Straatfeesten in Gent
Michel Martinus 2013
1. Op Weg Als de morgen opstaat en de dag al kleurt, rijden Fred + Janet vroeg voor, wij staan gereed en stappen in. Fred rijdt rustig geconcentreerd over de Nederlandse wegen naar straks, over de Vlaamse verder, Gent, aan de Leije in, waar zij voor ons hotel Gravensteen, in het centrum van deze rijke en gezellige stad hebben geboekt. Hoe verder wij vorderen hoe breder de lach van de meisjes op de achterbank, die zich net als wij verheugen op dit uitje. En natuurlijk rijden we langzaam en staan kort vast op de ring rond Antwerpen, maar dan schieten we richting kust door het Vlaamse land voort.
2 Gravensteen
De stem van de routespreker, praat ons dwars door het centrum heen naar ons verblijf, maar vlak voor het hotel staan we plotseling ook vast, een wegomlegging wordt met behulp van oom agent omlegt. Wij vinden aan de achterzijde nog net een parkeerplek bij het huis voor de nacht. We checken in met een grote Belgische pint aan de mond, wij wennen snel, want na het inruimen en verfrissen, gaan we op verkenning, niet heel ver, want overal ruikt het naar Vlaamse frieten en met het water in de mond, nemen wij elk een puntzak met mayo en een Witbier, wat lekker is, wisten wij al, ook als het zo simpel is.
3 Het slotconcert
Vlak bij ons hotel passeren wij oud kasteel Gravensteen, een Vlaamse waterburcht uit de middeleeuwen, die in goede staat verkeert en nu als stadsmuseum dienst doet, maar juist vandaag dicht is, dus sloffen wij een beetje teleurgesteld langs het vele moois dat de stad ons wel laat zien en waar wij welkom zijn; pinteke na pinteke. Ge gaat er nog goe scheef van hangen seffens', zunne", waarschuwt een Gentse madam. Dan geraken we van ons evenementenkaartje af en duiken weer op in een grote tent, met podium en een open bar. Bij weer een pint, worden we vergast op een jazz & bluesconcert door een radio-orkest, dat hier juist afsluit.
4. De Baafskathedraal
We buigen grootscheeps om de Kathedraal heen, om de voorpoort te vinden Hier willen wij het drieluik 'de aanbidding van het lam Gods' uit de 15e eeuw van Lucas en Jan van Eijk, aanschouwen. Maar eerst moeten wij door tussen de kraampjes en tafels vol kaarten, boekjes en andere aandenksels, ergens in de buurt moet zich een hedendaagse Farizeeër ophouden, die pas opduikt als je iets in handen neemt om het beter te bekijken. Kleine beetjes vullen ook hier de grote pot voor een restauratie aan het een of ander, begrijpen ook wij, als we drie Euro,50 per persoon betalen om het Drieluik te kunnen bewonderen, dat ons niet bijzonder als magistraal werk aanspreekt, maar door zijn ouderdom zeker boeit. Wij wandelen door het Hoge huis Gods, met zijn eeuwenoude lichtgebeden, die als nieuw klinken door de gebrandschilderde en glas in lood ramen, die gewoon vurig vlammen, hoog boven de bezoekers, juist op dit uur, als de valavond intreedt. Wij ontdekken het prachtige voorportaal, de gezegende inloop, opeens ben ik terug in Harderwijk, in de Grote kerk, bij lange na geen kathedraal als deze hier, maar toch met zijn gebrandschilderde ramen luister ik ook daar naar de stilte binnen.
