STATUTEN COÖPERATIEVE BOUWVERENIGING ONS BELANG B.A. GEVESTIGD TE MAASTRICHT
Heden, vierentwintig augustus tweeduizend tien verscheen voor mij, mr. Johanna Hélène Maria Visser, kandidaat-notaris, als waarnemer van - in die hoedanigheid hierna verder aangeduid als "notaris" – mr. Bart Louis Willem Paul Versteeg, notaris te Maastricht: mevrouw Angela Eugenie Maria Martine Hendrina van Wees, geboren te 's Gravenhage op elf juli negentienhonderd vierenvijftig, kantooradres: Vrijthof 19 te 6211 LD Maastricht, te dezen handelende als schriftelijk gevolmachtigde van: de coöperatie genaamd COÖPERATIEVE BOUWVERENIGING ONS BELANG B.A., gevestigd te Maastricht, kantoorhoudende te 6211 TC Maastricht, Keizer Karelplein 27, (postadres: Keizer Karelplein 27, 6211 TC Maastricht), en als zodanig deze rechtspersoon rechtsgeldig vertegenwoordigende; deze rechtspersoon is ingeschreven in het Handelsregister voor Limburg onder nummer 14600838. Van deze volmacht is mij, notaris gebleken uit een aan deze akte vast te hechten onderhandse akte. VOOROPSTELLINGEN De comparant, handelend als gemeld, verklaarde bij deze akte te willen overgaan tot wijziging van de statuten van de door hen vertegenwoordigde vereniging en gaven daartoe vooraf te kennen: De onderhavige vereniging werd opgericht op elf juli negentienhonderd drie. De statuten van de vereniging werden laatstelijk gewijzigd bij akte, op tien juli twee duizend twee verleden voor mr B.L.W.P. Versteeg, notaris te Maastricht. Inschrijving van de vereniging in (thans) het handelsregister bij de Kamer van Koophandel te Maastricht vond plaats onder nummer 14.600.838. In de Algemene Ledenvergadering van deze vereniging de dato dertig juni tweeduizend tien werd besloten om de statuten van de vereniging te wijzigen, zoals hierna is opgenomen. Van deze besluitvorming blijkt uit de conceptnotulen van die vergadering, waarvan een kopie aan deze akte zal worden vastgehecht. De Raad van Commissarissen van de coöperatie heeft in haar vergadering van dertig juni tweeduizend tien ingestemd met de onderhavige statutenwijziging. STATUTENW1JZIGING De comparant verklaarde hierbij ter uitvoering van voormeld besluit de statuten van de voornoemde vereniging te wijzigen en in haar geheel opnieuw vast te stellen als volgt: STATUTEN NAAM, ZETEL, DOEL EN DUUR Artikel 1 1. De coöperatie draagt de naam: "Coöperatieve Bouwvereniging Ons Belang B.A." (hierna te noemen de coöperatie). Zij is gevestigd te Maastricht. 2. De coöperatie heeft ten doel haar leden in staat te stellen een eigen woning te verwerven. 3. De coöperatie is aangegaan voor onbepaalde tijd met ingang van één januari negentienhonderd drie. HET LIDMAATSCHAP Artikel 2
1. Alleen natuurlijke personen die rechtens bekwaam zijn tot het aangaan van overeenkomsten en te goeder naam en faam bekend staan, kunnen als lid van de coöperatie worden aangenomen. 2. Wie lid der coöperatie wenst te worden, moet daartoe schriftelijk aanvraag doen bij het bestuur. 3. Het bestuur beslist spoedig over de aanvraag en wel zo mogelijk in zijn eerstvolgende vergadering. 4. De beslissing wordt de aanvrager binnen acht dagen schriftelijk door het bestuur medegedeeld, zonder vermelding van redenen bij afwijzing. 5. Bij toelating wordt de aanvrager tevens medegedeeld, onder welk nummer hij als lid is ingeschreven en ontvangt hij een boekje, bevattende de statuten en het huishoudelijk reglement. 6. De aanvrager die door het bestuur is afgewezen heeft gedurende acht dagen na de dag der schriftelijke mededeling van de afwijzing recht van beroep op de algemene vergadering. Het beroep moet schriftelijk geschieden aan het bestuur. 7. Het lidmaatschap is strikt persoonlijk en niet overdraagbaar, behoudens de overname van de rechten en verplichtingen als bepaald in artikel 7. Artikel 3 Elk nieuw lid betaalt een entreegeld, waarvan het bedrag jaarlijks door de algemene vergadering wordt vastgesteld. Artikel 4 Het lidmaatschap der coöperatie houdt op: a. door opzegging door het lid; b. door overlijden; c. door ontzetting; d. door opzegging door de coöperatie. Artikel 5 1. Een lid voor wie geen woning gesticht of gekocht is, kan telken jare opzeggen, met inachtname van het in het vierde lid van dit artikel bepaalde. 