Stadsrekening 2012
Stadsrekening
Stadsrekening
2012
Voorwoord De Stadsrekening 2012 bestaat uit twee onderdelen: Het Jaarverslag en de Jaarrekening. In deze Stadsrekening zijn de programmaverantwoordingen samengevat in een verantwoording per portefeuillehouder, de zogenoemde bestuursagenda. Dit jaar is de uitgebreide verantwoording over de dingen die in Nijmegen zoal gedaan zijn en waarover in de Stadsrekening verantwoording wordt afgelegd, uitgebracht als web versie. Dit biedt de mogelijkheid om vanuit de programma’s in te zoomen op de onderliggende producten. Verder zijn de uitgebreide toelichtingen in de paragrafen, zoals bijvoorbeeld inzicht in de stand van zaken per investering in de web versie opgenomen. Ook zijn diverse beleidsdocumenten benaderbaar via een link vanuit de Stadsrekening, waardoor de achtergrond informatie direct beschikbaar is. Voor de voorliggende Stadsrekening hebben wij gekozen voor een beknoptere versie van de Stadsrekening dan u gewend bent, maar waarin wel alle van belang zijnde informatie is opgenomen. Om die reden is dan ook afgezien van een separate Stadsrekening in Vogelvlucht. Het College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen
3
4
Inhoudsopgave SAMENVATTING 7 SAMENSTELLING VAN HET BESTUUR 11 1. NIJMEGEN IN CIJFERS 2012 17 2. NIJMEGEN FINANCIEEL 2012 19 3. BESTUURSAGENDA 34 3.1 Openbare orde & Veiligheid, Burger & Bestuur, Communicatie, Citymarketing en Externe betrekkingen 35 3.2 Ruimtelijke ontwikkeling Waalsprong, Wonen, Klimaat & Energie en Groen & Water 45 3.3 Stedelijke ontwikkeling, Cultuurhistorie, Maatschappelijk vastgoed en P&O 57 3.4 Financiën, Economie & Toerisme en Stadsregio 69 3.5 Zorg & Welzijn en Sport 77 3.6 Werk & Inkomen, Openbare ruimte en Wijken 85 3.7 Cultuur, Mobiliteit en Onderwijs 95 4. PARAGRAFEN 108 4.1 Investeringen 109 4.2 Lokale heffingen 112 4.3 Bedrijfsvoering 119 133 4.4 Verbonden partijen 146 4.5 Onderhoud Kapitaalgoederen 4.6 Grondbeleid 155 4.7 Weerstandsvermogen 164 4.8 Financiering 170 4.9 Begrotingsrechtmatigheid 175 5 BALANS 177 6 PROGRAMMAREKENING 181 7 GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 184 8 TOELICHTING OP DE BALANS 189 9 NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN 204 10 OVERZICHT ALGEMEN DEKKINGSMIDDELEN 206 BIJLAGE 207 I Sisa bijlage 209 II Reserves 215 III Subsidies 220 IV Lijst met afkortingen 230 5
6
Samenvatting
Uitgangspunt bij de verantwoording over 2012 is het Coalitieakkoord “Werken aan een duurzame toekomst” waarin de coalitie een duurzaam, sociaal en economisch sterk Nijmegen voor ogen staat. Intussen zijn de tegenslagen die Nijmegen moet opvangen nog groter dan al voorzien was bij aanvang van de collegeperiode in 2010. De economische crisis die begon in 2008 houdt nog steeds aan. Het rijk voert ombuigingen door die gepaard gaan met meer taken maar veel minder inkomsten voor de gemeente. De vastgelopen woningmarkt resulteert in grote tegenvallers op de grondexploitatie. Nijmegen is daarom met omvangrijke ombuigingen en bezuinigingen bezig. De feitelijke realisatie van de bezuinigingsopgaven in 2012 is goed verlopen. Van de geplande bezuiniging van ruim negen miljoen euro is 98% gerealiseerd. Daarnaast is op de planexploitaties een verlies genomen van 18,3 miljoen euro. Dit bedrag is onttrokken aan de bedrijfsreserve die ook speciaal voor fluctuaties in planexploitaties bedoeld is. Hiermee is een groot nadelig resultaat van het programma grondbeleid geneutraliseerd. De jaarrekening als geheel komt daarmee uit op een voordelig resultaat van 4,8 miljoen euro met een goedkeurende verklaring van de accountant. Ondanks de crisis verandert de skyline van Nijmegen wel. De stadsbrug ligt klaar om ingevaren te worden en later in 2013 te worden geopend. De infrastructuur is aangepast, en ook het Waalfront krijgt een gezicht. De bouwplannen voor de Waalsprong en voor het Waalfront zijn wel bijgesteld. Eind 2012 is de ontvlechting gestart van het samenwerkingsverband van publieke en private partijen in de Grondexploitatiemaatschappij (GEM) Waalsprong. De gemeente Nijmegen wordt enig participant en kan daarmee in de toekomst zelfstandig beslissen over de verdere ontwikkeling van de Waalsprong.
7
Ruimte voor de Waal met de dijkteruglegging bij Lent is gestart. In 2012 zijn in Nijmegen 1.250 woningen gebouwd. Nijmegen heeft in 2012 werk gemaakt van zogeheten social return in aanbestedingen. Zo bestond bij de bouw van de Keizer Karelgarage vijf procent van het personeel uit werkzoekenden met een bijstandsuitkering. Op het gebied van zorg en welzijn is gewerkt aan een structuur voor wijkgerichte zorg en welzijn en zijn er Sociale Wijkteams gestart. Ook is een begin gemaakt met een regionaal werkbedrijf voor bemiddeling naar regulier werk. Met werkcorporaties en social return geeft Nijmegen bijstandsgerechtigden een kans op werk. Nijmegen heeft als doelstelling om in 2045 energieneutraal te zijn met een energiebesparing van 50% en de benodigde energie duurzaam opgewekt. “Power2Nijmegen” is in 2012 van start gegaan als een proces met veel Nijmeegse bedrijven, instellingen en burgers om Nijmegen energieneutraal te maken. De stads- en streekbussen rijden op groen gas, afkomstig van ons GFT-afval. De ARN heeft hiervoor een vergistingsinstallatie gebouwd. De werkgelegenheid in Nijmegen is iets gedaald. Dankzij de grote, redelijk stabiele cluster van bedrijven en instellingen in het onderwijs en de gezondheidszorg is Nijmegen minder gevoelig voor conjuncturele schommelingen. Binnen de economische speerpunten health, energie & milieu technologie, semiconductors en toerisme is nog een groei in arbeidsplaatsen gerealiseerd. In het economisch profiel van Nijmegen als kennisstad met innovatieve bedrijven past uitstekend de gerealiseerde start van Novio Tech Campus en het begin van de bouw van het Heinz innovation Center. Behalve als kennisstad is Nijmegen ook doelbewust neergezet als historische stad, bijvoorbeeld met de Vrede van Nijmegen Penning voor Umberto Eco. Met de Wijkenkaravaan is de participatie van bewoners vergroot bij het tot stand komen van een nieuwe Stadsvisie 2020. Participatie is ook de basis van de nieuwe visie op de openbare ruimte in de stad. Op het gebied van Integrale Veiligheid zijn doelstellingen vastgelegd voor de vermindering van criminaliteit, geweld en agressie, de aanpak van overlast en ernstige verloedering, bijzondere veiligheidsprojecten en het veiligheidshuis. De zichtbaarheid van politie en toezichthouders is verbeterd door de inzet van straatcoaches en Veiliger Wijk Teams.
8
Het parkeeraanbod in het stadscentrum is vergroot met de nieuwe Keizer Karelgarage. In de stad zijn nieuwe parkeerautomaten geplaatst. Voor het openbaar vervoer is een nieuwe concessie van start gegaan. Dit ging gepaard met een omvangrijke lijnwijziging en aanpassingen van bushaltes en busbanen. Het netwerk van hoogwaardige snelfietsroutes is met verschillende fietsverbindingen uitgebreid. In Nijmegen-Noord is het Citadel College en sporthal De Triangel gerealiseerd. In 2012 is de omvorming van het peuterspeelzaalwerk in gang gezet, zodat in 2013 gestart kan worden met peuterarrangementen. Vanuit het jongerenloket hebben wij ons ingezet om voortijdige schoolverlaters weer naar de opleiding of aan het werk te krijgen. In 2012 kwam een nieuwe Cultuurvisie tot stand en is het besluit genomen om te stoppen met het ontwikkelen van een topsport- en innovatiepark TIP. Nijmegen gaat nu door met de ontwikkeling van Talent Centraal. Gestart is met de bouw van het Erica Terpstra zwembad. De focus op het gebied van sport is gelegd bij de maatschappelijke waarde van sport , sport als middel en een verbinding met zorg, welzijn en gezondheid.
9
10
Samenstelling van het bestuur
De raad in Nijmegen heeft 39 leden. Het college bestaat uit de burgemeester en zes wethouders. De gemeentesecretaris is altijd aanwezig bij collegevergaderingen als adviseur. Vanaf 1 januari 2007 tot 1 februari 2012 was Thom de Graaf burgemeester van de Gemeente Nijmegen. Van 1 februari tot 21 mei is Wim Dijkstra waarnemend burgemeester geweest en vanaf 21 mei is Hubert Bruls burgemeester van de gemeente Nijmegen. De burgemeester is niet alleen voorzitter van de raad, maar ook van het Presidium. Uiteindelijk is de burgemeester hoofdverantwoordelijke voor het functioneren van de raad. De na de verkiezingen gevormde coalitie bestaat uit: GroenLinks, PvdA en D66.
SAMENSTELLING COLLEGE In 2012 was de samenstelling van ons College Burgemeester mr. Th. C. (Thom) de Graaf tot 1 februari Van 1 februari tot 21 mei drs. W.J.A.(Wim) Dijkstra Vanaf 21 mei 2012 drs. H.M.F.(Hubert) Bruls Portefeuille: Openbare orde & Veiligheid, Burger & Bestuur, Communicatie en Citymarketing & Externe betrekkingen Wethouder de heer J.W.M. (Jan) van der Meer, GroenLinks, 1e waarnemer Portefeuille: Ruimtelijke Ontwikkeling Waalsprong, Wonen, Klimaat & Energie en Groen & Water
11
Wethouder mevrouw J.G. (Hannie) Kunst, PvdA, 2e waarnemer Portefeuille: Stedelijke Ontwikkeling, Cultuurhistorie, Maatschappelijk Vastgoed en P&O Wethouder de heer B.G. (Bert) Jeene, D66, 3e waarnemer Portefeuille: Financiën, Economie & Toerisme en Stadsregio Wethouder de heer L.C.M. ( Bert) Frings, GroenLinks, 4e waarnemer Portefeuille: Zorg & Welzijn, Sport Wethouder de heer (Turgay). Tankir, PvdA, 5e waarnemer Portefeuille: Werk & Inkomen, Openbare Ruimte en Wijken Wethouder de heer H.A.M. (Henk) Beerten, D66, 6e waarnemer Portefeuille: Cultuur, Mobiliteit en Onderwijs Gemeentesecretaris de heer B. (Berend) van der Ploeg
12
SAMENSTELLING GEMEENTERAAD 2012 Hieronder vindt u een kort overzicht van de zetelverdeling in de Raad
Politieke partij
zetelverdeling
Partij van de Arbeid
8
GroenLinks
7
D66
6
Socialistische partij
5
VVD
4
De Nijmeegse Fractie
4
Gewoon Nijmegen
2
CDA
1
Verenigde Senioren Partij
1
Fractie Witsenhuijsen
1
Totaal
39
PvdA (8) de heer R.S. Zwart, fractievoorzitter GL (7)
mevrouw A. Arzbach mevrouw H. de Baedts-El Karouni de heer M. van der Gaag mevrouw J.M. Hendrix de heer F. Heukelom de heer M. Janssen de heer M.J.M. van Nijnatten de heer N.P. Vergunst , fractievoorzitter
mevrouw I. Aksakal de heer P.H.J. Boekhorst de heer P.R. Oomen de heer M.L.H.J. Nooijen de heer J. Reinhoudt de heer M.F. Zouay D66 (6) de heer R.A.A. Jetten, fractievoorzitter mevrouw R.M.G. Brouwer de heer. T.F.A. van Elferen
mevrouw C.B.M. Lamers mevrouw A.M. van Putten de heer P.de Wit
13
SP (5)
de heer J.W.H. van Hooft jr. , fractievoorzitter mevrouw S. Akdemir mevrouw R. Helmer de heer C. van Norel de heer B.J.H.M. Velthuis VVD (4) de heer H.S. Veldman, fractievoorzitter de heer P. Huliselan de heer F.A.J. Peters de heer K.W.A. Wools De Nijmeegse Fractie (4) de heer H.B.W. van Hees, fractievoorzitter de heer J.A.R. Brom de heer L.J.F.P. Busschops de heer A.H.W. Hillen Gewoon Nijmegen (2) de heer J.L.J. Janssen, fractievoorzitter de heer R.A.P. Klein Hemmink CDA (1) mevrouw C.B.A. Teunissen, fractievoorzitter Verenigde Senioren Partij (1) de heer M.J.I. Hulskorte, fractievoorzitter Fractie Witsenhuijsen (1) mevrouw S.Y.R. Witsenhuijsen De gemeenteraad bestaat uit 11 vrouwen en 28 mannen.
14
15
1
Nijmegen in cijfers
16
Nijmegen in cijfers
2012
2011
BEVOLKING OP 31 DECEMBER
totaal
165.246
164.265
Geslacht
mannen
79.117
78.613
vrouwen
86.129
85.652
0-14 jarigen
23.854
23.714
15-65 jarigen
118.439
118.413
Ouder dan 65 jaar
22.953
22.138
totaal
68.855
68.427
alleenwonend
25.434
25.251
(Echt)paar zonder kinderen
18.960
18.969
(echt)paar met kinderen
15.487
15.424
Een ouder gezin
4.851
4.725
overig
4.123
4.058
Nederland
124.089
123.662
Suriname
1.523
1.519
Antillen/Aruba
2.066
2.045
Turkije
5.313
5.288
Marokko
3.500
3.440
Overig
28.755
28.311
Wonen
Aantal woningen
71.774
71.083
Onderwijs
MBO studenten
11.137
10.473
HBO studenten
20.113
19.248
WO studenten
18.730
18.720
MBO
2.425
2.674
HBO
3.868
3.929
HBO
7.764
8.302
Leeftijd
Huishoudens
Etniciteit
Waarvan Nijmeegse student
17
2
Nijmegen financieel 2012
18
Nijmegen financieel 2012
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe Nijmegen er in 2012 financieel voorstaat. We gaan in op het behaalde financiële resultaat en de analyse ten opzichte van de begroting, de verwachting bij de voorjaarsnota en het geprognosticeerde resultaat bij de najaarsnota. Daarnaast behandelen we de vermogenspositie ultimo 2012 en geven een doorkijk naar het weerstandsvermogen voor de komende jaren. Tenslotte geven we een analyse van de personeelskosten en inhuur alsmede de gerealiseerde bezuinigingen in 2012.
