppelsdorf und Poppelsdorfer Allee > Palais Schaumburg

Bedburg - Hau

Tuinen en tuinarchitectuur tussen Rijn en Maas Cultureel-vriendschappelijke betrekkingen, die in het kader van de EUROGA 2002plus met de provincie Limburg zijn aangegaan, zorgen er nu ook voor dat de “Straße der Gartenkunst” niet bij de Rijn ophoudt, maar bij de Maas doorloopt. Tuinliefhebbers zoals Loek Peters en Piet Tillmans hebben eveneens de tuinen bezocht die van regionaal belang zijn en zowel historische als moderne tuinen in Limburg voor de “Straße der Gartenkunst” uitgezocht. Over de landsgrenzen heen kunnen de bezoekers binnenkort op de gemeenschappelijke “Straße der Gartenkunst” niet alleen de historische en artistieke verbanden en parallellen begrijpen, maar ook de verschillen. Onze dank gaat uit naar alle eigenaren voor hun vriendelijke onthaal, grote interesse in het thema en de bereidheid om zich verder voor de “Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas” in te zetten.

Bergheim Bonn

Eigentümer Eigenaar

> Villa Hammerschmidt

Brühl Düren Düsseldorf

Gerd Bermbach

Bezoeken van parken en tuinen News 1-2004

Ort Plaats

Erftstadt Jüchen Jülich Kamp-Lintfort Kerpen Kleve

Köln

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > >

Alter Friedhof Rheinauenpark BuGa 1979 Arboretum Härle Schlosspark Augustusburg / Falkenlust Schillingspark Weyerhof Schlosspark Benrath Hofgarten / Königsallee Ständehausanlagen, Spee’scher Graben Goltzheimer Friedhof Lantz’scher Park Nordpark Südpark Schlosspark Kalkum Schlosspark Heltorf Malkastenpark / Jacobigarten Niederrheingarten Schlosspark Gracht Schlosspark Dyck Brückenkopfpark Landesgartenschau 1998 Terrassengarten am Kloster Kamp Schlosspark Türnich Klever Gärten m. Sternberg, Amphitheater, Prinz-Moritz-Kanal Forstgarten Flora und/ Botanischer Garten Stadtwald Äußerer und Innerer Grüngürtel mit Encke’schen Sondergärten Rheinpark BuGa 1957/1971 Friedhof Melaten

Stadt Aachen Stadt Aachen Stadt Aachen Privat Stiftung Moyland RWE Energie Universität Bonn – Land NRW Bundeskanzleramt/ BMZE – Bundesrepublik Deutschland Bundespräsidialamt - Bundesrepublik Deutschland Stadt Bonn Stadt Bonn Stiftung Härle Land Nordrhein-Westfalen Privat Stiftung Benrath Stadt Düsseldorf Stadt Düsseldorf Stadt Düsseldorf Stadt Düsseldorf Stadt Düsseldorf Stadt Düsseldorf Land NRW Graf von Spee Verein Malkasten Privat Stadt Erftstadt Stiftung Schloss Dyck Brückenkopfpark GmbH Stadt Kamp-Lintfort Graf von Hoensbroech Stadt Kleve Stadt Kleve Stadt Köln Stadt Köln Stadt Köln Stadt Köln Stadt Köln

Gärten und Parks News 1-2004

parken en tuinen 13

Ort Plaats

Königswinter Krefeld

Leverkusen Moers Mönchengladbach

Monheim Nettetal Neuss Solingen

Wachtberg-Villip Willich Wuppertal Xanten

Gärten / Parks Parken / tuinen

Eigentümer Eigenaar

Ort Plaats

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > >

Westfriedhof Jüdischer Hauptfriedhof Drachenburgpark Burgpark Linn Greiffenhorstpark Sollbrüggenpark Schönhausenpark Schönwasserpark Stadtwald / Rennbahn Haus Esters / Haus Lange Heilmannshof Arboretum Carl-Duisberg-Park mit Japanischem Garten Wallanlagen und Schlosspark Moers Schlosspark Wickrath Schlosspark Rheydt Kaiser-Friedrich-Park / Botanischer u. Bunter Garten Marienburgpark Schlosspark Krickenbeck Insel / Haus Hombroich Schlosspark Hackhausen Haus Hackhausen Waldhof Hackhausen Barockgarten Burg Gudenau Schlosspark Neersen Die Hardt / Botanischer Garten Niederrheinischer Bauerngarten

Stadt Köln Jüdische Synagogen-Gemeinde Stiftung NRW Stadt Krefeld Stadt Krefeld Stadt Krefeld Stadt Krefeld Stadt Krefeld Stadt Krefeld Stadt Krefeld Privat Bayer AG Stadt Moers Stadt Mönchengladbach Stadt Mönchengladbach Stadt Mönchengladbach Stadt Monheim West LB Stiftung Hombroich Privat Privat Privat Privat Stadt Willich Stadt Wuppertal Privat

Heijen Hoensbroek Horn Kerkrade

> > > > > > > > > > > > > > > >

Natuurtuin Landgoed- / Kasteeltuin Kasteeltuinen Landgoed- / Kasteeltuin Kasteel Baexem Landgoed- / Kasteeltuin Landgoed- / Kasteeltuin Subtropisch paradijs tuin Cottagetuin Tuin der ideeen Kasteel Elsloo Landgoed- / Kasteeltuin Parktuin Kantoortuin-ABP Huys de Dohm Landgoed- / Kasteeltuin Terworm

Privé Privé Privé Stichting Privé Gemeente Beek Stichting Privé Privé Privé Privé Stichting Privé ABP-Pensionsfond Privé Privé

Limburg Altweerterheide Amstenrade Arcen Baarlo Baexem Beek Beesel Bemelen Buggenum Elsloo Eysden Haelen Heerlen

Gärten und Parks 14

parken en tuinen News 1-2004

Gärten / Parks Parken / tuinen

> > > > > Klimmen / Weustenrade > Landgraaf > Limbricht > Maastricht > > > > > Margraten > Meerssen > Mook > Nederweert > Oirsbeek > Ottersum > Reuver > Roermond > Scheulder > Schimmert > Schinnen > Sittard > > > > Steyl > Valkenburg > Venlo > > > Venlo-Tegelen > > Vijlen > Vlodrop > Voerendaal > Wijlre > Windraak > > Yzeren >

Landgoed- / Kasteeltuin Hostatuin Landgoed-/Kasteeltuin Stadspark Botanische Tuin Liefhebberstuin Mondo Verde Landgoed-/Kasteeltuin Griendpark Stadspark Rotstuin Een tuin in een tuin in een tuin Landgoed-/Kasteeltuin Neercanne Engelse tuin Stationsgebouwtuin Jachtslottuin Liefhebbers Natuurtuin Landschappelijke Liefhebberstuin Park met vele Tuinculturen Kas met woestijn klimaat Stadspark Kasteel Hattem Liefhebberstuin Bijsondere Planten Tuin Cottagetuin Hollandse Tuin Stadspark Toon Hermanshuis Agnetenwal Botanische Tuin/Heemtuin Kasteeltuin/Heemtuin Burgermeester Bergerpark Julianapark Wilhelminapark Holtmühlen Park Maasveld Natuurtuin Cottagetuin Cottagetuin Kasteeltuin Cottagetuin Cottagetuin Kasteeltuin

Eigentümer Eigenaar Stichting Privé Stichting Gemeente Kerkrade Stichting Privé Stichting Stichting Gemeente Maastricht Gemeente Maastricht Stichting Privé Stichting Privé Nederlandse Spoorwegen Privé Privé Privé Privé Privé Gemeente Roermond Privé Privé Privé Gemeente Sittard Gemeente Sittard Gemeente Sittard Gemeente Sittard Stichting Stichting Gemeente Venlo Gemeente Venlo Gemeente Venlo Gemeente Venlo Gemeente Venlo Stichting Privé Privé Privé Privé Privé Privé

Gärten und Parks

parken en tuinen

News 1-2004 15

Das „European Garden Heritage Network“ Ende 2003 startete ein von der EU unterstütztes Projekt zur Förderung des gartenkulturellen Erbes in Nordwesteuropa (Interreg III B), das European Garden Heritage Network (EGHN). Leadpartner des von neun Partnern in England, Frankreich und Deutschland getragenen Netzwerkes ist das Zentrum für Gartenkunst und Landschaftskultur, Stiftung Schloss Dyck in Jüchen (Rheinkreis Neuss). Das EGHN verfügt über ein zur Hälfte durch die Partner finanziertes Budget von rund 2,7 Millionen Euro. Die EUFörderung flankiert die landespolitische Strategie der Regionalen in NRW, die mit Gartenkunst und freiraumorientierter Stadtentwicklung innovative Strukturpolitik und Tourismusentwicklung betreiben. Neugierig auf Gartenkunst? Ziel der Projektpartner ist es, das Bewusstsein der Öffentlichkeit für Gartenkultur zu schärfen und die Potenziale der Parks und Gärten für eine nachhaltige Regionalentwicklung zu stärken.