2. Een lid, voor wie wel een woning gesticht of gekocht is, kan alleen dan opzeggen indien: A. vanaf de dag waarop de woning aan het lid is ter beschikking gesteld, vijf jaar zijn verstreken, en B. I. zijn saldotegoed op vijftien september van het lopende boekjaar gelijk is aan of meer bedraagt dan de boekwaarde van de voor hem gestichte of gekochte woning, of II. een ander lid zijn rechten en verplichtingen ten opzichte van de voor hem gestichte of gekochte woning overneemt of III. de coöperatie op zijn daartoe strekkend schriftelijk verzoek zijn woning verkocht en geleverd heeft aan een niet-lid. In de gevallen als bedoeld onder B.II. en B.III. kan het bestuur een door hem vast te stellen vergoeding in rekening brengen die gerelateerd is aan de verkoopwaarde van de woning 3. Het bestuur kan in bijzondere gevallen, uitsluitend te zijner beoordeling, ten gunste van het opzeggend lid afwijken van het in het tweede lid van dit artikel bepaalde. 4. Opzegging van het lidmaatschap kan slechts geschieden tegen het eind van een boekjaar en vóór één december, hetzij bij een afzonderlijk geschrift, hetzij door een door het lid ondertekende, gedagtekende verklaring in de boeken van de coöperatie. Het lid dat de opzegging doet, ontvangt daarvan een schriftelijke erkenning van het bestuur.
5. De uitbetaling aan een gewezen lid van een eventueel batig saldo geschiedt op de wijze als bij artikel 12 omschreven. Artikel 6 Wanneer het saldotegoed van een lid op vijftien september van het lopende boekjaar gelijk is aan of meer bedraagt dan de boekwaarde van de voor hem gestichte of gekochte woning en dat lid de woning gedurende tenminste vijf jaar van de coöperatie ter beschikking heeft gehad, alsmede bij liquidatie van de coöperatie, wordt de betreffende woning op zijn verzoek op zijn kosten vrij en onbezwaard in volle eigendom aan hem overgedragen bij het einde van het lopende boekjaar tegen kwijting van het saldotegoed, tot het bedrag van de boekwaarde van de aan hem overgedragen woning. Artikel 7 Wanneer een lid overlijdt, kan a. de overblijvende echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner, ofb. een der erfgenamen van de overledene, die daartoe de schriftelijke toestemming der andere erfgenamen heeft, met goedkeuring van het bestuur de rechten en verplichtingen uit het lidmaatschap overnemen. De belanghebbende moet binnen drie maanden na het overlijden daartoe schriftelijk aanvraag doen bij het bestuur. Een erfgenaam als sub b. bedoeld dient daarbij de bedoelde schriftelijke goedkeuring te overleggen. Deze termijn kan door het bestuur worden verlengd, alles behoudens de verplichting tot betaling der in de loop dier termijnen verschijnende contributie en eventuele periodiek verschuldigde bedragen. De ter overname van de rechten en verplichtingen uit het lidmaatschap voorgedragene moet lid der coöperatie zijn of als zodanig op de in artikel 2 bepaalde wijze worden aangenomen. Bij niet-aanneming of indien geen der belanghebbenden de rechten en verplichtingen uit het lidmaatschap van het overleden lid wenst voort te zetten, wordt zijn saldotegoed uitbetaald op de wijze, als bij artikel 12 is omschreven. Indien, uit welke hoofde dan ook, geen der belanghebbenden de rechten en verplichtingen uit het lidmaatschap van het overleden lid overneemt en voor het lid een woning gesticht of gekocht is, heeft het bestuur het recht de woning te verkopen. Indien de opbrengst alsdan minder bedraagt dan de boekwaarde, zal dit mindere op het tegoed van het overleden lid gekort en/of op zijn erfgenamen of rechtverkrijgenden verhaald worden. Een eventueel meerdere opbrengst zal aan de erfgenamen of rechtverkrijgenden worden uitbetaald. Artikel 8 1. Ontzetting uit het lidmaatschap door het bestuur kan geschieden wegens: a. het herhaaldelijk handelen in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de coöperatie; b. het niet-nakomen van geldelijke verplichtingen of het op andere wijze benadelen van de coöperatie. 