Stimuland ^
•
m
g
signaleert, denkt en werkt actiefmee aan een welvarend platteland van Overijssel met oog voor mem en natitur
Aan de leden van de commissie Ruimte, Duurzaamheid en Water van Provinciate Staten van de provincie Overijssel
ONS KENMERK
UW KENMERK
b080141/10085.20/BJF/lo
OMMEN 19junl2008
ONDERWERP uitgave Duurzame energie
Geachte mevrouw, heer, Graag doen wij u ter informatie de uitgave 'Duurzame Energie, kansen voor agrarische ondernemers' toekomen. Dit boekje is samengesteld ter gelegenheid van de Informatiedag Duurzame Energie op Aver Heino op 18 juni jl., die door ca. 100 agrarische ondernemers en adviseurs is bezocht. Naast het boekje treft u ook het programma aan van deze dag, om u een indruk te geven van de inspirerende voorbeelden die in Overijssel in ontwikkeling of reeds in uitvoering zijn. De rol van Stimuland in de uitwerking van het Programma Energiepact Overijssel is kansrijke initiatieven van ondernemers begeleiden tot concrete uitvoeringsprojecten; collega Harry Roetert geeft hieraan vorm als energieconsulent. Met vrieridelijke groet, Overijssel
Bijlagen: 2
het
Stimuland .g
•
m
op uur yyr uure.v. uur dooriopeod
m
in
Workshops Lynch Inforrnatiemarkt
1A
• •
Cornelissen, CCS Ad vies, over het rendement van co-vergisting in verschillende bedrijfssituaties Chris Bomers, melkveehouder met mestvergister over zijn ervaringen in de
1B • »
van der Voort onderzoeker van PRO, over de rentabiliteit van diverse energiegewassen Antoon Kleverkamp, voorzitter van koolzaadtelersvereniging Colzaco, over het project Rendement uit
1C «
Henk Nijman van N2Energy presenteert zijn op van nieuwe techniek uit Amerika
voor een bio-ethanolfabriek in Hardenberg;
•
John Horrevorts, projectcoordiriator praktijkcentrum Sterksel, Op Sterksel word! een kleine gebouwd, met een mini-gasturbine Roelf Havinga van Biovoithaic, presenteert de minimestvergister Piccolo
I 2A
«
2B • •
Lafleur van Redenko, over het rendement van zonneboilers en zonnepanelen Johan Starker!, varkenshouder In Ommen! gebruik van het als zonnecollector, in, combinatie met luchtwasser, om de mast in te drogen
•
Arthur Vermeulen is Manager Raedthuys Windenergie B.V,
2C
yyr 3A « •
Rob Korten is als adviseur van DLV Plant bij diverse algenprojecten betrokken. Wim van Ingrepo Energy, de aigenkweker van Europa,
«
Menno Wichers van Imtech, over het rendement van houtverbrandingsinstallaties bij diverse bedrijfssituaties Wiidrik Wolters, pluimveehouder in Ana, gebruikt houtsnippers van het van de Hardenberg voor de verwarming van zijn stailen Coen Bosoh, varkenshouder in Heino; gebruikt houtpellets voor de verwarming van zijn stalien en Wouter Verster van Nederiand over de financiering van duurzarne energieprojecten Diederik van de Woestijne van Subvention, over subsidiemogelijkheden van diverse vorrnen van duurzarne energie
3B
• •
3C • »
De provsncse OverijsseS heeft een ambitieuze doelstelling om de CO2 uitstoot te verrninderen en in 2020 20% van ons totale energieverbruik duurzaam te produceren. Daarnaast wiilen we energiebesparing en efficientieverbetering sti~ muleren en zo nog eens 10% van de CO2 uitstoot voorkomen. Dat kunnen we niet alleen. We willen daarvoor stevige coaiities vormen met onze partners. Dat doen we in een gezamenlsjk programma Energiepact. Een van de belangrijke partners is de agrarische sector, de land- en tuinbouw in Overijssel. Samen met de land- en tuinbouwers willen we werken aan onze energie- en klimaatdoeistellingen. ASs 'groene province' heeft Overijssel vooral potenties in biomassa als duurzame energiebron. Maar voor de land- en tuinbouw zijn bijna alle duurzame energiebronnen in beeld, zoals windenergie, zonenergie en aardwarmte als energiebron. Om duurzame energie in de land- en tuinbouw te stimuleren hebben we tot nu toe vooral ingezet op de eerste stap van een imtiatief, namelijk het stimuleren van haalbaarheidsstudses voor bio-energie-installaties. Hiervan is veelvuldig gebruik gemaakt. Of een initiatief van de grond komt is echter van veel factoren afhankelijk. Een obstakei voor een initiatief kunnen bijvoorbeeld de rneestal tijdro-
vende vergunningprocedures zsjn. Door een projectmatige aanpak kan hier veel tijdwinst behaald worden. Gezien het belang van duurzame energie zijn we als provincie alert om onnodige obstakels bij de vergunningen uit de weg te ruimen. IVfet de nieuwe landeSijke subsidiemogelijkheden (SDE) en de brede provinciale aanpak binnen het Energiepact wordt een nieuwe impuls gegeven voor duurzame energieopwekksng in de land- en tuinbouw. Ons gaat het vooral om partners samen te brengen en te verleiden samen te werken en kennis te delen. Ik hoop dat de bijdragen in deze uitgave u een impressie geven over de mogelijkheden. Ik daag u uit om duurzame energieopwekking in uw sector op te pakken! Nasnens van Overijssel
Theo
De
om sector, covergisters van worden er voor
uit
En en
Ondernemers die meer willen weten van duurzame energie kunnen hiervoor terecht bij Harry Roetert, van Stimuland. telefoon: (0529)47 81 SO mail:
[email protected].
te in ontwikkeling*
in de grootschaproducten, vergisters en onderne-
De ook voor uit er natuurlijk de windtnolens, bedrijven.
Agrarische ondernemers zijn zo niet meer alleen een goede vakman. Het worden steeds vaker innovatieve ondernemers die energieproductie als tweede tak van him bedrtjf zien. Er zijn ondernemers die in grootschalige projecten stappen en ondernemers die het wat kleinschaiiger aanpakken. Denk bijvoorbeeld aan een bio-vergsstingsinstallatie die aan zesduizend huishoudens stroom levert. Of aan een bio-ethanolfabriek die 33,5 mifjoen liter bio-ethanol per jaar gaat Jeveren. Of snoeihout van de gemeente dat in een houtkachel wordt verbrand om zo de stal te verwarmen. Ook zijn er onderzoeken om 'energieneutrale melk'te gaan produceren. Harry Roetert van Stimuland: "Je ziet de laatstejaren een verschuiving optreden. De technieken zijn doorontwikkeld en er wordt steeds vaker geprobeerd om energie te halen uit'restproducten'zoals vet- en olieresten uit de voedselindustrie en snoeihout of bermgras. De maatschappelijke discussie over het gebruik van voedselgewassen voor biodiesel heeft deze ontwikkeling versneld." Ondanks alle innovatieve ontwikkelingen is een deel van de ondernemers huiverig om in de productie van duurza-
me energie te stappen. Harry Roetert van Stimuland daarover:"Enige tijd geleden heeft de overhesd een belangrijke subsidiekraan dschtgedraaid. Dergelijke subsidies werken vaak afs vliegwiel om iets op te starten. Inmiddels zijn er weer nieuwe subsidiemogelijkheden, maar dezezijn minder toereikend. Een aantal ondernemers gaat er nu van uit dat de investering in duurzame energie niet meer rendabel is. Toch zijn er nog veel winstgevende alternatieven." In dit boekje komt een aantal ervaringen en voorbeelden van collega-ondernemers aan de orde. Het is bedoeld om orienterende agrarische ondernemers en loonwerkers een realistisch beeld te geven van de mogelijkheden. Ook staan er in het boekje allerlei organisaties, contactpersonen en websites. Stimuland kan in de orientatiefase zorgen voor een stuk begeleiding bij haalbaarheidsonderzoeken of contacten met deskundsgen, collega-ondernemers of overheden.
en er in 2007 de
voor zijn
het lol In om op voor zijn en te verwarmen.
