Perfecte dichtbijbestemming: de Frans-Vlaamse kust
Malo-les-Bains is in de zomer een heerlijke badplaats om te zonnen en te zwemmen. Tijdens de andere seizoenen kun je op de dijk wandelen langs een eeuw architectuur.
Het beste van twee werelden Frankrijk is dichterbij dan je denkt. Vanuit pakweg Brussel of Antwerpen is het minder dan twee uur rijden naar de Frans-Vlaamse kust. In Duin2 GRANDE FRANKRIJK
kerke, Gravelines en Les Dunes de Flandre vind je het beste van twee werelden. Je proeft het zoete Frankrijk en tegelijk is het Vlaamse karakter nog
sterk voelbaar. Zuydcoote spreken ze hier uit als ‘zwietkoot’ maar ze voelen zich toch verbonden met hun verleden. We bieden je het recept voor
een driedaags tussendoortje vol zee, natuur, geschiedenis en gastronomie. Tekst en fotografie Joris De Voogt GRANDE FRANKRIJK 3
In Gravelines wordt een kopie van een zeventiende-eeuws zeilschip gebouwd.
Een amateurvisser fietst naar huis met zijn vangst.
lwerk, nu is het er
it een militair bo Gravelines was oo
zalig kuieren. Met een bootje rond Gravelines varen, dat is pure romantiek.
De bakkerij van de kazerne moest tweeduizend soldaten voeden.
D
e eerste halte is het charmante stadje Gravelines, dat oorspronkelijk Grevelingen heette. Gravelines is een speciaal geval. Nu is het een idyllische plek, maar ooit was het een militaire vesting. Dat zie je nog aan het zeshoekige grondplan en de omwallingen. De geniale architect Vauban ontwierp dit bolwerk in de zeventiende eeuw, ten tijde van Lodewijk XIV. Toen maakte het deel uit van een reeks versterkte steden. Nu levert een wandeling of boottochtje rond de omwalling een volkomen zengevoel op.
Te land of te water
Bij de bouw van het kruitarsenaal dacht Vauban zelfs aan ontploffingen. 4 GRANDE FRANKRIJK
De massieve vestingmuren van Gravelines zijn intact gebleven. Daardoor kun je rond het stadje wandelen, een dikke drie kilometer. Nog aardiger is een waterfiets of elektrisch bootje huren voor een tochtje
rond de vestingen. Zo’n elektrisch bootje mag je zelf besturen, want het vaart traag en er zit een stuurwiel op zoals in een auto. Mijn gids Aurélie zegt dat gezinnen met kinderen zo’n trip een belevenis vinden. Ze laveert tussen de pijlers van de bruggen. Na de rondvaart parkeert ze feilloos tussen de andere bootjes. “Zie je wel dat het makkelijk is”, zegt Aurélie. Ik bloos. Keizer Karel V liet in de zestiende eeuw in Gravelines een kasteel bouwen, later door Vauban omgevormd tot kazerne. Nu is het een museum. Een fraai onderdeel is het kruitarsenaal, vernuftig gebouwd met sterke muren en een zwak dak. Het idee was dat bij een eventuele ontploffing het vuurwerk kon ontsnappen via het dak. Vauban dacht werkelijk aan alles. In het kruitarsenaal was het trouwens verboden om een pijp te roken. In de zeventiende eeuw telde Gravelines 1.500 inwoners en >
Zo’n boottochtje levert een perfect zengevoel op. GRANDE FRANKRIJK 5
De Britse kunstenaar Anthony Caro deed iets wonderbaarlijks in het koorgedeelte van de dertiendeeeuwse kerk van Bourbourg.
2.000 soldaten. Ik vraag de gids of dat geen problemen gaf, bijvoorbeeld dat de soldaten interesse hadden voor de vrouwen in het stadje? “Ja, die spanningen waren er, maar de bevolking had ook voordeel van het garnizoen”, antwoordt ze met een lachje. En wat deden die soldaten godganse dagen in afwachting van een oorlog? “Ze hielden militaire oefeningen, maar ze kweekten ook groenten, want hun rantsoen was erg karig.”
Incroyable mais vrai De volgende stop in Gravelines slaat mij met verbazing. De Association Tourville is met de hulp van mecenaat en een groep vrijwilligers gestart met de bouw van een zeilschip uit de tijd van Lodewijk XIV. Wel degelijk op ware grootte, 57 meter lang en bewapend met 84 kanonnen. De driemaster zal Jean Bart heten. Bezieler Christian Cardin koppelt passie aan realiteitszin. De bouw van het schip zal zo’n tien jaar duren. Dan zal het naar een bassin worden gebracht om er een pronkstuk en toeristische topper te worden. Nu al kun je de aanzet van de romp bekijken. Om dit onvoorstelbare project uit te voeren heeft Christian op de werf een smidse en houtzagerij gebouwd. In Frankrijk vond hij geen zagerij die de reusachtige eikenbomen op het gewenste formaat kon verwerken, dus liet hij een zaagmachine overkomen uit Australië. In de smidse zie je spijkers van anderhalve meter lang, zelf gesmeed. Is Christian een fantast? Nee, de werf is nu al een attractie en er is een gezellig museumcafé. Naast historische documenten en technische tekeningen kun je er ook een maquette van het schip bestuderen.