2. De ontzetting wordt ten spoedigste bij aangetekend schrijven met opgave van redenen aan het lid medegedeeld. 3. Hem staat binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep op de algemene vergadering open. 4. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Artikel 9 Het bestuur kan het lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen: a. wanneer het lid surséance van betaling heeft verkregen of in staat van faillissement is verklaard; b. wanneer het lid niet langer voldoet aan het in lid 1 van artikel 2 gestelde vereiste voor het lidmaatschap, alsook wanneer redelijkerwijs van de
coöperatie niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Artikel 10 In geval van ontzetting of opzegging namens de coöperatie wordt aan het lid zijn tegoed uitgekeerd als in artikel 12 is omschreven. Indien voor hem door de coöperatie een woning gesticht of gekocht is, wordt deze op zijn kosten aan hem vrij en onbezwaard overgedragen indien hij binnen twee maanden na het einde der maand, waarin hem van zijn ontzetting casu quo opzegging is kennis gegeven, zorgt voor aanvulling van zijn tegoed tot de boekwaarde van de woning. Blijft het lid daarmee in gebreke dan heeft het bestuur het recht de woning te verkopen. Indien de opbrengst alsdan minder bedraagt dan de boekwaarde, dan blijft het lid voor het tekort jegens de coöperatie aansprakelijk. Een eventuele meeropbrengst zal hem worden uitbetaald met inachtneming van het in artikel 12 hierna bepaalde. Artikel 11 Indien in geval van beëindiging van het lidmaatschap, op welke grond ook, de woning van het betreffende lid dient te worden ontruimd, komen de kosten van de ontruiming, de verder daaruit voortvloeiende kosten, alsmede alle overige met de beëindiging van het lidmaatschap verband houdende kosten, ten laste van het betreffende lid. Het bestuur is bevoegd op het ingevolge artikel 12 uit te keren tegoed een bedrag in te houden, waaruit bedoelde kosten kunnen worden bestreden. Artikel 12 Wanneer bij het ophouden van het lidmaatschap enig tegoed moet worden uitgekeerd en dadelijke uitbetaling naar het oordeel van het bestuur niet mogelijk is dan wel indien nog verplichtingen van het lid bestaan, worden voor dat tegoed aan het betrokken lid of zijn erfgenamen of rechtverkrijgenden onmiddellijk een of meer schuldbekentenissen verstrekt, waarvan het rentepercentage gelijk is aan het overeenkomstig het Huishoudelijk Reglement vastgestelde rentevergoeding over spaargelden van het lid. Deze rente gaat in op één januari, volgende op het eindigen van het lidmaatschap. Deze schuldbekentenissen worden afgegeven in bedragen van tenminste vijfhonderd euro (€ 500,-). Deze schuldbekentenissen worden door het bestuur betaalbaar gesteld, naar gelang de beschikbare gelden zulks toelaten en in de volgorde waarin zij zijn uitgegeven. Artikel 13 De coöperatie aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het eindigen van het lidmaatschap, op welke wijze dan ook. AANSPRAKELIJKHEID VAN DE LEDEN Artikel 14 De leden zijn voor de verbintenissen van de coöperatie aansprakelijk op de wijze als in de wet voorgeschreven, doch tot geen hoger bedrag dan éénhonderd euro (€ 100,-). GELDMIDDELEN Artikel 15 1. De leden zijn gehouden een jaarlijkse verplichte storting te doen, waarvan het bedrag door het bestuur wordt bepaald. Bovendien kunnen de leden extra bijdragen storten ten bedrage van vijftig euro (€ 50,-) of meer. Over deze extra bijdragen, gedaan in de loop van het boekjaar, wordt een rente vergoed als door het bestuur zal worden bepaald. De leden worden voor verplichte stortingen, extra bijdragen en niet uitbetaalde renten in de boeken van de coöperatie gecrediteerd.
