Faculteit GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN
Stagebrochure 3e master Geneeskunde
Opleidingsonderdeel „Stage‟ Opleidingsonderdeel „Reflectie over de klinische praktijk‟
Prof. dr. Myriam Van Winckel – voorzitter stagecommissie opleiding geneeskunde Prof. dr. Danny De Looze – titularis opleidingsonderdeel „Reflectie over de klinische praktijk‟ Prof. dr. Catharina Dhooge – co-titularis opleidingsonderdeel „Reflectie over de klinische praktijk‟
Academiejaar 2011-2012
Inhoud Inleiding
3
Opleidingsonderdeel STAGE Stagetraject: data, buitenlandse stages, Minerva Stagespecifieke doelstellingen Specifieke richtlijnen stage spoed Specifieke richtlijnen stage huisartsgeneeskunde Registratie UZ Gent: LDAP-code en UZ-badge Evaluatie van de stagiair Evaluatie van de stageplaats Werktijden en wachten tijdens de stage Afwezigheid, vakantie, ziekte Vakantie Ziekte Zwangerschap Omstandigheidsverlof Afwezigheid omwille van overmacht Onwettige afwezigheid Aanmelding en vervoer tijdens de stage Stages in Brussel (niet Erasmus Belgica of UCL) Bescherming op de werkplaats Formulier gezondheidsbeoordeling en werkpostfiche Ongeval OP de stageplaats: Polis „arbeidsongevallen‟ Ongeval OP DE WEG VAN EN NAAR de stageplaats: Polis „lichamelijke ongevallen‟ Polis burgerlijke aansprakelijkheid Vaccinaties Melden van infecties en ziekte Infectiecontrole en infectiepreventie Identificatie en uiterlijke verzorging tijdens de stage Contacten STAGE
4 4 5 5 6 7 7 8 9 9 9 10 10 10 11 11 11 12 12 13 13 13 13 14 15
Opleidingsonderdeel REFLECTIE OVER DE KLINISCHE PRAKTIJK Elementen van het opleidingsonderdeel Casussen Reflecties en trainingen consultvoering Elektronische reflectie op de stage Administratieve steekproeven Themadagen Portfolio en Dropbox Contacten REFLECTIE OVER DE KLINISCHE PRAKTIJK Handleiding portfolio en dropbox Minerva
17 18 20 20 20 21 22 23
2
Inleiding e
De stageperiode in de 3 master geneeskunde loopt van 10 oktober 2011 t.e.m. 15 juni 2012. Deze periode wordt voorafgegaan door de introductieweken „Aspecten van de klinische stage‟ en afgesloten met Masterproef III, het “Geïntegreerd Klinisch Probleem Oplossen”. Deel 1 van de brochure bevat alle informatie over de stages. De stage wordt ondergebracht in 6 opleidingsonderdelen: spoedgevallen en radiologie (6w), interne geneeskunde (6w), algemene heelkunde (6w), bewegingsstelsel (3w) en psychiatrie (3w), gynaecologie/verloskunde (3w) en pediatrie (3w), huisartsgeneeskunde (3w) en NKO/dermatologie (3w). Deel 2 van de brochure bevat alle informatie over het opleidingsonderdeel „Reflectie over de klinische praktijk‟. Via de disciplinegebonden casussen, de reflectie over de casussen en de themadagen krijgt de individuele stage-ervaring een academische ondersteuning. Meer info via de studiegids AJ 2011-2012: http://studiegids.ugent.be/2011/NL/FACULTY/D/MABA/DMARTSZI/DMARTSZI.html De derde master is het basisstagejaar, gericht op wat voor élke arts van belang is, ongeacht de vervolgopleiding. Het is de bedoeling om de kennis en de vaardigheden die in de voorbije jaren verworven werden, concreet te leren toepassen. In de vierde master verloopt de stage gedifferentieerder, afhankelijk van de gekozen vervolgopleiding: ziekenhuisarts, huisarts of maatschappelijke gezondheidkunde. Zie ook: http://www.ugent.be/ge/nl/onderwijs/opleidingen/gen/aso/loc_index Er werd getracht om langere stagetrajecten binnen hetzelfde ziekenhuis uit te tekenen. Dit kan helpen om de praktische organisatie en de cultuur binnen de verschillende diensten sneller te leren kennen. Gevolgde disciplines op de buitenlandse stage worden niet overgedaan in het binnenlands traject. Er wordt samengewerkt met verschillende ziekenhuizen en artsen in Vlaanderen en Brussel. Flexibiliteit inzake logies en vervoer vraagt een inspanning, maar het zal anderzijds heel wat kansen tot exploratie bieden. Enkel volledige stagetrajecten kunnen na goedkeuring onderling gewisseld worden. Kwaliteit van de stage: uit onderzoek is gebleken dat een enthousiaste stagementor en een goede sfeer op de dienst bijdragen tot een goede leeromgeving. Anderzijds hangt de kwaliteit van de stage ook af van je eigen inzet en initiatief. Het optimaliseren van de kwaliteit van de stageplaatsen is een prioriteit; wij zullen jullie dan ook vragen om de stageplaatsen te evalueren. Alle communicatie m.b.t. de stages en de reflectie over de klinische praktijk verloopt via Minerva. Raadpleeg dagelijks je UGent-adres. Bezorg ons onmiddellijk de wijzigingen van je personalia. Neem zorgvuldig de stagebrochure door. Voor alle vragen omtrent de stages kan je terecht bij het stagesecretariaat. Voor vragen i.v.m. de „Reflectie over de klinische praktijk‟ verwijzen we naar de contactpersonen vermeld in deel 2. Stage kan soms erg confronterend zijn. Er is enerzijds de complexiteit van een boeiend beroep en anderzijds de confrontatie met heel wat leed. Aarzel niet om wanneer deze confrontatie zeer zwaar valt, of vragen oproept, ook hiervoor contact te nemen met de studentenpsycholoog (zie contacten). Wij wensen jullie van harte een boeiende stage toe! Prof. dr. Myriam Van Winckel, voorzitter stagecommissie Prof. dr. Danny De Looze, titularis opleidingsonderdeel „Reflectie over de klinische praktijk‟ Prof. dr. Catharina Dhooge, co-titularis opleidingsonderdeel „Reflectie over de klinische praktijk‟
3
Opleidingsonderdeel STAGE Data 12/09/2011 – 07/10/2011 : Introductieweken „Aspecten van de klinische stage‟ 10/10/2011 – 15/06/2012 : Stage + Reflectie over de klinische praktijk 18/06/2012 – : Masterproef III, het „Geïntegreerd Klinisch Probleem Oplossen‟ of het GKE Opmerking: tijdens de laatste stageperiode wordt mogelijks al gestart met een onderdeel van het GKE, waardoor de stage met een halve dag onderbroken wordt. Info volgt tijdig.