Leveranders houtkachels Indieco, Steenwijk, www.indieco.nl Estufa, Wijhe, www.estufa.nl R&WE, Heino, www.r-we.nl Alecra, Rijssen, www.alecro.nl Kara, Almelo, www.kara.nl Websites Informatieblad van SenterNovem (juni 2006) http://www.bioenergienoord.nl/ random/infobladverbranding.pdf Brochure van BioEnergie Noord (mei 2007) http://wwwJ3ioenergienoord.nl/ random/pellets_v29mei071.pdf
een hij er ma-
"In Oostenrijk en Zwitserland maar ook in Denemarken is het heel normaal om stallen middels een houtkachel te verwarmen", zegt Welters."In Nederland is het een nieuwe trend. Er is slechts een klein aantal deskundigen." Toch draaien er in NoordNederland zo'n 25 tot 30 houtkachels op intensieve veehouderijbedrijven. De hoge gasprijs en het goede moment voor een investering zorgt er in 2007 voor dat de uit Oosten', , .. rijk afkomstige IVIawera ketel zijn intrede doet. Het is een kachel uit de lichtere categorie tot 500 kW. De ketel stookt op tot 1000 °C De vergunning was binnen 3 maanden rond. De warmteverdeling in de stallen gebeurt door midde! van buizen langs de zijkant.
de Per jaar is 600 tot 800 m3 houtsnippers nodig (= ca. 200 ton). Het (loof)hout moet een drogestofgehalte hebben van ca. 30%. Niet droger in verband met rendementsverlies; niet natter vanwege energieverlies. Tot op heden zijn de snippers afkomstig van (het snoeiafva! van) de gemeente Hardenberg. Wolters fungeerde in 2007 als een pilot voor de gemeente die ook de mogelijkheid onderzoekt naar verwarming van o.a. een zwembad middels een houtkachel. "Ik neb geen contract met de gemeente. Het is een afspraak
zonder verdere verplichtingen" aldus Wolters. Wanneer er houtsnippers aangekocht zouden moeten worden komt dit (thuisgeleverd) neer op ongeveer € 30,- per ton.
Totaaiplaatje Er zijn bedrijven die de aanschaf van de houtkachel in twee jaar terugverdienen. In het geval van Wolters komt het terugverdienmoment pas bij zesenhalf jaar. Dit heeft hem er echter niet van weerhouden het te doen. Ondanks het feit dat de adviseur het afraadde/'Het is niet alleen het financiele plaatje. Ik heb er gewoon lol in om alles zo op elkaar af te stemmen dat het goed draait",zegt Wolters."Het grootste nadeel van deze houtkachel is de storingsgevoeligheid, Nu loop ik naast de pieper voor het pluimveegebeuren ook nog met een pieper voor de houtkachel. Dit moet je goed regelen als je er een aantal dagen niet bent. De houtkachel bezorgt me ca. 2 uur per week (extra) werk."
Houtverbrandingsinstallatles worden vooral toegepast in bedrijven met v!eeskuikens, kalveren, biggen en voor glastulnbouwbedrijven. De rentabiliteit van een houtverbrandingsinstallatie is afhankelijk van een groot aantal factoren: de warmtevraag (besparlng van gas), warmtepatroon (verdeling warmtebehoefte over het jaar); gasprijs, houtprijs (kosten brandstof), houtkwaliteit (vochten vervuilingpercentage), eventuele gebrutkmaki ng van de Energie InvesteringsAftrek (ElA), subsidiemogelijkheden, beschikbare ruimte (ruimte nodig voor opslag van hout, houtaanvoer en het keteihuis), het om een nieuwbouwproject of om vervanging van een of staat er nog een goede installatle) en (milieu)vergunning. Het type hout dat het geschikt is voor gebruik (houtsnippers, houtpellets of chunks) is afhankelijk van het type Installatie en ook van de toepassing. Een houtverbrandingsinstalldtie vraagt meer tijd en aandacht dan een gastnstailatie. De hoeveelheid tijd is afhankelijk van het type installatie en het soort brandstof, Arbeid zit vooral in het van hout, het bijvulten van de bunker, het reinigen, inspecties en storingen. Voor een ondememer is het van belang dat hsj er aardigheid In heeft, los van de financiele voordelen.
Een
een is in Arrien
vergevor-
een
van het staluitge-
om een te uit voerd. Het
als na
nog 5 ha in gebruik.
en
300 20 ha cultuurgrond
Vanwege zijn technische 'uitvindingen' en innovatieve ideeen is Sterken regelmatig in het nieuws. Zijn laatste staaltje moet het verminderen van het mestvolume met behulp van de zonnecollector worden. De plannen zijn in een vergevorderd stadium. Sterken wordt gedreven door de ambitie om de mest op het bedrijf totaal zelf te verwerken."Na een positieve proef met het indikken van mest door zonnestraling esrtd negentiger jaren, ben ik de mogelijkheden hiermee verder gaan onderzoeken. De meeste intensieve bedrijven ontkomen in de toekomst niet aan de aanschaf van een iuchtwasser. De plannen die nu uitgevoerd gaan worden combineren die twee Leverancierszonneboilers Heliomax, Nunspeet, www.heliomax.com Dutch Solar Systems B.V., Enschede, www.dutchsoiarsystems.com Rayving Energysystems B.V., Gorinchem, www.rayvin.com Levefoncierszonneponelen Solar Total Bemmel, www.solartotal.nl SolarNRG/s-Gravenzande, www.solarnrg.nl Solar Wereld, Soest, www.solarwereld.nl
www.vrom.nl/pagina.html?id=7543 www.solarstart.nl
zaken. De stallucht wordt gewassen met een zelfreinigende rotorwasser waarbij het benodigde suppletie- en spuitwater wordt vervangen door uit gier verdampt en gecondenseerd water. Dit water wordt gewonnen met behulp van zonne-energie. Een dee! van het staldak wordt uitgevoerd als zonnecollector" aldus Sterken.
De combinatie van mestindamping en luchtwassing zorgt op een eenvoudige manier voor volumereductie van drijfmest. De als noodzakelijk kwaad ervaren Iuchtwasser krijgt op deze manier een uitgavenbesparende functie terwijl bij nieuwbouw de stal met indampdak
niet duurder is. Daarnaast worden de volgende energie- en milieubesparingen ingeschat: 40% minder mestafvoertransport, 475 liter zoetwaterbesparing per vleesvarken, 40% reductie van de benodigde mestop™ slagcapaciteit, 40% minder mestvolume aan te wenden op het land, 40% kleinere biogasvergister nodig of 40% volume over voor de co-vergisting en tot slot een verkeer- en geluidafname door beperking van de mestafvoer.
Dit innovatieve idee is niet beschermd. De losse technssche ideeen en handelingen worden in verschillende toepassingen al ingezet. De combinatie, het aan elkaar koppelen van verschillende onderdelen, is de 'uitvinding'van Sterken. Het hart van Sterken ligt eigenlijk meer bij de techniek dan bij de varkens. De combinatie is we! weer een goede. Sterken: "Ttjdens het spusten van de stallen heb ik heel veel tijd om na te denken. Dan komen de beste ideeen naar boven. En natuurlijk zorgt een goed innovatief idee er altijd voor dat door de combina- ^^_— ^ tie van toepassingen de uitkomst van een plus een, altijd meer dan twee is."