Netzwerke Pilotprojekte in den einzelnen Regionen werden sich mit der Geschichte der Gartenkunst ebenso befassen wie mit regionalen Routen als Teil der Kulturlandschaft und Faktoren der Besucherlenkung und Erreichbarkeit (ÖPNV, Slow-Traffic-Konzepte). Außerdem sind Information und Didaktik sowie Aus- und Weiterbildung Arbeitsschwerpunkte des EGHN. Hinzu kommen effiziente Planungsstrategien und die Gründung von Expertennetzwerken. Mittelfristig will man ausgehend von den so genannten „Ankergärten“ (das sind bedeutende Gärten in den einzelnen Regionen) ein stabiles Netzwerk für den Informationsaustausch etablieren. Geplante thematische Einheiten sind „Gartengeschichte in Europa“ oder „Gärten berühmter Persönlichkeiten“, „Fruchtbare Gärten“ und „Gärten der Zukunft“. Dreisprachige Medien, vor allem ein Internetauftritt, gehören zum Basiswerkzeug. Auch eine „Summer School“ in Dyck und Somerset steht auf dem Plan. Partner des EGHN sind, neben dem Leadpartner, die regionalen Verwaltungen des Comité Régional du Tourisme des Pays de la Loire in Frankreich, Surrey County Council, Somerset County Council und Cheshire County Council in England sowie die Freunde des National Trust in Deutschland (Köln), das Ministerium für Verkehr, Energie und Landesplanung des Landes Nordrhein-Westfalen, der National Council for the Conservation of Plants and Gardens in England und der Nordrhein-Westfalen Tourismus e.V. Die

Imma Schmidt 16

Landschaftsverbände Rheinland und Westfalen und das Ministerium für Stadtbau und Wohnen, Kultur und Sport des Landes NRW unterstützen das Vorhaben inhaltlich und finanziell. In NRW existieren bereits vier regionale Routen in unterschiedlichen Stadien, die das EGHN nutzen wird. Zunächst will man als regionale Route die der Gartenkunst in Ostwestfalen-Lippe (OWL) voran treiben. Am 5. März 2004 traf sich die „Projektgruppe EGHN in OstWestfalenLippe“ in Bielefeld zu ihrer ersten Sitzung. In OWL hat sich seit dem Jahr 2000 die „Garten_Landschaft OstWestfalenLippe“ etabliert und bewiesen, dass Gärten und Parks neben ihrem kulturhistorischen und städtebaulichen Wert auch erhebliches regionalpolitisches Potenzial bieten. In Anlehnung an die Gartenlandschaft OWL wird eine „Gartenroute der kulturellen Ereignisse in OWL“ mit etwa fünf Gärten entwikkelt, die neben einer hohen Qualität einen besonderen Bezug zum Thema Kunst und Kultur zeigen. Hintergrund der Überlegungen bilden das Literatur- und Musikfest „Wege durch das Land“ und die künstlerischen „Rauminszenierungen“ in historischen Gärten und Parks. Später werden rund zehn besondere Orte (Museen/ Sehenswürdigkeiten) benannt, die die Gartenroute ergänzen sollen. Horst Gerbaulet, Westfälisches Amt für Landschafts- und Baukultur, koordiniert das Projekt. (is)

Kontakt: Jens Spanjer Stiftung Schloss Dyck Schloss Dyck 41363 Jüchen Fon +49) 2182 824103 Fax +49) 2182 824-101 [email protected] www.stiftung-schloss-dyck.de und Dr. Frank Maier-Solgk Communications Consulting Fon +49) 211 9304763 Fax +49) 211 308743 [email protected]

Gartenkultur in Europa News 1-2004

Het “European Garden Heritage Network” Eind 2003 ging er, met steun van de EU, een project van start ter bevordering van het tuinculturele erfgoed in Noordwest-Europa (Interreg III B), genaamd European Garden Heritage Network. Het Zentrum für Gartenkunst und Landschaftskultur, Stiftung Schloss Dyck in Jüchen (Rheinkreiss Neuss) is leadpartner van de negen partners in Engeland, Frankrijk en Duitsland die het netwerk dragen. Het EGHN beschikt over een budget van 2,7 miljoen euro, dat voor de helft door de partners wordt gefinancierd. De EUsteun flankeert de politieke strategie van de deelstaat met betrekking tot de regionalen in NRW, die, met tuinarchitectuur en op ontplooiing gerichte stadsontwikkeling, innovatieve structuurpolitiek voeren en toerismeontwikkeling nastreven. Nieuwsgierig naar tuinarchitectuur? De projectpartners hebben als doel het bewustzijn van het publiek voor tuinarchitectuur te vergroten en het potentieel van de parken en tuinen voor een duurzame regionale ontwikkeling te versterken.

Netwerken Pilotprojecten in de afzonderlijke regio’s zullen zich net zo goed met de geschiedenis van de tuinarchitectuur bezighouden als met regionale routes die deel uitmaken van het cultuurlandschap en factoren die de sturing van de bezoekers en de bereikbaarheid bepalen (Slow-Traffic-concepten). Bovendien ligt bij de EGHN de nadruk op informatie, didactiek en (bij)scholing. Daarbij komen dan ook nog efficiënte planningsstrategieën en de oprichting van netwerken van deskundigen. Op de middellange termijn wil men, uitgaande van de zogenaamde “ankertuinen” (dat zijn belangrijke tuinen in de afzonderlijke regio’s), een stabiel netwerk voor informatieuitwisseling opzetten. Geplande thematische eenheden zijn “Tuinverhalen in Europa” of “Tuinen van beroemde personen”, “Vruchtbare tuinen” en “Tuinen van de toekomst”. Drietalige media, met name een website, behoren tot het basisinstrument. Ook een “Summer School” in Dyck en Somerset staat op het programma. Behalve de leadpartner zijn ook de regionale besturen van de volgende organisaties en instanties partners van de EGHN: het Comité Régional du Tourisme des Pays de la Loire in Frankrijk, Surrey County Council, Somerset County Council en Cheshire County Council in Engeland, alsmede die Freunde des National Trust in Duitsland (Keulen), het

Ministerie voor Verkeer, Energie en Ruimtelijke Ordening van de deelstaat Noordrijn-Westfalen, de National Council for the Conservation of Plants and Gardens in Engeland en Nordrhein-Westfalen Tourismus e.V. Landschaftsverbände Rheinland und Westfalen en het Ministerie voor Stedenbouw en Wonen, Cultuur en Sport van de deelstaat NRW ondersteunen het plan inhoudelijk en financieel. In NRW bestaan reeds vier regionale routes in uiteenlopende stadia waarvan de EGHN gebruik zal maken. In eerste instantie wil men als regionale route die van de tuinarchitectuur in Ostwestfalen-Lippe (OWL) bespoedigen. Op 5 maart 2004 kwam de “Projektgruppe EGHN in OstWestfalenLippe” in Bielefeld voor hun eerste vergadering bijeen. In OWL is sinds 2000 de “Garten_Landschaft OstWestfalenLippe” werkzaam, die heeft bewezen dat tuinen en parken behalve hun cultuurhistorische en stedenbouwkundige waarde ook op regionaal politiek niveau aanzienlijk potentieel bieden. In aansluiting op Gartenlandschaft OWL wordt er met ongeveer vijf tuinen een “tuinroute van culturele gebeurtenissen in OWL” ontwikkeld. Deze laten, behalve een hoge kwaliteit, ook een bijzonder verband met het thema kunst zien. Het literatuur- en muziekfestijn “Wege durch das Land” (“Wegen door het land”) en het artistieke gebruik van ruimte in historische tuinen en parken vormen de achtergrond van die overwegingen. Later worden er ongeveer tien bijzondere plaatsen (musea/bezienswaardigheden) aangewezen, die de tuinenroute dienen aan te vullen. Horst Gerbaulet van het Westfälisches Amt für Landschafts- und Baukultur, coördineert het project. (is) Contactpersoon: Jens Spanjer Stiftung Schloss Dyck Schloss Dyck 41363 Jüchen Tel. +49) 2182 824103 Fax +49) 2182 824-101 [email protected] www.stiftung-schloss-dyck.de en Dr. Frank Maier-Solgk Communications Consulting Tel. +49) 211 9304763 Fax +49) 211 308743 [email protected]

