1 Isa slaat haar armen om zichzelf heen en danst in het rond. Wauw… Ze had nooit gedacht dat ze zich hier zo gelukkig zou voelen. Toen haar ouders zeiden dat ze een camping in Frankrijk hadden gekocht en dat ze gingen verhuizen, schrok Isa zich dood. Ze was bang dat ze iedereen zou verliezen. En nu zijn ze allemaal hier: Justin en al haar vriendinnen. Ze kijkt naar de rivier, holt de steiger op en duikt het water in. Help, wat koud. Maar ze is tenminste wel meteen wakker. Als ze een paar slagen heeft gezwommen klimt ze uit het water. Ze kijkt over de steiger heen naar een paar kinderen die dammetjes in het water bouwen. Dat is grappig, in het spiegelbeeld van het water ziet ze Kars komen. Je kunt wel aan hem zien dat ze gisteravond feest hebben gehad. Als ze zich omdraait moet ze lachen om het slaperige hoofd van haar broer. ‘Je moet een duik nemen, dat heb ik ook gedaan, heerlijk.’ ‘Hè ja,’ zegt Kars. ‘Ik ben blij dat ik op mijn benen kan staan, dan zal ik zeker gaan zwemmen.’ ‘Ons feest was super, hè? Weet je wat ik het mooiste moment vond?’ ‘Doe me een lol, houd even op met dat gekakel.’ Kars gaat met zijn rug naar haar toe zitten. ‘Ik zeg al niks meer.’ Maar haar broer kan haar humeur niet verpesten. Frodo komt aangehold en springt in de rivier. Weer aan land schudt hij zich uit. ‘Kun jij die hond niet een beetje opvoeden?’ roept Kars tegen Jules. ‘Ook goedemorgen.’ Jules legt zijn krukken neer, gooit een bal voor Frodo in het water en gaat zitten. Isa kijkt naar Stef en Romeo die aan komen strompelen. Aan Romeo zie je pas goed dat hij weinig heeft geslapen. 5
Kars moet lachen om zijn vrienden. Ze maken er ook weer zo’n act van. Romeo ploft op de steiger neer en grijpt kreunend naar zijn hoofd. Een groepje kinderen holt over hun benen en springt als bommetjes in het water. De spetters vliegen in het rond. ‘Moet dat nou?’ Stef droogt zijn gezicht met zijn t-shirt. ‘Ons discofeest was wel een toppertje,’ zegt Jules. ‘Alleen jammer van die gare deejays,’ zegt Romeo, ‘maar voor de rest vond ik het geslaagd.’ ‘Zeg dat nog eens!’ Kars geeft hem een duw. Doordat Romeo zo slap is valt hij van de steiger in het water, boven op de dam van een paar kinderen. ‘Die is meteen wakker,’ lacht Stef. Druipend komt Romeo het water uit. ‘Hij helpt jullie wel met die dam, hoor,’ zegt Kars. Maar de kinderen moeten er zelf ook om lachen. Romeo gaat midden op de steiger in de zon liggen. ‘Nog iets aan te merken op de deejays?’ vraagt Kars. ‘Ik zeg niks meer,’ antwoordt Romeo braaf. Isa zwaait naar Sharon en Annabel. Ze ziet dat er een lachje om Kars’ mond komt en dat hij rechtop gaat zitten. Zou hij Annabel dan toch leuk vinden? ‘Kijk uit voor die steen!’ roept Isa over het water naar een paar kinderen in een rubberboot. Maar ze horen haar niet en roeien gewoon door. De boot stoot keihard tegen de punt van de steen. Ze horen hem leeglopen. ‘We zijn gecrasht!’ roepen de kinderen. De boot zakt steeds dieper. ‘Dat zei ik toch,’ roept Isa. ‘Wat?’ ‘Laat maar,’ zegt Isa. ‘Help jij ze even,’ zegt Edgar tegen Romeo. ‘Jij bent toch nat.’ ‘Ik doe vanmiddag helemaal niks meer,’ zegt Romeo. ‘Dat mocht je willen, we moeten de disco opruimen.’ Kars trekt zijn broek uit, loopt in zijn zwembroek het water in en tilt de 6