Zonne-energie wordt binnen de landbouw (nog) niet op grate schaal toegepast In een aantal situaties op kalver- en varkenshouderijbedrijven maar ook op glastuinbouw- en akkerbouwbedrijven kan zonneenergie echter een positieve bijdrage leveren. De belangrijkste zonne-energie systemen zijn: Zonnepanelen Zonnepanelen zetten zonne-energie m.b.v. photovoltaische (PV-) cellen direct om in elektrische stroom. Met de huidige beschikbare subsidie zijn Zonnepanelen niet snel rendabel voor agrarische ondernemers. Wanneer de subsidies in de toekomst wellicht hoger worden, biedt het wel perspectieven, door de vrij grote daken van bedrijfsgebouwen en de ontwikkelingen van nieuwe technieken waardoor de efficientie van Zonnepanelen de komende jaren nog aanzienlijk kan verbeteren. Het meest toegepaste zonne-energiesysteem is de zonneboiler. Dit systeem bestaat uit een collector op het dak, een opslagvat, een gesloten watercircuit en een pompje. Dit systeem kan, in combinatie met een naverwarmer, het tapwater dat op kafver-opfokbedrijven wordt gebruikt voor het aanlengen van melkpoeder verwarmen. In varkensstallen kan een zonneboilersysteem gebruikt worden voor vloerverwarming en voor de voedselbereiding (brijvoer). Met behuip van een luchtcollector kan zonne-energie toegepast worden voor het drogen en bewaren van agrarische producten, zoals bloembollen, aardappe!en en peulvruchten. Het dak van het bedrijfsgebouw dient als collector. De rentabiliteit van zonne-energie is sterk afhankelijk van de toegepaste techniek. De heSlingshoek en de orientatie van de collector op het dak is in ieder geval een belangrijke factor. Bij zonneboslers op kalver-opfokbedrtjven speelt ook het tapwatergebruik een rol. Het gebruik van zonne-energiesystemen vraagt over het algerneen nauwelijks extra arbeid.
en ga
een uit de van der horst) is en
in
(bij
van de in Puntvan Spoorwind bv« De en die Overijssel op dit rljk Is, zijn
in
Het
vier jaar om de op te realiseren. Van tot ingebruikneming, In vijf in besiag*
Specialisten Raedhuys Group B.V., Enschede, www.raedthuys.nl
Prodeori B.V., Zwo!le? www.prodeon.ni Beleid Provincie Overijssel: www.proviocie.overijssel.rii MinisterievanVROM: www.vrom.nl/pagina.html?id=6985 Onderzoek Wlndmolenproject in Zealand; www.provincie.zeeiand.nl/milieu__natuur/windenergie/kieine_windturbines/index Algemeen www.home.wxs.nl/~windsh/ www.windenergie.nl www.wind-energie.startpagina.ni
"Samenwerken is lastig, maar het is wei gelukt", zegt Gert van der Veen. "Tijdens onze eerste ontmoeting, is afgesproken eens te gaan praten over eventuele samenwerking. Deze eerste aanzet zorgde voor een traject dat heeft geleid tot niet vier, zoals in eerste instantie de bedoeling was, maar drie windturbines. Deze windturbines met een vermogen van drie maal twee megawatt leveren in totaa! stroom aan ongeveer 4500 huishoudens. De levering gebeurt onder de naam Winduniestroom.
Er bestond nog geen ervaring met molens die zo ver landinwaarts werden geplaatst en logischerwijs hadden provincie en gemeente nog geen beleid ontwikkeld voor een dergelijk project. "Geen probleem: we konden meedenken over dat beleid", aldus Van der Veen. Zijn tips: "Zorg voor een goed netwerk, wees constructief, ga problemen niet uit de weg7 treedt tactisch op, wees pro-actief."
10
Het totale project heeft bijna € 6 miljoen gekost (10 jaar afschrijving). Naast de afzet is het afsluiten van een goed onderhoud- en garantiecontract essentieel om het plaatje financieel rond te krijgen. Het contract van Windpark Spoorwind is afgesloten met de garantie dat de molens 98% van de tijd draaien. In de zoektocht naar de juiste windmolen is gekozen voor het duurste type. Het gezonde boeren verstand zorgde ervoor dat gekozen is voor een systeem zonder tandwielgenerator. Van der Veen: "Het leek logisch dat een dergelijk systeem minder storingsgevoelig zou zijn dan de systemen met. Dit heeft goed voor ons uitgepakt. Daar komt nog bij dat die andere storingsgevoelige molens niet meer te verzekeren zijn. Alleen het opbouwen van een kraan kost al meer dan € 20.000,- per dag."
De actiegroep tegen de windmoiens in het betreffende gebied is pas na realisatie van dit project opgerscht Van der Veen heeft geen problemen met deze en andere actiegroepen: "Over mooi of lelijk word je het natuurlijk nooit eens maar wanneer gebruik wordt gemaakt van goede argurnentatte, kan er een prima overleg worden gevoerd" Een van de windturbines staat op het erf van Van der Veen: "Het geluid hebben we toch al van de !angsrijdende trein en heeft een van de gezinsleden of het bezoek in een uitzonderlijk geval last van de slagschaduw dan zet ik de molen stil. Het is tegenwoordig makkelijk te regelen om de molen op een vast te steilen moment stil te zetten."
Grote windmoiens hebben een vermogen van min. 1 MW en worden de laatste jaren steeds groter. Dit heeft o.a. te maken met het exponentieel hogere windaanbod bij grotere hoogtes. Provincie Overijssel ontwikkelt beieid voor dergelijke windmoiens. De provincie biedt mogelijkheden voor piaatsing van windmoiens in bepaalde delen van het buitengebied en op grotere bedrijventerreinen. Het streekplan van de provincie beschrijft de en de voorwaarden voor piaatsing. Klesne windmoiens hebben een relatief laag vermogen en een tiphoogte van maximaal 15 meter, De invloed van kleine moiens op de omgevsng is relatief gering. Voor de piaatsing van dergelijke kleine molens kunnen gemeenten beleid formuleren. Eind 2007 is een uniek testveld geopend in Zeeland. Hier worden verschillende soorten kleine windmoiens onder dezelfde omstandigheden getest. Eind 2008 worden de eerste testresultaters bekend gemaakt. Atgemeen De rentabiliteit van windmoiens hangt sterk af van het type windmolen en de locatie. Bij de locatse gaat het vooral om de omvang van het plaatselijke windaanbod, de mogelijkheid tot aansluiting op het elektriciteltsnet en de mogelijke voor de omgeving. Het windaanbod is vooral sterk bepalend voor de opbrengst aan windelektriciteit. Als de windmolen er eenmaal staat is het zeer arbeids-extenstef. Onderhoud is vaak ondergebracht in een contract, hser heeft de ondernemer dus niets mee van doen. Het proces van idee tot bouw van de windmolen is echter een ander verhaal. Dit vraagt veel inspanning en kan jaren duren. Diverse ver~ gunningen moeten worden aangevraagd, zoals een bouw- en'milieumelding/vergunning.
,)
het
in By ny
van Ben en Jen-
het
in 2007 een een
Reiewanteadresseti Leveranders HoSt, Hengelo, www.host.nl Thecogas, Lochem, www.thecogas.nl EnviTec Biogas, Raaite, www.nl.envifecbiogas.de Certified Energy, Wanroy, www.certified-energy.nl
voor gaspromotor.
"Bij de zoektocht naar alternatieve energie kwamen naast windenergie ook de eerste ideeen om iets te gaan doen met biogas" zegt Regeling. "Na een bezoek aan een bedrijf in Denekamp (in januari 1999) waar een van de eerste proefinstaSIaties in Nederland draaide, is het plan verder uitgewerkt. Die pianvorming heeft heel veel tijd gekost om nog maar niet te spreken over de tijd die is verstreken met het verkrsjgen van de benodigde vergunningen. "Vreemd genoeg kwam dit niet door de regelgeving in Nederland maar juist vanwege het ontbreken van regelgeving en ervaring." Wei was men gelukkig op tijd voor deelname aan de oude MEP-regeling. Kengetailen
Onderzoek WUR: www.mestverwerken.wur.nl
Om de installatie op het agrarische bedrijf te kunnen bouwen moet de activiteit ondergeschikt zijn aan de agrarische activiteit. Op het varkensbedrijf staat een biogasinstallatie met een capaciteit van max 20.000 kW per dag. In de twee vergisters wordt 2.800 m3 biomassa vergist. De input per dag is ca. 42 ton, de output is ca. 37 ton. Dit is ca. 90% van de input De rest is omgezet in biogas. Het biogas wordt in een WKK omgezet in electra en warmte. Het eindproduct heet digestaat, dit is een meststof, die afgevoerd moet worden als mest. Voor de afvoer van deze kwalitatief goede kunstmestvervanger moet door de mestwetgeving aan-
Stortpogina bio-energie: www.bio-energie.startpagina.nl
12
Algemeen Positieve Lijst co-vergisting:
www.hetlnvloket.nl
getrokken mestmarkt een hoge prijs worden betaald. De huidige elektriciteitopbrengst met de gestegen grondstof/mestprijzen maken de kostenposten nog maar moeiijk goed. Voor de afvoer van het electra loopt op dit moment een eenjarig contract met Nuon.