Buitenlandse stages e
e
3 master: Erasmus - 4 master: Overzeese stage / Erasmus (Huisartsgeneeskunde) Alle info: http://www.ugent.be/ge/nl/onderwijs/uitwisseling (zie ook contacten)
Minerva e
Alle informatie omtrent de stages vind je in de map STAGE van 3 master onder de infosite van het „Gemeenschappelijk gedeelte Master in de Geneeskunde‟ (DMGENE). Richtlijnen omtrent een specifieke stage, vind je onder het desbetreffende opleidingsonderdeel. Code
Opleidingsonderdeel
Titularis
D002444
Stage spoed en radiologie
Prof. dr. Walter Buylaert
D002445
Stage interne
Prof. dr. Fritz Offner
D002446
Stage heelkunde
Prof. dr. Piet Pattyn
D002447
Stage bewegingsstelsel en psychiatrie
Prof. dr. Guy Vanderstraeten
D002448
Stage gynaecologie, verloskunde en pediatrie
Prof. dr. Geert Braems
D002449
Stage huisartsgeneeskunde en NKO/dermatologie
Prof. dr. Sofie Claeys
Stagespecifieke doelstellingen Er zijn stageoverkoepelende doelstellingen en disciplinespecifieke doelstellingen – zie Minerva. Met de stageoverkoepelende doelstellingen worden de algemene competenties bedoeld waarvan verwacht wordt dat je ze als student tijdens de stage verwerft (tot op het niveau van een beginner/gevorderd beginner). Deze stageoverkoepelende competenties zullen tijdens de basisstage
4
voornamelijk ingeoefend worden bij de zorg voor patiënten met vaak voorkomende problemen en bij de initiële zorg voor patiënten met een urgent probleem. Disciplinespecifieke doelstellingen zijn min of meer gebonden aan een discipline, hoewel bijna nooit exclusief. Deze doelstellingen sluiten aan bij de eindtermen van de opleiding en worden getoetst in de masterproef III, het „Geïntegreerd Klinisch Probleem Oplossen‟. Bekijk de doelstellingen in elk geval voor je een bepaalde stage start, bekijk ze opnieuw wanneer je halfweg bent, en bespreek met je stagementor hoe je een oplossing kan vinden indien je geen patiënten ziet met de problemen die voor die stage van belang zijn.
Specifieke richtlijnen stage spoed Alle studenten met stage spoed/radiologie starten op de eerste stagedag met een verplichte lesdag. Locatie: Zaal Hooft op 0K12-D (7u45 stipt!). Je wordt dus pas op dinsdag verwacht op de stageplaats (zie tabel aanmeldingsgegevens). De studenten met stage spoed op het UZ Gent volgen op de tweede stagedag ook nog een verplichte e halve dag praktische oefeningen. Deze oefeningen gaan door in het skillslab UZ Gent (3 verdieping B1) van 8u30 tot 13u00. Grondplan UZ Gent: http://www.uzgent.be/wps/wcm/connect/nl/web2/bereikbaarheid Detailplanning stage spoed UZ Gent: zie Minerva. Tijdens de stage spoedgevallen kan er geen verlof genomen worden omwille van het vaak strikte weekrooster dat hier gehanteerd wordt.
Specifieke richtlijnen stage huisartsgeneeskunde De toewijzing en alle communicatie omtrent de stage huisartsgeneeskunde verloopt via de vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg. Zie contacten. Ten laatste 3 weken voor de start van de stage huisartsgeneeskunde ontvang je alle informatie omtrent de stageplaats (aankondiging via Minerva). Jullie krijgen 1 week de tijd om onderling te wisselen. Hiertoe dienen beide studenten een mail te richten aan mevr. Michèle Billiet. Tijdens de huisartsenstage zal je ook 2 halve dagen stage lopen in een eerstelijnsdienst: verpleegkundige, kinesist, apotheker of maatschappelijk werker. Ook dit wordt geregeld vanuit de vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg, UGent. Meer gedetailleerde info: zie Minerva (opleidingsonderdeel „Stage huisartsgeneeskunde en NKO/ dermatologie‟).
5
Registratie UZ Gent: LDAP-code en UZ badge Tijdens de stage in het UZ Gent dien je te beschikken over een UZ-badge en een code voor toegang tot het Elektronisch Patiëntendossier. Aangezien deze toegang tot het EPD belangrijk is voor de stages in e e e 3 én 4 master, hebben álle studenten zich op het einde van de 2 master geregistreerd bij de Dienst e Security-Mobiliteit UZ Gent, ook zij die in 3 master geen stage op het UZ Gent zullen lopen.
1. UZ-badge Badge: vanaf de week vóór de start van je eerste stage in het UZ Gent kan de badge afgehaald worden bij de Dienst Security Mobiliteit UZ Gent. Dit kan alleen als de registratie in orde werd gebracht op het e einde van de 2 master. Je betaalt hiervoor een waarborg van 30 euro. Met deze badge krijg je toegang tot een aantal afgeschermde diensten in het UZ. De badge geeft geen recht op gratis parkeerfaciliteiten. e Hou deze badge ook bij voor de stages in de 4 master geneeskunde.
2. LDAP-gebruikerscode Toegang Elektronisch Patiëntendossier: om toegang te krijgen tot de medische dossiers van een stagedienst UZ Gent heb je een LDAP-gebruikerscode (Lightweight Directory Access Protocol) nodig. e e De code is geldig voor 3 en 4 master, en i.v.t. ook voor je vervolgopleiding specialistische geneeskunde. De LDAP-code wordt enkel tijdens je stageperiode op de desbetreffende dienst geactiveerd. Ook deze activering kan enkel als de registratie in orde werd gebracht op het einde van de e 2 master. Het aanvraagformulier voor de LDAP-code vind je op Minerva. Elke student drukt dit af en brengt een ondertekende versie binnen op het stagesecretariaat. De naam van de dienst laat je blanco. Je naam en voornaam noteer je in drukletters. Dit kan tussen 27/09/2011 en 07/10/2011. Bij afgifte van het aanvraagformulier ontvang je onmiddellijk je LDAP-code en wachtwoord. We raden je aan om het wachtwoord te wijzigen. Dit kan via intranet UZ Gent. Intranet UZ Gent -> Departement ICT -> LDAP-wachtwoord wijzigen (rechts op het scherm). Bijkomende technische vragen i.v.m. het gebruik van de code richt je tot de ICT-servicedesk (zie contacten). Als de toegang geweigerd wordt, contacteer je het stagesecretariaat.
3. Leestoegang – Schrijftoegang Elektronisch Patiëntendossier Studenten die dit wensen kunnen naast de standaard leestoegang ook een schrijftoegang bekomen. e Dit is vooral belangrijk i.h.k.v. de stages in 4 master en tijdens de vervolgopleiding specialistische geneeskunde. Voor het bekomen van deze schrijftoegang dien je een test af te leggen bij het Departement ICT UZ Gent. Procedure: zie Minerva – infosite DMGENE - map Stage. Let op: de dienst waar je de stage loopt, beslist autonoom of effectief schrijftoegang verleend wordt aan de stagiairs.
De toegang tot het patiëntendossier, in papieren of in elektronische vorm, is onderworpen aan strenge wettelijke bepalingen. Toegang is alleen toegelaten voor degenen die in een zorgrelatie met de patiënt staan en die de uitdrukkelijke toelating van de patiënt of zijn wettelijke vertegenwoordiger hebben gekregen.