Het koor van licht In Bourbourg bij Gravelines kun je een bijzondere kunstinstallatie bewonderen: Le Choeur de Lumière. De Britse kunstenaar Anthony Caro mocht enkele jaren geleden het koorgedeelte van de dertiende-eeuwse Eglise Saint-JeanBaptiste onder handen nemen. Het resultaat is een fascinerend spel van licht en symboliek. Om de kwetsbare witte vloer te betreden krijg je pantoffeltjes om aan te trekken over je schoenen. Centraal in het koor heeft Caro een monumentale doopvont ontworpen. In de nissen rondom staan assemblages van sculpturen in roestbruin metaal en terracotta. Om alle symboliek te ontdekken heb je een uur nodig, plus de brochure met tekst en uitleg. Vanuit twee eikenhouten torens van vijf meter hoog kun je het geheel overschouwen. Ik verlies me in de wereld van Anthony Caro. Als ik buiten kom, ben ik beduusd. Terug naar de werkelijkheid, het is even een aanpassing. Gravelines ligt op enkele kilometers van de zee en was oorspronkelijk een vissersdorp. In 1160 maakte de Vlaamse graaf Diederik van den Elzas er een stadje van. Rond Gravelines kronkelt de rivier Aa, die daarna recht in zee uitmondt. De Aa was eeuwenlang de grens tussen Frankrijk en het graafschap Vlaanderen. Ten westen en ten oosten van de monding liggen Grand Fort Philippe en 6 GRANDE FRANKRIJK
Petit Fort Philippe, ooit versterkte vestingen die werden gebouwd door Filips II ten tijde van de Spaanse Nederlanden. Nu zijn het rustige badplaatsjes met een zandstrand. In Petit Fort Philippe zijn er enkele cafés en restaurants. Een aardige plek om met zicht op zee een picon au vin blanc of een schotel fruits de mer te nuttigen. Tussen Gravelines en Grand Fort Philippe zijn er twee kleine maar interessante musea: het Maison de la Mer (visserij- en zeevaartgeschiedenis) en het Musée du Sauvetage (geschiedenis van de reddingsboten).
Van Malo naar Duinkerke Malo-les-Bains is het badplaatsje van Duinkerke. De ideale plek om te logeren tijdens een trip naar de Frans-Vlaamse kust. Overdag kun je Duinkerke verkennen of een uitstap doen naar Gravelines, Bray-Dunes of Bergues. ’s Avonds wachten een verkwikkende wandeling op het zandstrand en een verfijnd diner in een van de vele bistro’s en restaurants op de dijk. Betaalbaar maar geen fastfood, want dit is Frankrijk. De dijk is op zich een attractie: naast de onvermijdelijke nieuwbouw is er nog heel wat belle époque, art nouveau en art deco te zien. Een bezoek aan Duinkerke
> GRANDE FRANKRIJK 7
Het stadhuis van Duinkerke staat in het hart van de stad. Van hier kun je in alle richtingen te voet op verkenning gaan.
geen voederen is e menMeeuwen ig m maar som goed idee laten. n het niet e n n sen ku
Vlak bij Duinkerke
is Malo-les-Bains
een wandelparadij
s om tot rust te ko
start je het best aan het historische stadhuis, met op hetzelfde plein de toeristische dienst. Van hieruit kun je op wandelafstand de stad verkennen. In Duinkerke is het Vlaamse verleden nog overal voelbaar. Mijn Nederlandstalige gids Onno neemt me mee naar de vijftiende-eeuwse Tour du Leughenaer. Volgens de legende werden vanuit deze toren foute lichtsignalen uitgestuurd naar de schepen, zodat ze vastliepen en geplunderd konden worden. De werkelijkheid is prozaïscher: het oud-Vlaamse woord ‘leugeren’ betekent uitkijken, spieden. De toren was gewoon een uitkijkpost. De volgende halte is de middeleeuwse belforttoren. Tot de vijfde verdieping gaat het lekker met een lift. Daarna volgt een wenteltrap. De 64 treden zijn doenbaar, maar het lage plafond is een beproeving voor een mens van 1,90 meter. Op het terras vergeet ik meteen mijn geblutste hoofd: het panorama is prachtig. Van hieruit zie je de stad, de zee, de haven, de jachthaven en de vlakten van Frans-Vlaanderen. Onder mij begint de beiaard loeihard het uur te slaan. Conclusie: om het belfort te bezoeken komen oordoppen en een fietshelm van pas, maar toch loont het de moeite. Recht tegenover de belforttoren staat de laatgotische SintElooiskerk. Boven en naast de ingang prijken de drie patroonheiligen van Duinkerke: Sint-Elooi, Johannes de 8 GRANDE FRANKRIJK
men.