2. Bij de verdeling van een eventueel exploitatieoverschot kan, onverminderd de bevoegdheid van de algemene vergadering om een deel van dit overschot in na te noemen reservefonds te storten, dit overschot worden gestort op een aparte rekening, vergelijkbaar met een spaarrekening, op naam van de betreffende leden, in evenredigheid van de bedragen waarover de leden rente verschuldigd zijn. Over deze aparte rekeningen wordt een rente vergoed, jaarlijks vast te stellen door het bestuur. Artikel 16 De leden kunnen met de verplichte stortingen ophouden indien voor hen geen woning gesticht of gekocht is en hun tegoed tenminste één duizend euro (€ 1.000,-) bedraagt. Indien voor een lid een woning gesticht of gekocht is en het spaartegoed van het lid meer bedraagt dan vijftig procent (50%) van de boekwaarde van de betreffende woning, kan het bestuur hem vrijstellen van de verplichting tot het betalen van verdere verplichte stortingen. Artikel 17 Door de coöperatie zal een reservefonds worden gesticht met het doel om eventuele verliezen te dekken. Daarin worden gestort de entreegelden en alle toevallige baten, terwijl bovendien door de algemene vergadering een deel van een eventueel exploitatieoverschot daaraan kan worden toegevoegd. De algemene vergadering kan aan gelden van dit reservefonds een andere bestemming geven dan bij deze statuten is bepaald. Uit buitengewone baten kan een extra reservefonds worden gevormd en het bestuur is onder goedkeuring van de raad van commissarissen bevoegd hierover in het belang van de coöperatie te beschikken. Bovendien kan een fonds worden gevormd ter dekking van het eigen risico bij stormschade. De jaarlijkse dotatie ten gunste van dit fonds en ten laste van de winst- en verliesrekening zal, indien het fonds is gevormd, door het bestuur worden bepaald. De maximale vergoeding uit dit fonds bij stormschade is het eigen risico, bepaald door de verzekeringsmaatschappij, met een maximum van vijfhonderd euro (€ 500,-) per schadegeval. Het bestuur kan na goedkeuring van de raad van commissarissen uit het reservefonds uitkeringen doen als bedoeld in artikel 24 van deze statuten. Artikel 18 De coöperatie zal voor ieder lid, zo mogelijk en indien het zulks tevens na verkregen rechten verlangt, een nieuwe woning stichten of een bestaande woning aankopen. In het eerste geval maakt het belanghebbende lid aan het bestuur kenbaar, waar en hoe het zijn woning wenst te hebben en hoeveel de stichtingskosten mogen bedragen. In het tweede geval duidt het belanghebbend lid de aan te kopen woning aan en bepaalt daarbij schriftelijk hoeveel de koopprijs mag bedragen. Het bestuur beslist vervolgens of tot aanbouw of aankoop al dan niet zal worden overgegaan. Aan een lid kan slechts één woning ter beschikking worden gesteld behoudens in geval van verkrijging door wettelijke of testamentaire erfopvolging of schenking. Het bestuur kan in bijzondere gevallen afwijkend beslissen. Door de coöperatie mogen slechts woningen of bouwterreinen worden aangekocht gelegen binnen de gemeente Maastricht of de aan die gemeente grenzende in Nederland gelegen gemeenten, te weten: de gemeenten Eijsden-
Margraten, Valkenburg aan de Geul en Meerssen. Het bestuur kan in bijzondere gevallen ook woningen of bouwterreinen in andere gemeenten aankopen. Artikel 19 Bij de aankoop of stichting van een woning door de coöperatie rust het risico van tenietgaan van de woning bij het lid in privé. Artikel 20 Aan de woning zullen door het lid, voor wie deze woning gesticht of gekocht is, geen veranderingen anders dan van ondergeschikte aard mogen worden aangebracht, dan met schriftelijke toestemming van het bestuur. Artikel 21 Voor geen lid zal een woning gesticht of aangekocht kunnen worden, wanneer zijn saldotegoed minder bedraagt dan bij huishoudelijk reglement is bepaald. Artikel 22 De van elke woning te betalen rente en financieringskosten worden vastgesteld door het bestuur. Bij het berekenen daarvan neemt het bestuur de totale stichtingskosten of aankoopwaarde