6
Evaluatie van de stagiair De stagebeoordeling en de beoordeling van de casussen gebeurt door de stagementor a.d.h.v. 2 verschillende evaluatieformulieren. Het evaluatieformulier “STAGE” vind je op Minerva onder de map stage van de infosite DMGENE. Het evaluatieformulier “CASUSSEN” is terug te vinden onder de documenten van het opleidingsonderdeel „Reflectie over de klinische praktijk‟. Print beide formulieren af, vul de hoofding in en geef ze af bij de start van je stage. Bepaal eveneens met je mentor de datum van de casusbespreking(en) en het evaluatiegesprek. Op het evaluatieformulier STAGE worden ook de afwezigheden genoteerd. De bespreking en de evaluatie van de casus gebeurt bij voorkeur door de arts die samen met jou de patiënt gevolgd heeft. Dit hoeft dus niet de formele stagementor te zijn zoals vermeld op de tabel met de aanmeldingsgegevens. De stagementor bezorgt 1 evaluatieformulier STAGE en 1 evaluatieformulier CASUSSEN aan het stagesecretariaat (niet via de student). Het opvolgen van de evaluatieformulieren STAGE gebeurt door het stagesecretariaat. Het opvolgen van de evaluatieformulieren CASUSSEN gebeurt door de student. Hiertoe zal op Minerva (D002443) een tabel geplaatst worden waarin je ZELF kan opvolgen voor welke disciplines het formulier al bezorgd werd aan het secretariaat. Indien je merkt dat bepaalde evaluatieformulieren CASUSSEN ontbreken, neem je ZELF contact op met de arts die de casusbespreking(en) opvolgde en vraag je hem/haar het ontbrekende evaluatieformulier aan het stagesecretariaat te bezorgen. Zie ook deel II van deze brochure. Vragen i.v.m. de evaluatieformulieren STAGE: mevr. Ilse Delbar (zie contacten STAGE). Vragen i.v.m. de evaluatieformulieren CASUSSEN: mevr. Veronique Volkaert (zie contacten REFLECTIE).
Evaluatie van de stageplaats Het optimaliseren van de kwaliteit van de stageplaatsen is een prioriteit. Wij zullen jullie dan ook vragen om de stageplaatsen te evalueren d.m.v. een beperkte vragenlijst (CURIOS via Minerva). Tracht álle stageplaatsen te evalueren, en niet enkel deze met uitzonderlijk goede, of uitzonderlijk negatieve ervaringen. Het is van belang de evaluatie van de stageplaats zo snel mogelijk na de stage in te vullen. Op basis van deze evaluaties kan feedback gegeven worden aan de stagementoren, en kan de kwaliteit verbeterd worden. Om het onderscheid te kunnen maken tussen ontevredenheid (of tevredenheid) bij een enkeling en structurele problemen (of consistent hoge kwaliteit), is het erg belangrijk dat alle studenten elke stageplaats evalueren. De verwerking gebeurt anoniem en kan op geen enkele wijze je score op de stage beïnvloeden.
7
Werktijden en wachten tijdens de stage De stagementor kan je vragen om deel te nemen aan wachten, tijdens de week of in het weekend. Indien beschikbaar, wordt deze informatie ook vermeld op de tabel met de aanmeldingsgegevens. Binnen een aantal stagedisciplines biedt het lopen van wachten een absolute meerwaarde voor het leerproces. De regelgeving inzake werktijden en wachten is gebaseerd op de Wet op de Arbeidsduur 12.12.2010. De ambtenaren van de Sociale Inspectie zijn belast met het toezicht op de bepalingen van deze wet. Daarom dient de stagegever (in samenspraak met de opleidingsinstelling) te beschikken over een aantal relevante documenten: registratie werktijden en bereidheidsverklaring student. Volgens de wet dienen deze documenten gedurende 5 jaar bewaard te worden op de werkplek (stageplaats). In geval van problemen inzake de naleving van de wet op de arbeidsduur vragen we om het stagesecretariaat te contacteren, zodat we hierin kunnen bemiddelen.
1. Richtlijnen – operationalisering UGent
Na een aaneengesloten arbeidstijd van 12 tot 24 uur is minimum 12 uur rust vereist. Een aaneengesloten arbeidstijd met een duur van 24 uur kan niet worden overschreden. De gemiddelde arbeidstijd van max. 48 uur is de wettelijke norm en wordt berekend per stageperiode. Uitbreiding naar max. 60 uur is enkel mogelijk in het kader van wachten. Dit akkoord wordt door elke stagiair schriftelijk bevestigd via een bereidheidsverklaring en geldt voor de volledige stageperiode, maar zal uiteraard niet op elke stageplaats van toepassing zijn. De 48 of 60 uren zijn een gemiddeld maximum. Tijdens de wacht wordt voor de stagiair slaapgelegenheid voorzien. Alle uren van aanwezigheid in het ziekenhuis tijdens een inslapende wacht behoren tot de arbeidstijd, ook als de stagiair tijdens een deel van de wachttijd slaapt. Het begrip „bereikbare wacht‟ is niet van toepassing op stagiairs.
Uitgebreide tekst: zie Minerva – Infosite DMGENE - STAGE
2. Bereidheidsverklaring wachten student Elke student ondertekent de „Bereidheidsverklaring student‟: 1 exemplaar geef je af op het stagesecretariaat en 1 exemplaar hou je bij in je stagemap zodat de stagementor hiervan een kopie kan opvragen voor archivering.
3. Register werktijden Per stageperiode van 3w vul je het werktijdenregister in en bewaar je dit in de stagemap zodat de stagementor dit te allen tijde kan opvragen voor archivering.
8
Afwezigheid, vakantie, ziekte 1. Vakantie Je beschikt over 5 dagen vakantie op de 36 weken stage. Pas na goedkeuring van je stagementor kan er verlof genomen worden. Alle afwezigheden dienen genoteerd te worden op het evaluatieformulier STAGE. Tijdens de stage spoedgevallen/radiologie kan er geen verlof genomen worden. Voor verlof op feestdagen geldt dat je je houdt aan de regeling van de dienst waar je stage loopt. Als de eerste stagedag op een feestdag valt, contacteer je vooraf het secretariaat van de stagementor voor de specifieke afspraken (bv. 02/01/2012 en 28/05/2012). Je mag maximaal 1 dag vakantie nemen per 3 weken. Tijdens een stageperiode van 6 weken (heelkunde / interne), mag je de 2 beschikbare verlofdagen aaneensluitend én om het even wanneer binnen deze 6 weken opnemen. Specifieke regeling voor stageblokken (3w of 6w) met 2 feestdagen (*): Wanneer er tijdens je stageblok van 3 weken, twee feestdagen vallen, mag er geen extra dag verlof genomen worden. Wanneer er tijdens je stageblok van 6 weken, twee feestdagen vallen: zie detail op Minerva. (*) Feestdagen die op een zaterdag of een zondag vallen, tellen niet mee in deze regeling. Stagevrijstelling in het kader van de masterproef III wordt beperkt tot de duur van de test (max. een halve dag). Stagevrijstelling in het kader van de themadagen en reflectiemomenten wordt beperkt tot de duur van de activiteit. Nadien word je opnieuw op de stageplaats verwacht. Deze afspraken verlopen uiteraard in overleg met de stagementor.
2. Ziekte Afwezigheid wegens ziekte meld je onmiddellijk aan je stagementor. Als je langer dan één werkdag ziek bent, wordt ook het stagesecretariaat onmiddellijk verwittigd en dien je een getuigschrift van de behandelende geneesheer aan de stagementor te bezorgen, met een kopie aan het stagesecretariaat. Dit getuigschrift wordt bezorgd ten laatste binnen de 2 weken ná de verstrekkingsdatum. Zoniet wordt je afwezigheid als onwettig beschouwd (zie verder). Voor wie tijdens het stagejaar cumulatief in totaal langer dan 4 weken ziek is, zal een inhaalstage worden voorzien. Men slaagt dan niet in eerste zittijd. De duur van de inhaalstage wordt individueel bekeken.
