Standpunt GRIP over: verhogen minimumloon PAB-assistenten 11 juli 2013
1. Waar gaat het over? De overheid maakt op vraag van de vakbonden plannen om voor PABassistenten het minimumloon van de voorzieningen te gaan hanteren. Dat is met 10,4 euro een pak hoger dan het huidige minimumloon bij PAB (9,4 euro). De budgethoudersverenigingen gaan akkoord met de invoering van een hoger verplicht minimumloon op voorwaarde dat de budgethouders hierdoor niet aan assistentie-uren inboeten. De minister heeft in het parlement gesteld aan deze vraag te willen tegemoetkomen door max. 3,5 miljoen euro vrij te maken om het huidige verschil bij te passen:
om het budget te verhogen van wie nu minder dan 10,4 euro betaalt. Hierdoor kunnen zij nog evenveel assistentie-uren betalen als nu.
Om een “bonus voor goede werkgever” te geven aan wie nu al 10,4 euro of meer betaalt.
De maatregel geldt niet voor andere toepassingen zoals dienstencheques, inkoop bij reguliere diensten, werken via interimbureaus. Hiervoor wordt er geen verhoging van het budget of een bonus voorzien.
2. Standpunt GRIP1 Vanuit 3 principes hebben we naar deze plannen gekeken: 1/ recht op ondersteuning (voldoende PAB-budgetten zodat iedereen die er een nodig heeft, toegang krijgt. Voldoende hoge budgetten, zodat niet uit eigen middelen hoeft worden bijgepast),
1
We gaan er in deze nota van uit dat men plant om ook toekomstige budgethouders een hoger budget te geven, indien ze ervoor kiezen werkgever te worden en zelf assistenten in dienst te nemen.
GRIP vzw | Koningsstraat 136 | 1000 Brussel | 02/214.27.60 02/214.27.65 |
[email protected] | www.gripvzw.be
Standpunt GRIP over: verhogen minimumloon PAB-assistenten
11 juli 2013
2/ keuzevrijheid, autonomie en flexibiliteit om veranderende keuzes te maken in budgetbesteding 3/ gelijk budget voor gelijke ondersteuningsnood. Onze conclusie is dat we een negatief effect verwachten van deze plannen op de mogelijkheden die een PAB de budgethouders biedt. GRIP is voor goede arbeidsvoorwaarden voor iedereen, ook voor persoonlijke assistenten. Het verbeteren van arbeidsvoorwaarden mag echter niet ten koste gaan van de rechten van personen met een handicap. Daarom stellen we voor:
om het minimumloon niet verplicht te verhogen zonder ook een algemene verhoging van de PAB-budgetten, gekoppeld aan de budgetcategorieën, te verankeren in de wetgeving.
om bij een invoering van een hoger minimumloon ook het macrobudget voor nieuwe PAB’s te verhogen. Het PAB-systeem zal immers duurder. Om dus jaarlijks evenveel PAB’s bij te creëren zal er meer macrobudget nodig zijn.
om het principe niet te verlaten dat voor twee mensen met dezelfde ondersteuningsnood ook een zelfde budget wordt vrijgemaakt. De budgetbepaling zou niet mogen afhangen van je huidige of geplande situatie van besteding van het budget (dus bijvoorbeeld of je zelf werkgever bent, met dienstencheques werkt, met interimbureaus, dienstverlening uit VAPH-voorziening inkoopt, bij reguliere dienst inkoopt,… ) De werkwijze dat enkel de budgetten van de werkgevers die minder dan 10,4 euro betalen, worden bijgepast, staat hier haaks op. Ze gooit ook de huidige manier van inschaling en budgetbepaling om.
