1 STATUTEN STICHTING CATENT zaaknr. 30937 Op eenentwintig september tweeduizend elf verschijnen voor mij, mr. Hendrik Jan Trip, notaris te Zwolle: 1.
de heer Robert Wilhelmus Jacobus van Kessel, (houder van rijbewijs nummer 4210305300), wonende te 8016 ML Zwolle, Von Piekartzmarke 34, geboren te `s-Hertogenbosch op dertig maart negentienhonderd drieënvijftig;
2.
mevrouw Cecilia Hubertina Maria Leonardus Servaes, (houdster van paspoort nummer NUDJFC1D0), wonende te 9403 ET Assen, Vreebergen 21, geboren te Sittard op achtentwintig juni negentienhonderd vijfenvijftig,
te dezen handelend als voorzitter respectievelijk lid van de Raad van Toezicht van de statutair te Zwolle gevestigde stichting: STICHTING CATENT, kantoorhoudende te 8024 AH Zwolle, Rechterland 1, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel voor Oost Nederland onder dossiernummer 41025409, en alszodanig gemelde stichting vertegenwoordigende. De comparanten, handelend als gemeld, verklaren: -
in een vergadering van de Raad van Toezicht van de stichting: Stichting Catent, gehouden te Zwolle op zeventien mei tweeduizend elf is met inachtneming van de statutaire bepalingen besloten tot wijziging van de statuten van voormelde stichting;
-
een kopie van de notulen van voormelde vergadering zijn aan deze akte gehecht;
-
het bestuur van de Nederlandse Katholieke Schoolraad NSKR te ’s-Gravenhage heeft de voorgestelde statutenwijziging goedgekeurd blijkens een aan deze akte gehechte kopie van een schrijven van gemeld bestuur.
Ter uitvoering van voormeld besluit verklaren de comparanten dat de statuten van voormelde stichting voortaan luiden als volgt: NAAM EN ZETEL Artikel 1. 1.
De stichting draagt de naam: "Stichting Catent".
2.
De stichting is gevestigd te Zwolle.
3.
Onder Stichting Catent ressorteren de volgende scholen:
Basisschool De Wingerd (Katholiek) Zwolle; Basisschool De Wilgenburg (Katholiek) Zwolle; Rooms Katholieke Jenaplanbasisschool De Phoenix Zwolle; Basisschool Geert Grote (Katholiek) Zwolle; Katholieke Basisschool De Vlieger Zwolle;
2 Sint Andreasschool (Katholiek) Hattem; Katholieke Basisschool De Polhaar Dalfsen; Rooms Katholieke Basisschool Prins Willem Alexander Ermelo; Rooms Katholieke Basisschool De Trekschuit IJsselmuiden; Basisschool Heilig Hart van Jezus (Katholiek) Lemelerveld; Monseigneur Niermanschool (Katholiek) Meppel; Basisschool Sint Bernardus (Katholiek) Oldemarkt; Sint Bernardusschool (Katholiek) Ommen; Katholieke Basisschool Anton Geerdes Slagharen; Rooms Katholieke Sint Jozefschool Slagharen; Rooms Katholieke Basisschool Sint Clemens Steenwijk; Rooms Katholieke Basisschool Don Bosco Steenwijkerwold; Fredericusschool (Katholiek) Steggerda; Rooms Katholieke Basisschool Sint Willibrordus Vilsteren; Rooms Katholieke Basisschool Johan Friso Wezep; Basisschool Sint Nicolaas (Katholiek) Lierderholthuis; Sint Franciscusschool (Katholiek) Weiteveen; St. Gerardus Majellaschool (Katholiek) Nieuw Schoonebeek; Rooms Katholieke Nicolaasschool Schoonebeek; Rooms Katholieke Basisschool Panta Rhei Coevorden; Sint Theresia (Katholiek) Steenwijksmoer; Sint Willibrordus (Katholiek) Coevorden; Rooms Katholieke Basisschool Prof. Titus Brandsma Hoogeveen; School voor Speciaal Basisonderwijs Facet (Katholiek) Zwolle; Oecumenische basisschool De Kubus Wijthmen; School voor Speciaal Basisonderwijs De Vonder (op algemeen bijzondere grondslag) Slagharen. DOEL EN GRONDSLAG Artikel 2. 1.