3. Zwangerschap Stagiairs geneeskunde die zwanger zijn, vallen onder de wettelijke bepalingen in verband met de moederschapsbescherming. In het belang van je eigen gezondheid en van je baby, dien je bij zwangerschap onmiddellijk de stage te onderbreken en de zwangerschap te melden aan het stagesecretariaat, die een afspraak regelt met het Departement Medisch Toezicht UGent. De arbeidsgeneesheer maakt een nieuw formulier „gezondheidsbeoordeling‟ en op basis van de vermelde adviezen zal een aangepast stageschema uitgewerkt worden. Indien het niet mogelijk is om het stagetraject zoals voorgeschreven te doorlopen, zullen de ontbrekende stages na de zwangerschap dienen ingehaald te worden.
9
Studenten die dus overwegen om zwanger te worden tijdens de stages, dienen te beseffen dat de beschermende maatregelen voor zwangeren sterk de keuze van de verschillende stageplaatsen kunnen beperken, met weerslag op hun studieduur.
4. Omstandigheidsverlof Hier gelden dezelfde regels als voor werknemers UGent.
Huwelijk van de stagiair of het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning door de stagiair: 4 werkdagen
Huwelijk van vader, moeder, broer, zus van de stagiair of van diens echtgenoot/echtgenote of diens samenwonende partner: dag van het huwelijk
Bevalling van de echtgenote of samenwonende partner: 3 werkdagen
Overlijden van een bloed- of aanverwant van de stagiair of van de samenwonende partner in om het even welke graad maar onder hetzelfde dak wonende als de stagiair: 2 werkdagen
Overlijden van een bloed- of aanverwant in de tweede graad van de stagiair of van de samenwonende partner maar niet onder hetzelfde dak wonend als het personeelslid: 1 werkdag.
Overlijden van de echtgenoot/echtgenote of samenwonende partner: 4 werkdagen Overlijden van de ouders van de stagiair of de ouders van diens echtgenoot/echtgenote of van diens samenwonende partner: 4 werkdagen
Afwezigheid wegens omstandigheidsverlof wordt onmiddellijk gemeld aan je stagementor en aan het stagesecretariaat. De relevante documenten worden bezorgd aan het stagesecretariaat. Het omstandigheidsverlof dient opgenomen te worden in de „onmiddellijke buurt van de omstandigheid‟ en uiterlijk binnen de maand „na het ontstaan van de gebeurtenis‟, tenzij anders vermeld in de regelgeving hierboven.
5. Afwezigheid omwille van overmacht Als de stageplaats onbereikbaar is omwille van een treinstaking of omwille van uitzonderlijke weersomstandigheden, dien je zo snel als mogelijk de stagementor én het stagesecretariaat te verwittigen. Indien geen alternatief mogelijk is (bv. overnachting, alternatief vervoer) wordt stagevrijstelling voorzien op dat moment.
6. Onwettige afwezigheid Onwettig afwezig zijn, is een attitude die niet bij de beroepsethiek van een arts past. Dit zal weerslag hebben op de beoordeling. Elke afwezigheid op de stageplaats, die niet gestaafd werd door het gepaste document binnen de vooropgestelde periode, wordt als onwettig beschouwd. Per dag van onwettige afwezigheid op de stage wordt de score van de betrokken stage met 1 punt verminderd. Er wordt een inhaalstage in tweede zittijd voorzien als blijkt dat deze maatregel voor de betrokken student resulteert in een score < 10/20 voor het desbetreffende opleidingsonderdeel. e
Afwezigheid omwille van deelname aan een congres wordt in principe niet toegestaan in 3 master.
10
Aanmelding en vervoer tijdens de stage 1. Aanmelding Alle details van aanmelding op de stageplaats zijn te vinden op Minerva. Problemen met de aanmelding geef je best onmiddellijk door aan het stagesecretariaat.
2. Attest treinkaart NMBS Voor het bekomen van vermindering op de treinkaart NMBS heb je een attest nodig. Vraag dit TIJDIG aan bij de medewerkers van de Facultaire Studentenadministratie (zie contacten), bij voorkeur per mail. Het attest kan dan afgehaald of opgestuurd worden. Bezorg volgende gegevens bij de aanvraag: naam, voornaam, studentennummer, geboortedatum, geboorteplaats, stageperiode, stageplaats, vertrekplaats.
Stages in Brussel (niet Erasmus Belgica of UCL) Voor de stages in Brussel wordt o.a. samengewerkt met het Huis voor Gezondheid vzw (http://www.zorgzoeker.be/Cms.aspx?id=11&bp=1). Het Huis voor Gezondheid is een onafhankelijke informatieverstrekker voor de Brusselse zorg en maakt de tweetalige zorg in Brussel toegankelijk door een aantal projecten, waaronder het stageproject. Ze verwelkomen je met een stagetas, die je vóór de aanvang van je stage op het stagesecretariaat kan afhalen. Daarin vind je al het nodige om naast het ziekenhuis, ook de stad te verkennen. Daarnaast organiseren ze regelmatig activiteiten. Voor de stagiairs in het UZ Brussel voorziet de Universiteit Gent een financiële tussenkomst in de huisvesting op de campus in Jette. Dit kadert in de alliantie UGent-VUB. Aanvraagprocedure: zie Minerva.
Bescherming op de werkplaats 1. Formulier gezondheidsbeoordeling en werkpostfiche Alle stagiairs dienen te beschikken over een formulier van gezondheidsbeoordeling, afgeleverd door e het Departement Medisch Toezicht UGent (DMT) op het einde van 2 master. Dit formulier moet te allen tijde kunnen voorgelegd worden op de stageplaats. Het formulier is 2 jaar geldig. e
Alle stagiairs beschikken eveneens over een werkpostfiche, opgemaakt op het einde van 2 master. Deze fiche geeft informatie over de activiteiten, risico‟s en de noodzakelijke beschermingsmiddelen op de stageplaats. Deze werkpostfiche wordt ondertekend op de eerste stageplaats in België en je bewaart e e ze in je stagemap van 3 en 4 master, zodat ze te allen tijde kan voorgelegd worden op eventuele vraag van 'een toezichthoudende ambtenaar'.
11
2. Ongeval OP de stageplaats: Polis „arbeidsongevallen‟ Prik- en andere ongevallen tijdens de stage waarvan je als stagiair slachtoffer zou worden, vallen in principe onder de polis ‟arbeidsongevallen‟ die de Universiteit Gent afgesloten heeft voor haar regelmatig ingeschreven studenten, binnen de grenzen en voorwaarden van deze polis. Wat te doen bij een (prik) ongeval tijdens de stage?
Contacteer onmiddellijk een arts (evt. spoedopname) die de eerste zorgen toedient en een doktersattest opmaakt. Bij een prikongeval laat je onmiddellijk bloed prikken.
Stuur het aangifteformulier, vergezeld van het doktersattest, uiterlijk binnen 8 dagen na ongeval naar de Afdeling Juridische Zaken t.a.v. mevr. Wendy Coppens, Sint-Pietersnieuwstraat 25, 9000 Gent. Als je advies wil over het correct invullen van het aangifteformulier kan je contact nemen met de Juridische Dienst UGent (
[email protected] of 09 264 30 44 - mevr.
