Stand van zaken en koersbepaling kustverdediging Februari 2006
RIS135704A_22-FEB-2006
Inleiding Op 30 juni 2005 heeft in de gezamenlijke commissie SWB / MSSS een openbare werkbespreking over de kustverdediging plaatsgevonden. Afgesproken is de commissies op de hoogte te houden van de ontwikkelingen omtrent de kustverdediging. In deze notitie is het verhaal van de kustverdediging geplaatst binnen een breder kader aan kustprojecten en -trajecten. Eerst wordt uiteengezet welke koers Den Haag vaart ten aanzien van kustverdediging. Daarna worden de kustprojecten waarbij Den Haag betrokken is toegelicht. Voor de overzichtelijkheid zijn deze projecten ingedeeld naar de belangrijkste schaalniveaus: gemeente, provincie en rijk. Tot slot wordt schematisch weergegeven in welke kustoverleggen Den Haag participeert.
A. Koers Den Haag: Op dit moment staat de aanpak van de kustverdediging op korte termijn centraal. Concreet betekent dit dat in 2006 wordt vastgesteld op welke manier de kustverdediging wordt aangepakt, zodat in 2007 met de uitvoering kan worden gestart (zie zwakke schakeltraject verderop in deze memo). Dit betekent ook dat op dat moment de financiële middelen daarvoor beschikbaar moeten zijn. De gemeente Den Haag zet voor de zwakke schakel Scheveningen in op de boulevardvisie als de oplossing voor de kustverdediging op korte termijn. Aangezien dit een integrale aanpak is (kustverdediging én ruimtelijke kwaliteit), is de gemeente Den Haag bereid een deel van de lasten op zich te nemen. Daarnaast wordt er gestudeerd op mogelijke lange termijn ontwikkelingsperspectieven voor de kust, bijvoorbeeld in het kader van de motie Geluk of de Zuidvleugelagenda. Den Haag vindt het belangrijk en wil bij die trajecten betrokken zijn. De Haagse insteek met betrekking tot de studies is de volgende: 1. 2.
3. 4.
De lange termijn studies mogen op geen enkele wijze het proces van de zwakke schakels (= korte termijn kustverdediging) verstoren. Er is door enkele partijen aan het begin van dit jaar geopperd dat een kustlocatie met woningen een oplossing zou zijn voor het gemis aan ruimtelijke kwaliteit in deze hoek van de Zuidvleugel. De gemeente Den Haag is van mening dat als er een gemis aan ruimtelijke kwaliteit in deze hoek van de Zuidvleugel is, eerst onderzocht dient te worden wat dat gemis precies is. Zoals vermeld in de structuurvisie zal Den Haag in Zuidvleugelverband een visie opstellen voor de langetermijnontwikkeling van de ZuidHollandse kust (zonder de aanpak van de zwakke schakels daarbij voor de voeten te lopen). Er is daarbij tot 2020 geen behoefte aan een kustuitbreiding ten gunste van grootschalige woningbouw. Op basis van de bevindingen van de studies zal het gemeentebestuur haar standpunt bepalen. Als in dat licht een verdere kustontwikkeling een oplossing biedt, dient dan onderzocht te worden wat nut, noodzaak en draagvlak van verschillende varianten van kustontwikkeling zijn. Voor de lange termijn studies wil Den Haag dat de gehele Haagse kust mee in ogenschouw wordt genomen.