FINANCIËLE ANALYSE De begroting 2012 sloot met een voordelig saldo van ¤ 258.000. In de voorjaarsnota is een nadeel van ¤ 6,3 miljoen gemeld en verwerkt in de cijfers. De nadelen uit de voorjaarsnota hadden onder meer betrekking op ¤ 2,6 miljoen nadeel gemeentefonds, ¤ 1,6 miljoen nadeel CAO gemeentepersoneel, ¤ 2,5 miljoen nadeel bij Werk en Inkomen en daartegenover ¤ 1,7 miljoen voordeel door lagere rente. Daarnaast waren er risico’s gemeld bij Werk &Inkomen, de individuele voorzieningen Wmo, bij het gemeentefonds en verwachte frictiekosten. Als gevolg van deze uitkomsten is in de loop van het jaar een zorgvuldig financieel beleid gevoerd teneinde in het najaar en bij deze rekening met een zo gunstig mogelijk resultaat te komen. Dat heeft geresulteerd in een positieve melding bij de najaarsnota van ruim ¤ 2 miljoen. Hiermee werd het geprognosticeerd tekort teruggebracht naar ¤ ¤ 4,1 miljoen. Ook de risico’s zijn gereduceerd in de loop van 2012. De meevallers in de najaarsnota hadden betrekking op het programma Werk en Inkomen wegens vrijvallende reintegratiegelden van ¤ 1,1 miljoen, de belastinginkomsten waren ¤ 1,2 miljoen hoger dan verwacht en bij treasury is het voordeel weer verder bijgesteld met ¤ 1,3 miljoen. Bij de individuele voorzieningen Wmo werd een hogere bijdrage van ¤ 0,6 miljoen ontvangen en voor ondergrondse glascontainers werd ¤ 0,6 minder uitgegeven. Tegenover deze voordelen stond een fors nadeel op parkeren van ¤ 1,7 miljoen met een risico ten aanzien van de verwachting voor het eindresultaat bij parkeren. 19
In de najaarsnota is ook tot een aantal budgetoverhevelingen naar 2013 besloten tot een bedrag van ¤ 1,1 miljoen. Naast de najaarsnota is de risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2012 door de Raad vastgesteld en hierbij is besloten om een bedrag van ¤ 5 miljoen als verwacht verlies te voorzien voor het project Waalfront en tevens is besloten tot een vrijval van middelen uit het project stadsbrug, eveneens tot een bedrag van ¤ 5 miljoen, zodat per saldo de ABR op hetzelfde niveau bleef. Verder zijn de parameters en uitgangspunten voor het scenario van het ontwikkelbedrijf vastgesteld. Van de raming bij de stadsbegroting van ongeveer ¤ 0,2 miljoen tekort, via voorjaarsnota ¤ 6,3 miljoen nadelig, naar najaarsnota sluitend met een nadeel van ¤ 4,1 miljoen laat de rekening nu een resultaat zien van ¤ 13,5 miljoen negatief. Bij dit negatieve saldo moet echter de opmerking gemaakt worden dat de negatieve resultaten van de planexploitaties uit het programma grondbeleid (ontwikkelingsbedrijf) afgewenteld zullen worden op de daarvoor bestemde bedrijfsreserve (de ABR) . Om die reden wordt het programma grondbeleid, inzake planexploitaties, afzonderlijk vermeld. Formeel wordt de afwikkeling van genoemd verlies bij grondbeleid geregeld via de zogenaamde tweede winstbestemming. In onderstaand overzicht is ten behoeve van de inzichtelijkheid aangegeven welk bedrag aan de ABR onttrokken wordt. Uiteindelijk resteert dan een voordelig saldo op programma’s van ¤ 4,8 miljoen. Onderstaan wordt een overzicht gegeven van de programmaresultaten en de afwijking ten opzichte van de dynamische begroting. De dynamische begroting wil zeggen de begroting met inachtneming van de begrotingswijzigingen tot en met 31 december 2012. Het gaat hier over de nadelige saldi per programma. Alleen het programma bestuur en middelen heeft een positief saldo omdat hier de opbrengsten gemeentefonds en de belastingopbrengsten zijn verantwoord. Voor de programma’s met een afwijking van ongeveer één miljoen of meer wordt hieronder een korte toelichting gegeven.
20
Programma In ¤ 1.000
Dynamische begroting 2012
Dienstverlening en burgerzaken Wonen Klimaat en Energie
Realisatie 2012
afwijking
-3.607
-3.365
242 V
-1.913
-969
944 V
-6.546
-6.166
379 V -1.607 N
Ruimte & cultuurhistorie
-6.337
-7.945
Grondbeleid programmakosten
-3.985
-4.740
-755 N
Bestuur & Middelen
262.110
266.266
4.156 V
Zorg & Welzijn
-62.662
-59.933
2.730 V
Werk & Inkomen
-38.870
-36.783
2.087 V
Wijken
-11.973
-11.768
205 V
Cultuur
-19.465
-19.114
351 V
-1.406
-1.760
-354 N
-109.308
-108.908
400 V
-3.961
4.815V
8.776 V
18.289
-18.289 N
Mobiliteit Diverse programma’s (excl grondbeleid) Totaal programma’s exclusief planexploitaties Planexploitaties voor verrekening ABR Totaal resultaat
-3.961
Onttrekking aan de ABR als tweede winstbestemming Totaal
-3.961 N
13.474N
9.513N
18.289
.18.289 V
4.815 V
8.776 V
Programma Wonen Het voordelig resultaat op het programma wonen is vooral veroorzaakt door uitstel van woningbouwprojecten waarvan de uitvoering in 2013 plaats gaat vinden. Om de starters meer ruimte te geven op de woningmarkt is er een nieuwe tranche startersleningen en het nieuwe instrument “Ik Bouw Betaalbaar (IBB) uitgezet. Als gevolg van de onduidelijkheden in het belastingregiem zijn deze leningen tijdelijk opgehouden, hetgeen voor 2012 een onderschrijding tot gevolg heeft. Programma Ruimte en Cultuurhistorie Het nadelig resultaat wordt voor ¤ 1,2 miljoen veroorzaakt door minder bouwleges. Dit heeft vooral te maken met een restitutie van eerder ontvangen bouwleges in verband met een ingetrokken bouwplan. Het overige is verklaarbaar door minder aanvragen voor grote bouwvergunningen en lagere bouwkosten. Programma Bestuur & Middelen Het voordelig saldo wordt voor ¤ 0,5 miljoen veroorzaakt door een hogere opbrengst OZB, precario en hondenbelasting en een lagere dotatie aan de voorziening oninbare belastingdebiteuren. Het bedrijfskostenresultaat van de gemeente wordt verantwoord op het programma middelen en blijkt ¤ 950.000 voordeliger te zijn dan was geraamd. Het voordeel op kapitaallasten van ¤ 1,7 miljoen was in de voorjaarsnota reeds benoemd, maar conform besluitvorming op stelpost opgenomen zodat het nu onderdeel uitmaakt van het rekeningresultaat. Verder zijn er diverse stelposten
21
opgenomen tot een bedrag van ¤ 1,2 miljoen waar geen aanspraak op gemaakt is en deze stelposten vallen nu vrij. Daarentegen was een negatieve stelpost van ¤ 1,8 miljoen opgenomen vooruitlopend op een verwacht positief rekeningresultaat. Per saldo een voordeel op stelposten van ¤ 1,1 miljoen. Verder is er een voordeel van ¤ 0.3 miljoen door het niet inzetten van de post onvoorzien. De afwikkelingen BTW levert een voordeel op van ¤ 0.5 miljoen, de vrijval van een deel van de transitoria 2011 eveneens een voordeel van ¤ 0.5 miljoen, en de afwikkeling van Triavium BV geeft een voordeel van ¤ 0.1 miljoen. Programma Zorg & Welzijn Door vooruit te lopen op verdergaande bezuinigingen is, net als vorig jaar, terughoudendheid betracht bij het verlenen van subsidies en het aangaan van nieuwe subsidierelaties. Dit levert een voordeel op van ¤ 483.000 (1,6% van het subsidiebudget). Ook zijn dit jaar subsidiegelden terugontvangen doordat subsidies die betrekking hebben op het voorgaande jaar definitief lager zijn vastgesteld; deze terugvorderingen leveren een voordeel op van ¤ 280.000. Bij de individuele voorzieningen Wmo zijn de lasten ¤ 1.565.000 lager. De afgelopen jaren zagen we stijgende kosten die we konden verklaren door de vergrijzing en de extra-muralisering van de zorg. Aan het einde van 2012 is echter geconsta¬teerd dat de kosten voor de individuele voorzieningen zijn gestabiliseerd. Aan de ene kant een daling van de kosten van de voorzieningen rolstoelen, woningvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en PGB en aan de andere kant een afvlakkende groei voor de huishoudelijke hulp. Dit, samen met een toegenomen begroting voor de huishoudelijke hulp, heeft geleid tot het genoemde voordeel. Verder een voordeel op de baten door de hogere opgelegde eigen bijdrage op de verstrekte individuele voorzieningen. Programma Werk & Inkomen De voordelige afwijking van in totaal ¤ 2,1 miljoen is te verklaren door een incidentele bate van ¤ 1,9 miljoen vanwege meevallende ontvangen rijksmiddelen Op bijzondere bijstand heeft zich per saldo een nadeel van ¤ 0,7 miljoen voorgedaan vanwege met name hoge uitgaven kosten van beschermingsbewind. Verder heeft zich een voordeel van bijna ¤ 0,4 miljoen uit voorgaande jaren voorgedaan als gevolg van de afrekening project Mobiliteitscentrum 2009-2010 met de provincie Gelderland. Het restverschil van voordelig ¤ 0,5 miljoen bestaat uit een aantal kleinere voordelen. Programma Grondbeleid Het programma grondbeleid heeft een nadelig saldo van € 23 miljoen. (4,7 miljoen programmakosten en 18,3 miljoen planexploitaties) Voor afwikkeling van diverse voor en nadelen op grondbeleid bestaat de reserve ABR en is in het overzicht de verrekening met de ABR dan ook meegenomen. De beoordeling van de planexploitaties heeft geleid 22
tot het vormen, dan wel wijzigen van voorzieningen teneinde verwachte tekorten op te kunnen vangen. Een positieve bijstelling van de voorziening met ongeveer € 2 miljoen voor de Waalsprong door enerzijds het plangebied bedrijventerreinen in te perken en anderzijds een aantal infrastructurele werken over te brengen naar investeringen. Voor de verbonden partijen GEM Waalsprong is een bedrag van € 11,7 voorzien, voor Bergerden een verhoging van de voorziening met € 2,1 miljoen en voor het Waalfront is € 5,3 miljoen opgenomen. Verder wordt als gevolg van de afspraken rondom de doordecentralisatie onderwijshuisvesting een afwaardering voorzien van € 7 miljoen. Daarentegen is uit de planexploitatie stadsbrug een bedrag van € 7 miljoen aan de ABR toegevoegd. ( 2 miljoen conform risiconota 2011 en € 5 miljoen conform risiconota 2012) Verder zijn er nog wat minder grote effecten uit tussentijdse winstneming en afsluiten van planexploitaties. Voor een inhoudelijke onderbouwing wordt ook verwezen naar de VGP van april 2013. Diverse Programma’s Dit betreft de saldi van overige programma’s die gezien de geringere afwijkingen niet nader zijn toegelicht.
ANALYSE VERMOGENSPOSITIE De vermogenspositie van de gemeente Nijmegen wordt bepaald door de stand van het eigen vermogen ultimo boekjaar. In de balans en de toelichting wordt inzicht gegeven in de mutaties binnen het eigen vermogen. Mutaties binnen het eigen vermogen worden verwerkt aan de hand van door de Raad genomen separate besluiten. In het navolgende geven we een korte weergave van de grootste mutaties binnen het eigen vermogen. Boekwaarde per
31-12-2012
Algemene reserve
31-12-2011 41.113
47.184
Bestemmingsreserve
78.999
80.108
Rekeningresultaat
-13.475
3.239
106.637
130.531
Totaal
Het eigen vermogen is ten opzichte van 2011 met ¤ 24 miljoen afgenomen. Een belangrijke afname wordt veroorzaakt door afboekingen op de waarde van de grondexploitaties waardoor er een fors beslag op de ABR is gedaan. De overige afname in het eigen vermogen is opgebouwd uit een groot aantal posten, waarover in de (dynamische) begroting middels raadvoorstellen is besloten. Voor inzicht in de details van deze mutaties verwijzen wij naar de toelichting op de balanspost eigen vermogen.
23
ANALYSE WEERSTANDSVERMOGEN Het weerstandsvermogen geeft aan in welke mate de gemeente in staat is om het hoofd te bieden aan nadelen die kunnen ontstaan bij de uitvoering van onze gemeentelijke taken. Het gewenste weerstandsniveau wordt berekend met behulp van ons risicobeheersingssysteem. Wij kunnen met 95% zekerheid zeggen dat we, om deze risico´s af te dekken een weerstandsvermogen nodig hebben van ¤ 21 miljoen. In onderstaande tabel staat het verloop van de Saldireserve weergegeven. De risico’s uit de planexploitaties zijn bepaald op ¤ 85 miljoen. De ABR bereikt na besluitvorming bij deze Stadsrekening 2012 een niveau van ¤ 1,7 miljoen en is daarmee niet meer opgewassen tegen de risico’s op de planexploitaties. Om die reden stellen wij voor om de ABR op te heffen en de risico’s onder te brengen bij de Saldireserve. De Saldireserve beschouwen we als algemene buffer en we zorgen dat deze het niveau bereikt waarmee alle risico’s afgedekt kunnen worden. In de VGP van april 2013 is de meerjarenraming van de ABR opgenomen. Deze mutaties in de ABR worden nu opgenomen in de Saldireserve. Naast de besluitvorming bij deze jaarstukken zijn er ook reeds een aantal besluiten genomen over de inzet van de Saldireserve in 2013 en volgende jaren. Onderstaand wordt op grond van de reeds genomen besluiten een geprognosticeerde stand van de Saldireserve in 2012 en volgende jaren gegeven.