De stichting stelt zich ten doel het zonder winstoogmerk in stand houden en bevorderen van katholiek primair onderwijs en andere vormen van bijzonder primair onderwijs. In het verlengde daarvan richt de stichting zich op andere activiteiten die opvoeding en ontwikkeling van kinderen bevorderen. Voor wat betreft het onderwijs op katholieke grondslag, wil zij daarbij handelen volgens de algemene regelingen betreffende het katholiek onderwijs, die op grond van gezamenlijk overleg door de Nederlandse Katholieke Schoolraad (NKSR) zijn vastgesteld en handelen volgens het Algemeen Reglement voor het Katholiek Onderwijs (ARKO).
3 2.
Het onderwijs gaat uit van erkenning en respectering van de levensbeschouwelijke en maatschappelijke overtuiging van alle leerlingen, ouders, voogden of verzorgers van leerlingen en van docenten, opdat de leerling op grondslag van eigen overtuiging en verdraagzaamheid jegens die van anderen, binnen de samenleving kan functioneren en tot volle ontplooiing kan komen.
3.
Naast goed onderwijs wordt zorg gedragen voor een brede maatschappelijke en levensbeschouwelijke oriëntatie van de leerlingen en worden de leerlingen in hun ontwikkelingsproces zorgvuldig begeleid.
MIDDELEN Artikel 3. De Stichting tracht haar doel te bereiken langs wettige weg en wel door: a.
het oprichten en instandhouden van katholieke scholen, interconfessionele scholen en algemeen bijzondere scholen voor primair onderwijs, waarin aan de identiteit van zowel het katholiek, het protestants-christelijk als het algemeen bijzonder onderwijs optimaal gestalte wordt gegeven, een en ander met inachtneming van de geldende wettelijke bepalingen;
b.
het samenwerken met organisaties die eenzelfde of verwant doel nastreven;
c.
het ontwikkelen van activiteiten ten behoeve van de doelstelling van de stichting;
d.
zich aan te sluiten bij de voor de in de stichting deelnemende richtingen relevante onderwijsorganisaties;
e.
het benutten van alle andere wettige middelen, die ter bereiking van het doel dienstig zijn.
IDENTITEIT Artikel 4. 1.
Het onderwijs zal zodanig worden gegeven dat de in de stichting deelnemende richtingen daarvoor, ieder voor zich, de verantwoordelijkheid kunnen dragen.
2.
In het schoolplan en het lesrooster van de scholen wordt uitgewerkt op welke wijze aan de identiteit vorm en inhoud wordt gegeven.
3.
In het lesrooster wordt voldoende ruimte ingebouwd voor godsdienstige vorming, waaronder het vak godsdienst/levensbeschouwing.
4.
De lessen godsdienst/levensbeschouwing op de katholieke scholen worden gegeven met inachtneming van de uitgangspunten welke dienaangaande in de katholieke kerk worden aangehouden, overeenkomstig het Algemeen Reglement voor het Katholiek Onderwijs (ARKO).
5.
Het bestuur draagt er zorg voor dat iedere onder de stichting ressorterende school beleid voert ten aanzien van de uitwerking en behartiging van de godsdienstige en levensbeschouwelijke aspecten van het onderwijs.
4 6.
Bij de benoeming van het aan haar katholieke scholen te verbinden personeel zal het bestuur zich ervan verzekeren dat het onderwijzend personeel de grondslag van de stichting onderschrijft en loyaal zal meewerken aan de doelstellingen van het onderwijs, zoals die in het schoolplan zijn omschreven, waaronder bepalingen over vormgeving van de katholieke identiteit.
7.
Bij de benoeming van het aan haar overige scholen te verbinden personeel zal het bestuur zich ervan verzekeren dat het onderwijzend personeel de grondslag van de stichting respecteert en loyaal zal meewerken aan de doelstellingen van het onderwijs, zoals die in het schoolplan zijn omschreven, waaronder bepalingen over vormgeving van de identiteit.
8.
Benoeming en ontslag van katholieke godsdienstleraren aan de onder het beheer van de stichting staande scholen, geschieden conform het Algemeen Reglement voor het Katholiek Onderwijs.