Wendy Coppens). Aangifteformulier DEXIA: https://www.ugent.be/nl/onderwijs/administratie/verzekering/ao
Bij een prikongeval vraagt het DMT een kopie van de bloeduitslag zodat men voor de verdere opvolging kan zorgen (bloedprik na 3 maand). Contactgegevens DMT: zie contacten.
De honorariumnota‟s e.d. betaal je eerst zelf. Vervolgens wend je je tot het ziekenfonds, dat een deel hiervan ten laste neemt, en tenslotte dien je het originele kwijtschrift van het ziekenfonds te bezorgen aan de Afdeling Juridische Zaken t.a.v. mevr. Wendy Coppens.
3. Ongeval OP DE WEG VAN EN NAAR de stageplaats: Polis „persoonlijke lichamelijke ongevallen‟ Een ongeval op de weg van en naar de stageplaats valt in principe onder de polis „Persoonlijke lichamelijke ongevallen studenten‟ die de Universiteit Gent afgesloten heeft voor haar regelmatig ingeschreven studenten, binnen de grenzen en voorwaarden van deze polis. Opm.: deze polis dekt ook de ongevallen tijdens (en op weg van en naar) andere universitaire activiteiten (bv lessen). Wat te doen bij een ongeval op weg van en naar de stageplaats?
Contacteer onmiddellijk een arts (evt. spoedopname) die de eerste zorgen toedient en een doktersattest opmaakt.
Stuur het aangifteformulier, vergezeld van het doktersattest, uiterlijk binnen 8 dagen na ongeval naar verzekeringsmakelaar Marsh nv, t.a.v. mevr. Annie Depris, Vorstlaan 2, 1170 BRUSSEL. Als je advies wil over het correct invullen van het aangifteformulier kan je contact nemen met de Juridische Dienst UGent (
[email protected] of 09 264 30 44 - mevr.
Wendy Coppens). Aangifteformulier ACE: https://www.ugent.be/nl/onderwijs/administratie/verzekering/lo De honorariumnota‟s e.d. betaal je eerst zelf. Vervolgens wend je je tot het ziekenfonds, dat een deel hiervan ten laste neemt, en tenslotte dien je het originele kwijtschrift van het ziekenfonds aan Marsh te bezorgen.
12
4. Polis burgerlijke aansprakelijkheid Indien je als stagiair door een derde aansprakelijk gesteld wordt voor schade berokkend aan een derde tijdens de stage, dient het volgende te gebeuren:
je geeft het ongeval onmiddellijk aan, uiterlijk binnen de drie dagen, bij de afdeling Juridische Zaken. Je gebruikt hiertoe het schadeaangifteformulier KBC Verzekeringen: https://www.ugent.be/nl/onderwijs/administratie/verzekering/ao (onderaan de pagina) je bezorgt eveneens de brief waarin deze derde je aansprakelijk stelt, samen met het aangifteformulier, aan de afdeling Juridische Zaken de afdeling Juridische Zaken maakt het schadeaangifteformulier samen met de brief over aan de verzekeraar, KBC Verzekeringen.
Verzekeringen voor Erasmus-studenten: zie Erasmus-brochure: http://www.ugent.be/nl/onderwijs/internationalisering/buitenland/erasmus
5. Vaccinaties Stagiairs lopen door hun werkzaamheden een verhoogd risico op Hepatitis B. Via het geneeskundig onderzoek op het einde van tweede master werd de status van deze vaccinatie nagekeken.
6. Melden van infecties en ziekte Om te voorkomen dat infectieziekten zich verspreiden onder de ziekenhuispopulatie is het van belang dat stagiairs met (tekenen van) een infectie dit melden bij de stagementor. In overleg met de arts kan dan worden gezien of en in welke mate preventieve maatregelen moeten getroffen worden om patiënten te beschermen. Het is moeilijk een sluitende opsomming te geven van infecties, waarvoor maatregelen geïndiceerd zijn. Melding is in ieder geval van belang bij: intestinale infectieziekten (salmonella, shigellose e.d.) exantheemziekten (waterpokken, rubella, herpes simplex) seropositiviteit voor hepatitis B, C en het AIDS-virus huid- en wondinfecties (impetigo, furunculose, secundair geïnfecteerd eczeem e.d.) ernstig griepaal syndroom, open longtuberculose, respiratoire infecties die gepaard gaan met overmatige secreties (hoesten, niezen, snotteren) Met name bij werkzaamheden op diensten waar immuun gedeprimeerde patiënten verzorgd worden, is voorzichtigheid geboden.
7. Infectiecontrole en infectiepreventie Materiaal van patiënten dient te allen tijde als mogelijk besmet te worden beschouwd. Onder materiaal wordt verstaan: bloed, sperma, cervico-vaginaal secreet, liquor, amnionvocht, pleura-, pericard- en peritoneaal-, wond- en weefselvocht. Om bij verwerking van (mogelijk) besmet materiaal het risico te verminderen, moet naast algemene hygiëne een aantal voorzorgen in acht worden genomen. Iedere werknemer die door de aard van zijn werkzaamheden in aanraking met mogelijk besmet materiaal kan komen, moet omtrent de te nemen voorzorgen voorgelicht en geïnstrueerd worden (wettelijke verplichting voor de werkgever). De verantwoordelijkheid daarvoor berust primair bij het hoofd van de afdeling. Bij vragen contacteer je de hoofdverpleger van de dienst. Voor algemene vragen kan je terecht bij het team ziekenhuishygiëne van het UZ Gent: mevr. M. Vanneste. 09/332 21 74 of
[email protected].
13
a. Procedure bij prikongevallen Wonde laten bloeden onder warm stromend water, ontsmetten met chloramine 0,5 %. Zie ook leerpad Infuusbeleid. Verder verloop: zie aangifte (prik)ongeval.
b. Procedure bij spatten Huid overvloedig wassen met zeep en spoelen. Ogen spoelen met steriel fysiologisch water. Indien niet beschikbaar, spoelen met leidingwater. Slijmvliezen grondig reinigen met water en spoelen. Verder verloop: zie aangifte ongeval.
c. Bloedafname en infuusbeleid Zie leerpad Venepunctie en Infuusbeleid (Minerva – „Aspecten van de Klinische stage‟).
d. Preventie van handeczeem Zie leerpad Asepsie (Minerva – „Aspecten van de Klinische Stage‟)
Identificatie en uiterlijke verzorging tijdens de stage In het patiëntencontact is identificatie en uiterlijke verzorging belangrijk. Concreet wordt propere, verzorgde en neutrale kledij op stage verwacht. Bovendien draag je een nette witte schort. Een schort met korte mouwen geniet de voorkeur. De dienstkledij moet de persoonlijke kledij volledig bedekken t.h.v. de romp. Dus ook persoonlijke kledij met korte mouwen is wenselijk. Je schort is altijd voorzien van je naambadge. Sommige perifere ziekenhuizen geven een eigen toegangsbadge bij de start van je stage en vragen daarvoor een aparte waarborg. Op het operatiekwartier bestaan al dan niet omschreven regels en afspraken die door iedereen gehanteerd dienen te worden. Breng je, vóór je het operatiekwartier binnenstapt, van deze regels op de hoogte. Je zorgt ook voor verzorgde, korte nagels (geen kunstnagels) en een nette haardracht. Op het operatiekwartier dienen haren, baarden en snorren volledig te zijn afgedekt. Op diensten met ernstig zieke patiënten mogen geen ringen noch polshorloges gedragen worden (deze beletten adequate desinfectie van de handen).