Verloop van de Saldireserve vanaf 2012: Ontwikkeling Saldireserve X ¤ 1 miljoen
2012
2013
2014
2015
2016
Stand 1 januari
47,2
47,4
45,5
50,2
57,8
Mutaties 2012
-6,1
Bij dit raadsvoorstel te besluiten winstverdeling 2012 (beslispunt 2e,2f,3b)
6,3
-3,0
Opheffen reserve Waalsprong (beslispunt 6)
0,5
Opheffen ABR (beslispunt 5)
1,7
Toevoegingen in de administratie*
5,2
6,2
6,2
7,4
Onttrekkingen in de administratie*
-5,8
-2,1
-2,4
-0,4
Claim toegankelijkheid gebouwen
-0,4
Claim Natuurcentrum
-1,5
ABR mutaties volgens VGP april 2013 Stand 31 december
47,4
*besluitvorming tot en met primitieve stadsbegroting 2013 verwerkt
24
1,9
0,6
3,8
2,0
45,5
50,2
57,8
67,3
Als we de risico’s van de planexploitaties van in totaal ¤ 85 miljoen willen afdekken in de Saldireserve, voegen we ze bij de begrotingsrisico’s in Naris. Als resultaat geeft Naris dat we dan in totaal ¤ 93 miljoen nodig hebben bij 95% zekerheid, om alle risico’s af te dekken. Die stand wordt naar huidige inzichten in 2023 bereikt. Kijken we naar het totale weerstandsvermogen dan verwachten we dat, zonder optredende tegenvallers, op het einde van de planperiode van de GREX GEM Waalsprong het weerstandsvermogen gegroeid is tot ¤ 130 miljoen. Geconcludeerd kan worden dat op dit moment de aanwezige reserves niet voldoende zijn om de risico’s op te vangen, wanneer deze zich allen gelijktijdig en nu voor zouden doen. Omdat dit niet waarschijnlijk is en een groei van de reserves berekend is, kan het weerstandsvermogen toch als voldoende worden beoordeeld.
VOORSTEL TOT BESTEMMING VAN HET RESULTAAT Zoals eerder gesteld hebben wij over 2012 een resultaat behaald van negatief ¤ 13,5 miljoen. Voor dit resultaat doen wij in het bijbehorende raadsvoorstel een resultaatbestemmingsvoorstel. In onderstaande tabel is uiteengezet wat de stand is van de diverse reserves na verwerking van het resultaatbestemmingsvoorstel. Reserve
Bedrag in duizenden ¤’s
1. Reserve ABR (onttrekking aan de reserve) 2. Reserve ISV (toevoeging)
Totaal eindstand reserve na besluitvorming
-21.289
1.653
1.310
2.029
3. Reserve toegankelijkheid gebouwen (onttrekking)
-99
0
4. 1% regeling Beeldende kunst (toevoeging)
121
295
5. Budgetoverheveling naar 2013 inzake RTV 1
175
nvt
6. Onderuitputting kapitaallasten naar Saldireserve (toevoeging)
1.700
7.overheveling bijdrage Warmtenet naar 2013
3.000
8. Netto storting in de Saldireserve (toevoeging)
1.608
Subtotaal
47.421
13.474
Onderstaand volgt een korte toelichting op de afzonderlijke resultaatbestemmingsvoorstellen. Ad 1 Reserve ABR Het programma Grondbeleid heeft in 2012 een negatief saldo. Conform beleid worden tekorten op het product planexploitaties ten laste gebracht van de ABR. Wij stellen uw Raad derhalve voor om ¤ 21.289.000 te onttrekken aan de ABR. Dit bedrag bestaat uit ¤ 18.289.000 ten behoeve afwikkeling planexploitaties en ¤ 3.000.000 inzake Warmtenet. Besloten is om ¤ 3 miljoen beschikbaar te stellen voor het Warmtenet, alleen dit bedrag komt eerst in 2013 tot uitkering. Administratief wordt dit overgeheveld naar de Saldireserve en blijft beschikbaar voor het Warmtenet.
25
Ad 2 Toevoeging aan de reserve ISV In 2012 hebben wij minderuitgaven ten behoeve van de realisatie van de doelstellingen van ISV gedaan dan vooraf in de begroting aan gegeven, derhalve stellen wij Uw raad hierbij voor om de afwijkingen ten opzichte van de programmering tot een bedrag van ¤ 1.310.215 te storten in de reserve ISV, zodat de middelen beschikbaar blijven voor uitvoering van het programma. Ad 3 Vrijval reserve toegankelijkheid gebouwen In 2011 is besloten om deze reserve om te zetten in een voorziening. De voorziening is gevormd ten laste van het rekeningresultaat en nu kan de reserve vrijvallen. Ad 4 1% regeling beeldende kunst De voorbereidingen voor de aanschaf van een kunstwerk zijn in 2012 gestart en de feitelijke aanschaf zal in 2013 plaatsvinden. Om die reden stellen wij uw Raad voor de niet bestede middelen ad ¤ 121.000 over te hevelen naar volgend jaar. Ad 5 Budgetoverheveling naar 2013 Op het programma Cultuur is een overschot en deze middelen zijn nodig om de herhuisvesting van RTV Nijmegen1 te bekostigen. Om die reden stellen wij uw Raad voor om deze middelen over te hevelen naar 2013. Ad 6. Storting onderuitputting kapitaallasten in de Saldireserve Ten tijde van de Voorjaarsnota 2012 heeft uw Raad besloten om bij deze jaarrekening te beoordelen of dit bedrag aan de Reserve Strategische Investeringen toegevoegd wordt dan wel aan de Saldireserve. Gezien de financiële situatie en de bezuinigingsopdrachten waar we voor staan, stellen wij voor om deze onderuitputting kapitaallasten aan de Saldireserve toe te voegen. Ad 7. Storting in de Saldireserve Een bijdrage van ¤ 3 miljoen uit de Saldireserve aan het Warmtenet is in 2012 niet tot besteding gekomen, vandaar dat nu voorgesteld wordt dit bedrag door te schuiven naar 2013. Administratief voegen we dit bedrag toe aan de Saldireserve en houden het beschikbaar voor het Warmtenet. Ad 8. Storting in de Saldireserve Na verwerken van voornoemde voorstellen resteert een bedrag van ¤ 1.608.000 aan voordelig saldo. Voorgesteld wordt dit bedrag aan de Saldireserve toe te voegen.
26
WAAR KWAM HET GELD IN 2012 VANDAAN? In onderstaande grafiek is te lezen van welke bronnen het geld binnen kwam. Het gemeentefonds, de WWB vergoeding en doeluitkeringen maken zijn externe financieringsbronnen en deze zorgen voor bijna de helft van de gemeentelijke inkomsten. In de planexploitaties gaat ook een groot deel van het geld om.
WAAR GING HET GELD IN 2012 NAAR TOE ? Onderstaand is aangegeven aan welke programma’s het geld uitgegeven werd. Grondbeleid en Werk en Inkomen zijn de grootste uitgavenposten. Onder “Overigen“ zijn alle programma’s samen genomen die per programma minder dan 2,5% van de gemeentelijke lasten vertegenwoordigen.
27
BEZUINIGINGEN Bij deze Jaarrekening wordt gerapporteerd over de verdere afwikkeling in het jaar 2012 naar de stand 31 december 2012. Tevens wordt kort teruggekeken naar de invulling van de bezuinigingen in het afgelopen jaar. Het beeld is dat de invulling in 2012 goed is verlopen. De opgave voor 2012 bedroeg in totaal ¤ 9,2 miljoen. Bij de Voorjaarsnota is een bedrag gereed gemeld van ¤ 5,4 miljoen, in de Najaarsnota een bedrag van ¤ 2,3 miljoen. Nu komt daar nog eens ¤ 1,3 miljoen bij. Meer precies betekent dit dat in 2012 van de totale opgave van ¤ 9.196.000 een bedrag van ¤ 9.020.000 gerealiseerd is, of te wel 98%. Voor een gering bedrag van ¤ 176.000 is dat in 2012 niet gelukt. In schema (bedragen x ¤ 1.000) 2012
2014
2015
2016
29.141
37.153
44.272
47.307
47.807
Gerealiseerd in 2010
7.808
8.277
8.887
8.887
8.887
Gerealiseerd in 2011
12.138
14.474
17.252
17.252
17.252
Stand 1 januari 2012
9.195
14.402
18.133
21.168
21.668
- aframen loonsom/ fte
0
0
0
0
0
- overige gereed
5.427
6.648
7.849
7.927
7.927
Totaal van de opgaven vanaf het begin van deze raadsperiode (1-1-2010) tot nu aan
2013
toe, d.w.z. tot en met de besluitvorming Stadsbegroting 2013.
GEREALISEERD 2012: Gereed in de periode 1 jan – 1 apr. 2012 (VJN)
Gereed 1 april – 1 sept (NJN) - aframen loonsom/ fte
300
600
600
600
600
- overige gereed
1.996
1.447
1.447
1.445
1.445 395
Gereed 1 sept – 31 dec (Jaarrekening) - aframen loonsom/ fte
663
395
395
395
- overige gereed
634
283
308
313
313
9.020
9.373
10.599
10.680
10.680
98%
65%
58%
50%
49%
175
-
-
-
-
0
5.029
7.534
10.488
10.988
86,65
105,95
121,05
121,05
121,05
Totaal gereed in 2012 Percentage gereed op 31 dec Verlies in 2012 Resteert = stand 31 dec 2012 Verwerkte formatiereductie als gevolg van bezuinigingen, uitgedrukt in FTE
28
KOSTENPLAATSRESULTAAT 2012 Om de gemeente als organisatie te laten functioneren moeten er uiteraard kosten worden gemaakt. Dit betreft dan personeelskosten, huisvestingskosten en overige apparaatskosten. Deze kosten worden over de beleidsprogramma’s, de investeringen en de grondexploitaties verdeeld. Getracht is de bedrijfsvoering kosten zo beperkt mogelijk te houden. Er wordt met name gestuurd op salariskosten en inhuur, aangezien deze kosten als beïnvloedbaar gekenmerkt kunnen worden. Onderstaand wordt een analyse gegeven van de loonsom en inhuur en daaruit moet geconstateerd worden dat de werkelijke loonkosten en inhuur hoger zijn dan was geraamd. Reden hiervoor is dat er ook meer personele lasten rendabel ingezet konden worden. Dat betekent bijvoorbeeld dat voor de uitvoering van extra projecten er extra loonkosten zijn gemaakt, maar deze kosten gedekt worden door bijdragen. Inzet personeel voor de dijkteruglegging is hier een voorbeeld van. Per saldo is er een voordelig resultaat op kostenplaatsen gerealiseerd van ¤ 950.000
PERSONEELSKOSTEN ALGEMEEN Een akkoord over de CAO voor gemeenteambtenaren 2011-2012 is uiteindelijk pas in april 2012 bereikt. In onze begroting hadden wij de nullijn aangehouden, echter in de CAO is overeengekomen dat de salarissen 2 maal met 1% stijgen, plus een eenmalige uitkering. Daarnaast zijn ook de pensioenlasten in 2012 sterk gestegen. Dit alles betekende dat we bij de voorjaarsnota ¤ 1,6 miljoen aan extra middelen van Uw Raad hebben ontvangen om deze loonstijging te kunnen bekostigen.
SALARISKOSTEN De salariskosten van de gemeente Nijmegen bestaan uit de loonkosten en overige componenten (kosten jubilea, WW uitkeringen etc). Voor de analyse op de salariskosten wordt jaarlijks de ontwikkeling van de loonkosten en de bezetting beoordeeld. In de onderstaande tabel staan de begrote alsmede gerealiseerde loonkosten en fte weergegeven. Daarnaast zijn de herschikkers opgenomen. Een herschikker is een medewerker, die voornamelijk als gevolg van bezuinigingen geen functie meer heeft en waarvoor wij onze uiterste best doen om een passende functie te vinden. Jaar
Begroting loonsom
Realisatie loonsom
meer uitgaven dan begroot
Fte Begroot 31-12
Fte werkelijk 31-12
2011
114.065
116.503
2.438
1.925,4
1.907,0
2012
112.564
116.475
3.911
1.823,9
1.805,2
101,5
101,8
Verschil
29
De salariskosten worden door een veelheid van factoren beïnvloed. Dat maakt het lastig om het verschil in de uitgaven begroot en realisatie en het verschil tussen de jaren eenduidig te relateren aan de FTE’s. Aangezien deze factoren zowel positieve als negatieve effecten met zich meebrengen, is een analyse op persoonsniveau uiteraard wel mogelijk, maar op totaalniveau leidt dit niet tot een zinvolle samenvatting. Om die reden wordt onderstaand een toelichting gegeven welke factoren allemaal een rol spelen bij de salariskosten. Begroten max-1 Binnen de gemeente Nijmegen werken wij als sinds een aantal jaren met een max-1 begroting. Dit betekent dat de loonsom wordt begroot op basis van toegestane formatie maal het salaris behorend bij het maximum van de schaal, verminderd met één anciënniteit. Voor herschikkers worden geen loonkosten geraamd. prijsverschillen Deze wijze van begroten kan in de realisatie leiden tot prijsverschillen, zowel positief als negatief. Bijvoorbeeld een startende ambtenaar zal lagere loonkosten dan geraamd met zich meebrengen en een ambtenaar die zijn maximale salaris heeft bereikt, brengt hogere loonkosten met zich mee. bezettingsverschillen In de begroting wordt uitgegaan van de toegestane formatie. De realisatie kan hiervan afwijken. Ook hier zowel positief als negatief. Bijvoorbeeld een bezuinigingsopdracht die in de loop van het jaar wordt gerealiseerd, brengt hogere kosten met zich mee. Terughoudend aannamebeleid en daardoor vacatures in plaats van bezetting, brengt lagere kosten dan begroot met zich mee.
FORMATIE Als we kijken naar de formatie dan blijkt dat deze met ruim 101 fte is gedaald. Deze daling bestaat enerzijds uit uitbreidingen (54,9 fte) en anderzijds inkrimping (-156,7 fte). De uitbreiding met 54,9 fte is gebaseerd op bestuurlijke besluiten en bestaat uit: • 35 fte Werk Staat voorop en Hatert Werkt • 5 fte Aanpak overlast multiprobleem huishoudens; • 6 fte Straatcoaches; • 9 fte overige diverse kleine uitbreidingen De inkrimping met 156,7 fte is door invullen bezuiniging, beëindigen tijdelijke formatie en een klein deel overige inkrimpingen.
