Stage Info 2011 - 2012
Inhoud
4
INLEIDING 1. DE PRAKTIJKOPLEIDING IN HET KORT
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12
Stageduur Toelating tot de stage Werkzaamheden Stageovereenkomst Toetsing Eindtermen Stagebureau Stagemeester Buitenstage(meester) Stagemeesterovereenkomst Gelijkstellingsregeling En verder
5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 6
2. TOELATING TOT EN AANMELDING VOOR DE STAGE
2.1 Toelating tot het eerste stagejaar 2.2 Toelating tot het derde stagejaar 2.3 Aanmelding voor het eerste en derde stagejaar
7 7 7
3. BEGELEIDING EN KWALITEITSBEWAKING 3.1 3.2
Stagebureau Stagemeester 3.2.1 Buitenstagemeester 3.2.2 Stagemeesterovereenkomst
Stage Info 2011 - 2012
8 8 9 9
2
4. INHOUD EN OPZET VAN DE STAGE 4.1 Stageduur 4.1.1 Onderbreking van de stage 4.2 Werkzaamheden tijdens de stage 4.2.1 Eindtermen 4.2.2 Inhoud van de werkzaamheden Algemeen Assurancewerkzaamheden Spreiding van werkzaamheden 4.2.3 Niveau van de werkzaamheden Ethische kwesties 4.3 Buitenstage 4.4 Verandering van werkgever 4.5 Stage in het buitenland 4.6 Stageovereenkomst
10 10 10 10 11 11 11 11 12 13 15 15 15 15
5. TOETSING VAN DE STAGE 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
Het stagedossier ASR-formulier Jaarplan Stageverslag 5.4.1 Verklaring van authenticiteit 5.4.2 Het essay als onderdeel van het stageverslag 5.4.3 Recapitulatie als onderdeel van het zesde semesterverslag (Inlever)termijnen Eerste jaarplan en stageovereenkomst Overige (jaar)plannen en stageovereenkomst bij verandering van werkgever Stageverslagen Consequenties van overschrijding Verklaring van behalen van de zes semesters Geldigheidsduur van behaalde onderdelen 5.7.1 Geldigheidsduur semesters 5.7.2 Geldigheidsduur toegekend gelijkstellingsverzoek
17 17 17 18 18 19 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20
6. GELIJKSTELLING EN VRIJSTELLING
6.1 Vrijstelling 6.2 Gelijkstellingsregeling
21 21
7. OVERIGE REGELS 7.1 Vergoedingen aan het NIVRA 7.2 Afmelding 7.3 Fraude 7.4 Bezwaar- en beroepsprocedure
Stage Info 2011 - 2012
23 23 24 24
3
Inleiding
Deze brochure geeft belangrijke informatie over de praktijkopleiding RA. Samen met de theoretische opleiding moet de praktijkopleiding zijn afgerond om te kunnen worden ingeschreven als registeraccountant en de RA titel te kunnen voeren. Tijdens de praktijkopleiding staan het opdoen van relevante praktijkervaring en het zich ontwikkelen tot beginnend beroepsbeoefenaar centraal. De eindtermen voor de praktijkopleiding van de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) zijn hiervoor maatgevend. Voor de beschrijving van deze eindtermen verwijzen wij naar de website van de CEA: www.ceaweb.nl. De praktijkopleiding omvat een stage, waarin minimaal drie jaar relevante werkervaring wordt opgedaan, en een praktijkexamen, bestaande uit een praktijkscriptie en een mondeling examen. Om de stage te kunnen volgen moet de trainee accountantswerkzaamheden verrichten. Hierbij is het vooral belangrijk dat controlevaardigheden worden opgedaan. De stage wordt gevolgd onder begeleiding van een stagemeester. Er zijn 25 stagebureaus aangewezen bij accountantskantoren en -diensten en het NIVRA, die beoordelen of aan de voorwaarden voor de stage wordt voldaan.
N@Tschool! In de loop van het jaar zal voor de praktijkopleiding gebruik worden gemaakt van N@Tschool! Dit is een webbased applicatie waarin de stagedossiers digitaal worden aangelegd en bijgehouden en waarmee de stageprocessen worden gestroomlijnd. De implementatie hiervan vindt gedurende het jaar plaats. Trainees worden hierover afzonderlijk bericht. Voor het gebruik van N@Tschool! worden afzonderlijke handleidingen beschikbaar gesteld. Fusie NIVRA-NOvAA & website Naar verwachting is de voorgenomen fusie tussen NIVRA en NOvAA (Nederlandse Organisatie van AccountantsAdministratieconsulenten) tot de NBA (Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants) in de loop van 2012 ook juridisch gezien een feit. De merknaam NBA wordt al gebruikt. Op het moment van samenstellen van deze brochure wordt gewerkt aan een NBA website, waar naar verwachting in het najaar onder ‘studie & opleiding’ alle stageinformatie te vinden zal zijn. In deze brochure wordt een aantal keer verwezen naar de website van het NIVRA (www.nivra.nl). Dit wordt in de loop van het jaar dus www. nba.nl
Deze brochure ziet op de stage. De brochure ‘Praktijkscriptie en –examen 2011-2012’ ziet op het praktijkexamen.
Stage Info 2011 - 2012
4
01 | De praktijkopleiding in het kort
1.1 Stageduur De praktijkopleiding duurt in ieder geval drie jaar en is opgedeeld in semesters.
is het van belang dat er voldoende variatie is in werkzaamheden en de trainee dus met meerdere aspecten van het werk bij meerdere bedrijfstypen ervaring opdoet.
Zie verder 4.1 Zie verder 4.2
1.2 Toelating tot de stage Om deel te kunnen nemen aan de praktijkopleiding moet een bepaald deel van de theorie al worden beheerst. Voor het derde stagejaar is een aparte eis geformuleerd, omdat in dat jaar de theorie op eindniveau in de praktijk moet worden toegepast. Bijkomende voorwaarde voor toelating tot het derde stagejaar is dat de stagemeester bij aanvang moet kunnen verklaren dat de trainee naar verwachting in het derde stagejaar minimaal het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar zal bereiken.
1.4 Stageovereenkomst Aan het begin van de stage wordt door de trainee en de werkgever een stageovereenkomst getekend, waarin de werkgever o.a. verklaart zijn medewerking te verlenen aan een goed verloop van de praktijkopleiding. Dit is een standaard overeenkomst die door het Stagebestuur van het NIVRA ter beschikking is gesteld. Zie verder 4.6
1.5 Toetsing
Zie verder 2.1 en 2.2
Tijdens de praktijkopleiding moeten werkzaamheden worden verricht die aansluiten bij de theoretische opleiding en moet een trainee dus ook al werkzaam zijn als accountant. Per jaar moet een verplicht aantal uren worden besteed aan controleopdrachten. Verder
Per jaar plant de trainee voor zover mogelijk zijn werkzaamheden o.a. aan de hand van (vaktechnische en persoonlijke) leerdoelen en een urenplanning per soort werkzaamheid en bedrijfstype. Na afloop van ieder semester wordt verslag gedaan. De verslagen in het tweede t/m het vijfde semester bevatten een essay, waarin een praktijkgeval uit dat semester wordt uitgewerkt. Het verslag van het zesde semester bevat een recapitulatie van de hele stageperiode.
Stage Info 2011 - 2012
5
1.3 Werkzaamheden
Zie verder hoofdstuk 5 De praktijkopleiding wordt afgesloten met een scriptie en een mondeling examen. Hierover is de brochure ‘Praktijkscriptie en -examen 2011 - 2012’ beschikbaar.
1.6 Eindtermen De eindtermen voor de praktijkopleiding beschrijven over welke vaktechnische vaardigheden en algemene (beroeps) vaardigheden een trainee moet beschikken aan het eind van de opleiding. Het minimale eindniveau is dat van een beginnend beroepsbeoefenaar: een registeraccountant die in beginsel in staat is een certificerende rol te vervullen. Zie verder 4.2.1
1.7 Stagebureau De stage wordt gevolgd bij een stagebureau dat de kwaliteitsbewaking en de begeleiding verzorgt. Taken van een stagebureau zijn onder andere de beoordeling van plannen en verslagen en het aanwijzen van stagemeesters. Er zijn 24 stagebureaus bij accountantskantoren en -diensten. Als een trainee bij een werkgever werkzaam is die geen eigen stagebureau heeft of gebruik kan maken van een ander stagebureau moet de praktijkopleiding worden gevolgd bij het NIVRA stagebureau.