B. Overzicht kustprojecten I.
Gemeente
Zwakke schakel traject Het ministerie van VenW heeft in 2004 acht prioritaire zwakke schakels 1 in de zeewering aangewezen. Voor deze prioritaire zwakke schakels zijn in opdracht van VenW planstudies gestart om te komen tot een versterkingsplan in 2007. Een zwakke schakel is prioritair als er binnen 20 jaar een veiligheidsprobleem is én als er een ruimtelijke kwaliteitsimpuls gewenst is. Op deze prioritaire zwakke schakels wordt een gecombineerde aanpak van verbetering van de veiligheid én de ruimtelijke kwaliteit toegepast. De provincies hebben de regie over de planstudies. De waterschappen moeten het plan opstellen en vaststellen, zoals geregeld is in de Wet op de Waterkering. De betrokken gemeentes dragen zorg voor de ruimtelijke kwaliteitsimpuls en afstemming van het ontwerp met lokale belangen. Den Haag is betrokken bij twee prioritaire zwakke schakels: planstudie versterking zeewering Scheveningen en planstudie versterking zeewering Delflandse kust. Planstudie versterking zwakke schakel Scheveningen Initiatiefnemer: Hoogheemraadschap van Delfland Betrokken partijen: Gemeente Den Haag, provincie Zuid-Holland, Rijkswaterstaat directie Zuid-Holland Betrokkenheid Den Haag: Verantwoordelijk voor ruimtelijke kwaliteit en afstemming ontwerp versterking zeewering met lokale wensen en belangen Inleiding De betrokken partijen hebben de afgelopen maanden onderzocht hoe de zeewering het best versterkt kan worden. In het startdocument zijn een aantal oplossingsrichtingen tegen elkaar afgewogen en zijn twee alternatie ven geselecteerd die nader worden onderzocht. Dit zijn : - Een nieuwe kustlijn: Een versterking van de zeewering door het aanbrengen van een zandbanket. Het zandvolume wordt in ieder geval op die plekken aangebracht, die in de planperiode tot 50 jaar niet voldoen aan de veiligheidsnormen. - Een verharde zeewering: Een versterking van de zeewering met een harde constructie ter hoogte van de boulevard op die plekken waar de veiligheid in de planperiode tot 50 jaar in het geding is. Bovenstaande alternatieven zijn hoofdkeuzen, waarbinnen tal van uitwerkingsvarianten mogelijk zijn. Zo kan bijvoorbeeld de omvang van het zandbanket (alternatief nieuwe kustlijn) door een combinatie met technische ingrepen verminderd worden. De hoogte van de constructie (alternatief verharde zeewering) kan beperkt worden door bijvoorbeeld een strandophoging. In de uitwerking wordt gezocht naar de tussenvariant die het best aansluit bij het karakter van de badplaats Scheveningen.
Richting Voorkeursalternatief Inmiddels is het project weer een stap verder. De uitwerking van de alternatieven is in volle gang. Er wordt toegewerkt naar het opstellen van een Voorkeursalternatief waar de gemeente Den Haag, 1
Den Helder-Callantsoog, Hondsbossche- en Pettemer zeewering, waterkering Noordwijk, waterkering Scheveningen, Hoek van Holland-Kijkduin, Flauwe Werk (Goerree-Overflakkee), Zuidwest Walcheren en West Zeeuws-Vlaanderen
Hoogheemraadschap van Delfland, Provincie Zuid-Holland én Rijkswaterstaat mee in kunnen stemmen. Het college van Den Haag heeft de Scheveningen Boulevard Visie aangedragen als voorkeursontwerp voor versterking van de zeewering. Bij de uitwerking van de alternatieven is gebleken dat de Scheveningen Boulevard Visie heel goed aansluit bij versterking van de zeewering middels een combinatie van een constructie en extra zand. Hier binnen zijn twee hoofdkeuzes te maken: 1. Constructie dicht bij bebouwing. Alle openbare ruimte aan de zeezijde van de constructie wordt beschouwd als zand. Hierdoor kan de hoogte van de constructie iets beperkt worden. Met name bij de kop van de Keizerstraat en de aansluiting naar het Seinpostduin kan dit voordelen opleveren. Nadeel van deze optie is dat de kans dat de vernieuwde Boulevard bij de Keizerstraat door de zee beschadigd wordt groter is dan bij de optie 2. De gemeente Den Haag zal de kosten van eventuele schade zelf moeten dragen. 2. Constructie bij de Keizerstraat iets zeewaarts aanleggen van de huidige constructie; de rest van constructie daar aanleggen waar voldoende hoogte is in het maaiveld. De zeewaartse uitbouw van de Boulevard bij de Keizerstraat ligt hierdoor achter de waterkering. Voordeel is dat juist op dit meest kwetsbare punt aan de kust de kans van bezwijken van de openbare ruimte hierdoor zeer gering is. In het buitendijks gebied van Scheveningen is de economische waarde hoog. De gevolgen van de klimaatverandering mogen niet leiden tot een toename van de kans op schade in het gebied. Hiertoe zullen naast de maatregelen ten behoeve van de bescherming van het achterland, ook maatregelen genomen worden ten behoeve van risicobeheersing. Gezamenlijk