Bezoekadres
Afdeling Onderwerp
Stadstoezicht In antwoord op uw beleidsklacht gemeentelijk hondenbeleid
Europaweg 8 Postadres
Postbus 742 9700 AS Groningen
Vereniging Hondvriendelijk Groningen
E-mailadres
Mevrouw T. Heerink-Huizen
[email protected]
Grote Rozenstraat 39
Website
gemeente.groningen.nl
9727 DATG GRONINGEN
BNG
28.50.61.879 Telefoon Datum
(050) 367 61 28 0 40 21-12-2012
Bijlage(n) Uw brief van
-04-10-12
Ons kenmerk Uw kenmerk
MD 12.3429438 --
BTW nummer
0019.32.809.B.07 In uw antwoord graag datum en kenmerk vermelden.
Geachte mevrouw Driessen, Op 4 oktober jl. heeft u een klacht ingediend over het hondenbeleid. Uw klacht betreft met name de wijze waarop wij de aanlijnplicht voor honden handhaven, maar betreft ook andere aspecten van het hondenbeleid en de communicatie en voorlichting daarover. In het kader van onze klachtenprocedure hebben wij u aangeboden om uw klacht mondeling toe te lichten. Mevrouw Van Heerikhuizen heeft namens de Vereniging Hondvriendelijk Groningen (VHG) aangegeven hieraan geen gebruik te willen maken (mail van 24 oktober 2012), en heeft verteld dat in de klacht duidelijk geformuleerd is waar u, met betrekking tot de totstandkoming en de uitvoering van het hondenbeleid, tegenaan loopt. Op 30 november jl. hebben wij u per mail laten weten dat de afhandeling van uw klacht, vanwege de omvang en complexiteit ervan, niet binnen de gestelde termijn lukt. Met deze brief reageren wij op uw klacht. We gaan in op uw conclusie en uw verbetervoorstellen. De conclusie van uw klacht luidt dat de gemeente Groningen zich bij de handhaving van en de voorlichting over het hondenbeleid niet aan bestaande regels, procedures en beleidsplannen heeft gehouden. Op grond hiervan vindt VHG dat er sprake is van onbehoorlijk bestuur. U stelt vervolgens voor om: 1. Per direct de handhaving volgens het Beleidsplan handhaving gemeente Groningen 2010-2013 te laten plaatsvinden; 2. De gemeenteraad het ontbrekende beleidsplan handhaving deel III voor de handhaving in de openbare ruimte te laten vaststellen; 3. Alle strafbeschikkingen voor loslopende honden waaraan geen klacht van derden ten grondslag heeft gelegen, terug te betalen.
Bladzijde Onderwerp
2 van 7 In antwoord op uw beleidsklacht gemeentelijk hondenbeleid
4. Goede voorlichting aan de burger over het gemeentelijk handhavingsbeleid. 5. Beantwoording van alle vragen en opmerkingen van VHG. Allereerst willen we opmerken dat we het zeer betreuren dat u aanleiding ziet om een klacht in te dienen, en uw vragen niet in ons ambtelijk overleg in september 2012 heeft gesteld. Dit had ons de gelegenheid gegeven om samen met u de betreffende onderwerpen te bespreken. Naar onze mening is er geen sprake van onzorgvuldigheid ten aanzien van de handhaving en voorlichting over het hondenbeleid. Wij baseren ons bij de uitvoering van het hondenbeleid op de regels zoals deze door de gemeenteraad zijn vastgesteld en aan de bevoegdheden zoals deze door het Rijk zijn bepaald. Wel zijn wij het met u eens dat de voorlichting en communicatie – en dan met name op de gemeentelijke website – over de manier waarop aan de handhaving wordt vormgegeven én over het hondenbeleid in het algemeen, verbeterd kan worden. Wijzen van handhaven (punt 1, 2 en 3) Wij hebben een wettelijke taak om op te treden tegen overlastfeiten. In Groningen hebben we in september 2010 voor de strafrechtelijke aanpak van overlastfeiten gekozen met het instrument ‘bestuurlijke strafbeschikking’ (bsb). Van handhaving via de bestuursrechtelijke weg is niet langer sprake. We kunnen ons voorstellen dat deze verandering in de juridische grondslag voor u niet op voorhand duidelijk is geweest. Met de vaststelling van het Handhavingsprogramma Stadstoezicht 2012 hebben we