boot op. ‘Volgens mij kan dat lek nog gemaakt worden. Ga maar even naar de receptie, daar is mijn vader. Die kan het wel.’ Nou nou, denkt Isa, zo aardig ben je anders nooit. Doe je dat soms voor Annabel? ‘Moeten we vanmiddag echt opruimen?’ Stef zet gapend zijn zonnebril op. ‘Ja,’ zegt Kars. ‘Dat wist je van tevoren.’ ‘Wij hebben wel geluk, zeg, dat jullie ouders hier een camping zijn begonnen. Kunnen ze geen schoonmaakploeg inhuren?’ Isa vraagt zich af of Justin wel weet waar de rivier is. Hij is gisteravond pas aangekomen. Ze wil net gaan kijken als Justin en Nona samen aan komen lopen. Edgar en Brian lopen erachter. Isa straalt als ze Justin ziet. Maar zo te zien is Justin nog niet helemaal wakker. Ze zegt maar niks. Misschien heeft hij ook wel last van een ochtendhumeur, net als Kars. Maar Justin heeft helemaal geen ochtendhumeur. Hij gaat naast Isa zitten en pakt haar hand. ‘Begint het nu al?’ plaagt Kars als Isa hem een zoen geeft. ‘Wat denk jij nou,’ zegt Nona. ‘Ze hebben elkaar heel lang niet gezien, hoor.’ ‘Zo is dat.’ Isa kruipt tegen Justin aan. Edgar wijst naar zijn vrienden. ‘Ze hebben ook eens een feestje gehad. Kunnen jullie soms nergens meer tegen?’ ‘Jij ziet er nog stoer uit,’ zegt Romeo. ‘Hoe doe je dat?’ ‘Een kwestie van conditie,’ zegt Edgar. ‘Ja ja, mother care zul je bedoelen,’ lacht Brian. ‘Je had hem net aan het ontbijt moeten zien. Mam, ik ben zo moe. Het viel me nog mee dat je niet bij mama op schoot ging zitten met je duim in je mond.’ ‘Ja, broertje, ga jij nou maar kijken of je ergens een oude scherf kunt vinden.’ Brian is altijd op zoek naar oude dingen. Later wil hij archeoloog worden. ‘Dan mag jij voor mij opruimen, broer.’ En voor Edgar terugkrabbelt, is hij ervandoor. De kinderen komen aangerend. ‘De campingbaas is er niet.’ 7
‘Laat die boot maar hier,’ zegt Kars. ‘Ik zorg wel dat hij wordt geplakt.’ Nou ja! denkt Isa. Dit is dus echt niks voor Kars. Het moet iets met Annabel te maken hebben. Het lijkt haar zo gezellig als haar beste vriendin verkering krijgt met haar broer. ‘Hoeveel kaarten zijn er gisteravond eigenlijk verkocht?’ vraagt Romeo. ‘Achtennegentig,’ zegt Kars. ‘Zo,’ zegt Romeo. ‘Tegen zes euro per stuk, dat telt lekker aan. Als je pa dat ziet, mogen we de volgende keer helemaal uitpakken.’ Kars knikt. ‘Dat wordt een megaparty.’ ‘Weet je wat mij nou gaaf lijkt?’ zegt Isa. ‘Dat we het ergens buiten houden.’ ‘Ja,’ zegt Annabel. ‘Zoals toen in die film. Dat was een barbecueparty!’ ‘Zoiets zie ik nou ook voor me,’ zegt Kars. ‘Ik weet een heel spannende plek,’ zegt Jules. ‘Ergens verderop bij de rivier is een heel groot vlak stuk rots. Een soort plateau.’ ‘Hoe komen we daar?’ vraagt Stef. ‘We kunnen toch moeilijk gaan zwemmen met al onze spullen.’ ‘We krijgen toch kano’s,’ zegt Romeo. ‘Hoe zie je dat voor je?’ vraagt Isa. ‘Als we het goed aanpakken komen er misschien wel honderd mensen. Moeten die allemaal in tien kano’s?’ ‘Wat denk je van een vlot?’ zegt Kars. ‘Yes! We maken een heel groot vlot!’ Ze zijn meteen wakker. Romeo’s mobiel gaat af. ‘Aha, het nieuws over onze barbecueparty heeft zich snel verspreid. De eerste aanmeldingen komen al binnen.’ Met zijn mobiel tegen zijn oor loopt Romeo weg. ‘Daar gaat weer iemand met een rubberboot.’ Annabel wijst over het water. Maar dit keer kan er niks misgaan, de boot komt niet in de buurt van de steen. ‘Kijk!’ roept Nona. ‘Die jongen heeft beet!’ 8