Imma Schmidt

Tuincultuur in Europa

News 1-2004 17

“

“

Tugend und Minne Impressionen vom Parkfest 2003

Deugd en minne Impressies van Parkfest 2003

Bei hochsommerlichen Temperaturen fanden sich am 9. August 2003 rund 150 geladene Gäste vor der Orangerie von Schloss Dyck (Jüchen) ein. Das Sommerfest im historischen Park lockte mit Tanz- und Theaterdarbietungen, Seiltanz und Musik. Anlass war ein Auftaktempfang zur „Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas“, zu dem das Ministerium für Städtebau und Wohnen, Kultur und Sport des Landes NRW, die EUROGA 2002plus GmbH und die Stiftung Schloss Dyck eingeladen hatten. Garteneigentümer, Vertreter aus Politik und Tourismus sowie potenzielle Partner von Brühl bis Kleve und Wuppertal bis Aachen und aus den Niederlanden feierten zusammen und tauschten sich aus. Sonja Rempe, die damalige Koordinatorin des Projekts, stellte fest: „Tourismus bedarf einer soliden Grundlage, daher muss das reiche Potenzial an Gärten unserer Region als Kulturwert geschützt und erhalten werden. Denn wir dürfen nie vergessen: Erhalt und Pflege der Anlagen sind die Grundlage für alle weiteren Aktivitäten.“ Selbstverständlich aber sei auch die touristische Produkt- und Angebotsentwicklung gefragt. Die Parks und Gärten lassen sich beispielsweise zu einem Tagesausflug oder sogar zu einer mehrtägigen Reise kombinieren. Dies könne im Zusammenhang mit verschiedenen thematischen Routen geschehen: „Ganz wichtig: Karte, Broschüre und Beschilderung.“ Und sie forderte schließlich: „Wir müssen eine Mitgliederstruktur finden, die Raum für inhaltlichen Austausch gibt.“ „Für die Stiftung Schloss Dyck ist die „Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas“ von großer Bedeutung,“ sagte Jens Spanjer, der Geschäftsführer der Stiftung Schloss Dyck. Die Kräfte und Potenziale zu bündeln und in einem regionalen Projekt wie der „Straße der Gartenkunst“ zusammenzufassen, könne „nur richtig“ sein, meinte Spanjer. Sein Hauptanliegen liege aber darin, „die Stiftung als Zentrum für Gartenkunst und Landschaftskultur langfristig auf eigene Füße zu stellen.“ Dem Ort angemessen stellte sich Ministerialdirigent Hans-Dieter Collinet in die Tradition des Minnesangs und stimmte ein Hohelied der Wiederentdeckung der Gartenkunst in NRW an. Gärten seien seit dem Mittelalter immer auch Fluchtorte aus der realen und oft unwirtlichen Welt gewesen. Und schon der Minnesänger habe Arbeit, Einsamkeit, Missgunst, Krankheit und Leid, Sünde und Verbrechen, alles Hässliche oder Grobe aus den vielbesungenen Lustoder auch Liebesgärten verbannt, so Collinet. Im Garten

Op 9 augustus 2003 verschenen bij hoogzomerse temperaturen ongeveer 150 genodigden voor de oranjerie van kasteel Dyck (Jüchen). Het zomerfeest in het historische park was met dans- en theateruitvoeringen, koorddansen en muziek een uitnodigend gebeuren. Aanleiding was een ontvangst ter ere van het begin van de “Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas”, op uitnodiging van het Ministerie voor Stedenbouw en Wonen, Cultuur en Sport van de deelstaat NRW, EUROGA 2002plus GmbH en Stiftung Schloss Dyck. Tuineigenaren, vertegenwoordigers uit de politiek en het toerisme, alsmede potentiële partners van Brühl tot Kleef, van Wuppertal tot Aken en ook uit Nederland, vierden gezamenlijk feest en wisselden van gedachten. Sonja Rempe, de toenmalige coördinatrice van het project, zei het volgende: “Toerisme heeft een solide basis nodig, daarom moet het rijke potentieel aan tuinen in onze regio als cultuurgoed beschermd worden en behouden blijven. We mogen immers nooit vergeten dat behoud en onderhoud van de parken de basis vormen voor alle verdere activiteiten.” Maar natuurlijk is ook de ontwikkeling van toeristische producten en het toeristische aanbod in trek. Men kan bezoekjes aan parken en tuinen bijvoorbeeld tot een dagtocht of zelfs een meerdaagse reis combineren. Dit zou in combinatie met verschillende thematische routes kunnen gebeuren: “Heel belangrijk zijn wegenkaarten, brochures en bewegwijzering.” En ten slotte gaf ze het volgende te kennen: “We moeten een ledenstructuur vinden, die ruimte geeft voor een inhoudelijke uitwisseling.” “Voor Stiftung Schloss Dyck is de “Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas” van groot belang,” zei Jens Spanjer, de bedrijfsleider van de Stiftung Schloss Dyck. Kracht en potentieel bundelen en deze samenvoegen in een regionaal project zoals de “Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas”, zou “alleen dan juist” kunnen zijn, merkte Spanjer op. Zijn voornaamste wens was echter dat “de stichting als centrum voor tuinarchitectuur en landschapscultuur op de lange termijn op eigen benen kan staan.” Geheel in overeenstemming met de locatie volgde referendaris Hans-Dieter Collinet de traditie van de minnezang en hief een loflied aan over de herontdekking van de tuinarchitectuur in NRW. Sinds de middeleeuwen waren tuinen vanuit de werkelijke, vaak ongastvrije, wereld ook altijd toevluchtsoorden geweest. En reeds de minnezanger had werk, eenzaamheid, afgunst, ziekte en leed, zonde en misdaad, alles wat onaangenaam of ruw was, uit de veelbezon-

“

18

“

suche nicht nur der Minnesänger Wohlbefinden und Muße, sinnlichen Genuss, aber auch Tugend und Schönheit, Friede und natürlich die Liebe. So seien Gärten nicht nur zum Ort des schattigen Tête-à-tête, sondern auch zum Ort großer Feste geworden. Und das sei auch noch in der Gegenwart so, meinte der Abteilungsleiter aus dem Städtebauministerium. „Ich glaube,“ so Collinet, „dass es der Mühe Wert ist, an der Erhaltung unserer Kulturlandschaften zu arbeiten und - wo es geht - sie verantwortungsvoll zu reparieren oder neues Kulturland zu schaffen. Dafür müssen wir werben, Mitstreiter finden, ein öffentliches Bewusstsein schaffen. Dies ist die eigentliche Aufgabe der „Straßen der Gartenkunst in NRW“. (is)

Eine Touristikerin: „Zu einem touristischen Produkt gehören buchbare Pauschalprodukte, die im Idealfall ergänzende touristische Angebote mit einbeziehen. Der Gast kann beispielsweise die Parks von Schloss Dyck besuchen und am Nachmittag auf der Niers Kanu fahren. Er übernachtet in Düsseldorf, wobei er das vielfältige abendliche Szene- und Kulturangebot nutzt, und fährt nach einem Museumsbesuch oder einem Bummel in der Düsseldorfer Altstadt nach Benrath in das Museum für Europäische Gartenkunst.“

Parkfestzusammenschnitt News 1-2004

“

Hans-Dieter Collinet: “Een “Straße der Gartenkunst” bestaat niet alleen bij de gratie van bestaande tuinen van historische betekenis. Wil ze in toeristisch opzicht van lange duur zijn, dan heeft zo’n “Straße” een vaste structuur nodig, afspraken over de gezamenlijke marketing, het evenementenprogramma en het omgaan met de tuinen en hun onderhoud. Want het lidmaatschap is voor de eigenaren ook een uitvloeisel van hun belangstelling voor toerisme. Bescherming, onderhoud en behoud van het historische gedeelte vormen onderdeel van de “persoonlijkheid van de tuin” en daardoor onderdeel van de marketing van deze cultuurhistorische monumenten. Eigen interesse, en niet alleen de verplichting tot het onderhoud van monumentale tuinen, moeten de motor van het handelen vormen.”