invulling gegeven aan deel III van het genoemde Beleidsplan Handhaving Gemeente Groningen. Het Handhavingsprogramma Stadstoezicht is de uitwerking van onze wettelijke taak om overlastfeiten in de openbare ruimte te beboeten. Het was inderdaad duidelijker geweest als we expliciet hadden geschreven dat het Handhavingsprogramma de invulling is van hoofdstuk 10 van de notitie Handhaven met beleid. Het vaststellen van het Handhavingsprogramma is een collegebevoegdheid en hoeft daarom niet door de gemeenteraad te worden goedgekeurd. Het Handhavingsprogramma is wel ter informatie aan de raad gestuurd. Hierna lichten we de grondslag voor de handhaving toe. In september 2010 hebben wij besloten dat in Groningen het instrument ‘bestuurlijke strafbeschikking’ (bsb) wordt gebruikt bij de aanpak van overlast in de openbare ruimte. Overtredingen op het gebied van hondenbeleid vallen hier ook onder. De bsb houdt kort gezegd in dat tegen overtredingen op strafrechtelijke wijze wordt opgetreden. De boete – de bsb – kan alleen door een buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) worden opgelegd. Met het
Bladzijde Onderwerp
3 van 7 In antwoord op uw beleidsklacht gemeentelijk hondenbeleid
opleggen van bsb’s voor overlastfeiten geven wij uitvoering aan onze wettelijke taak. Overigens is de politie altijd bevoegd om proces-verbaal op te maken bij – in dit geval – de overtreding van de aanlijn- of opruimplicht. Dit zal slechts beperkt voorkomen, aangezien de politie aan de handhaving van de aanlijnen opruimplicht geen prioriteit geeft. In de periode voor de invoering van de bsb vond de handhaving plaats in samenwerking met de politie en dus op strafrechtelijke wijze. Dit staat ook weergegeven in ‘Handhaven met Beleid’. Uw stelling dat wij alleen zouden moeten (of mogen) handhaven op grond van klachten, omdat dat zo in de nota Handhaven met beleid is verwoord, klopt daarmee niet. De nota geeft prioriteit aan voor de inzet, maar overtreding kan altijd beboet worden. Gelet op de wettelijk bepaalde handhavingstaak van Stadstoezicht, zien wij dan ook geen reden om uit te zoeken aan welk aantal van de bsb’s, die sinds 1 mei 2011 zijn uitgeschreven voor het niet aanlijnen van een hond, een klacht dan wel het veroorzaken van overlast ten grondslag lag. Voorlichting (punt 4) Bij de invoering van het nieuwe beleid hebben we extra inzet gepleegd op voorlichting en communicatie, onder andere door het uitdelen van folders en het plaatsen van stadsberichten in (wijk-)kranten. We zijn gestart met voorlichten, informeren en waarschuwen en pas later gaan bekeuren. In al onze voorlichting en communicatie hebben wij ons met name gericht op wat de hondenbezitter moet weten bij het uitlaten van zijn of haar hond, namelijk wat is toegestaan en wat is niet toegestaan bij uitlaten van de hond in de openbare ruimte? Alle geregistreerde hondenbezitters hebben, zowel in 2011 als in 2012, informatie in de bus ontvangen over het (gewijzigde) hondenbeleid in de stad Groningen. In de toegestuurde folders is een overzicht van de regels opgenomen. Er staat duidelijk in de folders dat op het overtreden van de regels een boete staat, dus dat er gehandhaafd wordt. Dat het hier om een bestuurlijke strafbeschikking gaat is op de gemeentelijke webpagina vermeld. Een verwijzing naar deze webpagina staat in de folder. Ieder jaar krijgen alle geregistreerde hondenbezitters een overzicht toegestuurd van de regels van het hondenbeleid en van de hoogte van de boetes bij het overtreden ervan. Zo hebben alle hondenbezitters gelegenheid gehad zich van de regels op de hoogte te stellen. We zijn het met u eens dat de informatie over de manier van handhaven op de website niet voldoende is. Dit passen we in januari 2013 aan.