Een goede biologische procesvoering is van groot belang voor het rendement. Je kunt de werking van de vergister vergelijken met het verteringsproces van een hoog productieve melkkoe. De bioiogische processen moeten exact op elkaar worden afgestemd. Door een fout advies is in 2007 teveel kippenmest toe™ gevoegd en kreeg Regeling te maken met een zieke vergister. Het ziek maken van een vergister is in twee dagen gebeurd maar het kan weken duren voor de gasproductie weer op het oude niveau zit.
Het gebruik van biogasinstaliaties is in Nederland toch nog dusdanig nieuw dat de deskundigheid soms te wensen over laat. Regeling heeft al diverse adviseurs Versleten' "ledereen heeft wel verstand van een deel van de werking maar het totale traject goed beheersen, is moeilijk." Toch is het vertrouwen in biogas altijd gebleven:"ln Duitsland zijn genoeg goede voorbeelden te vinden". Sinds kort is Regeling lid van een studieclub waaraan tien agrarische ondernemers uit Overijssel, Flevoland en Gelderland met een btogasinstallatie deeinemen. Kennis uitwisselen, kennis opdoen en leren van anderen maakt van ons allemaal ervaringsdeskundigen.
13
Co-vergisting houdt in dat mest wordt vergsst in combinatie met ander organisch materiaal. Dit is in principe een snteressante techniek voor veehouderijsectoren, wegens beschskbaarheid van mest, en voor grondgebonden sectoren wegens beschikbaarheid van allerlei co-producten. Het type co-producten dat wordt gebruikt, wordt onder andere bepaald door regelgeving (Positieve Lijst co-vergisting), verschil tussen kosten en baten in het gebruik van co-producten, procesparameters en de investering. In de huidige "tweede-generatie co-vergistinginstallaties" worden voornamelijk af~ valproducten, zoals gewasresten, verwerkt. De renta-biliteit van een co-vergistinginstallatie wordt voor een belangrijk deel bepaald door de hoogte van subsidies, in het bsjzonder de SDE (vervanger van de oude MEP-regeling). De SDE-regeling voor co-vergisting garandeert een elektridteitsprijs van € 0,12 per kilowattuur, met een SDE tarief op het moment van schrijven van € 0,053 per kilowattuur, Met deze bedragen iijkt het niet eenvoudig covergisting rendabel te krijgen. Volgens verschillende berekeningen ligt het kantelpunt tussen wel en niet rendabel rond de € 0,14 per kilowattuur {voor goed gedimensioneerde installaties in combinatie met een optimale bedrijfsvoering). Het rendement is echter ook afhankelijk van de biogasinstallatie capadteit, kostprijs en kwaliteit van de co-materiaien (inkoop of teelt), afzetmogelijkheden voor digestaat, mogelijkheden voor benutting van restwarmte en de kosten voor de investering, vergunningen en financiering. Verder bsedt de levering van 'Groen Gas' aan het aardgasnet nog mogelijkheden in de komende jaren. De benodigde arbeid is afhankelijk van het type installatie en co-producten. Grof geschat kost het rond een half tot twee uur per dag. Voor een ondernemer die met co-vergisting aan de slag wil, is vakman- (kennis van techniek) en ondernemersschap (goed kunnen handelen) van belang.
uit Op het
op dit mioi-gasturbine die De
een is
de
po-
sitief.
Bij het inzetten van een mini-gasturbine wordt op bedrijfsniveau mest vergist met minimafe toevoeging van co-producten. Hier is een mestverwerkinginstallatie aan gekoppeld, waarbij uiteindelijk loosbaar water en mestkorrels gemaakt moeten gaan worden. Het beoogde proces werkt als volgt: de rnest van de varkenshouderij wordt - met minimale bijmenging van producten - vergist tot biogas. Tevens ontstaat er een bewerkte mestmassa 'digestaat' genoemd. Dit digestaat wordt met een zogenoemde 'towerfilter 7 gescheiden. Zonder (kostbare) stappen, kan de dunne fractie met omgekeerde osmose verder worden gezuiverd. Het vrijgekomen biogas wordt gebruikt om de msnt-gasturbine te laten draaien. Die turbine droogt de dikke mest tot goed afzetbare mestkorrels met meer dan 70% droge stof.
John Horrevorts, projectcoordinator praktijkcentrum Sterksel:"Mestvergisting in combinatie met deze kleine turbine is een totaal andere manier van vergisten dan tot nu toe gebruikelijk was. Het voordeel is dat het om een zeer eenvoudige instaliatie gaat die erg simpel is en weinig onderhoud vraagt. Door de opgewekte energie in het eigen bedrijf in te zetten, kan er een energieneutrale bedrijfsvoering volgen. Op deze manier kan het een integraal onderdeel worden van een bedrijf."
De reden waarom turbines niet eerder zijn ingezet, is dat de oudere turbines alleen konden draaien op'gewoon'gas. Een extra kostenpost dus. Deze nieuwe turbines worden op praktijk™ centrum Sterksel geschikt gemaakt voor biogas. Gas dat komt uit het restproduct mest. Financieel gezien, lijkt het inzetten van een mini-gasturbine in bepaalde situaties aantrekkelijk. Horrevorts: "De investeringskosten van de biogasinstallatie met een mini-gasturbine bedragen ongeveer € 200.000 - 250.000. Met een afschrijvingstermijn van 10 jaar kan de installatie binnen 5 tot 6 jaar worden terugverdiend."
Hij vervolgt:"Veel ondernemers zien bij de grotere biogasinstallaties op tegen de hoge investeringskosten en het vele extra werk en zien er daarom vanaf. De inzet van een mini-gasturbine maakt het financieel en qua werk veel beter behapbaar voor de ondernemers." Volgens het praktijkcentrum bevordert de mini-gasturbine de duurzame inzet van energie. Eind 2008 verwacht het praktijkcentrum Sterksel genoeg ervaring te hebben en de kin™ derziektes uit de turbsnetechniek op biogas te hebben gehaald.
Kleinschalige mestvergisting kan als een soort tegenbeweging gezien worden ten opzichte van de grootschaiige co-vergisting. Boeren en overheid zijn op zoek naar een mogelijkheid om het mestoverschot op een duurzame wijze weg te werken. Voor de meeste intensieve boeren is de insteek bij vergisting dan ook vooral om de energie uit de mest te benutten en afzetmogelijkheden van de (bewerkte) mest te verbeteren, en niet zozeer om grootschaiige energieproducent te worden. Vanwege wettelijke beperkingen (digestaat uit een co-vergister dat sets mest bevat, wordt als mest beschouwd), is co-vergisting niet de oplossing van het mestprobleem. Vergisten heeft tot doel organische stof met behulp van micro-organismen om te zetten in biogas. Voor vergistingsprocessen wordt in de meeste gevallen dunne mest afkomstig van varkens en/of runderen gebruikt De schaaigrootte waarop de mestverwerking plaatsvindt, is van invloed op de regulering op het gebied van de ruimteiijke ordening en het milieu. Voor vergiste mest gelden dezelfde regels in de meststoffenwetgeving als voor niet vergiste mest. Voor kletnschalige mestvergistsnginstallaties gaat de gemeente over de vergunning in het kader van de Wet Milieubeheer. Er zijn geen algemene normen voor het wel of niet toestaan van vergisters. De factoren die de rentabiliteit van mestvergisters bepalen komen sterk overeen met de factoren die de rentabiliteit van co-vergisting bepalen.