1.9 Buitenstage(meester) Wanneer een trainee binnen de eigen werkomgeving niet aan de stage-eisen kan voldoen, omdat er bijvoorbeeld niet voldoende geschikte opdrachten zijn of er geen persoon aanwezig is die aan de voorwaarden voldoet om als stagemeester op te kunnen treden, kan gebruik worden gemaakt van een buitenstage respectievelijk een buitenstagemeester. Hierbij doet een trainee tijdelijk elders ervaring op of vindt begeleiding plaats door een stagemeester buiten de eigen werkomgeving. Zie verder 3.2.1 en 4.4
1.10 Stagemeesterovereenkomst Bij aanvang van de werkzaamheden als stagemeester wordt tussen werkgever, stagebureau en stagemeester een stagemeesterovereenkomst gesloten, waarmee zij aangeven zich in te zullen zetten voor een goed verloop van de stage van de trainee(s). Zie verder 3.2.2
1.11 Gelijkstellingsregeling Onder voorwaarden kunnen vier jaren relevante werkervaring gelijk worden gesteld aan het eerste stagejaar. Eén van de voorwaarden is dat minimaal een jaar ervaring is opgedaan, nadat aan de toelatingseisen tot het eerste jaar van de stage werd voldaan.
Zie verder 3.1
1.8 Stagemeester De stagemeester begeleidt de trainee ‘op de werkvloer’ bij zijn of haar werkzaamheden. Deze moet hiervoor over voldoende tijd en deskundigheid beschikken. Naast registeraccountants kunnen ook AA-accountants, wettelijk auditors uit andere lidstaten van de EU of andere deskundigen optreden als stagemeester. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. De stagemeester stelt samen met de trainee plannen op, tekent de stukken alvorens zij door het stagebureau worden beoordeeld en geeft per half jaar zijn oordeel over de door de trainee uitgevoerde werkzaamheden aan de hand van een schriftelijke rapportage.
Om deel te kunnen nemen moeten o.a. een ‘verklaring werkgever’ kunnen worden overlegd en een verslag van werkzaamheden worden opgesteld. Zie verder 6.2
1.12 En verder Verder wordt in deze brochure o.m. aandacht besteed aan: • Aanmelding voor de stage • (Inlever)termijnen • Geldigheidsduur van behaalde onderdelen • Onderbreking van de stage • Stage in het buitenland • Verandering van werkgever
Ze verder 3.2
Stage Info 2011 - 2012
6
02 | Toelating en aanmelding voor de stage
2.1 Toelating tot 1e stagejaar Om toegelaten te worden tot het eerste jaar van de stage moet iemand: 1. Toelaatbaar of toegelaten zijn tot een universitair masterprogramma dat toegang geeft tot de (door de CEA aangewezen) postinitiële (postmaster) RA-opleiding; of 2. Toelaatbaar of toegelaten zijn tot een (door de CEA aangewezen) postinitiële (postmaster) RA-opleiding. De postinitiële accountantsopleiding kan worden gevolgd bij de volgende universiteiten: • Universiteit van Amsterdam • Vrije Universiteit Amsterdam • Erasmus School of Accounting & Assurance • Universiteit van Tilburg • Universiteit Maastricht • Rijksuniversiteit Groningen • Nyenrode Business Universiteit
2.2 Toelating tot 3e stagejaar
b.
Naar verwachting van de stagemeester, die betrokken is bij het opstellen van het derde jaarplan van de trai- nee, gedurende het derde stagejaar minimaal het ni- veau van beginnend beroepsbeoefenaar bereiken.
Het wel of niet afgerond hebben van de masterscriptie is geen toelatingseis voor het derde jaar van de praktijkopleiding. Om toegelaten te worden tot het uiteindelijke mondelinge examen ter afronding van de praktijkopleiding moet de postinitiële opleiding wel volledig zijn afgerond, dus inclusief de eventuele afstudeeropdracht.
2.3 Aanmelding voor 1e en 3e stagejaar Degene die start met het eerste of het derde jaar van de stage moet zich zowel bij zijn eigen stagebureau als bij het Stagebestuur aanmelden. Aanmelden bij het Stagebestuur dient bij voorkeur via de website van het NIVRA te worden gedaan (www.nivra.nl, onder ‘Opleidingen’).
Om toegelaten te worden tot het derde jaar van de stage moet iemand: a. In alle vakken van het postinitiële deel van een aan gewezen accountantsopleiding en van de hieraan voorafgaande masteropleiding alle (deel)tentamens hebben afgelegd, waarbij maximaal één (deel)ten tamen moet worden herkanst om alle vakken te hebben behaald; en
Bij het aanmeldingsformulier moet een ‘verklaring toelating eerste jaar praktijkstage’ respectievelijk ‘verklaring toelating derde jaar praktijkstage’ worden gevoegd. Deze kunnen worden aangevraagd bij de universiteit waar de postinitiële opleiding wordt gevolgd (zie hierboven). Bij digitale aanmelding moet de verklaring dus nog apart worden toegestuurd.
Stage Info 2011 - 2012
7
03 | Begeleiding en kwaliteitsbewaking
3.1 Stagebureau De begeleiding en kwaliteitsbewaking van de stage worden verzorgd door het stagebureau. Taken van het stagebureau zijn onder meer het in overleg met trainee en stagemeester opstellen, bijstellen en beoordelen van stageplannen en stageverslagen, de controle op de toelating tot de stage, het aanstellen van stagemeesters, het beoordelen van de werkomgeving van de trainee, het verzorgen van stage(meester)overeenkomsten, de controle op voortgang en realisatie van de stageplannen en stageverslagen, het bijhouden van de vorderingen, de kwaliteitsbewaking van de stage, de rapportage aan het Stagebestuur, het regelen van een eventuele buitenstage en het behandelen van klachten. Zie hiervoor verder de aanvullende informatie over stagebureaus op de website van het NIVRA (onder ‘Opleidingen’). Het Stagebestuur heeft binnen de volgende organisaties stagebureaus aangewezen: ABN AMRO Group Audit Accountancy Rijksoverheid BDO Berk Deloitte Ernst & Young Grant Thornton ING Groep (Interne Accountantsdienst) Joanknecht & Van Zelst KAS BANK KPMG KPN Audit
Stage Info 2011 - 2012
Mazars De Nederlandsche Bank (Interne Accountantsdienst) NIBC (Interne Accountantsdienst) Nuon N.V. PKF Wallast PricewaterhouseCoopers Rabobank Groep (Audit) RSM Nederland SNS Reaal Groep (Concern Audit Afdeling) SRA (Samenwerkende Registeraccountants & Accountants Administratieconsulenten) UWV (Accountantsdienst) VDA (Gemeentelijke Accountantsdiensten) Trainees die werkzaam zijn bij een werkgever die niet beschikt over een eigen stagebureau of geen gebruik kunnen maken van een stagebureau uit de lijst, kunnen de stage volgen onder begeleiding van het NIVRA stagebureau.
3.2 Stagemeester De stage wordt gevolgd onder directe begeleiding van een stagemeester. De stagemeester heeft een cruciale rol in de coaching en de ontwikkeling van de trainee. Hij of zij dient dan ook over voldoende tijd en deskundigheid te beschikken om de trainee goed te kunnen begeleiden. De stagemeester ziet er ook op toe dat de trainee zich zodanig ontwikkelt dat gedurende de stage de hiervoor geldende eindtermen worden gerealiseerd. De stage-
8
meester beoordeelt vervolgens of de trainee in de loop van het derde stagejaar minimaal het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar zal bereiken. De stagemeester is nauw betrokken bij de werkzaamheden van de trainee. Hij of zij stelt samen met de trainee de jaarplannen op, tekent de stukken alvorens zij door het stagebureau worden beoordeeld en geeft per semester (bij het stageverslag) een onderbouwd oordeel over de door de trainee uitgevoerde werkzaamheden en zijn/ haar ontwikkeling in het licht van de fase van de opleiding, zowel in kwalitatieve als in kwantitatieve zin. Hiertoe evalueren trainee en stagemeester regelmatig de in het jaarplan en de stageovereenkomst vastgelegde werkzaamheden. Voorts geeft de stagemeester een oordeel over het verslag (inclusief het essay). De stagemeester dient het stagebureau op deze wijze van advies ten aanzien van de beoordeling van de stukken. Tot de taken van de stagemeester behoren onder andere: • De trainee begeleiden bij zijn/haar werkzaamheden conform de jaarplannen; • De trainee, indien nodig, begeleiden in de onderwerp keuze voor het essay; • Jaarplannen en semesterverslagen controleren op onder meer het vereiste aantal stagewaardige uren en spreiding in bedrijfstypen; • Jaarplannen en semesterverslagen beoordelen en deze, inclusief het bijbehorende ASR-formulier, ondertekenen voor goedkeuring van de inhoud en de werkzaamheden; • Beoordelen of de jaarplannen en semesterverslagen een getrouw beeld geven van de werkelijkheid, op basis van eigen - directe of indirecte - waarneming; • Bij ieder semesterverslag een schriftelijke toelichting geven op het oordeel over de uitvoering van de stage, het ontwikkelingsproces van de trainee en eventuele actiepunten voor het volgende semester; • Als vraagbaak en klankbord fungeren voor de trainee tijdens de stage.
- c. - -
maal drie jaren als zodanig werkzaam is; of een wettelijk auditor uit een andere lidstaat van de EU, die minimaal drie jaren als zodanig werkzaam is. in het derde jaar: een registeraccountant; of een certificeringsbevoegde AA-accountant, die minimaal drie jaren als zodanig werkzaam is.