5. stilte in de kathedrale stilte luistert hij naar het zingen van het licht, dat gekromd door de ramen, in grote banen binnenbreekt. - orgelmuziek, zijn concert in de toren van licht Het oor geheven, proeft hij ook van dit gedicht, voor hem geschreven, voor hem van wie ik toen alleen nog maar de naam, niet die mens er achter, kende. ik zie hem met de fiets aan de hand door stad en land gaan, op hoeken en pleinen stil staan, overal de stad in zich opnemen. Altijd op zoek naar een bijdrage aan:vragen over: leven en dood, over God en geloof, over kunst en cultuur, koos hij voor het stadsbestuur, en als het even moeilijk wordt, keert wethouder Eijsenga, als Henk op de pedalen terug, naar het huis van het licht, waar hij even bij Bach en het orgel wegdromen mag. uit Tussen Stadsjutter en Stadsdichter
6. Ontmoeting met MarF We hebben om 12.00 uur met Marf, een bekende Gentse kunstnaar, die net als ik schuilgaat ,achter een pseudoniem, waarvan ik niet weet waarvoor dat staat. We hebben afgesproken in zijn atelier, maar waar is dat? wie heeft zijn adres? waar heb Ik dat toch? We overleggen en concluderen eensluidend: Joz het zal thuis nog wel op mijn bureau liggen en dus Hoe heet hij precies? Metbehulp van wat gepuzzel en de laptop van de hoteldame en haar laptop, weten we waar we moeten zijn. In2007 had ik wel vaker contact met Marf, maakte gedichten bij werk van hem en eens andersom toen de bekende Vlaamse wielerstad Geraardsbergen, kunstenaars opriep ietste schrijven of te ontwerpen voor de stad. , ik schreef oeen gedicht, waarbij Marf, werd aangetrokken om er zijn creatie oplos te laten. Hij lazerde het gedicht in een dikke ijzeren plaat en hing die in een doodlopend steeg, met daarop een vaal licht, schitterend. Veel te vroeg staan wij voor zijn nog gesloten deur, die later, nog voor het afgesproken uur opengaat Binnen kijken we onze ogen uit naar alle beelden en het werk, dat hij voor zijn volgende expositie maakt en klaar heeft staan. Hij herinnert zich mijn gedicht uit 2007
7. Een dode muur in vaal licht. In straten en stegen drommen ze samen, proberen door de ommuurde stilte heen te breken en iets te vernemen van het leven daarachter. Een doodloper omarmt de muurfluisteraar, die verhaalt en de oude doos binnenstebuiten draait. Hij houdt bewoners en regenten tegen het licht, terwijl de massa zich vergaapt aan graffiti en muurschildering. Waar een dode muur in vaal licht, een huis, een wal of stadspoort wordt, groeit de stad geruisloos voort.
Michel Martinus 2007
8. avondwake
Zij zet ons op het verkeerde been, als we die avond door de stad dwalen en denken Janet is zo dadelijk om twaalf uur jarig, we moeten nog iets doen en vooral niet laten. Gevieren strijken we onder een groot zeildoek neer aan een gemeenschapstafel voor een podium neer, we bekijken de kaart en zien, want horen hoe men om ons heen Augustijn Blond besteld en zo doen wij. Als de bestelling wordt geserveerd, zet de band in met mijn lievelingsnummer van Van Morrison, Brown eyed girl en gelijk komen wij in de juiste stemming, want deze band verrast ons de verdere avond en nacht met jaren 50 + 60 nummers. De tent swingt en zingt luidkeels mee. Dit maakt een lange sjouwdag helemaal goed, want er is er een jarig. Een gezellige tent, waarin veel talen worden verzopen, zingen en dansen mee. Tot de nacht hongrig in ons wordt en Janet even later grote puntzakken friet tussen onze glazen op tafel gooit. Wij vreten, zuipen en zingen ons haar verjaardag toe.
9. Ontbijt Aan het ontbijt zitten niet alleen wij, het is overvol, waar MM een gedicht voor de jarige, moet zien voor te lezen. Tiny en ik zijn er vroeger en kapen net op tijd een ontbijttafel voor vier voorvele neuzen weg, maar van het tweetal nog geen glimp. zij en ik schuiven alvast met koffie aan, wachten in spanning en ongeduld of wij bij deze grote t oeloop voorFred en Janet een plaats kunnen vrijhouden. Als er opeens donder en bliksem buiten opsteekt en een hevige hoosbui neerdaalt, zien we Freds gezicht om de deur, een knik en even later zitten ze bij ons aan een goed ontbijt, ja zeg mar ontbijt, want er zaten er drie die uitgestorven, de gang naar het fourageerbuffet wel hadden gevonden, ze zijn ver buiten de toegestane tijd nog aan het hamsteren, pasdaarna kan ik mijn gedicht voor de jarige voordragen in een haast lege ontbijtzaal, waar mijn tafelgenoten uitbuiken.
