Stilstaan bij de kunstwerken van Façade 2012 Achtergrondinformatie voor de leraar, te gebruiken bij de nabespreking Daarbij de werken langslopen aan de hand van PowerPoint, met de volgende vragen als startpunt: 1. Wat zie je? Beschrijf het kunstwerk eens? 2. Waarvan is het gemaakt? Wat zegt het materiaal dat de kunstenaar gebruikt over de installatie? 3. Wat valt jou op aan het werk? 4. Wat heeft het werk met de gebouwen of de mensen van Middelburg te maken? Doet de kunstenaar iets met Façade: echt of nep? 5. Wat vind je van het kunstwerk? Aan het eind zijn deze vragen goed om te stellen: 6. Welk werk vind je het leukst, mooist, spannendst, raarst? 7. Wat heb je geleerd van de lessen en de wandeling? Tobias Rehberger Er staan twee kiosken op de Koningsbrug. Tobias Rehberger plaatste er een bij. Als je vanaf het station de brug op loopt zie je niet meer dan een smalle zijkant: een façade. Toch is het een bloemenkiosk. Maar wel een bijzondere: meer een etalage. Waarin de bloemen niet in bossen bij elkaar staan, maar apart en worden geëxposeerd als unieke exemplaren. Is de kiosk van Tobias Rehberger ‘echter’ dan de andere twee? Wanneer is iets eigenlijk ‘echt’, authentiek? En wanneer is iets nep, schijn? De kunstkiosk zet je tot denken aan, tot het stellen van vragen over wat je ziet. Daarom staan de bloemen ook niet per bos in een vaas, maar stuk voor stuk. Zodat je ze goed kunt bekijken. Zou Rehberger je willen uitnodigen om op deze manier zo naar de stad te kijken? Elk onderdeel van elk huis en elk gebouw aandacht gevend? Als je dat doet, ontdek je dat veel gevels ‘nep’ zijn. Dat er een ouder huis achter een gevel schuilt dan je dacht. Of juist dat je denkt een honderden jaren oud gebouw te zien dat in feite pas 60 is. Weten wat je ziet, kan alleen als je goed kijkt. Kunst leert je zien. Georges Rousse Alsof er vanuit de hemel een reuzen kooi neergelaten wordt, zo hangt de installatie van Georges Rousse in de poort van de Nieuwpoortstraat. Het is een half doorzichtige constructie van metalen buizen en diagonale houten latten die gedeeltelijk rood beschilderd zijn, Alleen als je op een bepaalde plek staat zie je dat al die latten samen een grote cirkel vormen, als de zon die ondergaat in de stadspoort. Als je goed kijkt zie je meer. Georges Rousse is van huis uit fotograaf. Hij weet dat het standpunt dat je kiest het verschil kan maken tussen een goede en een slechte foto. Met zijn installatie maakt hij dat ook duidelijk. Je ziet de rode zon alleen als je er moeite voor doet, het juiste standpunt zoekt. Wat ook nog eens persoonlijk is. Want als je 1 meter 60 lang bent, zul je de zon niet zien als je het standpunt kiest van iemand die 1 meter 90 is. Maar ook al kies je het juiste standpunt, dan nog zie je een illusie. De zon van Rousse is niet echt, maar een door hem geschapen beeld van de zon. Is het ook niet zo met de stad? Dat mensen samen een illusie creëren van wat Middelburg is? 1