“

gen lust- of liefdestuinen verbannen, aldus Collinet. De minnezanger hoopte in de tuin niet alleen welzijn, innerlijke rust en zinnelijk genot te vinden, maar ook deugd en schoonheid, vrede en natuurlijk de liefde. Zo waren tuinen niet alleen plaatsen geworden voor lommerrijke tête-à-têtes, maar ook voor grote feesten. En dat is tegenwoordig nog steeds zo, merkte de afdelingschef van het Ministerie van Stedenbouw op. “Ik denk,” aldus Collinet, “dat het de moeite waard is om aan het behoud van onze cultuurlandschappen te werken en deze – voor zover mogelijk – op verantwoorde wijze te herstellen of nieuw cultuurlandschap te creëren. Daarvoor moeten we reclame maken, medestrijders vinden, een publiek bewustzijn scheppen. Dit is de eigenlijke taak van de “Straßen der Gartenkunst in NRW”. (is)

“

Imma Schmidt

Hans-Dieter Collinet: „Eine Straße der Gartenkunst lebt nicht einfach aus dem Vorhandensein historisch bedeutender Gärten. Eine solche Straße braucht, will sie touristisch von Dauer sein, eine verfasste Struktur, Vereinbarungen zu einem gemeinsamen Marketing und Veranstaltungsprogramm und zum Umgang mit den Gärten und ihrer Pflege selbst. Denn die Mitgliedschaft ist für die Eigentümer auch eine Konsequenz ihres touristischen Interesses. Schutz, Pflege und Erhalt der historischen Substanz sind Teil der „Gartenpersönlichkeit“ und damit Teil des Marketings dieser kulturtouristischen Markensäule. Eigenes Interesse, nicht allein gartendenkmalpflegerische Verpflichtung, müssen der Motor des Handelns sein.“

Een toeristisch medewerkster: “Bij een toeristisch product horen totaalproducten die men van tevoren kan boeken en die er in het ideale geval een aanvullend toeristisch aanbod bij betrekken. De gast kan bijvoorbeeld de parken van kasteel Dyck bezoeken en ’s middags kanoën op de Niers. Hij overnacht in Düsseldorf, waarbij hij gebruik maakt van het veelsoortige uitgaansleven en cultuuraanbod, en na een museumbezoek of een wandeling door de oude binnenstad van Düsseldorf rijdt hij naar Benrath voor een bezoek aan het Museum voor Europese Tuinarchitectuur.”

Imma Schmidt News 1-2004

samenvatting Parkfest 19

“

Für den Garten aus dem Garten Ein Ausblick Rund vier Jahre „Gartenarbeit“ liegen jetzt hinter uns – und wir sind stolz auf das Ergebnis. Fest steht: NordrheinWestfalen, das Rheinland, Limburg und die ganze Region zwischen Rhein und Maas sind ein Gartenland, das Gartenschätze birgt, die es zu entdecken gilt. Wie geht’s also weiter auf der „Straße der Gartenkunst“? Zunächst findet am 13. Mai 2004 ein „(Garten)Markt der Möglichkeiten“ statt. Alle Garteneigentümer, Städte, Stiftungen, Privatbesitzer, aus den Niederlanden wie aus Deutschland sind zum „Gartenkonvent“ eingeladen. „Conventus“ kommt aus dem Lateinischen und bedeutet ganz einfach „Zusammenkunft“. Der geplante Konvent ist weniger klösterlich still als rege und diskursiv gedacht: Wir möchten neben der Begeisterung für ein attraktives, nachhaltiges und kulturell wichtiges Thema unsere Arbeitsergebnisse vorstellen, informieren und zur Teilhabe animieren. Wir wollen Fragen beantworten, Kritik hören, Verbesserungsvorschläge, weitere Wünsche und Gestaltungsideen aufnehmen, erfahren, wo Nachbesserungsbedarf besteht – und mit den Teilnehmerinnen und Teilnehmern gemeinsam herausfinden, wie die Zukunft der Straße der Gartenkunst aussehen soll und was links und rechts des Weges passieren wird. Sollen gärtnerischer Austausch, das „Rat“-geben im Vordergrund des Netzwerkes stehen? Oder sollen die Schwerpunkte bei Tourismus und Marketing liegen? „Aus dem Garten – für den Garten“, so lautet das übergreifende Motto: „Aus dem Garten“ - das bedeutet qualitätvolle Veranstaltungen, die den individuellen Geist einer Anlage hervorheben. Die sechsfache „Illumina“ zur Landesgartenschau 2002 hat zauberhaft vorgemacht, wie so etwas aussehen kann. Eine neue Illumina-Konzeption – so haben wir schon einmal vorgedacht – könnte eine Art Markenzeichen der Straße der Gartenkunst werden und den Geist der Gärten sichtbar machen. Eine Startveranstaltung noch in 2004 mit dem ersten „Auftritt“ für die Straße der Gartenkunst und dann tourt die Illumina 2005 durch ausgewählte Parks – Kosten deckend und gegen Eintritt, versteht sich. „Für den Garten“ heißt, Einnahmequellen für Pflege und Unterhaltung zu erschließen und ein Bewusstein für den Wert und die gartenkulturelle Substanz der Schätze im Rhein-Maas-Land zu schaffen. Dass das gehen kann, zeigen die traditionellen Beispiele in England, jene in Frankreich und in den Niederlanden, aber auch die „Gartenträume“ in Sachsen-Anhalt und – nicht zu vergessen - die Beispiele der

Gerd Bermbach 20

Ausblick Overzicht News 1-2004

EUROGA-Region. Auch die Touristiker im Rheinland und in Limburg sagen inzwischen „Ja“ zum Thema. Vielleicht gelingt es dann im Jahr 2005 mit der flächigen Unterstützung durch Stadt- und Gemeinderäte und der Privateigentümer weitere Partner, beispielsweise das angrenzende Belgien mit seinen Gartenschätzen der Region Lüttich, an das attraktive Thema zu binden und über ein Interreg-Programm Mittel der Europäischen Union in das Projekt zu leiten. Wir wünschen uns, mit Ihnen im Herbst 2004 das „Gartenoder Gartenstraßenfest“ feiern zu können. (gb)

weg zal gebeuren. Dient tuinbouwkundige uitwisseling, “advies” geven bij het netwerk op de voorgrond te staan? Of moet de nadruk op toerisme en marketing liggen? “Uit de tuin – voor de tuin”, zo luidt het overheersende motto: “Uit de tuin” – dat betekent ook kwaliteitsevenementen die de individuele geest van een park accentueren. De zesvoudige “Illumina” tijdens de Landesgartenschau 2002 heeft op fantastische wijze getoond hoe zoiets eruit kan zien. Een nieuw Illumina-idee - zo hebben we al eens eerder gedacht - zou een soort handelsmerk van de “Straße der Gartenkunst” kunnen worden en de geest van de tuinen zichtbaar maken. Nog in 2004 zal er een eerste evenement worden georganiseerd met het eerste “gebeuren” voor de “Straße der Gartenkunst” en daarna toert de Illumina 2005 door geselecteerde parken – uiteraard kostendekkend en er wordt entreegeld geheven. “Voor de tuin” betekent het aanboren van inkomstenbronnen voor onderhoud en instandhouding en het creëren van

een besef van de waarde en het tuinculturele gedeelte van de schatten in Rijn-Maas-land. Dat zoiets kan, bewijzen de traditionele voorbeelden in Engeland, Frankrijk en Nederland, maar ook de “tuindromen” in Sachsen-Anhalt en – niet te vergeten – de voorbeelden van de EUROGA-regio. Ook de toeristische organisaties in het Rijnland en in Limburg zeggen intussen “ja” tegen het thema. Misschien lukt het dan in 2005 middels ondersteuning door gemeenteraden en particuliere eigenaren om andere partners, bijvoorbeeld België met zijn tuinschatten in de regio Luik, aan het aantrekkelijke thema te binden en via een Interregprogramma geld van de Europese Unie voor het project te krijgen. We hopen met u in de herfst van 2004 het “tuin- en tuinstratenfeest” te kunnen vieren (gb)