ORGANEN Artikel 5. Het bestuur van de stichting is opgedragen aan het College van Bestuur onder toezicht van de Raad van Toezicht. COLLEGE VAN BESTUUR Artikel 6 Benoeming, schorsing en ontslag. 1.
Het College van Bestuur bestaat uit twee of meer leden. Alleen natuurlijke personen zijn benoembaar tot lid van het College van Bestuur. Het aantal leden van het College van Bestuur wordt vastgesteld door de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht benoemt een van de leden van het College van Bestuur in de functie van voorzitter van het College van Bestuur.
2.
Alle leden van het College van Bestuur worden benoemd door de Raad van Toezicht en kunnen door de Raad van Toezicht te allen tijde worden geschorst en ontslagen. Bij benoeming van de voorzitter of van een lid van het College van Bestuur worden de zittende leden van het College van Bestuur betrokken.
3.
Het College van Bestuur is een orgaan met collegiale verantwoordelijkheid, en is integraal verantwoordelijk voor het bestuur van de Stichting. De leden van het College van Bestuur zijn gezamenlijk en ieder voor zich verantwoording verschuldigd aan de Raad van Toezicht voor het bestuur van de stichting.
4.
De vaststelling van het salaris en de regeling van de overige arbeidsvoorwaarden van de leden van het College van Bestuur geschieden door de Raad van Toezicht.
5.
Besluiten tot benoeming, schorsing of ontslag kunnen door de Raad van Toezicht slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste twee derde van de
5 leden van de Raad van Toezicht aanwezig is. 6.
Bij het ontbreken van dit quorum is artikel 17 vierde lid van overeenkomstige toepassing.
7.
Leden van het College van Bestuur zijn in de regel lid van de katholieke gemeenschap. Niet-katholieke personen kunnen deel uitmaken van het College van Bestuur, mits hun aantal ten hoogste een derde van het aantal leden bedraagt en zij hun taak ook overeenkomstig de doelstelling van de stichting zullen uitoefenen.
Artikel 7 Beëindiging. 1.
Het lidmaatschap van het College van Bestuur eindigt door: a.
beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen het lid van het College van Bestuur en de stichting;
2.
b.
ontslag door de rechtbank overeenkomstig de wettelijke bepalingen;
c.
ontslag door de Raad van Toezicht.
Ingeval van schorsing of ontslag volgt de Raad van Toezicht de schorsings- of ontslagprocedure zoals vastgesteld in de arbeidsovereenkomst tussen de stichting en het desbetreffende lid van het College van Bestuur.
Artikel 8 Ontstentenis. Ingeval van (langdurige) ontstentenis of belet van het College van Bestuur of een van zijn leden beslist de Raad van Toezicht zo spoedig mogelijk over waarneming. Artikel 9 Bevoegdheden 1.
Het College van Bestuur is bevoegd tot alle daden van bestuur en beheer, behoudens beperkingen voortvloeiend uit de statuten.
2.
Het College van Bestuur is de drager van het bevoegd gezag zoals bedoeld in de onderwijswetgeving.
3.
Na verkregen toestemming van de Raad van Toezicht is het College van Bestuur bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld aan een derde verbindt en tot de uitvoering van die overeenkomst.
4.
De navolgende besluiten van het College van Bestuur zijn onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht: a.
vaststelling en wijziging van het reglement op het College van Bestuur;
b.
uitgaven die niet in een begroting zijn opgenomen en tevens het bedrag overschrijden dat daartoe door de Raad van Toezicht in zijn reglement wordt vastgesteld;
c.
het vaststellen van de begroting en het jaarverslag, inclusief de jaarrekening;
6 d.
vaststelling van het strategisch beleidsplan en de kadernotitie, alsmede belangrijke organisatiewijzigingen;
e.
wijziging van de grondslag van een of meer scholen;
f.
besturenfusie, overdracht van scholen en samenwerking(s)overeenkomsten met anderen van aanzienlijk belang;
g.
het stichten, opheffen en samenvoegen van scholen;
h.
ontslag van een aanzienlijk aantal personeelsleden;
i.
vaststelling van een sociaal statuut;
j.
vaststelling en wijziging van een treasurystatuut;
k.
wijziging van de statuten;
l.
ontbinding van de stichting.
Artikel 10 Vertegenwoordiging 1.