Bladzijde Onderwerp
4 van 7 In antwoord op uw beleidsklacht gemeentelijk hondenbeleid
Beantwoorden op openstaande vragen (punt 5) Tot slot vraagt u om beantwoording van al uw vragen en opmerkingen. Een aantal van uw vragen zijn beantwoord in het overleg dat u heeft gehad met wethouder Visscher op 29 mei jl. Hierna lichten we nog enkele punten uit uw klacht nader toe. Ook komen wij onze toezegging om informatie te verstrekken over de klachtenregistratie en de wijze van handhaving uit dit gesprek na. Wij hebben met betrekking tot handhaving van het hondenbeleid altijd hetzelfde standpunt verwoord. Daarbij baseren wij ons overigens op de regels zoals deze zijn vastgesteld door de gemeenteraad. In het hondenbeleid gaat het om een zo goed mogelijke balans tussen de belangen van de honden en hondenbezitters enerzijds en die van niethondenbezitters, planten en dieren anderzijds. In de APVG 2009 staan de algemene regels die dit mogelijk maken: een aanlijnplicht, behalve in losloopgebieden, een algemene opruimplicht en een heldere definitie voor opruimmiddelen. Dit betekent dat een loslopende hond – in principe - altijd wordt bekeurd, ongeacht of de eigenaar van de hond overlast veroorzaakt doordat deze losloopt of niet. Slechts in uitzonderlijke gevallen zal en kan de verbalisant afzien van het opleggen van een bsb. De focus voor de handhaving van het hondenbeleid ligt met name op de drukke gebieden; gebieden waar mensen en dieren elkaar veel ontmoeten, waar een groter risico is op incidenten of overlast door loslopende honden. Wij hebben kennis genomen van het advies van de bezwaarschriftencommissie, waarin zij ons in overweging geven nogmaals te bezien of de handhaving in de praktijk wordt uitgevoerd op de wijze die het college beoogt. Wat betreft de handhaving geldt echter dat we de mate van overlast van het loslopen van honden of het opruimen van de hondenpoep niet leidend willen laten zijn. We gaan uit van duidelijke regels, waardoor er geen discussie ontstaat over in hoeverre een overtreding wordt begaan. Ook de gemeenteraad heeft bij het vaststellen van de regels hier geen uitzondering voor gemaakt. Wij vinden herkenbaarheid en een uniform gezicht voor de burger belangrijk. Daarom is ervoor gekozen om alle medewerkers van Stadstoezicht die een toezichthoudende/handhavende taak hebben, hetzelfde uniform te laten dragen. Conform het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar mogen BOA’s hun werk in uniform én in burgerkleding doen. Controles uitgevoerd in uniform werken vaak preventief omdat mensen bij het zien van een geüniformeerde BOA of toezichthouder het gewenste gedrag gaan vertonen. Soms worden ook controles uitgevoerd in burgerkleding om beter inzicht te krijgen in overlastsituaties. In geval van optreden in burgerkleding wordt
Bladzijde Onderwerp
5 van 7 In antwoord op uw beleidsklacht gemeentelijk hondenbeleid
altijd een legitimatiebewijs en een BOA-insigne getoond. Geconstateerde overtredingen worden in principe ook dan bekeurd. De heer Moes (PvdA) heeft vragen gesteld over de wijze van handhaving van het hondenbeleid in de praktijk. Daarop hebben wij geantwoord (Brief aan de raad van 10 mei 2012, MD 12.3058706) dat soms, bijvoorbeeld om beter inzicht te krijgen in een overlastsituatie, een controle in burger plaatsvindt. Ook dan is altijd sprake van een uitzonderlijke situatie, aangezien de handhaving in de gemeente Groningen voor het overgrote deel in uniform plaatsvindt. Wij onderschrijven de kernboodschap van de BOA geheel. Daarom hechten wij groot belang aan het hebben van een herkenbaar uniform waarop het BOA-insigne duidelijk is weergegeven. Ook wanneer de BOA’s handhaven in burger, wordt dit insigne op de kleding gespeld. Strafbeschikkingen die door BOA’s in burger zijn uitgedeeld worden niet ingetrokken. Wij zullen de informatie op de webpagina van de gemeente Groningen over de bevoegdheden en werkwijze van de BOA’s uitbreiden. Wat betreft uw opmerking over de publicatie van klachten het volgende. Zoals wethouder Visscher heeft aangegeven is er een verschil tussen een klacht over het krijgen van een bekeuring en een klacht over bejegening door een BOA. Verreweg de meeste klachten die wij ontvangen hebben betrekking op het krijgen van een bekeuring. Klachten over het krijgen van een bekeuring moeten worden gezien als een bezwaar tegen de bekeuring. Mensen die het niet eens zijn met de bekeuring, moeten de procedure volgen die op de beschikking staat die men van het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) krijgt. Conform het advies van het Ministerie van Justitie en Veiligheid zoals verwoord op pagina 60 en 61 van de Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar (d.d. 10 januari 2011) worden klachten over (de bejegening door) BOA's afgehandeld volgens de afdeling Hoofdstuk 9 van de Algemene Wet Bestuursrecht (klachtafhandeling). De gemeente heeft hiervoor een klachtenprotocol, dat aangeeft hoe de afhandeling van klachten moet gebeuren en hoe deze moeten worden geregistreerd. Conform de aanbeveling van het ministerie van Justitie en Veiligheid publiceren wij alle klachten via het jaarverslag klachten van de gemeente Groningen. De klachten die bij het Meldpunt Overlast binnenkomen worden mede gebruikt om te bepalen in welke gebieden wordt gecontroleerd op loslopende honden. Wij hechten eraan te benadrukken dat wij elke klacht serieus nemen. Dit betekent echter niet dat wij ons beleid naar aanleiding van elke klacht aanpassen. Aan het beleid ligt een brede belangenafweging ten grondslag.