30
HERSCHIKKERS Zoals eerder gesteld is een herschikker een medewerker, die voornamelijk als gevolg van bezuinigingen geen functie meer heeft en waarvoor wij onze uiterste best doen om een passende functie te vinden. Zie onderstaande tabel om een inzicht te krijgen van het verloop van deze herschikkers in 2012: Herschikker
Totaal fte 2012
Stand 31 -12-2011
68
Instroom
+7
Uitstroom
-34
Stand 31-12-2012
41
FRICTIEKOSTEN Teneinde de in 2012 openstaande bezuinigingen te realiseren zijn 86,65 fte afgeraamd. Hiermee ontstond ¤ 2 miljoen aan zogenaamde frictiekosten. Dit betreffen tijdelijke kosten die ontstaan als gevolg van het invullen van een bezuiniging. Zodra personeel als gevolg van de bezuinigingen de status herschikker krijgt, dan wordt geen raming meer opgenomen in de begroting. De kosten die herschikkers toch nog met zich meebrengen moeten dan, zoveel als mogelijk, opgevangen worden binnen de normale exploitatie. In 2012 is veel aandacht besteed aan het zoveel mogelijk loonvormend werken van de zogenaamde herschikkers. Belangrijke opties hierbij zijn alvorens personeel in te huren, eerst intern te kijken of er gekwalificeerde mensen aanwezig zijn en deze voorkeur te geven boven externe inhuur. Hierbij kan gedacht worden aan werkzaamheden voor projecten, maar ook tijdelijk vervanging bij langdurige ziekte of als gevolg van zwangerschap. Ook zijn medewerkers buiten de gemeente gedetacheerd. Dit is ook één van de redenen waardoor er opbrengsten tegenover de kosten staan en er dus dekking is gevonden voor de frictiekosten. Het Mobiliteitsoverleg heeft hier een belangrijke rol in gespeeld en heeft tot positieve effecten geleid op zowel de afname van de inhuur als het vinden van dekking voor de frictiekosten. Dit Mobiliteitsoverleg betreft een intergemeentelijk overleg waarin zowel de inhuur als de beschikbare interne medewerkers worden besproken en indien mogelijk gekoppeld aan de openstaande taken.
31
INHUURKOSTEN Aangezien wij het belangrijk vinden om grip te hebben en te houden op de inhuur van de gemeente is er de afgelopen jaren veel aandacht geschonken aan het inzichtelijk krijgen van de inhuur en het nemen van maatregelen om deze inhuur tot een noodzakelijk minimum te beperken. Om die reden is er, alvorens er extern ingehuurd werd, altijd eerst gekeken naar interne oplossingen. Zo worden inhuurverzoeken eerst gemeentelijk besproken binnen het Mobiliteitsoverleg en indien mogelijk zo al ingevuld. Daarnaast hebben we ook prijsvoordelen kunnen behalen, door een zogenaamde payroll constructie en zo onze inhuur verder geoptimaliseerd. Belangrijk om te weten is dat alle inhuur gedekt is. Hieronder is het verloop vanaf 2009 tot en met 2012 goed te zien. Hieruit blijkt ook dat er een duidelijk dalende lijn is ingezet op de inhuur. 25.000.000
20.000.000
bedrag
15.000.000
10.000.000
5.000.000
0 2009
2010
2011
2012
jaren
Inhuur wordt kritisch beoordeeld en alleen ingezet wanneer dit noodzakelijk is. Soms wordt er ingehuurd als tijdelijke vervulling van een vacature, soms omdat er voor een bepaald project specifieke kennis noodzakelijk is en zo zijn er nog een aantal criteria. In onderstaand overzicht staat weergegeven voor welke categorie er is ingehuurd. Bedragen in duizenden ¤’s Categorie
begroting 2011
begroting 2012
realisatie 2011
realisatie 2012
Programma’s
1.216
1.416
1.585
1.879
Kostenplaatsen
6.143
6.266
8.403
7.064
Planexploitatie’s Totale inhuur
0
0
2.967
3.114
7.359
7.682
12.955
12.057
32
Hieruit blijkt dat er in 2012 minder dan in 2011 is ingehuurd op de kostenplaatsen. Reden hiervan ligt ook weer in het eerder genoemde Mobiliteitsoverleg alwaar aan de voorkant is gestuurd op het inzetten van de interne medewerkers, indien mogelijk. De stijging van de inhuur op de planexploitatie hangt ook samen met de grote projecten die wij nu als gemeente Nijmegen uitvoeren, zoals de Oversteek en de Dijkteruglegging.
33
3
Bestuursagenda
34
Openbare orde & Veiligheid, Burger & Bestuur, Communicatie, Citymarketing en Externe betrekkingen Veiligheid Portefeuillehouder H. Bruls
De veiligheid in een stad is het resultaat van de sociale, fysieke en economische ontwikkeling van de maatschappij. Sturing is dan ook complex. De gemeente heeft slechts invloed op een beperkt aantal factoren en kan slechts proberen deze positief te beïnvloeden, met name door de verbinding tussen domeinen en het koppelen van budgetten. Het gevoel van veiligheid wordt het meest beïnvloed door veelvoorkomende criminaliteit en ernstige overlast door jeugdigen of bekende randfiguren. Veelplegers spelen hierin vaak een hoofdrol en dus is de uitdaging om hun recidivegedrag aan te pakken. Dat vraagt intensieve samenwerking tussen gemeente, strafrechtpartners, zorg- en hulpverleners en soms ook de burger . Die samenwerking is per definitie integraal van opzet, een geolied netwerk is cruciaal. Vanuit het programma Veiligheid organiseren we vormen van (keten)samenwerking op het terrein van sociale en fysieke veiligheid in Nijmegen en adviseren het gemeentebestuur over de ontwikkeling daarvan. De gemeente is de regisseur van deze samenwerking. Daarnaast adviseren en ondersteunen we de burgemeester en zijn we verantwoordelijk voor de vergunningverlening van de APV en Bijzondere Wetten. Wat hebben we bereikt? Op 18 januari 2012 heeft de gemeenteraad het Beleidskader Integrale Veiligheid 20122015 vastgesteld. Hierin zijn doelstellingen vastgelegd voor de vermindering van criminaliteit, geweld en agressie, de aanpak van overlast en ernstige verloedering, bijzondere veiligheidsprojecten en het veiligheidshuis. Het veiligheidshuis is de kern van ons sociale veiligheidsbeleid. We hebben de procesregie van de multidisciplinaire samenwerking voor de ketenaanpakken jeugd, veelplegers en huiselijk geweld. We leveren de ketenmanager, die het middenmanagement van de betrokken partners erbij betrekt en committeert en verantwoordelijk is voor de rand35
voorwaarden. Vier ketenregisseurs focussen op het primaire proces. We ondersteunen het informatiebeheer in het veiligheidshuis. Deze aanpak reduceert maatschappelijke kosten voor veelvoorkomende overlast en criminaliteit en, minstens zo belangrijk, vergroot het veiligheidsgevoel bij inwoners. Daarnaast hebben we de zichtbaarheid van politie en toezichthouders verbeterd door de inzet van straatcoaches en Veiliger Wijkteams (VWT’s). Zij zoeken het contact met wijkbewoners en investeren in communicatie en onderling vertrouwen. VWT’s zijn een samenwerking tussen politie en Bureau Toezicht & Handhaving op wijkniveau. Sinds begin 2012 zijn VWT’s actief in de wijken Hatert, Meijhorst en Neerbosch-Oost/Heseveld. Verder werken we ook aan een aantal zelfstandige veiligheidsprojecten: tijdelijk cameratoezicht, horecadeurbeleid, aanpak radicalisering en buurtbemiddeling. De kern van een succesvol integraal veiligheidsbeleid ligt in de samenwerking die met de maatschappelijke partners is opgebouwd. Een goede en effectieve samenwerking is dan ook ons belangrijkste resultaat. Is die samenwerking goed, dan worden de partners ook effectief in stelling gebracht om de gewenste resultaten te boeken. Met het veiligheidshuis hebben we die samenwerking succesvol opgebouwd en we bevinden ons in een positie waarin we dicht op alle relevante informatie zitten en snel kunnen bijsturen. Bij veel partners - justitie en politie, maar ook jeugdzorg – vinden ingrijpende veranderingen plaats. Het vraagt onze voortdurende aandacht om al die ontwikkelingen te verwerken in het concept veiligheidshuis. De kwalitatieve en kwantitatieve inzet van organisaties die iets kunnen betekenen voor de veiligheid in de stad is toegenomen. Het gemeentebestuur van Nijmegen is ervan overtuigd dat de ‘winst’ voor de komende jaren is te halen uit de samenwerking van die partners. De gemeente zal op zoveel mogelijk terreinen een ketenaanpak organiseren en regisseren. Goede voorbeelden daarvan zijn de veelplegeraanpak, de aanpak van huiselijk geweld en de aanpak van woonoverlast als gevolg van intimidatie. Ook de samenwerking tussen brandweer en politie is verbeterd met als symbool de geïntegreerde meldkamer. De brandweer is geregionaliseerd. Indicatoren Vergroten veilig heidsgevoel van de Nijmeegse burger 1.1 Voelt zich vaak onveilig (in het algemeen) 1.2 Voelt zich soms/vaak/zelden onveilig 1.3 Voelt zich vaak onveilig in de buurt
Realisatie 2011 25,4
Reductie van het aantal incidenten 2.1 Aangiften bij de politie 2.2 Meldingen bij de brandweer
Realisatie 2011 Doelstelling 2012 13.757 <16.500 656 < 1.816
36
Doelstelling 2012 <4% <36% 4%
Realisatie 2012 18,8 3% Realisatie 2012 14.526 1.495
Financiën Programma Veiligheid ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
1.795
1.258
1.267
-8
Vergunningverlening & handhaving
230
230
230
0
Organisatie van de rampenbestrijding
410
410
393
16
1.243
1.544
1.532
12
Financiële lasten per product Openbare Orde & Veiligheid
Uitvoering. programma. Integrale Veiligheid Pro actie Preventie Preparatie Brandweer
2.089
2.097
2.089
9
Repressie, Nazorg Brandweer
10.434
10.146
10.144
1
Totaal lasten programma
16.201
15.685
15.654
31
Financiële baten per product Openbare Orde & Veiligheid
349
227
236
9
Vergunningverlening & handhaving
0
0
0
0
Organisatie van de rampenbestrijding
0
0
0
0
Uitvoering. programma. Integrale Veiligheid
0
51
43
-8
37
125
131
6
3
3
16
14
Pro actie Preventie Preparatie Brandweer Repressie, Nazorg Brandweer Totaal baten programma Totaal programma
37
389
406
426
20
15.812
15.279
15.228
51
Citymarketing en Externe Betrekkingen We willen dat citymarketing en externe betrekkingen meerwaarde opleveren voor onze andere gemeentelijke programma’s, voor maatschappelijke instellingen, bedrijven en burgers. We leveren een bijdrage aan een sterker vestigingsklimaat en streven naar een grotere betrokkenheid van Europa, rijk en provincie bij Nijmeegse plannen en ontwikkelingen met als effect inhoudelijke en financiële steun. Daarnaast willen we vaker en positief in het nieuws komen en streven we succesvolle evenementen na. We promoten Nijmegen niet alleen als historische stad, maar ook als een dynamische kennisstad, met veel (loop)sport, groen, cultuur en innovatieve bouwprojecten. We participeren actief in netwerken en onderhouden intensieve contacten met bedrijven, kennisinstellingen en andere organisaties. Zo leggen we de dwarsverbanden die voor lobby noodzakelijk zijn. Bij projecten die de gemeentegrenzen overschrijden werken we samen met lagere en hogere overheden, bedrijven en (kennis)instellingen op nationaal en internationaal niveau. Wat hebben we bereikt? Het belangrijkste project was de Stadsvisie 2020. Daarvoor zijn meerdere debatten georganiseerd, experts geconsulteerd en is in samenwerking met het programma Wijken een wijkenkaravaan georganiseerd. We hebben Nijmegen doelbewust neergezet als historische èn kennisstad, bijvoorbeeld door in samenwerking met de universiteit de Vrede van Nijmegen Penning toe te kennen aan Umberto Eco. Met het programma ‘Nijmegen Omarmt de Waal’ laten we zien dat Nijmegen met de dijkteruglegging, de Oversteek, het Waalfront en de ontwikkeling van Nijmegen Noord zeer innovatief werkt, met respect voor de historische omgeving. Met de provincie Gelderland is een nieuw stad- en regiocontract gesloten, waarin toezeggingen staan voor de realisatie van belangrijke Nijmeegse projecten. Samen met de provincies Gelderland en Overijssel en de grotere steden is een aanvang gemaakt voor een nieuw programma voor de Europese Structuurfondsen. Ook in 2012 heeft Nijmegen zich een actieve partner getoond binnen de Euregio Rijn – Waal. Dat heeft geleid tot interregionale financiering voor veel projecten in stad en regio. Als actief lid van de G32 heeft Nijmegen een bijdrage geleverd aan discussies over stedelijke vernieuwing, over het huurbeleid en over regionale samenwerking. In het Rijk van Nijmegen zijn op Nijmeegs initiatief gesprekken gevoerd over versterking van de intergemeentelijke samenwerking en de grote decentralisaties in het sociale domein. Ook in discussies over de toekomst van de Stadsregio na het aanstaande verlies van de WGR+ status heeft Nijmegen bij herhaling het voortouw genomen, met speciale aandacht voor de relatie met de provincie. Evenementen zijn een middel om Nijmegenaren te vermaken, te verrassen en te verbinden, maar versterken ook de aantrekkelijkheid van Nijmegen als woon- en vestigingsplaats en toeristische bestemming. Het evenementenbeleid is verder 38