der woning ten grondslag en handelt verder, zoals bij huishoudelijk reglement zal worden voorgeschreven. Het bestuur stelt, nadat het betrokken lid omtrent de door hem vooraf overgelegde gedetailleerde berekening der stichtingskosten of aankoopwaarde is gehoord of behoorlijk opgeroepen, die stichtingskosten of aankoopwaarde uiterlijk een half jaar na de oplevering vast. Op verzoek van het lid kan het bestuur besluiten de boekwaarde van de woning van het betrokken lid te herzien. Indien de boekwaarde op grond van het vorenstaande wordt verhoogd, wordt het saldotegoed van het betrokken lid voor het verschil verhoogd. Indien de boekwaarde op grond van het vorenstaande wordt verlaagd, wordt het saldotegoed van het betrokken lid met het verschil verminderd. Artikel 23 Een bedrijf of nering, van welke aard dan ook, mag in de woningen der coöperatie niet uitgeoefend worden dan met schriftelijke toestemming van het bestuur. Artikel 24 De aanslagen gemeentelijke belastingen en waterschapslasten van de woning en eventuele andere lasten en rechten, voor zover opgelegd aan de coöperatie, zijn voor rekening van het lid. Elke woning dient zonder onderbreking verzekerd te zijn tegen brandschade. De door de verzekering uit dien hoofde opgelegde premies zijn voor rekening van het lid. Indien de verzekering via de coöperatie is afgesloten, worden de verzekeringspremies per woning jaarlijks doorbelast aan de betreffende leden. De zorg voor en de kosten van het onderhoud van elke woning komen ten laste van het lid voor wie de woning gesticht of gekocht is. Het bestuur zal er steeds voor waken, dat de woningen door de leden in voldoende staat van onderhoud worden gehouden. Bij buitengewone schade kan een tegemoetkoming in de kosten verstrekt worden, welke bestreden wordt uit het reservefonds. Elk lid is verplicht bij het bespeuren van enig gebrek aan de voor hem gestichte of gekochte woning daarvan onverwijld schriftelijk kennis te geven aan het bestuur. Artikel 25 De leden kunnen ten aanzien van de voor hen gestichte of gekochte woningen een ruilovereenkomst aangaan. In een zodanig geval kan het bestuur een door hem vast te stellen vergoeding in rekening brengen, die gerelateerd is aan de
verkoopwaarde van de woningen. Artikel 26 Wanneer voor een lid een woning gesticht of aangekocht is, kan hij, na verkregen schriftelijke goedkeuring van het bestuur, op eigen risico geheel of gedeeltelijk verhuren. Bedoeld lid blijft echter verantwoordelijk tegenover de coöperatie voor de betaling van de eventueel periodiek door hem verschuldigde bedragen, de nakoming van alle bepalingen jegens de coöperatie en van alle speciale bepalingen, die het bestuur aan het verhuren in het belang der coöperatie wenst te verbinden. BESTUUR Artikel 27 1. Het bestuur bestaat uit minstens drie leden door de algemene vergadering te kiezen uit de leden der coöperatie. De algemene vergadering is bevoegd bestuurders te schorsen of te ontslaan. 2. De leden van het bestuur worden gekozen voor de tijd van drie jaren. Hun last is echter te allen tijde herroepelijk. 3. Jaarlijks treedt zoveel mogelijk een derde deel der bestuursleden af volgens een op te maken rooster. 4. Aanvulling van tussentijds ontstane vacatures geschiedt zo mogelijk in de eerstvolgende algemene vergadering. 5. Tussentijds gekozen bestuursleden treden af op het tijdstip waarop degenen in wier plaats zij getreden zijn, zouden moeten aftreden. 6. Ieder aftredend bestuurslid is terstond herkiesbaar. 7. Van de leden van het bestuur is één voorzitter, één secretaris en één penningmeester. 8. Het bestuur verdeelt onderling de functies na advies van de Raad van Commissarissen. Artikel 28 1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de coöperatie. 2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de coöperatie zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. 