Een bonus toekennen aan mensen die minstens 10,4 euro betalen omdat zij “goede werkgevers” zijn, is geen goed idee. Het stuit andere budgethouders tegen de borst die jarenlang ook de wetgeving volgden. Meer fundamenteel stellen we de vraag welke waarde het recht op ondersteuning in het VN-Verdrag heeft als nu in een verhoging van het minimumloon geïnvesteerd wordt in plaats van in het opheffen van mensenrechtenschendingen. De onderinvestering en de wachtlijst voor PAB is immers een schending van het VN-verdrag. [2]
Standpunt GRIP over: verhogen minimumloon PAB-assistenten
11 juli 2013
3. Meer informatie en argumentatie: 3.1 Beter een algemene verhoging, geen verhoging van sommige budgetten De manier waarop dit nu wordt aangepakt is niet correct ten opzichte van iedereen die nu dienstencheques, vrijwilligers, interimbureaus kiest omwille van uiteenlopende redenen. De PAB-budgetten zijn op dit moment vaak te laag voor het opvangen van alle ondersteuningsnoden. Door de te lage budgetten nemen mensen soms noodgedwongen hun toevlucht tot de goedkoopste bestedingswijzen: dienstencheques of vrijwilligers. Het invoeren van een hoger minimumloon zal een gelijkaardige keuze om voor werkgeverschap te kiezen, nog meer afremmen. De hoogtes van de huidige PAB-budgetten zijn vastgelegd op basis van een lager minimumloon. Een hoger minimumloon zou deel uitmaken van een systeemswijziging op basis van arbeidsregeling. Dit verandert de basis waarop budgetten zijn berekend. Het is dan ook logisch dat er een algemene optrekking van de PAB-budgetten zou komen, via een aanpassing van de budgetcategorieën zou komen. Ondersteuningsnood mag niet verbonden worden aan budgetbesteding dus of mensen met hun budget werkgeverschap opnemen, met interimbureaus werken of met dienstencheques, met vrijwilligers, of zij dienstverlening bij VAPH-voorzieningen inkopen, bij reguliere diensten zoals thuiszorgdiensten enz. (zie volgend punt) 3.2 Ondersteuningsnood en budgetbesteding uit elkaar houden! Op dit moment is er bij PAB een inschaling en budgettoewijziging, op basis van de individuele ondersteuningsnood. Hierbij wordt niet gekeken naar hoe mensen dit budget gaan besteden. Mensen met gelijke ondersteuningsnoden krijgen eenzelfde budgethoogte. Ook in het PGB-experiment was dit de werkwijze. Ondersteuningsplannen kunnen, na toewijzing van de budgethoogte, een hulp zijn keuzes te maken rond budgetbesteding. Ook de verantwoording van de budgetbesteding houdt geen verband met het ondersteuningsplan. Tot nu toe wordt er dus zowel bij PAB als bij PGB in Vlaanderen een strikte scheiding gehanteerd tussen de inschaling van ondersteuningsnoden en toewijzing van budgethoogte enerzijds en de bestedingsmogelijkheden anderzijds. De reden hiervoor is dat in dit systeem de keuzevrijheid en de flexibiliteit in besteding worden gevrijwaard. De ervaringen van Waalse [3]
Standpunt GRIP over: verhogen minimumloon PAB-assistenten
11 juli 2013
budgethouders met de Waalse tegenhanger van het PAB, het BAP, zijn hierover duidelijk2. De huidige plannen om (onder druk van de gevraagde invoering van het minimumloon van PC 319, en doordat de overheid maar beperkt budgetten vrijmaakt) slechts individuele budgetten aan te passen, doorbreekt heel deze logica. Indien men de eis naar een algemene verhoging van de PABbudgetten loslaat, staat de deur open voor een algemeen systeem van budgetbepaling op basis van budgetbesteding. Dat zal een enorme achteruitgang zijn tegenover hoe het nu is. 3.3 Duurder PAB-systeem? Macrobudget voor PAB’s optrekken Jaarlijks komen er nieuwe aanvragen voor PAB bij. Duizenden mensen staan ook op de wachtlijst voor een PAB. De overheid maakt jaarlijks een extra budget vrij om nieuwe PAB’s te voorzien dat schommelt rond de 5 miljoen euro. Dat budget dekt momenteel lang niet de noden (zie verder). Een verplicht hoger minimumloon betekent dat de overheid het PAB-systeem duurder maakt. En duurdere PAB’s betekent dat je met 5 miljoen minder PAB’s kan uitreiken. Dat kan niet de bedoeling zijn. Dus zou het jaarlijkse extra budget voor PAB ook omhoog moeten, zodat een ander minimumloon niet het effect heeft dat er minder nieuwe PAB’s zullen kunnen komen. 3.4 “Recht” op ondersteuning Veel budgethouders passen nu al elk jaar nog duizenden euros bij omdat hun budgetten niet toereikend zijn. Op termijn betekent dit een verzwakking van hun economische positie, een uitholling van hun algemene kansen tot participatie, en het fnuiken van toekomstperspectieven. Bovendien staan zoals eerder gesteld duizenden mensen op de wachtlijst voor PAB. De wachtlijst stijgt in plaats van te dalen. Van een “progressieve realisatie” van artikel 19 van het VN-verdrag is dus geen sprake. Dat artikel stelt in haar tweede paragraaf dat de persoon met een handicap toegang moet hebben tot onder meer persoonlijke assistentie. Jaarlijks worden honderden aanvragen tot de status “Prioritair te bemiddelen dossier”, nodig om een PAB te krijgen, geweigerd. De overheid slaagt er dus niet in voldoende middelen vrij te maken om iedere persoon die dringend nood heeft aan een PAB, dit ook toe te kennen. 2