15
is in
als het om
initiatieven,
er een bio-vergistingsinstallatie die aan levert. Of aan een bio-ethanol per jaar leveren.
huishoudie 33,5
Henk Nijman is directeur van het bedrijf Bieleveld BioEnergie B.V. in Amersfoort. Een bedrijf dat biomassa-vergistingsinstallaties (centrales) voor de opwekking van groene stroom realiseert en exploiteert. Daarvoor werkt het bedrijf samen met onder meer particuliere financiers en gemeenten. Afnemers van de opgewekte stroom zijn landelijk opererende energiebedrijven.
[e IOT/? ciers Solarix Biodiesel Professionals, Tienhoven, www.solarix.nl Greenfuelsystems, Heerhugowaard, www.greenfueisystems.nl
Dossier biobrandstoffen: www.agriholland.nl/dossiers/biobrandstoffen/home.html MinisterievanVROM: www.vrom.n!/pagina.html?id=2Q930 ProductschapMVO: www.mvo.nl/biobrandstoffen
Een van de drie vergistingsinstallaties waar Bieleveld bij betrokken is, staat in Gramsbergen. Van bijvoorbeeld herfstgras, afvalproducten, mat's en mest wordt daar een vioeibaar mengsel gemaakt. Bij een vergistingsproces ontstaat methaangas dat wordt omgezet in stroom en warmte. Henk Nijman:"Via de warmtekrachtcentrale leveren we de stroom aan het energienetwerk en de warmte gebruiken we om mest mee te drogen. Bij constant draaien kunnen we daarmee zesduizend husshoudens van stroom voorzien." Naast vergistingsinstailaties is Nijman ook betrokken bij het opzetten van de bio-ethanolfabriek N2-energie B.V. in Hardenberg die per einde 2010 draait. Het is de eerste fabriek in Europa die afval van biomassa omzet in brandstof. De vnjkomende kooldsoxide (C02) wordt hergebruikt in het
16
proces. Henk Nijman benadrukt: "We gebruiken dus afval en geen biomassa geschikt voor voedsel. We hebben dus geen landbouwgrond nodig" De fabriek werkt met een Amenkaans proces waarbij papiersnippers of bermgras worden omgezet in sutkers. Dit gebeurt in een 700 meter diepe hogedrukcilinder. Van deze suikers wordt vervolgens bio-ethanol gemaakt. De circa € 50 miljoen kostende fabriek zal 33,5 miljoen liter bso-ethanol per jaar gaan produceren. In de fabriek zullen straks tachtig mensen werken. Lucratief Dat het realiseren van dergelijke projecten heel wat vallen en opstaan betekent, blijkt wel uit de verhaien van Nijman. "Zo kan het heel wat inspanning kosten om de medewerking van de overheid te krijgen. Soms moet je ook wat geluk hebben. Zo werd de dag nadat we de MEP-subsidie voor de vergistingsinstallatie rond kregen, de hele MEP-subsidtekraan dichtgedraaid" Hij vervolgt: "Bij de winning en toepassing van duurzame energie gaat het erom een evenwicht te vinden tussen economische, sociale en ecologische belangen. Niet alleen nu, maar ook in de toekomst Maar investeren in duurzame energie is meer dan alleen investeren in een beter milieu. Zo kan het investeren in een biomassa-vergistingscentrale iucratief zijn."
17
Biobrandstoffen worden gewonnen uit plantaardig of dierlijk materiaal. Er zijn verschillende vormen van biobrandstof. De meest bekende zijn bio-ethanol, biodiesel en Pure Plantaardige Olie (PPO),
Bio-ethanol Bio-ethanol ontstaat door het vergisten van plantaardige grondstoffen, zoals aardappelen, bseten, maTs en tarwe.
Biodiesel wordt gemaakt uit plantaardige olie. In Europa is koolzaadolie het meest voorkomend. Ook olien zoals zonnebioem- en sojaolie zijn gebruikelijk.
PPO Pure Plantaardige Olie is een ander alternatief voor diesel. Ook deze oiie is gemaakt van plantaardige olien, zoals zonnebloem- en koolzaadolie. Een beiangrijk verschil met biodiesel is dat de warme of koudgeperste olie niet geschikt is voor gebruik in een gewone dieselmotor.
en in het en de
in Dat is
die
en in het
op-
BV
Beethanol BV levert daarbij in een franchise-format de innovatieve technologie, bouw-engineering, en technische en commerciele diensten bij exploita™ tie. Het bedrijf is mede op initiatief van Wageningen UR ontstaan. Directeur van Beethanol, DouweFrits Broens: "Akkerbouwers leveren zo niet alleen de grondstof voor bio-ethanoi, maar spelen ook een rol bij de productie en afzet. Zo profiteren de akkerbouwers mee van de winst uit de hele'keten'. Bovendien draagt het bij aan het brandstofvraagstuk. Er is minder transport nodig en de productie van bio-ethanol kan worden ingezet als bio-brandstof." Vanuit de regersng is gezegd dat in 2010 de vijftien miljard liter benzine en diesel die Nederland jaarlijks gebruikt voor bijna 6% rnoet bestaan uit bio-brandstoffen. Hij voegt er aan toe: "Door deze activiteiten kieinschalig op het platteland te verspreiden, is het een aanwinst voor de locale economic." Dat is mogelijk een van de redenen waarom provinces met weinig economische dragers, zoaJs Zeeland, gemteresseerd zijn in de plannen. ¥0ederbieten Op dit moment zijn de installaties geschikt voor graan. Op lange termijn zullen ze ook op voederbieten moeten gaan draaien. Deze blijken namelijk meer ethanol per hectare op
18
te leveren. Hike fabriek zal ongeveer 4,5 m.ljoen liter bio-ethanol gaan produceren. Products op basis van alleen graan vraagt om 1300 hectare akkerbouwgrond. Als de voederbieten ook kunnen worden gebruikt, daalt de benod,gde qrond naar 1100 hectare graan en b.eten. De verwachting is dat de kostprijs dan ongeveer € 035 per liter zal zijn. Dat is dehelft van de
Btobrandstoffen kunnen worden verdeeld in twee qeneraties; Eerste generatie: dit zijn biobrandstoffen die meestal gewonnen zijn uit voedingsgewassen, ^ zoals mais,suikerriet en graan. _ | - Tweede generatie: dit zijn biobrandstoffen die met | gewonnen zijn uit voedingsgewassen, maar uit j bijvoorbeeld houtsnippers, stro en afval.
kostprijs van olie die gemaakt wordt van fossiele brandstoffen.
ln Brazilie,waaralruimtwintigjaarsuikkernet
wordt omgezet in bio-ethanol is de kostpnjs per liter met meer dan de helft aftjenomea Dit issta P sgewijsgegaan.Broens:»Metdehu,d l ge techniek kunnen weal aan de slag. Al doende leren we bij om alles optimaal te kunnen produceren, verwerken, afte zetten en te gebru.ten. Maar als we als land echt willen omschakelen, moeten we van start gaan met deze brede aanpak.-Volgensdedirecteurgaathetdaarb.jn.rt alleen omdeproductle van de bio-ethanol en distributie, maar ook om de mogel.jkheden om deze brandstof ook daadwerkelijk te kunnen gebruiken. Hiervoor is de samenwerkmg nodig met agrarische ondernemers, ethanol producenten, ingenieurs, overheden, oliemaatschappljen, autofabrikanten, financ.ee
de
.
partijen en logistieke partijen. Met de komst van twee fabrieken in de Veenkolonien en ,n Zeeland is een begin gemaakt.
Op het moment van schrijven staan biobrandstoffen sterk in de belangstelling. Enerzijds komt dit door de sterke stijging van de prijzen van tradittonelebenzineendieseLAnderziidskomtditdoorhet EU-beleid van verplichte bijmenging van biobrandstoffen bij de tradition* brandstoffen. Er is een doelstellingopgesteld van 5,75% bijmenging van biobrandstoffen in 2010. Vanaf 2020 moet het aandeel biobrandstof 10% zijn. Hierdoor is er opeens een enorme markt ontstaan.