Een stagemeester kan geen trainee begeleiden waarmee hij/zij een familierelatie of andere nauwe persoonlijke relatie heeft. Een stagemeester wordt door het stagebureau aangesteld. Zie hiervoor verder de aanvullende informatie voor stagemeesters op de site van het NIVRA (onder ‘Opleidingen’).
3.2.1 Buitenstagemeester Wanneer een trainee werkzaam is bij een organisatie die niet beschikt over personen die kunnen optreden als stagemeester, kan een buitenstagemeester een oplossing bieden. Dit is een persoon die de volledige begeleiding, zoals hierboven beschreven, op zich neemt, maar elders werkzaam is. De externe accountant zou bijvoorbeeld als zodanig kunnen optreden. De trainee zorgt zelf in overleg met het stagebureau voor een geschikte buitenstagemeester. De trainee en de buitenstagemeester stemmen tenminste eens per maand de voortgang van de stage met elkaar af. Na afloop van ieder semester rapporteert de buitenstagemeester hierover aan het stagebureau. Het is mogelijk dat hieraan kosten zijn verbonden. Deze zijn voor rekening van de werkgever van de trainee of de trainee zelf. Het ligt voor de hand dat hierover van tevoren goede afspraken moeten worden gemaakt.
3.2.2 Stagemeesterovereenkomst
Als stagemeester kunnen optreden: a. in het eerste jaar: - een registeraccountant; - een certificeringsbevoegde AA-accountant; of - een andere deskundige op het gebied van accountancy (bijv. een wettelijk auditor uit een andere lidstaat van de EU). b. in het tweede jaar: - een registeraccountant; - een certificeringsbevoegde AA-accountant, die mini-
Tussen werkgever, stagebureau en stagemeester wordt een stagemeesterovereenkomst gesloten, waarin de stagemeester verklaart zich in te zetten om zijn/haar trainee(s) conform de relevante bepalingen in de Nadere Voorschriften op een goede wijze te begeleiden bij de stagewerkzaamheden en bij te dragen aan de beoordeling. De werkgever verklaart mee te werken aan een goed verloop van de stage en de stagemeester waar mogelijk in staat te stellen de trainees op een goede wijze te begeleiden bij de stagewerkzaamheden en bij te dragen aan de beoordeling. De overeenkomst wordt in principe getekend voor de duur dat iemand als stagemeester bij desbetreffend stagebureau en desbetreffende werkgever actief is.
Stage Info 2011 - 2012
9
04 | Inhoud en opzet van de stage
4.1 Stageduur De stage duurt minimaal drie jaar uitgaande van een 80% tot fulltime dienstverband. De doorlooptijd van de stage is vaak langer, bijvoorbeeld omdat er voor toelating tot het derde stagejaar een aparte voorwaarde geldt. De stage is ingedeeld in zes semesters, waarbij per semester minimaal 500 uren worden besteed aan voor de stage relevante werkzaamheden. Dit is de minimale input voor een stageverslag. Uren die in een bepaald semester boven het aantal van 500 aan de stage zijn besteed, mogen dus niet ter compensatie worden aangewend ten behoeve van gevolgde of nog te volgen semesters. Een stagejaar is in principe opgedeeld in twee semesters van zes maanden. Indien daar goede redenen voor zijn (bijv. wisseling van werkgever tijdens een semester, spreiding van werkzaamheden en vakantie tijdens een jaar) kan de trainee het stagebureau schriftelijk verzoeken in te stemmen met een andere semesterverdeling. Dit verzoek moet vooraf worden gedaan door middel van een toelichting in het jaarplan of een apart schrijven. Hieraan zijn de volgende voorwaarden verbonden: • • • •
Een semester kan nooit korter zijn dan vier maanden. De periode van de eerste twee stagejaren gezamenlijk is tenminste 24 maanden. De periode van het laatste stagejaar is tenminste twaalf maanden. In ieder semester - dus ook in een verkort semester - moeten tenminste 500 voor de stage relevante uren worden verantwoord.
Stage Info 2011 - 2012
4.1.1 Onderbreking van de stage Wanneer de trainee tijdelijk niet aan de eisen van de stage kan voldoen, kan de stage worden onderbroken. De trainee stelt het stagebureau hiervan op de hoogte en vermeldt hierbij de redenen van de onderbreking. De stage kan niet onbeperkt worden onderbroken of stilgezet. Semesters hebben namelijk een beperkte geldigheidsduur. Zie hiervoor 5.7.
4.2 Werkzaamheden tijdens de stage 4.2.1 Eindtermen De eindtermen van de praktijkopleiding beschrijven wat een trainee moet kunnen in de beroepspraktijk en refereren aan de capaciteiten waarover een trainee dient te beschikken om op het vereiste niveau in de beroepspraktijk te kunnen functioneren. Hierbij moet de theoretische kennis op een evenwichtige wijze en in samenhang met de praktijk kunnen worden toegepast. De eindtermen van de praktijkopleiding voor RA trainees zijn in belangrijke mate gericht op de te verwerven controlevaardigheden. De eindtermen zijn onderverdeeld naar specifieke - op kennis en inzicht gebaseerde - vaktechnische vaardigheden, afgeleid van het Assurance Framework, en algemene
10
(beroeps)vaardigheden (soft skills), die zien op communicatie, gedrag en houding. Het tijdens de praktijkopleiding te ontwikkelen beheersingsniveau is dat van een beginnend beroepsbeoefenaar. Onder een beginnend beroepsbeoefenaar wordt hier verstaan een registeraccountant die in beginsel in staat is een certificerende rol te vervullen. Een belangrijk onderdeel van de eindtermen is gericht op de waarden en normen voor het professionele gedrag, zoals beschreven in de gedragscode voor registeraccountants (VGC), en het ontwikkelen van een kritische beroepshouding. Of aan de eindtermen wordt voldaan moet blijken uit het stagedossier en worden vastgesteld op basis van ‘professional judgement’, waarbij de stagemeester een belangrijke rol vervult. De stagemeester beoordeelt of er sprake is van een representatief geheel van de eindtermen (voor een beschrijving van de eindtermen verwijzen wij naar de website van de CEA: www.ceaweb.nl).
De stage relevante werkzaamheden betreffen onder meer: a. Controlestrategie en controleplanning; b. Methode van risicoanalyse; c. Materialiteitsbepaling en uitgangspunten voor controletolerantie; d. Vastleggen en beoordelen van de administratieve organisatie en interne beheersingssystemen;
e. Aandacht geven aan de kwaliteit van de daarmee samenhangende automatiseringssystemen op gebied van integriteit, beschikbaarheid en vertrouwelijkheid (fysieke en logische toegangsbeveiliging); f. Opstellen van een gedetailleerd controleprogramma en werkplanning ten behoeve van controleopdrachten; g. Toepassen van een samenvoeging van verschillende controletechnieken en controlemiddelen; h. Selecteren, verzamelen en vastleggen van de voor de (wettelijke) controle relevante gegevens in een dossier; i. Uitvoering van jaarrekeningcontroles, waarbij de aandacht in het bijzonder uitgaat naar: • vereisten dossiervorming; • gebruik van verschillende controletechnieken en controlemiddelen met het accent op controle- doelstellingen; • waardering- en presentatieaspecten; • leiding geven aan een controleteam; en • het voldoen aan de wet- en regelgeving, waar- onder in ieder geval de Wet toezicht accountants- organisaties en het Besluit toezicht accountants- organisaties, de nadere voorschriften, actuele handreikingen en audit alerts. j. Rapportage, waaronder: • opstellen van het accountantsverslag en van de accountantsverklaring; en • opstellen van de management letter en voeren van de bespreking dienaangaande; • aan kunnen geven onder welke omstandigheden en voor welke belanghebbende de volgende communicatie van toepassing is: - accountantsverklaring; - accountantsverslag; - management letter. k. Beoordelen van jaarrekeningen, onderkennen en oplossen van problemen ten aanzien van waarderings- grondslagen en jaarrekeningpresentaties; l. Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot finan- ciële overzichten in het kader van NV COS 4400 inclusief het rapport van Bevindingen; m. Opdrachten tot het samenstellen van financiële overzichten in het kader van NV COS 4410 inclusief bijbehorende verklaringen; n. Overige werkzaamheden waaronder die op het gebied van juridische aangelegenheden, belastingrecht, bestuurlijke informatievoorziening, bedrijfseconomie, algemene economie, wiskunde en statistiek voor zover deze relevant zijn voor de door een (controlerend) accountant uit te voeren werkzaamheden in de ruimste zin van het woord.
Stage Info 2011 - 2012
11
4.2.2 Inhoud van de werkzaamheden Algemeen Tijdens de stage moeten werkzaamheden worden verricht die aansluiten op de inhoud van de theoretische opleiding, in het bijzonder op de kernvakken (Bestuurlijke Informatieverzorging, Externe Verslaggeving en Auditing & Assurance), en het behaalde niveau daarvan. Deze kennis is nodig om de eindtermen te kunnen realiseren en stelt de trainee in staat praktijksituaties in het juiste perspectief te plaatsen en vanuit een theoretisch kader te beargumenteren. Door de uitoefening van daarvoor relevante werkzaamheden ontwikkelt de trainee tijdens de stage vaardigheden in assuranceopdrachten en aan assurance verwante opdrachten, zoals bedoeld in het Assurance Framework. Tijdens elk semester worden minimaal 500 uren aan in het kader van de stage relevante werkzaamheden besteed. Een belangrijk deel hiervan moet worden besteed aan controleopdrachten (Opdrachten tot controle van historische financiële informatie (NV COS 100-999)). Zie hierover verder ‘Controlewerkzaamheden’. De werkzaamheden worden door de trainee verantwoord in een verslag.