Doper en Sint-Maarten. In deze kerk ligt Jean Bart begraven.
Oude en recente geschiedenis Aan de Noordzee durft het wel eens te regenen. Geen nood, diverse musea bieden soelaas. Het Musée Portuaire in een oud pakhuis geeft een overzicht van tien eeuwen zeevaart en visserij. Zijdelings leer je veel bij over de geschiedenis van Frans-Vlaanderen. In het dok voor het museum kun je een zeilschip bezoeken, de driemaster Duchesse Anne. Verderop vind je het oorlogsmuseum Mémorial du Souvenir. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog waren de geallieerde troepen in het nauw gedreven rond Duinkerke. Daarop werd Operatie Dynamo gestart om 340.000 soldaten en gevluchte burgers te evacueren naar Engeland. Het huzarenstukje werd onder aanhoudende bombardementen volbracht in negen dagen. In het bastion dat toen het hoofdkwartier was, zie je nu documenten en objecten die herinneren aan de onzalige episode die de ‘Hel van Duinkerke’ wordt genoemd. Vrediger zijn het Museum voor Schone Kunsten (Franse, Vlaamse en Hollandse meesters) en het LAAC, het museum voor moderne kunst dat werk van onder meer Jean Arp, Karel Appel en Andy Warhol herbergt. In het beeldenpark vinden we een kopie op groot
> GRANDE FRANKRIJK 9
De duinenstrook tussen Malo-les-Bains en De Panne is twintig kilometer lang. De biodiversiteit is er indrukwekkend.
formaat van ‘The Fallen Astronaut’ van de Antwerpse beeldhouwer Paul Van Hoeydonck. Het originele beeldje werd in 1971 op de maan achtergelaten door Apollo 15. Tot vandaag is dit het enige kunstwerk op de maan.
Les Dunes de Flandre Tussen Malo-les-Bains en De Panne liggen uitgestrekte duingebieden, ruim twintig kilometer langs de zandstranden. Denk niet: het zijn maar duinen. Mijn gids Bart Bollengier zegt dat Les Dunes de Flandre een van de boeiendste biotopen van Europa is. Bart is een gangmaker van de grensoverschrijdende natuurzorg. Zijn vader is een Fransman, zijn moeder is van De Panne, vandaar zijn Vlaamse voornaam. Hij leidt me rond in de duinen tussen Bray-Dunes en De Panne. Er leven tientallen vogelsoorten, waaronder de zeldzame kuifleeuwerik. Solitaire bijen graven minuscule gangetjes in de zandgrond. Hagedissen en andere kruipdieren flitsen weg als we naderen. In deze duinen groeien niet minder dan zeshonderd soorten bloemen en planten. Tot en met duinorchidee en wilde munt. Zelfs wilde asperges. Die worden niet geoogst voor de mens, zodat ze uitgroeien tot een struik die voedzame bessen oplevert voor de vogels. Ook de oranje bessen van de duindoorn groeien in overvloed. Ze zitten vol vitamine C, vijf bessen zijn voldoende voor de dagelijkse hoeveelheid van een mens. Bart laat me zo’n zuur exemplaar proeven. “Maar pas op met duinbessen,” zegt hij, “er zitten ook giftige bij.” Plots ziet hij op het zand een zwart stipje. Hij gaat eropaf en het zwarte stipje vliegt op als een insect met fel bleekblauwe vleugels. Als stadsmens ben ik even in de war. Ik besef
dat ik veel niet weet. Onvermoeibaar geeft Bart uitleg, ik volg hem hijgend op de hellingen. Het valt me op dat de duinen zo ongerept zijn, ondanks de nabijheid van de mens. Bart bevestigt: “Dankzij jaren natuureducatie tonen de mensen hier respect voor de natuur. We vinden wel eens een colablikje, maar dat is gelukkig geen harde pollutie.” Bart is een tevreden mens. Ik ben dat ook na enkele dagen Frans-Vlaamse kust.