14
Contacten STAGE Stagesecretariaat – Decanaat Geneeskunde UZ, 3K3 Lut Dhont, stagecoördinator
[email protected] Aanwezig maandag t.e.m. vrijdag Ilse Delbar
[email protected] Aanwezig op dinsdag, donderdag en vrijdagvoormiddag
09/332 52 87 Fax 09/332 49 90 09/332 65 74 Fax 09/332 49 90
Stagecommissie – Contactpersonen
[email protected] Prof. dr. Myriam Van Winckel, voorzitter stagecommissie
Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg UGent - UZ, 1K3 Prof. dr. Thierry Christiaens
[email protected] Michèle Billiet
[email protected]
09/332 33 12 09/332 33 12
Internationalisering - Decanaat Geneeskunde UZ, 3K3 Lieve Germonprez
[email protected]
09/332 33 15
Studentenpsycholoog – Decanaat Geneeskunde UZ, 3K3 Lieve Carette
[email protected]
09/332 57 05
Departement Medisch Toezicht UGent - Arbeidsgeneeskundige dienst - UZ, 2K3
09/332 30 76
Departement ICT
[email protected] Administratief Gebouw (gelegen tussen Blok A en de Corneel Heymanslaan)
09/332 20 01
Facultaire Studentenadministratie – Decanaat Geneeskunde UZ, 3K3 Annelies Van Hoeck
[email protected] Greetje Martens
[email protected]
Afdeling Juridische Zaken UGent Sint-Pietersnieuwstraat 25 9000 Gent
[email protected]
09/332 01 09 09/332 39 18
09/264 30 44 Fax 09/264 42 98
e
Studentenvertegenwoordigers 3 master in de Stagecommissie Geneeskunde Maïté Depreeuw
[email protected] Ortwin Vergauwen
[email protected]
15
Opleidingsonderdeel REFLECTIE OVER DE KLINISCHE PRAKTIJK In de studiefiche kan je uitgebreid de doelstellingen van dit opleidingsonderdeel nalezen. Zie studiegids: http://studiegids.ugent.be/2011/NL/FACULTY/D/MABA/DMARTSZI/DMARTSZI.html Samengevat komt het erop neer dat je, aan de hand van concrete casuïstiek uit de stage, je verdiept in de specifieke pathologie en/of problemen waar we als zorgverstrekker mee geconfronteerd worden. Door een casus uit te schrijven, te toetsen aan literatuurbronnen, kritisch te benaderen, etc…. kom je tot een beter begrip van de gestelde problematiek en zal je ook beter het gevolgde diagnostische en therapeutische pad begrijpen. Ook in de dagelijkse praktijk is implementatie van literatuurbronnen een onmisbaar instrumentarium. De portfoliomap met casussen die aangelegd wordt, vormt een belangrijk onderdeel bij de Masterproef III (Geïntegreerd Klinisch Probleem Oplossen - GKE). Bovendien zal de feedback en interactie met medestudenten en begeleiders de toon zetten voor de manier waarop dit onderdeel van het GKE verloopt. Alle informatie omtrent dit opleidingsonderdeel vind je onder het desbetreffende opleidingsonderdeel op Minerva: „Reflectie over de klinische praktijk‟ met als code: D002443.
Elementen van het opleidingsonderdeel „Reflectie over de klinische praktijk‟ Casussen Reflecties en trainingen consultvoering „Elektronische‟ reflectie op de stage Themadagen
De deelname aan de terugkomdagen is VERPLICHT. Deelname is een voorwaarde om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel „Reflectie over de Klinische Praktijk‟. Ziektebriefjes worden NIET aanvaard ter compensatie van een afwezigheid op een terugkomdag (reflectie, themadag of training consultvoering). Wanneer je door ziekte of onvoorziene omstandigheden een geplande activiteit niet kan bijwonen, neem je ZO SNEL MOGELIJK en VÓÓR de activiteit plaatsvindt, contact op met de juiste persoon om je op een andere datum in te schrijven (zie contacten). Afwezigheden die niet vooraf gemeld werden, kunnen niet meer ingehaald worden.
Stagevrijstelling in het kader van de terugkomdagen wordt beperkt tot de duur van de activiteit. Nadien word je opnieuw op de stageplaats verwacht. Deze afspraken verlopen uiteraard in overleg met de stagementor.
16
Casussen 1. Aantal Binnen elke stageperiode van 3 weken maakt de student minstens 1 casus aan:
Minstens 1 stagecasus voor: pediatrie / gynaecologie / NKO of dermatologie / bewegingsstelsel / psychiatrie / huisartsgeneeskunde (6) Minstens 2 stagecasussen voor spoed en minstens 2 voor heelkunde (4) Minstens 1 (eigen) stagecasus interne geneeskunde (1) Elektronische casusbespreking m.b.t. interne geneeskunde (1) (zie verder) 1 casus m.b.t. een incident én 1 casus culturele/linguïstische diversiteit (2)
Deze 14 casussen vul je aan met 6 casussen die zelf te kiezen zijn uit de doorlopen disciplines. In totaal dient de portfoliomap dus 20 casussen te bevatten tegen de datum van het GKE. OPMERKINGEN
Bij patiënten waar beeldvorming gebeurde, dient in de stagecasus het radiologisch onderzoek besproken te worden. De studenten die enkel stage NKO of enkel stage dermatologie lopen, maken uiteraard minstens één casus aan voor de doorlopen discipline en vullen eveneens aan tot 20 casussen. Werk de 6 vrij te kiezen casussen af vóór de laatste stageperiode, zodat je voldoende voorbereidingstijd hebt voor het GKE. Tijdens de stage spoed UZ Gent kunnen maximaal 2 casussen aangemaakt en begeleid worden.
2. Portfolio en casusmap Je post je casussen in je elektronisch portfolio op Minerva (zie „Portfolio‟ verder in deze brochure) en je legt eveneens een papieren casusmap aan. Er wordt verwacht dat je minstens 1 casus per drie weken aanmaakt en post in je portfolio. Hierop zal geregeld een administratieve controle gebeuren. Bovendien zorg je ervoor dat alle casussen in je papieren casusmap ondertekend en afgestempeld zijn door je stagementor. Je brengt de papieren casusmap mee op het GKE in juni. Studenten met een onvolledig portfolio en/of een onregelmatige bijdrage van casussen in het portfolio, zullen niet geslaagd zijn voor dit opleidingsonderdeel.
3. Sjabloon In het document „Sjabloon casusbesprekingen‟ worden de opmaak en de inhoudelijke verwachtingen van de casusbespreking toegelicht. Casus incident en casus culturele/linguïstische diversiteit: specifiek sjabloon (zie Minerva). Casus huisartsgeneeskunde: specifiek sjabloon (zie Minerva). De casus mag ingediend worden in een Frans- of Engelstalige versie als dit de casusbespreking met de mentor ten goede komt (Erasmus).