ontwikkeld en in april 2012 heeft de raad de nota Event Full vastgesteld. Hiertoe zijn gesprekken met de wijken gevoerd en is een begin gemaakt met locatiegebonden evenementenbeleid. De aandacht voor de Nijmeegse evenementen was groot. De vierdaagse, de Zevenheuvelenloop, de Marikenloop, de Music Meeting en de Vrede van Nijmegen Penning werden ruim en positief besproken in de landelijke media. Nijmegen heeft veel kleinere evenementen waarmee de stad zich in culturele zin onderscheidt. Wintertuin, Boekenbal, Go Short, het Gebroeders van Limburgfestival, de popconcerten in Goffertpark, Valkhof en park Brakkenstein konden op een groot publiek uit Nijmegen en wijde omgeving rekenen. Een nationaal museum voor WO II is inmiddels een kansrijk project, dat voor financiering belangstelling van andere partijen heeft gewekt. In Brussel heeft Nijmegen zich succesvol gepresenteerd tijdens de Open Days als mede-initiatiefnemer van het Europese project Liberation Route dat van Normandië tot in Polen de geschiedenis 1944-45 van de bevrijding van Europa zichtbaar maakt. In 2012 vond de viering plaats van 400 jaar relaties Nederland – Turkije. Hieraan is in Gaziantep en in Nijmegen ruim aandacht besteed. Er is een bestuurlijke delegatie naar Gaziantep gereisd en een Turkse delegatie hier ontvangen. In samenwerking met onder andere Lux is een cultureel programma ontwikkeld en uitgevoerd. De bezuiniging op de stedenbanden is in samenspraak met de stichtingen stedenband Masaya en Pskov en met de Adviesraad Gaziantep uitgewerkt. Financiën Programma city markering en externe betrekkingen X¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
1.849
1.836
1.989
-152
Financiële lasten per product Coördinatie evenementen beleid Stedenbanden (Inter)nationale samenwerking &public affairs Promotie Totaal lasten programma
252
252
204
49
1.257
2.012
1.813
199
542
542
553
-11
3.901
4.643
4.558
84
246
119
263
144
0
0
0
0
202
777
561
-216
1
1
13
11
Financiële baten per product Coördinatie evenementen beleid Stedenbanden (Inter)nationale samenwerking &public affairs Promotie Totaal baten programma Totaal programma
39
448
896
836
-60
3.452
3.746
3.722
24
Dienstverlening en Burgerzaken Dienstverlening is een belangrijk onderwerp, we willen dat inwoners, bedrijven en instellingen tevreden zijn over de dienstverlening van de gemeente. Een optimale publieke dienstverlening is goed bereikbaar, snel en efficiënt. Burgers en bedrijven moeten goed geïnformeerd zijn over de gemeentelijke dienstverlening. We praten en schrijven in begrijpelijke taal. Ook persoonsinformatie moet adequaat zijn. Wat hebben we bereikt? De versobering van de dienstverlening in de Stadswinkel is gerealiseerd. De Stadswinkel werkt ‘s middags alleen nog op afspraak en het Steunpunt Stadswinkel is beperkter opengesteld. Een afspraak maken kan digitaal. Onze klanten worden schriftelijk geïnformeerd over de geldigheidsduur van hun reisdocument of rijbewijs, waarbij we de voordelen van een afspraak promoten. 5.000 Nijmegenaren kregen een brief dat vóór 26 juni 2012 de kindbijschrijving in het paspoort verviel. Dat had veel extra klanten tot gevolg. Door extra capaciteit en middelen in te zetten (legesopbrengsten) en extra avondopenstellingen zijn de gemiddelde wachttijden beperkt gebleven. Ondanks de versobering zijn de indicatoren dienstverlening Burgerzaken gehaald. Door klanten op een andere locatie te bedienen, voorkomen we een te grote toeloop in de Stadswinkel. Buitenlandse studenten van de Radboud Universiteit kunnen zich bijvoorbeeld daar inschrijven, twee keer per jaar. Het aantal telefoontjes is met 12,6% toegenomen ten opzichte van 2011 als gevolg van incidenten (technische storing, problemen rondom de parkeerautomaten en meer afspraken door het vervallen van de kindbijschrijvingen). Hierdoor kwam in het eerste half jaar het beoogde servicelevel ( 80% binnen 30 seconden) zwaar onder druk te staan. In de 2e helft stabiliseerde het aanbod met uitschieters in oktober en november. In twee onderzoeken naar onze telefonische dienstverlening haalden we respectievelijk een 7,2 en een 8. Op 12 september jl. vond er een extra verkiezing plaats voor de Tweede Kamer. Daarvoor ging 75% van de Nijmegenaren naar de stembus. Dat was een kleine daling in vergelijking tot de opkomst van twee jaar geleden, maar wel hoger dan in Nederland, waar in totaal 73% van de stemmers naar de stembus toog. Ook bij deze verkiezingen werd met het rode potlood gestemd. Het RNI (Register Niet Ingezetenen) zou eind 2012 worden ingevoerd, maar de landelijke wetgeving is er nog niet klaar voor. De invoering wordt in de loop van 2013 verwacht. De terugmeldvoorziening GBA levert informatie over onjuistheden in de Gemeentelijke Basisadministratie. Deze signalen worden onderzocht en verwerkt om de kwaliteit van de informatievoorziening te verhogen.
40
Indicatoren Doelmatige en doeltreffende dienstverlening
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
84,3%
90%
79,4%
59%< 30 sec.
80%< 30 sec.
72%< 30 sec.
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
nvt.
7,3
>8
90%
80% < 15 min
80,4% < 15 min
2.3 Wachttijden klanten Burgerzaken vrije inloop
6,1 min
gem 15 min
15,7 min
2.4 Wachttijd klanten Burgerzaken op afspraak
3,1 min
gem 5 min
5,7 min
1.1 Tijdige (binnen wettelijke termijn) afhandeling ontvangen berichten 1.2 Telefonische bereikbaarheid 14024* Zorgvuldige, tijdige, klantgerichte dienstverlening 2.1 Cijfer dienstverlening Burgerzaken 2.2 Wachttijd Burgerzaken
Financiën Ten gevolge van de vervroegde 2e Kamerverkiezingen heeft de Raad bij behandeling van de Najaarsnota besloten om extra geld ¤ 325.000,- voor de 2e Kamerverkiezing beschikbaar te stellen. Dit bedrag is verrekend met het nog beschikbare budget en hierdoor trad een voordeel op bij dit onderdeel.
Programma Dienstverlening en Burgerzaken ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
4.509
4.934
4.643
291
Financiële lasten per product Burgerzaken Dienstverlening
2.108
2.108
2.074
35
Totaal lasten programma
6.618
7.043
6.717
326
3.336
3.436
3.351
-84
Financiële baten per product Burgerzaken Dienstverlening
0
0
0
0
Totaal baten programma
3.336
3.436
3.351
-84
Totaal communicatie
3.282
3.607
3.365
242
41
Communicatie Met onze communicatie dragen wij bij aan een open relatie met de inwoners van Nijmegen en een duurzame relatie met het bedrijfsleven, het onderwijs, maatschappelijke organisaties en andere overheden. Wat hebben we bereikt? De afdeling communiceerde in 2012 intern en extern over het bestuur en zijn beleid, evenals over de gemeentelijke organisatie en haar producten en diensten via verschillende kanalen en met verschillende middelen. We informeerden burgers, ondernemers, organisaties en verenigingen tijdig en begrijpelijk over voor hen relevante onderwerpen. We gaven belanghebbenden en belangstellenden de mogelijkheid invloed uit te oefenen op ontwikkeling en uitvoering van beleid door hen daar in een open dialoog tijdig bij te betrekken. De verdere intensivering van sociale media als Twitter en Facebook hebben hier goed aan bijgedragen. De financiële gegevens zijn opgenomen in het programma Facilitaire diensten, onderstaand is het onderdeel communicatie uit dat programma vermeld. Financiën Programma facilitaire Financiën
diensten, onderdeel communicatie
x ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
1.533
1.533
1.533
0
Financiële lasten Communicatie Financiële baten Communicatie
Totaal communicatie
42
0
0
0
0
1.533
1.533
1.533
0
Bestuur We werken op basis van de uitgangspunten van good governance, waarbij we uitgaan een goed samenspel tussen College, Raad en Burgemeester. We zijn een toegankelijk en transparant bestuur, dat samenwerkt met bewoners, instellingen en bedrijven. Wij besturen de gemeente Nijmegen op een kwalitatief goede wijze. Wat hebben we bereikt? In 2012 hebben we ingezet op het gezamenlijk werken aan een nieuwe stadsvisie. De college- en raadsleden hebben meegedaan aan de zogeheten wijkenkaravaan die door verschillende wijken is getrokken om dromen, zorgen en ideeën van de inwoners over de toekomst in beeld te brengen. De opbrengsten van de wijkenkaravaan hebben we verwerkt in de nieuwe stadsvisie. In dat kader hebben wij een tweetal werkconferenties in Lux georganiseerd om samen met de inwoners en het maatschappelijk middenveld de opbrengsten van de wijkenkaravaan te delen en de voorlopige uitkomsten van de stadsvisie te toetsen. De opbrengsten uit deze werkconferenties hebben we verwerkt in de definitieve conceptversie van de Stadsvisie 2020. De definitieve conceptversie van de stadsvisie is begin januari 2013 aan de Raad ter bespreking en ter vaststelling aangeboden. We bevorderen het werken op basis van de uitgangspunten van good governance. Dit hebben wij als een hard criterium vastgelegd in de Nijmeegse Kaderverordening Subsidies. Cultural governance is een onderdeel hiervan. In 2011 heeft de Rekenkamer een onderzoek gedaan naar cultural governance en heeft geconstateerd dat wij de Code Cultural Governance niet afdwingbaar hebben ingevoerd. Naar aanleiding daarvan hebben wij – in goed overleg met de sector – een nieuw verantwoordingsprotocol governance opgesteld dat bindend is opgelegd aan de zes grote culturele instellingen in de stad. Voor het opleggen van dit protocol aan overige instellingen, sluiten wij aan bij de Nijmeegse Kaderverordening Subsidies. Indien een organisatie meer dan ¤ 100.000 subsidie van ons krijgt, verwachten wij dat ze conform het protocol good governance verantwoording afleggen over de toepassing van de Code Cultural Governance. De burgerparticipatie stond ook in 2012 hoog op de agenda van ons bestuur. Ons doel was om in een vroeg stadium bewoners, instellingen en bedrijven te betrekken bij de beleidsontwikkeling en bij bouwprojecten en besluiten die hen aangaan. Dat deden we niet alleen door formele adviesraden te stroomlijnen en door consequent te vragen naar en betrekken van hun adviezen, maar vooral ook door burgers en bedrijven actief op te zoeken: vanuit de ambtelijke organisatie, vanuit het College en vanuit de Raad. In oktober 2012 heeft de Raad het ambitiedocument ‘Meedoen in Nijmegen’ vastgesteld. In dit ambitiedocument zijn nieuwe inzichten over de verhouding tussen burgers, ondernemers en overheid verwerkt
43
Financiën Programma Bestuur en Middelen, onderdeel Bestuur X ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
Financiële lasten per product Dagelijks Bestuur
2.375
2.375
2.347
28
Raad
3.537
3.537
3.537
0
Bestuurlijke- juridische zaken
641
641
621
20
6.553
6.553
6.505
48
Dagelijks Bestuur
0
0
0
0
Raad
0
0
0
0
Totaal lasten programma Financiële baten per product
Bestuurlijke- juridische zaken
0
0
0
0
Totaal baten programma
0
0
0
0
6.553
6.553
6.505
48
Totaal programma
44
Ruimtelijke ontwikkeling Waalsprong, Wonen, Klimaat & Energie en Groen & Water Ruimtelijke ontwikkeling Waalsprong Portefeuillehouder J. van der Meer
Nijmegen ontwikkelt zich verder. Vernieuwing, groei en ontwikkeling van de stad zijn noodzakelijk om de kwaliteiten en het voorzieningenniveau van de stad te behouden en waar mogelijk te versterken. Centraal hierbij staan economisch perspectief, een kwalitatief goede woning in een ongedeelde stad die goed bereikbaar is, met groene en blauwe allure. Duurzaamheid is een belangrijke leidraad. Tegen de achtergrond van de economische crisis moeten we ons echter terughoudender opstellen dan voorheen. Wat hebben we bereikt? Het beheersen van de risico’s is inmiddels een leidend thema voor projecten in de stad. Naast de reguliere verantwoording bij de Voortgangsrapportage Grote Projecten in maart 2012 is er een afzonderlijk risicoregime aangeboden: de risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2012. Hierin staat een analyse van de risico’s in projecten, noemen we beheersmaatregelen en voeren bezuinigingen door om de economische en vastgoedcrisis het hoofd te bieden. Het basisscenario is leidend geworden voor de te nemen maatregelen. In de risiconota is ook een zogeheten ‘zwart scenario’ beschreven, waarbij herstel op de vastgoedmarkt langjarig uitblijft. Gelet op de financiële belangen van de gemeente bij grote projecten als Waalsprong en Waalfront is zorgvuldige (her)overweging van nut en noodzaak van projecten noodzakelijk. Dat kan leiden tot herprioritering, planaanpassing en fasering, zoals voor Citadel, Vossenpels en Hoge Bongerd. Daarnaast zijn ook nieuwe concepten geïntroduceerd om de bouwproductie weer op gang te helpen en om in te spelen op de woonwensen van consumenten; voorbeeld daarvan is het project Plant Je Vlag (Vossenpels) voor collectieve zelfbouw van woningen.