‘Deze jongen heeft beet,’ zegt Romeo. ‘Ik heb een voldoende voor mijn taak. Ik ben over, mijn pa belde net. Wie had dat nou verwacht?’ ‘Dat is dus echt het bewijs dat die school niks voorstelt,’ zegt Kars. ‘Als zelfs jij over bent…’ Jules pakt een glas en houdt het onder de kraan. Wat een stapels, voorlopig is hij nog niet klaar. In de meeste glazen zitten nog restjes bier. Hij spoelt de restjes door de gootsteen. Als zijn vader dat zag! Die zou het wel lusten. Jules’ vader is alcoholist. Hij begon te drinken toen Jules’ moeder omkwam bij een verkeersongeluk. Hij drinkt zoveel dat hij niet goed voor Jules kan zorgen. Met dat gebroken been ging dat natuurlijk helemaal niet meer, daarom logeert Jules op de camping. Nu Jules aan zijn vader denkt, herinnert hij zich ineens dat die gisteravond aan de bar stond. Het verbaast hem niks. Waar drank is, is zijn vader. Hij wilde nog naar hem toe gaan, maar vijf minuten later was hij weg. Ze hebben hem er vast uit gezet. Logisch! Wat denkt hij wel, hij is toch veel te oud voor een discofeest. ‘Jules! Nona!’ Brian rent de disco binnen. Hij ziet er heel opgewonden uit. ‘Wat heeft die?’ vraagt Romeo. ‘Moet ik de ambulance bellen?’ ‘Dit is heel normaal voor mijn broer,’ zegt Edgar. ‘Hij heeft vast een spijker gevonden uit de prehistorie.’ ‘Zeker de prehistorie van de Gamma,’ zegt Romeo. Jules pakt zijn krukken en loopt naar Nona en Brian. Brian is zo opgewonden dat hij bijna niet uit zijn woorden kan komen. ‘Een muurschildering… In de grot…’ ‘Heb je die ontdekt?’ Jules en Nona zijn al net zo enthousiast. ‘Waar?’ ‘In het gedeelte waar jij hebt geslapen,’ legt Brian uit. ‘Daar kun je nog verder. En toen zag ik ’m ineens.’ 9
‘We gaan kijken.’ Maar dan ziet Nona Jules’ gezicht. ‘Sorry, jij kunt niet mee.’ Dat had Brian ook al bedacht. Als je in de grot wilt komen moet je door een heel smalle spleet en dat gaat niet met zijn gipsbeen. ‘Je baalt, hè?’ Nona streelt Jules’ hand. ‘Ik ga met Brian mee en dan vertel ik je precies hoe die schildering eruitziet, goed?’ ‘Niemand mag het nog weten,’ zegt Brian. ‘Isa wel, maar de anderen niet.’ ‘Natuurlijk niet,’ zegt Jules. ‘Dan weten ze meteen ons geheim. Gaaf, man, zo meteen heb je iets heel bijzonders ontdekt. Dan word je beroemd en dan wordt onze grot ook beroemd.’ Nona ziet het al voor zich. Rijen bussen met toeristen die de grot in gaan. Ze valt Brian om zijn hals. ‘Wat spannend!’ ‘Ik wou dat ik nu mee kon,’ zegt Nona. ‘Dat stomme opruimen ook.’ ‘Je gaat toch gewoon,’ zegt Jules. ‘Dit is toch veel belangrijker. Als ze zeuren doe ik jouw werk wel.’ ‘Je bent een schat.’ Nona geeft Jules een zoen en holt dan achter Brian aan. Alsof er niks aan de hand is gaat Jules door met de glazen. Iedereen is zo druk dat ze niet eens merken dat Nona weg is. De disco is al behoorlijk opgeruimd als de deur wordt opengegooid. Het is Ad. Wat heeft die een humeur, zeg. Met grote stappen loopt hij naar de bar, pakt iets en vertrekt. Met een klap smijt hij de deur weer dicht. Iedereen kijkt hem verbaasd na. ‘Fijn, jongens, dat jullie het gisteravond zo goed hebben gedaan,’ zegt Stef. ‘Dat is toch belachelijk!’ Kars wordt kwaad op zijn vader. ‘Hij mag ons zeker wel eens bedanken.’ ‘Laat pa toch,’ zegt Isa. ‘Hij heeft een pestbui. Dat merkte ik net ook al.’ ‘Hoezo een pestbui? Het is een megasucces geweest en dan 10
