Steeds weer die bewoners! Meerjarenverslag LSA, 2005 - 2008
Colofon Tekst & redactie
Ontwerp
Henk Cornelissen
Wow! Creative
Tekstbijdragen
Druk
Elvira Jansen Thijs van Mierlo Pleuni Koopman
Stimio DD
Eindredactie Pleuni Koopman
Foto’s Lex Casteelen Hans Haubrich Diana van Oort Eric Kampherbeek Pleuni Koopman Reinier van der Vliet
Secretariaat LSA Oudkerkhof 13B 3512 GH Utrecht Tel. 030 - 2317511 Fax 030 - 2334406 Mail
[email protected] www.bewoners.nl www.lsabewoners.nl www.kanwel.nl www.kanweljongeren.nl
Dit is een uitgave van het LSA © 2009 Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken, Utrecht
Inhoud
5. Communicatie
5.1 LSA Bewonersberichten
30
5.2 Internet
30
5.3 Nieuwsbrief
30
5.4 Publicaties
31
Voorwoord
05
Platformleden
06
6. Organisatie
1. Historie
6.1 Bestuur
31
1.1 LCO en LSA
08
6.2 Bewonersplatform
31
1.2 LSA en ABCD
08
6.3 Secretariaat
31
2. LSA sinds 2005
Kamerleden met een adoptiewijk
32
2.1 Nieuwe start in Utrecht
10
7. Toekomst LSA
2.1 Van probleemwijk naar Krachtwijk
11
7.1 Doorgaan met wat we doen
36
2.3 Programmaminister
13
7.2 Een stap verder met bewonersparticipatie
37
Een wijk van bewoners?
14
7.3 Invloed bewonersorganisaties
38
Participatie, wat is dat?
18
7.4 Stimuleren bewonersinitiatieven
38
20
7.5 Klimmen op eigen Kracht
39
7.6 LSA als luis in de pels
39
3. Bijeenkomsten 2005-2008 4. Projecten 2005-2008
8. Steeds weer die bewoners; resumé
40
4.1 Kan wél!
22
4.2 Tweede Kamerleden adopteren een wijk
26
4.3 Kwaliteitskaart Bewonersparticipatie
27
Bijlages:
4.4 Haal eens een coach in huis
28
Bijlage 1: Overzicht Bijeenkomsten
42
4.5 Vouchers voor bewoners
28
Bijlage 2: Overzicht gehonoreerde coachingsaanvragen
43
Voorwoord
Sociaal kapitaal Steeds weer die bewoners! Politici en beleidsmakers denken dat stiekem
vier jaar LSA-activiteiten allereerst grote hulde voor die taaie rakkers die
weleens. Bewoners vormen de ruggengraat van het LSA. Iedereen in de
met grenzeloos optimisme doorgaan met wat vaak een ongelijke strijd is.
grote steden die iets onderneemt om zijn of haar buurt te verbeteren, is
Helaas gaat een groot deel van hun energie zitten in de problemen die
welkom om aan de activiteiten en projecten deel te nemen. De mensen
voortkomen uit een overheid die onvoldoende beseft dat dit sociaal kapitaal
die invloed willen hebben op wat het LSA doet, worden lid van het Bewoners-
het vermogen in zich heeft om maatschappelijke problemen te verminderen.
platform, de kern van de vereniging. Ze moeten daar wel de instemming
Dit fundamentele gebrek aan vertrouwen in de burger ondergraaft de
voor hebben van hun eigen organisatie of achterban. Vier keer per jaar
effectiviteit van de vele beleidsvormen die de laatste twintig jaar op vaak
komt deze club bij elkaar, worden ervaringen uitgewisseld, activiteiten
dezelfde stadswijken zijn losgelaten. Uit hoofde van mijn werk woon ik vele
geëvalueerd en nieuwe projecten en ideeën besproken. In het totaal gaat
conferenties en bijeenkomsten over stedelijke vernieuwing bij. Steevast
het om een groep van ruim 70 mensen uit 31 steden. Samen vormen zij
komen daar vanuit de professionals die hun brood in deze sector verdienen
het zogeheten sociaal kapitaal van de vereniging LSA.
vragen naar voren als: wat doen we met bewoners? Hoe betrekken we ze bij de plannen? Kortom: men zoekt naar een rol voor bewoners die past in de
Meestal bedoelt men met sociaal kapitaal het totaal aan contacten en
professionele interventies die bedacht zijn om die bewoners te ‘helpen’.
relaties van individuele personen. Mensen met een groot netwerk van
Dat die bewoners er vaak anders tegenaan kijken, andere oplossingen
contacten en relaties zijn over het algemeen weerbaarder dan mensen
verwachten en veel meer zelf zouden kunnen doen, wordt soms duidelijk na
die dat niet hebben. Ook voor een organisatie die drijft op vrijwillige
een conflict of een impasse. Dan ontstaat er ruimte voor een andere aanpak.
medewerking en samenwerking is dit sociaal kapitaal van levensbelang.
Meestal gebeurt dat niet en vallen ook de resultaten van de
Elk individueel lid van het bewonersplatform is op zijn of haar beurt weer
‘hulp’ aan de bewoners tegen.
lid van een vrijwilligersorganisatie in de eigen wijk of buurt en ook die groepen hebben weer een groot netwerk aan contacten en relaties.
We kunnen er daarom niet omheen dat de strijd voor erkenning
Het netwerk is het LSA en laat dat duidelijk zijn, zonder dit netwerk geen
als een rode draad door dit vierjarenverslag loopt. Het tekent
LSA. Ik heb al jaren het genoegen om als professional met deze mensen
deze bewoners dat het niet bij deze strijd blijft, maar dat samen
samen te mogen werken en ik ben steeds opnieuw verrast over de spon-
een optimistische visie is ontwikkeld om bewonersparticipatie
taniteit, het enthousiasme en de veerkracht van deze bewoners. De inzet
de komende jaren een stap verder te brengen. Dit sociaal
die ze hebben om hun wijk te verbeteren is indrukwekkend. Het geeft mij
kapitaal van de samenleving mag niet onbenut blijven.
altijd veel inspiratie om samen met hen naar nieuwe wegen te zoeken om, vaak langlopende, problemen op te lossen. Daarom in dit voorwoord over
Henk Cornelissen Directeur LSA
05 - Voorwoord
“Ik ben samen met iemand anders uit onze wijkraad lid geworden van het LSA. Door gesprekken met wijkcoördinatoren wisten wij dat het LSA ons ondersteuning en raad kon geven. Doordat we lid zijn, komen we in contact met de andere wijken. We zien hun problemen en welke oplossingen zij hiervoor hebben. We leren van de expertise die in andere wijken aanwezig is, en we kijken goed waar zij hun deskundigheid vandaan halen.”
“Ik heb geen moment spijt gehad dat ik lid ben geworden van het LSA. Ik heb veel informatie gekregen en veel geleerd. Ik heb ook zicht gekregen op hoe het gaat in andere aandachtswijken in Nederland. Dat vind ik een verrijking. Je gaat anders te veel alleen naar je eigen wijk kijken.”
Arie van Diepen Alkmaar, Oud Overdie
Marion van Beurden Eindhoven, de Bennekel
Platformleden
“Ik heb altijd veel aan mijn LSA-lidmaatschap gehad. Elke keer als ik bij een vergadering van het LSA vandaan kwam had ik nieuwe ideeën en nieuwe energie. Dan kon ik er weer een tijd tegenaan. Daarbij zat er altijd nóg een positief element aan zo’n vergadering. Als ik alle platformleden hun ervaringen hoorde vertellen dacht ik: oh, met Deventer valt het nog wel mee. De drugsproblematiek en de criminaliteit in andere steden is veel groter.” Joop van der Meer Deventer, Keizerslanden
“Als LSA-platformlid zie je veel, en hoor je veel. Bij het LSA hoop ik meer te leren, zodat ik meer mensen kan ondersteunen. Ik vind het namelijk belangrijk om ervaringen uit te wisselen en meer en nieuwe dingen te horen. Wat gaat goed, wat niet en hoe worden problemen opgelost.” Violeta Meta Zaandam, Poelenburg
07 - Platformleden
Historie
1.1 LCO en LSA In Nederland kennen we al meer dan twintig jaar verschillende vormen van door het Rijk gecoördineerd achterstandsbeleid. Op de korte periode van sociale vernieuwing na, was het beleid steeds gericht op de wijken in de grote steden waar concentraties van mensen wonen die met deze sociaal economische achterstanden te maken hebben. De komst van goedkope buitenlandse arbeidskrachten, die mede door de goedkope huisvesting veelal in deze wijken terechtkwamen, loopt als een rode draad door deze beleidsvormen heen. De eerste van de gebiedsgerichte benaderingen, het Probleem Cumulatiegebieden Beleid, kwam dan ook voort uit het minderhedenbeleid. Het LSA is eind tachtiger jaren tijdens de uitvoering van dit beleid opgericht als project van het Landelijk Centrum Opbouwwerk (LCO), een instelling die behoorde tot de landelijke infrastructuur zorg en welzijn. De initiatiefnemers waren professionals die in deze wijken werkten. Het voornaamste doel was uitwisseling van kennis en ervaring over de aanpak van problemen in deze wijken. De participatie van bewoners was van het begin af aan een belangrijk onderwerp. Omdat de mogelijkheden voor professionals om kennis en ervaring uit te wisselen snel toenamen door de vele conferenties en de opkomst van kenniscentra, is het LSA omgevormd tot een samenwerkingsverband van bewoners uit achterstandswijken, nog steeds als project van het LCO. Oorspronkelijk waren bewoners uit vijf steden aangesloten, later is dat uitgebreid naar de 31 steden die betrokken zijn bij het Grotestedenbeleid (GSB) dat in 1995 van start ging. De kern van de organisatie werd gevormd door het Bewonersplatform. Dit platform bestond uit mensen die vier keer per jaar bij elkaar kwamen om activiteiten voor te bereiden en kennis en ervaring uit te wisselen.
1.2 LSA en ABCD In 2002 besloot het Bewonersplatform van het LSA een vereniging op te richten en te streven naar onafhankelijkheid. Dit sloot aan bij de ontwikkeling die toen gaande was, een ontwikkeling die gebaseerd was op de Amerikaanse ABCDaanpak. ABCD staat voor Asset Based Community Development.
De ABCD-methode is ontwikkeld in Chicago met John Mcknight als
In de periode tussen 2000 en 2003 is met steun van het LSA in een zestal
grondlegger. Het LSA heeft deze strategie naar Nederland gehaald, onder
wijken de principes van ABCD toegepast. Bewoners namen initiatieven in
meer door het uitbrengen van een vertaling van het handboek van ABCD
hun eigen wijk. Sommige van deze initiatieven waren kleinschalig.
(Building Communities from the Inside Out) en door het organiseren van
In andere wijken, zoals de Slachthuisbuurt in Haarlem, is gepoogd het hele
bijeenkomsten en lezingen in samenwerking met het ABCD institute en
wijkenbeleid te veranderen, wat uitmondde in een overeenkomst tussen
professor McKnight. ‘Wijkontwikkeling op eigen kracht’, zoals de Ameri-
bewoners en een aantal externe partijen zoals gemeente, politie, scholen
kaanse ABCD-methode door het LSA werd vertaald, is een strategie die
en welzijnswerk.
ontwikkeld is op basis van onderzoek. Het zet zich af tegen de gebruikelijke
De belangrijkste conclusie die het LSA uit deze experimenten trok, is dat
aanpak waarbij problemen, tekortkomingen en achterstanden van een
deze aanpak door bewoners niet is vol te houden als de belangrijkste
wijk geanalyseerd worden om tot een verbeterplan te komen en waarbij
andere partij, de lokale overheid, het traditionele probleemoplossend
externe hulp wordt ingezet om het tij te keren. Deze enge focus op wat er
beleid voert. Daar zit ook het grote verschil met de Amerikaanse situatie:
mis is met een wijk en de mensen, werkt stigmatiserend en heeft als effect
daar bemoeit de overheid zich in verhouding veel minder met achter-
dat bewoners gaan geloven dat ze weinig kunnen en afhankelijk worden
standswijken en de financiering van verbeteringen. Vaak zijn daar de grote
van professionele hulp die door de overheid wordt gefinancierd. Er zijn
landelijke fondsen (die door bedrijven worden gevoed wegens fiscale
maar weinig voorbeelden bekend van wijken die er dankzij een dergelijke
voordelen) die sociale projecten financieren, waardoor bewoners en
‘probleemaanpak’ bovenop gekomen zijn. Integendeel, vaak neemt de
wijkorganisaties automatisch zelf de leiding hebben over deze projecten.
vraag naar meer hulp en dus meer geld alleen maar toe. ABCD is geba-
De grote overheidsbemoeienis in Nederland en andere Europese landen
seerd op onderzoek in grote Amerikaanse steden naar de succesfactoren
met ´probleemwijken´ is enerzijds natuurlijk geweldig; men laat mensen
Een enge focus op wat er mis is met een wijk en de mensen, werkt stigmatiserend van wijken die er wel bovenop gekomen zijn. Daaruit bleek dat de bereid-
aan de onderkant van de maatschappij niet aan hun lot over. De keerzijde
heid van bewoners om zichzelf en hun capaciteiten in te zetten de meest
is echter dat mensen niet optimaal worden aangezet om zelf hun weg
cruciale factor voor het succes was. Bij deze aanpak zijn de capaciteiten van
omhoog te vinden. Ze krijgen veelal slechts de ruimte om datgene te doen
bewoners en alle andere hulpmiddelen die in de wijk zouden kunnen worden
wat professionals van ze verwachten. Er is in Nederland erg veel onderzoek
ingezet, zoals verenigingen, bedrijven, winkels en scholen, het vertrekpunt
gedaan naar landelijk achterstandsbeleid gericht op wijken.
voor de wijkaanpak. Het mobiliseren van deze partijen en de relatieopbouw
Steevast wordt geconcludeerd dat de participatie van bewoners bij het
tussen mensen is de belangrijkste stap in deze wijkgerichte aanpak. Ook bij
beleid onvoldoende is. Het LSA heeft experimenten met de ABCD-aanpak
deze benadering is externe hulp en financiering noodzakelijk, maar dit wordt
in andere Europese landen bestudeerd. De manier waarop dat in
effectiever ingezet omdat de bewoners zelf actief participeren en zelf kunnen
Engeland was vormgegeven door de Scarmantrust, een landelijke
bepalen waaraan deze extra hulp besteed moet worden.
non-profitinstelling, sprak ons aan.