45
In de tweede helft van 2012 heeft de gemeente besluitvorming voorbereid over de ontvlechting van de GEM Waalsprong. Deze stap is nodig omdat de financiële risicoverdeling tussen de gemeente en de participerende marktpartijen niet meer in lijn is met de zeggenschapsverhoudingen. De gemeente neemt de volledige regie over de ontwikkeling van de woningbouw in de Waalsprong en heeft hiervoor aanvullende middelen vrijgemaakt. Ondanks de economische crisis zijn er in 2012 ca. 300 woningen gerealiseerd in de Waalsprong. Er zijn ruim 400 kavels opgeleverd. In de Waalsprong is gestart met de bouw van het nieuwe station Lent. Verder is een overeenkomst gesloten voor de aanleg van een Warmtenet voor Waalfront en Waalsprong en participeert de gemeente in de PPS Warmtebedrijf Indigo samen met Alliander. Voor de verbinding met de stad is het bereiken van het hoogste punt van de Stadsbrug in 2012 een mijlpaal geweest. In 2013 wordt de oplevering en opening van de brug voorzien. Voor het project Ruimte voor de Waal is het consortium i-Lent gecontracteerd, dat eind 2012 al met de voorbereidende werkzaamheden in het projectgbied is gestart. Met het Rijk is een contract afgesloten over de aanleg van een nevengeul voor de Waal en de realisering van een eiland binnen de termijn 2013-2016. Zoals hiervoor aangegeven vallen zowel de planexploitatie Waalsprong gemeentelijk deel als de planexploitatie Waalsprong GEM deel onder de (financiële) verantwoordelijkheid van de gemeente. Om die reden is bezien welke risico’s deze exploitaties met zich meebrengen. In het VGP maart 2013 is hier een uitgebreide toelichting op gegeven. De herziene exploitatieopzetten worden in 2013 separaat aan de Raad ter vaststelling aangeboden. In deze jaarrekening is een aantal verwachte aanpassingen financieel vertaald. Voor de Waalsprong Gemeentelijk deel is uitgegaan van minder uit te geven bedrijventerrein (nadeel) en is een aantal infrastructurele werken ondergebracht bij de investeringen van de gemeente en drukken hiermee niet meer op de planexploitatie. Met deze maatregelen is het voorziene exploitatietekort teruggebracht naar ¤ 3,6 miljoen (netto contante waarde). Voor de planexploitatie Waalsprong GEM deel is , met inachtneming van een aantal maatregelen, zoals bijvoorbeeld het onderbrengen van rioolinvesteringen in het GRP gerekend met een voorzien tekort van ¤ 11,7 miljoen
46
Wonen We willen een stad zijn met een gedifferentieerd woningaanbod op stedelijk niveau en met variatie op wijkniveau. Onze strategische keuzes zijn verwoord in de Woonvisie 2010-2020: een ongedeelde stad en bewoners binden. De recente Woningmarktverkenning uit 2010 is leidraad bij de planning en programmering van het nieuwbouwbeleid. Andere taakvelden zijn herstructurering van delen van de bestaande woningvoorraad, stimulering van wonen boven winkels, ontwikkeling en monitoring van woonruimteverdelingsbeleid en huisvesting van specifieke doelgroepen: mensen met een zorgbehoefte en studenten. Vrijkomende woonruimte in de voorraad van de woningcorporaties wordt op transparante en rechtvaardige wijze verdeeld, scheefwonen proberen we tegen te gaan. De gevolgen van de economische recessie spelen ons wel parten. De woningmarkt herstelt maar langzaam, banken zijn strenger bij hypotheekverstrekking, ontwikkelaars stellen investeringsbelissingen uit, woningbouwprojecten vertragen. De bezuinigingen van het kabinet tasten de investeringsruimte van de woningcorporaties aan. Met de Nijmeegse corporaties overleggen we over maatregelen om de effecten hiervan zoveel mogelijk te beperken zonder de betaalbaarheid van wonen geweld aan te doen. Wat hebben we bereikt? We hebben gewerkt aan de belangrijkste opgaven in het woonbeleid: aanpak van het woningtekort, herstructurering van oude wijken, meer studentenhuisvesting en woningen in combinatie met een vorm van zorg, een goed systeem van woonruimteverdeling. Dit alles doen we in een netwerk met veel andere partijen en belanghebbenden. Resultaten in het woonbeleid zijn alleen te bereiken als we gericht inzetten op samenwerking in resultaatgerichte coalities. Voor diverse projecten zijn ambitiedocumenten opgesteld. Er zijn 1.250 woningen gebouwd, waarvan 935 huurwoningen, 315 koopwoningen en 231 zelfstandige studenteneenheden in het project Sperwerstraat. Er zijn 190 zorgwoningen opgeleverd. Vanwege de kopersstaking zijn koopwoningen te huur aangeboden. De meeste woningen zijn opgeleverd in de bestaande stad, 970. De productie in de Waalsprong ontwikkelt zich gestaag en conform de planning (GREX 2012 ), er zijn 280 woningen opgeleverd. In 2012 zijn de prestatieafspraken met de woningcorporaties afgerond en getekend, zowel de aangepaste raamovereenkomst als de bilaterale afspraken. De kabinetsvoornemens voor de corporaties zorgden voor vertraging, dit punt staat in 2013 opnieuw op de lokale agenda. De starterslening is van nieuw budget voorzien, waarmee in totaal ca. 225 koopstarters kunnen worden geholpen. In het voorjaar is een goed bezochte woonbeurs georganiseerd waar ontwikkelaars en makelaars het actuele aanbod presenteerden. In december is besloten tot een financiële regeling voor betaalbare zelfbouw (IBB) om zelfbouwers met een smalle beurs te helpen om in de Vossenpels hun woondroom te realiseren. Er zijn 67 startersleningen 47
verstrekt. In regionaal verband is gewerkt aan een nieuwe set afspraken over kwaliteit en duurzaamheid van woningbouw. Over dit ‘Groene Akkoord’ wordt in 2013 besloten. In de woonservicegebieden realiseren we een toekomstgericht aanbod van diverse combinaties van wonen en zorg. Dit is een continu proces met veel partijen waarin het gaat om zowel fysieke projecten (woonvormen) als de combinatie met sociale projecten (zorg en welzijn). Voldoende woonaanbod op dit terrein in Dukenburg is voor ons een speerpunt. Daar zijn nu 135 eenheden voor beschermd wonen te weinig.. Daarnaast is er behoefte aan circa 500 levensloopbestendige woningen, waarvan een groot deel door de corporaties moet worden gerealiseerd. De twee woonzorgcentra Orangerie en Doekenborg voldoen niet meer aan de eisen van deze tijd en worden op termijn gesloopt en vervangen door nieuwbouw. De besluitvorming over de nieuwe regionale huisvestingsverordening is afgerond. Belangrijkste wijzigingen zijn het behoud van meettijd na verhuizing en introductie van loting. Doel hiervan is het wegnemen van drempels om te verhuizen en meer kansen voor starters. De Monitorrapportage 2011-2012 geeft een beeld van het aantal vrijgekomen woningen, de huisvesting van doelgroepen en de slaagkansen. Indicatoren Realisatie woningbouwprogramma
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
1.1 Aantal woningen
760
1.000
1.250
1.2 Aantal woningen in bestaande stad
682
600
970
1.3 Aantal woningen in Waalsprong
78
400
280
1.4 Toevoegingen goedkope huurwoningen
161
500
665
1.5 Toevoegingen goedkope koopwoningen
80
50
45
1.6 Aantal appartementen wonen boven winkels
43
25
13
Studenteneenheden en woonservice gebieden
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
2.1 Aantal woningen met zorg
151
280
190
232
0
231
2.3 Gemiddelde wachttijd SSHN kamer V’veld +H’veld (in maanden)
6
6
6
2.4 Gemiddelde wachttijd SSHN voorkeurscomplexen 1p onzelfstandigen (in maanden)
48
33
37
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
3.1 Woningen naar starters
45%
>30%
47% (1e helft)
3.2 Woningen naar primaire doelgroep
70%
>70%
81% (1e helft)
0,13
>=0,10
*
0,1
>=0,08
*
2.2. Aantal eenheden voor studenten
Rechtvaardige verdeling van huurwoningen
3.3 Gemiddelde slaagkans 3.4 Slaagkans starters 3.5 Slaagkans primaire doelgroep
0,12
>=0,10
*
3.6 Slaagkans senioren
0,29
>=0,25
*
48
Financiën Programma wonen x ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
1.840
2.601
1.173
1.428
149
149
329
-180
93
93
28
65
2.082
2.843
1.530
1.313
200
930
561
-369
Doelgroepen
0
0
0
0
Woonruimteverdeling
0
0
0
0
Financiële lasten per product Woningbouwbeleid en herstructurering Doelgroepen Woonruimteverdeling Totaal lasten programma
Financiële baten per product Woningbouwbeleid en herstructurering
Totaal baten programma Totaal programma
200
930
561
-369
1.882
1.913
969
945
Het voordelig resultaat op het programma wonen is vooral veroorzaakt door uitstel van woningbouwprojecten waarvan de uitvoering in 2013 plaats gaat vinden . Om de starters meer ruimte te geven op de woningmarkt is er een nieuwe tranche startersleningen en het nieuwe instrument “Ik Bouw Betaalbaar (IBB) uitgezet. Als gevolg van de onduidelijkheden in het belastingregiem zijn deze leningen tijdelijk opgehouden, hetgeen voor 2012 een onderschrijding tot gevolg heeft.
Klimaat & Energie In 2045 willen we een energie-neutrale gemeente zijn, waarbij Nijmegen met duurzame energie voorziet in de eigen energiebehoefte. Daarnaast willen we met de bestaande wet- en regelgeving de gewenste basismilieukwaliteit waarborgen, zodat de inwoners van Nijmegen nu en in de toekomst een gezonde en veilige leefomgeving hebben. Met het ISV-3 programma (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing) dragen wij bij aan een duurzame leefomgevingskwaliteit via woningisolatie, bodemsanering en het terugdringen van luchtverontreiniging. We stimuleren initiatief van bewoners, Klimaatwinkel het Groene Hert helpt hen daarbij
49
Wat hebben we bereikt? Power2Nijmegen is in 2012 van start gegaan als een proces met veel Nijmeegse bedrijven, instellingen en burgers om Nijmegen energieneutraal te maken. Het Warmtenet komt er. 14.000 nieuwbouwwoningen in de Waalsprong en het Waalfront worden voorzien van een duurzame warmtevoorziening. Hiervoor hebben we bijdragen van het rijk (Green Deal) en de provincie zeker gesteld en contracten afgesloten met energieleveranciers. Met woningcorporaties hebben we afspraken gemaakt om hun woningvoorraad te verduurzamen. Particuliere woningeigenaren maken veel gebruik van onze premieregeling voor energiemaatregelen en dat levert werk op voor lokale en regionale bedrijven die isoleren of zonnepanelen plaatsen. Het fossiele energieverbruik van de stad Nijmegen is afgenomen. De stads- en streekbussen rijden op groen gas, afkomstig van ons gft-afval. De ARN heeft hiervoor een vergistingsinstallatie gebouwd. De exploitatievoordelen van duurzaamheidsmaatregelen in gemeentelijke gebouwen gebruiken we voor nieuwe initiatieven om ons vastgoed te verduurzamen. In het eerste kwartaal van 2013 wordt het Masterplan Duurzaamheid ter besluitvorming aangeboden, waarbij de meest winstgevende projecten als eerste worden aangepakt. Vanaf april 2013 voert de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) vergunningverlening en handhaving uit. Samenwerking met omliggende gemeenten en de provincie zal de kwaliteit en efficiëntie doen toenemen. We gaan onverminderd door onze doelstelling, Nijmegen klimaat- en energieneutraal, te bereiken. Het energieverbruik van particulieren neemt elk jaar met zo’n 1,5% af. We hebben geïnvesteerd in een Zonnepark, zonnepanelen op het dak van voorzieningenhart De Ster en de Jan Massinkhal, zonneboilers op de Vocasahal en energiezuinige verlichting in parkeergarage Kelfkensbos, geïnstalleerd door medewerkers van Breed. De Zonneboom bij het Technovium is onthuld en er is een bouwvergunning verleend voor een windmeetmast voor de beoogde windmolens langs de A15. We hebben met woningbouwcorporaties afspraken gemaakt over energielabelsprongen, vanaf 2013 rapporteren zij daarover. De SSHN heeft met de zonnekrachtsubsidie 750 zonnepanelen geplaatst. In oktober 2012 is de Nijmeegse Energieaanpak geëvalueerd, ruim 800 subsidieaanvragen zijn goedgekeurd. Er is ¤ 691.000 subsidie aangevraagd, wat goed is voor ¤ 4.300.000 aan investeringen. Negentien groepen van bewoners maakten hun woningen gezamenlijk energiezuinig. We bevorderen de kwaliteit van de leefomgeving. Het omgevingslawaai hebben we grotendeels op kaarten vastgelegd, dat geeft inzicht in potentiële geluidhindersituaties. I&M heeft aan de hand van berekeningen gerapporteerd over de luchtkwaliteit in
50
Nijmegen, er waren geen overschrijdingen van grenswaarden. Meer Nijmegenaren ervaren geluidsoverlast door brommers, scooters, luidruchtige jongeren en evenementen. We bereiden een actieplan voor om dit terug te dringen. Er is al een subsidieregeling voor elektrische scooters gestart. Stankoverlast door verkeer is afgenomen, mensen klagen vooral over barbecues en open vuur, hondenpoep, riolering en gft-containers. In Lindenholt en Oud-West is de overlast sterk afgenomen. We hebben zeven bodemsaneringen begeleid. Daarmee hebben we mogelijke volksgezondheidsrisico’s verlaagd en verspreidingsrisico’s beperkt. Ook hebben we met onze bodemadviezen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt zoals woningbouw en de aanleg van de plassen in Nijmegen Noord. De bodemsaneringen zijn minimaal één keer integraal gecontroleerd op alle bodemaspecten. Indicatoren Nijmegen klimaat- en energieneutraal
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012 nog niet bekend
1.0 Energiebesparing stad (t.o.v. 2008)
4,4%
4%
1.1 CO2 emissie eigen organisatie (ton/jr)
2.806
3.000
nog niet bekend
+ 1,67%
4%
nog niet bekend
bp vastgesteld
voorber. bouw
bp vernietigd
17%
20%
82
1.000
800
94%
75-100%
94%
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
53%
45%
nog niet bekend
5,4 km
1,5 km
nog niet bekend
18%
22%
18%
Aanpak bodemverontreiniging
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
