Veiligheidsdocument
Stichting PCBO Baarn - Soest Versie: juni 2007 Geaccordeerd door bestuur: 11 juni 2007 Hernieuwd vaststellen: 2011
Inhoudsopgave
Voorwoord ............................................................................................................................. 3 Inleiding ................................................................................................................................. 4 De fysiek veilige school ......................................................................................................... 6 1. Brandveiligheid en ontruiming: ......................................................................................... 6 2. Arbeidsomstandigheden ..................................................................................................... 6 3. Legionella preventie in leidingwater.................................................................................. 7 4. Elektrische installaties........................................................................................................ 7 5. Onderhoud gebouwen ........................................................................................................ 7 6. Speeltoestellen en speellokalen .......................................................................................... 8 7. Asbest ................................................................................................................................. 8 8. Verkeer in en om de school................................................................................................ 8 9. Evenementen in de school.................................................................................................. 9 Nieuw beleid ........................................................................................................................ 10 Bijlage 1 : kerst instructies. .................................................................................................. 11 Bijlage 2 Legionella ............................................................................................................. 12 Bijlage 3 klussenlijst ........................................................................................................... 13 Bijlage 4 Brand, inbraak, ontruiming.................................................................................. 14
……..met het oog op het kind
2
Voorwoord
Veilige scholen zijn scholen waar kinderen veilig zíjn en waar zij zich veilig vóelen. Veiligheid op school is dus meer dan veilige speeltoestellen en een brandalarm - de fysieke veiligheid. Een veilige school is bijvoorbeeld ook een school waar voorkomen wordt dat kinderen elkaar pesten of discrimineren. En op een veilige school werken leerlingen samen met docenten en ouders aan een goed sociaal klimaat - sociale veiligheid. Al met al spreken we van fysiek veilige scholen en sociaal veilige scholen. Het bestuur is in principe verantwoordelijk voor veilige scholen en voor de veiligheid en de gezondheid van de mensen in het gebouw. Daarmee schept zij voorwaarden voor het creëren van veilige scholen. In de uitvoering is deze taak gedelegeerd naar de directie van de stichting. De directie van de school op zijn beurt is integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op de school en daarmee voor het waken over de veiligheid van de mensen, het gebouw en de omgeving. Het veiligheidsdocument is gebaseerd op artikel 11. 5 van de CAO – PO. Het raakt ook aan artikel 11.6 preventiemedewerker en artikel 11.7 arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim en personeelszorg. Om die reden is de ASV (Algemene School Verkenning), uitgevoerd door de Commit Arbo als bijlage toegevoegd. Verder is ook te verwijzen naar het Arbobeleidsplan van de stichting dat te vinden is in de informatiemap. Het veiligheidsdocument is een ‘levend’ document. Jaarlijks vindt de evaluatie van de activiteiten plaats in het directie overleg van juni en wordt het document toegevoegd aan de informatiemap van de stichting. Het is een dynamische materie. Veiligheid vraagt om een permanente waakzaamheid, controle en aandacht van alle betrokkenen in en om de school. Het vraagt ook om een gerichte aansturing. Daar ligt een taak voor de preventiemedewerker, die in iedere school zal worden aangesteld (schooljaar 2007 – 2008). Op deze wijze kan de veiligheid van een ieder in onze organisatie worden gegarandeerd. Dit alles vanuit ons stichtingsmotto ……….. MET HET OOG OP HET KIND.