vormen zij het ontwerp voor de versterking van de zeewering. De keuze voor een Voorkeursalternatief zal gebaseerd zijn op de volgende aspecten: - Hoe ziet de versterking van de zeewering er uit. - Wat zijn de effecten op de omgeving. - Sluit het aan bij te nemen maatregelen voor risicobeheersing. - Hoeveel kost de aanleg van de versterkingsmaatregelen en het herinrichten van de openbare ruimte. - Hoeveel kost het beheer en onderhoud. - Hoeveel economisch voordeel levert het op. - Kunnen toekomstige generaties nog verdergaande maatregelen nemen (robuustheid van het ontwerp). Parallel aan de technische uitwerking van het Voorkeursalternatief tot een Verbeterplan met Projectnota, zal Den Haag een Voorlopig Ontwerp voor de inrichting van de openbare ruimte opstellen. Planning - Eind maart 2006 voorstel Voorkeursalternatief gereed. - Half april 2006 bestuurlijke instemming Voorkeursalternatief betrokken partijen (Den Haag, Delfland, Rijkswaterstaat, Provincie Zuid-Holland). - Zomer 2006 uitwerking Voorkeursalternatief tot Verbeterplan met Projectnota en Voorlopig Ontwerp openbare ruimte. - September 2006 vaststelling Verbeterplan met Projectnota en Voorlopig Ontwerp openbare ruimte. - 2007 start uitvoering.
Planstudie versterking zwakke schakel Delflandse kust Initiatiefnemer: Hoogheemraadschap van Delfland Betrokken partijen: In samenwerking met: gemeente Den Haag, gemeente Westland, provincie Zuid-Holland en Rijkswaterstaat Nauw betrokken: deelgemeente Hoek van Holland en gemeente Rotterdam Betrokkenheid Den Haag: Verantwoordelijk voor ruimtelijke kwaliteit en afstemming ontwerp versterking zeewering met lokale wensen en belangen in Kijkduin Inleiding: Net als bij de planstudie voor Scheveningen zijn het afgelopen jaar voor de aanpak van de Delflandse kust verschillende oplossingsrichtingen onderzocht en tegen elkaar afgewogen. Dit heeft geresulteerd in een drietal alternatieven die verder uitgewerkt worden: - Verhoogde duinen: De zwakke plekken worden landwaarts opgehoogd en opgevuld. Delen van de bestaande duinen worden afgedekt. Dat verlies moet vanwege natuurwet- en regelgeving worden gecompenseerd. - Zeewaarts verbreden: Met lage, brede duinen de zwakke plaatsen versterken. Er wordt zo nieuw duingebied aangelegd. - Royaal zeewaarts Er wordt een afwisselend landschap voor de bestaande duinen aangelegd, vergelijkbaar met de Van Dixhoorndriehoek (spontane zandaanslibbing) bij Hoek van Holland. Deze oplossingsrichting is faseerbaar. Zo kan men met extra suppleties het strand verbreden en natuurlijke duinvorming een kans geven. Stand van zaken: Op dit moment wordt er gerekend en ontworpen om de hierboven genoemde alternatieven een slag verder te brengen. Op basis van de resultaten wordt een voorkeursalternatief opgesteld waar alle samenwerkingspartners achter staan. Dit alternatief wordt vervolgens uitgewerkt tot een verbeteringsplan. Standpunt Den Haag: Versterking van de zeewering op korte termijn staat voorop. Draagvlak en financiële haalbaarheid zijn hierbij twee belangrijke voorwaarden. De maatregelen kunnen tegelijkertijd een meerwaarde opleveren voor natuur en recreatie. Inzet van Den Haag is dat met de maatregelen voor versterking van de zeewering tevens een verbreding van het Zuiderstrand gerealiseerd wordt. De Boulevardfunctie van Kijkduin dient behouden te blijven. Evenals in Scheveningen, speelt ook hier het aspect risicobeheersing. De Boulevard en Boulevardbebouwing van Kijkduin liggen buiten de waterkering. Standpunt van Den Haag is dat de kans dat er iets mis gaat in ieder geval niet mag toenemen. Gezien de klimaatverandering moeten dus ook hier maatregelen genomen worden. Planning - Eind maart 2006 voorstel Voorkeursalternatief gereed - Half april 2006 bestuurlijke instemming Voorkeursalternatief betrokken partijen (Den Haag, Westland, Hoogheemraadschap Delfland, Rijkswaterstaat, Provincie Zuid-Holland) - Zomer 2006 uitwerking Voorkeursalternatief tot Verbeterplan - September 2006 vaststelling Verbeterplan - 2007 start uit voering
Seaport Initiatiefnemer: Betrokken partijen: Betrokkenheid Den Haag:
Den Haag Den Haag (NL), Bremerhaven (DL), Hartlepool (UK), Nieuwpoort (B), Ministerie van Vlaanderen kustdivisie (B) Lead partner => trekker van het project Partner => inbreng locale projecten
Seaport is een internationaal samenwerkingsproject met als doel: het onderzoeken van kansen voor nieuwe economische activiteiten in kustplaatsen en het verbeteren van de condities om economische herstructurering in kustplaatsen te stimuleren. Dit gebeurt door middel van uitwisseling van kennis en ervaringen. Het project loopt tot eind 2006. De ontwikkeling van het project Illuminada heeft in dit kader plaatsgevonden.