Frans-Vlaamse kust praktisch
Al die willen te kap’ren varen… … moeten mannen met baarden zijn. Het volksliedje heeft wel degelijk te maken met Duinkerkenaar Jan Baert, beter bekend als Jean Bart. Zijn bemanning was een zootje ongeregeld, maar zelf was Jean Bart een seigneur. Hij droeg geen baard, wel een krullenpruik die in de zeventiende eeuw in de mode was. De kaperij van die tijd moeten we ons niet voorstellen zoals in de films ‘Pirates of the Caribbean’. Jean Bart was tegelijk staatsambtenaar en ondernemer. Zijn zeilschepen kreeg hij van de Franse koning. Met daarbij een ‘kapersbrief’, de toelating om schepen van vijandelijke mogendheden te plunderen. Rijke edellieden kochten aandelen in de onderneming en streken een dividend op als Jean Bart weer eens een buit binnenhaalde. In 1694 werd Jean Bart een volksheld toen hij de hongersnood oploste door simpelweg 130 graanschepen te kapen. Lodewijk XIV benoemde hem tot viceadmiraal van de Franse vloot.
Smullen en nippen Aan de Frans-Vlaamse kust zijn de prijzen aangenaam laag. Twee euro voor een glas correcte wijn op een terras, waar vind je dat nog? Zowel in Gravelines als in Duinkerke en Malo-les-Bains krijg je voor 20 tot 27 euro een culinair driegangenmenu opgediend. Hier staan vanzelfsprekend vis en zeevruchten op het menu. Een portie mosselen gaat er altijd in. Een schotel fruits de mer staat garant voor twee uur peuzelgenot. ‘Potje vleesch’ en waterzooi zijn lokale specialiteiten, ook hier merken we het Vlaamse verleden. Chef-koks komen van heinde en ver om aan de Frans-Vlaamse kust asperges en cichorei in te kopen. In Bourbourg wordt cichorei zelfs verwerkt in pralines, een sterk staaltje food pairing. Voor de zoetemondjes signaleren we in Duinkerke de ‘doigts de Jean Bart’ (rijkelijk gevulde koekjes) en in Bourbourg de ‘cossettes’ (wafels met cichorei en Grand Marnier).
Beste reistijd April tot en met september is ideaal voor stadsbezoeken en strandgenoegens. In de winter heeft enkele dagen uitwaaien ook zijn charme, maar dat is meer een seizoen voor de wandelaars en natuurliefhebbers. De kleinere musea zijn in de herfst en de winter gesloten. Toeristenpas In de toeristische dienst van Duinkerke kun je een voordelig pasje aanschaffen dat gratis toegang of een fikse korting geeft voor monumenten, musea, openbaar vervoer,… Er zit ook een shoppingbon bij. Logeertip GRANDE logeerde knus in chambres d’hôtes Au Mont Sarah in Malo-les-Bains (Rue du Général Hoche 99), vijf minuten van het strand en enkele kilometers van het centrum van Duinkerke. Er is een vlotte busverbinding naar de stad. Culinaire tips Zelf geteste adresjes voor regionale specialiteiten: Le Petit Pierre (Rue Dampierre 4, Duinkerke), L’Estouffade (Quai de la Citadelle 2, Duinkerke) en La Symphonie (Rue de la République 10, Gravelines). Voor zoetigheden: Pâtisserie Vandewalle (Rue du Sud 6, Duinkerke) en Pâtisserie Leplâtre (Rue de Dunkerque 4, Bourbourg). In Ghyvelde biedt de winkel Trésors de Flandre ambachtelijke streekproducten aan. Leuk om te weten Gravelines kun je op eigen tempo bezoeken met een audiogids in het Frans, Nederlands, Engels of Duits. In Duinkerke kun je met de Texel een gecommentarieerde havenrondvaart meemaken. De Frans-Vlaamse kust heeft een uitgebreid aanbod voor watersporters. In Zuydcoote vind je de historische boerderij van een ziekenhuis. In het Fort van Leffrinkoucke wordt de Slag van Duinkerke geëvoceerd. In Rosendaël kun je in het Quartier Excentric een architectuurwandeling maken langs houten huizen en art-decovilla’s. Vlakbij ligt het mooie stadje Bergues (Sint-Winnoksbergen), bekend van de film ‘Bienvenue chez les Ch’tis’. Info Duinkerke en omgeving: Office de Tourisme ‘Le Beffroi’, Rue de l’Amiral Ronarc’h, F-59140 Dunkerque. Tel. +33 (0)3 28 66 79 21 www.duinkerke.fr www.duinkerke-toerisme.com www.lesdunesdeflandre.fr Gravelines en omgeving: Office de Tourisme des Rives de l’Aa, Rue de la République11, bp 139, F-59820 Gravelines. Tel. +33 (0)3 28 51 94 00. www.tourisme-gravelines.fr
Aan restaurants, bistro’s en bars is er geen gebrek in Malo-les-Bains. 10 GRANDE FRANKRIJK
Met dank aan De toeristische diensten van Duinkerke en Gravelines.
GRANDE FRANKRIJK 11