vooruitblik

Im Internet

Op internet

We hebben nu ongeveer vier jaar “tuinwerk” achter de rug – en we zijn trots op het resultaat. Het staat vast dat Noordrijn-Westfalen, het Rijnland, Limburg en de hele regio tussen Rijn en Maas een tuinbouwland zijn, dat tuingeheimen herbergt die ontdekt moeten worden. Hoe gaat het nu dan verder met de “Straße der Gartenkunst”? Om te beginnen vindt er op 13 mei een “(Tuin)markt der mogelijkheden” plaats. Alle tuineigenaren, steden, stichtingen en particuliere bezitters, zowel uit Nederland als uit Duitsland, zijn voor het “tuinconvent” uitgenodigd. “Conventus” is een Latijns woord dat gewoon “bijeenkomst” betekent. Het geplande convent dient niet zozeer kloosterlijk stil als wel levendig en discursief te zijn: behalve het enthousiasme voor een aantrekkelijk, duurzaam en cultureel belangrijk thema, willen we de resultaten van ons werk presenteren, informatie geven en tot deelname aanmoedigen. We willen vragen beantwoorden, kritiek en suggesties voor verbetering horen, verdere wensen en ideeën voor vormgeving optekenen, en vernemen waar er verbeteringen nodig zijn – en er samen met de deelnemers en –neemsters achter komen hoe de toekomst van de “Straße der Gartenkunst” eruit moet zien en wat er links en rechts van de

Unter der Adresse www.strasse-der-gartenkunst.de wird im Mai 2004 der Internetauftritt des Projekts Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas freigeschaltet. Die niederländische Version der Homepage unter der Adresse www.tuinen-en-tuinkunst.nl ist in Vorbereitung. Das einladende Layout der Seiten wird mit zahlreichen Fotos und umfangreichen Informationen Lust auf einen Besuch der Gärten zwischen Rhein und Maas machen. Wir haben besonderen Wert auf eine übersichtliche und benutzerfreundliche Struktur der Seiten sowie einen umfassenden und ausbaufähigen Serviceteil (für Mitglieder und Interessenten) mit Veranstaltungen, Terminen und Tipps gelegt. Selbstverständlich wird dieser Auftritt mit ähnlich gelagerten Seiten verlinkt. Eine Karte wird einen Überblick über die einzelnen Anlagen geben, die direkt ange“klickt“ werden können. In einem ersten Schritt werden jene 26 Gärten präsentiert, für die Bilder und Texte aus dem ersten informellen Zusammenschluss der Straße der Gartenkunst Ende 2001 in einem Flyer vorlagen. Nach und nach werden die Anlagen „eingepflegt“, die zum Gründungspotenzial einer Mitgliederorganisation der Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas zählen. (is)

Onder www.strasse-der-gartenkunst.de kan men vanaf mei 2004 de website van het project Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas bezoeken. De Nederlandse versie van de homepage onder www.tuin-en-tuinenkunst.nl is in voorbereiding. Door de uitnodigende lay-out van de pagina’s met talrijke foto’s en uitgebreide informatie zal men zin krijgen in een bezoek aan de tuinen tussen Rijn en Maas. We hebben bijzondere waarde gehecht aan een overzichtelijke en gebruiksvriendelijke pagina-indeling, alsmede aan een omvangrijk, mogelijk uit te breiden, servicegedeelte (voor leden en geïnteresseerden) met evenementen, data en tips. Natuurlijk zijn er op deze website ook links met gelijksoortige sites te vinden. Een kaart zal een overzicht geven van de afzonderlijke parken, die rechtstreeks kunnen worden aangeklikt. In eerste instantie worden alleen de 26 tuinen gepresenteerd waarvan foto’s en teksten uit de eerste informele bijeenkomst van de “Straße der Gartenkunst” eind 2001 in een flyer beschikbaar waren. Geleidelijk worden de parken “ingevoegd” die als potentieel voor de oprichting van een ledenorganisatie van de “Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas” worden gerekend. (is)

Voor de tuin uit de tuin

Imma Schmidt News 1-2004

Internet Internet 21

Een reis waard?

Eine Reise wert? Das gartenkunsthistorische und das kulturtouristische Potenzial der Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas ist bereits hinreichend belegt. Unsere europäischen Nachbarn Großbritannien und Frankreich haben vor mehr als zehn Jahren mit vergleichbaren Initiativen begonnen und wissen demnach schon längst: Gartenkunst birgt touristisches Potenzial. In beiden Ländern gehören Gartenreisen inzwischen zu den Kernthemen der touristischen Vermarktung mit 16 Millionen Besuchern in Großbritannien und 15 bis 17 Millionen in Frankreich pro Jahr. Auch in Deutschland hat sich einiges getan: Vorzeigeprojekte sind die Gartenträume in Sachsen-Anhalt, die Route der Gartenkultur (Oldenburg, Bremen, Niedersachsen), zahlreiche Themenrouten im gesamten (alten) Bundesgebiet, die Veranstaltungen der „Offenen Gartenpforte“ sowie natürlich die Landes- und Bundesgartenschauen. Dass das Thema für den Deutschlandtourismus wichtig ist, zeigt die Entscheidung der Deutschen Zentrale für Tourismus, im Jahr 2007 ein Themenjahr „Schlösser, Parks und Gärten“ ins Programm zu nehmen. Auch in Nordrhein-Westfalen gibt es bereits zahlreiche Angebote rund um das Thema „Gärten und Parks“, so z. B. in Ostwestfalen-Lippe die „Wege durch das Land“, im Ruhrgebiet die Industriekultur und –natur, die Regionalen und die Gärten in der Hellweg-Region. Der ADAC hat das Thema „Gärten“ aufgegriffen und am 1. April 2004 den 5. ADAC Heimatwettbewerb „Gärten in NRW“ gestartet. In der Begleitbroschüre, die bei allen ADAC-Geschäftsstellen erhältlich ist, sind 36 Anlagen vom Teutoburger Wald bis zum Niederrhein und vom nördlichen Münsterland bis nach Siegerland-Wittgenstein enthalten.

Partner gewinnen Im Rahmen der aktuellen Netzwerkentwicklung geht es nun auch darum, die regionalen Touristiker in das Projekt einzubinden. Die touristische Vermarktung der Anlagen wird ein wichtiger Bestandteil der gesamten Planung sein. Hier gilt es, bestehende Strukturen des Tourismus zu nutzen und die Touristiker als Partner zu gewinnen. Dazu fand am 1. April 2004 in den Räumen der EUROGA GmbH ein Arbeitsgespräch mit Touristikern der Region statt. Die Projektidee und die mögliche touristische Vermarktung waren Kernthema der Diskussion. Das Ergebnis war erfreulich. Das touristische Potenzial der Straße der Gartenkunst wurde auch von den Vertreterinnen und Vertretern der regionalen Tourismusorganisatio-

Christiane Baum Eine Reise wert? 22

News 1-2004

nen einmütig als hoch eingeschätzt. Für die Akzeptanz durch Besucher, darauf legten sie Wert, seien ein gemeinsames Logo, die Ausschilderung der Anlagen, das Aufstellen von Informationstafeln und begleitende Printprodukte, wie Karten, Broschüren und Informationsflyer, wichtig. Die Gärten und Parks befinden sich vorwiegend in den touristischen Regionen Niederrhein, Düsseldorf, Köln, Region Bonn und Aachen. Für die konkrete Angebotsentwicklung sei erforderlich, die Potenziale der einzelnen Anlagen noch einmal nach touristischen Kriterien (wie Öffnungszeiten, Eintrittsgeldern, Parken, Gastronomie, Veranstaltungen) zu filtern. Mit diesen Angaben wären dann die regionalen und lokalen Touristiker in der Lage, Angebote rund um die Straße der Gartenkunst zu entwickeln. Die Angebotspalette kann von Einzelangeboten für Besucher aus der Region, über Tagesprogramme bis hin zu Übernachtungsreisen reichen. Das Fazit: Gartenkunst lässt sich sehr gut mit allen Kernthemen der nordrhein-westfälischen Reiseregionen kombinieren. Auch eine grenzübergreifende Kooperation mit den niederländischen Tourismusstellen bietet sich an, hier könnte insbesondere die Vermarktungsagentur 2-Land ein wichtiger Partner sein. Die Ergebnisse dieser ersten kleinen Touristikerrunde werden in die Überlegungen zur Gründung einer Mitgliederorganisation einfließen. Im Anschluss sollen die Projektinhalte allen Touristikern in den beteiligten Regionen vorgestellt werden und gemeinsam die Schritte zu konkreten Umsetzung geplant werden. Das positive Votum der Touristiker kann als Signal für die Garteneigentümer und Projektbeteiligten der „Straße der Gartenkunst“ gelten, dass sie auf dem richtigen Weg sind. Die enge Kooperation mit den Touristikern ist dabei zentraler Erfolgsfaktor für die Straße der Gartenkunst. Die Einnahmen aus touristischer Vermarktung, so zeigen die Beispiele aus England und Frankreich, werden einen wichtigen Beitrag zum Erhalt und zur Pflege der Gärten leisten können. (cb)