Een opsomming van relevante werkzaamheden maakt in samengevatte vorm deel uit van het ASR-formulier. Controlewerkzaamheden Tijdens de stage moeten 1000 uren worden besteed aan Opdrachten tot controle van historische financiële informatie (NV COS 100-999). De werkzaamheden die in het kader hiervan worden verricht, worden genoemd onder a t/m j in bovenstaande opsomming en zijn in samengevatte vorm weergegeven onder de nummers 1 t/m 4 op het ASRformulier. Deze werkzaamheden moeten evenredig worden verdeeld over de drie stagejaren. Dit betekent dat hieraan per stagejaar minimaal 333 uren moeten worden besteed. Het derde jaar omvat in ieder geval een volledige controlecyclus. Dit is het geheel van werkzaamheden, gericht op het afgeven van een accountantsverklaring bij een financiële verantwoording, startend vanuit de opdrachtacceptatie (zie hiervoor ook 4.2.3 Niveau van werkzaamheden). Onder voorwaarden kan een stagebureau instemmen met een aangepaste invulling waarbij op inhoudelijke gronden toch aan de doelstelling van de 1000-ureneis kan worden voldaan. Deze voorwaarden zijn: 1. Voor een beperkt gedeelte kunnen worden ingebracht: a. Opdrachten tot beoordeling van historische financiële informatie (NV COS 2000-2699); b. Assuranceopdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie, waaronder inbegrepen ‘internal control statements’ en rechtmatigheidscontroles (NV COS 3000-3699). 2. Voor een zeer beperkt gedeelte kunnen worden ingebracht: a. Overeengekomen specifieke werkzaamheden m.b.t. financiële informatie (NV COS 4400); b. Samenstellingsopdrachten (NV COS 4410). 3. Voor een beperkt gedeelte kunnen ook Operational Audits die zijn gericht op de AO/IB ten behoeve van financial statements, die een assurance-element bevatten en waarop de externe accountant voor een groot deel kan steunen, worden ingebracht. 4. Een belangrijk gedeelte van de werkzaamheden in het kader van de 1000-ureneis moet een gehele controle cyclus, dus van controleplanning tot en met oordeels vorming en rapportage, omvatten. 5. Het Stagebestuur geeft de uitdrukkelijke voorkeur aan
Stage Info 2011 - 2012
6. 7.
een maximum aantal uren van in totaal 100 besteed aan werkzaamheden genoemd onder 1, 2 en/of 3 als onderdeel van de 1000-urenverplichting. Trainee en stagemeester moeten gezamenlijk vooraf een verzoek doen aan het stagebureau, waarbij zij in het jaarplan aantonen op welke aangepaste wijze de beoogde controlevaardigheden worden verkregen. De beoordeling of met de in het jaarplan genoemde aangepaste controlewerkzaamheden voldoende controlevaardigheden worden verkregen is ter beoordeling aan tenminste twee leden van het stagebureau of aan een lid van het stagebureau en het Stagebestuur.
Toch zal het bij kantoren waar geen of nauwelijks assuranceopdrachten aanwezig zijn waarschijnlijk niet mogelijk zijn om volledig aan de stagecriteria te voldoen. In die gevallen zal moeten worden bezien of een buitenstage uitkomst kan bieden. Spreiding van werkzaamheden In de stage moet worden gestreefd naar voldoende diversiteit in werkzaamheden en werkomgevingen. Dit betekent dat er een zekere spreiding over bedrijfstypen moet zijn. Hiernaast dient er diversiteit in soorten opdrachten aanwezig te zijn. Daarbij kan worden gedacht aan andere audits (operational, ICT, forensisch, milieu, beleid of integriteit), onderzoeken met een bijzonder oogmerk (doelmatigheid of doeltreffendheid), samenstellings- en beoordelingswerkzaamheden en andere werkzaamheden, waaronder die op het gebied van juridische aangelegenheden, belastingrecht, bestuurlijke informatievoorziening, bedrijfseconomie, algemene economie, wiskunde en statistiek voor zover deze relevant zijn voor de door de (controlerend) accountant uit te voeren werkzaamheden in de ruimste zin van het woord. Het kan dus niet zo zijn dat een lange tijd (meerdere semesters) bij dezelfde soort cliënten/ opdrachtgevers dezelfde werkzaamheden worden verricht.
4.2.3 Niveau van werkzaamheden Tijdens de praktijkopleiding wordt uitgegaan van een fictieve ontwikkelingsschaal die begint bij een minimum beheersingsniveau van ondersteunende vakken, kernvakken en basisvaardigheden en een eindniveau dat ligt op het kunnen functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar. Gedurende de stage moet dus sprake zijn van groei en de (verdere) ontwikkeling van vaardigheden: meer verant-
12
woordelijkheid, meer zelfstandigheid, meer planning en coördinatie, minder uitvoering in opdracht, dilemma’s, onderhandelingen, lastiger klussen etc. Omdat trainees bij aanvang van de stage verschillende theoretische vooropleidingstrajecten hebben doorlopen, zijn er verschillen in de hoeveelheid praktijkervaring van beginnende trainees. Indien een trainee de hierna genoemde (basis)vaardigheden reeds bezit, is het niet nodig om hier verder mee te oefenen. Een trainee moet in staat zijn op zijn eigen hoge niveau werkzaamheden te verrichten. Groei wordt eveneens bereikt door de theoretische verdieping, persoonlijke en verdere loopbaangerichte ontwikkeling. In het eerste stagejaar moeten minimaal de basisvaardigheden worden geoefend, zoals dossiervorming, basale aansluitingen van grootboek en saldibalans met de jaarrekening, liquide middelen, materiële vaste activa etc. Deze werkzaamheden komen ook bij het uitvoeren van samenstellingsopdrachten of werkzaamheden bij bijvoorbeeld dochterondernemingen van een financiële instelling voldoende aan bod. Dit betreft een minimum beginniveau. Naarmate de stage vordert, moeten complexere controletechnieken en accountantsissues, mede in relatie tot eventuele specifieke regelgeving, aan de orde komen. Planning en risicoanalyse, oordeelsvorming en rapportage gaan een steeds grotere rol spelen, terwijl de beoordeling van de AO/IB en de uitvoering van controles minder tijd gaan vergen. De werkzaamheden in het laatste jaar bevatten complexe issues en moeten aansluiten bij het eindniveau van de kernvakken van de theoretische opleiding. Bovendien moet een trainee in dit laatste stagejaar alle aspecten van een controlecyclus doorlopen. De betrokkenheid van de trainee bij opdrachten verandert gedurende de stage, afhankelijk van de complexiteit van de opdracht, steeds meer van uitvoerend naar leidinggevend. De mate van zelfstandigheid bij de uitvoering van opdrachten hangt samen met de mate van complexiteit en/ of omvang van de opdrachten. Naarmate de opdracht eenvoudiger is, kan de trainee een meer zelfstandige positie innemen. Aan het einde van de stage moet de trainee tenminste in staat zijn zelfstandig een kleine tot middelgrote onderneming te controleren. Een trainee moet daarom in het laatste jaar, door middel van het op
Stage Info 2011 - 2012
eindniveau verrichten van werkzaamheden die behoren tot de controlecyclus, aantonen leiding te kunnen geven aan het proces van een volledige jaarrekeningcyclus van een kleine tot middelgrote onderneming of een belangrijk aspect van een grotere onderneming (zie hiervoor ook 4.2.1 onder Controlewerkzaamheden). Een beginnend beroepsbeoefenaar dient dus te beschikken over leidinggevende vaardigheden en in staat te zijn samen te werken in (multi-disciplinaire) teams. Verder zijn communicatieve vaardigheden van belang om opvattingen en conclusies effectief te kunnen presenteren, bediscussiëren en verdedigen. Bovendien moet de beginnend beroepsbeoefenaar adequaat kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen en moeilijke situaties. Ethische kwesties Tijdens de stage spelen ook ethische kwesties een rol. Naarmate de stage vordert wordt het steeds belangrijker dat de trainee als lid van een opdrachtteam blijk geeft van ethische normen zoals onafhankelijke oordeelsvorming en een ‘rechte rug’ voor het publieke belang. Waarden, normen en attitudes zijn opgenomen in de algemene (beroeps)vaardigheden (soft skills) als onderdeel van de eindtermen. Het gedrag van de trainee moet zich richten naar de Verordening Gedragscode, waarin de fundamentele ethische principes voor accountants zijn vastgelegd. Deze zijn: a. integriteit; b. objectiviteit; c. deskundigheid en zorgvuldigheid; d. geheimhouding; en e. professioneel gedrag.