durft meneer nog een pestbui te hebben? Dit pik ik niet.’ Kars rent achter zijn vader aan. In zijn woede botst hij bijna tegen oma op. ‘Waar is pa?’ ‘In zijn kantoor.’ Zonder nog iets te zeggen loopt Kars door. ‘Zo,’ zegt hij als hij zijn vaders kantoor in komt. Hij doet de deur dicht zodat niemand hen kan horen en gaat tegenover zijn vader aan het bureau zitten. ‘Nou moet jij mij even vertellen waarom je je zo belachelijk gedraagt. Mijn vrienden hebben zich rot gewerkt voor jouw camping en er kan niet eens een bedankje af. Ik snap jou niet. Je moest zo nodig in Frankrijk een camping beginnen. We zijn hier allemaal om jou, hoor! Het was een superfeest en nou loop jij met een rotkop rond.’ Kars verwacht een tirade, maar zijn vader kijkt hem alleen aan. ‘Sorry, je hebt groot gelijk.’ ‘Waarom doe je dan zo?’ vraagt Kars. ‘Je had ons moeten trakteren.’ ‘Dat was ik ook van plan,’ zegt Ad. ‘Maar…’ ‘Wat maar…?’ ‘Er is iets vervelends gebeurd.’ Kars ziet aan zijn vaders gezicht dat het ernst is. ‘Je moet het toch weten.’ En Ad staat op en loopt op en neer. ‘De envelop met geld is gestolen.’ ‘Wat…?’ Kars wordt bleek. ‘Het geld van gisteravond?’ Ad knikt. ‘Bijna al het geld. Van de kaarten, de drank, alles.’ Zijn vader slaat wanhopig met zijn vuist op het bureau. ‘Heb je de politie gebeld?’ vraagt Kars. ‘Nee,’ zegt Ad. ‘Er is niet ingebroken. De deur is niet geforceerd. Iemand is met de sleutel binnengekomen.’ ‘Je bedoelt dat het iemand van ons is?’ Ad knikt. ‘Het kan niet anders. Wij zijn de enigen die weten waar de sleutel hangt.’ Kars kan het niet geloven. ‘Wie doet nou zoiets? Weet je het zeker?’ 11
‘Heel zeker,’ zegt Ad. ‘Gisteravond om een uur of twaalf ging oom Frits terug naar Nederland. Toen ik hem uitzwaaide lag het geld er nog. Ik heb het in een envelop gedaan en in de la gelegd. Het moet na twaalven gebeurd zijn. We hebben dus nog wel iets over van wat daarna is verkocht, maar het grootste gedeelte is gestolen.’ ‘Dan kan het nooit een van ons geweest zijn,’ zegt Kars. ‘Na twaalven waren wij allemaal op het feest. Mijn vrienden kunnen het niet hebben gedaan.’ ‘Ik verdenk ook niemand,’ zegt Ad. ‘En dat mag jij ook niet doen. Dit zoek ik uit. Denk je dat je je mond kunt houden?’ Kars knikt. ‘Weet mama het?’ ‘Ja,’ zegt Ad. ‘En oma ook. Isa moet ik het nog vertellen. Ga maar terug naar je vrienden, anders krijgen ze argwaan.’ Kars draait zich om. Als hij buitenkomt ziet hij de disco liggen, cu, waar hij zo trots op was. Waar hij de hele avond deejay was, samen met Edgar. Hij had de hele nacht wel door kunnen draaien, zo fijn was het. Vooral toen ze Justin binnenbrachten in een doos. Het gezicht van Isa, die dacht dat Justin een dag later kwam en er dus niet bij kon zijn. Hij was er zo trots op, op alles. En nu heeft hij helemaal geen zin meer om naar binnen te gaan.