10 jarige Jaenette Vandaag lopen wij hier gearmd in het Vlaamse land tussen de kleurig en stout geklede figuranten, op jouw verjaardag, waarbij jij, koninklijk afsteekt en een eigen glansrol vervult, die uitstekend past bij je kopgeslagen sjaals, die je als fel gekleurde tulbands in vreemde maten en draaiingen rond je hoofd geslingerd hebt. Naast jou je prins, zonder wit paard, op gekleurde voet. Hij weet even niet waar hij nu zijn handen laten moet, want hij wil zijn jarige de stad door voeren en dragen. Zie hoe hij haar steels knipoogjes en kopjes geeft, Gisteravond nog voor de slag van twaalven, zette hij het proosten en zingen al in. Met haar 2e naam Beatrix zit zij altijd in haar majesteitelijke rol en trekt ernstige gezichten. Dan spreekt zij ons, het volk, bij het vorstelijk ontbijt in koeienletters, hoogdravend en in gekooide taal, toe. Maar wel heel lief en beschaafd hoor! Ze zwiert en zwaait de feestgangers gul met haar wapperende handjes en met een Duitse salon-kniks, haar bedankjes toe en oost groot applaus, voor haar klinkt het Lang zal ze leven en van je hatsiekiedee, hatsiekedee, er is er een jarig en dat is zij, Hier op de markt staat zij in Gent pintenlang recht. Als ze even wankelt, schiet haar prins zonder wit paard energiek te hulp en kust haar Van harte! 26-7-2013
11. Graffitisteeg
MM& Marf in de graffitisteeg
Marf neemt ons mee door de stad, we bezoeken de poëzietuin in de tuin van een oude abdij, waar poëzie op creatieve en kunstige wijze zijn tentoongesteld, gedichten van bekende en voor ons onbekende Vlaamse poëten, spreken ons aan. Dan moeten wij hem volgen naar het Werregarenstraatje, een lang, laag steegje, dat door zeer artistieke wijze door graffiti is opgemaakt, dit blijft een paar jaar zo, dan wordt alles eraf gehaald, schoongemaakt en wit gekalkt. De kunstenaars maken een nieuw ontwerpplan op een thema, als alles gereed is, beginnen de eerst schilders en spuiters met hun part van het geheel, tot het allemaal weer klaar is en het steegje heropent kan worden. Wat ons opvalt is dat de wandelaars van Oost naar West of anders om, elkaar niet hinderen, hier geen fietser of bromscooter, die van alle kanten opduiken, niemand ontziend hun weg gaan Nee dat zou bij ons wel anders gaan.
12. De ontmoeting Als we al schuifelend door de stad op zoek naar openbaar straattheater, achter elkaar aan door de binnenstad schuifelen, worden we opeens joviaal vastgegrepen, daar staat de oud stadsdichter en Apollo bestuurslid Marcel van Passel uit Diest voor ons, verbaasd uitroepend:"Loop ik hier al de hele dag door Gent te zoeken naar een bekend gezicht, maar ontdek er geen en nu ontmoet ik hier juist de oud Stadsdichter en Apollo voorzitter Michel Martinus uit Harderwijk." We praten wat en hij vertelt ons dat er dit jaar veel minder straattheater in de Gentse feesten zitten, vanwege geld en personeel gebrek, is er wel nog veel muziek en dans, het plezier moet je grotendeels zelf maken. Wij zijn daarheen al op weg.
13. Huiswaarts
Als we 's middags met Marf nog een poëzieactiviteit willen bezoeken, rijden wij achter hem aan, almaar om een goede parkeerplaats inde nabijheid te vinden, om de man met de stok in onze groep niet al te ver mank te laten gaan. We komen uiteindelijk nog voor de opening aan in een kleine kerk, die zich vult, Marf sleurt mij mee naar een jonge dichter, pas in Nederland een poëzieprijs voor jongeren heeft ontvangen. Wij maken kennisvorsen al naar zitplaatsen, als Fred plots opmerkt dat we nog maar een kwartiertje hebben parkeertijd hebben en danop een fikse boete moeten rekenen, dus wat is wijsheid? Snel nemen wij afscheid en gaan op zoek naar onze auto. Goed dat we vanmorgen al hebben uitgecheckt en ingeladen. We vinden de auto zonder bon, stappen in en gaan een beetje weemoedig op weg naar Nederland, naar Harderwijk en naar huis. We bedanken Fred & Janet en ook Truus voor dit uitje en nemen voordat we het eigen bedje beleggen nog een afzakkertje.
foto:Anneke Immink Morgenrood en wit De klank van het morgenrood en het wit van de dag in dronken schaduwen, waarin jij en ik onderduiken, Is aanstonds. Dag of nacht, er valt altijd een dorstig afscheid of iets te vieren of te betreuren. Een oud jaar dat nooit alleen nuchter op zijn kant voorbij gaat, want ook jij en ik klinken kleurloos op ons verschuiven. Wie heft de Tijd straks kleurloos rood op smaak? Proost een goed overzeilen gewenst, MM