In in 2003 met de teelt van van de (Colzaco),
Als
Is hij
De boerals biobrandstofferiteler: www.agriholland.nl/dossiers/biobrandstoffen/agra rischesector.html
Koolzaad is een veelzijdig gewas. Naast de koek en stro van hoge kwaliteit is er natuurlijk de olie die te gebruiken is als Puur Plantaardige Olie (PPO) en als grondstof voor biodiesei. Waarbij koolzaadolie vanwege de structuur van de uitstootdeeltjes minder schadelijk is voor mens en milieu. De plant neemt veel C02 op. En omdat de olie gebruikt kan worden als gedeeltelijke vervanger van bitumen in het asfalt kan op die manier permanent CO2 worden opgeslagen. Antoon Kleverkamp: "Nu gaan we dure opiossingen bedenken voor C02-opslag, terwijl we het zo veef goedkoper dicht bij huis kunnen doen; De teelt van koolzaad is eenvoudig en het gewas is met de 1.25m diepe wortels een goede grondverbeteraar. Dusts onderzoek heeft uitgewezen dat de volgteelt wel tot een 10% hogere opbrengst kan leiden.
Is Economic van energiegewassen: wwwlennisakker.nl/kenniscentrum/ document/economie-van-energiegewassen
Perspectieven energiegewassen www.docurnents.plant.wur.nl/ppo/ agv/energiegewassen.pdf
Kleverkamp vervolgt: "De toekomst voor koolzaad is dubbel. PPO/biodiesel is duurder dan gewone diesel. Vanuit de overheid komt voorlopig geen accijnsvrijstelling en de prijzen van koolzaadolie stijgen net zo snel als van gewone olie. De politieke wil is niet aanwezsg om piantaardige olie voor brandstof te stimuleren. Dit jaar willen we daarom een gedeelte van de opbrengst van onze teiers besternmen voor spijsolie. Koolzaadolie is rijk aan alfa- linoleenzuur
20
en beschikt over de ideale verhouding tussen Omega 3, 6 en 9 verzuren. Een echte gezondheidsoliedus" Op de vraag wat hij ge'mteresseerde ondernemers adviseert, antwoordt hij: "Begin ermee! De opbrengsten concurreren nu al met die van graangewassen. Bovendien is het een goede grondverbeteraar." De ontwikkeling van koolzaad als duurzaam product hangt volgens hem af van de politiek. "Dat traject zal nog wel wat meer tijd en lobbywerk vragen." Om de verwerking en verkoop verder te verbeteren, werkt Colzaco samen met LTO Noord Projec™ ten en met financiele steun van de provincie en het Fonds Duurzame Ontwikkeling Land en Tuinbouw aan het project 'Rendement uit Koolzaad'.
Winterkoolzaad staat van September tot juni/ juli.Meteenrelatiefeenvoudigebewerking, kan de teelt op niet al te natte gronden eenmaal in de drie jaar plaatsvsnden. De meeste loonwerkers kunnen zorgen voor het zaaien en oogsten. De honderd Colzaco-leden regelen nun afzet via de vereniging. De laatste twee jaar is dit naar de Twentsche Oliemofen in Haaksbergen gegaan. Deze zet het weer af bij de biodieselfabriek in Emmen of bij voedselproducenten in Duitsland. De koek gaat naar veevoerproducenten in de regio.
21
De teelt van landbouwgewassen heeft niet enkel de productie van voedsel meer als doel. Landbouwgewassen zijn ook geschikt voor verbranding om elektriciteit en warmte op te wekken, als grondstof voor transportbrandstoffen en als grondstof voor co-vergisting om elektriciteit, biogas en warmte op te wekken. Op het moment van schrijven is er een heftige discussie gaande over de teelt van energiegewassen, omdat hierdoor landbouwgrond voor de productie van voedsel ontrokken wordt. Enkele voorbeelden van energiegewassen zijn koolzaad voor biodiesel, mais, graan en suikerbieten voor bio-ethanol en Miscanthus (olsfantsgras) voor houtverbrandingsinstallaties. In vergelijklng met andere landen is het in Nederland lastig om rendabel energieteelt te bedrijven. Allereerst is het vinden van grand voor energieteelt problematisch. Er zijn veel claims op land, van bijvoorbeeld woningbouw, natuur, recreatie, waterberging en infrastructuur. Daarnaast is het rendement van energieteelten relatief iaag. De teelt van gewassen voor biobrandstoffen kan vaak goedkoper plaatsvinden in landen als bijvoorbeeld Brazilie. Wellicht biedt de tweede generatie biobrandstoffen uit onder andere hout, meer perspectief voor de Nederlandse landbouw. Interessant zijn teelten die voor meerdere doelen geschikt zijn. Hierdoor wordt de ondernemer flexibeler in zijn keuzes met betrekking tot de afzet. Dergelijke teelten zijn bijvoorbeeld energiemais die eventueel ook als veevoer kan dienen, koolzaad dat ook als veevoer kan dienen en zelfs voor humane voeding geschikt is, en algen die eventueel ook voor de productie van cosmetica geschikt zijn.
als
de Jan Zljlstra en - zijn
om als op te
van
in mestver-
Op een hectare land leggen ze buizen, waarin ze volcontinue water en algen rondpompen. De buizen worden aangesloten op de mestvergister. De warmte, CO2 en mineralen uit de mestvergister dienen als Voer' voor de algen. Uit de algen kan vervolgens Pure Plantaardige Olie (PPO) worden geperst. Deze olie kan bijvoorbeeld worden verwerkt tot biodiesel of veevoer. Maar met de btjzondere Omega 3 en 6 vetzuren kunnen de algen ook voor geneesmiddelen of voedsel worden gebruikt.
Leveronders algen Ingrepro B.V., Borculo, www.ingrepro.nl Algae Link, Roosendaal, www.algaelink.com Lgem, www.lgem.nl Aqua Phyto, Zeewolde, ww.aquaphyto.nl
Reststromen Jan Zijlstra: "Door de algenkweek als verlengde van de mestvergister te zien, lost het ten eerste het probleem van de reststromen op. De tweede - niet onbelangrijke - reden om met algenkweek te beginnen, is dat algen op een duurzame manier bijzonder veel energie opleveren. Op deze manier ontstaat er een gesloten systeem. Bovendien levert de reststroom zo wat op en draagt het bij aan het oplossen van een miiseuprobfeem"
Algem een Startpagina algen: www.algen.startpagina.nl Praktijkvoorbeeld www.biobased-business.eu/nieuws.htni
22
Op dit moment is er nog een aantal vragen waar vader en zoon Zijlstra - in samenwerking met Crassus en DLV Plant - aan werken. Zo wordt er bijvoorbeeld nog onderzocht hoe ervoor kan worden gezorgd dat de algen steeds dezelfde kwaliteit hebben. Wat de verhoudingen moeten zijn, enzovoort. Jan Zijlstra: "We verwachten dat we eind zomer 2008 gaan draaien. Omdat deze toepassing van algenproductie nieuw is, moeten we door middel van proeven komen tot een optimale productie."
Algenbouw voor de productie van biobrandstof staat nog in de kinderschoenen. Er zijn echter wel orttwikkelingen gaande. zijn de snelst groeiende organismen ter wereld en kunnen onder optimale omstandigheden 120 ton droge stof per hectare per jaar leveren. Ter vergelijking: uit een hectare kan 700 kg biodiesel worden gemaakt, uit een hectare palm is dat 5.000 kg en uit een hectare algen maar Isefst 6.500 kg biodiesel per jaar, Ook kunnen algen ingezet worden voor de productie van nutrienten voor de diervoeder- en voedingsmiddelenindustrie en voor de zuivering van water. Het gebruik van algen voor het produceren van biobrandstof heeft belangrijke voordelen. Een belangrijk voordeel is dat algenbouw plaats kan vinden op grand die niet geschikt is als landbouwgrond. Dit voorkomt de onttrekking van landbouwgrond voor de productie van consumptlegewassen. Daarnaast leggen algen C02 vast in biomassa. Er is echter ook een verbonden aan algenbouw. is er nog weinig aanwezig. Algenbouw is op het moment van schrijven technologist veel complexer dan de teelt van landbouwgewassen voor productie van biobrandstoffen. Het oogstproces is en de (exzijn hoog.
23
Op de
het en Courage het van de voor Zo Courage, LTO en NZO, het Innovatienetwerk het Melkveehouderij'.