Filip Dujardin Van boven af gezien is Middelburg een verzameling daken. Ze bedekken huizen en gebouwen. Ook een soort façade, maar dan van dakpannen. Filip Dujardin heeft voor het affiche van Façade een digitale collage gemaakt van en muren, waarin ramen ontbreken of schijnbaar zijn dicht gemetseld. Een stad die zich afsluit. Zonder vensters kunnen de bewoners niet naar buiten kijken en de voorbijgangers niet naar binnen. Zonder vensters zie je niet. Ogen worden wel eens vergeleken met vensters. Met je ogen dicht zie je niets. En zonder dat je iemand in de ogen kijkt leer je hem of haar niet kennen. Filip Dujardin laat je een andere kant van de stad zien. Ook een façade, maar dan van bovenaf gezien Een kant die je in je dagelijks leven niet ziet en waar je nooit over zult denken. Behalve als je een ander standpunt inneemt en bijvoorbeeld vanaf de Lange Jan de stad bekijkt. Niet gek als je weet dat net als Georges Rousse ook Philip Dujardin van oorsprong fotograaf is. Hij heeft met van steigerbuizen een constructie gemaakt van 10 meter hoog, 4 meter breed en 6 meter lang, elke zijde opgebouwd uit modules van 2 bij 2 meter. In elke module plaatste hij een vorm die op een dak lijkt. Nepdaken dus. Hij bouwt een model van een stad. Die zich niet zomaar laat kennen. Wat moet je doen om haar wel te kennen? Sarah & Charles Mensen verplaatsen zich graag naar een andere wereld dan waarin ze zelf leven via verhalen, boeken, films, tv-programma’s. Maar ook en misschien nog sterker in de wereld van reclame. Waar alles mooi, leuk, goed en meestal gemakkelijk is. Je weet dat je een illusie ziet, maar wil er graag in geloven en gaat er daarom in mee. Middelburg is eigenlijk ook een illusie. In al die historische monumenten is anders dan vroeger gas, water en licht en er wonen mensen van nu die Ipads en Senseo’s hebben. De oude panden zijn in feite een decor van een film die niet klopt. Het kunstenaarsduo Sarah & Charles speelt met dat idee. Op een billboard in het parkje bij het beeld van koningin Emma zie je een foto van een nachtelijke opnamesessie die er plaats heeft gevonden. In één beeld tonen ze zowel wat er wordt opgenomen als hoe er wordt opgenomen. Je kijkt zowel voor als achter de schermen. Maar is er echt een film opgenomen? Of doen de kunstenaars maar alsof? Zo kun je ook afvragen hoe echt het Middelburg is dat we zien? Wat is echt en wat is nep? Thorsten Brinkmann Thorsten Brinkmann heeft drie lantaarnpalen volgehangen met oud huisraad en andere spullen, van poppen tot paraplu’s, dat hij her en der verzamelt. Aan een van de palen heeft hij ook nog een zitje gemonteerd. Hij geeft wat afgedankt is een nieuw leven en brengt wat ooit achter de façade (binnen) werd gebruikt en daar betekenis had naar een andere plek (buiten). Het meubilair was al uit hun context gehaald en daarmee los van gebruik en betekenis. Nu, gepresenteerd op een andere plaats en op een manier die niet ‘normaal’ is, gebeurt dat nog een tweede keer. Door ze aan een lantaarnpaal te bevestigen zet Brinkmann ze figuurlijk en ’s avonds zelfs letterlijk in het licht. Als objecten waar je naar kunt kijken en die je deels ook nog kunt gebruiken (de zitjes). Hij maakt een parallel zichtbaar met de stad en zijn façades. Voor de voorbijganger/toerist zijn die oude Middelburgse panden in feite zonder betekenis. Ze kennen ze niet, kunnen er alleen maar naar kijken. Pas als je de geschiedenis kent of die zelf maakt door erin te leven, ze te gebruiken krijgen ze hun
2