Soest, juni 2007 Bart Sonnenberg
……..met het oog op het kind
3
Inleiding In het voorjaar van 2007 zijn alle scholen van de Stichting bezocht door de adviseur arbeidsomstandigheden van de Commit – Arbo. Samen met de directie en de MR van de betreffende school heeft de adviseur een risico inventarisatie gemaakt. De inventarisatie is opgenomen in een ASV rapport, ofwel een Algemene School Verkenning. Alle ASV rapporten zijn op stichtingsniveau gebundeld. Daaruit is een gezamenlijk plan van aanpak voor de periode 2007 – 2011 opgesteld. Het plan van aanpak is goedgekeurd door de adviseur arbeidsomstandigheden van de Commit Arbo. Jaarlijks vindt in het directeurenoverleg een evaluatie van het plan plaats, indien nodig voorzien van een bijstelling. Het ASV rapport gaat. in op o.a:
Verzuimbegeleiding en reïntegratie Het voorkomen van beroepsziekten; Melding en registratie van ongevallen Veiligheidsvoorzieningen Bedrijfshulpverlening (BHV) Organisatieveranderingen en werkbelasting Leef- en werkklimaat Arbobeleid Overleg en communicatie Toegankelijkheid Onderhoud, orde en netheid Kwaliteit van het pand, lucht, licht e.d. Specifieke ruimten
In het plan van aanpak is een risicoklasse aangegeven van 1 – 4, ofwel van een hoge prioriteit tot aan lage prioriteit. Verder is toegevoegd wie voor de uitvoer verantwoordelijk is. In de laatste kolom kan het tijdstip van realisatie worden genoteerd. Alle scholen van de Stichting zijn in het bezit van de projectmap ‘Veiligheid op de basisschool’ van de organisatie Consument en Veiligheid. In deze projectmap zit informatie over inspectie van de accommodatie, het opstellen van huisregels, een voorstel tot een ontruimingsplan en modellen voor het bijhouden van risico’s en ongelukken. De map leent zich goed voor het registreren en bijhouden van deze activiteiten. Bij een veilige school wordt onderscheidt gemaakt in sociale veiligheid en fysieke veiligheid. Bij sociale veiligheid gaat het doorgaans om: a. b. c. d. e. f.
vertrouwenspersoon klachtenregeling omgangs – of pestprotocol regels over pedagogisch klimaat huishoudelijk reglement schoolgedragsregels
Deze zaken staan verwoord in het schoolplan en deels in de schoolgids van de school. Op stichtingsniveau zijn twee onafhankelijke personen aangesteld als vertrouwenspersoon. Het betreft ……..met het oog op het kind
4
iemand uit Soest die ingezet wordt bij problemen bij Baarnse scholen en iemand uit Baarn die voor de Soesterscholen kan worden benaderd. Zij hebben ook de mogelijkheid om samen op te trekken. Beide personen hebben geen verdere binding met onze stichting. Bij de fysiek veilige school wordt gedacht aan de volgende rubrieken: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Brandveiligheid / ontruiming Arbeidsomstandigheden / BHV / preventiemedewerker Legionella preventie in leidingwater Elektrische installatie Onderhoud gebouwen Speeltoestellen en speellokalen Asbest Verkeer in en om de school Evenementen in school.
Omdat de 9 items van de fysiek veilige school voor alle scholen van de stichting hetzelfde zijn, zijn deze punten in dit document verder uitgewerkt. Indien noodzakelijk wordt per item aangegeven welke activiteiten en / of verbeterpunten zich in de komende 4 jaar gaan voor doen.
……..met het oog op het kind
5
De fysiek veilige school 1. Brandveiligheid en ontruiming: Iedere school beschikt over een brandmeldinstallatie. In 2006 zijn zowel de Baarnse, als de Soester panden voorzien van nieuwe installaties en de benodigde materialen, als haspels, vluchtrouteaanduidingen en andere middelen. Jaarlijks worden de panden door de brandweer gecontroleerd en voorzien van een gebruikersvergunning. Een afschrift van de vergunning wordt naar het stichtingskantoor gestuurd. Indien er opmerkingen worden geplaatst bij de gebruikersvergunning, wordt dit door de stichtingsdirectie met de directeur van de school besproken. Per jaar vindt er een