Met een energieleverende meSkveehouderij schakelt de zuivelsectorals medeveroorzaker van het klimaatprobleem om tot medeoplosser. Dit door de sector, als leverancier van groene energie, in te zetten als spin in een regionaal energieweb. Care! de Vries, manager van dit project: "Willen we als melkveehouderijsector omschakelen naar producent van energie, dan hebben we de meeste kans als we dit als productieketen gezamenlijk aanpakken. Door te kunnen zeggen 'deze melk is energieneutraal geproduceerd' heb je een duidelyk verhaal, Richting de overheid, richting organisaties als bijvoorbeeld Natuur en Milieu en niet onbelangrijk: richting de consument. Ook kun je op ketenniveau veel beter de concurrentie aan met grote energieleveranciers en grote verwerkers van organische reststromen"
ais
Algemeen Innovatienetwerk, www.innovatienefwerk.org Onderzoek WUR,Biobased Products www.biobasedproducts.wur.nl/NL
Hoe kan het dat Nederland met alle initiatieven op duurzaam gebied, toch achterioopt ten opzichte van Duitsland en Denemarken."Om een stap te maken, speelt de overheid een cruciale rol. In Duitsland en Denemarken bijvoorbeeld is duurzame energie door windmoiens en biogasinstallaties veel actiever ondersteund dan in ons land. Een subsidie werkt als viiegwiel. Je kunt er een hele branche mee in de benen helpen, die, mits op de juiste wijze gestimuleerd en gefaciliteerd, zich vervolgens op eigen benen zal dooront-
24
wikkelen."Deprojectmanagervervolgt://Helaas twijfel ik wel eens aan de wil van de politiek om echt op duurzame energie uit de agrosector in te zetten. De lobby van de partijen die daar geen belang bij hebben is erg sterk en de overheid heeft zelf ook commerciele belangen in de energiesector"
Op de vraag welke ondernemers geschikt zijn om in de productie van energie te stappen, antwoordt hij: "Het vraagt meer van je dan alleen het zijn van een goede vakman op het gebied van melkveehouderij. Je moet het leuk vinden om nieuwe contacten te leggen, kennis te vergaren en om buiten je sector te willen kijken. Kortom: innovatief en ondernemend bezig zijn." Als belangrijkste advies geeft hij mee: "Orienteer je goed. Zoek een groep gelijkgestemden in je regio en pak het gezamenlijk aan. Denk bijvoorbeeld aan het opzetten van een regiovergister. Als groep kun je een dergelijk initiatief beter van de grond krijgen dan als individuele ondernemer. Je deelt kennis en ervaringen, en voor toeleveranciers, overheden en afnemers ben je als groep een goede gesprekspartner"
25
van de Gras als grondstof voor voeding, veevoer, biobrandstof, papier en chemische industrie? Met de nieuwe technieken van bioraffinage wordt gras opgesplitst in stoffen die voor diverse doeleinden kunnen worden gebruikt De Friese loonwerker Gjalt de Haan probeert samen met de stichting Courage deze techniek uit te werken. De Haan wil in Noord Nederland een bioraffinage voor gras neerzetten. Dit jaar moet er een pilot starten met een mobiele fabriek die het gras splitst in eiwitconcentraat, suiker-, mineraalrijk restsap en grasvezel. De pilot zal informatie gaan opleveren over de juiste kwaliteit van het gras, maar ook over de optimale pers- en conserveertechniek, voederwaardes en de vezelkwaliteit. De afdeling'Biobased Products'van Wageningen UR doet onderzoek naar deze bioraffinagetechniek. De verwachting is dat bioraffinage van gras het in de toekomst mogelsjk maakt om de opbrengsten voor de ondernemer aanzsenlijk te vergroten.
en Bij de ten van
la-
In de Is te en
sico,
en het de en het substitu™
voor de de tierisico.
dat voor ener» op leveranclersri-
de
de
voor de
Nemen we als voorbeeld zonne-energie. Uit een presentatie van Rabobank International in 2008 komt het volgende naar voren: slechts 0,5% van de wereldwijde energieproductie komt uit zonneenergie. Uit waterkracht is dat 2,2% en uit biomassa 10,6%. Op dit moment wordt slechts een fractie (<1%) gebruikt van alle zonne-energie die vanuit de zon beschikbaar is. Wel is zonne-energieproductie de snelst groeiende bron. Energieproductie op basis van zonne-energie zijn met name in Spanje, Portugal, Duitsland, Verenigde Staten en Japan van enige (professionele) omvang. In Nederland wordt zonneenergie nog niet of nauwelijks commercieel toegepast Wel wordt het in de consumentenmarkt ingezet De verwachting is dat de prijs van de zonnestroorn over tien jaar kan concurreren met de energieprijs vanuit het energienet. Hoe kijkt de Rabobank op basis van deze ontwikkelingen en de keuzefactoren uit de tabel aan tegen de financiering van zonne-energie? Wouter Verster van de Rabobank: "We
zijn wel degelijk ges'nteresseerd om naar financiering van grotere zonne-energieprojecten te kijken. Wel hebben we daarbij het voorbehoud dat er adequate subsidleregelingen zijn. Ook wordt er een significant hogere inbreng van eigen vermogen gevraagd ten opzichte van andere duurzame energieprojecten." De bank geeft aan dat dit in de loop der tijd - als er meer ervaring is met professionele zonne-energieproductie - mogelijk zou kunnen worden aangepast. Hij vervolgt "Eigenlijk is het net als bij andere projecten van belang dat er goede ba-
sisvoorwaarden worden geboden. Denk daarbij aan degelijke contracten met leveranciers voor de bouw, beschikbaarheid en het onderhoud. Maar ook contracten met energieafnemers spelen bij de financiering een rol. Als het gaat om 'eerste financienngen'zullen we vooral kijken naar de totale financienngsbehoefte van het bedrijf."
* Dit artikel is gebaseerd op een presentatie van Rabobank International bij de ACRRES informatieavond Zonne-energie 25 maart 2008.
Zonneboiler Kostprijs vast Investering p/MW
>€1.3mifjoen
>€ 2.5 miljoen
>€ 6 miljoen
>€ 2 miljoen
Kostprijs variabel
Onderhoud, minimaal
Biomassa, sterk stijgend
Heel laag
Laag
Leveranders risico
Laag, geconsolideerde markt
Hoog, gefragmenteerd
Matig, vrij nieuwe markt
Laag, eenvoudige techniek, uitwisselbaar
Arbetdsintensiteit
Laag
Hoog
Laag
Laag
Betrouwbaarheid
Hoog
Matig, is gevoelig voor
Vermogen loopt heel terug
Lage compiexitelt
Gevraagd kenntsniveau
Enige kennis energiemarkt
Hoog kennis niveau en energie
kennis energiemarkt
Enige kennis energiemarkt
Terugverdientsjd
< 10 jaar
< 12 jaar
> 12 jaar
> 12 jaar
Logistiek
Alleen bij bouw
Belangrijke component in kostprijs
Aileen bij bouw
Alleen bij bouw
Onderhoud
Enige regelmaat
Veel onderhoud
Nauwelljks
Enig onderhoud
Substitutie risico
Laag
Matig
Groot
Matig
27
Voor de
in is die op Stimuleringsregeling de InvesteringsAftrek (EIA), Dit voor
subde (SDE) en de
SDE Per 1 april 2008 is de SDE in werking getreden, geldend voor een periode van een jaar. De SDE 2008 richt zsch op de volgende productiecategorieen: <- Wind op land Subsidieadviesbureau's o Zon~PV Subvention, Gmmen, www.subvention.nl <"' Biomassa DLV Subsidieadvies, Wageningen, 1 ' Afvalverbranding www.dlvpiant.nl/subsidieadvies_nl.html • < ' Groen g a s NVAS, Beroepsorgantsatie Subsidieadviseurs, www.nvas.nl De hoogte van het subsidiebedrag waar u recht op hebt, wordt vastgesteld aan de hand van een basisbedrag en een Belangrijkste regelingen correctiebedrag. Deze bedragen worden jaarlijks door de www.senternovem.nl/eia minister van Economische Zaken vastgesteld en zijn per cawww.senternovern.nl/sde tegorie duurzame energie verschillend. De budgetten voor www.senternovern.nl/vamiLmia biomassa, zon-PV en afvajverbrandingsinstallaties zijn voor 2008 al uitgeput. IVleer informatie over de SDE is te vinden Overheden op www.senternovem.nl/sde. Het LNV-Loket, subsidies: www.minlnv.nl/portal/page?_paEIA geid=122,1780616&_dad=portal&_ Ondernemers die investeren in energiebesparing en duurschema=PORTAL Ministerie van VROIVl, subsidies en premies: zame energie kunnen in 2008 weer rekenen op een fiscaal www.vrom.nl/pagina.html?id=9498 voordeel als zij de EIA aanvragen. EIA is een fiscale regeling SenterNovem,Zwolle: van de ministeries van Financien en Economische Zaken. www.senternovem.nl Provincie Overijssel: 28 www.provincie.overijssel.nl
Meer informatie over de EIA is te vinden op www.senternovem.nl/eia.