09 - Historie
Hier werden van onderop initiatieven van bewoners ondersteund met geld en coaching in het project CanDo. Deze manier van werken zou voor het LSA in 2005 de volgende stap worden in de richting van een ABCD-strategie die in de Nederlandse situatie wél toepasbaar is. Eind 2002 werd de voorgenomen verzelfstandiging van het LSA urgenter omdat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gedwongen fusies en bezuinigingen aangekondigde. De verzelfstandiging ondervond veel tegenstand van vrijwel alle betrokken partijen, met name van het LCO zelf, maar werd uiteindelijk afgedwongen door CDA en PvdA die in de Tweede Kamer de meerderheid hadden. Voor het LSA werd een aparte subsidieregeling opgesteld waardoor het LSA binnen de eigen doelstelling vrij was om activiteiten te organiseren om bewonersparticipatie te stimuleren. Het hele traject naar
LSA sinds
2005
2.1 Nieuwe start in Utrecht
verzelfstandiging heeft daarmee drie jaar geduurd. De subsidieregeling werd op
In 2005 is een begin gemaakt met een verbreding van de doelgroep.
1 januari 2005 van kracht met een looptijd van vijf jaar tot en met 2009.
Vanaf dat moment richtten we ons niet alleen op leden van bewonersorgani-
Het LSA verhuisde in januari 2005 naar Utrecht. In alle opzichten was er sprake
saties, maar ook op actieve bewoners die geen lid zijn van zo’n organisatie.
was van een nieuwe start. Dit verslag gaat dus over de eerste vier jaar als
De leden van het LSA zijn allen wel lid van een bewonersorganisatie uit een
zelfstandige organisatie van bewoners van aandachtswijken.
aandachtswijk. In het Bewonersplatform werd gezegd dat het voor veel bewonersorganisaties moeilijk was een goede relatie met de ´achterban´ op te bouwen. Dat betrof niet alleen de overal lastig te bereiken groepen zoals jongeren en allochtonen, maar bewoners in het algemeen. Onderzoekers beweerden dat dit zou komen doordat de diversiteit van aandachtswijken enorm gegroeid was, en de wijkgerichtheid was afgenomen. Hierdoor zou een kleine groep oudere witte mensen (soms smalend ‘gestaalde kaders’ genoemd) de hele wijk onmogelijk kunnen vertegenwoordigen (zie ´Een wijk van bewoners?´, pagina 14). Toen zich in 2005 via BIMB* (Breed Initiatief Maatschappelijke Binding) een kans aandiende om met nieuwe partners een andere aanpak te ontwikkelen, is het LSA zich ook gaan toeleggen op activering van individuele bewoners, vooral ‘doeners’, om zelf activiteiten op te zetten die de leefbaarheid en sociale cohesie van de wijk verbeteren. Kan wél! heette de pilot naar het Engels voorbeeld CanDo. Dit was een nieuwe stap voor de vereniging. Naast de beperkte groep professionals (2,5fte) die op het landelijke secretariaat werkten, werd nu ook personeel ingezet in de wijken.
Na het eerste pilotproject in acht wijken kwam een tweede project op gang
Petitie aan de Tweede Kamer, commissie voor Wonen, Wijken en Integratie, 3 juli 2007
in 22 wijken, waardoor het aantal personeelsleden (‘in de buitendienst’) al snel verdrievoudigde. Na een derde Kan wél! project van 2007-2008 in nog
Vertegenwoordigers van bewoners van de wijken die door het Kabinet zijn aangewezen voor het “Actieplan
meer wijken, is Kan wél! vanaf 2009 een vast onderdeel geworden van het
krachtwijken, van Aandachtswijk naar Krachtwijk”, aangesloten bij het Landelijk Samenwerkingsverband
activiteitenpakket van het LSA. Inmiddels wordt bij de meeste aangesloten
Aandachtswijken (LSA) roepen u samen met de Nederlandse Woonbond op om bij de minister voor Wonen,
organisaties onderkend dat, naast het hebben van een sterke bewoners-
Wijken en Integratie, drs. E. Vogelaar aan te dringen op het volgende:
organisatie, een goede relatie tussen doeners en denkers cruciaal is om te kunnen beschikken over een netwerk van bewoners dat gemobiliseerd en
1 Ten aanzien van de doelstelling van het project van Probleemwijken naar Prachtwijken, vast te leggen dat
geraadpleegd kan worden als dat nodig is.
een positieverbetering van de kansarme groepen die in deze wijken wonen, in sociaal en economisch
* BIMB was een initiatief van het toenmalig kabinet Balkenende II, dat zich na de moord op filmmaker en
opzicht, het primaire doel is van dit project.
provocateur Theo van Gogh zorgen maakte over radicalisering van minderheden in aandachtswijken.
2 Dat de minister haar invloed zal aanwenden om de 18 betrokken gemeenten te motiveren om zowel
2.2 Van Probleemwijk naar Krachtwijk Een andere belangrijke ontwikkeling die zich sinds 2005 voordeed, was het voornemen van het huidige kabinet om in veertig probleemwijken een intensieve aanpak ruim tien jaar vol te houden. Dit voornemen en de intentie om positieverbetering van de bewoners van deze wijken uitdrukkelijk doel van beleid te maken, was nieuw. Hoewel de wijkkeuze arbitrair genoemd kan worden, en door velen vraagtekens gezet zijn bij het inzetten van zoveel geld en menskracht voor een relatief kleine groep mensen, is het krachtwijkenproject door het LSA Bewonersplatform met enthousiasme ontvangen, met name omdat bewonersparticipatie een hoge prioriteit heeft in dit project. Om die prioriteit voor het bevorderen van bewonersparticipatie om te zetten in concrete maatregelen heeft het LSA, samen met de Woonbond, in 2007 een petitie aangeboden aan de commissie voor Wonen, Wijken en Integratie en de Tweede Kamer.
Een goede relatie tussen doeners en denkers in de wijk is cruciaal
woningcorporaties die bezit in deze wijken hebben, als een vertegenwoordiging van de bewoners uit deze wijken, uit te nodigen om gezamenlijk en op basis van gelijkwaardigheid ten aanzien van beslissingen, de regie over de uitvoering van dit project te voeren. 3 Dat de minister aan de 18 betrokken gemeenten de verplichting oplegt om bij de indiening van actieplannen voor dit project waarvoor een financiële bijdrage van het Rijk wordt verwacht, aan te tonen dat de inwoners van de wijken in meerderheid instemmen met de hoofdlijnen van het plan en de prioriteiten die daarin gesteld worden. 4 Dat de minister een deel van de bijdrage die naar de 18 gemeenten gaat oormerkt als bewonersbudget, waarmee bewonersgroepen activiteiten kunnen uitvoeren die gericht zijn op de verbetering van de sociale cohesie en leefbaarheid. Dit budget kan tevens worden aangewend om tijdelijk onafhankelijke professionele ondersteuning in te huren. Tot slot We hebben begrepen dat de minister in alle publicaties over dit beleid de term probleemwijken niet meer zal hanteren omdat dit stigmatiserend werkt en daardoor nadelige gevolgen heeft voor de inwoners van deze wijken. Wij juichen dit toe. Wij zouden graag zien dat de minister de nadruk legt op de kansen die het beleid zal genereren voor de inwoners van deze wijken om hun positie in economisch en sociaal opzicht te verbeteren. (zie onder 1)
11 - LSA sinds 2005
De inhoud daarvan was gebaseerd op de ervaringen met voorgaande
Voorlopig is ‘wijkontwikkeling op eigen kracht’, waarbij de capaciteiten van
beleidsvormen en op de lessen die wij geleerd hadden uit de experimenten
bewoners het vertrekpunt zijn voor wijkverbetering, in Nederland verre
met ABCD en later met ons project Kan wél! Op grond van deze ervaringen
van gemeengoed. De politieke aandacht voor maatschappelijke problemen,
bleek dat de rol van bewoners marginaal zal blijven zolang bewoners geen
waarbij de achterblijvende integratie van sommige groepen en alles wat
formele bevoegdheden krijgen. Men blijft dan namelijk afhankelijk van de
daarmee samenhangt een belangrijke rol speelt, heeft in aandachtswijken
bereidheid van andere partijen om macht en invloed te delen.
een grote overheidsbemoeienis tot gevolg. Omdat de oplossingen van de
In feite draait het steeds om de vraag: wie past zich aan wie aan?
vraagstukken in deze wijken nog steeds gezocht worden in een aanbod dat
Professionele dienstverleners organiseren hun dienstverlening langs
is ontwikkeld door professionele organisaties waar bewoners in mogen
professionele lijnen en beleidsprocessen, burgers opereren vanuit hun
‘participeren’ langs vooraf bepaalde lijnen, blijft werkelijke betrokkenheid
belevingswereld. Effectieve samenwerking met burgers komt tot stand
van grote groepen wijkbewoners uit. Het gevolg is dat, hoewel iedereen
als professionals zich aan weten te passen, andersom werkt niet omdat
de mond vol heeft van bewonersparticipatie, de werkelijke invloed van
burgers zich langs informele lijnen en vrijwillig organiseren. Daarom zijn
bewoners uiterst beperkt is. Bewoners worden als het ware gedwongen
succesvolle projecten waarbij professionals de hoofdrol hebben altijd
om zich aan te passen aan de professionals, aan hun agenda, hun tempo
terug te voeren op gedrevenheid en het vermogen regels en voorschriften
en hun besluitvormingsprocessen.
te omzeilen of aan te passen aan de belevingswereld en omstandigheden van de burgers die ‘geholpen’ of ‘betrokken’ moeten worden. Alleen daar
Het LSA wil dit veranderen. We blijven vechten voor een betere positie van
waar burgers gedwongen kunnen worden omdat anders een vitale behoefte
bewoners in de organisatie van de intensieve wijkenaanpak. Wij zijn ervan
niet vervuld kan worden (denk aan uitkeringen, scholing en zorg) zal men
overtuigd dat dit noodzakelijk is omdat het uiteindelijke doel is dat deze wijken
zich, vaak onder protest,
leefbaar zijn zonder dat er een dure intensieve aanpak nodig is, maar
aanpassen. Als het gaat om
omdat bewoners daar zelf de verantwoordelijkheid voor dragen.
een vrijwillige deelname of
De eerste stap om daar te komen is de mogelijkheid te scheppen dat
instemming, zoals inburgering
burgers het beleid zodanig beïnvloeden dat het aansluit bij hun beleving
en wijkvernieuwing, slagen
en verwachting. Die positieverbetering komt in hoofdlijnen neer op het
alleen professionals die zich in
volgende: bewoners voeren samen met de gemeente en de (betalende)
hoge mate kunnen aanpassen
woningcorporaties de regie over de wijkaanpak. Zij bepalen wat er moet
aan de belevingswereld van
gebeuren, in welke volgorde dat moet gebeuren en ze bewaken de voortgang.
burgers. Een inspraakavond of
De expertise van professionele dienstverleners komt pas in beeld bij de vraag
voorlichtingsbijeenkomst trekt
hoe dit moet gebeuren. Aan bewonersorganisaties die deze rol op willen pak-
meestal weinig deelnemers,
ken, worden eisen gesteld met betrekking tot hun representativiteit en hun
tenzij een vitaal belang op het
relatie met de achterban. De voorwaarde om deze eisen te kunnen stellen, is
spel staat zoals voorgenomen
dat bewonersorganisaties gefaciliteerd worden in de vorm van een eigen bud-
sloop of het vestigen van een
get en de mogelijkheid krijgen om onafhankelijke ondersteuning in te huren.
gebruikerspand in de wijk.
Iedereen heeft de mond vol van bewonersparticipatie, maar de werkelijke invloed van bewoners is uiterst beperkt 2.3 Programmaminister Het kabinet Balkenende IV heeft in 2007 een programmaminister voor Wonen, Wijken en Integratie aangesteld. Sinds de start van het project Krachtwijken is door de toenmalig programmaminister Ella Vogelaar onmiskenbaar een meer bewonersgerichte benadering in gang gezet. De vele wijkbezoeken en rechtstreekse informele contacten tussen bewoners en de minister leidden tot nieuw enthousiasme bij bewoners. Ook was er een goede samenwerking tussen het LSA en de programmaminister, wat tot uiting kwam in een aantal extra activiteiten die door haar gefinancierd werden. Twee daarvan sluiten aan bij streven van het LSA naar een werkelijk centrale rol voor bewoners: de Kwaliteitskaart Bewonersparticipatie (zie pagina 27) en het vouchersysteem voor bewonersinitiatieven (zie pagina 28).