Bladzijde Onderwerp
6 van 7 In antwoord op uw beleidsklacht gemeentelijk hondenbeleid
We gaan in deze brief niet in op de afhandeling van de klacht van de heer Van Mechelen, dit is een persoonlijke aangelegenheid. De vragen van de heer Moes (PvdA) zijn in de hiervoor al genoemde collegebrief aan de raad en in de bespreking in de raad van 30 mei jl. beantwoord. U geeft aan dat er brieven vaak niet (adequaat) beantwoord worden. Nadat op 1 juli 2012 een algemene opruimplicht voor hondenpoep van kracht werd kwamen een paar honderd reacties binnen. Deze zijn onderverdeeld in diverse categorieën omdat veel vragen hetzelfde karakter hadden. Op basis van deze veelgestelde vragen is een (standaard)antwoordbrief opgesteld. Hiermee hebben we niet alle vragen van een adequaat antwoord voorzien. In reactie op deze standaardbrief kwamen nog ruim honderd reacties binnen van hondenbezitters die niet tevreden waren over deze manier van beantwoording. Deze mensen hebben alsnog een adequaat antwoord gekregen. Ook werden veel vragen over het gemeentelijke hondenbeleid telefonisch beantwoord door medewerkers van ons Meldpunt Beheer en Verkeer. Er is geen antwoord gegeven op brieven en e-mails die ronduit schofferend waren (racistisch, beledigend) of anoniem. Mocht blijken dat een enkele klacht nog onbeantwoord is gebleven, dan zijn wij vanzelfsprekend bereid om – op aangeven van de betreffende personen – alsnog antwoord te geven. U vindt dat er geen sprake is van participatie bij de totstandkoming van het beleid. Voor de uitvoering van het beleid zijn we een uitgebreid participatietraject gestart om een zorgvuldige afweging te kunnen maken voor de aanwijzing van de hondengebieden. De opmerkingen en suggesties en wat daarmee gebeurd is zijn gepubliceerd op de gemeentelijke webpagina en nog steeds te raadplegen (door op de pagina: groningen.nl/hond te kiezen voor hondenbeleid). In de evaluatie van het beleid hebben wij de opmerkingen uit de bezwaarprocedure niet afzonderlijk behandeld, omdat ze samenvielen met de verschillende onderwerpen die in de evaluatie aan de orde komen. U geeft aan dat u niet voldoende betrokken bent geweest bij de totstandkoming en de evaluatie van het hondenbeleid. Bij de ontwikkeling van het hondenbeleid bestond de VHG nog niet en was daarom geen gesprekspartner. In 2011 is de vereniging opgericht. Vanaf dat moment hebben wij een aantal keren overleg gehad, zowel bestuurlijk als ambtelijk. In de zomer van 2011 hebben wij met u afgesproken dat we uw adviezen bij de evaluatie zouden betrekken. De uitgangspunten uit uw “Voorstel voor goed hondenbeleid” hebben wij meegenomen in de evaluatie.
Bladzijde Onderwerp
7 van 7 In antwoord op uw beleidsklacht gemeentelijk hondenbeleid
Over de uitgangspunten zoals aanlijnen en opruimen alleen bij overlast blijven we van mening verschillen. Wel zijn wij tegemoet gekomen aan uw wens voor een loslooproute in het Stadspark. Ook is inmiddels een pilot loslooproute in Gravenburg opgestart. Daarbij is naar onze mening goed contact geweest over de wijze van communicatie rond de pilot. We willen graag – zoals we hebben afgesproken – in 2013 doorgaan met het bestuurlijke en ambtelijke overleg over het hondenbeleid. We vinden het belangrijk dat we in gesprek blijven en we betrekken u in een vroeg stadium bij de komende evaluatie. We hebben onze uiterste best gedaan om met deze brief uw voorstellen en vragen te beantwoorden. Mocht u desondanks nog vragen hebben, dan nodigen wij u graag uit voor een gesprek. Als deze reactie daartoe aanleiding geeft, kunt u zich wenden tot de gemeentelijke Ombudsman, mevrouw W. Kol, telefoonnummer (050) 318 65 68, Postbus 20001, 9700 PB Groningen. Op dinsdag is er spreekuur van 14.00 tot 16.00 uur aan de Kreupelstraat 12 te Groningen. Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders van Groningen, namens hen, concerndirecteur Groningen, namens deze,
Ben Bosch, vakdirecteur Stadstoezicht