12
2 Isa ziet het meteen als Kars binnenkomt. ‘O jee, mijn lieve broertje heeft nu knallende ruzie met pa.’ Zonder iets te zeggen pakt Kars de bezem en gaat vegen. ‘Wat zijn we toch een superteam, hè?’ zegt Romeo. ‘Moet je kijken, je kunt bijna niet meer zien dat hier is gefeest.’ Noem dat maar een superteam, denkt Kars. Iemand is hier mooi niet te vertrouwen. Het liefst zou hij de bezem neerknallen en het uitschreeuwen: Een van jullie heeft de envelop met geld gejat. Nou, vertel op, wie heeft dat geflikt… Maar hij verbijt zich en houdt zijn mond. Als Romeo de muziek nog harder zet kan hij er niet meer tegen. ‘Kan het niet wat zachter, ik heb koppijn.’ Isa kijkt naar haar broer. Jij hebt helemaal geen koppijn, denkt ze. Ze kent Kars. Er is iets anders en ze loopt naar hem toe. ‘Wat heb je?’ Kars haalt zijn schouders op. ‘Laat mij maar.’ ‘Er is echt iets, hè, je kunt het mij toch wel vertellen, ik ben je zus. Zijn er problemen met pa?’ ‘Dat wil jij niet weten.’ ‘Natuurlijk wil ik het wel weten.’ ‘Goed dan.’ Kars neemt Isa mee naar buiten. Hij gooit het er meteen uit. ‘Bijna al het geld van het feest is gejat. Iemand is vannacht met de sleutel het kantoortje in gegaan.’ ‘Wat…?’ Isa schrikt net zo erg als Kars. ‘Het moet iemand van ons zijn,’ zegt Kars. ‘De deur is niet geforceerd.’ ‘Is het echt zo dat iemand van ons het heeft gepikt?’ vraagt Isa. ‘Volgens pa wel,’ zegt Kars. ‘Niemand mag iets weten. Maar wij houden elkaar op de hoogte, goed? Als we iets verdachts zien, dan melden we het meteen.’ Isa knikt. Ze voelt zich ineens heel erg één met haar broer. 13
‘Hè hè, daar zijn ze eindelijk,’ zegt Edgar als Isa en Kars weer binnenkomen. ‘Nu we bijna klaar zijn. Wat hebben jullie gedaan? Een terrasje gepikt of zo?’ ‘Je kunt wel zien wie hier de kinderen van de baas zijn,’ zegt Romeo. ‘Inderdaad, we komen inspecteren of jullie het netjes hebben opgeruimd. Wat is dat daar?’ Isa wijst op een leeg zakje chips dat onder de bank ligt. ‘Sorry, dat had ik niet gezien. Vergeef me.’ Nona valt op haar knieën. ‘Vergeef me alsjeblieft.’ ‘Je bent ontslagen!’ schreeuwt Isa. ‘Hè hè, het laatste glas,’ zucht Jules. ‘We houden ermee op,’ zegt Stef. ‘We hebben hard genoeg gewerkt voor dit bedrijf. Weten jullie al hoeveel er is omgezet?’ Kars en Isa kijken elkaar aan. ‘Nog niet precies,’ zegt Kars. ‘Nou weet ik waarom jullie pa zo’n rotbui heeft,’ zegt Romeo. ‘Na dit succes wil hij een Porsche kopen, maar die hebben ze niet op voorraad.’ Isa ziet dat Kars zijn mond bijna niet kan houden en brengt het gesprek gauw op iets anders. ‘We gaan op de site kijken.’ ‘Ja!’ roepen ze. ‘Sweet memory’s.’ ‘Wat is dat nou weer?’ vraagt Justin. ‘Een ideetje van Jules,’ zegt Kars. ‘We hebben een sweet-memorysite ontworpen waar iedereen iets op kan zetten. Heb je de computer in de kantine niet zien staan?’ ‘Hoe kan Justin die nou hebben gezien,’ zegt Isa. ‘Hij is hier nog maar net.’ Ze kijkt naar Jules die de andere kant op loopt. ‘Ga jij niet mee?’ ‘Nee,’ zegt Jules, ‘ik moet met Frodo naar de dierenarts. Zijn spalk mag eraf.’ ‘Hoe ga je dan?’ vraagt Nona. ‘Ik rij met oma mee,’ zegt Jules. ‘Kom op, dan gaan wij naar de site.’ Isa trekt Nona mee. Nona was liever met Jules meegegaan, maar ze wil niet te klef doen. 14