13 - LSA sinds 2005
Een wijk van de bewoners?
Het is niet vreemd dat wijken veelal vertegenwoordigd worden door ouderen met vrije tijd en verantwoordelijkheidsgevoel. Dat heeft alles te maken met de organisatievorm die aangepast is aan het functioneren van de professionele organisaties in de wijk. Wat moet er gebeuren om de wijk echt van alle bewoners te maken?
Ouderen met vrije tijd De wijk wordt vertegenwoordigd door een groepje oudere witte mannen die vooral graag zichzelf horen spreken, en de voorzitter is oppermachtig. Dat is een verzuchting die je weleens hoort van professionals die met bewoners te maken krijgen. Wat daarbij vaak vergeten wordt is dat we hier te maken hebben met een organisatievorm van een groep burgers die is aangepast aan het functioneren van professionele organisaties die wijkgericht werken. Gemeenten en corporaties willen een vast aanspreekpunt waar afspraken mee gemaakt worden die voor meerdere jaren vastliggen. Deze mensen moeten bereid zijn veelvuldig, en vaak overdag, aan vergaderingen met professionals over de meest uiteenlopende onderwerpen deel te nemen. De agenda, het tempo en de voorbereiding is volledig afgestemd op professionals. Daardoor zijn ouderen met genoeg vrije tijd en een groot verantwoordelijkheidsgevoel
manier om vooruit te komen. Voor burgers is het democratisch recht om zich te organiseren, naast het stemrecht, het belangrijkste instrument om samen met anderen een doel te bereiken dat men alleen nooit voor elkaar krijgt. Zolang dat recht bestaat zullen bewonersorganisaties ook blijven bestaan. Dat betekent niet dat alle bewonersorganisaties per definitie het beste met de buurt voorhebben, nooit beperkte groepsbelangen nastreven of soms een gezelligheidsclubje worden voor wie het gesubsidieerd borrelen na de vergadering het belangrijkste is. Ook kunnen meningsverschillen tussen individuele leden van bewonersorganisaties tot ware vetes uitgroeien waar geen rijdende rechter iets mee kan. Dat zijn echter verschijnselen die zich bij alle vormen van samenwerking tussen mensen voordoen.
Wie vertegenwoordigen jullie eigenlijk?
in bewonersorganisaties vaak in de meerderheid. Het gevolg hiervan is dat sommige organisaties die wel met bewoners moéten communiceren, zoals
Professionals of bestuurders kunnen leden van een bewonersorganisatie
gemeenten en woningcorporaties, gingen nadenken over nieuwe vormen van
niet kwader krijgen dan bij een meningsverschil te vragen: wie vertegen-
participatie. Menigeen kreeg daarbij het romantisch beeld voor ogen van een
woordigen jullie eigenlijk? Men vindt dit bijzonder onrechtvaardig omdat
zaal vol mensen: jong, oud, allochtoon, die vol enthousiasme discussieerden
die vraag nooit gesteld wordt op het moment dat er geen meningsverschillen
over het voorgenomen beleid. Met enige manipulatietechnieken lukt dat ook
zijn, of als er een bestuurder of minister moet worden geprezen. Bewoners
weleens. Dan mag iedereen een kaartje plakken op vooraf bedachte thema’s,
vinden het ook onrechtvaardig om mensen die een groot deel van hun
waarmee ze hun prioriteiten voor hun wijk aangeven. Daarna gaan de mensen
vrije tijd, met de beste bedoelingen, besteden aan werken voor de buurt,
naar huis met de illusie dat de gemeente of de corporatie alles in orde gaat
verantwoordelijk te stellen voor bijvoorbeeld de gebrekkige participatie van
maken. De ervaring leert dat dit niet lukt omdat de belangen van bewoners
allochtonen of jongeren. Vaak hebben bewonersorganisaties ook op allerlei
en instanties en ook van bewoners onderling te vaak uiteenlopen, waardoor
manieren geprobeerd deze groepen te betrekken zonder resultaat.
de verwachtingen die bij dergelijke bijeenkomsten worden gewekt nooit
Bewonersorganisaties trekken zich de kritiek aan dat ze een beperkte relatie
worden nagekomen. Het wantrouwen dat daardoor ontstaat heeft meestal
met de achterban hebben. Uit de praktijk blijkt dat de bewonersorganisaties
langdurig negatieve invloed op de verhoudingen met instanties. Overleg en
die goed contact hebben met de achterban, die organisaties zijn die naast het
goed naar elkaar luisteren is in polderend Nederland vaak de enige effectieve
voeren van overleg met professionals ook andere activiteiten uitvoeren.
15 - Een wijk van de bewoners?
Dit zijn ook de bewonersorganisaties die er het best in slagen een eigen
De overheid of de corporatie kan een aantal dingen doen om bewonersor-
agenda te voeren. Die activiteiten variëren van open dagen en buurtbar-
ganisaties te helpen een betere positie op te bouwen. De meest effectieve
becues tot speeltuinbeheer en schoonmaakacties. Vaak zijn het activiteiten
is: invloed geven. Als de rest van de wijk merkt dat een bewonersgroep echt
die meer gericht zijn op ‘doen’ dan op vergaderen. Dat veel bewonersor-
iets voor elkaar kan krijgen, neemt de belangstelling voor deze organisatie
ganisaties in aandachtswijken daar nauwelijks aan toe komen is begrijpelijk.
toe. Daarbij zouden ze moeten zorgen voor voldoende geld. Daarmee kun-
Samen met professionals participeren in beleid is een tijdrovende vorm van
nen bewoners huisvesting, een aanspreekpunt in de wijk en mogelijkheden
vrijwilligerswerk. Bewonersorganisaties moeten minimaal de mogelijkheden
om met de achterban te communiceren via een website of buurtkrant
hebben om de ‘doeners’ te faciliteren. Als doeners betrokken zijn bij bewo-
faciliteren. Verder is de mogelijkheid om onafhankelijke ondersteuning in te
nersorganisaties ontstaat er een netwerk van bewoners.
huren belangrijk.
Veel bewonersorganisaties moeten ieder jaar vechten om heel basale dingen voor elkaar te krijgen Het netwerk kan als het nodig is in actie komen, waardoor bewonersorgani-
Dat kan gaan om heel praktische dingen zoals het maken van een buurt-
saties bij de andere partners aan gezag en invloed winnen. Sterke buurten
krant, tot hulp bij het werven van nieuwe leden. Er wordt vaak onderschat
ontstaan langs deze lijn.
hoe belangrijk onafhankelijke ondersteuning is. Vaak krijgen bewonersorganisaties een aantal uren een welzijnswerker van een lokale welzijnsorganisatie
Ambtelijke ondersteuning
toegewezen. Er wordt niet afgesproken welke specifieke vaardigheden de welzijnswerker zou moeten hebben. Veel bewonersorganisaties moeten ieder jaar vechten om heel basale dingen voor elkaar te krijgen.
De ondersteuning van bewonersorganisaties door lokale welzijnsinstellingen is
Geen wonder dat er dan weinig animo is om mee te doen.
de laatste jaren kwalitatief sterk afgenomen en verambtelijkt. De oorzaken zijn te vinden in veelvuldige bezuinigingen, de afrekencultuur op contact-
Omdat de gemeente voorwaarden stelt bij de financiering van de welzijnsin-
uren en beleidssturing. De opbouwwerker wordt aangesproken op het
stelling, moet de instelling zich houden aan de uitvoering van het gemeentelijk
onder bewoners organiseren van draagvlak voor het gemeentelijk beleid
beleid. De werker moet onder bewoners zorgen voor draagvlak voor het beleid.
of treedt op als woordvoerder van de bewoners. Voor activering en onder-
Op het moment dat de belangen van de gemeente of de corporatie en bewo-
steuning van bewoners is geen tijd beschikbaar. Daarbij wisselen opbouw-
ners uiteenlopen, en dat moment komt onherroepelijk, zit de ondersteuner
werkers voortdurend waardoor een samenwerkingsrelatie steeds opnieuw
met een loyaliteitsprobleem en zal hij veelal een bemiddelingsrol aannemen.
moet worden opgebouwd. Als gevolg hiervan hebben bewonersorganisaties
Dat gaat goed als er een aanvaardbare oplossing mogelijk is, maar vaak gaat het
nu weinig vertrouwen in opbouwwerkers.
fout. Dan heeft de bemiddelaar afgedaan.
Het LSA constateert dat over de hele linie de kwaliteit en deskundigheid van het welzijnswerk is afgenomen. Dat komt mede door de lage beloning en door bovengeschetste problemen. Verbetering is nog niet in zicht, zeker niet op het punt van onafhankelijkheid. Veel gemeenten ontdoen zich van de bestaande welzijnsinstelling wegens disfunctioneren en besteden de klus aan. Hierdoor krijgt de gemeente nog meer te vertellen over wat de uitvoerder gaat doen en kan ze het contract ook binnen redelijke termijn beëindigen wanneer dat zo uitkomt. Bij deze commercialisering van het welzijnswerk heeft de bewonersorganisatie meestal weinig in te brengen en komt men dus van de regen in de drup. Het is voor zover wij weten nog niet voorgekomen dat een bewonersorganisatie welzijnswerk mocht aanbesteden.
Een wijk van de bewoners De gemeente of corporatie kan wat ons betreft best eisen verbinden aan het ter beschikking stellen van faciliteiten, maar dan geldt voor ons de vuistregel: meer verantwoordelijkheid is ook meer invloed. Deze vuistregel is uitgewerkt in ons Participatiecharter. De belangrijkste voorwaarden waaraan de bewonersorganisaties moeten voldoen zijn: een open democratische structuur met een minimum aantal openbare vergaderingen, een goede communicatielijn met de wijk (buurtkrant en website) en een heldere financiële verantwoording. Daarnaast is het belangrijk dat men streeft naar een breed netwerk in de wijk door activiteiten die gericht zijn op sociale cohesie en leefbaarheid rechtstreeks door bewonersorganisaties te laten financieren. Veel mensen zijn bereid iets voor de wijk te doen, met de nadruk op doen. Voor het organiseren van een buurtmarkt, het opknappen van een groenstrook en het organiseren van kinder- en jongerenactiviteiten zijn veelal mensen te vinden. Als ze maar niet uren hoeven te vergaderen of zich meteen voor een jaar vast moeten leggen op een bepaalde dag. Als het lukt deze samenwerking van denkers en doeners op te bouwen, en dat gaat niet van de één op de andere dag, dan is er sprake van een buurt of wijk die echt ‘van de bewoners is’ zoals politici het zo graag formuleren. Het betekent wel een houding van professionals die gericht is op respect en empowerment, en politici die begrijpen dat ‘leading by stepping back’ een kunst is die veel van de leider vraagt.
17 - Een wijk van de bewoners
Participatie, wat is dat? Participatie is een kernbegrip waaronder meerdere onderling verbonden begrippen schuilgaan. Deze begrippen zorgen nogal eens voor verwarring. Begrippen als bewonersparticipatie, civil society, sociaal kapitaal en burgerinitiatieven worden vaak door elkaar gebruikt. Daarom volgt hieronder een korte uitleg wat LSA onder deze begrippen verstaat.
Civil society, sociaal kapitaal en empowerment Meestal wordt met het begrip ‘civil society’ gedoeld op het actief deelnemen aan de maatschappij in algemene zin, ook wel burgerschapszin genoemd. Lid zijn van een vereniging, meedoen aan buurtactiviteiten, vriendschappelijke contacten onderhouden, informatiebijeenkomsten bijwonen of gaan stemmen bij verkiezingen.
Bewonersparticipatie
Kortom: meedoen in de maatschappij. Door in de maatschappij mee te doen ontstaan contacten die nuttig, plezierig of noodzakelijk zijn. Alle contacten tezamen
Met bewonersparticipatie bedoelen we dat de overheid of een andere instantie iets
noemt men wel het sociaal kapitaal waarover een persoon beschikt. Het hebben
wil van of met burgers. Men wil bijvoorbeeld dat bewoners meedenken, en soms
van sociaal kapitaal is belangrijk om te kunnen functioneren in de maatschap-
meebeslissen. De verwachting is dan dat de uitvoering van voorgenomen plannen
pij. Hoe meer sociaal kapitaal iemand heeft, hoe beter hij zich kan redden in de
soepeler gaat, of dat de uitvoering beter aansluit bij wat bewoners verwachten.
maatschappij. Wanneer je bijvoorbeeld ziek wordt, informele kinderopvang nodig
Bij het Krachtwijkenproject en het Grotestedenbeleid gaat het om specifiek rijks-
hebt of een luisterend oor zoekt voor je problemen, moet je op je netwerk van
beleid gericht op stedelijke vernieuwing. Deze beleidsvormen zijn voornamelijk
relaties kunnen terugvallen. Empowerment is een begrip dat hieraan gerelateerd
bedoeld om mensen maatschappelijke achterstanden in te laten lopen.
is. Empowerment is een proces waarbij mensen of groepen meer invloed krijgen op gebeurtenissen en situaties die voor hen belangrijk zijn (definitie van Rappaport).
Wanneer er mensen in een bepaald gebied met deze maatschappelijke achter-
Veel empowerment-strategieën zijn gericht op het stimuleren van mensen om
standen te maken hebben dan spreken wij als LSA van aandachtswijken.
hun sociaal kapitaal te vergroten en aan te wenden.