authentieke betekenis. Maar je kunt natuurlijk ook fantaseren: zelf een verhaal, een geschiedenis bedenken of die construeren. Zoals Brinkmann doet. Olaf Holzapfel Woonhuizen bouwde men eeuwenlang compleet van hout. En zelfs stenen gebouwen zoals de Nieuwe Kerk en de Oostkerk hadden vaak een houten kap. Toen het stadsbestuur wegens brandgevaar steen verplicht stelde als bouwmateriaal werden de gevel en de muren van steen, maar bleef de houten constructie daarachter bestaan. Ook toen de gevel keer op keer werd aangepast aan de mode van de tijd. Olaf Holzapfel nam de bijzondere balkconstructie van de koepel van de Oostkerk tot uitgangspunt voor een ‘beeld’. Die constructie ze je normaal niet: hij is achter een betimmering verborgen. Holzapfel maakte een deel ervan na en plaatste die op de grond, zodat je hem goed kunt zien. Je krijgt nu een idee van de kracht van de constructie en het vakmanschap waarmee die is gemaakt. En kijkt als het ware achter de façade een deel van het gebouw binnen. Zo op de bodem staand heeft de constructie zijn functie verloren. Hij is alleen om naar te kijken en dus kunst. Die je in dit geval best mag aanraken. Karin van Dam Karin van Dam noemde haar installatie ‘Observatorium, hemelsleutel’. De naam ‘observatorium’ had ze al toen ze begon aan het maken van haar installatie. Een observatorium is een plek om waar te nemen, meestal hoog, want oorspronkelijk gericht op het bekijken van sterren en kometen. ‘Hemelsleutel’, de Nederlandse naam voor Sedum, kwam erbij tijdens het werken. Zij zag die planten in de kloostertuin waar zij haar installatie maakte. In de middeleeuwen nam men trouwens aan dat de hemelsleutel bescherming bood tegen boze geesten en heksen. Je ziet een grote hoeveelheid witte stootwillen zoals ze die op schepen gebruiken om beschadiging bij het aanmeren te voorkomen. Ze lijken zich vast te klampen aan een constructie van steigerpijpen die er uit steken en aan elkaar. Het is alsof ze de hoogte in willen. Karin van Dam ziet ze als ‘cellen’, ruimtes, net zoals de huizen in de stad. Maar cellen zijn ook de grondstof voor ons lichaam en een plant bestaat ook uit cellen. Als je goed kijkt zie je op de top van de massa een doorzichtige koepel. Zou dat de plek zijn waar de cellen zich op richten? Het observatorium? Voor de oorspronkelijke bewoners was de kloostertuin het symbool van de volmaakte schepping. Een plek op aarde waar je vooruitkeek naar de hemel, naar eeuwig leven. Een plek van schoonheid en harmonie tussen natuur (de planten) en cultuur (de architectuur). De installatie van Karin van Dam staat daarmee in contrast, is kunstmatiger, eigentijdser ook, Waar de middeleeuwen een vastomlijnd idee over de eeuwigheid hadden en dus ook zo bouwden, is het in de ogen van Karin van Dam veel meer een dynamisch proces: alles is steeds in verandering. Vandaar ook de lichte materialen tegenover de zwaarte van de stenen van de gebouwen die de kloostertuin omringen. Maar in de kern is er niets veranderd. Net als de mensen voor ons leven wij in de beperking van tijd en ruimte. En weten we niet wat er na ons leven komt. Hopen we misschien nog steeds dat er iets is als we er niet meer zijn? En zoeken we dat dan ‘hogerop’? Hemelsleutel versterkt dat idee. De stad als tijdelijke plek om samen te wonen, bescherming te zoeken bij elkaar met de stille hoop op eeuwig leven. Zoals de kloosterlingen dat meer dan 700 jaar geleden op die plek deden?