Het tuinarchitectonisch-historische en het cultuurtoeristische potentieel van de “Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas” is al voldoende bewezen. Onze Europese buren Groot-Brittannië en Frankrijk zijn meer dan tien jaar geleden met vergelijkbare initiatieven begonnen en weten derhalve allang dat tuinarchitectuur toeristisch potentieel herbergt. Met jaarlijks 16 miljoen bezoekers in GrootBrittannië en 15 tot 17 miljoen in Frankrijk, behoren tuinreizen in beide landen inmiddels tot de hoofdthema’s van de toeristische vercommercialisering. Ook in Duitsland is er het een en ander veranderd: voorbeeldprojecten zijn de tuindromen in Sachsen-Anhalt, de Route der Gartenkultur (Oldenburg, Bremen, Niedersachsen), talrijke themaroutes in het hele (oude) rijksgebied van de Duitse Bondsrepubliek, de evenementen van de “Open tuinpoorten” en natuurlijk de tuinbouwtentoonstellingen. Het besluit van de Deutsche Zentrale für Tourismus om in 2007 een themajaar “Kastelen, parken en tuinen” in het programma op te nemen, toont dat het thema belangrijk is voor het toerisme in Duitsland. Ook in Noordrijn-Westfalen bestaat er al een groot aanbod rond het thema “tuinen en parken”, zoals bijvoorbeeld in Ostwestfalen-Lippe de “Wegen door het land”, in het Roergebied de industriecultuur en –natuur, de Regionalen en de tuinen in de regio Hellweg. De ADAC heeft het thema “tuinen” opgepakt en op 1 april 2004 het startschot gegeven voor de vijfde “Tuinen in NRW”. In de begeleidende brochure, die op alle ADAC-kantoren verkrijgbaar is, zijn 36 parken opgenomen, van het Teutoburger Wald tot de Niederrhein en van noordelijk Münsterland tot Siegerland-Wittgenstein.

Partners vinden In het kader van de actuele netwerkontwikkeling gaat het er nu ook om, regionale toeristische organisaties bij het project te betrekken. De toeristische vercommercialisering van de parken zal een belangrijk onderdeel van de gezamenlijke planning vormen. De bestaande structuren van het toerisme moeten worden gebruikt en de toeristische organisaties tot partners gemaakt. Met dit doel vond er in het kader van de EUROGA-GmbH op 1 april 2004 een zakelijk overleg plaats met de toeristische organisaties. Het projectidee en de mogelijke toeristische vercommercialisering vormden het hoofdthema van de discussie. Het resultaat was verheugend. Ook door de vertegenwoordigers/-sters van de regionale toeristische organisaties werd het toeristische potentieel van de “Straße der Gartenkunst”

eendrachtig als groot ingeschat. Ter bevordering van de acceptatie door bezoekers hechtten ze waarde aan het belang van een gemeenschappelijk logo, aanwijsborden, informatieborden en begeleidend drukwerk zoals kaarten, brochures en informatieflyers. De tuinen en parken bevinden zich in de toeristische regio’s Niederhein, Düssseldorf, Keulen, regio Bonn en Aken. Voor de concrete ontwikkeling van het aanbod zou het noodzakelijk zijn om het potentieel van de afzonderlijke parken nog eenmaal aan de hand van toeristische criteria (zoals openingstijden, entreegelden, parken, gastronomie, evenementen) te toetsen. Met deze informatie zouden de lokale en regionale toeristische organisaties dan in staat zijn om een aanbod rond de “Straße der Gartenkunst” te ontwikkelen. Het palet aan mogelijkheden kan variëren van op zichzelf staande aanbiedingen voor bezoekers uit de regio tot dagprogramma’s en meerdaagse verblijven. De slotsom: tuinarchitectuur kan heel goed worden gecombineerd met alle hoofdthema’s van de regio’s in Noordrijn-Westfalen. Ook een grensoverschrijdende samenwerking met Nederlandse toeristische instanties ligt voor de hand. Hierbij zou met name marketingbureau 2-Land een belangrijke partner kunnen zijn. Het resultaat van deze eerste kleine ronde langs toeristische organisaties zal in de overwegingen met betrekking tot de oprichting van een ledenorganisatie worden meegenomen. In aansluiting hierop moet de inhoud van het project aan alle toeristische organisaties in de deelnemende regio’s worden gepresenteerd en dienen gezamenlijk stappen tot een concrete realisering te worden gezet. Voor de tuineigenaren en deelnemers aan het “Straße der Gartenkunst”-project kan de positieve uitspraak van de toeristische organisaties een signaal zijn dat ze op de goede weg zitten. De nauwe samenwerking met de toeristische organisaties vormt daarbij een centrale factor voor succes voor de “Straße der Gartenkunst”. Voorbeelden uit Engeland en Frankrijk laten zien dat de opbrengst uit de toeristische vercommercialisering een belangrijke bijdrage kan leveren aan het behoud en onderhoud van de tuinen. (cb)

Christiane Baum News 1-2004

Een reis waard? 23

Offene Gartenpforte erstmalig auch mit 150 Gärten in den Niederlanden > Nach den Erfolgen der letzten beiden Jahre mit über 100 geöffneten Privatgärten in der Region geht die Aktion „Offene Gartenpforte“ nun bereits in die dritte Runde. Am 15./16. Mai und 19./20. Juni 2004 ermöglicht die Veranstaltergemeinschaft (u.a. Deutsche Gesellschaft für Gartenkunst und Landschaftskultur, Landesverband Rheinland der Kleingärtner, Zentrum für Gartenkunst und Landschaftskultur Schloss Dyck) wieder den exklusiven Blick in private Gärten und Parks. Zum ersten Mal ist diese Aktion im Rheinland grenzüberschreitend und es beteiligen sich – ganz im Geiste regionalen „networkings“ auch über 150 niederländische Gärten. In Limburg lassen die Gartennachbarn unter dem Motto „tuinpad fleuregio“ ihre grünen Refugien bestaunen. Ob Reihenhausgarten, begrünter Innenhof, Bauerngarten oder Park erst die Vielfalt der beteiligten Gartentypen macht die „Offene Gartenpforte“ zu einem Erlebnis. Infos unter www.offene-gartenpforte.de oder beim Zentrum für Gartenkunst und Landschaftskultur, Stiftung Schloss Dyck, Fon 02182/824-0, Fax 02182/824 -111.

Geburtstage > Kleve feiert – wie Recife, Den Haag und Siegen - in diesem Jahr den vierhundertsten Geburtstag des Grafen Johann Moritz von NassauSiegen (Reichsfürst seit 1652), der das Umland seiner Residenz als barocke Parklandschaft gestalten ließ. Ausstellungen, Führungen und Festveranstaltungen würdigen dieses Ereignis – so Führungen unter dem Motto „Kleves

barocke Gartenanlagen“ mit Gerd Wolters. Stadt- und Gartenführungen können für Gruppen beim Kleve Marketing gebucht werden. Weitere Infos unter www.kleve.de > Nicht ganz so betagt, wie die Klever Gärten ist der Bonner Rheinauenpark, der in diesem Sommer 25 Jahre alt wird. Der beliebte Volkspark zwischen Bonn und Bad Godesberg entstand als moderner Landschaftspark mit der Bundesgartenschau Bonn 1979 und als ambitioniertes Freiraumprogramm des damaligen Regierungsviertels. Das Fest unter dem Motto „Tanz der Rheingeister“ hält für Besucher und Bürger zahlreiche Veranstaltungen bereit. Infos unter www.bonn.de