De overheid gaat doorgaans als volgt te werk: ze analyseert de problemen en stelt dere problemen tegelijkertijd, zijn er verschillende oorzaken voor de problemen
Bewonersinitiatieven
en hebben mensen er op verschillende manieren last van. Dit maakt het maken
Bewonersinitiatieven worden in het huidige beleid steeds vaker ingezet om
van een sluitend plan van aanpak gecompliceerd. Tegenwoordig beseffen de
bewoners meer invloed te geven in de wijkaanpak, om participatie en goed
overheid en andere probleemoplossers dat bij het zoeken naar de oplossing en
burgerschap te stimuleren. Bij bewonersinitiatieven wordt bedoeld dat een of
bij de uitvoering van het daaruit voortkomende plan van aanpak de mensen die
meer bewoners een idee hebben, dat ze in de openbaarheid willen uitvoeren.
baat moeten hebben bij de oplossing betrokken moeten worden.
Naast de overheid zijn er allerlei maatschappelijke organisaties die het nemen van
Daarom worden bewoners gevraagd te participeren bij het maken en het
een initiatief stimuleren door geld ter beschikking te stellen (onder voorwaarden)
uitvoeren van de plannen.
en professionele ondersteuning te bieden bij het realiseren van het initiatief.
vervolgens een plan van aanpak op. Vaak gaat het in aandachtswijken om meer-
Populariteit van bewonersinitiatieven
De eigen agenda van bewoners
De laatste tijd zijn er vele maatschappelijke organisaties bijgekomen die
De lange geschiedenis van landelijk achterstandsbeleid laat zien dat, na
bewonersinitiatieven stimuleren, ondersteunen en financieren.
ruim twintig jaar beleid en inzet van veel middelen, de meeste wijken van toen nog steeds aandachtswijk zijn. Wijken blijken alleen van de
Bekende professionele organisaties die bewonersinitiatieven stimuleren,
‘lijstjes’ te verdwijnen wanneer er wordt ingegrepen in het woningbe-
ondersteunen en financieren zijn landelijke fondsen, lokale overheden
stand door duurdere huisvesting te realiseren voor nieuwe doelgroepen.
met fondsen voor burgerinitiatieven en sinds kort ook de commissie voor
De geschiedenis bewijst dus dat het in de afgelopen twintig jaar nog
Wonen, Wijken en Integratie, met de inzet van miljoenen voor bewoners-
nooit gelukt is om het ideaalbeeld ‘van aandachtswijk naar krachtwijk’
initiatieven in de 31 GSB steden. Het Kan wél! project van het LSA is ook
waar te maken zonder een deel van de sociale problematiek te expor-
een van de stimuleringsprojecten voor bewonersinitiatieven.
teren naar andere wijken. De tienjarenaanpak die nu voor de veertig
Waarom bewonersinitiatieven op dit moment zo populair zijn, is moeilijk
wijken is afgesproken kan met recht ambitieus genoemd worden omdat
in te schatten. Als het gaat om de aandachtswijken weten we dat bewo-
de aanpak van sociale problematiek prioriteit heeft en bewoners-
nersinitiatieven een gunstig effect hebben op de sociale cohesie. Ook heeft
betrokkenheid voorop staat. Uitgangspunt is dat de mensen die in
het voor de mensen die een succesvol en gewaardeerd project uitvoeren
aandachtswijken wonen er op vooruit moeten gaan. Daarmee is wel
een positief effect op hun gevoel voor eigenwaarde en zelfredzaamheid.
weer de deur geopend naar een ongekende inzet van professionals van
Onderzoek wijst uit dat het ook ‘empowerend’ werkt.*
buiten de wijk die worden ingezet om de geconstateerde problemen en
Wij denken dat er nu zoveel sympathie voor projecten op het gebied van
tekortkomingen aan te pakken. In veel gevallen heeft dat tot effect dat
bewonersinitiatieven is, omdat deze projecten vaak regels en bureaucratie
bewoners(organisaties) die daarin participeren nauwelijks in staat zijn
doorbreken of omzeilen. De brede sympathie toont volgens ons aan dat er
te volgen wat er in de wijk gebeurt, laat staan dat ze er invloed op uit
een algemeen ongenoegen heerst tegen overregulering en overheidsbe-
kunnen oefenen. In feite wordt hun rol teruggebracht tot de rol van
moeienis. Vooral bij de gelden die via de lokale overheden door het Rijk
toeschouwers die mogen meepraten. Van participatie is dan zeer
beschikbaar zijn gesteld voor bewonersinitiatieven blijkt dat de neiging tot
beperkt sprake, de voortgang ligt geheel in professionele handen.
overregulering nog sterk is. Van de 31 gemeenten die geld ontvangen voor
Dit gevaar is levensgroot aanwezig en kan tot gevolg hebben dat over
bewonersinitiatieven is slechts een kleine minderheid bereid de zeggen-
een jaar of twee opnieuw evaluaties verschijnen waaruit blijkt dat niet
schap over de besteding van dit geld aan bewoners over te laten via het
is aan te tonen dat successen en veranderingen aan het Krachtwijken-
vouchersysteem voor bewoners. Dit vouchersysteem is het tegoedbonnen-
beleid zijn toe te schrijven. Aanpassingen zijn nu nog mogelijk. Er zijn
systeem dat het LSA heeft bedacht om bewoners zeggenschap te geven
voldoende overdraagbare voorbeelden van wijken waar dit verschijnsel
over de verdelingen van de budgetten. Gelukkig is door de discussie over
veel minder dreigt doordat bewoners daar wel invloed hebben. Hierdoor
de inzet van het budget voor bewonersinitiatieven en het vouchersysteem
kan het beleidsdoel van ‘normaal’ leefbare wijken die niet meer boven-
ook de discussie over de rol van bewoners en het vertrouwen van de over-
of ondergemiddeld scoren op allerlei lijstjes, gerealiseerd worden.
heid in bewoners toegenomen.
* Zie: Wat Kan wél! kan, Tilburgse School van Politiek en Bestuur, 2007
19 - Participatie, wat is dat?
Bijeenkomsten...
Voor professionals op het gebied van stedelijke vernieuwing en achterstandsbeleid zijn er tal van conferenties en andersoortige bijeenkomsten. Voor actieve bewoners zijn die er nauwelijks. Het LSA is zelfs de enige landelijke organisatie die bijeenkomsten organiseert die toegespitst zijn op de rol van bewoners in de wijkaanpak, bijeenkomsten die aansluiten bij de behoeftes en wensen van actieve en geïnteresseerde wijkbewoners.
Door het organiseren van deze bijeenkomsten werkt het LSA aan het inlopen van de kennisachterstand van geïnteresseerde en actieve bewoners. Tot 2007 zijn de bewonersbijeenkomsten die wij organiseren onder te verdelen in grootschalige Landelijke Bewonersdagen en op de actualiteit inspelende Landelijke Praktijkdagen. In 2008 werden bewoners uitdrukkelijk gevraagd te participeren in beleidsontwikkeling en de uitvoering van het veertigwijkenbeleid. Daar is kennis voor nodig. Daarom organiseren we sindsdien ook laagdrempelige regionale praktijkdagen met onderwerpen op maat, zoals wijkveiligheid, samenwerking, herstructurering en het vouchersysteem. In de afgelopen vier jaar hebben we in totaal 28 bijeenkomsten georganiseerd waar ruim 4.000 bezoekers op afgekomen zijn.
voor bewoners 2005-2008 21 - Bijeenkomsten 2005 - 2008
Projecten 2005-2008 Het LSA voert verschillende projecten uit met als doel de betrokkenheid van bewoners bij de leefbaarheid in hun wijk te vergroten en hun positie als samenwerkingspartners en initiatiefnemers te versterken.
4.1 Kan wél! Kan wél! is een project waarin wijkbewoners worden uitgedaagd met ideeën te komen om het leefklimaat in de wijk te vergroten. In het hoofdstuk ´LSA vanaf 2005’ (pagina 10) is het ontstaan van Kan wél! beschreven evenals de relatie van Kan wél! met de ABCD-aanpak. Bij de ontwikkeling van het pilotproject naar de activeringsmethode waar Kan wél! nu voor staat zijn de woningcorporaties van het eerste uur van groot belang geweest, evenals projectpartner Aedes. Zonder deze enthousiaste supporters was de ontwikkeling niet zo snel gegaan. In amper drie jaar tijd is het project Kan wél! in twintig steden in 55 wijken en buurten uitgevoerd. In totaal zijn 21 bevlogen buurtcoaches in de afgelopen jaren op zoek gegaan naar mensen die iets wilden betekenen voor hun wijk. Eind 2008 stond de teller op bijna 500 projecten, uitgevoerd door initiatiefnemers door het hele land. In totaal werd dertig procent hiervan uitgevoerd door mensen met een niet-Nederlandse achtergrond en ongeveer twintig procent door jongeren.
Drie jaar Kan wél! 2006 In oktober 2006 is het Kan wél! Symposium ‘In Vogelvlucht’ georganiseerd in samenwerking met Aedes, met 300 deelnemers uit de veertien projectgebieden. In tien maanden gingen honderd projecten van start. Op een projectenmarkt hebben de initiatiefnemers uit het hele land hun project kunnen presenteren. Door het succes van Kan wél! is besloten om door te gaan met een tweede Kan wél project, ditmaal in 22 wijken. 2007 In 2007 werd bij het slotsymposium de resultaatmeting van het onderzoek ‘Wat Kan wél! kan’ van de Tilburgse School van Politiek en Bestuur gepresenteerd. De centrale vraagstelling luidde in hoeverre de Kan wél!-manier van werken in de beleving van bewoners kan bijdragen aan leefbaarheid en sociale cohesie. De resultaatmeting is gefinancierd en (mede)begeleid door de Stichting Experimenten Volkshuisvesting (SEV) die in de eerste pilot projectpartner was. De algemene conclusie was dat de Kan wél!-aanpak bij bewoners aanslaat vanwege de persoonlijke benadering en de snelle onbureaucratische werkwijze. Daarnaast bleek dat met deze werkwijze ook veel mensen van allochtone afkomst bereikt worden evenals jongeren. Mede daarom is in dit jaar het experiment Kan wél! Jong gestart om te kijken of jongeren zich door deze werkwijze voelen aangesproken. Dit experiment kon starten dankzij een extra bijdrage van het ministerie van Binnenlandse Zaken. 2008 In het najaar van 2008 werd Kan wél! Jong afgesloten en geëvalueerd. De vooronderstelling dat jongeren met deze manier van werken echt uit de voeten kunnen bleek te kloppen. Wel is de benaderingswijze en begeleiding van jongeren vaak intensiever dan bij het reguliere Kan wél! en zijn ideeën en projecten meer gericht op ontmoeting en muziek. Het tweede Kan wél! project werd in augustus afgesloten. Vanaf augustus
2008 is Kan wél! overal en op elk tijdstip inzetbaar en richt het LSA zich voor de financiering van projecten ook op gemeenten en bewonersorganisaties als opdrachtgevers. Dankzij een bijdrage van het Aedes-fonds Werken aan Wonen kon een aantal veranderingen, zoals de ontwikkeling van een nieuwe website, worden doorgevoerd. Tot slot werd in 2008, in samenwerking met Raster en Joop Hofman Allianties, een nieuw experiment ontwikkeld onder de titel Klimmen op eigen Kracht (KoeK). Dit project is gebaseerd op de ervaringen in de Deventer Rivierenwijk met het project Sterrenvinder. Uitgangspunt van dit project is dat bewoners de kans krijgen echt een stapje hoger op de maatschappelijke ladder te komen. Ook bij deze aanpak gaat het om coaching van individuele personen die de regie voeren over een traject van vele kleine stappen in de richting van een betere positie en groter sociaal netwerk.
23 - Projecten 2005 - 2008
Kan wél! Jong Tijdens de uitvoering van Kan wél! werd duidelijk dat jongeren zich bijzonder aangesproken voelen door de Kan wél! manier van werken. Daarom ontstond het idee een pilotproject Kan wél! Jong te starten. Vier steden zijn hiermee van start gegaan in juni 2007: Emmen, Arnhem, Enschede en Almere. Het doel van Kan wél! Jong is om op dezelfde manier als Kan wél! regulier, gebaseerd op de talenten van jongeren, positieve activiteiten te initiëren die de leefbaarheid van hun wijk verbeteren. Het pilotproject is inmiddels afgerond en er is een evaluatierapport over verschenen. Hieruit blijkt wat het project Kan wél! Jong heeft opgeleverd voor de jongeren, de wijk en de opdrachtgever. De resultaten voor jongeren De jongeren die aan de slag zijn gegaan met Kan wél! zijn tevreden over het resultaat. Hun ervaring is dat Kan wél! waarmaakt wat de buurtcoach zegt dat mogelijk is. Door de zorgvuldige begeleiding van de buurtcoach kan de jongere in zijn eigen tempo een project tot een succes maken en wordt het project helemaal van de jongere. De jongeren hebben met hun projecten zelfvertrouwen opgebouwd om aan de slag te gaan met hun eigen idee. Net als bij Kan wél! regulier willen (jonge) initiatiefnemers die eenmaal geactiveerd zijn, nieuwe projecten starten omdat ze enthousiast zijn geworden door hun eigen succes. De resultaten voor de wijk In de uitvoering van de projecten is samenwerking tussen de jongeren en de bewonersorganisaties ontstaan waardoor meer begrip tussen jongeren en volwassenen is ontstaan. En de projecten van de jongeren hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de leefbaarheid in de wijk. De resultaten voor de opdrachtgever De corporaties die meedoen, hebben inzicht gekregen in de talenten van de jongeren. De corporaties hebben een netwerk aangeboord van jongeren die
als toekomstige huurders belangstelling hebben om zich in te zetten voor de leefbaarheid in de wijk. De corporaties hebben door dat er een andere benaderingswijze nodig is om jongeren te bereiken. Een corporatiemedewerker zegt: “Kan wél! Jong heeft de opdrachtgever geleerd dat voor het benaderen van jongeren een andere manier van werken nodig is dan organisaties, professionals en volwassenen doen. Het vraagt om veel geduld, nieuwe contact-methoden en begrip voor een ander werkritme.” De inzet van Kan wél! Jong heeft gezorgd voor imagoverbetering van de woningcorporatie doordat de corporatie meer draagkracht krijgt om op maatschappelijk vlak positieve acties te ondernemen. De corporaties hebben meer inzicht gekregen in de thema’s die bij jongeren leven. Daardoor kunnen de corporaties beter aansluiten bij de behoefte van de jongeren. De projecten van de jongeren hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de leefbaarheid in de wijk.