3. Het bestuur vertegenwoordigt de coöperatie in en buiten rechte. De coöperatie kan in en buiten rechte tevens vertegenwoordigd worden door de voorzitter, de secretaris en de penningmeester voor het aangaan van rechtshandelingen als hiervoor in sub 2. bedoeld en in alle andere gevallen door de twee van de drie genoemden. In geval van verhindering of ontstentenis van de hiervoor genoemde functionarissen treedt een van de overige leden van het bestuur in de plaats. Het bestuur en na te noemen raad van commissarissen worden in de uitoefening van hun taken bijgestaan door een administrateur, die door het bestuur wordt benoemd en ontslagen en wiens taken en bevoegdheden kunnen worden geregeld in het huishoudelijk reglement. De administrateur kan geen lid zijn van het bestuur of van de raad van commissarissen. Artikel 29 De voorzitter houdt voortdurend toezicht op de goede gang van zaken en is belast met de leiding van de bestuurs- en algemene vergaderingen en handhaaft aldaar de goede orde. De secretaris is belast met het maken der notulen van alle vergaderingen, de
correspondentie en voorts met zodanige werkzaamheden als het bestuur hem zal opdragen. De penningmeester int alle gelden, doet alle uitgaven en is belast met het bijhouden van een ledenregister en verder met zodanige werkzaamheden, als het bestuur hem zal opdragen. Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter bepaalt het bestuur wie de functie van de voorzitter zal waarnemen, met dien verstande dat de penningmeester niet tegelijk met zijn eigen functie, de functie van voorzitter kan uitoefenen. Artikel 30 De Raad van Commissarissen kan aan de leden van het bestuur een geldelijke beloning toekennen. De som van de bestuursvergoedingen wordt vermeld in de jaarstukken van de coöperatie. RAAD VAN COMMISSARISSEN Artikel 31 1. Het toezicht op het bestuur geschiedt door een uit drie personen bestaande raad van commissarissen, door de algemene vergadering te benoemen. 2. Het lidmaatschap van deze raad is onverenigbaar met dat van het bestuur en kan door de algemene vergadering te allen tijde worden herroepen. Het in artikel 27 sub 2 tot en met 6 bepaalde is analoog toepasselijk. 3. Het bestuur is verplicht aan de raad alle door deze gewenste inlichtingen te c. verschaffen, deze desgewenst de kas en de waarden te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden der coöperatie te geven. 4. De raad van toezicht regelt haar bijeenroeping en werkwijze nader in een door de raad vast te stellen reglement. 5. Het bestuur kan aan de leden van de Raad van Commissarissen een geldelijke beloning toekennen. De som van deze vergoedingen wordt vermeld in de jaarstukken van de coöperatie. REKENING EN VERANTWOORDING Artikel 32 1. Het boekjaar van de coöperatie valt samen met het kalenderjaar. 2. Het bestuur brengt op de algemene vergadering, jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar te houden, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vijf maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere omstandigheden, zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van een balans, een winst- en verliesrekening en een toelichting op deze stukken, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. 3. Het bestuur is verplicht zich bij het opstellen van de jaarrekening te laten bijstaan door een registeraccountant. 4. Binnen vijf maanden na het einde van het boekjaar brengt de accountant aan het bestuur en de raad van commissarissen rapport uit. 5. De raad van commissarissen onderzoekt de rekening en verantwoording mede aan de hand van het accountantsrapport en brengt tegelijk met de overlegging daarvan verslag van zijn bevindingen uit aan de algemene vergadering. De raad van commissarissen is bevoegd zich op kosten van de coöperatie door de registeraccountant van de coöperatie te doen bijstaan. 6. De balans, de winst- en verliesrekening, voorzien van de door de accountant daaromtrent verstrekte verklaring en de jaarverslagen van het bestuur en van de raad van commissarissen, worden tenminste acht dagen vóór de ter behandeling van deze stukken bijeengeroepen algemene vergadering, ter inzage van de leden gesteld.