3
Daan Roosegaarde Achter iedere gevel leven mensen. Ze wonen en ze werken er. Met elkaar, maar vaak naast elkaar en langs elkaar heen. Hun huis is hun huid, de beschermende laag die hen scheidt van de buitenwereld. In zijn bijdrage voor Façade gaat Daan Roosegaarde daar op in. ‘Lotus’ noemt hij de door hem ontwikkelde wand die is opgebouwd uit diagonaal in vieren verdeelde stukken kunststoffolie. De Lotus is een bloem die uit India komt en daar gezien wordt als symbool van zuiverheid en wedergeboorte. De bloemen van de Lotus openen zich ’s ochtends onder invloed van het licht en gaan aan het eind van de dag weer dicht. Het oppervlak van de wand van Daan Roosegaarde opent zich door de warmte van je lichaam als je er dichtbij komt. Dan zie je ook het licht opgloeien dat onder de huid verborgen is. Verbind je die ervaring met het idee Façade dan kan het wel eens zijn dat Roosengaarde een manier voorstelt om er als het ware door heen te prikken. Hoe kun je de façade doorbreken? Hoe kun je echt contact krijgen met de anderen in de stad? Door hen aan te raken. Figuurlijk, maar soms ook letterlijk. Door zelf open te staan en wat in je leeft aan de oppervlakte te brengen. Dat kun je zelfs toepassen op de geschiedenis van de stad met zijn gevels. Open staan voor hun verhalen leidt tot het delen van betekenis en tot een band. Dat de wand ook nog een kromming heeft en daarmee deel is van een grote cirkel voegt nóg een dimensie van verbondenheid toe aan de betekenis. \ Krijn de Koning In Miniatuur Walcheren kon je markante Walcherse huizen en gebouwen zien, nagebouwd op schaal 1: 20. Een herinnering aan het herstel van Walcheren na de Tweede Wereldoorlog, in juni 1954 geopend door koningin Juliana en verhuisd naar de rand van de stad waar het vanaf 2009 onderdeel is van familiepretpark Mini Mundi. Krijn de Koning bouwde bij de ingang van het voormalige Miniatuur Walcheren een constructie van rechthoekige blokken en balken. Hij liet zich daarbij leiden door restanten van fundamenten van afgebroken en andere elementen die hij er aan trof. Net als de verdwenen gebouwtjes heeft het bouwsel van De Koning geen praktisch nut. Je kunt er alleen maar naar kijken. De installatie is eigenlijk zelf een façade met openingen die doen denken aan ramen en deuren. Met de blauwe geschilderde vlakken op de blokken roept De Koning ook ramen en deuren op. Hoe langer je kijkt, hoe meer je ziet. De grootte van de openingen en de vlakken verschilt. In het ‘beeld’ heeft De Koning alle schaalverschillen van de plek zichtbaar gemaakt. De ruimtelijke structuur is net zo verrassend als de plattegrond van Middelburg en Miniatuur Walcheren. De Koning laat je dus de plek en de ruimte beleven en verbindt het heden met het verleden. Hij zegt ook als het ware ,,Kijk door de façade heen, dan zie je meer’’. Daarnaast wijst de keuze voor een constructie ok op het geconstrueerde karakter van stad en park. Dat is iets van mensen, daarom is het mooi dat De Koning de sporen van het bouwen van zijn beeld niet wegmoffelt. Het ziet eruit alsof je het zelf had kunnen maken. Marinus Boezem Middelburg had ooit acht stadspoorten. Daarvan is alleen de barokke Koepoort uit 1735 nog over. Een poort is een oorspronkelijk een opening in de stadswallen waardoor je de stad binnenkomt. Zo kon het stadsbestuur ongewenste bezoekers ´buiten de deur houden´ en gewenste verwelkomen. De Koepoort is nu in feite een façade die alleen nog als een visueel element functioneert. Marinus Boezem heeft stenen in het plaveisel rond de poort gelegd met namen erop van mensen die door hun korte of langere aanwezigheid in Middelburg iets aan de stad, het leven en de cultuur hebben toegevoegd. Want zegt Boezem: ,,Een stad is 4