Stef en Romeo staan al voor de computer. ‘Moet je zien, wat een reacties.’ ‘Moet je deze horen.’ Romeo leest voor: ‘“Mijn sweet memory gaat over dat hunkerig type achter de bar. Toen hij een drankje gaf, kreeg ik een vette knipoog. Wauw… Ik zweefde helemaal weg. Naomi.”’ ‘Wat heb jij nou met Naomi?’ vraagt Nona. ‘Geen idee wie dat is,’ zegt Romeo. ‘Ik doe dat bij iedereen.’ ‘Nog een voor jou,’ zegt Edgar. ‘Heb je die gelezen? “Lieve Romeo, mag ik jouw Julia zijn?”’ ‘Het gaat wel weer allemaal over mij, hè, jongens,’ zegt Romeo stralend. ‘Wat een verbeelding!’ Kars moet lachen. ‘Dat meent hij echt, hoor.’ ‘Wat denk je,’ zegt Romeo. ‘Ik heb mijn naam niet voor niks bij mijn geboorte meegekregen. Dat kan geen toeval zijn. It is all in the name.’ ‘Ja, hoor, je was nog niet geboren of je knipoogde al naar de kraamhulp,’ lacht Isa. ‘Deze is pas erg,’ zegt Nona. ‘Echt die twee trutten weer.’ ‘Welke trutten?’ vraagt Justin. ‘Francoise en Desirée,’ zegt Isa. ‘Twee zussen. Ze zijn vreselijk. Ze hebben hun sweet memory opgeschreven.’ ‘Dat zal wel wat zijn.’ Kars leest voor wat er staat: ‘ “Onze sweet memory is dat we een Franse jongen hebben versierd. Hij dacht dat we hem helemaal te gek vonden. Toen vroegen we of we zijn vrienden mochten zien. Hij stelde ons trots voor en toen hebben we een glas bier over zijn lieve hoofdje uitgegoten.”’ ‘Lekkere types,’ zegt Justin. ‘Ja, het zijn schatjes.’ Romeo laat zijn hand zien die nog steeds dik is. ‘Ook een cadeautje van die lieve zusjes.’ ‘Het is maar goed dat ze weg zijn,’ zegt Isa. ‘Zijn ze weg?’ Romeo en Stef kunnen het niet geloven. ‘Vanochtend vroeg zijn ze vertrokken,’ zegt Isa. ‘Kom maar mee, dan kun je het zien.’ 15
Ze gaan allemaal mee, alleen Edgar en Kars blijven achter. ‘Ik ga ook een sweet memory op de site zetten,’ zegt Edgar. ‘Daar ben ik benieuwd naar,’ zegt Kars. ‘Wat zou nou jouw sweet memory zijn?’ Hij leest mee als Edgar het typt. ‘Mijn sweet memory van het discofeest is het gezichtje van een heel lief meisje dat een verrassing had voor haar vriendin.’ ‘Wat schrijf jij nou op?’ vraagt Kars. ‘Gewoon leuk,’ zegt Edgar. ‘Het is toch een leuke meid?’ Kars is duidelijk uit zijn evenwicht. ‘Wie bedoel je?’ ‘Annabel natuurlijk,’ zegt Edgar. ‘Edgar!’ roept Brian. ‘Tante Maya is er!’ ‘Mijn lievelingstante,’ zegt Edgar. ‘Ik moet haar even begroeten.’ Als Edgar wegloopt kijkt Kars naar de site. Hij maakt de sweet memory van Edgar zwart en drukt op delete. ‘Denk je dat het gaat?’ Oma stopt voor het huis van de dierenarts. ‘Natuurlijk wel,’ zegt Jules. ‘Ik raak steeds meer gewend aan die krukken. Over een poosje wil ik ze niet meer kwijt.’ Hij laat Frodo uit de auto. ‘Ik vraag wel of mijn vader me terugbrengt.’ Jules slaat het portier dicht en gaat de praktijk van de dierenarts binnen. ‘Kijk nou eens,’ zegt de assistent. ‘Je hebt Frodo toch niet nagedaan?’ ‘Ik heb een ongelukje gehad.’ Jules heeft geen zin om te vertellen dat hij onder een auto kwam toen hij vanwege problemen met zijn vader was weggelopen. De dokter is al even verbaasd: ‘Wat dacht jij, mijn hond een gespalkte poot, dan kan ik niet achterblijven?’ Jules lacht, maar wel als een boer met kiespijn. Hij is het intussen zat dat iedereen dezelfde grap maakt. ‘Dat ziet er heel goed uit, hondje,’ zegt de dokter. ‘Jij mag weer lekker rondrennen.’ 16
