Stavenisse
Kempenshofstede
Stamreeks Johannes Quist
I. Crijn (Quirijn) Quist, geb. ca. 1560, won. Ouwerkerk in ca. 1590-1595, tr. N.N., Uit dit huwelijk: 1. Cornelis, geb. Ouwerkerk ca. 1590, volgt II. 2. Jacob, geb. Ouwerkerk ca. 1595, tr. als j.m. van Ouwerkerk, Stavenisse 12 februari 1623 Susanneken Crijns, j.d. van Vosmaer. Bronnen Crijn woont ca. 1590-1595 te Ouwerkerk. Hij heeft waarschijnlijk nimmer te Stavenisse gewoond. In de bewonerslijst van 1607 komt hij niet voor, evenmin als in de latere lidmatenlijsten. ad 2. Jacob Jacob is in 1617 en Susanneken in 1630 doopgetuige te Stavenisse. Akte van scheiding en deling d.d. 3 mei 1649 tussen Jacob Crijnsen Quist enerzijds en zijn kinderen Lindert Domiss, getrouwd met Lena Jacobs, en Crijn Jacobsen Quist met betrekking tot de huisraad, kleren, vee, vruchten etc.; de andere contracten tussen Jacob Crijns en zijn kinderen zijn in het register van vrijwillige akten opgenomen (Oud Vossemeer, Weeskamer inv.nr. 5585 - f 208). Op 7 maart 1650 brengt Jacob Crijns Quist, weduwnaar van wijlen Susanna Crijns, de staat en inventaris van de vorderingen en schulden van het sterfhuis; vorderingen: van zeker besterf haar [Susanna Crijns] aanbestorven in "Oudekercke" met "vycrije" en "beyeren" volgens de akte uit het register aldaar d.d. 10 december 1642. 7 maart 1650 nader akkoord tussen Jacob Crijns Quist en zijn kinderen met betrekking tot deze inventaris (Oud Vossemeer, Weeskamer inv.nr. 5585 - f 212v).
Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
1
II. Cornelis Crijns Quist, zn. van I geb. Ouwerkerk ca. 1590, landman te Stavenisse, schepen van Stavenisse 16231629, 1632-1640 en 1647-1648, armmeester te Stavenisse 1631-1632, diaken te Stavenisse 1618-1620, won. Popckenshoeck te Oud Kempenshofstedepolder, overl.kort voor 4 augustus 1667, otr/tr.1 als j.g. van Ouwerkerk en won. Kempenshofstede, Stavenisse 25 juni/4 september 1616 Janneken Jans Jonckswaegers, j.d. van Middelburg in Zeeland en won. Kempenshofstede, overl. tussen 18 november 1630 en 2 augustus 1631, dr. van Jan Jans Jonckswaeger, landman, schepen van Stavenisse voor Kempenshofstede in 1606-1607. otr./tr.2 Scherpenisse 2 augustus/10 september 1631 Neelken Jans, van Westkerke, ged. mog. Scherpenisse 31 oktober 1604, overl. Stavenisse voor 1660, dr. mog. van Jan Jacobs en Mayken Theeus. Uit huwelijk 1: 1. Jan, ged. Stavenisse 20 augustus 1617, overl. jong. 2. Lieventje, ged. Stavenisse 1 december 1619, overl. jong. 3. Lieventje, ged. Stavenisse 27 december 1620. 4. Crijn, ged. Stavenisse 31 juli 1622. 5. Jeremias, ged. Stavenisse 22 januari 1625, bel. Stavenisse 17 april 1667, landman te Stavenisse, gezworene van de dijkage van Oud Kempenshofstede, overl. Stavenisse tussen 23 maart 1679 en 11 januari 1680. otr./tr. Stavenisse 27 maart/24 april 1647 Neeltje Domus, ged. Stavenisse 29 maart 1626, overl. Stavenisse na 15 november 1674, dr. van Domus Lambrechts en Adriaentje Joosse. 6. Rachel, ged. Stavenisse 3 januari 1627, overl. Stavenisse voor 6 juli 1651, tr. Stavenisse 7 september 1644 Cornelis Antonis Moerland, geb. Kempenshofstedepolder, ged. Stavenisse 11 februari 1624, landman te Stavenisse, dr. van Antonis Cornelisse Moerland en Trijntje Geers. 7. Jacob, ged. Stavenisse 18 november 1630, landman/tavernier, overl. Stavenisse voor 1681, tr. Stavenisse 29 september 1653 Rachel Pieters Houck, geb. St.Annaland overl. Stavenisse voor 1681, dr. van Pieter Jacobs Houck Uit huwelijk 2: 8. Mariken, ged. Stavenisse 7 juni 1632. 9. Johannes, ged. Stavenisse 7 oktober 1635, volgt III. Bronnen Het 2e huwelijk van Cornelis Crijns werd te Stavenisse aangetekend in het trouwboek op 9 september 1631. Neelken Jans tr.1, otr. als geb. Poortvliet en won. Westkerke, Scherpenisse 13 juli 1624 Jacob Cornelis Swarte, wdnr. van Christijnken Pauwels. Hij overl. voor 16 juni 1630. Kerkeraadsvergaderingen van de Nederduits Gereformeerde Kerk te Stavenisse. - 12 december 1618. Cornelis Crijnse, diaken. - 1 april 1620. Cornelis Crijnse, diaken. - 11 juli 1620. "Cornelis Crijnse is absent geweest, is oversulckx vervallen in de boete van vijf schellingen". Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
2
"Cornelis Crijnse met sijn huijsvrouwe Janneken Jans" (lidmaten). - 1 oktober 1620. Er worden nieuwe diakenen aangesteld ter vervanging van o.a. Cornelis Crijns."Cornelis Crijnse, de laetste mael ten Avontmaele niet geweest sijnde, sal daer benevens werden vermaent alle swaricheden en . . . . ten eijnde opdat hij de naeste reijse aen de tafel des Heeren nevens andere ledematen mach verschijnen". - 4 oktober 1621. "Cornelis Crijnse gekeven heeft met Isaac Clementse ende hem geslagen, sal hem werden afgevraecht of hij daer van leetwesen heeft ende versoent is ende alsdan met den anderen gelovigen (ter tafel) . . . .". - 13 oktober 1621. "Cornelis Crijnse afgevraecht sijnde of hij met Isaack Clements versoent was ende of hij leetwesen voor sijne daet hadde, antwoort ja, sal oversulckx ten Avontmaele comen". - 22 december 1627. "Alsoo Cornelis Crijnse ende Domes Lambrechtse de laetste mael ten Avontmael niet geweest en sijn overmits sij twist met den anderen hadden, sullen werden aen. . . . versoeninge werden vermaent ofte indien sij in gebreke blijven van den Avontmaele gehouden ende naeste vergaderinge geciteert werden". - 25 december 1627. Bailju en schepenen van Stavenisse wonen de kerkeraadsvergadering bij, waaronder Cornelis Crijnse. Hoewel het voltallige collegie niet was uitgenodigd, zal de aanwezigheid ditmaal worden toegestaan. - 11 april 1629. "Cornelis Crijnse ontboden sijnde, is gecompareerd enz." uitgenodigd als schepen i.v.m. de middelen der diaconie. - 21 april 1629. "Sijn oock oversien de namen dergenen die hun van den Avontmaele hebben onthouden ende onder anderen sijn oock dese bevonden, dewelcke nochtans te vooren in't besoecken der litmaten verclaert hadden geen swaricheijt te hebben, te weten Willem Adriaense, Neelken Wolfs ende Cornelis Crijnse". - 1629. Cornelis Crijnse genoemd als lidmaat samen met Janneken Jans. - 1632. Cornelis Crijnse genoemd als lidmaat samen met Neelken Jans. - 1660. Cornelis Crijnse genoemd als lidmaat, nu alleen. Cornelis Crijns is te Stavenisse huurder van tienden (kavels land) van 1624 t/m 1661 en staat borg voor andere huurders van 1624 t/m 1660. (Stavenisse, Raze 5936). Cornelis Quirijnsen Quist en zijn zoon Johannis Cornelisse Quist verklaren op 21 oktober 1656 schuldig te zijn aan hun pachtheer Mr. Marynis Stavenisse een bedrag van £ 132:13:4 vls. à penninck sestien. Onderpand: alle eigen landen in Kempenshofstede in Popkenshoeck en in de Lantblock alsmede alle erfpachtlanden en dijken. (Stavenisse, Raze 5899-42v). Op 20 januari 1659 wordt beslag gelegd op de goederen van Cornelis Crijnse Quist, in verband met het in gebreke blijven van het betalen van statepenningen over het jaar 1656 en 1657 groot £ 14:14:3:6 m vls. (Stavenisse, Raze 5899-100). Kopie van koopovereenkomst d.d. 20 januari 1659, w.g. Cornelis Crijnse, Johannis Cornelisse Quist, Jeremias Cornelisse Quist (Stavenisse, Raze 5899-118v). Crijnse Cornelis Quist verklaart op 27 juni 1659 schuldig te zijn aan de erfgenamen Tanneke Mels sal. £ 22:0:0 vls. (Stavenisse, Raze 5899-110). Op 11 maart 1660 worden goederen van Cornelis Quirijnsen Quist door de deurwaarder verkocht in verband met het in gebreke blijven van betaling van achterstallige statepenningen groot £ 5:3:10:12 m vls. (Stavenisse, Raze 5899-123). Cornelis Crijnse Quist verkoopt (transport 16 maart 1660) een hoeveelheid land te Kempenshofstede. (Stavenisse, Raze 5899-135).
Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
3
Cornelis Crijnse Quist verklaart op 26 maart 1660 schuldig te zijn £ 40:0:0 vls. (Stavenisse, Raze 5899-130). Cornelis Crijnse Quist verklaart op 22 april 1660 schuldig te zijn £ 25:0:0 vls. (Stavenisse, Raze 5899-128v). Cornelis Quirijnssen in Stavenisse, weduwnaar van wijlen Neeltje Jans, testeert op 12 mei 1661 voor notaris Govaert Stempel te Bergen op Zoom. Hij legateert aan zijn jongste zoon Johannes Cornelissen te Nieuw Vossemeer waar moeder van was Neeltje Jans een som van £ 25:0:0 vls. voor zijn moederlijk goed. Alle resterende goederen moeten verdeeld worden over zijn voor- en nakinderen. Akte met handtekening "Cornelis Crins". (Bergen op Zoom, NA inv.nr. 85). Cornelis Crijnse Quist, wonende Oud Kempenshofstede, verklaart op 20 december 1666 schuldig te zijn aan zijn zoon Joannes Quist £ 10:0:0 vls. (Stavenisse, Raze 5900-23). Cornelis Crijnse Quist, won. in Oud Kempenshofstede en Jeremias Quist zijn 20 december 1666 schuldig aan secr. Uijl £ 10 vls. Onderpand 2 gemeten land, tarwe in Breedenvliet (erfpachtland). (Stavenisse, Raze 5900). Comp. Joannes Becius neemt d.d. 2 augustus 1667 in arrest vruchten op zijn land in Breedenvliet, bruiker is geweest den overledene Cornelis Crijns Quist. (Stavenisse, Raze 5900). Joan Becius d.d. 4 augustus 1667 contra erfgenamen Cornelis Crijnse Quist, arrest landpachten 1666 £ 8:0:0 vls. Statepenningen £ 5:10:0 vls. (Stavenisse, Raze 5900). Jeremias Cornelisse Quist laat d.d. 15 november 1667 beslag leggen op de nagelaten goederen van zijn overleden vader Cornelis Crijns Quist. (Stavenisse, Raze 5900). Jeremias Cornelisse Quist d.d. 17 november 1667 als eiser en arrestant contra sterfhuis van overleden vader Cornelis Crijnse Quist in de nagelaten goederen. Landhuur 1667 £ 5:14:1 vls. Borger voor de lopende pacht 1668, voor doodschuld, voor huishuren en arbeidsloon, samen £ 17:10:3 vls. (Stavenisse, Raze 5900). Jeremias Quist d.d. 19 november 1667 contra Cornelis Crijns Quist en Michiel Cornelisse. Den schout Troost verzoekt voor de voorkinderen van Cornelis Anthonisse Moerland geprocureert bij Rachel Quist. (Stavenisse, Raze 5900). Jeremias Quist d.d. 21 november 1667 contra sterfhuis overleden vader Cornelis Crijns Quist. Michiel Cornelisse voor de eiser. Schepenen staan penningen toe. (Stavenisse Raze 5900). ad 5. Jeremias Kinderen: ged. Stavenisse, Jannetje 1 februari 164., Domus 16 januari 1650, Lambrecht 26 december 1651, Rachel 16 november 1653, Johannes 20 september 1655, Mary 7 januari 1657, Crintje 16 februari 1659, Adriaentje 20 maart 1661, Abraham 28 oktober 1663, Cornelia 30 november 1665, Lijsbeth 23 oktober 1667, Leendert 1 juni 1670. Jeremias is huurder van tienden te Stavenisse van 1651 t/m 1655 en borg voor andere huurders van 1653 t/m 1655. (Stavenisse Raze 5936).
Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
4
Jeremias Crijnse Quist verklaart op 24 februari 1656 schuldig te zijn aan Leendert Jansen Buerman en Leendert Witte £ 14:10 vls. Onderpand een jong bruin ruinpaard. (Stavenisse, Raze 5899-19v). Op 20 januari 1659 wordt beslag gelegd op de goederen van Jeremias Quist, in verband met het in gebreke blijven van het betalen van statepenningen over het jaar 1656 en 1657 groot £14:14:3:6 m vls. (Stavenisse, Raze 5899-100). Kopie van een koopovereenkomst d.d. 20 januari 1659 w.g. Jeremias Cornelisse Quist. (Stavenisse, Raze 5899-118v). Jeremias Quist verklaart op 5 juni 1659 schuldig te zijn aan Janneken Qurijns Queeck over landpacht £ 47:16:0 vls. Te betalen na de oogst 1659 1/3, kerst 1659 1/3 en kerst 1660 1/3. (Stavenisse, Raze 5899-107v). Jeremias Quist wordt op 2 oktober 1659 gemaand zijn achterstallige statepenningen over 1658 te betalen groot £ 19:11:7 vls. (Stavenisse, Raze 5899-117). Op 11 maart 1660 worden goederen van Jeremias Quist door de deurwaarder verkocht in verband met het in gebreke blijven van betaling van achterstallige statepenningen groot £ 11:3:5 vls. (Stavenisse, Raze 5899-123). Jeremias Quist verklaart op 21 september 1660 schuldig te zijn £ 6:10:8 vls. (Stavenisse, Raze 5899-139). Secretaris Uul als dijkgraaf en penningmr. van de polder Oud Kempenshofstede neemt op 24 juli 1664 in arrest alle vruchten op 12 gemeten land daar bruiker van is Jeremias Quist, gelegen in "den tienden block in den voors. polder daer den voors. Quist inne woont genaemt Sion". (Stavenisse, Raze 5899-261v). Jeremias Cornelisse Quist woont in en pacht de tiende blok genaamd "Sion Oost" te Stavenisse in 1666. (Stavenisse, Raze 5900-17v). Jeremias Quist verkoopt (geleverd 4 november 1660) 7 gemeten 117 roeden land te Stavenisse aan Jacob Jacobse Uyl voor £ 1.700,- en 2 rosenobels voor zijn vrouw Neeltje Domus. Het land is hem aanbestorven uit de boedel van zijn schoonmoeder Adriaenken Domis. (Stavenisse, Raze 5899-142v). In 1674 wordt hij genoemd als lidmaat te Stavenisse, hij woont dan buiten het dorp. (Stavenisse, akta kerkeraad). ad 7. Jacob Op 13 september 1655 compareert Jacob Cornelissen Quist voor schepenen van Stavenisse, hij wordt dan genoemd als tavernier en wonende binnen het dorp. (Stavenisse Raze ...).
Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
5
III. Johannes Cornelisse Quist, zn. van II geb. Oud Kempenshofstede, ged. Stavenisse 7 oktober 1635, landman te Nieuw Vossemeer, schepen van Nieuw Vossemeer 1680-1691, overl. (na 20 juni) 1693, tr. als geb. Oud Kempenshofstedepolder, Stavenisse 21 mei 1659, otr. Tholen 9 april 1659 Adriaentje Michiels Rolle, geb. Tholen september 1639, overl. tussen 15 september 1697 en 5 januari 1700, dr. van Michiel Cornelissse Rolle, landman te Tholen, en Berbel Cornelisse Braber. Uit dit huwelijk: 1. Cornelis, geb. Nieuw Vossemeer 1659, landman te Oud Vossemeer, schepen en burgemeester van Oud en Nieuw Vossemeer, weesmeester en armmeester van Oud en Nieuw Vossemeer, gezworene van de dijkage van Oud Vossemeer, begr. Oud Vossemeer 20 oktober 1728, otr.1 als j.m. van en won. Nieuw Vossemeer, Nieuw Vossemeer 8 juli 1690 Dingena Cornelisse Beuckelaar, wed. van Jacob Pieterse Gebraad, van Ossendrecht en won. Oud Vossemeer, landvrouw, begr. Oud Vossemeer 27 september 1706; otr./tr.2 Steenbergen 8/24 juli 1707 Anna Rochus Bierens, j.d. won. onder Steenbergen, ged. Steenbergen 20 april 1687, begr. Oud Vossemeer (in de Kerk) 21 mei 1726, dr. van Rochus Govaerts Bierens en Tanneken Heijndrickz van Hoogerwerf. 2. Cornelia, ged. Nieuw Vossemeer 6 juni 1660, overl. jong. 3. Michiel, ged. Nieuw Vossemeer 27 november 1661, overl. voor maart 1665. 4. Michiel, ged. Nieuw Vossemeer 7 maart 1665, overl. na 22 mei 1704, otr./tr. als j.m. geb. en won. Nieuw Vossemeer, Nieuw Vossemeer 25 september/10 oktober 1700 Cornelia Arijsen Nootenboom, j.d. geb. in de Heene en won. Nieuw Vossemeer, ged. Steenbergen 28 maart 1677, overl. na 22 mei 1704, dr. van Arij Bastiaensen Nootenboom en Lientjen Dirks van Driel. 5. Marinus, geb. Nieuw Vossemeer, begr. Oud Vossemeer 1 december 1729, otr./tr.1 als j.m. van Nieuw Vossemeer, Tholen 1/28 februari 1685 Janna Jacobs Strijt, j.d. van en won. Tholen, ged. Tholen 24 juli 1661, begr. Oud Vossemeer 20 april 1728, dr. van Jacob Jans Strijt en Adriaantje Jans; otr./tr.2 Nieuw Vossemeer 11 juni/4 juli (junius) 1728 Adriana Boone, wed. van Martinus Collemans en won. Nieuw Vosseeer (komende van Gilze als lidmaat 2 november 1721), geb. Lillo 1669, overl. na 30 oktober1733, dr. van Adriaan Engelszn Boone en Maria van Langevelt. 6. Nicolaas, geb. Nieuw Vossemeer, bel. Nieuw Vossemeer 20 december 1693, landman te Nieuw Vossemeer, gezworene van de dijkage te Nieuw Vossemeer, diaken en ouderling in 1711 te Nieuw Vossemeer, begr. Nieuw Vossemeer 26 augustus 1732, otr./tr.1 als j.m. geb. Nieuw Vossemeer, Nieuw Vossemeer 15/30 september 1696 Adriaentje Leenderts Geene, wed. van Abraham Quist, won. Nieuw Vossemeer, ged. Nieuw Vossemeer 15 november 1671, begr. Nieuw Vossemeer 5 juli 1721, dr. van Leendert Adriaans Geene en Maria Claesse; otr./tr.2 Nieuw Vossemeer 14 februari/1 maart 1722 Maria Pieters Bisschop, wed. van Adriaan Vastezage en won. Nieuw Vossemeer, begr. Nieuw Vossemeer 29 januari 1730; tr.3 Nieuw Vossemeer 18 juni 1730, otr. Tholen 31 mei 1730 Johanna Jans Beukelaar, wed. van Jacob Vleerbos en won. Tholen. 7. Anthony, ged. Nieuw Vossemeer 25 januari 1671, volgt IV. 8. Johannes, ged. Nieuw Vossemeer 10 september 1673, overl. voor 1700. 9. Jacob, ged. Nieuw Vossemeer 12 februari 1679, overl. voor 1700.
Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
6
Bronnen Ten huize van Hendrick Paulier, waard in 's-Lands Welvaren te Bergen op Zoom, testeert op 25 februari 1655 voor notaris Adr. van der Creke, Adriaentje Michielsen Rolle, dochter van Michiel Cornelissen Rolle en wijlen Barbeltje Cornelisse, wonende en geboren binnen de Stad Tholen, oud zijnde 15 jaren. Zij vermaakt haar goederen aan haar vader en bij diens eerder overlijden aan Mechelijntje en Cornelis Michielsen Rollen, verwekt bij Elisabeth Harmans haar stiefmoeder, en e.v.t. nog te verwekken kinderen. Ook haar zuster van halve bedde Pieternelletje Martens, waar vader van was Marten Cornelisse Jacht ontvangt 2 rosenobels. Akte met handtekening "Adriana Machgiels". (Bergen op Zoom, NA inv.nr. 105). Cornelis Quirijnsen Quist en zijn zoon Johannes Cornelisse Quist verklaren op 21 oktober 1656 schuldig te zijn aan hun pachtheer Mr. Marynis Stavenisse £ 132:13:4 vls. à "penninck sestien". Onderpand: alle eigen landen in Oud Kempenshofstede in Popkenshoeck en in de Lantblock alsmede alle erfpachtlanden en "dijckettingen". (Stavenisse, Raze 5899-42v). Cornelis Quirijnssen in Stavenisse, weduwnaar van wijlen Neeltje Jans, testeert op 12 mei 1661 voor notaris Govaert Stempel te Bergen op Zoom. Hij legateert aan zijn jongste zoon Johannes Cornelissen te Nieuw Vossemeer waar moeder van was Neeltje Jans een som van £ 25:0:0 vls. voor zijn moederlijk goed. De resterende goederen moeten verdeeld worden door zijn voor- en nakinderen. (Bergen op Zoom, NA inv.nr. 85). Johannes Cornelissen Quist en Adriaentien Michielssen Rolle, man en vrouw, wonende in Nieuw Vossemeer, testeren op 15 oktober 1661 voor notaris Ph. L. Scheuringh te Bergen op Zoom. Zij legateren aan de armen van Nieuw Vossemeer 1 rosenobel. De langstlevende blijft in bezit van de boedel. Uit te keren aan de kinderen bij meerderjarig worden ƒ 150,-. Bij overlijden van de kinderen voor meerderjarigheid kan worden uitgekeerd aan de vrienden van de eerst overledene, zijnde de vader van testateur of Herman Michiels Rolle de broer van testatrice, 1 rosenobel. Akte met handtekening "Johannis Cornelijss Quijst en Adriana Machgiels Roolle". (Bergen op Zoom, NA inv.nr. 177). Cornelis Crijnsen Quist, wonende in Oud Kempenshofstede, verklaart op 20 december 1666 schuldig te zijn aan zijn zoon Joannes Quist £ 10:0:0 vls. (Stavenisse, Raze 5900-23). Johannes Cornelisse Quist en zijn vrouw Adriaentie Rolle genoemd als lidmaat te Nieuw Vossemeer in juli 1669, ook latere jaren. (Nieuw Vossemeer, lidmatenlijst). Transporten betrekking hebbende op Johannis Cornelisse Quist, landman te Nieuw Vossemeer: - fol. 19 d.d. 2 oktober 1674, genoemd als pachter van land. - fol. 19v d.d. 2 december 1674, koopt 2 gemeten 160 roeden land. - fol. 37 d.d. 5 juni 1676, koopt 3 gemeten 188 roeden land. - fol. 59 d.d. 9 november 1677, koopt 6 gemeten land. - fol. 133v d.d. 16 juli 1683, koopt 1 gemet 149 - fol. 160v d.d. 22 november 1686, koopt een huis en erve. - fol. 161 d.d. 10 december 1686, akte van radiatie (huis en erve betaald). - fol. 178 d.d. 20 februari 1688, koopt 6 gemeten 252 roeden land. - fol. 185 d.d. 19 oktober 1688, verkoopt 6 gemeten 252 roeden land. - fol. 223v d.d. 8 april 1693, koopt 10 gemeten 124 roeden land. - fol. 225v d.d. 20 juni 1693, koopt 7 gemeten 284 roeden land (Johannis Quist leeft nog in juni, volgens lidmatenlijst 1693 overl.). Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
7
- fol. 259v d.d. 30 maart 1696, Adriaantje Rolle, wed. Johannis Quist koopt in de Achterstrate te Nieuw Vossemeer een schuur en erve (Nieuw Vossemeer, Raze 5505). De erfgenamen Johannes Quist en Adriaentje Michiels Rolle, t.w. de zoons Machiel, Cornelis, Claes en Marinis Quist, verkopen en transporteren op 5 januari 1700 aan hun medebroeder Anthony 4/5 part van een hofstede, bestaande uit huis, schuur en verdere timmeragie met 34 gemeten 193 roeden land gelegen in de polder van Nieuw Vossemeer nr. 25 en 31 voor ƒ 4.000,-. Op 1 februari 1704 verklaarden Marinis, Machiel, Cornelis en Claes Quist ieder voor een 1/4 part te zijn voldaan. (Nieuw Vossemeer, Raze 5505-326). De erfgenamen Johannes Quist en Adriaentje Michiels Rolle, t.w. de zoons Machiel, Cornelis, Claes en Marinis Quist, elk voor 1/4 erfgenaam verkopen en transporteren op 14 december 1700: - aan Joannes Vostermans een schuur en chijnsbare erve, gelegen in de Achterstraat te Nieuw Vossemeer voor £ 51 vls contant; - aan Machiel Janse Quist 4/5 part van 3 gemeten 222 roeden land gelegen in de Polder van Nieuw Vossemeer nr. 16 voor £ 50 vls contant; - aan de secr. Nicolaes Colen 5 gemeten 62 roeden land gelegen in de Polder van Nieuw Vossemeer nr. 7 voor £ 109:6:9½ vls contant; - aan Cornelis Janse Quist 4/5 part van 6 gemeten land gelegen in de Heeren polder onder Nieuw Vossemeer nr. 21 voor £ 72 vls contant (Nieuw Vossemeer, Raze 5505- 341v/343). ad 1. Cornelis Cornelis Quist, jongeman te Nieuw Vossemeer in tegenwoordigheid van zijn vader Johannes Quist, schepen van Nieuw Vossemeer en Digna Cornelisse Beuckelaer, weduwe van Pieter Gebraad won. te Oud Vossemeer sluiten huwelijkse voorwaarden op 2 augustus 1690 voor notaris Adriaan Schippers. (Bergen op Zoom, NA inv.nr. 247). Cornelis is landman op de van zijn vrouw afkomstige hofstede "Splitshoeve", gelegen aan de Duivekeetseweg te Oud Vossemeer. Aan de hofstede behoort ca. 70 gemeten land. Anthonij Quist is voogd over de kinderen van zijn broer Cornelis Quist. Na zijn overlijden legt zijn vrouw op 17 mei 1735 verantwoording af over de boedel. Ontvangsten positief £ 123:18:2 vls. (Nieuw Vossemeer Raze 5598s-187). ad 4 Michiel Michiel Quist testeert op 22 mei 1704 voor schepenen van Oud en Nieuw Vossemeer. Als voogd over zijn kinderen wijst hij aan zijn broer Anthony. ad 6. Nicolaas Klaas Quist is in 1731 eigenaar van 4 paarden. (Tholen GA. inv.nr. 293 Oorgelt der paarden (belasting op werkpaarden). Anthonij Quist is voogd over de kinderen van zijn broer Nicolaas Quist. Na zijn overlijden legt zijn vrouw op 29 maart 1735 verantwoording af over de boedel. Genoemd o.a.: verkoop van een huis, verkoop van 28 gemeten 84½ roede land en 17 gemeten 295 roeden land. Genoemd de pacht van een hofstede met 58 gemeten 117 roeden land. Ontvangsten £ 1034:12:4 vls. Uitgaven £ 1084:6:7 vls. (Nieuw Vossemeer Raze 5598s-154).
Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
8
IV. Anthony Janss Quist, zn. van III ged. Nieuw Vossemeer 25 januari 1671, bel. Nieuw Vossemeer 4 september 1693, landman te Nieuw Vossemeer, schepen van Oud en Nieuw Vossemeer 1710-1734 en weesmeester 1722-1734, gezworene van de dijkage van Nieuw Vossemeer 17321734, begr. Oud Vossemeer 13 januari 1735, otr./tr.1 als j.m. van Nieuw Vossemeer, Nieuw Vossemeer 12/28 december 1693, Apollonia van Nieuwenhuyzen, (Pleuntjen) j.d. van Steenbergen, ged. Steenbergen 5 juli 1676, overl. tussen nov. 1705 en nov. 1706, dr. van Simon Jans van Nieuwenhuyzen, landman te Nieuw Vossemeer, schepen en weesmeester van Oud en Nieuw Vossemeer, en Cathalijna Pieters van der Scheij. otr./tr.2 Nieuw Vossemeer 18 mei/2 juni 1709 Helena van der Wou, (Helena Commers ?) wed. van Mattheijs Precijs, wed. van Simon Jans van Nieuwenhuijzen, overl. voor september 1733. tr.3 Nieuw Vossemeer 4 oktober 1733, otr. Oud Vossemeer 18 september 1733 Anna Willemse Stroom, wed. van Engel Arnouts van der Linde, geb. Tholen en won. Oud Vossemeer, ged. Tholen 15 juni 1681, begr. Oud Vossemeer 28 januari 1743, dr. van Willem Adriaense Stroom en Tanneken Lievens. Uit huwelijk 1: 1. Adriaantje, ged. Nieuw Vossemeer 8 november 1694. 2. Johannes, ged. Nieuw Vossemeer 19 januari 1697, volgt V. 3. Simon, ged. Nieuw Vossemeer 3 augustus 1698, landman, otr./tr.1 als j.m. van onder Nieuw Vossemeer, Nieuw Vossemeer 12/27 februari 1718 Catharina van Nieuwenhuyzen, j.d. van onder Nieuw Vossemeer, ged. Nieuw Vossemeer 18 augustus 1697, begr. Oud Vossemeer 4 januari 1752 ?, dr. van Pieter Simons van Nieuwenhuyzen en Elisabeth Noteboom; otr./tr.2 als wdnr., won. op 'tVeer te Oud Vossemeer, Nieuw Vossemeer 27 juli/12 augustus 1753, otr. St.Philipsland 25 juli 1753 Johanna Willems Harthoorn, wed. van Machiel Jacobs Mol en won. St.Philipsland, geb. St.Philipsland, bel. St.Philipsland 1 april 1728, begr. Oud Vossemeer 23 juni 1760, dr. van Willem Reijniers Harthoorn en Cornelia Steijn. 4. Cornelis, ged. Nieuw Vossemeer 9 mei 1700. 5. Pieter, ged. Steenbergen 31 mei 1702, begr. Nieuw Vossemeer 26 juli 1738, otr.1 als j.m. van Nieuw Vossemeer, Nieuw Vossemeer 1 juli 1719, Pieternella Anthonissen, j.d. van onder Oud Vossemeer, begr. Oud Vossemeer 22 januari 1720; otr./tr.2 Nieuw Vossemeer 16 juli/4 augustus 1720 Janna Adriaans van Zijrevelt, j.d. van onder Nieuw Vossemeer, begr. Nieuw Vossemeer 18 mei 1725; otr./tr.3 Nieuw Vossemeer 13/28 oktober 1725 Ammarensje Pippinx, j.d. won. Nieuw Vossemeer, geb. Den Doel (Ketenissepolder), bel. Nieuw Vossemeer 11 april 1724, begr. Nieuw Vossemeer 14 januari 1761, dr. van Crijn Pipping en Paulina Busignij. 6. Abraham, ged. Nieuw Vossemeer 23 december 1703, landman te Nieuw Vossemeer, schepen van Nieuw Vossemeer, ouderling te Nieuw Vossemeer, begr. Nieuw Vossemeer 1 juni 1775, otr./tr.1 als j.m. van Nieuw Vossemeer, Nieuw Vossemeer 16 april/2 mei 1723, Helena Precys, j.d. van Nieuw Vossemeer, ged. Nieuw Vossemeer 28 november 1700, bel. Nieuw Vossemeer 18 april 1726, begr. Nieuw Vossemeer 26 augustus 1748, dr. van Stoffel Precys Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
9
7.
en Maria van Hulst; otr./tr.2 Nieuw Vossemeer 31 januari/17 februari 1749 Cornelia Maria Pippincks, j.d. geb. en won. Nieuw Vossemeer, ged. Nieuw Vossemeer 19 maart 1730, begr. Nieuw Vossemeer 23 juni 1756, dr. van Laureys Pippincks en Anna Maria Huijsers; otr./tr.3 Nieuw Vossemeer 10/27 december 1756 Petronelle Timmers, j.d. van Lage Zwaluwe en won. Nieuw Vossemeer. Catharina, ged. Nieuw Vossemeer 15 oktober 1705.
Uit huwelijk 2 en 3 geen kinderen bekend. Bronnen Antonij Janss Quist en Appolonia Sijmons van Nieuwenhuijse, man en vrouw, wonende te Nieuw Vossemeer testeren op 5 november 1694 voor Notaris Charles van der Mast te Bergen op Zoom. Zij vermaken hun roerende en onroerende goederen aan de langstlevende, met de verplichting het kind waarvan zij zwanger is op te voeden enz. tot 18 jaar en uit te keren 50 carolus-guldens. Bij het overlijden van de kinderen aan de vrinden of erfgenamen van de eerst overledene uit te keren 25 gulden en aan de armen van Nieuw Vossemeer een gouden rosenobel. Akte met handtekening "Antonij :J: Quist en Appolonia Sijmons". (Bergen op Zoom NA., inv.nr. 200). De erfgenamen Johannes Quist t.w. Machiel, Cornelis, Claes en Marinis Quist verkopen d.d. 5 januari 1700 aan hun broeder Anthony Quist een hofstede bestaande uit huis, schuur en verdere timmeragie en 34 gemeten 193 roeden bouw- en weiland gelegen in de polder van Nieuw Vossemeer nr. 25 en 31 voor £ 5.000,-. 4/5 part voor ƒ 4.000,-. Akte van radiatie d.d. 1 februari 1704. Marinis, Machiel, Cornelis en Claes Quist verklaren dat hun broeder Anthony Quist aan ieder van hun voor 1/4 heeft voldaan. (Nieuw Vossemeer, Raze 5505-326). Simon Jans van Nieuwenhuyzen, schepen van Oud en Nieuw Vossemeer, testeert op 1 maart 1709 te Nieuw Vossemeer. Hij benoemt als erfgenamen o.a. de kinderen van wijlen zijn dochter Appolonia van Nieuwenhuyzen gehuwd geweest met de schepen Antoni Quist. (Nieuw Vossemeer, Raze 5542). Anthonij Quist verklaart op 1 juni 1716 schuldig te zijn aan A. Schuth, wonende te Bergen op Zoom ƒ 3000,- á 5%. Onderpand zijn Hofstede met 69 gemeten 21 roeden land gelegen onder Nieuw Vossemeer nr. 24 met het huis, schuur en verdere timmer, en nog 9 gemeten land in Boerengors te Nieuw Vossemeer. Voldaan 28 maart 1730. (Nieuw Vossemeer, Raze 5543-19). Mons. Anthonij Quist verklaart op 20 september 1723 schuldig te zijn aan Juff. Dinna van Alpen, wed. van Johan Knips ƒ 1000,- á 4½ %. Onderpand zijn hoefje met 34 gemeten 193 roeden land in de Polder van Nieuw Vossemeer kavel 18 nr. 25 en 31, en 17 gemeten 96 roeden land dat hij heeft gekocht van Adriaan Schouten uit de boedel van Adriaan Vastezage. Voldaan 10 november 1730. (Nieuw Vossemeer, Raze 5543-54). Uit bovenstaande akten blijkt dat Anthonij Quist eigenaar is van ca. 130 gemeten bouw- en weiland. Anthony Quist is voogd over de wezen van zijn broer Cornelis en Nicolaas. Na zijn overlijden doet zijn huisvrouw verantwoording, rekening en bewijs. Van Nicolaas Quist d.d. 29 maart 1735 Raze 5598s-154 en van Cornelis Quist d.d. 17 mei 1735 Raze 5598s-187.
Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
10
Comp. d.d. 3 juni 1735 Johannis, Simon, Abraham en Pieter Quist in qualiteit als erfgenaam van hun vader Anthonij Quist en transporteren een obligatie van ƒ 1000,- aan Jacob Leij, wonende te Bergen op Zoom, ten laste van Leendert Precijs van 14 juni 1728. (Nieuw Vossemeer, Raze 5543-120v). Comp. d.d. 3 juni 1735 Johannis, Simon, Abraham en Pieter Quist in qualiteit als erfgenaam van hun vader Anthonij Quist en verklaarden betaald en voldaan te zijn van een obligatie groot ƒ 1950,- ten laste van Leendert Precijs van 23 september 1729. (Nieuw Vossemeer, Raze 5543-121). Leendert Precijs verklaart op 27 mei 1735 schuldig te zijn aan Jacob Leij te Bergen op Zoom ƒ 1000,-. Onderpand zijn hofstede met 69 gemeten 100 roeden land en 8 gemeten 293 roeden land in Boerengors te Nieuw Vossemeer (= de gekochte hofstede van Anthonij Quist). (Nieuw Vossemeer, Raze 5543-121v). Oud Archief Nieuw Vossemeer nr. 991, rek. van het Busse-gilde. Furien en roverijen der vijanden, Nieuw Vossemeer tijdens de Spaanse successie-oorlog 1702-1713. ad 5. Pieter Ammarensje Pippinx tr.2 Oud Vossemeer 16 oktober 1739 Martinus Scheepers, j.m. geb. Stabroek en won. Nieuw Vossemeer, landman, begr. Nieuw Vossemeer 17 oktober 1772. ad 6. Abraham Abraham Quist en Helena Precijs, wonende onder Nieuw Vossemeer testeren op 10 september 1743 voor notaris Joan Wouters. Zij vermaken hun goederen aan de langstlevende. Kinderen onderhouden enz. tot 25 jaar en aan de kinderen uitkeren 5000 carolus-guldens. Weeskamer uitgesloten. (Bergen op Zoom, NA inv.nr. 560 aktenr. 68). Monsr. Dingeman Dingemans Spek en Dingenis van de Velde als gemachtigde van zijn schoonmoeder Cornelia Cornelisse Peuye, verkopen op 18 januari 1760 te Scherpenisse aan Monsr. Abraham Quist, schepen van Nieuw Vossemeer, 13 gemeten 20 roeden land gelegen te Nieuw Vossemeer in Boeregors voor £ 163:6:8 vls. en aan Anthony Cornelisse Quist, landman te Nieuw Vossemeer, 9 gemeten 175 roeden zaailand in Boeregors voor £ 119:15:10 vls. Transport op 27 februari 1760 te Nieuw Vossemeer (Oud en Nieuw Vossemeer, Raze 5515 - 5, 8, 9). Abraham Quist koopt (hij is reeds pachter van een hofstede) op 25 november 1766 een hofstede te Nieuw Vossemeer met 104 gemeten 37½ roede bouw- en weiland. De hofstede werd op dat moment bewoond (gepacht) door Anthony Johannisse Quist. Mons. Abram Quist is van 1731 t/m 1767 eigenaar van gemiddeld 6 t/m 9 paarden en van 1768 t/m 1775 eigenaar van 14 paarden. (Tholen GA. inv. nr. 293 Oorgelt der paarden).
Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
11
V. Johannes Anthonisse Quist, zn. van IV ged. Nieuw Vossemeer 19 januari 1697, landman te Nieuw Vossemeer, won. op de Roolov in de Mattenburgpolder, overl. Nieuw Vossemeer 24 maart 1761, begr. Nieuw Vossemeer 28 maart 1761, otr./tr.1 als j.m. van Nieuw Vossemeer, Nieuw Vossemeer 25 januari/9 februari 1721 Cornelia Reijniers van Bendegom, (gum) j.d. van Nieuw Vossemeer, ged. Nieuw Vossemeer 10 maart 1697, begr. Nieuw Vossemeer 2 december 1727, dr. van Reijnier Janse van Bendegum en Marij Claessen. otr./tr.2 Nieuw Vossemeer 5/20 juni 1728 Geertruijd Cornelissen Vors, wed. van Jan Jacobs Hollander en won. Nieuw Vossemeer, begr. Nieuw Vossemeer 29 juli 1740. otr./tr.3 Nieuw Vossemeer 22 april/7 mei 1741 Catharina Pippincks, j.d. geb. en won. onder Nieuw Vossemeer, ged. Nieuw Vossemeer 15 november 1722, landvrouw, begr. Nieuw Vossemeer 6 januari 1797, dr. van Laureys Pippincks, landman te Nieuw Vossemeer, schepen van Oud en Nieuw Vossemeer, gezworene van de dijkage, ouderling en diaken te Nieuw Vossemeer, en Anna Maria Huijsers. Uit huwelijk 1: 1. Anthony, ged. Nieuw Vossemeer 30 maart 1721, bel. Nieuw Vossemeer 11 april 1756, landman, begr. Nieuw Vossemeer 7 mei 1787, otr./tr. Nieuw Vossemeer 3/19 december 1745 Maria Loosen, geb. onder Steenbergen en won. Nieuw Vossemeer, begr. Nieuw Vossemeer 11 februari 1787. 2. Maria, ged. Nieuw Vossemeer 17 mei 1722, overl. jong. 3. Cornelis, ged. Nieuw Vossemeer 2 april 1724, bel. Nieuw Vossemeer 15 april 1753, otr./tr. als j.m. geb. en won. onder Nieuw Vossemeer, Nieuw Vossemeer 4/20 mei 1753 Willemijna Janse Bogaart, j.d. geb. en won. Nieuw Vossemeer, ged. Nieuw Vossemeer 4 december 1729, begr. Oud Vossemeer 2 oktober 1777, dr. van Jan Cornelisse Bogaart en Anna Willemse Telle. 4. Apollonia, ged. Nieuw Vossemeer 16 december 1725, overl. voor 1743. 5. Maria, ged. Nieuw Vossemeer 6 juli 1727. Uit huwelijk 2 geen kinderen bekend. Uit huwelijk 3: 6. Anna Maria, ged. Nieuw Vossemeer 18 februari 1742, bel. Nieuw Vossemeer 18 maart 1762, overl. Halsteren 28 maart 1812, otr./tr.1 als j.d. geb. en won. Nieuw Vossemeer, Nieuw Vossemeer 30 april/16 mei 1762 Cornelis Pieterse Vriens, j.m. geb. en won. Kruisland, ged. Kruisland 14 oktober 1736, landman in de polder van Kruisland, diaken in Kruisland in 1764, overl. Kruisland 28 maart 1765, begr. Kruisland 1 april 1765, zn. van Pieter Claesse Vriends en Pieternelletje Herberts; otr./tr.2 Kruisland 9/29 november 1765 Pieter Dijkmans, j.m. geb. en won. Kruisland, ged. Kruisland 1 februari 1728, landman in de polder van Kruisland, begr. Steenbergen 7 maart 1783, zn. van Simon Dijkmans en Cornelia Antonisdr. Hermans Vroon. Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
12
7.
8. 9.
10. 11. 12. 13.
14. 15. 16. 17.
18.
19.