een plek van, voor en door mensen. Zonder bijzondere mensen, oorspronkelijke denkers, is er geen ontwikkeling. Daarom moet je juist die mensen in ere houden.” Door hun namen in steen te laten beitelen brengt Boezem zulke mensen in herinnering. Bestuurders zoals Jhr. mr. de Casembroot (1906 - 1965), ooit burgemeester van Westkapelle, later verzetsman en vooral bekend als Commissaris van de Koningin van Zeeland. Architect Joh. Fake Berghoef (1903-1994’, die als een leidende figuur van de Delftse School Middelburg mede zijn naoorlogse gezicht gaf. De vernieuwende Amerikaanse componist Morton Feldman (1926 1987) die op verzoek van Stichting Nieuwe Muziek Middelburg bezocht en een grote indruk achterliet. Maar het gaat hier uiteindelijk niet om het terugkijken op zich. Het gaat om inspiratie: ook in onze tijd heeft de stad mensen nodig die als hun in steen gebeitelde voorgangers een of meer stappen verder durven gaan dan de anderen. Die zich onderscheiden door visie, moed en standvastigheid. Tadashi Kawamata Het bolwerk ligt hoger dan de rest van Middelburg en is dus een uitstekende locatie voor windmolens die eeuwenlang het koren maalden voor het brood van de stedelingen. Er staan er nog twee, de Seismolen uit 1728 en De Hoop uit 1735. Tadashi Kawamata heeft er tijdelijk een derde aan toegevoegd: van hout en acht meter hoog. Geen echte, maar een nepmolen, waarvan de wieken niet draaien en waar je alleen maar naar kunt kijken. Juist door het gebruik van hout ziet de molen eruit alsof je hem met wat handigheid zelf zou kunnen bouwen. Dat is raar, aan de ene kant een ding om naar te kijken, en tegelijk een ding om zelf te maken. Het beeld brengt dus kijken, doen en denken samen. Het verwijst naar de bestaande en de verdwenen stadsmolens maar maakt ook duidelijk dat de bestaande molens niet meer zijn wat ze waren: broodnodige middelen van bestaan. Net als de molen van Tadashi Kawamata zijn ze om maar te kijken, ook al laten vrijwilligers ze af en toe malen. Daarnaast benadrukt het beeld dat alles wat je ziet aan bouwsels ooit door mensen is gemaakt. Dat de gebouwen er ooit niet waren en dat het mensen zijn, onze voorouders die stap voor stap de stad hebben gemaakt tot wat hij is. Voor een deel met zo improviserend als Tadashi Kawamata, die voor zijn molen geen tekening gebruikte. En hij herinnert er ook aan dat alles wat mensen ooit bouwen tijdelijk is. De eeuwigheid is voor de natuur. Maar zelfs die is in ontwikkeling en blijft niet altijd bestaan. Renato Nicolodi Renato Nicolodi maakt sculpturen die eruit zien als gebouwen op schaal. Geen architectuur om te wonen, te werken of je vrije tijd door te brengen. Maar bouwkunst die een plek markeert, een ruimtelijk gedenkteken. Je kunt ook denken aan een plaats van samenkomst, maar dan geen kerk of tempel. Geheimzinnige bouwwerken zijn het, strak en soms zelfs dreigend. Ze doen denken aan de fantastische gebouwen van de 18e eeuwse Franse architecten Claude Nicolas Ledoux en Etienne-Louis Boullée, uitgevoerd in een zuiver geometrische vormentaal. Steeds meer voert Renato Nicolodi zijn ontwerpen ook in het echt uit. Vanaf de Seisbrug zie je op het glooiende bolwerk een soort poort op een sokkel, beeld en bouwwerk in een. Het is van zwart geschilderd plaatmateriaal en bestaat uit zes slanke muurtjes, die als je er recht voor staat net zuilen zijn. De middelste twee zijn het hoogst, de twee die er links en rechts van staan wat lager en de buitenste het laagst. Op elk niveau zijn de verticale delen ook via een horizontale balk met elkaar verbonden. Zo eindigt het bouwsel aan de bovenkant trapvormig. Vanaf het pad dat over het Bolwerk loopt kun je het 5