II.
Provincie
Integraal Ontwikkelingsperspectief Kust – Zuid-Holland (IOPK-ZH) Initiatiefnemer: Provincie Zuid-Holland Betrokken partijen: Betrokkenheid Den Haag: In 2005 heeft de Provincie Zuid-Holland het IOPK, ‘Lijnen in het zand’, opgesteld met als doel de korte termijn ingrepen in de kust (zwakke schakels) te laten sporen met het ruimtelijk beleid en de gewenste ruimtelijke ontwikkeling op langere termijn. Belangrijk voor Den Haag is dat het IOPK dient als toetsingskader voor en coördinatie tussen de zwakke schakels. Standpunt Den Haag: Den Haag kan zich vinden in de uitgangspunten en conclusies van het IOPK. Wel is richting de provincie aangegeven dat er ten aanzien van de badplaatsen ruimte moet zijn om af te wijken van de voorkeur voor zachte maatregelen (zand). Met het oog op de ruimtelijke kwaliteit, het gebruik en de beleving van Scheveningen en Kijkduin, moeten ook oplossingen met constructies bekeken worden. 2e fase Motie Geluk In 2004 heeft de Tweede Kamer de regering met de motie Geluk verzocht onderzoek te verrichten naar een mogelijk kustuitbreiding (voor functies als natuur, recreatie en wonen) aan de Delflandse kust. Deze verkenning gebeurt in een drietal fasen: Fase 1: (afgerond) In deze fase is gekeken naar de financiële haalbaarheid van een eventuele kustuitbreiding en de mogelijkheden die de vorming van PPS in planvorming en businessontwikkeling kan bieden. Dit heeft geresulteerd in het Ecorys-rapport ‘Is Geluk haalbaar?’. Met als conclusie: haalbaar met de bouw van +/- 40.000 woningen in het duurdere segment en mits de overheid de kosten voor de aanleg van de infrastructuur op zich neemt. Fase 2: (loopt op dit moment) In de tweede fase wordt maatschappelijk nut en noodzaak (MKBA) en draagvlak voor kustuitbreiding onderzocht. De provincie heeft hiertoe opdracht gekregen van het Rijk. Fase 3: De laatste fase kan de voorbereidingen behandelen om tot een eventueel besluit te komen dat de feitelijke kustuitbreiding regelt. Initiatiefnemer: Betrokken partijen:
Provincie Zuid-Holland Ministeries, Provincie Zuid-Holland, gemeenten Den Haag, Westland en Rotterdam, Waterschap
Betrokkenheid Den Haag:
behartigen korte en lange termijn belangen Den Haag
Standpunt Den Haag: De prioriteit van de gemeente Den Haag met betrekking tot de ontwikkeling van de Zuid-Hollandse kust ligt bij de aanpak van de kustverdediging op korte termijn. Veiligheid staat voorop. Daarnaast doet Den Haag wel actief mee aan de studies voor de langetermijnontwikkeling van de gehele ZuidHollandse kust. Dat proces mag het korte termijn traject van de kustverdediging niet frustreren. Tot 2020 heeft Den Haag haar ambities kenbaar gemaakt in de Structuurvisie. Hiermee is ook de ambitie ten aanzien van de ontwikkeling van de kust duidelijk. Er is tot 2020 geen behoefte aan een kustuitbreiding ten gunste van grootschalige woningbouw. Relevant in dit kader zijn ook de activiteiten van de begeleidingscommissie Tielrooij. De rol van deze commissie is als volgt gedefinieerd: ‘De gedeputeerde gevraagd en ongevraagd te begeleiden bij de uitvoering van haar Kustbeleid in Zuid-Holland en te voorzien van creatieve en innoverende adviezen rondom de kustontwikkeling in dit complexe gebied van Zuid-Holland, het Zuidvleugelgebied van de Randstad.’ Een ander spoor dat hiermee samenloopt is het positioneren van ‘kustontwikkeling’ op de Zuidvleugelagenda. Ook hier moet weer gewaakt worden voor verwarring over korte termijn (kustverdediging) en lange termijn (kustontwikkeling) ambities.