4. Beoordeling (zie ook pagina 7) De beoordeling van de stagecasussen gebeurt in de eerste plaats door de stagementoren die deze samen met de stagebeoordeling aan het stagesecretariaat bezorgen. De bespreking en de evaluatie van de casus gebeuren bij voorkeur door de arts die samen met jou de patiënt gevolgd heeft. Dit
17
hoeft dus niet de formele stagementor te zijn zoals vermeld op de tabel met de aanmeldingsgegevens. Op Minerva wordt bij de documenten een tabel geplaatst waarin je ZELF kan opvolgen voor welke disciplines het evaluatieformulier CASUSSEN het secretariaat al bereikt heeft. Indien je merkt dat bepaalde evaluatieformulieren CASUSSEN ontbreken, neem je ZELF contact op met de arts die de casusbespreking(en) opvolgde en vraag je hem/haar het ontbrekende evaluatieformulier aan het stagesecretariaat te bezorgen. Specifieke vragen hieromtrent kan je richten aan mevr. Veronique Volkaert (zie contacten). De opvolging van de evaluatieformulieren STAGE gebeurt door het stagesecretariaat en niet door de student. De casussen incident en culturele/linguïstische diversiteit dienen NI ET geëvalueerd te worden door de stagementor.
Reflecties en training consultvoering Om de credits voor dit opleidingsonderdeel te behalen woont elke student 1 training consultvoering bij + 5 reflectie (voor- of na-)middagen: 3 vrije reflecties, 1 reflectie pediatrie en 1 reflectie huisartsgeneeskunde. Voor deze reflectiemomenten word je beoordeeld door de begeleider naargelang je actieve inbreng tijdens deze reflectie en jouw antwoord op de door jezelf gestelde probleemstelling. Deze momenten zijn ingedeeld volgens onderstaand principe en alle VERPLICHT. Aan de hand van de tabel op Minerva en de kleurcodes kan je zien wanneer jij verwacht wordt. Locatie en exact tijdstip worden later via Minerva bekendgemaakt. Legende reflectie huisarts reflectie pediatrie (*)
hui pedi
vrije reflectie
Rv
incident/intercultureel
inc
consultvoering
Conv
(*) studenten die pediatrie op Erasmus doen en wiens naam in het fuchsia staat, komen 4x naar een vrije reflectie
erasmus keuze voor themadag TD Elke dag is verdeeld in 2 kolommen, waarbij kolom 1 = voormiddag, kolom 2 = namiddag. Vb: Deze student zal op 25/5 in de voormiddag reflectie huisarts hebben en in de namiddag reflectie incident/intercultureel. 25/mei hui
inc
1. Reflectiemoment „pediatrie‟ In de tabel op Minerva wordt deze voorgesteld door het fuchsia vakje. Je hoeft je hiervoor dus niet apart in te schrijven. Studenten die hun stage pediatrie uitvoeren tijdens de periode waarin ze op Erasmus zijn, worden hierop niet verwacht en doen een extra vrije reflectie. Opgelet! Om te kunnen deelnemen op de voor jou aangeduide vrijdag, is het noodzakelijk dat jouw casus pediatrie TEN LAATSTE op WOENSDAGAVOND voorafgaand aan de reflectie om 20u aan de begeleider bezorgd is via de dropbox (gebruik dropbox: zie verder).
18
Studenten die niet tijdig hun casus instuurden kunnen niet deelnemen.
2. Reflectiemoment „huisartsgeneeskunde‟ In de tabel op Minerva wordt deze voorgesteld door het gele vakje. Je hoeft je hiervoor dus niet apart in te schrijven. De casus huisartsgeneeskunde wordt net als de andere casussen gepost in het elektronische portfolio op Minerva. Je brengt een geprinte versie mee op de reflectie huisartsgeneeskunde (NIET via de dropbox).
3. Vrije reflecties Je stelt op deze reflecties een casusbespreking (geen casussen huisarts of pediatrie!) voor aan je medestudenten en de begeleidende arts. Je stelt je medestudenten ter afsluiting van je voorstelling ook een specifieke vraag waarover nadien gediscussieerd wordt. Het spreekt voor zich dat je zelf hieromtrent al het nodige opzoekwerk verricht hebt. Opgelet! Om te kunnen deelnemen op de voor jou aangeduide vrijdag, is het noodzakelijk dat jouw casus die je wenst voor te stellen TEN LAATSTE op WOENSDAGAVOND voorafgaand aan de reflectie om 20u aan de begeleider bezorgd is via de dropbox (zie verder).
4. Training consultvoering Ter optimalisatie van de vaardigheden klinische consultvoering, wordt iedereen 1 keer verwacht voor deelname aan de training Klinische Consultvoering. In de tabel op Minerva kan je, aan de hand van kleurcodes, terugvinden wanneer jij verwacht wordt. Net zoals bij de booster consultvoering in september vragen we je vooraf 1 tot 3 leerpunten te formuleren en mee te brengen naar de training. Het sjabloon is terug te vinden op Minerva.
5. Reflectiemoment i.v.m. de casussen incidenten en de culturele/linguïstische diversiteit. Dit vindt plaats in mei 2012. Meer informatie zal je vinden op Minerva. De groepsindeling wordt eveneens later bekendgemaakt. Studenten die op Erasmus zijn tijdens deze reflectiemomenten moeten hieraan NIET deelnemen. Post de casus „culturele/linguïstische diversiteit‟ via de dropbox van het opleidingsonderdeel „Reflectie over de klinische praktijk‟ aan Dr. Stéphanie De Maesschalck (verdere info via Minerva). Post de casus „incident‟ via de dropbox van het opleidingsonderdeel „Reflectie over de klinische praktijk‟ aan Prof. dr. Jan De Maeseneer, ten laatste 1 week voor de reflectiedag.
OPMERKINGEN Hoewel de tabel “Overzicht terugkomdagen” zeer zorgvuldig werd opgesteld is het steeds mogelijk dat er onvolmaaktheden zijn. Controleer daarom zo spoedig mogelijk de tabel: ga na wanneer jij verwacht wordt en of het aantal reflectiemomenten klopt.
19
Elektronische reflectie op de stage Elke student (ook Erasmus) neemt tijdens de 6 weken waarop hij/zij stage loopt op „interne geneeskunde‟ verplicht deel aan een elektronische casusbespreking, waarbij via het groepsforum van Minerva gediscussieerd wordt. Dit gebeurt onder begeleiding van clinici uit het UZ Gent die eveneens een score zullen toekennen die meetelt voor je eindscore op dit opleidingsonderdeel. De exacte groepsindeling en een concrete handleiding zijn terug te vinden op Minerva. Deze casus telt e mee als de 2 verplichte casus interne (en is deze die na week 6 gepost wordt). Er wordt dus met andere woorden van iedereen minstens 1 eigen casus interne na 3 weken stage verwacht, zoals gebruikelijk.
Administratieve steekproeven Om te vermijden dat de casussen pas op het einde van het academiejaar gepost worden, zal er in de portfolio‟s tussentijds een administratieve steekproef plaatsvinden om te controleren of er voldoende casussen aanwezig zijn. Afhankelijk van je stageplaats zorg je er voor dat steeds ten laatste 4 dagen na het beëindigen van een stageperiode van 3 weken (dus op dinsdagavond) een casus van de desbetreffende discipline in het portfolio aanwezig is.
Themadagen Tijdens het academiejaar dien je een aantal halve themadagen bij te wonen die specifiek handelen over 1 onderwerp (oncologie, HIV, …). De lijst met onderwerpen en de data vind je op Minerva. Inschrijven verloopt via „Groepen‟ (zie aankondigingen Minerva). Na elke halve themadag wordt er een korte ondervraging georganiseerd, waarvan de score eveneens meetelt voor je uiteindelijke score op het opleidingsonderdeel. De halve themadagen gaan door op vrijdag. De exacte locatie waar deze themadagen zullen plaatsvinden vind je steeds tijdig op Minerva. Om te slagen dien je een voldoende aantal themadagen bijgewoond te hebben én een voldoende op de proef die na elke sessie afgenomen wordt. Het minimum vereiste aantal aanwezigheden is 6 (Erasmusstudenten: 4 aanwezigheden). Opm.: Erasmus Belgica: 6 aanwezigheden. OPMERKINGEN
Je kan nooit een themadag plannen als in de tabel „Overzicht terugkomdagen‟ reeds een andere activiteit werd ingepland.