STAGEWERKZAAMHEDEN PER JAAR IN SCHEMA Tevens onderdeel van de bijlage bij de stageovereenkomst met ingang van 1 september 2011 (zie 4.6 Stageovereenkomst). Zie pagina 14
13
PER STAGEJAAR Tijdsbesteding Stagewerkzaamheden Niveau
Controlecyclus
Minimaal 333 uren
2. Planning Verkrijgen van kennis van de huishouding en haar omgeving Risico-analyse Vaststellen van de controlestrategie 3. Uitvoering Systeemgerichte werkzaamheden Gegevensgerichte werkzaamheden 4. Afronding Afronding controlewerkzaamheden Evaluatie van bevindingen Rapportage Afronding dossier
Overige werkzaamheden
Geen afzonderlijke urenverplichting
Minimaal 1000 uren (2x minimaal 500 uren per semester)
1. Cliënt- en opdrachtaanvaarding en -continuering Beoordeling onafhankelijkheid Beoordeling overige aspecten
Stage Info 2011 - 2012
5. Opdrachten tot het beoordelen van historische financiële overzichten 6. Overige assurance-opdrachten, niet zijnde controle- of beoordelingsopdracht 7. Opdrachten tot het samenstellen van financiële overzichten 8. Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot financiële informatie 9. Overige werkzaamheden voor zover relevant voor de beroepsuitoefening van een (controlerend) accountant, bijv. op gebied van juridische aangelegenheden, belastingrecht, bestuurlijke informatievoorziening, bedrijfseconomie etc.
14
Aan het einde van de stage moet aan de eindtermen zoals vastgesteld door de CEA zijn voldaan. Het minimaal te behalen eindniveau is dat van een beginnend beroepsbeoefenaar. Jaar 1 Uitgaande van beperkte praktijkervaring bij aanvang staan in het eerste stagejaar de basisvaardigheden centraal. De trainee bekwaamt zich vooral in de uitvoerende aspecten van een (jaarrekening)controle. Naast dit type werkzaamheden kunnen ook andere werkzaamheden op het basisniveau worden verricht, zoals bijvoorbeeld samenstelwerkzaamheden zoals bedoeld in NVCOS 4410. Let wel: dit betreft een minimum niveau. Iemand die deze basisvaardigheden reeds bezit, zal op zijn eigen niveau de werkzaamheden verrichten Jaar 2 Naarmate de stage vordert, moeten complexere controletechnieken en accountantsissues, mede in relatie tot eventuele specifieke regelgeving, aan de orde komen. De stage moet aansluiten bij het tot dan toe bereikte theoretische niveau. Jaar 3 De werkzaamheden bevatten nog complexere issues en moeten aansluiten bij het eindniveau van de hoofdvakken van de theoretische opleiding. In de loop van het derde jaar moet de trainee aantonen dat hij in staat is om leiding te geven aan het proces van een volledige jaarrekeningcyclus van een kleine tot middelgrote onderneming.
4.3 Buitenstage In de praktijk kan het voorkomen dat binnen de eigen werkomgeving niet kan worden voldaan aan de werkervaringseisen. In dergelijke gevallen kan worden gekozen voor een tijdelijke uitplaatsing van een trainee bij een bedrijf waar wel voldoende (gevarieerde) (controle)werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Trainees moeten zelf, in overleg met de werkgever, een zogenaamde buitenstage regelen. Op die manier kan deze zoveel mogelijk worden toegesneden op de eigen situatie. De medewerking van de eigen werkgever is noodzakelijk. De buitenstage kan worden gelopen bij een organisatie die aan alle vereisten voor een goede stageplaats kan voldoen, in het bijzonder te noemen: • De externe accountant van het eigen bedrijf. De externe accountant kan in dergelijke gevallen ook fungeren als stagemeester. • Een (accountants)praktijk die zich bereid heeft verklaard de trainee tijdelijk op te nemen. Deze buitenstage valt onder het toezicht van en wordt gevolgd conform de regels van het stagebureau waar de trainee staat ingeschreven. De kosten die met de buitenstage zijn gemoeid, komen voor rekening van de trainee of diens werkgever.
4.4 Verandering van werkgever Bij verandering van werkgever tekenen de trainee en de nieuwe werkgever een nieuwe stageovereenkomst. Wanneer de wijziging van werkgever midden in een stagejaar gebeurt moet het jaarplan worden herzien. Het plan moet dan in aansluiting op de ‘oude’ situatie worden toegespitst op de ‘nieuwe’ situatie. Het stagedossier wordt door het oude stagebureau overgedragen aan het nieuwe stagebureau. Indien nodig worden stageplannen en stageverslagen voor de overdracht ontdaan van vertrouwelijke gegevens en geanonimiseerd.
van de minimale duur van een semester van vier maanden en het minimale aantal te verantwoorden uren van 500 voldaan kan worden, is het toegestaan een semester op te splitsen in twee delen, waarvoor afzonderlijke verslagen moeten worden opgesteld die door desbetreffende stagebureaus moeten worden beoordeeld. Slechts één van deze verslagen hoeft - indien van toepassing - een essay te bevatten.
4.5 Stage in het buitenland Het is toegestaan om (een deel van) de stage in het buitenland te volgen. Indien een trainee dit wil, moet hiervoor toestemming worden gevraagd door middel van een schriftelijk verzoek bij het desbetreffende stagebureau. Dit verzoek moet vooraf worden gedaan door middel van een toelichting in het jaarplan of een apart schrijven. De trainee moet in het buitenland kunnen voldoen aan de aan de stage gestelde voorwaarden, zoals in deze brochure en in de Nadere Voorschriften op de Praktijkstage zijn opgenomen. De theorie van de Nederlandse RA-opleiding moet kunnen worden toegepast in de buitenlandse praktijk. De stage moet conform de regelgeving worden getoetst en gevolgd onder begeleiding van een stagebureau en een door dit stagebureau aangestelde stagemeester.
4.6 Stageovereenkomst De stageovereenkomst is een door het Stagebestuur beschikbaar gestelde (standaard) overeenkomst waarin de werkgever verklaart zijn/haar medewerking te verlenen aan een goed verloop van de stage. De werkgever verklaart de trainee waar mogelijk in staat te stellen om aan de gestelde eisen betreffende omgeving, groei, duur, kwaliteit, inhoud, spreiding en diepgang, zoals in de Verordening op de Praktijkstage en in de Nadere Voorschriften op de Praktijkstage staan vermeld, te kunnen voldoen.
Indien de overdracht van het stagedossier problemen veroorzaakt, kan de trainee een verzoek indienen bij het Stagebestuur, dat beslist hoe de gerezen problemen worden afgehandeld.
Dit betekent o.a.: - een evenwichtige verdeling van de te verantwoorden uren naar inhoud van werkzaamheden - een evenwichtige verdeling van de te verantwoorden uren naar bedrijfstype - een niveau van werkzaamheden dat minimaal aansluit bij het behaalde theoretische niveau - etc.
Wanneer de overstap naar een andere werkgever plaatsvindt midden in een semester en daardoor niet aan de eis
Wanneer de trainee in zijn of haar functie niet volledig aan de stage-eisen kan voldoen, verleent de werkgever
Stage Info 2011 - 2012
15
conform de overeenkomst medewerking aan het vinden van een passende oplossing binnen of buiten de werkkring (buitenstage). De stageovereenkomst kan door zowel de werkgever als de trainee worden ontbonden om de volgende redenen: a. Uitdiensttreding trainee b. Stopzetting stage door stagebureau vanwege onvoldoende vordering c. Stopzetting stage vanwege onvoldoende vordering blijkend uit de interne beoordelingssystematiek d. Aanhoudend verzuim van de trainee na minimaal één schriftelijke waarschuwing door de werkgever e. In geval van wederzijdse instemming van de werkgever en de trainee. Een tussentijdse beëindiging dient door de werkgever aan het stagebureau te worden gemeld. De stageovereenkomst maakt deel uit van het stagedossier.
Stage Info 2011 - 2012
16
05 | Toetsing van de stage
5.1 Het stagedossier Het stagebureau legt van iedere trainee een dossier aan en beheert dit. Het dossier bevat: • De stageovereenkomst (of het masterplan dat tot 1 september 2006 moest worden opgesteld); • De aanmeldingen voor het eerste en derde jaar van de stage inclusief de bijbehorende toelatings verklaringen; • De jaarplannen (inclusief ASR-formulieren); • De stageverslagen (inclusief ASR-formulieren); • De stagemeesterrapportages; • Ingeval gebruik is gemaakt van de gelijkstellings regeling, de verklaring werkgever en het verslag van werkzaamheden; en • Alle vastleggingen van besluiten met betrekking tot de stage (af- en goedkeuringen, beslissingen in klachten procedures etc.).
weer welke werkzaamheden tijdens een semester of stagejaar zullen worden verricht dan wel zijn verricht en welke vakken zijn gevolgd. Op de ASR-formulieren wordt de planning met de werkelijke uitvoering vergeleken. Het ASR-formulier sluit aan bij de eindtermen en wordt ieder stagejaar op drie momenten ingevuld: bij het jaarplan, bij het eerste (oneven) semesterverslag in dat jaar en bij het tweede (even) semesterverslag. Er is dus één formulier per stagejaar. Het ASR-formulier kan worden gedownload van de website van het NIVRA (onder ‘Opleidingen’). Er zijn aparte ASR-formulieren beschikbaar voor wanneer gebruik wordt gemaakt van de gelijkstellingsregeling.
