Startnotitie gegevensuitwisseling prepilot dap-netwerk Martien Bokma (ASG), versie 3 juli 2006 t.b.v. opstartbijeenkomst pilot dierenartsenpraktijken juli ‘06
0. Doel gegevensuitwisseling Achterliggende vraag: is wat ik als dierenarts op een bedrijf zie een specifiek bedrijfsprobleem of begint het een regionaal of landelijk probleem te worden? Welke diagnostiek hebben anderen gevonden bij onbekende aandoeningen? 1.
Inhoudelijke eisen
1.1
Gewenste output
1.1.1 Gebieden Trends worden zo veel mogelijk weergegeven in grafieken en tabellen. Ten minste 90 % van de data zal straks betrekking hebben op bekende diagnoses en symptomen. Hiervan wordt in de output op postcodegebied (eerste 2 cijfers) per periode duidelijk gemaakt welke van de in de uitwisseling opgenomen aandoeningen in welke mate voorkomen. Tevens wordt de output weergegeven in een aantal hoofdgroepen (bijvoorbeeld voor 7 postcodehoofdgroepen, zie hieronder; of voor de regio's Noord-, Midden- en Zuid-Nederland) en als landelijk totaal.
1.1.2 Output inhoudelijk De gegevensuitwisseling wordt in eerste instantie toegespitst op de volgende actuele problemen: diarree staartbijten endeldarmprolaps hersenvliesontsteking (Streptococcen) Daarnaast wordt ruimte geboden om toename van kliniek van onbekende aandoeningen te registreren.
1
Diarree De gegevensuitwisseling over diarree is ingegeven vanuit de wens om te kunnen nagaan of met het verbod op AMGB's in voer bepaalde typen diarree in de tijd meer gaan voorkomen en welke leeftijdscategorieën daar vooral bij betrokken zijn. De monitoring moet de volgende output opleveren: ¾ per postcodegebied per weeknummer: het aantal bedrijven met diarree per leeftijdscategorie, het geschatte % aangetaste dieren en de vastgestelde oorzaak van de diarree (Coli, PIA, virusdiarree etc.) ¾ per postcodegebied per periode: voortschrijdend totaal aantal bedrijven met diarree per leeftijdscategorie naar oorzaak van diarree, absoluut en gerelateerd aan het totale aantal bedrijven met biggen/ vleesvarkens binnen de deelnemende dap('s) in het postcodegebied ¾ per postcodegebied per periode: voortschrijdend totaal aantal dieren met diarree per leeftijdscategorie naar oorzaak van diarree, absoluut en gerelateerd aan het totale aantal biggen/ vleesvarkens binnen de deelnemende dap('s) in het postcodegebied Staartbijten Het betreft hier een (tijdelijke) monitoring om de aard en omvang van problemen met staartbijten in kaart te brengen. De monitoring moet de volgende output opleveren: ¾ per postcodegebied per weeknummer: aantal (nieuwe) bedrijven met gevallen van staartbijten per leeftijdscategorie en het geschatte % aangetaste dieren ¾ per postcodegebied per periode: voortschrijdend totaal aantal bedrijven met gevallen van staartbijten, absoluut en gerelateerd aan het totale aantal bedrijven met zeugen/vleesvarkens binnen de deelnemende dap('s) in het postcodegebied ¾ per leeftijdscategorie per postcodegebied per periode: voortschrijdend totaal aantal bij staartbijten betrokken dieren, absoluut en gerelateerd aan het totale aantal biggen/ vleesvarkens binnen de deelnemende dap('s) in het postcodegebied Output in vorm van tabellen en bijbehorende grafieken. Endeldarmprolaps Het gevoelen bestaat onder dierenartsen dat er de laatste tijd meer zeugen met endeldarmprolaps worden gezien. Omvang en oorzaken van het probleem zijn (nog) niet bekend. Het betreft hier een (tijdelijke) monitoring om na te gaan wat de omvang van het probleem is en in welke gebieden van Nederland het wordt waargenomen. De monitoring moet de volgende output opleveren: ¾ per postcodegebied per weeknummer: aantal bedrijven met geval(len) van