Jules ziet dat Frodo het fijn vindt dat hij van de spalk is bevrijd. ‘Succes,’ zegt de dierenarts. Jules loopt naar buiten. Frodo rent al in de richting van het huis. Kwispelstaartend staat hij voor de deur. Jules kijkt door het raam naar binnen. Zijn vader zit aan tafel. Voor hem staat een fles whisky. Jules wil op het raam tikken. Hij moet aan vroeger denken toen zijn moeder nog leefde. Als hij toen thuiskwam tikte hij ook vaak op de ruit. Dan sprong zijn vader op en maakte de deur voor hem open. ‘Daar heb je mijn allessie,’ zei hij dan altijd. Als hij toen een gebroken been had gehad, had zijn vader heel goed voor hem gezorgd. En nu laat hij hem in een tent op een camping logeren. Jules tikt tegen de ruit, maar zijn vader hoort hem niet eens. Hij haalt de sleutel uit zijn zak en doet de deur open. ‘Pa!’ roept hij. In de deuropening blijft hij staan. Zijn vader zet de fles aan de mond, hij schenkt de drank niet eens meer in een glas! Jules kan het niet langer aanzien, hij draait zich om en loopt het huis uit. Brian staat in de grot voor de muurschildering. Telkens als hij die ziet wordt hij weer opgewonden. Nona was ook heel enthousiast. Brian vindt het nog steeds jammer dat Jules de tekening niet kan zien. Vooral omdat Jules de grot heeft ontdekt. Dat vindt hij nog steeds zo bijzonder. Wie bedenkt nou dat er achter die smalle spleet een ruimte zit? Niemand, alleen Jules. Hij heeft Jules precies verteld hoe de muurschildering eruitziet en Nona ook. Maar de muurschildering is zo indrukwekkend, dat kun je nooit vertellen. Hij neemt ’m nog een keer goed in zich op, want hij gaat straks naar het archief. Hij kan met tante Maya meerijden. ‘Ik ga toch naar de stad,’ zei ze, ‘dan zet ik jou wel even af.’ Hij heeft alleen maar verteld dat hij een muurschildering heeft gezien waar hij meer over te weten wil komen. Ook over de grot heeft hij niks gezegd, dat is hun geheim. Pas als het echt 17
iets bijzonders blijkt te zijn, krijgt iedereen het te horen. Maar anders houden ze de grot lekker voor zichzelf. Als eerst het gips maar van Jules’ been is, dan gaan ze er weer vaker heen. Nu is hij zo’n beetje de enige die hier nog komt. Brian werpt een laatste blik, dan draait hij zich om en loopt de grot uit. ‘Brian!’ hoort hij als hij de camping op komt. Tante Maya steekt haar arm door het autoraam. ‘Ik, vind het toch zo grappig dat jij ook archeoloog wilt worden,’ zegt tante Maya. ‘Vroeger ging ik vaak met opa mee naar het archief en nu breng ik jou. Opa moest eens weten.’ Terwijl ze de auto de weg op draait, kijkt ze naast zich. ‘Hoe is het verder met je?’ ‘Goed,’ zegt Brian. ‘En met de meisjes?’ Brian aarzelt. Zal hij het tante Maya vertellen? ‘Ik, eh… Ik ben nog nooit verliefd op een meisje geweest,’ zegt hij. Hij hoopt dat tante Maya doorvraagt, dat hij haar kan vertellen waar hij soms bang voor is. ‘Nou en,’ zegt tante Maya. ‘Je hebt nog een heel leven om verliefd te worden, jongen. Geniet maar van je vrijheid, je kunt nog lang genoeg verkering hebben.’ Ze drukt de cd-speler in. ‘Zullen we een lekker muziekje opzetten?’ ‘Ja, leuk.’ Brian zegt maar niks meer. Isa ligt in haar tent, klaarwakker met haar kleren aan. Ze moet wachten tot haar ouders slapen en dan gaat ze naar de rivier. Sinds Justin in Timboektoe is, zijn ze nog geen vijf minuten met z’n tweetjes geweest. Steeds is er wel iemand bij. Daarom hebben ze vannacht bij de rivier afgesproken. Isa verheugt zich er al de hele dag op en Justin ook. Telkens als ze naar elkaar keken kwam er een geheimzinnig lachje om hun mond. Het viel de anderen ook op. ‘Wat hebben jullie toch?’ vroeg Nona. 18