5.3 Jaarplan
Voor het opstellen van plannen en verslagen wordt gebruik gemaakt van Algemene Stagerapportageformulieren (ASR-formulieren). Deze geven in samengevatte vorm
Voorafgaand aan elk stagejaar wordt een planning gemaakt. Hierin moeten worden opgenomen de urenplanning volgens indeling van het ASR-formulier en een omschrijving van bedrijfstypen en andere cliëntkenmerken (bijv. omvang). Voorts moet aandacht worden besteed aan de te stellen leerdoelen en de wijze waarop de trainee verwacht deze te verwezenlijken. Bij het formuleren van deze leerdoelen moet worden aangesloten bij de eindtermen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen vaktechnische eindtermen en algemene (beroeps)vaardigheden (soft skills), gericht op communicatie, gedrag en houding.
Stage Info 2011 - 2012
17
De trainee houdt zelf ook een dossier bij waarin kopieën worden bewaard van de goedgekeurde plannen en verslagen en - indien van toepassing - het gehonoreerde gelijkstellingsverzoek.
5.2 ASR-formulier
De vaktechnische eindtermen hebben betrekking op vaardigheden die relevant zijn voor het kunnen functioneren als controlerend accountant. Communicatieve vaardigheden hebben betrekking op mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden: communicatie met opdrachtgevers, gecontroleerden en collega’s. Gedrag heeft betrekking op zaken die voor de omgeving waarneembaar zijn, zoals samenwerken en proactief handelen. Houding tot slot heeft vooral betrekking op ethische aspecten, dus op zaken als integriteit, onafhankelijkheid en onpartijdigheid. Hiernaast heeft houding betrekking op zaken als het hebben van een rechte rug, kritische instelling en flexibiliteit. Leerdoelen dienen zoveel mogelijk SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgerelateerd) te worden geformuleerd en worden gekoppeld aan concrete situaties. Belangrijk is dat er aandacht is voor zowel de vaktechnische leerdoelen als de leerdoelen die betrekking hebben op de algemene (beroeps)vaardigheden. Uit het plan moet blijken in welke functie en op welk niveau de trainee de werkzaamheden verricht. Ook moet aandacht worden besteed aan de tot het begin van dat jaar behaalde studieresultaten en de gevolgen hiervan voor het verdere verloop van de stage. In het jaarplan wordt de verdeling van de twee semesters aangegeven. Aanbevolen wordt om - indien van toepassing - in het plan het (de) verwachte essayonderwerp(en) aan te duiden. Bijstelling van het plan kan plaatsvinden in het halverwege te schrijven stageverslag.
5.4 Stageverslag Na elk semester stelt de trainee een stageverslag op dat de volgende onderdelen bevat: • Een weergave van de verrichte werkzaamheden met de daaraan bestede tijd in vergelijking met het stage plan. Hierbij dienen de belangrijkste opdrachten te worden beschreven, waarbij blijkt wat de rol en het functieniveau van de trainee zijn geweest. • Een terugkoppeling op de in het jaarplan gestelde leerdoelen: de trainee moet er blijk van geven dat de leerdoelen, die zijn opgenomen in het jaarplan, al dan niet zijn bereikt, de daarmee gepaard gaande vaardig heden worden beheerst of wat de consequenties zijn voor de komende semesters. • De relatie van de werkzaamheden tot de behaalde onderdelen van de theoretische opleiding. • De ervaringen van de trainee in het semester, weerge geven in de vorm van commentaren of suggesties
Stage Info 2011 - 2012
• • •
(bijvoorbeeld voor de te volgen controleaanpak), en - indien van toepassing - onderwerpen die zich mogelijk lenen voor de praktijkscriptie (vanaf het derde stagejaar kan reeds een aanvang worden gemaakt met schrijven van de praktijkscriptie, zie hiervoor de brochure ‘Praktijkscriptie en -examen 2011 - 2012’). Alleen in het tweede t/m het vijfde semester een essay over een praktijksituatie uit desbetreffend semester (zie 5.4.2). Alleen in het zesde semester een recapitulatie van de volledige stageperiode (zie 5.4.3) De (bijgestelde) planning van de resterende stage.
Hiervoor kan gedeeltelijk gebruik worden gemaakt van het ASR-formulier. Uit het verslag moet blijken of en in hoeverre de eindtermen zijn of zullen worden gerealiseerd. Dit kan door deze expliciet te koppelen aan de werkzaamheden die in het semester zijn uitgevoerd. Zowel de vaktechnische eindtermen als de soft skills dienen tot uitdrukking te komen in het verslag. Op het ASRformulier wordt de relatie gelegd met de vaktechnische eindtermen. Voor wat betreft de soft skills zal dit vooral zijn bij de leerdoelen, in het essay en bij de recapitulatie.
5.4.1 Verklaring van authenticiteit In ieder stageverslag is een door de trainee ondertekende en gedateerde ‘verklaring van authenticiteit’ opgenomen. De tekst hiervan is: ‘Ik heb dit stageverslag (inclusief het essay) zelf geschreven en ik heb geen teksten overgenomen uit andere stageverslagen, scripties, overige geschriften en literatuur zonder de bron te hebben vermeld. De inhoud van dit stageverslag (inclusief het essay) komt, voor wat betreft de feiten (m.u.v. in het kader van anonimisering gefingeerde bedrijfsgegevens) en verrichte werkzaamheden, geheel overeen met de werkelijkheid. De beschreven door mij uitgevoerde werkzaamheden zijn daadwerkelijk door mij verricht.’ De tekst ‘(inclusief het essay)’ kan in het eerste en zesde semesterverslag worden weggelaten.
18
5.4.2 Het essay als onderdeel van het stageverslag De verslagen die na afloop van het tweede t/m het vijfde semester worden opgesteld moeten een essay bevatten van minimaal 1800 woorden. In het essay beschrijft de trainee een (door hem/haar meegemaakte) praktijksituatie uit die periode, waarbij één of meerdere studiethema’s uit de theoretische opleiding zijn toegepast en waarbij is gewerkt aan één of meerdere van de in het jaarplan opgenomen leerdoelen. De casus moet in overeenstemming zijn met de fase van de opleiding en de voortgang van de stage. Het essay bevat de wijze van aanpak en uitvoering, de wijze waarop is omgegaan met praktische problemen, hoe de trainee is gekomen tot oplossingen, de onderbouwing van gemaakte keuzes en de leereffecten. Om tot een goed essay te komen is het belangrijk dat er in de praktijksituatie sprake was van een dilemma, een keuze, een risico en/ of een confrontatie - complexer naarmate de stage vordert - wat tot uitdrukking moet komen in een probleemstelling. Het moet hierbij in ieder geval kwesties betreffen, waarbij de oplossing niet direct voor de hand ligt (afhankelijk van het niveau van de trainee). Bij de toename van de complexiteit monden keuzes, confrontaties en risico’s meer en meer uit in echte dilemma’s. In het laatste essay moet sprake zijn van een ‘stevig’ dilemma. Doorgaans spelen hierbij ethiek, het maatschappelijk belang en de rechte rug van de (aankomend) accountant een grote rol. In het (de opvolgende) essay(s) moet de ontwikkeling van de trainee waarneembaar zijn.
• Het vak Auditing & Assurance moet in ieder geval aan de orde komen in het vijfde semesteressay óf in de praktijkscriptie. • In het (de) overgebleven semester(s) kan een keuze onderwerp betreffende een ander gebied op het werk terrein van accountancy aan de orde komen: fiscaliteit, IT-audit, management consulting, bedrijfsrecht, over heidsreglementering, treasury, valuation etc. Mits aan de hierboven geformuleerde eisen voor een essay en aan de overige eisen met betrekking tot de beoordeling door stagemeester en stagebureau wordt voldaan, kan de trainee voor zijn/ haar essays gebruik maken van geanonimiseerde vraagstukken die hij of zij tijdens desbetreffend semester zelf al schriftelijk heeft uitgewerkt als onderdeel van de stagewerkzaamheden. Om aan de eisen van een essay te kunnen voldoen moet wel een aantal elementen worden toegevoegd. Ook voor in het kader van de theoretische opleiding uitgewerkte vraagstukken uit de praktijk van de trainee geldt dat zij, mits aan de hierboven geformuleerde eisen aan het essay en aan de overige eisen met betrekking tot de beoordeling door stagemeester en stagebureau wordt voldaan, deze als essays in het kader van de praktijkopleiding kunnen worden aangewend.