3.1 Ernstig verontreinigde locaties met humane risico’s
geen indicator
50%
50%
Beperken hinder bedrijfsmatige activiteit
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
4.1 Uitgevoerde geplande bedrijfsbezoeken
>90%
>90%
80%
1.2 Energiebesparing eigen organisatie (t.o.v. 2008) 1.3 10 MW windenergie 1.4 Percentage corporatiewoningen met label A of B of verbeterd met 2 labelsprongen 1.5 Aantal particuliere woningen energiezuinig door Energieaanpak particuliere woningen 1.6 Percentage duurzaam inkopen
Bevorderen kwaliteit leefomgeving 2.1 Percentage geluidsoverlast in buurt door wegverkeer 2.2 Aantal km wegvak met overschrijding grenswaarde stikstofdioxide (NO2) 2.3 Percentage waar men stank of vieze lucht ervaart in de buurt
zijn beheerst in 2015
51
Om de hinder van bedrijfsmatige activiteit te beperken, hebben we 354 integrale bedrijfscontroles uitgevoerd, waarbij we onnodige regeldruk vermijden. We hebben zeer intensief meegewerkt aan de oprichting van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) voor de uitvoering van de volledige Wabo-taak. De ODRN is op 1 april 2013 operationeel. Financiën Programma Klimaat en energie x ¤ 1.000
Begroting
Begroting
Rekening Verschil
primitief 2012
dynamisch 2012
2012
Bdyn - rek
Financiële lasten per product Klimaat
4.076
3.761
3.765
-4
Milieubeheer Bedrijven
1.883
1.883
1.528
356
815
815
625
190
Geluid
281
391
380
11
Bodem
Lucht
1.768
2.423
2.457
-35
Totaal lasten programma
8.823
9.273
8.754
518
1.347
1.022
1.089
66
105
105
127
22
82
82
71
-11
Financiële baten per product Klimaat Milieubeheer Bedrijven Geluid Lucht
51
161
118
-43
702
1.356
1.183
-173
Totaal baten programma
2.288
2.727
2.588
-139
Totaal programma
6.535
6.546
6.166
379
7.414
7.474
7.094
379
0
50
50
0
Bodem
Voor en na eerste winstbestemming x ¤ 1.000 Voor bestemming Mutatie reserve ONTTREKKING F022 Saldireserve F040 Reserve ISV
878
878
878
0
Totaal onttrekking
878
928
928
0
Totaal mutatie reserve
-878
-928
-928
0
Saldo na eerste winstbestemming
6.535
6.546
6.166
379
52
Groen & Water Met toegankelijke groenstructuren van hoge kwaliteit en beleefbare waterpartijen werken we aan een duurzame stad, aantrekkelijk voor wonen, werken en recreëren. Groen en integraal waterbeheer dragen bij aan de gezondheid van onze burgers. We werken de relatie tussen leefbaarheid-gezondheid-groen en water explicieter uit. We zetten het Gemeentelijk rioleringsplan 2010-2016 door en geven vervolg aan de Actualisatie (2011) van het Waterplan 2001. Wat hebben we bereikt? Oplevering van park Korenmarkt was een hoogtepunt. De voortgang met de voetgangersbrug over ’t Meertje en het Natuurcentrum Grote Rivieren in de Stratemakerstoren is zonder meer positief. De renovatie van de openbare ruimte in de Bouwmeesterbuurt, inclusief rioolvernieuwing, is met een mooi eindresultaat opgeleverd. Participatie van omwonenden maakte een bergbezinkbassin aan in het Broeder Koenraadpark overbodig en heeft er in de Schildersbuurt toe geleid dat we de openbare ruimte niet grootschalig hoeven te vernieuwen. De voortgang rondom beheer en verkoop van Heumensoord is bevredigend. Wij versterken de groene en blauwe allure van Nijmegen en betrekken de burgers hierbij; speciale aandacht gaat uit naar Oud-West. De tevredenheid over groen in de stad is volgens de Stads- en wijkmonitor gedaald, maar dat is waarschijnlijk te verklaren door een andere onderzoeksmethode. Van 716 hectare groen gingen we naar 735 hectare, exclusief Nijmegen-Noord. Het percentage duurzame en niet-duurzame bomen binnen de lanen van de hoofdboomstructuur is ongeveer gelijk gebleven. In plaats van een Ruimtelijk Kader Groen hebben we ons groenbeleid praktisch vertaald naar de nog vast te stellen Structuurvisie. Het Handboek Stadsbomen maken we duidelijker, we herstellen de fouten en passen het aan de nieuwe APV, die leidt tot een aangescherpte beoordelingswijze van kapaanvragen. De inventarisatie van monumentale en waardevolle bomen is dit jaar afgerond. We hebben een provinciale subsidie gekregen voor de aanleg van een recreatieve fietsverbinding tussen Nijmegen en Appeltern en willen hier maximaal ¤ 50 aan bijdragen. Aan de oostzijde van Nijmegen hebben we in het kader van het Landschapsontwikkelingsplan Millingen, Ubbergen, Groesbeek bijgedragen aan ecologische verbindingszones en wandelroutes. Dit meerjarige project is nagenoeg afgerond. We werkten aan ons groenbeleid onder meer in de Structuurvisie, de Ontwikkelingsvisie Waalsprong, de Nota Nijmegen Bereikbaar, Nota IBOR, Nota Beeldkwaliteit, Erfgoednota, in acht ambitiedocumenten en in vijftien bestemmingsplannen. De Groene Route hebben we vastgesteld. Ook bewaakten we bij vele projecten het waterbelang, onder meer bij het Waalfront, de dijkteruglegging, de Landschapszone en 53
de vele andere projecten in de Waalsprong. Met name steken we veel tijd in de wateren rioleringsplannen van de woongebieden om beheerproblemen te voorkomen. Samen met bewoners en woningcorporaties maakten we voor Waterkwartier en Wolfskuil een kansenkaart met optionele locaties voor meer groen. Voor een aantal bosjes binnen onze gemeente zijn beheerplannen gemaakt en er is een start gemaakt met het locatiegebonden evenementenbeleid waarbij ons groen van groot belang is. Wij leverden bijdragen aan regionale en landelijke planvorming zoals Ruimte voor de Rivier en de Deltaprogramma’s Rivieren en Nieuwbouw & Herstructurering. Onder leiding van de provincie zijn regioprocessen gestart om meer helderheid te krijgen over kansrijke strategieën voor ruimtelijke inrichting en waterveiligheid. Het Ruimtelijk Kader Water is verder uitgewerkt. Er is een concept Handboek Water en Ro opgesteld, met daarin de watertoetsprocessen en de noodzakelijke instrumenten. Stadswateren is overgedragen aan het Waterschap, in een Beheervisie Watersysteem Nijmegen Zuid staat hoe het water en de oevers moeten worden onderhouden. Verder hebben we een groot aantal projecten gerealiseerd. Ons rioolbeheer richt zich op de volksgezondheid, een duurzaam milieu en een goede leefomgeving. De kwaliteit van ons rioolstelsel is goed en moet minimaal op dat niveau blijven. De gemiddelde restlevensduur op basis van de rioolinspecties 49,4 jaar, dat is ongeveer 0,3 jaar lager dan eind 2011. Dat komt doordat we risicogericht inspecteren, riolen in relatief slechte staat zijn daardoor wat oververtegenwoordigd. Dit was het derde jaar van de uitvoering van het Gemeentelijk Rioleringsplan 20102016. Door zorgvuldige ambtelijke afstemming in onze ‘waterketen’ en goede afstemming van onze activiteiten en investeringen op de overige gemeentelijke programma’s werkt dit plan goed door in de waterketen binnen onze organisatie. Uit het rekenkameronderzoek scoort het GRP20102-016 perfect. We hebben bijgedragen aan onderzoek naar de gezondheidsaspecten van water in stedelijk gebied. Mede naar aanleiding daarvan hebben we de infiltratievoorzieningen (wadi’s) verbeterd. Voor het rioleringsstelsel van Nijmegen ten zuiden van de Waal en ten oosten van het Maas-Waalkanaal hebben we een analyse gemaakt van de risico’s van de historisch gegroeide structuur van het rioleringsstelsel. In 2012 is de regelgeving voor het afkoppelen gewijzigd, we hebben onze nota ‘afkoppelen en infiltreren van hemelwaterafvoer’ daaraan aangepast. We hebben ruim 5 hectare afgekoppeld, de komende jaren komen daar nog 1,5 tot 8,7 hectare bij. Wij blijven zoeken naar maximale kosteneffectiviteit in aanbesteding, exploitatie en investering. In de kostenbeheersing van de exploitatiepost calamiteiten is evenwel een forse overschrijding. In 2013 moeten we op deze post zeer strikt toezien. Omdat nieuwbouw aan het Nachtegaalplein is uitgesteld, hoefden we niet te investeren in een nieuwe riolering daar. Om die reden is ook de rioolvervanging van de Tweede Oude Heselaan uitgesteld. De aanpak van de Archipelvijver is in voorbereiding. Tussen waterschap Rivierenland en gemeente Nijmegen zijn , op basis van gelijkwaardigheid, afspraken gemaakt voor een integraal optimaal beheer van riolering 54
en afvalwaterzuivering. Met onze buurgemeenten Millingen aan de Rijn, Ubbergen en Groesbeek hebben we een intentieverklaring ondertekend voor samenwerking in de afvalwaterketen, in 2013 tekenen we hiervoor een samenwerkingsovereenkomst. Indicatoren Versterken groene en blauwe allure
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
69%
75%; 62%
niet gemeten
planvorming
-25%
zie tekst
1.3 Saldo Nijmeegs groenareaal, in hectares
0
0 of positief
positief
1.4 Toename duurzame bomen in lanen van
+2,21%
toename
-0,1%
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
-2%
0%
0%
1.1 Tevredenheid over groenvoorzieningen (incl stadswater) in % , resp. Nijmegen geheel en NijmegenOud-west 1.2 Ontwikkeling Nijmeegs woonareaal zonder 0,5 ha aaneengesloten vlakgroen (incl waterpartijen) binnen 300 meter, in %punten ten opzichte van 1 januari 2011
hoofdboomstructuur in % Rioolbeheer 2.1 Stabiele restlevensduur
Financiën Programma Groen en Water x ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
Financiële lasten per product Groen, natuur en landschap Integraal waterbeheer Woonmilieuverbetering
799
1.035
1.114
-80
11.569
11.549
11.649
-99
2.165
2.318
2.137
181
14.533
14.902
14.900
2
51
91
156
65
11.569
11.569
11.652
82
670
807
787
-20
Totaal baten programma
12.291
12.467
12.594
127
Totaal programma
2.243
2.436
2.306
129
2.893
3.223
3.093
129
650
787
787
0 0
Totaal lasten programma Financiële baten per product Groen, natuur en landschap Integraal waterbeheer Woonmilieuverbetering
Voor en na eerste winstbestemming x ¤ 1.000 Voor bestemming Mutatie reserve ONTTREKKING F040 Reserve ISV Totaal onttrekking Totaal mutatie reserve Saldo na eerste winstbestemming
55
650
787
787
-650
-787
-787
0
2.243
2.436
2.306
129
56
Stedelijke ontwikkeling, Cultuurhistorie, Maatschappelijk vastgoed en P&O
Grondbeleid
Portefeuillehouder H. Kunst
Grondbeleid is geen doel op zich. Wij scheppen fysieke ruimte voor de realisatie van woningen, scholen, kantoren, bedrijfshuisvesting en andere voorzieningen en maken hierover afspraken met andere partijen. Wij initiëren en realiseren langetermijnprojecten als Waalsprong, Spoorzone en Koers West. De uitvoering van dit grondbeleid is omschreven in de Kadernota Grondbeleid. Om de risico’s van projecten af te dekken heeft de Stadsbegroting een aparte Algemene Bedrijfsreserve (ABR) voor het Ontwikkelingsbedrijf. Zeker in economisch mindere tijden is een adequate reservevoorziening essentieel. Op basis van een separaat raadsvoorstel zijn risico’s, beheersmaatregelen, sturingsmaatregelen met bijbehorende financiële consequenties voor het programma Grondbeleid in beeld gebracht. Wat hebben we bereikt? De economische crisis heeft invloed op het programma Grondbeleid. Projecten stagneren, de animo voor nieuw aangeboden koopwoningen is minimaal, mede als gevolg van de problemen die potentiële kopers ervaren bij het verkrijgen van financiering. Nieuwe initiatieven uit de markt zijn er bijna niet en lopende projecten vertragen. De financiële ruimte droogt op, investeringsgeld neemt af en subsidiepotjes worden dichtgedraaid. Ruimte voor nieuwe projecten is er bijna niet, gelet op het risicoprofiel in de markt en dat van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf. Bij mogelijke nieuwe projecten zal hier dan ook extra aandacht aan worden besteed. De economische crisis betekent voor de gemeente dat de eerder gekochte gronden later dan verwacht kunnen worden verkocht voor bijvoorbeeld woningen of bedrijven. De gevolgen hiervan zijn op een rij gezet in de risiconota Ontwikkelbedrijf. Hierin hebben we op onderdelen in lopende exploitaties nieuwe keuzen gemaakt om de financiële beheersbaarheid van projecten te garanderen voor de toekomst. Met de Voortgangsrapportage Grote Projecten (VGP) stellen wij de gemeenteraad op de hoogte 57
van de ontwikkelingen. Ondanks de economische crisis zijn er in 2012 diverse projecten gestart dan wel afgerond. Zo is de Keizer Karelgarage opgeleverd, wordt de Castellatoren aan de Graafseweg gerealiseerd, zijn aan de Teersdijk woningen opgeleverd, en komt Station Goffert steeds dichter bij realisatie. Plein 44 heeft bijna het hoogste punt bereikt. Bij het centraal station is de bouw van Doornroosje begonnen met daarboven 350 studenteneenheden. In de Vossenpels, waar ruimte is voor zelfbouwers, zijn de eerste vijftien kavels verkocht. Er zijn dertien appartementen boven winkels gebouwd. Voor het Waalfront zijn de eerste plannen voor de Handelskade verder uitgewerkt. Het gaat om ruim 500 woningen boven commerciële voorzieningen en horecadoeleinden. Naar verwachting zal in 2013 de grond worden verkocht aan de betrokken ontwikkelaars. In Dukenburg is behoefte aan 135 eenheden voor beschermd wonen. Samen met zorgpartijen en de corporaties werken we aan concrete plannen om een deel daarvan te realiseren in Zwanenveld op de voormalige locatie van de Prins Mauritsschool, in Malvert en in de Meijhorst. Naar andere locaties wordt nog gezocht. Standvast Wonen besloot in Malvert 120 maisonnettes te renoveren en er 144 te slopen. Daarvoor komen in de plaats 24 appartementen voor dementerende ouderen en 50 appartementen waar men tot op hoge leeftijd kan blijven wonen. Aan de Hatertseweg bouwt Standvast Wonen 242 eengezinswoningen en appartementen, waarvan 148 huur- en 94 koopwoningen. In 2012 heeft het aantal planexploitaties zich gestabiliseerd, het aantal planexploitaties in ontwikkeling (pio’s) loopt door de economische omstandigheden terug. Activiteiten als grondverwervingen, verkopen, onteigeningen en deelnemingen bleven stabiel. De VGP van april 2013 is in een nieuw jasje gestoken. De VGP is gewijzigd op verzoek van uw Raad. Voor dit jaar bevinden we ons nog in een overgangsfase. De vormgeving van de VGP is inmiddels gewijzigd, maar de planning is nog volgens het oude stramien. In 2012 zijn er enkele majeure ontwikkelingen geweest die impact hebben op de grondexploitaties. Zo is eind 2012 gestart met de ontvlechting van de GEM Waalsprong, waardoor de gemeente Nijmegen enig aandeelhouder wordt. Daarmee zal ook de exploitatieopzet en de risico inschatting veranderen. Besluitvorming over de nieuwe exploitatieopzet zal separaat aan de Raad worden voorgelegd, maar voorzichtigheidshalve is wel al rekening gehouden met een voorziening voor exploitatietekorten voor de GEM Waalsprong tot een bedrag van ¤ 11,7 miljoen. Bij de beoordeling van de planexploitaties is bezien of er maatregelen getroffen konden worden die de nadelen kunnen dempen. In de GEM Waalsprong zijn de rioolinvesteringen niet meer opgenomen in de planexploitatie, maar zijn overgebracht naar de investeringen in het Gemeentelijk Rioleringsplan. Door deze gewijzigde financiering kunnen de lasten naar rato van de gebruiksduur in de begroting opgenomen worden. Bij de Waalsprong Gemeentelijk deel is eveneens 58