Buchtipps > Neu erschienen: Der Gartenreiseführer 2004/2005 aus dem CallweyVerlag. Ein „Muss“ im Bücherschrank eines jeden Gartenenthusiasten. Das Buch stellt auf knapp 600 Seiten 320 und 935 öffentliche und private Gärten und Parks in Deutschland vor, nach Bundesländern gegliedert. Der Gartentourist findet von Öffnungszeiten bis zu U-Bahnhaltestellen über das Stichwortverzeichnis alles Notwendige für den Blick über Hecke und Gartenzaun. (18 Euro) > Im Herbst 2003 legte das Rheinische Amt für Denkmalpflege beim Landschaftsverband Rheinland eine Mischung aus Bildband, Reiseführer und Gartenkunstlexikon des Rheinlandes vor: „Gartenkultur im Rheinland – vom Mittelalter zur Moderne“ heißt das Ergebnis von intensiver Recherche und vielseitiger und kenntnisreicher

Imma Schmidt Forum 24

News 1-2004

Auswahl der Beispiele. Erschienen in der Reihe der Arbeitshefte der rheinischen Denkmalpflege, Bd.60/ 2003. 320 Seiten mit 312 meist farbigen Fotos von Jürgen Gregori und zum Preis von 39,90 Euro zu haben. > Park-Stadt Oberhausen – Wiedergeburt eines historischen Stadtzentrums moderner Architektur, so ist der Ausstellungskatalog zu Fotografien von Thomas Wolf überschrieben. Er dokumentierte den Stadtplanungsprozess der zwanziger Jahre, der das Zentrum der Industriestadt Oberhausen als Park gestaltet. Zu bestellen bei der Ludwig-Galerie Schloss Oberhausen, Konrad-AdenauerAllee 46 in 46047 Oberhausen oder unter www.ludwiggalerie.de > Brandneu: Arno Brandt; Wilken von Bothmer; Michael Rohde haben zur Leipziger Buchmesse im Frühjahr 2004 den Band „Marketing für Gärten und Schlösser“ herausgegeben. (Hinstorff-Verlag 19,90 Euro) Credo: Historische Gärten und Schlösser sind ein unschätzbares, aber auch kapitalintensives kulturelles Erbe für nachfolgende Generationen. In Zeiten knapper öffentlicher Mittel muss man es professionell vermarkten, so die Herausgeber: „Nur wenn die Anlagen einem breiten Publikum zugänglich gemacht und zusätzliche Mehrwertdienste angeboten werden, können die erforderlichen Mittel erwirtschaftet werden.“ Der auf Initiative der NORD/LB entstandene Band versammelt Beiträge namhafter Experten aus den Bereichen Management, Wissenschaft und Tourismus. Er richtet sich an Eigentümer historischer Anlagen, Marketing-Experten, Denkmalpfleger, Landschaftsarchitekten und Gartenfreunde.

> Sachsen-Anhalt gehört mit seinen rund 80.000 Baudenkmalen und 100.000 archäologischen Kulturdenkmalen zu den denkmalreichsten Bundesländern. Auch das große gartenkulturelle Erbe des Landes gehört dazu. Neben den bekannten Gärten und Parks wie das zum Unesco-Weltkulturerbe zählende „Dessau-Wörlitzer Gartenreich“ oder die historischen Kuranlagen in Bad Lauchstädt findet der Liebhaber der Gartenkunst in SachsenAnhalt eine Vielzahl von historischen Gartendenkmalen. Eine Neuerscheinung im Verlag Janos Stekovics stellt eine Auswahl vor: „Gartenträume“ Historische Parks in Sachsen-Anhalt, Herausgegeben von Christian Antz, Fotografien von Janos Stekovics, Text Anke Werner, 12,80 Euro

Garten-Splitter > Für Hochzeiten sind neuerdings der zur EUROGA sanierte SollbrüggenPark oder das Jagdschloss in Linn beliebt, das meldet der Krefelder „ExtraTipp“ im Februar 2004. > Mitte April ist dann ein weiteres Gartenhighlight der Aufmacher: Zur weltgrößten Gartenausstellung in Japan verantworten die Stadt Krefeld, ein Krefelder Landschaftsarchitekt und ein Krefelder Garten- und Landschaftsbauunternehmen den deutschen Beitrag. Dieser Garten hat in Hamamatsu bereits die Goldmedaille für den besten internationalen Beitrag geholt, meldet die Rheinische Post am 19. April 2004. > In eine andere Zeit – die Renaissance – entführt die Besucher ein Fest zu Himmelfahrt in Schloss Rheydt (20. bis 23. Mai 2004) und man sollte es

nicht versuchen, das Pferdestehlen, bei der 37. Kreispferdeschau am 30. Juni und 1. Juli in Schloss Wickrath. > Entlang der Straße der Gartenkunst finden neben großen Geburtstagen und Schauen weitere Feste, Führungen und andere Veranstal-

tungen statt – hier müssen wir Sie jetzt erst einmal auf unseren Internetauftritt und vor allem auf die Internetauftritte und Veranstaltungskalender der Gärten und Parks, der Städte und Gemeinden und regionalen und lokalen Tourismus-Organisationen verweisen.

Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas Zahlen und Fakten 121 Gärten und Parks, in privater wie öffentlicher Hand, nach fachlichen wie touristischen Kriterien ausgewählt, bilden in der Region zwischen Rhein und Maas im Frühjahr 2004 das Gründungspotenzial der Straße der Gartenkunst. Einige Zahlen zu Eigentumsverhältnissen und standörtlicher Einordnung: In den Niederlanden, in der Provinz Limburg sind es 58 Anlagen; davon sind 14 in kommunalem, 13 in Stiftungsbesitz. 29 Gärten sind in privater Hand, 2 sonstige Eigentümer kommen dazu. In Deutschland sind es 63 Anlagen; davon sind 36 in Kommunalbesitz, 2 gehören der Bundesrepublik Deutschland, 3 dem Land Nordrhein-Westfalen, 7 sind in Stiftungs- und Vereinsbesitz, 11 privat und 4 verteilen sich auf sonstige Eigentümer. Das heißt: Die derzeit zum Gründungspotenzial gehörenden 121 Parks und Gärten, auf 70 Städte und Gemeinden; davon verteilen sich die 63 deutschen Anlagen auf 27, die 58 niederländischen auf 43 Kommunen. Eine vielseitige Eigentümerstruktur: Insgesamt haben wir grenzüberschreitend 50 kommunale Eigentümer, 20 Stiftungen, 40 Privateigentümer und 6 plus 5 Sonstige (Bund und Land NRW dann hier eingerechnet).

Imma Schmidt News 1-2004

Forum 25

Open tuinpoorten voor het eerst doen ook 150 tuinen in Nederland mee > Na het succes in de afgelopen twee jaar met meer dan 100 geopende particuliere tuinen in de regio, gaat de actie “Offene Gartenpforte” (“Open tuinpoorten”) nu al voor de derde keer van start. Op 15/16 mei en 19/20 juni 2004 maken de organisatoren (o.a. Deutsche Gesellschaft für Gartenkunst un Landschaftskultur, Landesverband Rheinland der Kleingärtner, Zentrum für Gartenkunst und Landschaftskultur Schloss Dyck) het weer mogelijk om een exclusieve blik in particuliere tuinen en parken te werpen. Voor het eerst is deze actie in het Rijnland grensoverschrijdend; er doen, geheel in de geest van het regionale “networking”, ook meer dan 150 Nederlandse tuinen mee. Onder het motto “tuinpad fleuregio” tonen de tuineigenaren in Limburg hun groene toevluchtsoorden. Of het nu gaat om tuinen van rijtjeshuizen, van groen voorziene binnenplaatsen, boerenerf of park, de veelvoud aan deelnemende soorten tuinen maakt van de “Offene Gartenpforte” een belevenis. Informatie is verkrijgbaar onder www.offenegartenpforte.de of bij het Zentrum für Gartenkunst und Landschaftskultur, Stiftung Schloss Dyck, tel. +49 2182 824-0 of fax +49 2182 824-111.

Verjaardagen > Net als Recife, Den Haag en Siegen viert Kleef dit jaar de vierhonderdste verjaardag van graaf Johann Moritz von Nassau-Siegen (rijksvorst sinds 1652), die de omgeving van zijn residentie tot barok parklandschap liet vormgeven. Tentoonstellingen, rond-

leidingen en feestelijke evenementen herdenken deze gebeurtenis. Zo geeft Gerd Wolters rondleidingen onder het motto “de barokke tuinen van Kleef”. Groepsrondleidingen door stad en tuin kunnen bij Kleve Marketing worden geboekt. Voor meer informatie zie www.kleve.de > Iets minder oud dan de Klever Gärten is het Bonner Rheinauenpark, dat deze zomer 25 jaar wordt. Het geliefde volkspark tussen Bonn en Bad Godesberg ontstond als modern landschapspark tijdens de Bundesgartenschau Bonn 1979 en als ambitieus zelfontplooiingsprogramma van de toenmalige stadswijk met de regeringsgebouwen. Het feest onder het motto “Tanz der Rheingeister” houdt voor bezoekers en burgers talrijke festiviteiten in.