controle plaats op de aanwezigheid en de kwaliteit van de blusmiddelen. In Soest wordt deze activiteit gecoördineerd en betaald door de gemeente. De gemeente Baarn heeft dit niet opgenomen in haar ondersteuningsaanbod naar de scholen. Het Integrale Huisvestingsplan laat hier per gemeente ruimte voor eigen keuzes. De 4 Baarnse scholen hebben een jaarcontract bij de firma Smeba. Iedere school beschikt over een ontruimingsplan. Daarin is opgenomen hoe te handelen bij brand, maar ook bij andere calamiteiten, waarbij het gebouw ontruimd behoort te worden, of waarbij juist iedereen in het pand behoort te blijven met ramen en deuren gesloten in afwachting op nadere instructies. In het voorjaar en in het najaar wordt op iedere school een ontruimingsoefening gehouden. Stelregel is dat iedere school ontruimd is binnen twee minuten. Van iedere ontruiming wordt door de directie een kort verslag gemaakt en naar de directie van de stichting gemaild. De verslaglegging wordt meegenomen bij de jaarlijkse evaluatie. De onderhoudsman heeft voor de veiligheid rond de kerst een informatiestencil gemaakt. (zie bijlage 1). Verder controleert hij alle scholen op het naleven van de voorschriften bij de aankleding van de school en in december bij het gebruik van kerstverlichting en kerstkaarsen. Zie verder ook bijlage 4. Actie:
het komen tot eensluidende interpretatie van brandveilig gebouwbeheer tussen de gemeente Soest en Baarn (interpretatieverschil bij de brandweerkorpsen)
2. Arbeidsomstandigheden Iedere school van de stichting beschikt over voldoende BHV ers. Formeel behoort per 60 personen één bedrijfshulpverlener (BHV er) aanwezig te zijn. Op stichtingsniveau is een contract gesloten met BHV.NL voor het opleiden van BHV ers en het geven van herhalingscursussen. In september wordt de herhalingscursus aangeboden. Het betreft 1 dag waar de BHV wordt opgefrist. Stelregel is dat iedere BHV er 1 x per twee jaar deze dag volgt. Om het jaar wordt in het voorjaar de tweedaagse cursus georganiseerd voor nieuwe BHV ers. Het initiatief hiertoe wordt genomen door het secretariaat van de stichting. De uitvoering gebeurt door BHV.NL en vindt plaats in de kantine van de brandweerkazerne in Baarn. Actie
Het jaarlijks aanbieden van de BHV cursus via BHV.NL. Het initiatief ligt bij het secretariaat van de stichting.
……..met het oog op het kind
6
3. Legionella preventie in leidingwater. Zowel in Baarn, als in Soest heeft de gemeente uitgebreid onderzoek gedaan naar de risico’s van Legionella in de schoolpanden. Vooral schoolgebouwen voorzien van douches zijn als risicovol aangemerkt. De KWS heeft een gymnastieklokaal bij de school waarin douches zijn opgenomen. De gemeente beheert enkele gymnastiekzalen, waarbij zij specifieke controles uitoefent. De gymzaal van de KWS wordt hierin meegenomen. De onderhoudsman heeft Legionella instructies geformuleerd. De instructies worden na iedere vakantie van meer dan twee weken ter herinnering aan de scholen gemaild. (zie bijlage 2) Acties
Geen.
4. Elektrische installaties De gemeente Baarn heeft samen met de schoolbesturen in 2005 - 2006 geïnvesteerd in de elektrische installaties van de scholen. Alle scholen zijn volgens de NEN – norm gecertificeerd. Vanaf heden zijn de schoolbesturen gehouden om bij verbouwingen de installaties mee te laten certificeren. Voor Soest is geen gezamenlijk beleid ontwikkeld. Als stichting staat voor 2008 – 2009 de aanpassing van de elektrische installaties op de rol. Bij verschillende panden heeft al uitbreidingen van het elektra netwerk plaatsgevonden. Dat gaat volgens de nieuwe normen. Bij uitbreiding van het computernetwerk moet ook rekening gehouden worden met de veiligheidsvoorschriften en de groepenkast. Actie
In 2008 – 2009 worden de Soesterscholen gecontroleerd op veiligheid van de elektrische installaties. Waar aanpassingen nodig zijn worden die meegenomen in de onderhoudsplanning.