Het essay bevat: • Een kritische benadering en uitleg. • Vergelijkingen met andere en/of soortgelijke ervaringen opgedaan tijdens de stage. • Een bekwame redactie. • Een persoonlijke stijl. • Persoonlijke beleving en opvattingen. • Herkenning van de toegevoegde waarde van de stage in het kader van het, door de trainee tot dat moment doorgemaakte, leerproces (theorie en praktijk).
Dit kunnen, naast rechtstreeks voor opdrachtgevers uitgewerkte vraagstukken, ook andere schriftelijke vastleggingen zijn, waarbij kan worden gedacht aan: • Vastlegging van controlewerkzaamheden en conclu sies ten aanzien van een bepaalde jaarrekeningpost; • (Concept)rapportages van rechtstreeks voor opdracht gevers uitgewerkte vraagstukken; • Vastleggingen van in het kader van de controle uit gewerkte vraagstukken, bijvoorbeeld over de waar dering van een bepaalde jaarrekeningpost of over de continuïteitsveronderstelling van een organisatie; • Controle-evaluaties; • (Concept) management letters; • (Concept) accountantsverslagen.
Wat betreft de relatie tot het studiethema uit de theoretische opleiding moeten essays als volgt worden samengesteld: • Zowel in het tweede semesteressay als in één van de essays uit het tweede jaar (derde of vierde semes- ter) moet de casus gerelateerd zijn aan één van de drie kernvakken van de theoretische opleiding (Bestuurlijke Informatieverzorging, Externe Verslag legging en Auditing & Assurance).
Om aan de eisen van het essay te voldoen zullen de volgende elementen aan de vastleggingen moeten worden toegevoegd: 1. Een inleiding waarin de trainee de situatie schetst en zijn of haar rol hierin uitwerkt. Deze inleiding vormt de “opstap” naar de vastlegging; 2. Een alinea waarin de trainee de praktijksituatie, zoals die uit de vastlegging blijkt, koppelt aan de relevante theorie;
Stage Info 2011 - 2012
19
3. Reflectie op de beschreven situatie en het ervaren dilemma (keuze, risico of confrontatie) waarin de trainee beschrijft aan welke leerdoelen is gewerkt. Het spreekt voor zich dat het altijd eigen werk moet zijn.
5.4.3 Recapitulatie als onderdeel van het zesde semesterverslag In het zesde semester wordt een recapitulatie van de volledige stageperiode gegeven, waarin de trainee in het kort zijn/ haar ervaringen beschrijft in de vorm van een weergave van zijn/ haar persoonlijke en vaktechnische groei gedurende de stage, eventueel aangevuld met commentaren (bijv. in verband met gewijzigde inzichten). Hierin moet blijk worden gegeven van zijn of haar ontwikkeling tot (minimaal) het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar, conform de eindtermen van de CEA.
5.5 Inlevertermijnen (Jaar)plannen en stageovereenkomst Voor de jaarplannen geldt dat zij binnen zes weken na de start van het stagejaar moeten zijn goedgekeurd door de stagemeester en bij het stagebureau ter beoordeling moeten zijn aangeboden. Ook de stageovereenkomst moet binnen zes weken na aanvang van de stageperiode bij het stagebureau zijn ingediend. Voor plannen die zien op een andere periode of herziene plannen in het kader van overstap naar een andere werkgever geldt dezelfde termijn.
voor het volgende semester worden opgesteld. Hiervoor geldt eveneens een inlevertermijn van zes weken na aanvang van desbetreffende periode. Een stagebureau kan tevens beslissen dat het niet of niet tijdig inleveren van het stageverslag ongeldigheid van het desbetreffende semester tot gevolg heeft.
5.6 Verklaring van behalen van de zes semesters Het stagebureau geeft een ‘Verklaring van behalen van de zes semesters’ af aan de trainee die het laatste semester heeft afgerond en die heeft voldaan aan de vereisten voor afronding van de zes semesters. Deze verklaring maakt onderdeel uit van het examendossier. Het examendossier ligt - naast de afstudeerscriptie - ten grondslag aan het mondelinge examen. Het dossier dient er o.a. voor om aan te tonen dat de examenkandidaat voldoet aan de eisen om toegelaten te worden tot het mondelinge examen. Van het examendossier maken verder onder meer de stageverslagen deel uit. De inhoud hiervan kan bij de examinering worden betrokken. Zie hierover verder de brochure ‘Praktijkscriptie en -examen 2011 - 2012’.
5.7 Geldigheidsduur van behaalde onderdelen 5.7.1 Geldigheidsduur semesters
Stageverslagen Voor de semesterverslagen (inclusief ASR-formulier, essay en rapportage stagemeester) geldt dat deze binnen zes weken na afloop van het desbetreffende semester - goedgekeurd door de stagemeester - bij het stagebureau ter beoordeling moeten zijn aangeboden. Consequenties van overschrijding Bij overschrijding van de inlevertermijn van het (jaar)plan door een reden die te wijten is aan de trainee schuift de aanvangsdatum van het desbetreffende semester op met de tijd van de overschrijding met een minimum periode van een maand. Bij overschrijding van de inlevertermijn van een stageverslag door een reden die te wijten is aan de trainee schuift de startdatum van het aansluitende semester automatisch op met de overschreden tijd met een minimum periode van een maand. Indien dit plaatsvindt midden in een jaar moet het jaarplan worden aangepast en toegeschreven op de nieuwe periode of een nieuw plan
Stage Info 2011 - 2012
Voor afzonderlijke behaalde semesters geldt een geldigheidsduur van zes jaar vanaf de dag na de einddatum van het semester. De eerste vier behaalde semesters van de stage vormen een blok, dat als zodanig ook weer zes jaar geldig is. Dit betekent dat de trainee vanaf de dag na de einddatum van het vierde behaalde semester nog maximaal zes jaar de tijd heeft om de praktijkopleiding, inclusief het praktijkexamen, af te ronden.
5.7.2 Geldigheidsduur toegekend gelijkstellingsverzoek Een ingewilligd gelijkstellingsverzoek is vanaf de dag na beëindiging van de ingebrachte relevante werkzaamheden zes jaar geldig. Zodra ook het derde en vierde semester van de stage zijn behaald, is de geldigheidsduur van deze twee stagejaren vanaf de dag na de einddatum van het vierde semester wederom zes jaar.
20
06 | Gelijkstelling en vrijstelling
6.1 Vrijstelling (Gedeeltelijke) vrijstelling voor (onderdelen van) de stage kan uitsluitend worden verleend op grond van het hebben afgerond van een vergelijkbare erkende praktijkopleiding. Dit kunnen zijn de AA-praktijkopleiding of een voltooide buitenlandse praktijkopleiding voor (controlerend) accountants. Om voor (gedeeltelijke) vrijstelling in aanmerking te komen moet een gemotiveerd schriftelijk verzoek worden ingediend bij het Stagebestuur. Het verzoek moet worden onderbouwd door bewijsstukken en documenten die aantonen op welke wijze toetsing heeft plaatsgevonden.
6.2 Gelijkstellingsregeling Vier jaar aantoonbare relevante werkervaring op het gebied van de accountancy kan gelijk worden gesteld aan het hebben gevolgd van het eerste jaar van de stage. Om voor deze regeling in aanmerking te komen moet in ieder geval aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: - Minimaal één jaar van de in te brengen werkervaring moet zijn opgedaan nadat aan de toelatingseisen tot de stage (zie 2.1 Toelating tot het eerste stagejaar) werd voldaan; - Minimaal drie jaar van de in te brengen werkervaring is korter dan vijf jaar geleden opgedaan; - Minimaal 333 uur van de in te brengen werkervaring is besteed aan werkzaamheden in het kader van de controlecyclus, waarvan minimaal 100 uren na toe laatbaarheid tot de stage.