Boekentips > Pas verschenen: Der Gartenreiseführer 2004/2005 uitgegeven door Callwey-Verlag. Een “must” in de boekenkast van iedere tuinliefhebber. Het boek presenteert op bijna 600 pagina’s 320 en 935 publieke en particuliere tuinen en parken in Duitsland, onderverdeeld naar deelstaat. De tuintoerist vindt er alles wat nodig is voor een blik over hek en tuinheg, van openingstijden en metrohaltes tot een trefwoordenlijst. (18 euro) > In de herfst van 2003 toonde het Rheinische Amt für Denkmalpflege bij het Landschaftsverband Rheinland een mengeling van fotoboeken, reisgidsen en tuinarchitectuurlexicon van het Rijnland: het resultaat van intensief onderzoek en een veelzijdige keuze van voorbeelden, rijk aan kennis, heet “Gartenkultur im Rheinland – vom

Imma Schmidt Forum 26

News 1-2004

Mittelalter zur Moderne” verschenen in de reeks werkcahiers van de Rheinische Denkmalpflege, boekdeel 60/2003. 320 Pagina’s met 312 foto’s (voor het merendeel kleurenfoto’s) van Jürgen Gregori en voor 39,90 euro verkrijgbaar. > Park-Stadt Oberhausen – wedergeboorte van een historisch stadscentrum van moderne architectuur; zo luidt de titel van de tentoonstellingscatalogus met foto’s van Thomas Wolf. Hij documenteerde het planologisch proces in de jaren twintig, dat van het centrum van de industriestad Oberhausen een park maakt. De catalogus is te bestellen bij de Ludwig-Galerie Schloss Oberhausen, Konrad-AdenauerAllee 46 in 46047 Oberhausen of onder www.ludwiggalerie.de > Gloednieuw: Arno Brandt; Wilken von Bothmer; Michael Rohde hebben in het voorjaar van 2004 ter ere van de Leipziger Buchmesse het boek “Marketing für Gärten und Schlösser uitgegeven (Hinstorff-Verlag 19,90 euro). Credo: historische tuinen en kastelen vormen een onschatbaar, maar ook kapitaalintensief cultureel erfgoed voor volgende generaties. In tijden waarin er minder publiek geld beschikbaar is, moet men het professioneel vercommercialiseren, aldus de samensteller: “Alleen wanneer de parken voor een breed publiek toegankelijk worden gemaakt en aanvullende diensten met meerwaarde worden aangeboden, kunnen de noodzakelijke financiële middelen door een verstandig beheer verkregen worden.” Het op initiatief van de NORD/LB samengestelde boek verzamelt bijdragen van bekende experts op het gebied van management, wetenschap en toerisme. Het richt zich tot eigenaren van historische

parken, marketingexperts, instanties voor monumentenonderhoud, landschapsarchitecten en tuinliefhebbers. > Sachsen-Anhalt hoort met zijn ongeveer 80.000 historische gebouwen en 100.000 archeologische cultuurhistorische monumenten tot de deelstaten met de meeste monumenten. Ook het grote tuinculturele erfgoed van de deelstaat hoort daarbij. Behalve de bekende tuinen en parken, zoals het tot het Unesco Wereldcultuurerfgoed behorende “Dessau-Wörlitzer Gartenreich” of de historische parken in herstellingsoorden in Bad Lauchstädt, vindt de liefhebber van de tuinarchitectuur in Sachsen-Anhalt een groot aantal historische tuinmonumenten. Een herdruk bij uitgeverij Janos Stekovics biedt een keuze: “Gartenträume” Historische Parks in Sachsen-Anhalt, uitgegeven door Christian Antz, fotografie door Janos Stekovics, tekst Anke Werner, 12,80 euro.

Tuinscherven > Het voor EUROGA opgeknapte Sollbrüggen-Park en het jachtslot in Linn zijn de laatste tijd een geliefde locatie voor bruiloften, aldus de “Extra-Tipp” uit Krefeld in februari 2004. > Half april is er weer een tuinhighlight blikvanger: de gemeente Krefeld, een Krefeldse landschapsarchitect en een Krefelds hoveniersbedrijf zijn verantwoordelijk voor de Duitse bijdrage aan de grootste tuintentoonstelling ter wereld, die in Japan wordt gehouden. Deze tuin heeft in Hamamatsu al de gouden medaille voor de beste internationale bijdrage gekregen, zo meldt de Rheinische Post op 19 april 2004. > In een ander tijdperk – de renaissance – is er een feest ter ere van Hemelvaart op kasteel Rheydt (van 20 tot 23

mei 2004) en men moet maar niet proberen om een paard te stelen, bij de 37ste paardenshow op 30 juni en1 juli bij kasteel Wickrath. > Langs de “Straße der Gartenkunst” vinden er, behalve verjaardagen en tentoonstellingen nog meer festivals,

rondleidingen en andere evenementen plaats. Op deze plek wijzen we u op onze internetsite en vooral op de site en evenementenkalender van de tuinen en parken, steden en gemeenten en regionale en lokale toeristische organisaties.

Tuinen en tuinarchitectuur tussen Rijn en Maas Cijfers en feiten Gekozen op basis van vakkundige en toeristische criteria, vormen 121 tuinen en parken van zowel particulieren als de overheid in het voorjaar van 2004 het potentieel voor de oprichting van de Straße der Gartenkunst in de regio tussen Rijn en Maas. Enkele cijfers over eigendomsverhoudingen en indeling naar plaats: In Limburg gaat het om 58 parken, waarvan er 14 eigendom zijn van de betreffende gemeente en 13 van een stichting. 29 Tuinen zijn particulier bezit en 2 vallen onder de categorie “overige”. In Duitsland gaat het om 63 parken, waarvan er 36 eigendom zijn van de gemeente, 2 van de Bondsrepubliek Duitsland, 3 van de deelstaat Noordrijn-Westfalen, 7 van een stichting, 11 van particulieren en 4 van overige instanties. Dit betekent dat de 121 parken die momenteel het potentieel voor oprichting vormen, over 70 steden en gemeenten verdeeld zijn. Hiervan liggen de 63 Duitse parken in 27, en de 58 Nederlandse in 43 gemeenten. Een veelzijdige eigendomsstructuur: in totaal zijn er grensoverschrijdend 50 gemeenten, 20 stichtingen, 40 particulieren en 6 plus 5 overige instanties eigenaar (bondsstaat en deelstaat NRW meegerekend).

Imma Schmidt Forum News 1-2004

27

News 1-2004 Impressum Herausgeber: Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas

Impressum Samensteller: Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas

c/o EUROGA 2002plus GmbH Rainer Schmidt, Geschäftsführer Marktstraße 16 40213 Düsseldorf

c/o EUROGA 2002plus GmbH Rainer Schmidt, Geschäftsführer Marktstraße 16 40213 Düsseldorf

www. strasse-der-gartenkunst.de

www. strasse-der-gartenkunst.de

Texte: Christiane Baum (cb), Gerd Bermbach (gb), Sonja Rempe, Imma Schmidt (is) Redaktion: Imma Schmidt Übersetzung: Marie-Louise van As Fotos: Gerd Bermbach, Loek Peters, Sonja Rempe Gestaltung: Seidemann, Corporate Design Druck: Druckerei Engelhardt

Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas

Straße der Gartenkunst zwischen Rhein und Maas Projektkoordinator projectcoördinator Gerd Bermbach Alte Schule Grunewald 17 D- 51588 Nümbrecht Telefon: +49 (0) 2293 938629 Fax: +49 (0) 2293 2928 [email protected]

Tekst: Christiane Baum (cb), Gerd Bermbach (gb), Sonja Rempe, Imma Schmidt (is) Redactie: Imma Schmidt Vertaling: Marie-Louise van As Fotos: Gerd Bermbach, Loek Peters, Sonja Rempe Vormgeving: Seidemann, Corporate Design Druk: Druckerei Engelhardt

Tuinen en Tuinkunst tussen Rijn en Maas