platform op lopen waarop de muurtjes zijn opgetrokken. Dan zie je dat het bouwsel ook nog aan één kant een schuin aflopende zijmuur heeft, waardoor de plek een zekere intimiteit krijgt. Aan de andere kant van het pad rusten doden op de Joodse begraafplaats. Als je dat meeneemt in je beleving is het zwarte gevaarte dat zich uit de bodem verheft een verbinding tussen de boven- en onderwereld. Een gedenkteken voor allen die ooit in de stad leefden en nog zullen leven. Een herinnering aan de sterfelijkheid die mensen aanzet hun tijd goed te gebruiken, intens te leven. Een herinnering aan de betekenis van wie ons voorgingen voor wie wij zijn. Renato Nicolodi nodigt je uit op deze plek op het bankje plaats te nemen wat deel uitmaakt van zijn installatie. Hij noemt hem ‘de Profundis’, ‘vanuit de diepten’. Dat is de titel van een psalm waarin de schrijver God om vergeving vraagt en eeuwig leven…. Tamara Dees Façade gaat ook over schijn en werkelijkheid. Door de schijn te tonen de werkelijkheid van weleer te laten zien. Dat doet Tamara Dees. Vroeger stond Middelburg via de Arne direct in verbinding met de zee. Zonder die verbinding had de stad nooit de kans gehad uit te groeien tot een belangrijk kooppunt van handel en scheepvaart, met schepen die op alle toen bekende landen ter wereld voeren. Ze meerden af aan de kaden die tot in de huidige binnenstad liepen. De waterstand varieerde op het ritme van eb en vloed. Men gebruikte de kracht van het water om een getijdemolen aan te drijven. Het overtollige water werd opvangen in een door een sluis afgesloten spuikom. Dat was ooit het nu gedempte Molenwater, dat via de Herengracht dagelijks met werd gevuld. Dat gegeven maakt Tamara Dees tot een ervaring. Door haar ‘Soliton’, de solitaire golf die vanaf de Herenbrug 250 meter ver de Herengracht door rolt, bescheiden, maar onmiskenbaar aanwezig, stuitend op de oever van de voormalige spuikom. Deze golf is niet echt, maar schijn, zoals een façade dat ook kán zijn. Maar in dit geval is de schijn de sleutel naar het beleven van de werkelijkheid van weleer. Een werkelijkheid die bepalend is geweest voor het verschijnen van al die façades waarachter honderden jaren generaties Middelburgers hun leven leidden. Joost van den Toorn Vaak, maar niet altijd is een façade een vorm van ‘je beter voordoen’. Dat kan ook gelden voor de verhalen die bij een stad horen. Zoals de verhalen over Norbertus, de stichter van de Middelburgse abdij. Die wordt de hemel in geprezen en vaak afgebeeld terwijl hij een man vertrapt. Die man is Tanchelm, voor de kerk een ketter, voor anderen een prediker die opkwam tegen misbruiken in de kerk. Hij woonde in 1108 enige tijd in de buurt van Middelburg en kreeg veel aanhang in Zeeland, Brabant en Vlaanderen, waar hij zich vooral uitsprak tegen het functioneren van gehuwde priesters. Hij riep gelovigen op hen niet te erkennen als priester en hen ook geen offers te geven. Hij ondermijnde het gezag van de bisschop van Utrecht en bovendien miste de kerk door zijn preken inkomsten. In 1115 schijnt hij in Antwerpen vermoord te zijn door een priester. Ook na zijn dood hielden zijn denkbeelden aanhang. De Paus heeft daarom in 1124 Norbertus gevraagd daar tegen op te treden. Die missie heeft hij succesvol vervuld. In nissen van het stadhuis aan de zijde van de Lange Noordstraat heeft Joost van der Toorn zes, elk in een andere kleur uitgevoerde, keramische beelden van Norbertus met Tanchelm geplaatst. Bisschop Norbertus steekt met zijn mijter boven de aan het Middelburgse stadswapen ontleende toren uit. Het hoofd van Tanchelm ligt onder de toren. Door de 6
verbinding van Norbertus met stadhuis en stadswapen geeft Van der Toorn hem een plaats als machthebber. Dat is een andere dan in de meeste verhalen. Daarin is hij geestelijk leidsman en vertegenwoordiger van de waarheid en het goede. Is Norbertus toch minder ‘goed’ dan gedacht en Tanchelm minder ‘slecht’ dan beweerd? En geldt dat ook voor anderen? Wat tonen onze voorvaderen van hun geschiedenis? Is dat waar of nep? Nico Out, augustus 2012
7