Naast deze energiesubsidies zijn er ook andere mogelijkheden. Hservoor moet er gezocht worden naar slimme toepassingsmogelijkheden, waarmee tevens de kosten beperkt worden. Denkt u bijvoorbeeld aan het verwerken van groenafval in plaats van energieteelt, het benutten van restwarmte, het verwerken van digestaat, of door slim samen te werken. Deze nieuwe toepassingsmogelijkheden bieden mogelijkheden voor aanvuliende subsidies. Naast de energiesubsidies kunnen energieprojecten namelijk ook raakvlakken hebben met subsidieprogramma's die zich richten op regionale samenwerking, plattelandsontwikkeling, innovatie of milieu. Door vanuit verschillende invalshoeken naar een project te kijken kunnen er daardoor meer subsidies mogelijk zijn. In het algemeen zijn de subsidiemogeiijkheden voor energieprojecten in vier fase te verdelen. Niet elke fase of subsidiemogelijkheid zal voor elk project van toepassing zijn. Globaal geldt dat hoe innovatiever het project is, hoe meer subssdiemogelijkheden erzijn.
29
fan Provincie Overijssel stelt een subsidie beschikbaar ter stimulering, ondersteuning en versnelling van projecten ten behoeve van energiebesparingsmaatregelen en de opwekking en toepassing van energie uit duurzame bronnen. Ook ondersteunt de provincie projecten die zich richten op het delen van kennis en het vergroten van het bewustzijn van de noodzaak van een duurzame energiehuishouding. Relevante projecten moeten betrekking hebben op: - Bio-energie: betreffende snzameling van biomassa, productie van biobrandstoffen, productie van energie uit biomassa, distributie van biogas en toepassingen van bio-energie. - Energiebesparsng in Industrie en bedrijven (inclusief toepassing van restwarmte). - Energiebesparsng in nieuwe en bestaande woningen. - Energie in land- en tusnbouw. - Energie en brandstoffen in de sector mobiliteit en transport (m.u.v. puur plantaardige olie). Projecten kunnen ingediend worden voor: - Haalbaarheidsstudies (50% met een maximum van €60.000,-). - Investeringen, uitsiuitend voor bio-energse, nieuwe en bestaande woningbouw en mobilitest en transport (50% met een maximum van €199.000,-). -Voorlichting en educatie gericht op de bewustwordsng en gedragsverandering bij particulieren en bedrijven (50% met een maximum van €60.000,-). De regeling is een tenderregeling, waarbij de beste projecten worden gehonoreerd. Aanvragen moeten voor 1 September 2008 ingediend zijn. In de navolgende jaren gelden 1 maart en 1 September als uiterlijke datum. Het desbetreffende aanmeldingsformulier kan opgevraagd worden bij de provincie.
Onderzoek & ontwikkeling
Financiering
Snvestering
Exploitatie
* Haalbaarheidsonderzoek, ontwikkelingsproject, bouw prototype of testopstelling. * Regelingen: Innovatieprogramma's van LNV, VROfvl, EZ of provincie. * Rentevrij krediet, lening met gereduceerde rente, achtergesteide lening enz. * Per project afhankelijk. Interessant bij (zeer) duurzame projecten of risicovolle innovatieprojecten. ® Regelingen: (bijvoorbeeld) Uitdagerskrediet, Groenfinanciering, groeifaciliteit. • Geldelijke subsidies voor energiebesparing, demonstratieprojecten en regionale samenwerkingsprojecten. * Regelingen: (bijvoorbeeld) Unieke Kansen Regeling, EOS demonstratieprojecten, provinciale regelingen, LNV regeling Duurzame Energie, enz. * Fiscale subsidies (extra aftrekpost of vrije afschrijving) voor energie- of milieu-mvesteringen. * Regelingen: EIA, MIA, VAMIL * Subsidie voor de productie van groene stroom. Subsidiebedrag per opgewekte hoeveelheid stroom uit wind, zon, biomassa. * Regelingen: SDE, MEP, OV-MEP.
¥an Sommige projecten kunnen gebruik maken van meerdere subsidiemogelijkheden. Het stapelen van subsidies is echter wel aan bepaalde spelregels gebonden. Deze zijn vastgelegd in het Europese IVlilieusteunkader. De regelgeving bepaalt dat het totaal aan subsidies en overhesdssteun niet boven een bepaald plafond mag komen. De hoogte van dit plafond is afhankelijk van de hoogte van de investering, het economisch rendement van de investering en het soort investering. Wanneer voor een bepaalde investering dit plafond bereikt wordt, zal op een van de verkregen subsidies een correctie worden toegepast Meestal is dat op de SDE of de MEP. Door hier vooraf rekening mee te houden, kunt u de optimale combinatie van subsidies voor uw project bepalen.
Bij de in deze uitgave behandelde vorrnen van duurzame energie staan diverse organisaties en adviseurs genoemd, De volgende organisaties zijn ook betrokken bij duurzame energie, Adviesbureau's Ecofys, wwwecofys.nl DWA, www.dwa.nl CCS, wwwcocos.nl E-kwadraat, www.ekwadraat.com Biogas International, www.biooas.nl Onderzoek ACRRES, www.acrres.nl ECN, wwwecn.nl Netwerken Bio Energie Noord, www.bioenergienoord.nl Energy Valley, www.energyvalley.nl Wijzijn onset'van bewust dat deze opsomming niet volledig is.
Overname van informatie is toegestaan met bronvermelding.
uitgave kan
worden aangevraagd bij Harry Roetert of lude Otten van Stimuland, tefefoon (0529) 47 81 80, mail:
[email protected] Teksten: Harry Roetert, Lucie Otten en BettseTijsseling van Stimuland, Angelique Jurrius van Woordenwerk Fotografie: Stimuland, provincie Overijssel, Windunie, B-eethano! BV, fam. Zijlstra en John Horrevorts Ontwerp en druk: Sonodruk, Heino
© Stichting Stimuland Overijssel, juni 2008 De inhoud van dit boekje is met zorgvuldigheid en naar beste weten sarnengesteid. De betrokkenen aanvaarden geen aansprakelijkheid voor eventuele schadeiijke gevolgen, van wefk aard dan ook, die kunnen ontstaan bij het gebruiken van gegevens die fn deze uitgave zijn geplubliceerd.
Het platteland van Overijssel behouden als een aangenaam gebied om te wonen, te werken, te leven. Dat is het van Stimuiand, Hiervoor ontwikkelen en organiseren wij innovatieve projecten en andere activiteiten om een duurzame land- en tuinbouw te stimuleren en de plattelandseconomie te versterken.
Deze brochure is een uitgave van Stichting Stimuland Overijssel. De uitgave kwam tot stand in samenwerking met alle in de brochure genoemde en ge'mterviewde ondernemers, De brochure is gefinancierd door de provincie Overijssel.
Stimuland Stichting Stimuiand Overijssel Postbus 120 Strangeweg 25 7730 AC Ommen
Telefoon (0529) 47 81 30 Fax (0529) 45 20 02
www.stimuland.nl
[email protected]