5. Onderhoud gebouwen Het lopende onderhoud aan de schoolpanden wordt uitgevoerd door de onderhoudsman. Mankementen en calamiteiten worden door de directies van de scholen gemeld bij de stichtingsdirectie via het formulier ‘Onderhoud / klussenlijst’ (zie bijlage 3). Op het formulier plaatst de directeur een urgentiecode. Dit bepaalt de snelheid van handelen. Per 4 weken vindt overleg plaats tussen de directie van de Stichting en de onderhoudsman. Daarin worden de activiteiten langs gelopen. De Stichting beschikt over een meerjaren onderhoudsplan. Dat is opgesteld door bouwkundig adviesbureau Bindt en kent een update om de 3 jaar. De onderhoudsman heeft iedere school met een digitale camera aan alle zijden gefotografeerd. Bij de besprekingen over het onderhoud maken we gebruik van deze digitale foto’s. Dit brengt helder de staat van onderhoud in beeld en biedt een goede gelegenheid om bij voorbesprekingen met loodgieters, aannemers en andere onderhoudsmensen niet altijd op locatie te hoeven zijn. Met de firma Dijkman uit Baarn is een contract afgesloten voor het verversen van zandbakken zand. Om het jaar wordt het zandbakkenzand vernieuwd. Per jaar zijn er 5 scholen aan de beurt. Het volgende jaar komen de ander 5 aan bod. Dit past binnen de jaarlijkse vergoeding voor zandbakkenzand. Met firma de Werven uit Almere is een schoonmaakcontract afgesloten. Daarbij regelen zijn de schoonmaak inclusief glasbewassing voor alle panden van de Stichting. Het contract is conform de LONDO vergoeding. Per school is een logboek aanwezig waarmee de communicatie over de schoonmaak kan plaats vinden. Klachten worden gemeld bij de Stichtingsdirectie. Van hieruit worden de klachten besproken met De Werven. In juni vindt overleg plaats over de zomerschoonmaak. Dan ……..met het oog op het kind
7
ontvangen de directies de instructies voor het opleveren van het pand bij aanvang van de zomervakantie. Stelregel bij verbouwingen is dat na afloop de gehele school grondig wordt schoongemaakt. Deze kosten worden opgenomen in de bouwbegroting. Acties
Geen
6. Speeltoestellen en speellokalen De onderhoudsman heeft alle speeltoestellen geïnventariseerd. Per speeltoestel is een logboek gemaakt bestaande uit een algemene omschrijving voorzien van foto, eventueel certificaat, een situatietekening en een ongevallenregistratieformulier. Iedere school beschikt over de logboeken van de speeltoestellen van die school. Op kantoor is een overzicht van alle speeltoestellen aanwezig. Jaarlijks worden de speeltoestellen door de onderhoudsman gecontroleerd. Het vervangen en aanschaffen is een verantwoordelijkheid van de school. Wel moet dit in overleg gebeuren met de onderhoudsman. Stelregel is dat de speeltoestellen voorzien moeten zijn van een certificaat. Indien dit niet het geval is, dan wordt het toestel gecertificeerd. De kosten per dagdeel voor certificering bedragen ongeveer € 500 en komen ten laste van de school. Ook wordt twee keer per jaar een inspectie uitgevoerd door de onderhoudsman in de speellokalen. Daarvan wordt een rapport opgesteld en dit met de directie van de school besproken. Toestellen in de ‘gevarenzone’ worden onmiddellijk verwijderd. Doorgaans vindt de reparatie plaats door de onderhoudsman. Acties:
Twee jaarlijkse controle van de speeltoestellen door de onderhoudsman. Alleen gecertificeerde speeltoestellen mogen door de school aangeschaft worden. Bij aanschaf wordt de onderhoudsman geraadpleegd. Twee jaarlijkse controle van de speellokalen. Direct verwijderen van ondeugdelijk materiaal.
7. Asbest Voor zover bekend is er op een enkele school asbest aanwezig. Het gaat om de Guido (achter de radiatoren), de Waterink (bij enkele kozijnen) en de Werveling( bij enkele kozijnen). Alle panden zijn door bouwadviesbureau Bindt onderzocht op de aanwezigheid van asbest. De gevonden delen leveren geen schade op voor de gezondheid. In het najaar worden de kozijnen bij de Werveling gerenoveerd en zullen de asbesthoudende delen worden verwijderd. Acties:
Najaar 2007 renovatie kozijnen Werveling inclusief de asbestdelen Indien zich een verbouwing voordoet bij het hoofdgebouw van de Guido of bij de Waterinkschool, dan wordt het verwijderen van het asbest meegenomen.