Om te vermijden dat een afwezigheid niet meer kan ingehaald worden, raden wij je aan de themadagen zo gelijkmatig mogelijk te verdelen over het academiejaar. Voorzie best een vrije halve dag op het einde van de stageperiode, zodat deze nog kan ingevuld worden wanneer je eerder een activiteit moest missen omwille van ziekte.
20
Hou bij het inplannen van je themadagen ook rekening met de discipline waarin je stage loopt. Vooral tijdens de stage spoed (wacht- en nachtdiensten) zorg je er het beste voor dat je enkel in de voor- OF de namiddag een themasessie inplant, zodat je voldoende kan rusten voor of na je dienst.
Portfolio en Dropbox 1. Portfolio Je verzamelt alle stagecasussen in je portfolio op Minerva. Het portfolio bestaat uit 10 mappen, 1 per discipline (Pediatrie, (NKO), (Dermatologie), Psychiatrie, Heelkunde, Bewegingsstelsel, Huisartsgeneeskunde, Gynaecologie, Interne geneeskunde, Spoed). Je post dan uiteraard de juiste casussen per disciplinemap. Ten laatste op dag 4 na het beëindigen van een stageperiode van 3 weken post je een casus in de betreffende map. Bij stageperiodes van 6 weken gebeurt dit ook al voor de eerste casus na 3 weken (+4d). De casus incident en culturele/linguïstische diversiteit wordt enkel via de dropbox naar de desbetreffende begeleider doorgestuurd, deze moet niet in het portfolio gepost worden.
2. Dropbox Om te kunnen deelnemen aan de vrije reflectie en de reflectie pediatrie, moet je de casus die je wenst voor te stellen TEN LAATSTE op WOENSDAGAVOND voorafgaand aan de reflectie om 20u aan de welbepaalde begeleider bezorgen. Maak hiervoor gebruik van de dropbox binnen het opleidingsonderdeel „Reflectie over de klinische praktijk‟. Geef het worddocument van uw casus volgende benaming: REF_datum reflectie_familienaam_voornaam (vb: REF_03/12/2010_Janssens_Mieke)
Neem de handleiding over de werking van het portfolio en de dropbox grondig door! Zie p. 23 van deze stagebrochure en Minerva
21
Contacten REFLECTIE OVER DE KLINISCHE PRAKTIJK Inhoud en opmaak van stagecasussen Prof. dr. Danny De Looze
[email protected]
09/332 23 83
Elektronische reflectie Prof. dr. Danny De Looze
[email protected]
09/332 23 83
Administratieve steekproeven + tabel stagecasussen Mevr. Veronique Volkaert
[email protected]
09/332 13 18
Themadagen Mevr. Fanny Maes
[email protected]
09/332 31 18
Vrije reflecties + reflectie pediatrie Prof. dr. Catharina Dhooge Mevr. Marleen Claeys
[email protected] [email protected]
09/332 24 52
Reflectie huisartsgeneeskunde Mevr. Michèle Billiet
[email protected]
09/332 33 12
Casussen en reflectie incident en culturele/linguïstische diversiteit Dr. Stéphanie De Maesschalck
[email protected]
09/332 54 98
Training consultvoering Mevr. Leen Aper
09/332 33 19
[email protected]
Ziektebriefjes worden NIET aanvaard ter compensatie van een afwezigheid op een terugkomdag (reflectie, themadag of training consultvoering). W anneer je door ziekte of onvoorziene omstandigheden een geplande activiteit niet kan bijwonen, neem je ZO SNEL MOGELIJK en VÓÓR de activiteit plaatsvindt contact op met de juiste persoon om je op een andere datum in te schrijven (zie contacten). Afwezigheden die niet vooraf gemeld werden, kunnen niet meer ingehaald worden.
22
Handleiding portfolio en dropbox MINERVA 1. Aanmaken van een portfolio De cursussite „Reflectie over de klinische praktijk‟ ziet eruit als een gewone cursussite pagina met alle „vertrouwde‟ functies zoals agenda, documenten, forum, aankondigingen, …
Via de functie „Portfolio‟ (midden onderaan) kan je een eigen portfolio aanmaken en beheren. Je zal de casussen hier posten. Klik op de functie „Portfolio‟ en het systeem zal de eerste keer vragen een portfolio aan te maken. Klik op „Eigen werkruimte aanmaken‟ en je portfolio is aangemaakt.
De volgende keren dat je op de functie „Portfolio‟ zal klikken kom je automatisch op de beginpagina van je portfolio.
23
Je zal zien dat je portfolio bestaat uit een „Wiki‟ genaamd „achternaam, voornaam‟ (links), „Documenten‟ (in het midden) en „Discussieruimte‟ (rechts). Voor het huidige academiejaar zullen we enkel de functie „documenten‟ gebruiken. De „Wiki‟ en de „Discussieruimte‟ zullen niet gebruikt worden en derhalve ook niet besproken worden binnen deze handleiding.
2. Aanmaken van mappenstructuur Via het openingsscherm van het portfoliosysteem kom je door op „documenten‟ te klikken in je private documentenruimte. Binnen deze omgeving kan je mappen aanmaken en bestanden uploaden.
Een nieuwe folder maak je aan door op de functie „nieuwe folder‟ te klikken. Om te verwijderen, te hernoemen of te verplaatsen gebruik je de tekens die uiterst rechts achter de verschillende mappen staan. Met het potloodje kan je de map herbenoemen, met het rode kruisje kan je de map verwijderen. Het portfolio bestaat uit 10 mappen, 1 per discipline.
24
3. Uploaden van casussen in het portfolio Casussen of andere documenten kan je inbrengen via de functie „documenten uploaden‟. Eerst ga je in de juiste folder staan en klik je op „materiaal toevoegen‟ en nadien „document uploaden‟. Vervolgens klik je op „bladeren‟ en selecteer je het betreffende document op je computer, USB-stick, …om tenslotte op OK te klikken. De opties laat je best ongewijzigd.
25
De casus verwijderen, een andere naam geven of verplaatsen gaat conform de mappen, via de tekens achteraan.
26
4. Waar vind ik de dropbox? Klik op het opleidingsonderdeel “Reflectie over de klinische praktijk”
Binnen dit opleidingsonderdeel heb je een persoonlijke brievenbus: de dropbox
Onder „Stuur een nieuw bestand‟ kan je je casus opladen.
27
Benoem je document als volgt: REF_datum reflectie_familienaam_voornaam (vb: REF_03/12/09_Janssens_Mieke) Alvorens op OK te klikken selecteer je jouw begeleider (selecteer groepen/gebruikers) naar het rechter vak: bijv. De Moerloose Barbara. Andere opties laat je best ongewijzigd. Klik NOOIT „Alle cursusbeheerders‟ aan. DIT OM TE VERMIJDEN DAT JE CASUS BIJ AL JE MEDESTUDENTEN EN ANDERE BEGELEIDERS TERECHTKOMT!
28