Apollonia, geb./ged. Nieuw Vossemeer 14/15 september 1743, begr. Poortvliet 12 maart 1778, otr./tr. als j.d. geb. en won. Nieuw Vossemeer, Nieuw Vossemeer 25 februari/24 maart 1774 Anthony Cornelisse Kuijper, j.m. geb. en won. Poortvliet, ged. Poortvliet 11 augustus 1743, landman te Tholen, begr. Poortvliet 25 juni 1805, zn. van Cornelis Anthonisse Kuijper en Adriana Jans Christiaanse. Johanna Catharina, geb./ged. Nieuw Vossemeer 7/8 november 1744, overl. jong. Laurris, geb./ged. Nieuw Vossemeer 11/14 november 1745, landman, overl. Ossendrecht 13 mei 1823, otr. als geb. en won. onder Nieuw Vossemeer, Nieuw Vossemeer 6 april 1770 Maria Schotsman, geb. onder Steenbergen en won. Nieuw Vossemeer. Simon, geb./ged. Nieuw Vossemeer 8/11 december 1746, begr. Nieuw Vossemeer 11 juli 1768. Johanna Katharina, geb./ged. Nieuw Vossemeer 8/10 augustus 1749, overl. jong. Abraham, geb./ged. Nieuw Vossemeer 25/29 november 1750, overl. jong. Abraham, geb./ged. Nieuw Vossemeer 24/27 mei 1753, landman te Nieuw Vossemeer, begr. St.Annaland 21 maart 1810, tr. Martijntje Engelvaart, ged. Scherpenisse 25 oktober 1744, begr. Scherpenisse april 1799, dr. van Jan Arends Engelvaart en Jacomijntje Abrahams de Rijke. Christoffel, geb./ged. Nieuw Vossemeer 24/27 mei 1753. Johannes, geb./ged. Nieuw Vossemeer 4/6 april 1755, volgt VI. Pieter, ged. Nieuw Vossemeer 5 juni 1757, begr. Nieuw Vossemeer september 1757. Tona, ged. Nieuw Vossemeer 10 september 1758, begr. Oud Vossemeer 3 februari 1805 ?, otr./tr. als j.d. geb. en won. Nieuw Vossemeer, Nieuw Vossemeer 31 januari/21 februari 1781 Abraham Quist, geb. en won. onder Nieuw Vossemeer, ged. Nieuw Vossemeer 15 februari 1756 zn. van Anthony Cornelisse Quist en Apollonia Abrahamse Quist. Pieter, ged. Nieuw Vossemeer 23 december 1759, arbeider, overl. St.Annaland 21 januari 1813, tr.1 als j.m. geb. en won. onder Nieuw Vossemeer, Nieuw Vossemeer 21 juli 1784, otr. Kruisland Tona Dijkmans, (Antonia), wed. van Pieter van Poortvliet en geb. en won. onder Kruisland, ged. Kruisland 3 februari 1737, dr. van Simon Dijkmans en Cornelia Antonisdr. Hermans Vroom; otr.2 Steenbergen 8 augustus 1804 Maria van Luik, geb. Steenbergen 1781 winkelierster, overl. St.Annaland 3 mei 1835, dr. van Adriaan van Luijk en Neeltje Koolaart. Johanna, geb./ged. Nieuw Vossemeer 16 oktober 1761, ged. Steenbergen 18 oktober 1761, otr./tr. als j.d. geb. en won. onder Nieuw Vossemeer, Nieuw Vossemeer 10/26 augustus 1786 Pieter van Lindonk, j.m. geb. en won. onder Ossendrecht, ged. Ossendrecht 1 januari 1760, landman, zn. van Cornelis van Lindonk en Pieternella Verpoorten.
Bronnen Johannes Anthonisse Quist testeert op 14 januari 1736 voor notaris Joan Wouters te Tholen. (Tholen, NA. Raze . . . ). akte niet gevonden. Johannes Anthonisse Quist, landman, wonende onder Nieuw Vossemeer, en Catharina Pippingh, echtelieden, testeren op 22 juni 1741 voor notaris Joan Wouterse te Bergen op Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
13
Zoom. Hij vermaakt zijn goederen aan zijn tegenwoordige huisvrouw en de kinderen in eerder huwelijk verwekt bij wijlen Cornelia van Bendegom en de e.v.t. nog te verwekken kinderen. Zij stellen elkaar aan als voogd en voogdes. Kinderen onderhouden tot 25 jaar en uit keren twee zilveren ducatons. Voor de kinderen uit het huwelijk met wijlen Cornelia van Bendegom worden als voogden benoemd Abraham en Simon Anthonisse Quist, zoals zij zijn aangesteld voor notaris Joan Wouters te Tholen d.d. 14 januari 1736. Weeskamer uitgesloten. Akte met handtekening "Johannis Quist en Catarina Pippinck". (Bergen op Zoom, NA inv.nr. 560-39). Lidmatenlijst Nederduits Gereformeerde kerk te Nieuw Vossemeer september 1742. "Jannes Quist, aen de Roolov en Catharina Pippink, vrouw". Janes Quist was van 1731 t/m 1747 eigenaar van 4 paarden en van 1748 t/m 1760 eigenaar van 5 paarden. (Tholen GA. inv.nr. 293 Oorgelt der paarden (= belasting op werkpaarden). Catharijna Pippinkx wed. Johannes Quist testeert op 16 juni 1761 met verwijzing naar testament van 22 juni 1741. Weeskamer uitgesloten. (Nieuw Vossemeer, weeskamer Raze 5595-45). Catarijna Pippinkx compareert op 16 juni 1761 voor schepenen van Nieuw Vossemeer. Weeskamer uitgesloten (haar vader Loureijs Pippinkx is schepen). (Nieuw Vossemeer, weeskamer Raze 5598u-63). Catharina Pippincks comp. op 22 september 1761 voor schepenen van Nieuw Vossemeer. Zij verwijst naar haar testament uit 1741 en benoemt voogd en toeziende voogd voor haar kinderen. Als voogd wordt aangewezen Christoffel Quist. (Nieuw Vossemeer, weeskamer Raze 5595-98v en 5598u-73). Bij de geboorte van het 14e kind uit het 3e huwelijk, op 16 oktober 1761, is Johannes Quist reeds overleden. Catharina Pippincks otr./tr.2 Nieuw Vossemeer 8/25 januari 1762 Johannes Willemse Schotsman, j.m. geb. en won. onder Steenbergen, ged. Steenbergen 5 augustus 1736, ouderling Nieuw Vossemeer in 1774, overl. ca. 1784/85. Johannes Schotsman betaalt aan huisschattinge over het jaar 1762 £ 0:12. voor zijn hofstede aan de Roloffsendijk te Nieuw Vossemeer (toevoeging Mr. Johan Bodel erve, nu Johannis Schotsman) (Ambachtsheerlijkheid Oud en Nieuw Vossemeer 1751-1762). Johannes Schotsman is van 1761 t/m 1767 eigenaar van 5 paarden, 1768 t/m 1780 van 7 paarden, 1781 t/m 1784 van 9 paarden. wed. Johannes Schotsman (= Catharina Pippinck), is van 1785 t/m 1787 eigenaar van 9 paarden en in 1788 5 paarden. (Tholen, GA. inv.nr. 293. Oorgelt der paarden). Mons. Johannes Schotsman, schepen van Nieuw Vossemeer: - verklaart op 5 september 1771 schuldig te zijn aan den Heer Stephanus van der Heijs, oud wethouder en raad van Bergen op Zoom ƒ 6000,- á 4%. Voldaan 31 oktober 1797. Onderpand zijn Hofstede aan de Roelofsendijk met 69 gemeten 100 2/3 roede zaai- en weiland alle dijkers gemeten, gelegen in Schuddebeurs nr. 1, 3, 5, en nr. 11 en 12, Mattenburg nr. 18, Eendrachtpolder nr. 6, 7 en 10, Nieuw Kijkuijt nr. 12 en 13, Nieuw Schuddebeurs nr. 2 te Nieuw Vossemeer, alles vrij en onbelast, gekocht van de erfgenamen van de heer Jacobus Verkouteren. - verklaart op 13 september 1771 schuldig te zijn aan Anthonij Verkouteren te Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
14