7. Goedkeuring van de jaarrekening geschiedt door de algemene vergadering. Na goedkeuring van de jaarrekening wordt een apart besluit genomen tot verlenen van décharge aan het bestuur en de raad van commissarissen voor het door hen in het afgelopen boekjaar gevoerde beleid en gehouden toezicht daarop. 8. Het bestuur is verplicht binnen een maand na het einde van ieder boekjaar aan de ten kantore van het handelsregister te Maastricht gedeponeerde ledenlijst toe te voegen een schriftelijke opgave van de wijzigingen die de ledenlijst in de loop van het boekjaar heeft ondergaan, voor zover de wet dat voorschrijft. Het bestuur zorgt verder dat de jaarrekening en de verklaring van de registeraccountant binnen een maand na de goedkeuring van de jaarrekening ten kantore van het handelsregister worden neergelegd voor zover de wet dat voorschrijft. VERGADERINGEN Artikel 33 Behalve de bovengenoemde algemene vergadering worden nog buitengewone algemene vergaderingen gehouden zo dikwijls het bestuur of de raad van commissarissen dit nodig achten of minstens een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende gedeelte der stemmen in de algemene vergadering, dit aan het bestuur schriftelijk met opgave van redenen verzoekt. Artikel 34 De (buitengewone) algemene vergaderingen worden belegd door het bestuur en de bestuursvergaderingen door de voorzitter. De bestuursvergaderingen worden bijeengeroepen zo dikwijls de voorzitter het nodig oordeelt of dit door minstens twee bestuursleden schriftelijk, met opgaaf van redenen, aan de voorzitter wordt verzocht. Het bestuur kan niettemin bepaalde dagen vaststellen voor het houden van bestuursvergaderingen. Indien aan het in artikel 33 bedoelde verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen die leden zelf tot de bijeenroeping ener buitengewone algemene vergadering overgaan op de wijze die zij oorbaar achten. Artikel 35 Ieder lid kan slechts één stem uitbrengen. Ieder die stemgerechtigd is, kan aan een andere stemgerechtigde schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem. Een stemgerechtigde kan voor ten hoogste twee personen als gevolmachtigde optreden. Artikel 36 Alle besluiten over zaken worden genomen bij volstrekte meerderheid der uitgebrachte geldige stemmen. Bij staken van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. De stemming over zaken geschiedt, ter beoordeling van het bestuur, mondeling bij hoofdelijke oproeping of op andere wijze. Over personen geschiedt de stemming bij gesloten gekenmerkte en ongetekende briefjes. De volstrekte meerderheid der uitgebrachte geldige stemmen beslist, behoudens dat bij staken van stemmen over de aanvrager, bedoeld in artikel 2, die beroep heeft ingesteld, zijn afwijzing geacht wordt te zijn gehandhaafd. Wanneer niemand bij de eerste stemming de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede vrije stemming overgegaan. Wordt ook bij deze geen volstrekte meerderheid verkregen, dan heeft een derde stemming plaats tussen de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben verkregen, of zijn de meeste stemmen tussen meer personen verdeeld, tussen
allen die aldus de meeste stemmen hebben verkregen. Hij, die alsdan de meeste stemmen verwerft, is gekozen of benoemd. Indien bij een derde stemming de stemmen staken, beslist het lot. Wanneer ter vervulling van enige functie als in deze statuten bedoeld het aantal voorgedragen kandidaten gelijk is aan het aantal te vervullen vacatures, worden de voorgedragen kandidaten beschouwd te zijn gekozen bij enkele kandidaatstelling, tenzij de vergadering beslist dat tot stemming dient te worden overgegaan. STATUTENWIJZIGING Artikel 37 1. Wijziging van de statuten, fusie of splitsing kan slechts plaats hebben door een besluit van de algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. 