Uitgezonderd het bepaalde in het tweede lid van dit artikel wordt de stichting vertegenwoordigd door het College van Bestuur in zijn geheel of door twee leden van het College van Bestuur, gezamenlijk handelend, mede voor het uitvoeren van rechtshandelingen als bedoeld in artikel 9 lid 3. Het College van Bestuur kan aan ieder lid van het College van Bestuur volmacht geven om de stichting binnen de in de volmacht omschreven grenzen te vertegenwoordigen.
2.
De Raad van Toezicht vertegenwoordigt –na overleg met het College van Bestuurde stichting in gevallen waarin naar het oordeel van de Raad van Toezicht sprake kan zijn van een tegenstrijdig belang tussen een lid of meerdere leden van het College van Bestuur en de stichting. Ingeval van twijfel of sprake kan zijn van een tegenstrijdig belang, zal het oordeel daarover aan de Raad van Toezicht worden gevraagd.
Artikel 11 Reglement De regeling van de werkwijze en de besluitvorming van het College van Bestuur geschiedt bij reglement op het College van Bestuur, dat wordt vastgesteld door het College van Bestuur en dat de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht behoeft. RAAD VAN TOEZICHT Artikel 12 Samenstelling. 1.
De Raad van Toezicht bestaat uit een door de Raad van Toezicht te bepalen aantal personen van ten minste vijf en ten hoogste zeven. De Raad van Toezicht kiest uit zijn midden een voorzitter en een vicevoorzitter.
2.
De Raad van Toezicht benoemt, schorst en ontslaat zijn leden met inachtneming van het in de volgende leden van dit artikel bepaalde.
7 3.
Een van de leden van de Raad van Toezicht wordt benoemd op bindende voordracht van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR).
4.
Bij de samenstelling van de Raad van Toezicht wordt gelet op diverse facetten die de aandacht van de Raad van Toezicht vragen, waarbij de Raad van Toezicht in ieder geval wordt samengesteld op basis van algemeen toezichthoudende kwaliteiten, affiniteit met de doelstelling van de stichting en de spreiding van deskundigheden en achtergronden. De aandachtspunten met betrekking tot de van een lid van de Raad van Toezicht gevraagde deskundigheid en achtergrond worden in algemene zin vastgesteld door de Raad van Toezicht in een profielschets, die ter advisering aan de GMR wordt voorgelegd.
5.
Lid van de Raad van Toezicht kunnen slechts zijn meerderjarige natuurlijke personen die het vrije beheer over hun goederen hebben en van wie verwacht mag worden dat zij door kennis en ervaring zullen bijdragen tot een behoorlijk toezicht op het bestuur van de stichting.
6.
Ten minste twee derde van het aantal leden van de Raad is katholiek. Leden van de Raad van Toezicht verklaren vóór hun benoeming schriftelijk de doelstelling van de stichting te onderschrijven, in het bijzonder ten aanzien van de godsdienstige/levensbeschouwelijke identiteit, en ernaar te zullen handelen.
7.
Het functioneren van een lid van de Raad van Toezicht wordt gekenmerkt door integriteit en onafhankelijke opstelling. Dit betekent dat hij in de uitoefening van de functie op geen enkele wijze belang heeft bij de stichting.
8.
Lid van de Raad van Toezicht kunnen niet zijn personen: a.
die in dienst zijn van de stichting en hun directe verwanten;
b.
die regelmatig ten behoeve van de stichting betaalde diensten verrichten;
c.
die zitting hebben in een medezeggenschapsraad en/of klachtencommissie verbonden aan de stichting;
d.
die als bestuurder verbonden zijn of zijn geweest aan of in dienst zijn of zijn geweest van een organisatie die pleegt betrokken te zijn bij de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de werknemers van de stichting;
e.
die minder dan vier jaar voor hun benoeming lid zijn geweest van het College van Bestuur van de stichting;
f.
die een zodanige andere functie bekleden dat het lidmaatschap van de Raad van Toezicht kan leiden tot onverenigbaarheid dan wel strijdigheid van deze functie met het belang van de stichting dan wel tot ongewenste vermenging van belangen.
9.
De leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van vier jaar. De Raad van Toezicht stelt een rooster van aftreden vast. Een lid van de Raad
8 van Toezicht treedt volgens rooster, doch uiterlijk vier jaar na zijn benoeming af. Een volgens dit artikellid aftredend lid van de Raad van Toezicht is twee maal herbenoembaar volgens een procedure vastgelegd in het reglement van de Raad van Toezicht. 10. De Raad van Toezicht kan om redenen, ontleend aan het belang van de stichting, met ten minste twee derde van het aantal stemgerechtigde leden, een lid schorsen of ontslaan. Een schorsing eindigt indien deze niet binnen twee maanden wordt gevolgd door ontslag. 11. Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht eindigt: a.
door aftreden volgens rooster;
b.
door tussentijds vrijwillig aftreden;
c.
door ontslag;
d.
bij faillissement, ondercuratelestelling, onder bewindstelling van de goederen als bedoeld in artikel 431 Boek 1 van Burgerlijk Wetboek;
e.
bij overlijden.
Artikel 13 Taken en bevoegdheden Raad van Toezicht. 1.
De Raad van Toezicht benoemt, schorst en ontslaat de leden van het College van Bestuur.
2.
De Raad van Toezicht stelt de arbeidsvoorwaarden van de leden van het College van Bestuur vast.
3.
De Raad van Toezicht: -
houdt toezicht op de uitvoering van de taken en de uitoefening van bevoegdheden door het College van Bestuur;
-
geeft adviezen aan het College van Bestuur over aangelegenheden welke voor het te voeren bestuur van belang zijn, wanneer hij dit nodig acht of wanneer hij door het College van Bestuur om zodanig advies wordt gevraagd;
4.
fungeert bovendien als klankbord voor het College van Bestuur.
De Raad van Toezicht benoemt een accountant, die wordt belast met de controle op de jaarrekening.
5.
Besluiten over aanvraag van surseance van betaling en faillissement van de stichting zijn voorbehouden aan de Raad van Toezicht.
6.
De Raad van Toezicht regelt zijn werkzaamheden en al hetgeen zijn functioneren, betreft bij reglement, dat geen bepalingen mag bevatten in strijd met de wet of deze statuten.
Artikel 14 Vergaderingen/stemmingen. 1.
De Raad van Toezicht vergadert ten minste vier maal per jaar en overigens zo dikwijls als een lid van de Raad van Toezicht dit nodig acht. Het verzoek daartoe
9 wordt kenbaar gemaakt aan de voorzitter. De voorzitter regelt de oproeping tot de vergadering met inachtneming van een oproeptermijn van ten minste acht dagen. Het College van Bestuur woont, daartoe uitgenodigd, de vergaderingen van de Raad van Toezicht bij. 2.
Tenzij elders in de statuten anders wordt bepaald, worden besluiten genomen bij gewone meerderheid van stemmen. Stemmen bij volmacht is niet toegestaan.
3.
Bij een onvoltalligheid van een vergadering kunnen rechtsgeldige besluiten worden genomen, mits met instemming van meer dan de helft van het totaal aantal leden van de Raad van Toezicht en onverminderd het in het vorige lid bepaalde.
4.
Bij staking van de stemmen over zaken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Bij staking van de stemmen over personen beslist, nadat een tweede vergadering is gehouden, de stem van de voorzitter.
5.
Stemming over personen geschiedt, behalve bij acclamatie, door middel van ongetekende briefjes.
6.
Besluiten kunnen ook buiten vergadering worden genomen, mits alle leden van de Raad van Toezicht schriftelijk, waaronder begrepen per e-mail, hebben verklaard met het desbetreffende voorstel akkoord te gaan.
PASTORALE EN KATECHETISCHE TAAK Artikel 15. Het College van Bestuur waarborgt op bestuursniveau de behartiging van de pastorale en katechetische aspecten van het onderwijs. Een van de leden van het College van Bestuur dan wel de voorzitter van het College van Bestuur houdt zich in het bijzonder met bedoelde aspecten bezig. BOEKJAAR EN JAARSTUKKEN Artikel 16. 1.
Het boekjaar van de stichting valt samen met het kalenderjaar.
2.
Het College van Bestuur legt uiterlijk in de maand december voor het nieuwe boekjaar een begroting ter goedkeuring voor aan de Raad van Toezicht.
3.
Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de opstelling van een financieel jaarverslag, waaruit blijkt van de ontvangsten en uitgaven van het voorbije boekjaar en de vermogenstoestand van de stichting aan het einde hiervan. Dit verslag moet binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, voorzien van een rapport van een accountant, ter goedkeuring aan de Raad van Toezicht zijn voorgelegd.
STATUTENWIJZIGING Artikel 17. 1.
Het College van Bestuur is bevoegd te besluiten tot statutenwijziging. Een dergelijk besluit is pas van kracht nadat dit is goedgekeurd door de Raad van Toezicht.
10 2.
De Raad van Toezicht kan besluiten tot wijziging van de statuten slechts goedkeuren in een daartoe belegde vergadering, waarvoor de agenda met vermelding van de betreffende voorstellen minstens veertien dagen voor de aanvang van de vergadering aan de leden van de Raad van Toezicht moet zijn toegezonden.
3.
Besluiten tot goedkeuring van de wijziging van de statuten moeten worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste twee derde van het aantal zittende leden van de Raad van Toezicht aanwezig of vertegenwoordigd is.
4.
Indien in een vergadering wegens het ontbreken van het quorum bedoeld in het tweede lid geen besluit als in het tweede lid van dit artikel vermeld kan worden genomen, wordt op een termijn die niet korter mag zijn dan veertien dagen, een nieuwe vergadering belegd, waarin tot goedkeuring van de wijziging kan worden besloten met een meerderheid van ten minste twee derde van de stemmen van het dan aanwezige of vertegenwoordigde aantal leden van de Raad.
GOEDKEURING Artikel 18. 1.
Voor het nemen van besluiten over oprichting, opheffing, samenvoeging, overname, overdracht of verandering van richting van een onder het bevoegd gezag van de stichting staande katholieke school alsmede voor fusie, (af)splitsing en ontbinding van de stichting, is voorafgaande schriftelijke goedkeuring van het bestuur van de Nederlandse Katholieke Schoolraad te 's-Gravenhage (NKSR) vereist.
2.
Voor de wijziging van deze statuten behoeft de stichting de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Nederlandse Katholieke Schoolraad te 's-Gravenhage (NKSR) voor zover het betreft de artikelen 1, 2, 3, 4, 6 lid 7, 12 lid 6, 15, 17 en 18.
3.
De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen.
4.
Het College van Bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de statuten, alsmede van de wijzigingen daarin, neer te leggen ten kantore van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, binnen welker gebied de stichting haar zetel heeft.
ONTBINDING Artikel 19. 1.
Het College van Bestuur is bevoegd te besluiten tot ontbinding van de stichting. Het bepaalde in artikel 17 van deze statuten ten aanzien van de wijziging van statuten is ten aanzien van het besluit tot ontbinding van overeenkomstige toepassing.
2.
De vereffening geschiedt door het College van Bestuur; het College van Bestuur is echter bevoegd één of meer vereffenaars te benoemen.
11 3.
Een eventueel batig liquidatiesaldo wordt zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de stichting. De bestemming wordt vastgesteld in de vergadering, waarin tot ontbinding wordt besloten.
SLOTBEPALINGEN Artikel 20. In afwijking van het in deze statuten bepaalde bestaat de Raad van Toezicht per de datum van de wijziging van de statuten uit de volgende personen: A. de comparant sub 1, als voorzitter; B. de heer drs. Johannes Wilhelmus Gerardus Loeffen, als lid van de Raad van Toezicht; C. de heer drs. Peter Antonius Gerardus Maria Pot, als lid van de Raad van Toezicht, en het College van Betuur uit de navolgende personen: A. de comparante sub 2, als voorzitter; B. mevrouw Monica Elisabeth Maria Welten-van der Valk, als lid van het College van Bestuur; C. de heer Leo Maria Herminus Cunerus Boschman, als lid van het College van Bestuur. De comparanten zijn mij, notaris, bekend. Deze akte is verleden te Zwolle, op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. Na zakelijke inhoudsopgave van deze akte en een toelichting daarop hebben de comparanten eenparig verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennisgenomen en daarmee in te stemmen. Daarna is de akte door mij, notaris, gedeeltelijk voorgelezen. Onmiddellijk na beperkte voorlezing is de akte, door de comparanten en vervolgens door mij, notaris, ondertekend.