St.Maartensdijk en mej. Petronella Louise Verkoutere, wed. Hermanus Hooij won. Rotterdam ƒ 6000,- á 3¼ %. Voldaan 13 augustus 1796. Onderpand zijn Hofstede aan de Roelofsendijk met 95 gemeten 138 2/3 roede zaai- en weiland gelegen in Schuddebeurs, Mattenburg en de Eendrachtpolder te Nieuw Vossemeer. (Oud Vossemeer, Raze 5544 blz. 331v en verder). Johannes Schotsman koopt uit de boedel van zijn schoonvader Laurens Pipping op 24 oktober 1777 een huis met schuurtje en erf in de Laage straat van Nieuw Vossemeer, gelegen op 25 roeden cijnsgrond. Het huis is verhuurd tot 1 mei 1778 aan Mons. Willem Houwer. Catharina Pipping erft uit de boedel van haar vader een 1/3 deel t.w. ƒ 3693,(Nieuw Vossemeer, Raze 5508-254v). Catharina Pippink, laatst weduwe van wijlen monsieur Johannes Schotsman, won. Nieuw Vossemeer, verklaart op 17 januari 1787 schuldig te zijn aan vrouwe Johanna Rimpelaar, wed. wijlen Hr. Elias de Weert, won. te Steenbergen, ƒ 2000,- á 3½ %. Voldaan 1 mei 1790. Zij verbindt hieraan haar twee Hofsteden, bestaande uit huizen, schuren en verdere timmer met 164 gemeten 239½ roede zaai- en weiland, vrij en onbelast, uitgezonderd dat de Hofstede daar (haar zoon) Johannes Johannesse Quist op woont is belast met de som van ƒ 6000,- en de hoeve waar de comparante op woont met gelijke som van ƒ 6000,- is belast. (Oud Vossemeer, Raze 5545 blz. 205). Vanaf 1788/1789 pachten de zoons Johannes Joh. Quist (1788 4 paarden 1789-1796 5 paarden) en Abraham Joh. Quist (1789-1798 4 paarden) ieder een hofstede van hun moeder. Johannes Joh. Quist is van 1797-1798 eigenaar van 6 paarden en in 1799-1806 eigenaar van 10 á 11 paarden. (Tholen, GA. inv.nr. 293. Oorgelt der paarden). Catharina Pipping woont 15 januari 1794 in de Laagestraat (Voorstraat) te Nieuw Vossemeer, mogelijk woont zij daar vanaf 1789. Vanaf mei 1795 tot haar overlijden woont zij op de hofstede bij haar zoon Johannes. Catharina Pipping, laatst weduwe van Johannes Schotsman, testeert op 31 mei 1796 voor Not. C. Wagtho. Zij vermaakt haar goederen aan haar 7 kinderen en aan de 2 kinderen van haar overleden dochter Aplonia. Zij beslist dat haar goud en zilver, haar klederen en huismeubelen door haar kinderen moeten worden gedeeld, haar kleinkinderen ontvangen £ 6 vls. Haar 1e Hofstede aan de Roelofsendijk te Nieuw Vossemeer met 92 gemeten 211 2/3 roede zaai- en weiland vermaakt zij aan haar zoon Johannes Johannesse Quist. De 2e Hofstede aan de Roelofsendijk met 72 gemeten 27 2/3 roede zaai- en weiland + 119 roeden gelegen t.o. de Hofstede aan de Roelofsendijk te Nieuw Vossemeer vermaakt zij aan haar dochter Johanna Johannesse Quist. Zij zullen hiervoor moeten betalen de prijs, zoals die door schepenen van Nieuw Vossemeer zal worden getaxeerd. Catharina Pipping tekent met een handmerk, aangezien zij door blindheid niet kan schrijven. (Tholen, Raze 5251). Comp. d.d. 22 januari 1796 Johannes Johannesse Quist, procuratie en last hebbende van zijn moeder Catharina Pippinkx, laatst weduwe van monsieur Johannes Schotsman in leven schepen en gezworene van Nieuw Vossemeer bij onderhandse acte d.d. 25 december 1795 verkoopt aan Joost van der Pol een huis en schuurtje, staande op chijns erve in de Laagestraat en bovendien 16 roeden cijnsgrond waarop een schuurtje heeft gestaan voor ƒ 1000,-. Voldaan door een schepen schuld en kettingbrief. (Nieuw Vossemeer, Raze 5508a94v). Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
15
Catharina Pippinkx, laatst wed. van monsieur Johannes Schotsman, in leven schepen etc van en won. onder Nieuw Vossemeer, verklaart te verkopen (transport 22 juli 1796) aan haar zoon Johannes Johannesse Quist een Hofstede, bestaande in huis, schuur, wagenhuis en verdere gebouwen, item plantagiën en boomgewassen, staande aan de Roelofsendijk onder Nieuw Vossemeer met de landen en weien, bij de koper in pacht, gelegen in den polder van Schuddebeurs en in Mattenburg, - na aftrek van 119 roeden hoff die aan de Hofstede in pacht bij Abraham Johannesse Quist is gebracht -, 74 gemeten 190 roeden en in de Eendrachtpolder aldaar in Nieuw Kijkuit en in Mattenburg 18 gemeten 21 2/3 roede, te samen 92 gemeten 211 2/3 roede tegen £ 35 vls per gemet bedragende totaal £ 3244:12:4 vls. (Nieuw Vossemeer, Raze 5508a-138). Johannes Johannesse Quist, bouwman, wonende onder Nieuw Vossemeer, verklaart op 22 juli 1796 schuldig te zijn aan zijn moeder Catharina Pippink, laatst weduwe van mons. Johannes Schotsman, de som van ƒ 13.467,70 á 4%. Te verbinden zijn Hofstede aan de Roelofsendijk te Nieuw Vossemeer met 92 gemeten 211 2/3 roede zaai- en weiland. Heden 20 november 1797 is aan schepenen vertoond en gebleken dat bovenstaande obligatie bij acte 6 november 1797 voor Not. Wagtho is aanbedeeld en diensvolge worden de verbonden goederen in dit verband ontslagen. (Nieuw Vossemeer, Raze 5546 blz. 147). Scheiding en deling van de boedel van Catharina Pipping. Overgebracht door Johannes Johannesse Quist, in qualiteit als bij testamentaire dispositie van Catharina Pipping, laatst weduwe van Johannes Schotsman, gewoond hebbende en op den 6e januari 1797 overleden te Nieuw Vossemeer voor Not. Wagtho d.d. 31 mei 1796. (Anna) Maria Quist, wed. van Pieter Dijkman, won. Nieuw Vossemeer, Lauwerens Quist, won. Tholen, Abraham Quist, won. Nieuw Vossemeer, Johannes Quist, won. Nieuw Vossemeer, Thona Quist, huisvrouw van Abraham Anth. Quist, won. Oud Vossemeer, Pieter Quist, won. Ossendrecht, Johanna Quist, huisvrouw van Pieter van Lindonk, won. Ossendrecht ieder voor 1/8. Johannes Joh. Quist en Anthony Corn. Kuijper won. Poortvliet in qualiteit als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Aplonia Quist verwekt door Anthonij Corn. Kuijper met name Johannes en Catharina ook voor 1/8. Weeskamer uitgesloten. Genoemd worden o.a.: Goud, zilver, klederen en huismeubelen gekocht door de kinderen. 1e Hofstede gekocht door Johannes Johannesse Quist op 22 juli 1796 voor £ 35 vls. per gemet. 2e Hofstede gekocht door Johanna Quist huisvrouw van Pieter van Lindonk voor £ 30 vls. per gemet, getaxeerd 28 februari 1797. Verder worden genoemd: Contante gelden. Pacht 1e hofstede door Johannes Joh. Quist over het jaar 1795-1796. Pacht 2e hofstede door Abraham Joh. Quist over het jaar 17951797. Verkoop bank met 3 zitplaatsen in de Kerk te Nieuw Vossemeer aan Abraham Joh. Quist. Schuldbrieven. Obligaties. Doodschulden: waaronder, dokterskosten, doodkist met ijzerbeslag, huur 70 rouwmantels, 2 ankers wijn (88 flessen) enz. Aan de rendant Johannes Joh. Quist £ 50 vls kostgeld voor de overledene van 1 mei 1795 t/m 5 januari 1797. enz. De kinderen ontvangen elk £ 688:17:5½ gr. vls. = ƒ 4.133,24. (Not. C. Wagtho, Tholen, Raze 5252 (akte groot 218 blz.!). ad 1. Anthony (uit 1e huwelijk). Anthony Johannesse Quist betaalt voor de Hr. van Alphen werkzaamheden op de hofstede daar genoemde Quist op woont. (Nieuw Vossemeer Raze 5557-159v d.d. 6 januari 1756). Op 25 november 1766 is Anthony Quist bewoner (pachter) van een hofstede te Nieuw Vossemeer. Deze hofstede met 104 gemeten 37½ roede bouw- en weiland wordt op 25 november 1766 gekocht door Abraham Quist. (Nieuw Vossemeer, Raze 5507-146v). Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
16
Antonie Janse Quist is in 1748 eigenaar van 5 paarden en van 1749 t/m 1777 eigenaar van 4 paarden. (Tholen GA. inv.nr. 293 Oorgelt der paarden). ad 3. Cornelis Kornelis Johannes Quist, j.m., woonachtig op de Roolov, bel. Nieuw Vossemeer 15 april 1753, vertrokken naar Tholen 1754. (Lidmatenlijst Nieuw Vossemeer).
Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
17
VI. Johannis Quist, zn. van V geb./ged. Nieuw Vossemeer 4/6 april 1755, bel. Nieuw Vossemeer 17 april 1778, landman, diaken Nieuw Vossemeer 1800-1812, won. op de Roolov in de Mattenburgpolder te Nieuw Vossemeer, overl. Nieuw Vossemeer 6 juli 1845, tr.1 als geb. en won. Nieuw Vossemeer, Nieuw Vossemeer 15 februari/7 maart 1782 Maria Anthonisse Quist, j.d. geb. en won. Nieuw Vossemeer, ged. Nieuw Vossemeer 17 maart 1762, landvrouw, begr. Nieuw Vossemeer 30 oktober 1794, dr. van Anthony Cornelisse Quist, landman te Nieuw Vossemeer, en Apollonia Abrahamse Quist. otr.2 Steenbergen 10 maart 1796 Maria (Pieternella) Joppe, geb./ged. Steenbergen 29 januari/4 februari 1770, landvrouw, overl. Nieuw Vossemeer 14 maart 1862, dr. van Pieter Joppe, landman, en Maria Bestebroer. Uit huwelijk 1: 1. Anthonie, geb. Lillo (België) 1785, arbeider, won. o.a. Halsteren, overl. Oud Vossemeer 23 april 1852, tr. Cornelia Pieternella Lindhout, ged. Oud Vossemeer 23 april 1788, particuliere, overl. Oud Vossemeer 20 december 1855, dr. van Jacob Lindhout en Lena van der Zande. 2. Abraham, ged. Nieuw Vossemeer 9 april 1786. 3. Catharina Stoffelina, geb./ged. Nieuw Vossemeer 21/28 mei 1787, begr. Nieuw Vossemeer 23 mei 1791. 4. Willem, geb./ged. Nieuw Vossemeer 25 mei/1 juni 1788. 5. Apolonia, geb./ged. Nieuw Vossemeer 29/30 augustus 1789. 6. Johannis, geb./ged. Nieuw Vossemeer 7/13 maart 1791, begr. Nieuw Vossemeer 7 juni 1791. 7. Johannis, geb./ged. Nieuw Vossemeer 3/11 maart 1792. 8. Christoffel, geb./ged. Nieuw Vossemeer 8/10 maart 1793, bouwman/arbeider, overl. Oud Vossemeer 28 mei 1862, tr.1 Halsteren 7 mei 1818 Philippina Landmeeter, geb. en won. Halsteren, ged. Halsteren 27 mei 1792, overl. Halsteren 31 oktober 1818, dr. van Louis Landmeeter en Clasina van Veldhoven; tr.2 Neeltje Bazen, geb./ged. St.Annaland 9/18 oktober 1807, arbeidster, overl. Oud Vossemeer 13 november 1864, dr. van Jacobus Bazen en Anna van Dommelen. 9. Catharina, geb./ged. Nieuw Vossemeer 17/20 juli 1794. Uit huwelijk 2: 10. Maria Pieternella, geb./ged. Nieuw Vossemeer 1/4 december 1796, particuliere, overl. Oud Vossemeer 20 september 1881, tr. Nieuw Vossemeer 3 januari 1822 Abraham Rijstenbil, geb. Oud Vossemeer 1799, landbouwer, overl. Oud Vossemeer 14 april 1872, zn. van Anthony Rijstenbil en Elisabeth Batenburg. 11. Pieter, geb./ged. Nieuw Vossemeer 13/22 juli 1798, landbouwer, tr. Nieuw Vossemeer 13 augustus 1829 Pieternella Cornelia van de Sanden, geb./ged. Nieuw Vossemeer 27 februari/8 maart 1807, dr. van Johannes van der Sanden en Jannetje van Dis. 12. Catharina, geb./ged. Nieuw Vossemeer 28 september/6 oktober 1799, particuliere, overl. Nieuw Vossemeer 14 juni 1840, tr. Nieuw Vossemeer 28 juni 1821 Bastiaan Quist, geb./ged. Nieuw Vossemeer 7/9 november 1794, koopman/landbouwer, zn. van Jacob Quist en Cornelia Molengraaf.
Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
18
13. Cornelia, geb./ged. Nieuw Vossemeer 30 november/7 december 1800, particuliere/landbouwster, overl. Oud Vossemeer 10 mei 1877, tr.1 Nieuw Vossemeer 6 november 1832 Jan van Damme, wdnr. van Catharina Lindhout, ged. Oud Vossemeer 8 maart 1792, landbouwer, overl. Oud Vossemeer 27 april 1839, zn. van Samuel van Damme en Adriana Quist; tr.2 Oud Vossemeer 6 mei 1840 Johannis Rijstenbil, geb. Oud Vossemeer 30 mei 1816, landbouwer, overl. Oud Vossemeer 8 maart 1894, zn. van Anna Martina Rijstenbil, bouwmansdochter, niet gehuwd. 14. Tona, geb./ged. Nieuw Vossemeer 3/8 mei 1803, particuliere, tr. Nieuw Vossemeer 13 oktober 1825 Willem Kruger, geb. Ouddorp 1799 zn. van Frederik Kruger en Sijtje Schild. 15. Cornelis, geb./ged. Nieuw Vossemeer 2/10 maart 1805. 16. Simon, geb./ged. Nieuw Vossemeer 25 januari/15 februari 1807, ged. Nieuw Vossemeer 15 februari 1807, arbeider/boerenknecht/landbouwer, overl. Oud Vossemeer 5 maart 1888, tr. Oud Vossemeer 12 februari 1847 Jacoba Vos, wed. van Jacob Lindhout, geb./ged. Oud Vossemeer 17/28 januari 1810, particuliere/koopvrouw in 1848, overl. Oud Vossemeer 30 maart 1891, dr. van Adriaan Vos, landman, en Christina de Korte. 17. Bastiaan, geb./ged. Nieuw Vossemeer 15/20 maart 1808. Bronnen Johannis Quist vertrekt in 1782 met att. van Nieuw Vossemeer naar Lillo-België en keert in 1785 terug. In 1785 is in Lillo zoon Anthonie geboren. Mogelijk is er nog een kind te Lillo geboren en aldaar of elders jong overleden. Johannes Quist is in 1788 eigenaar van 4 paarden, 1789 t/m 1796 5 paarden, 1797 en 1798 6 paarden, 1799 en 1800 10 paarden, 1801 en 1802 11 paarden, 1803 en 1804 10 paarden, 1805 11 paarden en 1806 10 paarden. (Tholen GA. inv.nr. 293. Oorgeld der paarden). Johannis Martelman, landman onder Nieuw Vossemeer verkoopt (transport 11 september 1792) aan Johannes Johannesse Quist 13 gemeten 104 roeden zaailand gelegen in de polder van Nieuw Vossemeer in Schuddebeurs nr. 11, 15 en 18 zijnde dijkerslanden voor £ 40 per gemet. Totaal £ 533:18 vls. (Nieuw Vossemeer, las. 5508a-12v). Comp. d.d. 22 januari 1796 Johannes Johannesse Quist, procuratie en last hebbende van zijn moeder Catharina Pippinkx, laatst weduwe van monsieur Johannes Schotsman in leven schepen en gezworene van Nieuw Vossemeer bij onderhandse acte d.d. 25 december 1795. Hij verkoopt aan Joost van der Pol een huis en schuurtje, staande op chijns erve in de Langestraat en bovendien 16 roeden cijnsgrond waarop een schuurtje heeft gestaan voor ƒ 1000,-. Voldaan door een schepen schuld en kettingbrief. (Nieuw Vossemeer, las. 5508a94v). Catharina Pippinkx, laatst wed. van monsieur Johannes Schotsman, in leven schepen etc van en won. onder Nieuw Vossemeer, verklaart te verkopen (transport 22 juli 1796) aan haar zoon Johannes Johannesse Quist een Hofstede, bestaande in huis, schuur, wagenhuis en verdere gebouwen, item plantagiën en boomgewassen, staande aan de Roelofsendijk onder Nieuw Vossemeer met de landen en weien, bij de koper in pacht, gelegen in den polder van Schuddebeurs en in Mattenburg, - na aftrek van 119 roeden hoff die aan de Hofstede in pacht bij Abraham Johannesse Quist is gebracht -, 74 gemeten 190 roeden en in de Eendrachtpolder aldaar in Nieuw Kijkuit en in Mattenburg 18 gemeten 21 2/3 roede, te samen 92 gemeten 211 2/3 roede tegen £ 35 vls per gemet bedragende totaal £ 3244:12:4 Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
19
vls. (Nieuw Vossemeer, las 5508a-138). Johannes Johannesse Quist en Maria Joppe, testeren op 22 september 1796 voor Not. C. Wagtho te Tholen. Hij vermaakt aan zijn voorkinderen uit zijn 1e huwelijk en verder sluiten zij een langstlevenden testament. (Tholen, las. 5251). Johannes Johannesse Quist, landman, wonende onder Nieuw Vossemeer, verklaart op 31 oktober 1797 schuldig te zijn aan: 1. Willem Pieter Catshoek, rentmeester, won. alhier, ƒ 5000,- á 5%. 2. Willem Johan Plevier, ƒ 2000,- á 5%. Hiervoor te verbinden zijn Hofstede, bestaande uit huis, schuur, wagenhuis en verdere gebouwen gelegen aan de Roelofschendijk onder Nieuw Vossemeer met 106 gemeten 16 1/3 roede zaai- en weiland gelegen in de polder Schuddebeurs, Mattenburg, Nw.Mattenburg en Eendrachtpolder. Tevens verbindt hij voor de 1e maal zijn huis, schuurtje, staande op chijnsbare erve aan de Vosmeerschedijk aan het einde tegen over de Molenstraat en zijn overige goederen (Nieuw Vossemeer, las. 5546 2 akten, blz. 181v en 183). Memorie van aangifte der nalatenschap van Johannes Quist. Zijn nalatenschap bestaat uit een hofstede met bouw- en weilanden t.w. 53.17.41 ha bouw en weiland in de gemeente Nieuw Vossemeer, Sectie C nr. 146, 147, 148, 150, 158, 216, 217, 222, 223. Sectie D nr. 89, 92, 115, 120. en 7.88.40 ha bouw- en weiland in de gemeente Steenbergen in het Westland, Sectie F nr. 33, 34, 35, 38 (Totaal ca. 152 gemeten bouw en weiland). en 1/8 aandeel in de Meestoof te Steenbergen (Memorie van successie, Bergen op Zoom inv.nr. 42 mem. 11 d.d. september 1845). Memorie van aangifte der nalatenschap van Maria Joppe. Haar nalatenschap bestaat uit certificaten, schuldvorderingen en contant geld ter waarde van ƒ 21.127,89. Het passief bestaat uit ƒ 307,20 in hoofdzaak begrafeniskosten. Saldo ƒ 20.820,69 te verdelen onder de kinderen (Memorie van successie, Bergen op Zoom inv.nr. 60 mem. 75, jaar 1862).
Stamreeks Johannes Quist door J.J. en D.J. van de Velde
20