Overzicht van de verschillende PAB-systemen in België (2010)
[4]
Standpunt GRIP over: verhogen minimumloon PAB-assistenten
11 juli 2013
Al deze feiten wijzen op een grote onderinvestering om personen met een handicap recht op ondersteuning via een PAB te geven. In deze context het PAB-systeem duurder maken is een maatregel die deze tendens nog zal versterken… als daar ten minste niet een gelijklopend hoger budgettair langetermijn engagement van de overheid tegenover staat. Meer fundamenteel willen we dan ook de vraag stellen hoe het beleid het recht op ondersteuning afweegt tegenover het idee om persoonlijke assistenten het minimumloon van PC 319 te geven. Nogmaals: GRIP is niet tegen goede arbeidsvoorwaarden voor assistenten, integendeel. Maar we pleiten wel voor een beleid dat ook de rechten van personen met een handicap waarborgt, conform het VN-Verdrag. Moeten budgetten dan niet in de eerste plaats besteed worden aan de mensen wier basisrechten geschonden worden? 3.5 Geen sluipende inkapseling van PAB in PC 319 Bij het uitwerken van een PAB-systeem werd onder druk van de budgethouders geen wettelijke barema’s vastgelegd voor vergoedingen van persoonlijke assistenten. Het argument hiervoor was dat bij een vastlegging van barema’s, beroepsprofielen en dergelijke, de keuzevrijheid van de budgethouder over wie hem ondersteunt, uiteindelijk zou worden aangetast. Deze keuzevrijheid en de controle over het budget zijn de belangrijkste troeven van het PAB. 50% van de huidige budgethouders is zelf werkgever van 1 of meer persoonlijke assistenten. Zij moeten momenteel hun assistenten wel minstens het Gemiddeld Minimum Maand Inkomen van de Nationale Arbeidsraad uitbetalen. Door de budgethoudersverenigingen wordt wel ingezet op vorming van budgethouders over hoe zij een goede werkgever kunnen zijn. Daar hoort ook ondersteuning bij het bepalen van een goede loonhoogte bij. Maar het blijft uiteindelijk de beslissing van de budgethouder zelf. De budgethouder kan in het huidige systeem zelf een afweging maken en een inschatting van de verhouding verloning assistenten / aantal assistentie-uren. 60% van de werkgevers betaalt hun assistenten al 10,4 euro of meer per uur. Vanuit de vakbonden komt al jaren de vraag om dit te veranderen en het minimumloon van PC 319 in te stellen voor PAB-assistenten. Ook de voorzieningen vinden het thema in toenemende mate belangrijk. In een toekomstig systeem van persoonsvolgende financiering worden PAB en [5]
Standpunt GRIP over: verhogen minimumloon PAB-assistenten
11 juli 2013
dienstverlening uit voorzieningen steeds meer verweven met elkaar. Voorzieningen zouden liever zien dat het minimumloon dat zij uitbetalen aan hun personeelsleden, niet hoger zou liggen dan het minimumloon dat budgethouders-werkgevers uitbetalen. We verwachten dat een minimumloon van PC 319 de eerste stap is om de arbeidsvoorwaarden van het PAB-systeem verder af te stemmen op die van de voorzieningen. Daar zijn ook thema’s zoals zondagwerk, nachtwerk, en dergelijke anders geregeld. Bij PAB moeten ook deze mogelijkheden uitgebreid worden, net als flexibele arbeidsregelingen enz. Maar het kan niet de bedoeling zijn om zomaar het voorzieningensysteem te gaan overzetten op het PAB! PAB is op zoveel vlakken zoals visie, relatie tussen persoon met een handicap en ondersteuner, vraaggestuurdheid zo verschillend dat het gerust als een andere sector beschouwd kan worden. Wij verwachten dat een overzetting uiteindelijk de keuzevrijheid, controle, en mogelijkheden van het PAB om ondersteuning op maat waar te maken, zal verkleinen. Ons inziens is het grootste probleem om assistenten aantrekkelijkere arbeidsvoorwaarden te geven de te lage PAB-budgetten (zie hoger), niet de arbeidswetgeving. 3.6 Bonus … en malus Werkgevers - budgethouders die nu al 10,4 euro betalen krijgen een “bonus” als beloning omdat ze een “goede werkgever” zijn. Hoeveel de bonus zal bedragen, is niet duidelijk. Dit komt bij mensen die minder betaalden aan als een bestraffing of als een insinuatie als zouden zij geen goede werkgever zijn. Nochtans volgden ze al die jaren enkel de wet. Bovendien geven mensen vaak noodgedwongen minder dan 10,4 euro omdat hun budgetten te laag zijn en ze geen financiële reserve hebben om uit eigen zak bij te passen aan het einde van het jaar.
4. Bronnen en meer informatie:
Voorlopig verslag van de commissie welzijn van 2 juli (zie p 38-44)
Websites budgethoudersverenigingen Absoluut en Onafhankelijk Leven
[6]