Stage Info 2011 - 2012
Een gelijkstellingsverzoek dient door de trainee te worden ingediend bij het stagebureau, waar hij of zij op dat moment gebruik van maakt. Het verzoek dient te bevatten: 1. De toelatingsverklaring tot de stage (zie hoofdstuk 2 ‘Toelating tot en aanmelding voor de stage’) 2. De door de betrokken werkgever(s) ondertekende ‘verklaring werkgever’. 3. Een verslag van werkzaamheden van de ten behoeve van het gelijkstellingsverzoek ingebrachte (recente) werkervaring. Ad 1 Uit de verklaring (in combinatie met de overige documenten) moet blijken dat de trainee van de ingebrachte werkzaamheden minimaal een jaar aan de toelatingseisen voldeed. Ad 2 Dit betreft een standaard door het Stagebestuur van het NIVRA beschikbaar gestelde verklaring, waaruit moet blijken dat aan eerdergenoemde werkervaringseisen wordt voldaan. De werkgever moet zijn vertegenwoordigd in de persoon van een registeraccountant of AA-accountant die voldoende inzicht heeft om te kunnen tekenen voor datgene dat wordt verklaard. Ad 3 Het verslag van werkzaamheden bestaat uit een chronolo-
21
gische weergave van de belangrijkste - voor de stage relevante - opdrachten, waaruit van de trainee het volgende moet blijken: 1. Groei in functioneren (functieniveau); 2. Groei in het niveau van de (controle)werkzaamheden; 3. Relatie met de vakken uit de opleiding en (actuele) ontwikkelingen in wet- en regelgeving; 4. Ontwikkeling van de juiste beroepshouding. Van de verschillende opdrachten moet het jaar van uitvoering en de urenbesteding worden vermeld. Minimaal één van de opdrachten die worden weergegeven, moet een controleopdracht betreffen die is uitgevoerd na toelaatbaarheid tot de stage. Voorts moet sprake zijn van een bekwame redactie. Het verslag bevat minimaal 1000 woorden en moet zijn voorzien van een door de trainee getekende ‘verklaring van authenticiteit’, waarvan de tekst luidt: ‘Ik heb dit verslag van werkzaamheden zelf geschreven en ik heb geen teksten overgenomen uit andere documentatie zonder de bron te hebben vermeld. De inhoud van verslag komt, voor wat betreft de feiten (m.u.v. in het kader van anonimisering gefingeerde bedrijfsgegevens) en verrichte werkzaamheden, geheel overeen met de werkelijkheid. De beschreven door mij uitgevoerde werkzaamheden zijn daadwerkelijk door mij verricht.’ Aan de hand van het verzoek moet kunnen worden vastgesteld dat de trainee het minimale niveau dat gelijk staat aan het behalen van het eerste stagejaar heeft bereikt en kan worden toegelaten tot het tweede stagejaar. In het verzoek moet worden opgenomen voor welke periode gelijkstelling wordt aangevraagd. Complete verzoeken dienen binnen zes weken na afloop van deze periode bij het stagebureau ter beoordeling te worden aangeboden. Een gelijkstellingsverzoek kan pas worden ingediend wanneer aan de eisen voor deelname aan de regeling wordt voldaan. De trainee kan bij het indienen van het verzoek - indien aan alle voorwaarden is voldaan - reeds een start maken met het tweede stagejaar, maar loopt hierbij het risico dat de stage wordt teruggezet als het stagebureau het verzoek afkeurt. Verklaringen en verslag maken deel uit van het stage- en examendossier.
Stage Info 2011 - 2012
22
07 | Overige regels
7.1 Vergoedingen aan het NIVRA Met ingang van 1 september 2011 zijn de stagevergoedingen aangepast. Aan trainees die op of na deze datum starten, wordt eenmalig deelnamegeld in rekening gebracht. Dit is met uitzondering van trainees die vanwege een eerdere inschrijving onder het ‘oude’ vergoedingenregime vallen. Voor de overige trainees worden de jaarlijkse bijdragen jaarlijks geïndexeerd. Vanaf 1 september 2011 gelden de volgende bedragen:
Deelname aan gelijkstellingsregeling
€ 166,- eenmalig
7.2 Afmelding Indien een trainee niet verder wenst deel te nemen aan de stage, meldt hij/zij zichzelf schriftelijk af bij zowel het eigen stagebureau als het secretariaat van het Stagebestuur.
Door alle trainees te voldoen: Deelnamegeld: Jaarlijkse bijdrage1
€ 789,- eenmalig € 170,- per stagejaar
Door trainees die gebruikmaken van het NIVRA stagebureau te voldoen: Toetsingsgeld 2
€ 344,- per semester
Tot 1 september 2011 golden de volgende bedragen: Door alle trainees te voldoen: Inschrijfgeld Jaarlijkse bijdrage
€ 166,- eenmalig € 166,- per stagejaar
Door trainees die deelnemen aan de gelijkstellingsregeling te voldoen: 1 2
Teruggave stagegelden Voor trainees die op of na 1 september 2011 met de stage zijn gestart en die niet vanwege een eerdere inschrijving onder het ‘oude’ vergoedingenregime vallen, geldt het volgende: • Deelnamegeld Een ieder die inschrijft voor de stage is het deelna megeld verschuldigd. Trainees die zich echter binnen zes maanden na aanvang van de stage schriftelijk bij het Stagebestuur hebben afgemeld, kunnen een bedrag gelijk aan de helft van het deelnamegeld terug vorderen. De stage wordt geacht te zijn gestart op de datum die de trainee bij de eerste aanmelding als startdatum heeft aangegeven dan wel op de eerste dag hierna waarop aan de toelatingsvoorwaarden is voldaan.
Dit geldt alleen voor trainees die vóór 1 september 2011 met de praktijkopleiding zijn gestart. Dit zijn kosten verbonden aan de begeleiding door het NIVRA stagebureau.
Stage Info 2011 - 2012
23
Voor trainees die vóór 1 september 2011 met de stage zijn gestart, geldt het volgende: •
Inschrijfgeld Een ieder die zich inschrijft voor de stage is inschrijfgeld verschuldigd. Trainees die zich echter binnen zes maanden na aanvang van de stage schriftelijk bij het Stagebestuur hebben afgemeld, kunnen een bedrag gelijk aan de helft van het inschrijfgeld terugvorderen. De stage wordt geacht te zijn gestart op de datum die de trainee bij de eerste aanmelding als startdatum heeft aangegeven dan wel de eerste dag hierna waarop aan toelatingsvoorwaarden is voldaan.
•
Eerste jaarlijkse bijdrage Een ieder die zich inschrijft voor de stage is de eerste jaarlijkse bijdrage verschuldigd. Trainees die zich echter binnen zes maanden na aanvang van de stage schriftelijk bij het Stagebestuur hebben afgemeld, kunnen een bedrag gelijk aan de helft van de eerste jaarlijkse bijdrage terugvorderen. De stage wordt geacht te zijn gestart op de datum die de trainee bij de eerste aanmelding als startdatum heeft aangegeven dan wel op de eerste dag hierna waarop aan de toelatingsvoorwaarden is voldaan.
•
Tweede jaarlijkse bijdrage Een ieder die zijn eerste jaar heeft behaald of van wie een gelijkstellingsverzoek is toegekend en zich daarna niet afmeldt, wordt geacht te zijn gestart met het tweede stagejaar en is de tweede jaarlijkse bijdrage verschuldigd. Trainees die zich echter binnen drie maanden na afloop van het tweede semester van het eerste stagejaar dan wel na afloop van de periode waarop de gelijkstellingsregeling betrekking heeft schriftelijk bij het Stagebestuur hebben afgemeld, kunnen een bedrag gelijk aan de helft van de tweede jaarlijkse bijdrage terugvorderen.
•
Derde jaarlijkse bijdrage Een ieder die zich inschrijft voor het derde stagejaar is een derde jaarlijkse bijdrage verschuldigd. Trainees die zich echter binnen drie maanden na aanvang van het derde stagejaar schriftelijk bij het Stagebestuur hebben afgemeld, kunnen een bedrag gelijk aan de helft van de derde jaarlijkse bijdrage terugvor- deren. Het derde stagejaar wordt geacht te zijn gestart op de datum die de trainee bij de eerste aanmelding hiervoor als startdatum heeft aangegeven dan wel op de eerste dag hierna waarop aan de toelatingsvoor- waarden hiervoor is voldaan.
Stage Info 2011 - 2012
7.3 Fraude Wanneer fraude wordt geconstateerd of vermoed bij de toetsing van de praktijkopleiding wordt dit gemeld aan het Stagebestuur, dat ter zake informatie inwint en een beslissing zal nemen. De trainee krijgt de gelegenheid te worden gehoord. Voor de volledige fraudeprocedure wordt verwezen naar de site van het NIVRA (onder ‘Opleidingen’).
7.4 Bezwaar- en beroeps procedure De trainee die meent door een beslissing van zijn stagemeester rechtstreeks in zijn belang te zijn getroffen met betrekking tot het volgen van de stage kan binnen twee weken tegen een oordeel van de stagemeester bedenkingen inbrengen bij het desbetreffende stagebureau. Het stagebureau wint ter zake informatie in en neemt een besluit voor de afhandeling van de kwestie. Voor meer informatie wordt verwezen naar de eigen klachtenregeling van het stagebureau. De beslissing van het stagebureau in dezen wordt schriftelijk aan partijen kenbaar gemaakt. Van de gang van zaken wordt door het stagebureau een verslag gemaakt dat wordt toegevoegd aan het stagedossier van de trainee. Tegen een beslissing van een stagebureau of het Stagebestuur kan bezwaar worden gemaakt bij het bestuur van het Nederlands Instituut van Registeraccountants, Postbus 7984, 1008 AD Amsterdam. 1. 2. 3. 4.
Het bezwaar moet schriftelijk binnen zes weken na bekendmaking door het stagebureau of het Stagebestuur zijn ingediend. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en bevat tenminste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Zo mogelijk wordt een afschrift van de beslissing overgelegd. De trainee wordt in beginsel in de gelegenheid gesteld op zijn bezwaar te worden gehoord. De procedure is kosteloos.
Tegen een uitspraak in bezwaar kan beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven te Den Haag. Herzien augustus 2011
24
Stage Info 2011 - 2012
25
Antonio Vivaldistraat 2 - 8 1083 HP Amsterdam Postbus 7984 1008 AD Amsterdam T: F: E: I:
020 3010440 020 3020302
[email protected] www.nba.nl