8. Verkeer in en om de school
Voor de verkeersveiligheid wordt samengewerkt met de gemeente en in Baarn ook met VVN - Baarn Enkele scholen zijn actief met het behalen van het UVL diploma. UVL staat voor Utrechts Verkeers Veiligheids Label. Dit is een samenwerkingsproject tussen scholen en een gemeente aangestuurd met provinciale subsidies. Op dit moment zijn 4 van onze scholen in het bezit van het UVL diploma. Om het diploma te behalen behoort de school een grondige ……..met het oog op het kind
8
analyse te maken van de schoolomgeving, het verkeersonderwijs aantoonbaar te verbeteren en de bewustwording van een veilige schoolomgeving nadrukkelijk te bevorderen. Actie: Voor de komende jaren behalen al onze scholen het UVL veiligheidsdiploma 9. Evenementen in de school
Bij evenementen wordt vooral gedacht aan projecten, christelijke feesten en schoolfeesten. Daarbij moet de veiligheid ook gewaarborgd zijn. Vooral rond de kerst zijn bijzondere maatregelen in onze panden van kracht. De onderhoudsman heeft bij evenementen een controlerende taak en voert die ook naar behoren uit. Actie:
In 2007 worden aandachtspunten rond veiligheid bij schoolevenementen opgesteld. Het gaat dan om richtlijnen bij vooral schoolfeesten.
……..met het oog op het kind
9
Nieuw beleid a. Preventiemedewerker In het kader van de uitvoer van dit veiligheidsdocument en conform de CAO-PO artikel 11.6 zal per school een preventiemedewerker worden aangesteld. Deze preventiemedewerker staat de werkgever bij in de uitvoering van het plan van aanpak vanuit het ASV rapport van de eigen school en met de uitvoer van de in dit veiligheidsdocument beschreven terreinen voor de eigen school. De taak van preventiemedewerker wordt opgenomen binnen het taakbeleid van de school. In de praktijk is het raadzaam hier één van de BHV ers mee te belasten. De onderhoudsman is de preventiemedewerker van de Stichting en valt als zodanig onder de verantwoordelijkheid van de stichtingsdirectie. Actie: In 2007 – 2008 stelt iedere school een preventiemedewerker aan en neemt dit op in het taakbeleid.
b. protocol tegen seksuele intimidatie, racisme, agressie en geweld Conform de CAO – PO artikel 11.5 – 2b zal een protocol opgesteld worden ter voorkoming van seksuele intimidatie, racisme, agressie en geweld. Een werkgroep bestaande uit een directeur en een lid van de stichtingsdirectie stellen dit op. Het protocol zal eerst in het directieoverleg worden aangeboden, voordat het via de PGMR voor instemming door het bestuur definitief kan worden vastgesteld. Actie: Opstellen en aanbieden van een protocol; periode 2007 - 2008
……..met het oog op het kind
10
Bijlage 1 : kerst instructies. Kerst: de school mooi versiert met een kerstboom, lichtjes en kerstversiering! Juist dan is het belangrijk om goed op de brandveiligheid te letten. Dat geldt ook voor andere gelegenheden wanneer veel mensen in één ruimte zijn en de ruimte versierd wordt, bijvoorbeeld een feestavond. Ik wil u enkele adviezen geven om brandgevaarlijke situaties te voorkomen met kerst en op andere momenten als de school versierd wordt. Houdt rekening met vluchtwegen die vrij van obstakels gehouden moeten worden. Dat zijn niet alleen de nooduitgangen maar ook de gangen en eventuele trappenhuizen, want dat zijn ook vluchtwegen. Een kerstboom is leuk, vooral met lichtjes. Let daarom op de volgende punten:
Gebruik kerstboom verlichting en geen echte kaarsen Controleer deze verlichting, met KEMA keur, van tevoren, ook op draadbreuk Gebruik geen crêpepapier in de boom of om lampjes heen Zet de boom uit de loop van kinderen en huisdieren Koop een boom die niet te groot is voor de klas Zet de boom stevig neer, dus een goed kruis onder de boom Eentje met kluit? Zet hem in een behoorlijke ruime bak en maak hem goed nat Werk de bedrading weg zodat er niet over gestruikeld kan worden Spuitbussen met b.v. sneeuw of iets dergelijks bevatten meestal een brandbaar gas gebruik deze niet bij open vuur. (brandende kaars) Kaarsen die branden, hou deze in het zicht, loop niet weg en plaats ze stevig in een houder. Ook de omgeving en daarboven, moeten vrij van brandbaar materiaal blijven. (vlaggetjes, tekeningen, e.d.) Doe water of natte handdoeken in een emmer, je weet maar nooit!! Gordijnen en vitrage zijn licht ontvlambaar. Zet geen brandende kaarsen of waxinelichtjes in de nabijheid van deze gordijnen. (omvallen e.d) laat ze ook niet op de grond hangen. Houdt stoffering en versiering weg van spots en andere apparatuur die warm wordt. Laat kinderen niet zelf kaarsen ontsteken maar wijs ze op de gevaren van vuur, vooral in deze tijd. (Kerst, oud en nieuw) De blussers en slangenhaspels in de gangen moeten vrij en in het zicht blijven. Probeer eens een keer of ze het wel doen, dan bedoel ik dus de slangenhaspels. (water) Doe de kerstboom verlichting ’s avonds uit voor u weg gaat. Let op met kersttakken, deze drogen uit en zijn dan zeer brandgevaarlijk, dat geldt ook voor materiaal dat kan smelten. Let op tekeningen en vlaggetjes die in de klas of gang hangen. U heeft vast wel eens gehoord van ”een lopend vuurtje” Volgens bestaande regels moet tussen de vloer en de aangebrachte plafond versiering een ruimte van minimaal 2.50 m overblijven. Kunstbomen zijn net zo gevaarlijk als natuurlijke kerstbomen Plafondplaten moeten in de rail blijven, er mag geen open verbinding zijn naar de tussen ruimtes
Het afsteken van sterretjes binnen de school is verboden !!!!!
Dus waarop gelet moet worden is de veiligheid rondom de boom en de kaarsen die gaan branden. De vluchtwegen vrij van obstakels zijn. Brandblussers in het zicht en bereikbaar blijven
Toch brand !! Het ruitje van de handmelder Ontruimen volgens plan
indrukken, alarm gaat direct naar de brandweer Bel ook: 112
……..met het oog op het kind
11
Bijlage 2 Legionella
Legionellapreventie op scholen We krijgen veel vragen over legionellapreventie op scholen. Want hoe zit het nu precies? Is een school een locatie met een hoog of een laag risiconiveau? Moet er een risicoanalyse gemaakt worden? Wat is de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur? Voorlopig bent u niet wettelijk verplicht om een risicoanalyse te laten uitvoeren. Het is echter wel zo dat het schoolbestuur op grond van de Waterleidingwet de verantwoordelijkheid draagt voor de kwaliteit van het leidingwater. Bacteriegroei Scholen hebben, net zoals bijvoorbeeld een ziekenhuis, kantoorgebouw of zwembad, een collectieve leidingwaterinstallatie. Aan de binnenkant van de leidingen en in het bezinksel op de bodem kan de legionellabacterie zich ontwikkelen, vooral bij langdurig stilstaand water. Scholen met douches lopen een risico, omdat gedurende de zomervakantie de leidingen niet worden doorgespoeld. Het risico voor scholen waar zich geen douches bevinden is verwaarloosbaar, tenzij er gebruik van de brandslang wordt gemaakt voor schoonmaakwerkzaamheden. De brandslang geldt dan als risicovol tappunt. Verantwoordelijkheid Het schoolbestuur is juridisch eigenaar van het schoolgebouw en de leidingwaterinstallatie en dus verantwoordelijk voor de kwaliteit van de waterinstallatie op grond van art. 4 van de Waterleidingwet. Om de kwaliteit ervan te waarborgen, kunt u een risicoanalyse laten uitvoeren en zonodig een beheersplan opstellen met maatregelen voor minimalisering van de kans op legionellabesmetting. Een aantal schoolbesturen heeft deze maatregelen al getroffen op grond van de tijdelijke