2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen voor de dag der vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag, waarop de vergadering werd gehouden. Voorts wordt het voorstel tot statutenwijziging meegezonden bij de oproep voor de vergadering. 3. Tot wijziging van de statuten kan door de algemene vergadering slechts worden besloten met een meerderheid van ten minste twee/derde van het aantal uitgebrachte geldige stemmen. 4. De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Ieder van de bestuursleden is bevoegd de akte van statutenwijziging te doen verlijden. ONTBINDING EN VEREFFENING Artikel 38 1. Het bepaalde in artikel 37 leden 1, 2 en 3 is van overeenkomstige toepassing op een besluit van de algemene vergadering tot ontbinding van de coöperatie. 2. De algemene vergadering stelt bij haar in het vorige lid bedoelde besluit de bestemming vast voor het batig saldo, en wel zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de coöperatie. 3. De vereffening geschiedt door het bestuur, tenzij de algemene vergadering andere vereffenaars benoemt. 4. Na de ontbinding blijft de coöperatie voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zo veel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de coöperatie uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden: "in liquidatie". 5. De coöperatie houdt op te bestaan op het tijdstip waarop geen aan haar, dan wel aan de vereffenaar(s), bekende baten meer aanwezig zijn. 6. De boeken en bescheiden van de ontbonden coöperatie moeten worden bewaard gedurende twintig jaren na afloop van de vereffening. Bewaarder is degene die door de vereffenaars als zodanig is aangewezen. OVERGANGSBEPALING OMTRENT RISICO TENIETGAAN 1. Indien een lid van de coöperatie: - onder de voorheen geldende tekst van artikel 19 van de statuten zoals dat luidde tot vierentwintig augustus tweeduizend tien, bij de aankoop
of stichting van een woning door de coöperatie ervoor heeft gekozen dat het risico van tenietgaan van de woning bij de coöperatie berust, en - die keuze schriftelijk kenbaar heeft gemaakt aan het bestuur, en - het bestuur bij die aankoop of stichting niet afwijkend heeft beslist, blijft het risico van tenietgaan in afwijking van het nieuw vastgestelde artikel 19 berusten bij de coöperatie. 2. De coöperatie heeft het recht dit risico onder te brengen bij een verzekeringsmaatschappij. Indien een woning teniet gaat, is de coöperatie gehouden de situatie voor het betreffende lid in originele staat te herstellen. 3. Indien een lid ervoor gekozen heeft dat het risico van tenietgaan bij de coöperatie berust op basis van het bepaalde in artikel 19, is een eenmalige kostenopslag berekend aan het betreffende lid, gelijk aan de contante waarde van de levenslange premie voor een verzekering tegen tenietgaan van de betreffende woning. Deze opslag mag bij eventuele latere juridische levering aan het lid niet worden verrekend. VASTSTELL1NG IDENTITEIT De identiteit van de bij deze akte verschenen comparant/partij is door mij, notaris, aan de hand van het hiervoor gemelde document vastgesteld. De verschenen persoon is mij, notaris, bekend. Waarvan akte, in minuut opgemaakt, is verleden te Maastricht, op de datum als in de aanvang van deze akte vermeld. De inhoud van deze akte is aan de verschenen persoon opgegeven en toegelicht. Vervolgens heeft de verschenen persoon verklaard tijdig voor het verlijden van de inhoud van deze akte te hebben kermisgenomen, met deze inhoud in te stemmen en op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen. Onmiddellijk na beperkte voorlezing is deze akte door de verschijnende persoon en mij, notaris, ondertekend.