Maar ze hebben het niet verteld, want niemand mag er iets van weten. Isa is veel te bang dat haar vriendinnen hen dan met een grap komen verrassen. Leuk, hoor, maar dan is het niet romantisch meer. Het is echt een geheimpje tussen hen tweetjes en dat maakt het extra spannend. Het duurt alleen zo lang voor het zover is. Isa moet ervan zuchten. De meeste mensen op de camping slapen al, maar bij Ad en Hanna brandt nog steeds licht. Dat zijn ook zulke workaholics. Isa krijgt een sms’je van Justin: Ben je niet in slaap gevallen? Ze snapt wel dat Justin dat denkt. Zijn moeder slaapt natuurlijk allang. Die heeft ook geen vakantie, ze zit de hele dag met haar laptop in haar tent aan een onderzoek te werken. Fijn dat het kan, anders had Justin nooit de hele zomer kunnen blijven. Ze sms’t terug dat haar ouders nog steeds wakker zijn. Voor de zoveelste keer die nacht kruipt ze naar de ingang van haar tent. Ze gluurt over de camping naar het huis. Hup, pa en ma, denkt ze, ga nou maar eens slapen. Het is al één uur. Het lijkt wel of haar ouders het hebben gehoord. Nog geen seconde later springt het licht in het huis uit. Het liefst zou ze meteen vertrekken, maar het is beter dat ze wacht tot ze slapen. Ze kijkt op haar horloge, over een kwartier gaat ze. In haar gedachten ziet ze zich met Justin bij de rivier. Van opwinding begint haar hart sneller te kloppen. Weer kijkt ze op haar horloge. Er zijn pas twee minuten om. Als er tien minuten voorbij zijn houdt ze het echt niet meer uit en sms’t ze Justin dat ze eraan komt. Doe voorzichtig, sms’t hij terug. Dat doet ze zeker. Ze wil niet dat haar vader alsnog wakker wordt, dan is alles verpest. Isa sluipt de tent uit. Wat is het spannend buiten. Op haar tenen loopt ze over het pad. Als ze maar eerst langs het huis is. Ja, hoor, het is gelukt, haar ouders hebben niks gemerkt. Het is een prachtige nacht. De hemel staat vol sterren. Overal om haar heen hoort ze krekels. Daar wordt ze altijd zo blij van. Een eindje verderop blijft ze staan. Waar komt dat gepiep 19
vandaan? Maar ineens weet ze dat het vleermuizen zijn en ze loopt door. Isa kijkt verrast als ze bij de rivier aankomt. Het stromende water weerkaatst het licht van de maan. Een romantischer plekje hadden ze niet kunnen kiezen. Ze gaat tegen een boom zitten. Nu zou Justin toch moeten komen, maar ze hoort nog niks. Een minuut later krijgt ze een sms’je: Shit, shit, shit, mijn moeder heeft me betrapt. Ik kan niet komen. Een andere keer? Even schrikt Isa, maar dan komt er een glimlach op haar gezicht. Leuk bedacht, schatje, maar daar trap ik niet in. Zeker net als toen ze naar Frankrijk ging verhuizen. Wat was ze teleurgesteld toen Justin ’s middags al afscheid van haar nam. Maar wie stond er ’s morgens om halfzes op de hoek haar uit te zwaaien? Justin. Hij heeft zich vast in de struiken verstopt. Isa luistert. Zie je wel, ze hoort geritsel. Wedden dat hij ineens voor haar staat? Het geritsel komt steeds dichterbij. Daar isie, denkt ze. En dan voelt ze een lik over haar wang, maar niet van Justin. Het is een hond. ‘Loetje!’ hoort ze het baasje zachtjes roepen. ‘Loe, waar zit je?’ Help! denkt Isa. Die man mag haar niet zien want dan weet morgen haar vader dat ze ’s nachts naar de rivier is gegaan. Maar de hond blijft haar likken. Isa negeert hem en beweegt niet. Dat heeft ze van Jules geleerd, daar vinden honden niks aan en dan houden ze er vanzelf mee op. ‘Loetje!’ hoort ze weer en nu dichterbij. Weg jij, denkt Isa. Ze duwt de hond van zich af. Het werkt! Daar gaat-ie. ‘Daar ben je eindelijk,’ hoort ze zijn baasje zeggen. Opgelucht haalt Isa adem. Nu kun je komen, denkt ze, maar de man is al een poosje weg als Justin er nog steeds niet is. En dan dringt het tot haar door dat het geen grap was. Justins moeder heeft hem echt betrapt! Daar staat ze, midden in het donker in haar eentje. De rivier is ineens lang niet meer zo mooi en de krekelgeluiden kunnen haar ook gestolen worden. Met een baalgevoel loopt ze terug.
20