Toekomst Kan wél! Vanaf 2009 beschikt het LSA over een duidelijke methodiekbeschrijving en een training voor buurtcoaches waarmee het product Kan wél! als nieuwe werkwijze voor activering compleet is. Het LSA gaat verder op de lijn die in 2006 is ingezet. De aanpak voor het werven van nieuwe opdrachtgevers is echter veranderd. Het project Kan wél! en Kan wél! Jong worden nu zelfstandig aangeboden aan opdrachtgevers. De bewoners en de bewonersorganisaties zijn aan zet. Zij die hun eigen wijk de kans willen geven om met Kan wél! aan de slag te gaan, zonder bureaucratische regels en met begeleiding van een coach, kunnen Kan wél! inzetten. Dit kan door middel van vouchers of andere leefbaarheidsbudgetten. Daarnaast zal Kan wél! trainingen gaan aanbieden zodat onze manier van werken breder verspreid kan worden. In 2009 zullen enkele proeftrainingen plaatsvinden. Het project Klimmen op eigen Kracht zal in 2009 in Emmen van start gaan, ook in enkele andere steden is hiervoor reeds belangstelling getoond.
Hoe Kan wél! empowert Drie jaar geleden durfde Bets Timmer geen project op te zetten. Nu runt ze een eigen vereniging en helpt ze honderden mensen in haar wijk. Hoe Kan wél! voor empowerment van bewoners zorgt. In 2006 draaide de zestienjarige Christina Tim-
stoppen in haar wijk trok ze de stoute schoenen aan
mer met Kan wél! in de wijk Tuinzigt in Breda een
en stapte ze met twee andere bewoners naar de
geslaagd project: Interculturele Ontmoetingen. Ze
woningcorporaties. Daar legden ze hun idee voor,
organiseerde bijeenkomsten en feesten, omdat ze
ze wilden een eigen vereniging om op de Kan wél!
wilde dat de mensen in de wijk ‘aardiger deden
manier andere bewoners met projecten te helpen.
tegen elkaar’. Ze was blij met het slagen van het
De woningcorporaties hebben dit initiatief met
project en met de positieve reacties uit de wijk.
2.000 euro gesteund. Vereniging VLOT was geboren.
Dit enthousiasme bracht ze over op haar moeder:
Vereniging VLOT kreeg de beschikking over het geld
Bets Timmers. Zij had zichzelf in eerste instantie niet
via de huismeester en de bewoners hoefden alleen
bij Kan wél! gemeld, omdat ze niet dacht dat ze zelf
mondeling een aanvraag te doen om aan het geld
een project zou kunnen opzetten. Maar toen ze zag
te komen. Sindsdien is er veel gebeurd met Bets en
dat het haar dochter erg goed lukte, durfde zij ook.
de mensen om haar heen. Er is een ‘kantoortje’ met
Bets bleek vol te zitten met plannen om haar wijk en
internet gekomen, een laptop en een printer.
de mensen in haar wijk te helpen. Het eerste project
De gemeente heeft via Vereniging VLOT mensen uit
wat ze deed was Kostbaar Leven, een project om
de wijk benaderd om gratis naar Ierland te gaan.
bewoners uit de wijk ondersteuning te bieden bij
De huismeester van woningcorporatie WonenBre-
geldproblemen. Dit project slaagde en Bets en de
burg is vrijwilliger bij de uitvoering van projecten en
woningcorporatie waren laaiend enthousiast. Ver-
heeft een website voor de vereniging gebouwd.
volgens ging Bets Timmers door. Ze deed nog veel
Ze zijn aangemerkt als goed doel door de gemeente
meer projecten, zoals het organiseren van kerstpak-
waardoor ze de kerstpakketten een jaar later weer
ketten voor mensen die niet veel geld hadden, het
konden sponsoren. De vereniging werkt samen met
stimuleren van mensen om met mensen van andere
het St Annahuis in Breda, een opvang voor daklozen
culturen om te gaan, een Halloweenbuurtfeest,
en verslaafden, om de kerstpakketten uit te delen.
ondersteuning van een Hindoestaanse vrouw bij het
Sinds 2008 ontvangt de vereniging subsidie van het
organiseren van Internationale Vrouwendag en het
SKA fonds en van de gemeente. De mensen die de
organiseren van een Zeskamp.
vereniging hebben opgericht zijn trots, en terecht. Ze zijn in staat om zelf, met de hulp van andere
Bets bleek haar roeping gevonden te hebben; ze was
bewoners en van professionals die naar hen luis-
goed in het oprichten van projecten en het stimul-
teren, vanuit hun eigen organisatie te werken.
eren van mensen. Toen ze hoorde dat Kan wél! zou
Een krachtig staaltje empowerment.
25 - Projecten 2005 - 2008
4.2 Tweede Kamerleden adopteren een wijk Ons project waarin Tweede Kamerleden een aandachtswijk adopteren is al vier kabinetsperiodes lang een succesformule. Alle geweeklaag over de kloof tussen burgers en politici ten spijt, lukt het in een groot aantal wijken om een relatie op te bouwen die vier jaar lang standhoudt. Hoe kan dat? Een mentaliteit van gewoon doen, menselijk contact en afspraak is afspraak, zijn de voornaamste ingrediënten van een geslaagde adoptie, zo blijkt uit de reacties van zowel bewoners als kamerleden. Spelregels: De bewonersorganisatie en het Kamerlid sluiten een adoptieovereenkomst waarin afspraken worden vastgelegd, zoals over het minimum aantal bijeenkomsten met elkaar en een bezoek van de bewoners aan de Tweede Kamer. De rol van het LSA is beide partijen bij elkaar brengen, via bewoners het verloop van de adoptie volgen, het project onder de aandacht van de media brengen en te bemiddelen bij eventuele geschillen. Kamerleden die een wijk hebben geadopteerd 2005-2008 2005: 34 Kamerleden hebben 34 wijken geadopteerd. 2006: 34 Kamerleden hebben 34 wijken geadopteerd. 2007: 25 Kamerleden hebben 28 wijken geadopteerd. 2008: 32 Kamerleden hebben 37 wijken geadopteerd.
4.3 Kwaliteitskaart Bewonersparticipatie De Kwaliteitskaart Bewonersparticipatie is voortgekomen uit de vele
dat in de publiciteit, gemeenten met lage cijfers reageerden nauwelijks.
discussies tussen de bewoners in het Bewonersplatform over de grote
Via bewoners uit het netwerk bleek dat er binnen de slecht scorende
verschillen die geconstateerd werden tussen gemeenten in de mate waarin
gemeenten wel uitgebreid gesproken is over de Kwaliteitskaart Bewoners-
bewoners betrokken werden bij de wijkaanpak. Omdat het Rijk tijdens de
participatie en dat deze ook, onder meer in Amsterdam, mede aanleiding
totstandkoming van de wijkactieplannen en charters (2007 tot 2008) aan
is geweest voor verbeteringen op dit punt. In het najaar van 2009 laat LSA
alle wijken en steden dezelfde voorwaarden met betrekking tot bewoners-
een tweede onderzoek doen, naar de mate waarin en de wijze waarop
participatie stelde, kwamen we op het idee de inspanningen van gemeenten
gemeenten bewoners hebben laten participeren in de uitvoering van de
op dit punt te vergelijken. Om de vergelijking tussen steden mogelijk te
wijkactieplannen.
maken, is gekozen om meetbare feiten te onderzoeken. We wilden geen belevingsonderzoek uitvoeren met subjectieve beoordelingen over de inspanningen. De Tilburgse school voor Politiek en Bestuur van de Universiteit van Tilburg ontwikkelde daarom op ons verzoek een meetinstrument en voerde het onderzoek uit. Om de concurrentiewerking tussen gemeenten te bevorderen besloot het LSA de gemeenten rapportcijfers te geven voor hun inspanningen om participatie te stimuleren en te bevorderen. Het eerste onderzoek, naar de mate waarin en de wijze waarop gemeenten bewoners hebben laten participeren in de totstandkoming van de wijkactieplannen, is in 2008 uitgevoerd. Door het LSA zijn de resultaten omgezet in een waaier met rapportcijfers waarop duidelijk te zien is welke gemeenten een voldoende scoren en welke een onvoldoende. Tijdens de presentatie van de Kwaliteitskaartenwaaier Bewonersparticipatie zei toenmalig minister Vogelaar dat zij ook ziet dat er veel duw- en trekwerk voor nodig is om bewonersparticipatie in gemeenten op het gewenste niveau te brengen. Wat zij positief vond aan de waaier was dat de gegeven rapportcijfers “gemeenten zullen stimuleren om hoger in de ranking te komen”. Het bleek ook dat de rapportcijfers werkten zoals verwacht; gemeenten die goed scoorden waren daar trots op en brachten
27 - Projecten 2005 - 2008
4.4 Haal eens een coach in huis! Het LSA biedt bewonersorganisaties de mogelijkheid om kosteloos een coach in huis te halen. Ervaringen leren dat de blik van een deskundige buitenstaander uitstekend werkt. De deelnemende bewonersorganisaties in het eerdere traject hebben na de inzet van een coach nieuwe inzichten en nieuwe energie gekregen. Door dit project hebben bewonersorganisaties in de 56 herstructureringswijken van VROM of uit de 40 Vogelaarwijken de mogelijkheid om een gratis coach in huis te halen. Deskundige coaches worden ingezet in een kortdurend traject van 10-30 uur. Sinds 2006 zijn er 28 coachingsaanvragen gehonoreerd.
1. Een groep bewoners uit de wijk krijgt beslissingsbevoegdheid over de toekenning van geld voor projecten. 2. Geld wordt toegekend door middel van vouchers, waardebonnen. De minister en de Tweede Kamer zijn met ons voorstel akkoord gegaan, en vervolgens is door het ministerie van Wonen, Wijken en Integratie, een aantal gemeenten en het LSA gewerkt aan een modelverordening Vouchers. Het LSA had het toepassen van de modelverordening graag als voorwaarde gezien voor het verkrijgen van middelen voor bewonersinitiatieven, maar dat ondervond weerstand vanuit gemeenten die liever een eigen systeem wilden toepassen. Daarom is in de verordening opgenomen dat gemeenten een eigen systeem mogen hanteren mits de betrokken bewoners hiermee instemmen. De gemeenten waren vrij om te beslissen aan welke wijken de budgetten werden toegekend en wat de verdeling
4.5 Vouchers voor bewoners In 2008 stelde minister Vogelaar op aandringen van de Tweede Kamer 20 miljoen euro beschikbaar voor bewonersinitiatieven. Het LSA heeft het initiatief genomen om hier een eenvoudig systeem voor te ontwerpen. De kern van het voorstel draait om twee punten.
per wijk zou zijn. Door de toenmalige minister werd besloten het budget van 10 miljoen (de andere 10 miljoen waren al aan de veertig krachtwijken toegekend) aan alle 31 GSB gemeenten op deze wijze toe te kennen. Uiteindelijk hebben 14 van de 31 gemeenten aangegeven met de Verordening Vouchers te gaan werken. De minister heeft de Tweede Kamer ook toegezegd dat in 2009 onderzocht zal worden of het vouchersysteem werkt en waarom. Op de Landelijke Bewonersdag in november 2008 zijn de eerste vouchers uitgereikt aan bewoners uit drie steden. Het LSA is verheugd dat het ministerie besloten heeft met het vouchersysteem te experimenteren. Op dit moment draait het experiment in veertien steden. Het LSA ondersteunt de voucher-regiegroepen actief met informatie. Ook heeft het LSA een algemene informatievoorzienende rol op zich genomen. Op de website www.lsabewoners.nl staan aparte voucherpagina’s. Daar zijn documenten te vinden die te downloaden zijn, en ook wordt daar nieuws bijgehouden over alle vouchersteden. Dit nieuws wordt up-to-date gehouden.