endeldarmprolaps bij zeugen en het aantal gevallen per bedrijf ¾ per postcodegebied per periode: voortschrijdend totaal aantal bedrijven met gevallen van endeldarmprolaps, absoluut en gerelateerd aan het totale aantal bedrijven met zeugen binnen de deelnemende dap('s) in het postcodegebied ¾ per postcodegebied per periode: voortschrijdend totaal aantal zeugen met endeldarmprolaps, absoluut en gerelateerd aan het totale aantal zeugen binnen de deelnemende dap('s) in het postcodegebied Output in vorm van tabellen en bijbehorende grafieken. Streptococcen (hersenvliesontsteking) Ook dit betreft zuiver een monitoring op de mate van voorkomen van hersenvliesontsteking via streptococcen-infecties bij biggen in de verschillende gebieden van Nederland. De monitoring moet de volgende output opleveren:
2
¾
¾
¾
per postcodegebied per weeknummer: aantal bedrijven met hersenverschijnselen bij biggen per leeftijdscategorie, met een vastgestelde streptococceninfectie als oorzaak, en het aantal aangetaste biggen per bedrijf per postcodegebied per periode per leeftijdscategorie: voortschrijdend totaal aantal bedrijven met gevallen van streptococceninfectie (hersenvlies), absoluut en gerelateerd aan het totaal aantal bedrijven met zeugen binnen de deelnemende dap('s) in het postcodegebied per postcodegebied per periode per leeftijdscategorie: voortschrijdend totaal aantal biggen met streptococceninfectie, absoluut en gerelateerd aan het totale ingeschatte aantal biggen in die leeftijdscategorie binnen de deelnemende dap('s) in het postcodegebied.
Onbekende aandoeningen Naast bekende aandoeningen worden ook onbekende klinische beelden in de gegevensuitwisseling van de prepilot opgenomen. Op basis van deze meldingen kan het deskundigenpanel van de deelnemersgroep besluiten om een meer gerichte monitoring naar de klinische verschijnselen in te zetten onder de deelnemers. Dit betekent dat het betreffende symptoom of symptomencomplex in de lijst van in te voeren gegevens wordt opgenomen en de deelnemers wordt gevraagd om hier specifiek op te monitoren. Het doorgeven van onbekende aandoeningen moet in eerste instantie de volgende output opleveren: ¾ per week per postcodegebied een overzicht van de meldingen van 'onbekende' klinische verschijnselen, onder vermelding van het aantal dieren per leeftijdscategorie per bedrijf waarbij de verschijnselen worden waargenomen De weekoutput zou in de vorm van onderstaand model kunnen worden weergegeven:
Weekjournaal onbekende aandoeningen Postcodegebied: … (Venray en omgeving) Weeknr: Bron melding:
23 (13 -19 mei ‘06) dierenartsenpraktijk
Betreft:
10 zeugenbedrijven
Diercategorieën:
gespeende biggen
Geschat % dieren met afwijking: 10 - 30 % per bedrijf Beschrijving afwijking: • Klinisch beeld: traanoogjes bij gespeende biggen, gaat snel stal door, hardnekkig probleem, …….. • Uitgesloten diagnoses: a, b, c • Bevestigde diagnostiek: nog geen
www.sharepoint…nl/weekjournaalvarkens/…
Tevens: ¾ voortschrijdend totaal van vergelijkbare 'onbekende klinische verschijnselen' per periode per leeftijdscategorie
3
1.2
In te voeren gegevens
Om de output in par. 1.1 te realiseren dient de onderstaande invoer van gegevens plaats te vinden. 1.2.1 Gegevens deelnemende dap Van de deelnemende dap's zullen gegevens moeten worden geregistreerd, zodat de wekelijks ingestuurde data over afwijkingen kunnen worden gerelateerd aan het totale aantal bedrijven c.q. het totale aantal diercategorieën per dap. Dit dient éénmalig te gebeuren bij de start van de deelname en vervolgens alleen in geval van belangrijke mutaties (nader te definiëren). De persoonlijke gegevens van de dap zijn alleen toegankelijk voor de dataverwerker, uitsluitend bestemd voor het kunnen omwerken van ingezonden data tot zinvolle kengetallen en eventueel tot kwaliteitscontrole van de toeleverende dap (nader af te spreken door de deelnemers) en niet zichtbaar voor andere deelnemers of derden. De volgende gegevens dienen bij aanmelding te worden geregistreerd:
Codenummer: Naam dierenartsenpraktijk: Adres, postcode en woonplaats: Telefoonnummer en emailadres: Namen betrokken varkensdierenartsen: ….. ….. Aantal varkensbedrijven in het actieve klantenbestand: * aantal gespecialiseerde zeugenbedrijven: * geschat totaal aantal zeugen: * aantal gespecialiseerde vleesvarkensbedrijven: * geschat totaal aan aanwezige vleesvarkens: * aantal bedrijven met zeugen en vleesvarkens: * geschat totaal aantal zeugen en vleesvarkens:
1.2.2 Wekelijks door te geven gegevens Het gaat om inzicht in trends in het voorkomen van symptomen en aandoeningen met als aanvullende informatie a) het geografisch beeld (op basis van de postcode van bedrijven), b) de diercategorie (zeugen, biggen, vleesvarkens) en c) de leeftijd. In bijlage 1 is in detail de opzet weergegeven van de invoerschermen voor bekende aandoeningen en onbekende klinische verschijnselen. Het betreft hier overigens slechts de structurele hiërarchie voor de in te vullen velden, de invoerschermen op de website zelf zullen er anders (gebruikersvriendelijk!) uitzien. 2.
Technische eisen
Belangrijke eis is gebruikersvriendelijkheid van de invoer en snelheid in terugkoppelingen van de output. In de prepilot wordt gekozen voor invoer via internet, met ASP-dotnet programmering van de invoerschermen. ASG maakt via het Sharepointprogramma een website voor de prepilot. Deze is gedurende de testfase slechts toegankelijk voor deelnemers aan de prepilot. De invoerschermen zijn snel en eenvoudig benaderbaar en invulbaar via de sharepoint-website. Ook andere informatie,
4
bijvoorbeeld opmerkingen of nieuwsfeiten, kunnen via de website worden uitgewisseld. Op de website zal in elk geval ook ruimte worden ingebouwd waar deelnemers hun op- of aanmerkingen ten aanzien van knelpunten, suggesties voor output etc. kwijt kunnen. Ten minste iedere 2 weken wordt de input verwerkt tot informatie, in de vorm die in deze startnotitie is overeengekomen dan wel in een gewijzigde vorm op verzoek van het deskundigenpanel van de deelnemers (zie verder). De website, invoerschermen en output zijn relatief eenvoudig aan te passen, zodat verzoeken van de deelnemers gedurende de testfase relatief flexibel kunnen worden doorgevoerd. De gegevens mogen voor deelnemers in geen geval herleidbaar zijn naar individuele dap's of naar individuele varkensbedrijven. 3.
Organisatorische eisen
De volgende organisatorische eisen zijn relevant: de toeleveranciers van data, de deelnemende dap's, voeren in de week waarin het consult plaatsvond de afgesproken data van probleembedrijven in. Indien in een week geen data worden doorgegeven betekent dit dat er tijdens de consulten geen problemen zijn geconstateerd met betrekking tot diarree, darmprolaps, streptococcen, staartbijten of onbekende aandoeningen. ASG verwerkt ten minste iedere 2 weken de binnengekomen data tot output in de afgesproken vorm. Deze informatie wordt op de sharepointwebsite van de prepilot geplaatst. De deelnemende dap's (of deskundigenpanel daaruit) evalueren ten minste 1 x per maand de ontstane output en geven aan a) welke wijzigingen in outputvorm gewenst zijn, b) welke aanpassingen aan de inputkant gewenst zijn, c) waar knelpunten in de gegevensuitwisseling optreden. ASG beheert de website tijdens de prepilot en voert op verzoek wijzigingen door. -----------
5