III.
Rijk
Risicobeheersing kustplaatsen Op 20 januari jl. heeft de ministerraad ingestemd met het voorstel van staatssecretaris Melanie Schultz van Haegen ten aanzien van ‘risicobeheersing in kustplaatsen’. Inhoud voorstel: 1. Het huidige buitendijkse beschermingsniveau in bestaande woongebieden aan de kust blijft behouden. Het gaat daarbij om historisch gegroeide aaneengesloten bestaande bebouwde gebieden. 2. Het huidige beschermingsniveau verschilt per kustplaats. Via een uniforme methodiek zal per plaats het niveau bepaalt en op kaart weergegeven worden. Voor de prioritaire zwakke schakels volgt de definitieve bepaling en weergave pas nadat de verdedigingswerken zijn uitgevoerd. 3. Het rijk legt het buitendijks beschermingsniveau niet wettelijk vast. Provincies en gemeenten zijn aan zet voor het herkenbaar vastleggen van het huidige beschermingsniveau in streek- en bestemmingsplannen. 4. Wanneer een hoger beschermingsniveau gewenst is, is dit voor rekening van de initiatiefnemer. Hetzelfde geldt voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen buiten bebouwd gebied. Standpunt Den Haag: Den Haag kan zich vinden in het voorstel. Het enige dat daarin mist is een standpunt ten aanzien van het opheffen van de beperkingen in de reserveringszone in kustplaatsen. Den Haag is hier voorstander van. Den Haag zal hier in het kader van de ‘zwakke schakels’ met de provincie en het hoogheemraadschap afspraken over maken. Achtergrond Sinds de zomer van 2004 wordt gewerkt aan het oplossen van de discussie over Risicobeheersing Kustplaatsen. Rijksoverheid, provincies, waterschappen en gemeenten hebben verschillende belangen
en verschillende opvattingen over dit onderwerp. Ook is er verschil tussen de Wadden, Hollandse kust en Zeeuwse kust. Op 12 mei 2005 heeft er een directeurenconferentie over risicobeheersing in kustplaatsen plaatsgevonden. Vanuit deze conferentie is een aantal discussiepunten aan het Bestuurlijk Overleg Kust (BOK) voorgelegd. In het BOK van 26 mei 2005 is besloten een bestuurlijke werkgroep (commissie Poelmann) op te richten. In de bestuurlijke werkgroep zitten één vertegenwoordiger van het rijk, één van de provincies, één van de waterschappen, één van de gemeenten en één van een verzekeringsmaatschappij. Opdracht was de onderwerpen waar men het nog niet over eens is flink bij de kop te pakken en, zonder zich daarbij te veel te laten leiden door juristen en rekenmeesters. De werkgroep heeft in oktober haar advies gepresenteerd.
C. Overlegorganen kust
Overlegorgaan POK-ZH Provinciaal Overleg Kust Zuid-Holland BOK Bestuurlijk Overleg Kust Zwakke schakels - Scheveningen - Delflandse kust Motie Geluk
Ambtelijk vertegenwoordigd Ja
Bestuurlijk vertegenwoordigd Ja (W. Stolte)
AOK – via Mw. Van der Lek/ VNG- Gem. Zandvoort Ja, via projectgroepen
Via VNG- Gem.Zandvoort
Ja, via ontwerpclub en projectgroep
Ja (W. Stolte)
Ja, stuurgroep gecombineerd met POK