29 - Projecten 2005 - 2008
Communicatie 2005-2008 5.1 LSA Bewonersberichten
Vanaf de start van het Kan wél! project in 2006 is de website van dit project zeer
Ons kwartaalblad LSA Bewonersberichten
www.kanwel.nl en www.kanweljongeren.nl. Er zijn vele functies voor de bezoe-
bericht over ontwikkelingen in de wijken, in
kers van deze sites. Alle mensen die aan een Kan wél!-project meedoen hebben
het overheidsbeleid en binnen het LSA. Dit
samen met de buurtcoach een eigen plek binnen de site waar ze over hun pro-
gebeurt in de vorm van reportages, interviews,
ject kunnen bloggen en waar ze foto’s neer kunnen zetten. Zo ontstaan er steeds
korte nieuwsberichten en achtergrondver-
meer mini-online-community’s rond projecten en is het voor buurtbewoners
halen. Het aantal abonnees is al jaren constant
ook veel makkelijker om de projecten te volgen. De websites van het project
(ongeveer 1400). Het blad is voor bewoners-
worden zeer druk bezocht. De vernieuwde site www.kanwel.nl heeft gemiddeld
organisaties en andere betrokkenen kosteloos
2500 unieke hits per maand en de vernieuwde site www.kanweljongeren.nl
te bestellen via de website. Wanneer je vier
heeft gemiddeld 250 unieke hits per maand. Verder is er in 2008 de portal
jaargangen LSA Bewonersberichten achter
www.bewoners.nl gekomen, achter deze ‘voordeur’ staan de drie sites
elkaar zet, ontstaat er een duidelijk beeld van de ontwikkelingen in
belangrijk. Buurtbewoners kunnen namelijk via het internet de projecten in hun wijk volgen. In 2008 is er gekozen voor de lancering van twee interactieve sites:
www.lsabewoners.nl, www.kanwel.nl en www.kanweljongeren.nl.
probleem-, achterstands-, kracht- of prachtwijken. De doelgroep van het blad is primair de actieve buurtbewoner, maar ook voor professionals en (lokale) politici blijkt het een interessant blad te zijn. Sinds enige jaren is
5.3 Nieuwsbrief
het blad ook te downloaden op de website van het LSA.
LSA geeft sinds januari 2008 de LSA nieuwsflits uit. De Flits bericht over LSA activiteiten, landelijke ontwikkelingen in de wijkaanpak en nieuws uit de
5.2 Internet
wijken. Deze nieuwsbrief is bedoeld om het LSA Bewonersplatform en andere
Het internet heeft een steeds prominentere plek gekregen in de organi-
kunnen we met deze nieuwsgeving veel actueler zijn dan in ons kwartaalblad.
satie. Was www.lsabewoners.nl eerst een plek waar nagenoeg alleen onze
De nieuwsbrief heeft in een jaar ruim 400 lezers gekregen en dit aantal groeit
adresgegevens te vinden waren, nu is het een bron van informatie over
voortdurend. De berichten zijn kort en krachtig, en bevatten veel doorlinks
onze organisatie en projecten, inclusief uitnodigingen en verslagen van LSA-
naar het web. De digitale nieuwsbrief is zestien keer uitgekomen in 2008.
bijeenkomsten. Ook zijn onze publicaties te bestellen op de site. Omdat de site steeds meer functionaliteit biedt en een archief-functie in gaat nemen, is er een update op functioneel en vormgevingsgebied gepland in 2009. De site heeft in 2008 gemiddeld zo’n 800 bezoekers per maand.
geïnteresseerden op de hoogte te houden. Omdat deze nieuwsbrief digitaal is,
5.4 Publicaties Kennisuitwisseling en -verspreiding is een van de doelen van het LSA. Dat gaat veelal via bijeenkomsten, via onze site en via ons kwartaalblad LSA Bewonersberichten. En we geven ook een aantal publicaties uit over onderwerpen op het gebied van wijkontwikkeling. Deze zijn allemaal via onze website te bestellen. -Wijkontwikkeling op eigen kracht. Dit boek is een vertaling en bewerking van het Amerikaanse origineel. In dit boek wordt de ABCD-methodiek op een praktische manier uiteengezet. -Nieuwe Nederlanders, meedoen levert wat op! Dit boek is vooral bedoeld voor autochtone en nieuwe Nederlanders uit herstructurerings-
Organisatie 6.1 Bestuur
6.3 Secretariaat
Het bestuur van het LSA bestaat uit zeven leden,
Het secretariaat van het LSA is het aanspreekpunt van
vier daarvan zijn bewoners uit aandachtswijken, de
het platform. Het secretariaat ondersteunt het werk
overige drie bestuursleden zijn leden die vanwege
van het LSA inhoudelijk en operationeel. Tussen 2005
hun kwaliteiten en netwerken zijn aangezocht.
en 2008 is het aantal fte’s personeel van het secretariaat van LSA gegroeid van 2,8 fte naar 4 fte. Het LSA
wijken, en bevat veel handvatten om beter met elkaar samen te werken. -Kwaliteitskaartenwaaier Bewoners-participatie. In deze publicatie zijn de resultaten te zien van het onderzoek dat wij hebben laten doen naar de wijze waarop en de mate waarin gemeenten bewoners hebben laten participeren in de totstandkoming van de wijkactieplannen.
6.2 Bewonersplatform Het platform is het hart van het LSA. Het zijn actieve
Deze wijkactieplannen zijn gemaakt in de door minister Vogelaar (VROM-
bewoners uit heel Nederland die samenkomen om
WWI) aangewezen aandachtswijken. -De Participatiecharter. Dit is een
activiteiten en projecten te bespreken en te plannen.
schriftelijke overeenkomst met verleende rechten en bijhorende plichten.
Het platform bestaat uit zo’n 65 bewoners, allemaal
De handreiking, inclusief modelformulieren, richt zich op de lokale over-
afkomstig uit de 31 steden die betrokken zijn bij
heden en bewoners uit de aandachtswijken van de grote steden.
het Grotestedenbeleid. De leden zijn actief in hun eigen wijk en ze kennen de plaatselijke situatie goed. Actieve wijkbewoners uit de 31 grote steden zijn welkom om het platform te versterken. Mensen uit andere steden kunnen geen lid worden,
heeft niet het streven de formatieomvang veel groter te laten groeien. Met deze beperkte formatieomvang kunnen we de rol en de invloed van vrijwilligers in de vereniging waarborgen. Ons project Kan wél heeft te maken met een meer fluctuerend personeelsbestand. Al sinds het begin van het project zijn er 2 Kan wél-backofficemedewerkers. Het aantal buurtcoaches wisselt echter in de loop der jaren. Dat heeft te maken met het starten en afronden van de projecten. Het personeel is in dienst van het WGI te Rotterdam en gedetacheerd bij het LSA. Personeelsomvang per 1 januari 2006: 4,3 fte, waarvan 2,8 fte LSA en 1,5 fte Kan wél!
ze kunnen wel aan de LSA-activiteiten
Personeelsomvang per 1 januari 2007:
deelnemen. Platformleden zijn met
7,1 fte, waarvan 2,7 fte LSA en 4,4 fte Kan wél!
instemming van de eigen organisatie lid van het platform. Het platform vergadert vier keer per jaar in Utrecht. Het aantal deelnemers aan deze werkbijeenkomsten ligt al vier jaar rond de veertig.
Personeelsomvang per 1 januari 2008: 11,5 fte, waarvan 2,8 fte LSA en 8,7 fte Kan wél! Personeelsomvang per 1 januari 2009: 9,9 fte, waarvan 4 fte LSA en 5,9 fte Kan wél!
31 - Organisatie
Kamerleden met een adoptiewijk
Adoptiewijk: Transvaalwijk in Amsterdam Sinds: 2008 Waarom doet u mee aan het LSA-project Wijkadoptie Kamerleden? “Ik ga veel op werkbezoek, maar het is ook aardig om een bepaalde wijk net iets extra te volgen. Daarom vond ik het initiatief van Wijkadoptie wel interessant. In mijn geval is het de Transvaalwijk in Amsterdam.” Hoe vaak heeft u uw wijk bezocht? “Ik heb de wijk nu drie keer bezocht. Ik heb twee wijkvergaderingen bijgewoond. De eerste ongeveer een jaar geleden, en onlangs de tweede. Enkele weken geleden heb ik een rondleiding gehad met de politie. Die rondleiding ging over drugsoverlast. Dat was erg interessant. Ik had er het afgelopen jaar meer willen zijn, maar ik heb het vorige jaar veel tijd besteed aan mantelzorg waardoor ik er ‘s avonds minder vaak bij kon zijn.” Wat is het leukst / opmerkelijkst / interessantst wat u heeft meegemaakt tijdens
Boris van der Ham - D66:
deze bezoeken?
“Ik ben zo bang dat de investeringen allemaal incidenteel zullen blijken te zijn”
“Wat in positieve zin opvalt is de ongelooflijke veerkracht van hulpverleners, politie en scholen. Die improviseren zich suf, en steeds met als doel een betere wijk. Ook de bewoners zijn redelijk positief, valt me op. Er is trots op de eigen wijk. Wat me in negatieve zin opvalt is dat het geld van de rijksoverheid voor de wijkenaanpak niet altijd even effectief wordt aangereikt. Er moet vanuit de gemeente en het Rijk veel meer worden ingezet op intensivering van het onderwijs, bijvoorbeeld. Ik ben zo bang dat de investeringen allemaal incidenteel zullen blijken te zijn.” Wat denkt u dat het feit dat u de wijk heeft geadopteerd, bijdraagt aan uw adoptiewijk? “Dat directe effect is klein. Het echte werk gebeurt door de wijkbewoners zelf, door politie, maatschappelijk werk, scholen en anderen. Ik denk dat veel bewoners niet direct merken dat Kamerleden wijken adopteren. Maar zelf merk ik er wel iets van, namelijk dat je beter inzicht krijgt in hoe zo’n wijk in elkaar steekt, wat er goed gaat en wat beter kan, en wat de politiek in Den Haag moet ondernemen om beter te ondersteunen. Dat inzicht gebruik ik weer bij debatten in de Kamer en ik probeer het beleid van de regering daarop bij te sturen. Dus via een omweg merken bewoners er hopelijk wel wat van.”
Adoptiewijk: Holtenbroek in Zwolle en Rivierenwijk in Deventer Sinds: Holtenbroek sinds 2003, Rivierenwijk sinds 2008 Waarom doet u mee aan het LSA-project Wijkadoptie Kamerleden? “Het verbeteren van de leefbaarheid van wijken in grote steden is een belangrijke politieke opdracht, waaraan ik een actieve bijdrage wil leveren. Het wijkadoptie-project biedt hiervoor een concrete en goede mogelijkheid. Je blijft als Kamerlid goed op de hoogte van de ontwikkelingen in ‘jouw’ wijken, en je kunt daarnaast af en toe ook een bemiddelende rol spelen.” Hoe vaak heeft u uw wijk bezocht? “Ik probeer regelmatig aanwezig te zijn in beide wijken. Ook al is het af en toe rennen en vliegen uit Den Haag om op tijd in Deventer of Zwolle te zijn, ik probeer zoveel mogelijk bij de vergaderingen van het wijkteam of wijkplatform te zijn. Daarnaast leg ik werkbezoeken af aan projecten in de wijken, zoals het project Sterrenvinder in de Rivierenwijk of het project ‘Samen gaan voor de Palestrinalaan’ in Holtenbroek. Ook nodig ik bewoners en organisaties uit om eens een kijkje te komen nemen in de Tweede Kamer.” Wat is het leukst / opmerkelijkst / interessantst wat u heeft meegemaakt tijdens deze bezoeken? “Eigenlijk ben ik bij elk bezoek weer getroffen door de betrokkenheid en de inzet van bewoners en organisaties. Ik geloof sterk in verbetering ‘van onderop’. We moeten ruimte scheppen voor de creatieve ideeën die mensen en organisaties in de wijk hebben en voor de kansen die zij zien. Een mooi voorbeeld hiervan is het Deventer PAKhuis: twee door bewoners opgeknapte eengezinswoningen waar mensen die een bedrijfje
Eddy van Hijum - CDA:
“We moeten ruimte scheppen voor creatieve ideeën”
willen starten hun ideeën kunnen uitproberen. Inmiddels is er iemand aan de slag als schoonmaakspecialiste, zijn twee dames een klein cateringbedrijfje gestart en is er een atelier ingericht. Heel mooi om te zien hoe met een klein beetje hulp mensen hun dromen weten te realiseren en hun sociale positie op eigen kracht verbeteren.” Wat denkt u dat het feit dat u de wijk heeft geadopteerd, bijdraagt aan uw adoptiewijk? “Ik hoop dat de mensen en organisaties die actief zijn in de wijk ervaren dat ‘Den Haag’ oprecht interesse heeft in de ontwikkelingen en hen waar mogelijk ook echt ondersteunt. Als de adoptie hieraan bijdraagt, is deze wat mij betreft geslaagd!”
33 - Kamerleden met een adoptiewijk
“Kamerleden moeten uit de papieren werkelijkheid stappen”
Pauline Smeets - PvdA:
Adoptiewijk: Meezenbroek in Heerlen Sinds: juli 2008 Waarom doet u mee aan het LSA-project Wijkadoptie Kamerleden? “Ik vind dat Kamerleden uit de papieren werkelijkheid moeten stappen. Anders gezegd, ik hecht erg veel waarde aan verhalen uit de praktijk en die ik uit de ‘eerste hand’ hoor. Vandaar dat ik regelmatig contact heb met twee wijken in mijn eigen provincie Limburg: Meezenbroek in Heerlen en Malberg in Maastricht. Meezenbroek heb ik geadopteerd. Hoe vaak heeft u uw wijk bezocht? “In juli 2008 heb ik Meezenbroek voor een eerste kennismaking bezocht. Ik heb toen gesproken met leden van de stichting Wijkbeheer en uiteraard heb ik een wandeling gemaakt door de wijk. En in oktober 2008 ben ik wederom op bezoek geweest. Bij dit bezoek was ook een aantal raadsleden van mijn fractie aanwezig. Dat was trouwens heel nuttig. De wijk Malberg heb ik al vele malen bezocht.” Wat is het leukst / opmerkelijkst / interessantst wat u heeft meegemaakt tijdens deze bezoeken? “Tijdens een van mijn bezoeken aan Malberg werd ik geconfronteerd met de vele problemen die zich voordeden bij het uitbetalen van de huurtoeslag. Dit veroorzaakte veel onrust, vooral bij bewoners in de aanleunwoningen van een woonzorgcomplex. De verhalen van deze bewoners waren echt schrijnend. Het bezoek was op maandag, direct op dinsdag heeft de PvdA-fractie mondelinge vragen gesteld aan de toenmalige staatssecretaris van Financiën. Op woensdag kreeg ik een telefoontje van een aantal bewoners: de Belastingdienst had al contact gezocht en de problemen werden direct opgepakt. Kijk dat was een zinvol bezoek aan mijn wijk én zinvolle mondelinge vragen tijdens het wekelijkse Vragenuurtje.” Wat denkt u dat het feit dat u de wijk heeft geadopteerd, bijdraagt aan uw adoptiewijk? “Voor de bewoners van de desbetreffende wijk is het ‘handig’ als een Kamerlid direct bereikbaar is. Vragen zijn gemakkelijk en snel gesteld en de afstand tussen politiek en burgers wordt op zo’n manier verkleind.”