regeling 'Legionellapreventie in leidingwater'. Legionellabestrijding hoort bij het gewone onderhoud en valt onder de beherende taak van het schoolbestuur. De kosten voor zo'n analyse komen dus in beginsel voor rekening van het schoolbestuur. In overleg met de gemeente kan er overigens soms anders worden besloten. Wettelijke verplichting De regelgeving op het gebied van legionellapreventie laat op dit moment aan helderheid te wensen over. De vraag wanneer de risicoanalyse moet worden uitgevoerd laat zich dan ook niet makkelijk beantwoorden. De tijdelijke regeling 'Legionellapreventie in leidingwater' van het ministerie van VROM is vervallen op 15 oktober 2002. Het was de bedoeling dat de regeling, naast enkele wijzigingen, inhoudelijk zou worden opgenomen in het waterleidingbesluit. Daartoe is door het ministerie van VROM een ontwerpbesluit opgesteld. In het voorstel staat dat scholen met douches worden gezien als locaties in de laag-risico categorie. Voor deze categorie geldt dat aan de vereisten van risicoanalyse en beheersplan pas over tien jaar hoeft te worden voldaan. Scholen zonder douches, waren onder de (inmiddels vervallen) tijdelijke regeling verplicht een beperkte risico analyse te laten uitvoeren. Deze eis is in het ontwerpbesluit komen te vervallen. Voor nieuwe scholen met douches geldt dat zij na inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit verplicht zijn om direct een risicoanalyse te laten uitvoeren. Overigens hebben deze regels nog geen formele rechtskracht omdat de politiek zich nog over het ontwerpbesluit moet uitspreken.
Voorlopig bent u dus niet wettelijk verplicht om een risicoanalyse te laten uitvoeren. Het is echter wel zo dat het schoolbestuur op grond van de Waterleidingwet de verantwoordelijkheid draagt voor de kwaliteit van het leidingwater. ……..met het oog op het kind
12
Bijlage 3 klussenlijst
Voor vrijdag per e-mail:
[email protected] Aanvraag:
Onderhoudszaken / Klussenlijst.
School: _________________________________ Datum: _________________________________ Actie door: 1= onderhoudsman. 2= overleg coördinator / beheerscommissie 3= uitbesteden Urgentie: A, B en C / AA=zeer urgent. Onderwerp:
Locatie:
Opmerking
urgentie
Actie:
Gereed:
.
Geregelde controlezaken: Putten op de pleinen. Afvoeren dak gebouw / controle dak. Controle toiletgroepen. Controle gaas- / hekwerk Controle waterstand / afwatering Controle CV (waterstand)
Evt. Opm/bijz:
Algemeen : Onderhoud / bijhouden tuinen en pleinen.
……..met het oog op het kind
13
Bijlage 4 Brand, inbraak, ontruiming
Het is niet voor alle directeuren duidelijk hoe één en ander geregeld is rond de brand-, inbraak- en ontruimingsinstallaties. Daarom tref je hier een overzicht aan. Voor vragen, problemen, calamiteiten tijdens de schooluren is doorgaans Jan van Arkel aanspreekbaar. Alleen op vrijdag bel je met het kantoor. Hij weet er het meest van en is Stichtingbreed het eerste aanspreekpunt. Vervolgacties bij storingen kunnen het beste met hem besproken worden. Telefoonnummer Jan van Arkel: 0655374627
Baarn
Storing apparatuur
Inbraakalarm
Heinen Beveiliging 035 – 5414747
Ontruimingsinstallatie Bectro Amersfoort 033- 4560805
Soest
Storing apparatuur
Inbraak
Trigion 020-3552525 of 0900 - 2050555
Brandmeldinstallatie GTI Capelle aan de IJssel 010 - 2586444
Meldkamer
Beveiliging ‘s nachts
Meldnet 040 - 2453078 Melden met pasnummer PAC – Eindhoven 040-2441355
Gooiland Beveiliging 035 -5259918 Gooiland Beveiliging 035 -5259918 ’s nachts via inbraakalarm doorgeschakeld.
Meldkamer Teleguard 055 – 5266666 Melden met pasnummer BRUL – AC Utrecht 030 - 2892714
Beveiliging ‘s nachts Gooiland Beveiliging 035 -5259918 (excl. Postiljon en Bron )
……..met het oog op het kind
14