Foto’s van wijkbezoek van Eddy van Hijum en portret van Pauline Smeets.
Geadopteerde wijken: Bloemhof in Rotterdam en Schollevaar Oost in Capelle aan den IJssel Sinds: 2008
om deze reden moeten verhuizen. En ik was aangenaam verrast door de enorme investering die er is gedaan in de fysieke herstructurering van wijken. De aandacht
Waarom doet u mee aan het LSA-project Wijkadoptie Kamerleden?
moet nu echt gericht gaan worden op het
“Van de fractie voor de ChristenUnie ben ik eerste woordvoerder voor
samenwonen en -werken en op het tegen-
de portefeuille WWI. Het programma Krachtwijken is voor de fractie een
gaan van segregatie.”
speerpunt. Ik vind het belangrijk om te weten wat er zich precies in wijken afspeelt, welke knelpunten er worden ervaren, maar ook welke oplos-
Wat denkt u dat het feit dat u de wijk heeft
singsrichtingen bewoners zelf zien. Daarnaast vind ik het gewoon fijn en
geadopteerd, bijdraagt aan uw adoptiewijk?
noodzakelijk om als volkvertegenwoordiger met bewoners te praten en
“Gedurende de gesprekken die ik in de
te laten zien dat ik betrokken ben. Toen ik geconfronteerd werd met het
wijk voer, geef ik informatie over mogelijk-
project was dit voor mij een mogelijkheid om structureel met een wijk aan
heden die er zijn binnen wet- en regelge-
de slag te gaan.”
ving. Ook gebruik ik de input van bewoners voor debatten. Bijvoorbeeld dat bewoners
Hoe vaak heeft u uw wijk bezocht?
niet zijn betrokken bij het tot stand komen
“Bloemhof heb ik twee keer bezocht en Schollevaar één keer. De tweede
van de wijkactieplannen en dat zij niet op
afspraak in Schollevaar is al gepland.”
de hoogte waren van het vouchersysteem. Daarnaast kan ik een brug vormen tussen
Wat is het leukst / opmerkelijkst / interessantst wat u heeft meegemaakt
de bewoners en de lokale politiek.”
tijdens deze bezoeken? “Ik ben bewoners tegengekomen die erg enthousiast en deskundig zijn. Zij hebben oprecht hart voor hun wijk en begrijpen soms niet waarom de gemeente niet naar hen luistert. Bewoners worden pas betrokken op het moment dat een beslissing al in kannen en kruiken is. Ik zag hoe verontwaardigd zij reageerden over het feit dat zij niet in een voortraject waren betrokken, terwijl er afspraken waren gemaakt om dit te doen. Wat mij ook opviel is dat bewoners erg mondig zijn, maar dat ze niet altijd goed op de hoogte zijn van wetgeving die juist voor hen aantrekkelijk is bij de aanpak van problemen of in het besluitvormingsproces. Waar ik erg van ben geschrokken is dat bewoners weggepest en geïntimideerd kunnen worden door andere huurders. Onze wetgeving biedt daarvoor nog geen oplossing. Vanuit onze fractie zijn wij druk bezig om te onderzoeken hoe tegemoet gekomen kan worden aan bewoners die
Cynthia Ortega-Martijn - CU:
“Bewoners worden pas betrokken als de beslissing al in kannen en kruiken is”
35 - Adoptie kamerleden
7.1 Doorgaan met wat we doen Gedurende de laatste vier jaar is, met instemming of op initiatief van het Bewonersplatform, een aantal nieuwe activiteiten van start gegaan, waarvan Kan wél! alleen al door de omvang het meest belangrijk is. De komst van het Krachtwijkenbeleid in 2007 was de aanleiding tot het ontwikkelen van nog meer nieuwe activiteiten. Alle activiteiten die we de in de afgelopen periode in gang hebben gezet, willen we handhaven en verder doorontwikkelen. Het gaat dan onder meer om het vouchersysteem, de inzet van tijdelijke coaches voor bewonersorganisaties en de Kwaliteitskaart Bewonersparticipatie. Ook zullen we onze langer lopende activiteiten, zoals de adoptie van wijken door Tweede Kamerleden, en de verschillende vormen van bijeenkomsten zoals regiodagen, praktijkdagen en landelijke bewonersdagen, handhaven en doorontwikkelen. Onze activiteiten worden publicitair ondersteund met drie websites, het kwartaalblad Bewonersberichten en de digitale Nieuwsflits. Het secretariaat houdt zich bezig met alle bovengenoemde zaken en daarnaast heeft het een rol als vraagbaak voor bewoners, en voor talloze maatschappelijke organisaties, ministeries en gemeenten die informatie willen over bewonersparticipatie of een inhoudelijke bijdrage vragen voor bijeenkomsten en onderzoeken op het gebied van bewonersparticipatie. Tot slot proberen we invloed uit te oefenen op de beleidsontwikkeling van het Rijk ten aanzien van het GSB en het Krachtwijkenbeleid via de landelijke politiek en de minister. Bewoners zijn zelf lokaal betrokken om invloed uit te oefenen op gemeentelijk beleid. Het LSA ondersteunt hen met activiteiten.
Toekomst LSA
Het totaal van de bovengenoemde activiteiten vormt een pakket van
Het experiment op het gebied van bewonersparticipatie bestaat uit twee
dienstverlening primair gericht op bewoners en hun organisaties, dat staat
onderdelen: het vouchersysteem en ‘meer zeggenschap voor bewoners’.
als een huis. Aan deze dienstverlening is bij bewoners veel behoefte.
Het LSA is als geestelijk vader van het vouchersysteem betrokken bij dit
Wij willen doorgaan met het aanbieden van dit pakket en hierover nieuwe
eerste onderdeel en bij het onderzoek dat door de Universiteit van Am-
afspraken maken met het Rijk, de G27-gemeenten en andere financiers.
sterdam wordt verricht naar dit systeem. Bewoners uit de vouchersteden kunnen bij het LSA terecht voor informatie, vragen, uitwisseling en inci-
7.2 Een stap verder met bewonersparticipatie We gaan ervan uit dat dit kabinet de belofte van een intensieve aanpak in de veertig wijken gestand zal doen en dat de huidige crisis niet zal leiden tot bezuinigingen, verminderde aandacht of een kortere looptijd. Tien jaar volhouden is en blijft voor ons de afspraak. Bovendien is er een nieuwe minister die dit beleid met kracht wil voortzetten en daarbij de centrale rol van bewoners onderschrijft. Daarom is het Krachtwijkenbeleid nog steeds de beste kans in jaren voor individuele bewoners om hun positie te ver-
dentele ondersteuning. Met betrekking tot het tweede deel van dit experiment valt op dat bewo-ners geen partij zijn, noch lokaal noch landelijk. De uitwisseling van ervaringen met bewonersparticipatie gaat tussen gemeenten, vooral op ambtelijk niveau, over hoever men durft te gaan in het bestuurlijk decentraliseren en dus hoeveel invloed men wil geven. Daarbij spitst de discussie zich toe op de voorwaarden waaronder men bereid is invloed te ‘geven’. Hierdoor wordt de indruk gewekt dat iets wordt weggegeven wat men eigenlijk niet kwijt wil. Bewoners ervaren dit als wantrouwen. De beperkte bereidheid om bewoners invloed te geven kwam ook in de discussies over de invoering van het vouchersysteem in een aantal gemeenten duidelijk
Het is tijd voor een nieuwe stap en er is bestuurlijke daadkracht nodig om die stap te kunnen zetten beteren en voor de betrokken wijken als collectief om de leefbaarheid in hun wijk aanmerkelijk te verbeteren. Daarnaast ziet het ernaar uit dat ook het GSB-beleid zal worden voortgezet en blijven wij ons dus ook richten op alle aandachtswijken in deze 31 steden. Omdat er voor bewoners landelijk gezien geen andere specifiek op hun rol gerichte bijeenkomsten worden georganiseerd, willen we die brede gerichtheid graag handhaven. Door de vorige minister is aangekondigd dat er moet worden vernieuwd en geëxperimenteerd omdat anders een aantal hardnekkige problemen blijft bestaan. Bewonersparticipatie is een van de zeven onderwerpen waarmee rijksexperimenten van start zullen gaan of zijn gegaan.
naar voren. In deze gemeenten beperken ze de invloed van bewoners door vele voorwaarden aan hen te stellen, zodat meteen kan worden ingegrepen als het ‘misgaat’. Ook wij zien het Krachtwijkenbeleid als een mogelijkheid om te experimenteren met vernieuwende aanpakken. Experimenten zijn er om van te leren en de lessen daarna breder toe te passen. Als het gaat om bewonersparticipatie dan is het wat ons betreft allang zover dat een aantal lessen toegepast kan worden. Opnieuw beperkt experimenteren met de wielen die al eerder uitgevonden zijn, heeft weinig zin. Het is tijd voor een nieuwe stap en er is bestuurlijke daadkracht nodig om die stap te kunnen zetten.
37 - Toekomst LSA
Hieronder volgt een uitwerking op hoofdlijnen van een model waarin de
De eisen die door de andere partners (gemeente, corporaties) aan bewoners-
positie van bewoners sterk wordt verbeterd en hen de mogelijkheid wordt
organisaties gesteld kunnen worden zijn: democratische regels met
geboden om meer invloed te krijgen op wat er in hun wijk gebeurt en daar
betrekking tot de besluitvorming; het raadplegen van de achterban en de
ook verantwoordelijkheid voor te nemen. Het gaat niet zozeer om een
toetreding tot bewonersorganisatie.
organisatiemodel, maar om een aantal uitgangspunten waarlangs lokaal
Een open houding naar de rest van de wijk dus. Dit kan jaarlijks geëvalueerd
maatwerk tot stand kan komen. Wij gaan stimuleren dat met onderstaande
worden. Voor sommige bewonersorganisatie zal dit een formalisering zijn
uitgangspunten geëxperimenteerd wordt in een aantal (deel)gemeenten.
van wat men al doet, anderen zullen nog huiverig staan tegenover het
Wij zullen proberen de discussie daarover in het komende jaar aan te
oppakken van deze verantwoordelijkheden. Een kleine stap in deze richting
zwengelen en hopen dat het Rijk en de minister ons daarbij zullen helpen.
van meer zeggenschap is feitelijk al gezet met de invoering van het vouchersysteem. De uitwisseling van kennis en informatie, scholing, landelijke
7.3 Invloed bewonersorganisaties
publiciteit en inzet van onafhankelijke professionele ondersteuning zijn de middelen die het LSA kan inzetten om bewonersgroepen van dienst te zijn die op deze manier willen gaan werken. De meeste van deze activiteiten zijn de laatste jaren al in gang gezet.
Met betrekking tot beleidsparticipatie door bewonersorganisaties vinden wij dat de stap naar formele bevoegdheden binnen de wijkaanpak als samenwerkingspartner naast gemeente en woningcorporaties nu gezet kan worden. In hoofdlijnen komt het er op neer dat bewonersorganisaties de
7.4 Stimuleren bewonersinitiatieven
volgende rol op zich kunnen nemen: Samenwerkingspartner van gemeente en corporatie(s) in de regie van de wijkaanpak.
Met ons project Kan wél! worden buurtcoaches ingezet om individuele bewoners met ideeën te activeren. Tot nu toe gebeurde dat vooral in op-
Naast een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de bewaking en controle
dracht van woningcorporaties. Daarnaast zetten wij in op de samenwerk-
op de voortgang van de uitvoering zijn specifieke taken die bewoners op zich
ing tussen bewonersorganisaties en de individuele projecteigenaren die uit
kunnen nemen:
de Kan wél! projecten zijn voortgekomen. Deze samenwerking begint nu
• Organisatie en uitvoering van activiteiten gericht op sociale cohesie en
goed op gang te komen. Sinds de invoering van de vouchers kunnen ook
leefbaarheid
bewonersorganisaties Kan wél! inkopen. Deze lijn willen we voortzetten
• Organisatie en uitvoering van informatievoorziening over de voortgang
omdat dit bewonersorganisaties de regie geeft over activiteiten die gericht
aan bewoners (website, wijkkrant, bijeenkomsten)
zijn op sociale cohesie en leefbaarheid.
De voorwaarden om die rol goed op te kunnen pakken zijn:
Het voucherproject is nog maar net van start gegaan. In 2009 zal een
• Voldoende financiering, beschikken over eigen accommodatie
eerste beperkte evaluatie plaatsvinden. Wij zijn daarbij betrokken.
• Onafhankelijke professionele ondersteuning kunnen inhuren
Daarnaast houden we via het netwerk bij wat er met de vouchers gebeurt
(afhankelijk van behoefte)
en ondersteunen we lokale regiegroepen met kennisuitwisseling.
7.5 Klimmen op eigen Kracht Ons nieuwe project Klimmen Op Eigen Kracht is wederom een voorbeeld van het overdraagbaar maken van ‘lokale uitvindingen’. In Deventer is deze op empowerment gerichte aanpak (bekend als Project Alledaagse Kansen) ontwikkeld en met succes uitgevoerd. De essentie is dat een coach wijkbewoners met ‘alledaagse’ belemmerende problemen een steuntje in de rug biedt om deze problemen te overwinnen en daarmee hun maatschappelijke positie te verbeteren. Naast de financiële voordelen die een betere maatschappelijke positie biedt, ligt het voor de hand dat Klimmen op eigen Kracht de betrokkenen ook een groter gevoel van eigenwaarde geeft, doordat zij zelf de regie over hun probleemoplossing voeren (empowerment). De methodische werkwijze ligt dicht tegen de methodiek van Kan wél! aan en komt er in hoofdlijn op neer dat samen met de betrokkene aanknopingspunten voor verbetering worden gezocht in de levensgeschiedenis en de toekomstdromen die men op jongere leeftijd had. De verbeteringsstrategie wordt in een aantal zelfgeformuleerde en haalbare stappen uitgewerkt. Een personal coach wordt gezocht uit de familie- of kennissenkring van de betrokkene. Per ‘klimmer’ is een klein budget beschikbaar om de eerste stappen te kunnen financieren als men daar zelf geen middelen voor heeft. In april 2009 gaat het eerste traject met deze aanpak van start in Emmen, een aantal andere steden hebben belangstelling getoond voor deze goedkope variant op Achter de Voordeur-projecten.
7.6 LSA als luis in de pels
we dat de slechte score een stimulans was om serieus aan de slag te gaan met het verhogen van de bewonersparticipatie in de wijken. Overigens bleek dat de steden die een goede score hadden behaald, heel content met hun cijfer waren.
Minister Vogelaar typeerde het LSA als een ‘luis in de pels’ tijdens de presentatie van de eerste Kwaliteitskaart Bewonersparticipatie. Deze
Het LSA heeft een positie als belangenbehartiger en daarom vinden we
kwaliteitskaart laat de slechte resultaten van de grootste steden zien.
dat wij de vinger op de zere plek moeten leggen als er dingen mis gaan op
Zonder ooit rechtstreeks door gemeenten op de kwaliteitskaart aangespro-
het gebied van bewonersparticipatie. Kritiek van bewoners in LSA-verband
ken te zijn, kregen we van bewoners uit slecht scorende steden te horen
wordt altijd onderbouwd en we doen altijd voorstellen over hoe het
dat men verbolgen was over de slechte score. Van sommige steden weten
volgens ons beter zou kunnen.
39 - Toekomst LSA
Steeds weer die bewoners; resumé
De discussie over bewonersparticipatie in stedelijke vernieuwing blijft al
• Er moet een duidelijke en eenvoudige wijkgerichte organisatiestructuur
jaren hangen in goede voornemens en experimenten die op alle mogelijke
zijn die buiten de sectorale ambtelijke organisaties om kan functioneren.
manieren professioneel gewaarborgd zijn tegen mislukkingen. Uit de suc-
Eén persoon die de dagelijkse leiding heeft (hoofdaannemer) waar alle
cesverhalen die helaas op de vingers van één hand te tellen zijn, blijkt nu
professionele dienstverleners aan rapporteren werkt het beste.
juist dat de aanleiding om tot een radicaal andere werkwijze te komen de momenten zijn dat het verkeerd ging.
• Succes is in hoge mate afhankelijk van gepassioneerde personen die ruimte
Conflicten, impasses en frustraties vormen kennelijk een goede voedings-
en rugdekking krijgen. Dat zijn zeker niet alleen professionals. Er bestaat
bodem voor verandering. Wij zijn van mening dat de wijkaanpak op het
geen opleiding om gepassioneerd te worden, wel blijkt dat er altijd
gebied van bewonersparticipatie nu echt in een impasse zit. Zonder een
gepassioneerde mensen in een wijk aanwezig zijn. Zowel bij bewoners als
aantal wezenlijke veranderingen zal ook dit beleid straks geëvalueerd worden
professionals gaat het er om dat de omstandigheden zo moeten zijn dat
als de zoveelste beleidsvorm waarvan niet duidelijk is of de resultaten aan het
deze mensen zich kunnen ontwikkelen. De beste condities hiervoor
beleid of aan de veranderde omstandigheden te danken zijn.
ontstaan door de hier genoemde veranderingen door te voeren.
Wij pleiten voor een doorbraak. Dit zijn de lessen en wetmatigheden die steeds opnieuw van groot belang blijken te zijn: • Als bewoners behandeld worden als partners met een eigen verant-
Wij pleiten voor een doorbraak
woordelijkheid waarmee samengewerkt wordt aan oplossingen, gaat het een stuk beter. Dat vereist van alle professionele organisaties een opstelling
De intensieve aanpak van de veertig krachtwijken zit nu in de uitvoerings-
die gekenmerkt wordt door een dienstverlenende houding. Daarbij moeten
fase. De huidige crisis zal een nadelige invloed hebben op de kansen voor de
zij afscheid nemen van een dominante positie die gebaseerd is op regels
bewoners van deze wijken. Er zal minder betaald werk zijn, waardoor mensen
en vermeende deskundigheid. Die verandering in opstelling komt niet
moeilijker uit de ‘probleemstatus’ kunnen klimmen. Daar staat tegenover
zonder weerstand tot stand. De eerste verantwoordelijkheid om deze
dat de economische crisis ook kansen kan bieden aan mensen. Bijvoorbeeld
veranderingen in hun organisaties door te voeren ligt bij wethouders en
door via vrijwilligerswerk nieuw werk te creëren of door een deel van de
directeuren van woningcorporaties.
professionele dienstverlening in de wijken zelf in te vullen. Er is een geweldig potentieel aan bewoners die hart hebben voor hun wijk en er veel voor over
• Bewoners(organisaties) kunnen als partners een veel grotere rol spelen dan
hebben om in een wijk te wonen waar ze zich thuis voelen. Dat potentieel
nu het geval is. Ook bij bewoners zijn altijd gepassioneerde leiders te
blijft voor een groot deel onbenut omdat de balans is doorgeslagen naar
vinden die het verschil kunnen maken. Wat meestal ontbreekt is goede
een aanpak waarbij het nodig is om voor elk probleem een professionele
onafhankelijke professionele ondersteuning en eigen budget zonder
oplossing met regels, voorwaarden en budget te bedenken. Onze inzet is erop
voorwaarden. Daardoor krijgen deze (potentiële) voortrekkers een
gericht ruimte te scheppen voor de menselijke maat, informele oplossingen
afhankelijke positie.
en burgerlijke verantwoordelijkheid. Als we dat wat meer voor elkaar kunnen krijgen, komen de gedreven mensen en de successen vanzelf.
41 - Steeds weer die bewoners; resumé
Overzicht Bijeenkomsten Overzicht LSA-bijeenkomsten 2005-2008 Landelijke Bewonersdagen 18 november 2006
Eindhoven
‘Dag van de Buurt’ (500 deelnemers)
24 november 2007
Amsterdam
Als het klikt tussen kracht & macht’ (900 deelnemers)
1 november 2008
Utrecht
‘Werk in Uitvoering’ (1000 deelnemers)
Landelijke Praktijkdagen 12 februari 2005
Amsterdam
10 oktober 2008
Maastricht Wittevrouwenveld Iedereen doet toch mee?!
7 november 2008
Emmen Revisited wijken
In Emmen weten ze wat ze willen
17 november 2008
Den Haag Morgenstond
Wijken voor veiligheid
29 november 2008
Amsterdam Bijlmer
Tijdens de sloop…
12 december 2008
Utrecht
Vouchers voor bewoners
Overzicht Kan wél!-bijeenkomsten 2005-2008
Jongerenpraktijkdag ‘Met jouw talent kunnen
we wat in de wijk…!’
27 september 2005
Hilversum
Startbijeenkomst Kan wél!
22 april 2005
Emmen
‘ICT en de wijk…. haal eruit wat erin zit!’
20 april 2006
Hilversum
Landelijke Supportgroep
10 juni 2005
Zaandam
Jongerenpraktijkdag ‘Etters worden spetters!’
12 oktober 2006
Den Bosch
Symposium Kan wél! in Vogelvlucht
14 oktober 2005
Helmond
‘Nieuwe Nederlanders: meedoen levert wat op!’
18 januari 2007
Hilversum
Landelijke Supportgroep
18 november 2005
Lelystad
‘Moeten we straks alles zelf doen?’
25 januari 2007
Arnhem
Regionale voorlichtingsbijeenkomst
Huisvesting en voorzieningen voor 55+
30 januari 2007
Amsterdam
Regionale voorlichtingsbijeenkomst
8 december 2005
Den Haag
Jongerenpraktijkdag ‘Tweede Kamerbezoek’
1 februari 2007
Emmen
Regionale voorlichtingsbijeenkomst
17 februari 2006
Utrecht
‘Bewoners pak die ruimte!’
8 februari 2007
Tilburg
Regionale voorlichtingsbijeenkomst
23 juni 2006
‘s Hertogenbosch
‘Haal eens een coach in huis!’
26 april 2007
Arnhem
Presentatie onderzoek Wat Kan wél! kan bij
20 april 2007
Nijmegen
‘Ontdekkingstocht naar de geheime kracht van actieve
Volkshuisvesting Arnhem
bewonersorganisaties’
1 oktober 2007
Hilversum
Landelijke Supportgroep
16 juni 2007
Utrecht
Debat met Tweede Kamerleden over de 40 wijken aanpak
12 juni 2008
Hilversum
Landelijke Supportgroep
22 juni 2007
Arnhem
‘Maak uw eigen WMO gereedschapskist’
18 juni 2008
Alkmaar
Regionale voorlichtingsbijeenkomst
14 september 2007
Zaandam
Praktijkdag herstructurering ‘De wijk is nooit af!’
19 juni 2008
Dordrecht
Regionale voorlichtingsbijeenkomst
5 oktober 2007
Hengelo
‘Zet je wijk op de kaart! 10 tips voor een positief imago’
24 juni 2008
Eindhoven
Regionale voorlichtingsbijeenkomst
27 juni 2008
Deventer
‘De eerste en nu nog de beste’
26 juni 2008
Enschede
Regionale voorlichtingsbijeenkomst
Regionale Praktijkdagen 12 april 2008
Arnhemse Broek
Wijken voor veiligheid
18 april 2008
Alkmaar Schermereiland
Afspraak is afspraak in Schermereiland
30 mei 2008
Rotterdam Hillesluis
Hillesluis mag het zeggen!
27 juni 2008
Eindhoven de Bennekel
Waar ligt de grens?
26 september 2008
Enschede Velve-Lindenhof Wegwijs in wijkbudgetten
3 oktober 2008
Dordrecht Wielwijk
Wielwijk samen sterk
Overzicht
gehonoreerde coachingsaanvragen tot en met 2008 Waar, wanneer
Onderwerp coachingsvraag
Den Bosch-Eikendonk, 2006
participatie allochtonen en verhogen van invloed in de wijk
Den Bosch-Boschveld, 2006
participatie; betrekken achterban
Dordrecht-Krispijn, 2006
participatie allochtonen
Den Haag-Morgenstond, 2006
participatie allochtonen
Deventer-Rivierenwijk, 2006
o.m. participatie allochtonen en invloed op besluitvorming
Deventer-Keizerslanden, 2006
invloed op besluitvorming
Eindhoven-Woensel West, 2006
participatie allochtonen en sociaal plan renovatie
Eindhoven-Lakerlopen, 2006
verhoudingen tussen bewonersgroepen
Eindhoven-Lakerlopen, 2006
participatie allochtonen
Emmen-Emmerhout, 2006
onderhandelen over deelplan
Helmond-Binnenstad, 2006
participatie allochtonen
Hengelo-Berflose Es, 2006
participatie, betere profilering bewonersorganisatie
Rotterdam-West, 2006
oprichting jongerencentrum
Alkmaar-Oud Overdie, 2007
participatie jongeren
Eindhoven-Bennekel, 2007
concept wijkactieplan
Eindhoven-Oud Woensel, 2007
herstructurering
Zaandam-Poelenburg, 2007
bezinning op de eigen organisatie, conflictbemiddeling
Utrecht-Overvecht, 2007
communicatie met achterban en verhuurder
Schiedam-Groenoord, 2008
participatie allochtonen
Eindhoven-Woensel West, 2008
ondersteuning opzetten regiegroep vouchers
Transvaal-Amsterdam, 2008
participatie allochtonen
Heerlen-Meezenbroek, 2008
bezinning op de eigen organisatie
Overvecht-Utrecht, 2008
ondersteuning bij realiseren Wijk, Werk en Leerplaats
Maastricht-Wittevrouwenveld, 2008
participatie allochtonen
Eindhoven-Doornakkers, 2008
ondersteuning bij positionering wijkplatform
Rotterdam-Bloemhof, 2008
ondersteuning bij onderhandelingen met gemeente
Schiedam-Nieuwland, 2008
organisatiepositionering en versterken van relatie met de achterban
Leeuwarden-Heechterp Schieringen, 2008 afspraken met de gemeente over bewonersbudgetten
Vereniging Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken Oudkerkhof 13b 3512 GH Utrecht www.lsabewoners.nl