gekeken naar investeringen en zijn enkele infrastructurele werken overgebracht naar het gemeentelijk investeringsplan. Daarentegen is van een deel van de grond bepaald dat dit niet meer als bedrijventerrein ontwikkeld zal worden. Als gevolg van deze wijzigingen is de voorziening Waalsprong met ¤ 2 miljoen afgenomen. Voor de deelneming Bergerden zijn berekeningen gemaakt die er toe leiden dat er een extra bedrag van ¤ 2,1 miljoen voorzien moet worden om de tekorten Bergerden op te vangen. Voor de ontwikkeling van het Waalfront wordt samengewerkt met een partner en is het Nijmeegs aandeel 50%. Een herziene planexploitatie zal in 2013 aan uw Raad worden voorgelegd. Uitgaande van de bestaande exploitatie zoals vastgesteld in de AvA van 6 februari 2013 en overeenkomstig de risiconota Ontwikkelbedrijf november 2012 is een voorziening van ¤ 5,3 miljoen opgenomen. De huidige economische situatie beziend, bestaat het risico dat deze voorziening onvoldoende is om het tekort te dekken. Mede om die reden wordt in de perspectiefnota 2014 voorgesteld om ¤ 2 miljoen structureel in de Saldireserve te benoemen als risicobuffer om mogelijk optredende hogere exploitatietekorten van ondermeer de grondexploitatie Waalfront op te kunnen vangen. Aangezien de bovengenoemde maatregelen via de ABR worden afgewikkeld, is de stand van de ABR gedaald naar ¤ 1,7 miljoen. Programma Grondbeleid x ¤ 1.000
Begroting prim. 2012
Begroting dyn. 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
14.407
12.641
45.597
-32.956
5.836
13.489
8.079
5.411
47.168
35.514
38.611
-3.097
918
3.719
6.105
-2.386
Financiële lasten per product Instrumenten Grondbeleid Stedelijke Ontwikkelingsprojecten Waalsprong Woningbouwprojecten Bedrijvigheidsprojecten
4.088
1.120
3.401
-2.282
Herstructureringsprojecten
16.663
10.545
5.159
5.386
Stadscentrum
10.061
26.321
25.346
975
Koers West
67.741
132.732
84.167
48.566
7.019
7.720
7.425
295
0
19.797
19.288
509
173.901
263.599
243.178
20.421
Maatschappelijk Vastgoedprojecten Dijkteruglegging Totaal lasten programma Financiële baten per product Instrumenten Grondbeleid
13.312
11.546
25.457
13.911
Stedelijke Ontwikkelingsprojecten
5.836
13.489
8.079
-5.411
Waalsprong
46.503
34.849
37.946
3.097
Woningbouwprojecten
918
2.744
5.130
2.386
Bedrijvigheidsprojecten
4.088
1.120
3.401
2.282
Herstructureringsprojecten
16.663
10.545
5.159
-5.386
Stadscentrum
10.061
26.321
25.346
-975
Koers West
66.491
131.482
82.917
-48.566
Maatschappelijk Vastgoedprojecten Dijkteruglegging Totaal baten programma Totaal programma
7.019
7.720
7.425
-295
0
19.797
19.288
-509
170.891
259.614
220.148
-39.465
3.010
3.985
23.029
-19.044
59
Voor en na eerste winstbestemming x ¤ 1.000 Voor bestemming
13.994
4.514
23.558
-19.044
1.923
7.707
7.707
0
Mutatie reserve STORTING F025 Algemene bedrijfsreserve F045 Reserve stadsbrug
0
1.876
1.876
0
1.923
9.583
9.583
0
F002 Reserve Strategische Investeringen
0
2.000
2.000
0
F022 Saldireserve
0
3.000
3.000
0
6.971
5.112
5.112
0
Totaal storting ONTTREKKING
F025 Algemene bedrijfsreserve F045 Reserve stadsbrug Totaal onttrekking Totaal mutatie reserve Saldo na eerste winstbestemming
5.936
0
0
0
12.907
10.112
10.112
0
-10.984
-529
-529
0
3.010
3.985
23.029
-19.044
Het programma kent een nadelig saldo van ¤ 23 miljoen tegenover een raming van ¤ 4 miljoen. De overschrijding van het programma wordt voor ongeveer ¤ 18,3 miljoen veroorzaakt door de voor- en nadelen die in de planexploitaties zijn genomen. De Voortgangsrapportage Grote Projecten van april 2013 geeft hier een uitgebreide toelichting op. In deze Stadsrekening is een voorstel over afwikkeling van deze tekorten via de ABR opgenomen. Voorgesteld wordt om ¤ 21, 3 miljoen uit de ABR te onttrekken. Na deze mutatie zou het nadelig saldo op het programma nog ¤ 1,7 miljoen bedragen. Echter in de opbrengsten is een bedrag van ¤ 3 miljoen voor het Warmtenet opgenomen die pas in 2013 geeffectueerd gaan worden. Om die reden wordt voorgesteld deze ¤ 3 miljoen voorlopig naar de Saldireserve te storten en in 2013 beschikbaar te stellen voor het Warmtenet. Na deze mutaties resteert een exploitatieresultaat van ¤ 4,7 miljoen, zijnde de programmakosten die met grondbeleid samenhangen. Deze lasten zijn ¤ 0,7 miljoen hoger dan was geraamd hetgeen vooral veroorzaakt wordt door het beheer strategische gronden. De beheerslasten en rentelasten overtreffen de opbrengsten van de terreinen en panden. Extra kosten zijn in 2012 gemaakt voor het maken van bestemmingsplannen om de terreinen en panden te kunnen verkopen.
60
Ruimte & Cultuurhistorie Met het programma Ruimte & Cultuurhistorie streven we naar een evenwichtige ruimtelijke structuur, een krachtige stedelijke identiteit, vooral in het centrum, rondom de Waal, in de stedelijke entrees en knopen. Daarin gaan cultuurhistorische rijkdom en eigentijdse ontwikkeling samen. Cultuurhistorische kennis van de inwoners vergroot hun betrokkenheid bij de stad en hun onderlinge verbondenheid. Het programma Ruimte is kaderstellend, faciliterend en toetsend en handhavend. Het Regionaal Archief Nijmegen borgt het publiek geheugen, we willen het zoveel mogelijk toegankelijk te maken voor geïnteresseerden. Wat hebben we bereikt? De Structuurvisie, de ruimtelijke agenda op stedelijk niveau, is geactualiseerd en wordt in het voorjaar van 2013 vastgesteld. Met de actualisatie van de bestemmingsplannen liggen we nog steeds op koers. De plannen zijn aangepast aan de veranderde marktomstandigheden. In totaal zijn 32 bestemmingsplannen en projectbesluiten vastgesteld waarmee diverse ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn gemaakt. Slechts op 4% kwamen beroepschriften binnen, mede dankzij de zorgvuldige communicatie. Het percentage van het Nijmeegse grondoppervlak dat gedekt is door bestemmingsplannen niet ouder dan 10 jaar is voor Nijmegen Noord conform de raming, voor de rest van de stad ligt het percentage iets lager. Ruimtelijke kwaliteit is nauwelijks te meten, maar Nijmegenaren zijn onverminderd positief over hun stad en zeer betrokken bij onze plannen en producten. We hebben gewerkt aan een nieuwe Kadernota Beeldkwaliteit, die we in het tweede kwartaal van 2013 aan uw raad aanbieden. Ook de Uitwerkingsnota Beeldkwaliteit is bijna af. Deze nota’s zijn het toetsingskader voor de Commissie Beeldkwaliteit en de Ruimtelijke KwaliteitsTeams. We hebben meegewerkt aan de Kadernota Reclamebeleid in relatie met de Nota Beeldkwaliteit. In 2012 zijn er 1.046 adviezen uitgebracht. We hebben belangrijke infrastructurele ingrepen vormgegeven of begeleid. Wij bewaken de ruimtelijke, bouw- en milieutechnische kwaliteit en de veiligheid van woon- en werkpanden. Het traject van vergunningverlening organiseren we zo efficiënt en klantvriendelijk mogelijk. De invoering van de Wet algemene bepalingen
61
omgevingsvergunning (Wabo) draagt hier fors aan bij. Door efficiëntere processen en meer mogelijkheden voor overleg vooraf zijn er minder afwijzingen. Wij hebben 1207 Wabo beschikkingen verstrekt. Steekproefsgewijs worden vergunningen gecontroleerd, in totaal waren er 2021, iets meer dan begroot. Alle 65 klachten zijn afgehandeld. Het aantal getoetste aanvragen om te bouwen is gedaald. De ruimte die daardoor ontstaat, zetten we in bij het lopende project Ruimte voor de Rivier. Ook hebben we geïnvesteerd in het nieuwe proces ‘sloopmelding’ en de processen ‘melding brandveiliggebruik’ en ‘gebruiksvergunningen’. We willen de specifieke Nijmeegse identiteit en eigenheid behouden, versterken en zorgvuldig beheren en vooral: nog meer zichtbaar maken. Waar mogelijk zetten we cultuurhistorie in als inspiratiebron in de ruimtelijke ontwikkelingsprojecten. Beleidsmatig was 2012 een goed jaar. De beleidsnota voor de archeologie is voor inspraak vrijgegeven. De Erfgoednota is aangeboden aan de raad. Het archeologisch bedrijf heeft een uitstekend en financieel positief jaar achter de rug. In vijftien briefrapporten en tien rapporten zijn veel nieuwe inzichten gegeven in de geschiedenis van Nijmegen. Nadruk lag op het gebied van de dijkteruglegging. Daarbij werden onder andere Fort Knodsenburg, een Romeinse nederzetting en een versterkt huis of klein kasteeltje aan de Griftdijk opgegraven. In het Huis van de geschiedenis waren diverse tentoonstellingen, het maandelijkse archeologisch vragen(v)uur, het Geschiedeniscafé en een drukbezochte serie lunchlezingen. Er kwamen 23.000 bezoekers. Er zijn nieuwe visualisaties in het parkje op de Korenmarkt en in de parkeergarage aan de Van Schaeck Mathonsingel. We proberen de ‘Verloren Toren’ een mooie plek te geven onder Plein 1944. De ‘24 uur van de Nijmeegse Geschiedenis’ was wederom een groot succes, evenals de Open Monumentendag. Op 27 september was het Nijmeegse stadhuis Monument van de Maand met drukbezochte rondleidingen. We waren in oktober de gastheer van onze internationale partners in het project Francia Media. We hebben bijgedragen aan het Gebroeders van Limburgfestival en het Romeinenfestival, en we hebben goed bezochte open dagen georganiseerd in het archeologisch depot. We hebben circa 16.400 meter archieven en collecties in ons depot opgenomen, waarvan circa 2.500 meter uit gemeenten in de regio. Er is veel tijd en energie besteed aan de verbetering van de Digitale Studiezaal. Het aantal bezoekers van de website van het Regionaal Archief is toegenomen tot 190.000. We ontvingen veel bezoekers in de studiezaal van het Regionaal Archief, samen met andere instellingen boden we educatieve programma’s aan en we werkten mee aan circa zestig (populair-) wetenschappelijke historische publicaties en Tv-programma’s.
62
Indicatoren Stimuleren van de ruimtelijke ontwikkeling
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
5
4
1.2 Idem m.b.t. actualisatieplannen
10
4
1.3 Het percentage van het Nijmeegse grondoppervlak dat gedekt is door bestemmingsplannen die niet ouder zijn dan 10 jaar in de bestaande stad (Nijmegen Zuid)
90
90
1.4 Idem voor Nijmegen Noord
70
70
1.1 Percentage van het aantal beroepschriften ten opzichte van het aantal zienswijzen tegen vastgestelde postzegelplannen
Kwaliteit openbare ruimte
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
2.1 Percentage bewoners dat Nijmegen een mooie stad vindt
Realisatie 2011
7,5
7,5
2.2 Percentage bewoners dat Nijmegen een prettige stad om in te wonen vindt
97
2.3 Waardering bewoners voor Nijmegen als woon- en leefgemeente (gemiddelde rapportcijfer)
7,5
2.4 Waardering van ondernemers voor bedrijfsomgeving (gemiddeld rapportcijfer)
7,1
2.5 Positie in de ranglijst steden voor wat betreft het toeristisch imago
4
3
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
146
70
65
100
100
2.000
2.021
3.4 Aantal van rechtswege verleende vergunningen
10
9
3.5 Percentage gegronde bezwaarschriften
10
n.n.b.
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
Goed en veilig bouwen 3.1 Aantal klachten 3.2 Percentage van de klachten leidende tot concrete handhaving (waaronder controles) 3.3 Aantal handhavingsacties (waaronder controles) leidende tot maatregelen zoals bijvoorbeeld een dwangsom
Cultuurhistorische waarden
2.331
Realisatie 2011
4.1 Aantal panden restauratie- en onderhoudssubsidie 4.2 Aantal archeologische, architectuur- en bouwhistorieonderzoek 4.3 Aantal visualisaties 4.4 Aantal procedures bescherming gemeentelijke monumenten en stadsbeelden Borging publiek geheugen 5.1 Aantal bezoeken aan het RAN (Regionaal Archief Nijmegen) 5.2 Aantal bezoekers van de website van het RAN 5.3 Percentage van de Nijmeegse scholen dat het RAN bezoekt
63
4
4
4
76
80
57
2
2
2
28
-
28
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
5.500
5.650
160.000
190.000
60
60
Financiën Programma Ruimte en cultuurhistorie x ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
1.718
1.843
1.729
114
343
343
206
137
Handhaving en inspectie Bouwen
1.720
1.720
2.016
-296
Financiële lasten per product Planologie &Ruimtelijke ordening Ruimtelijke inrichting en vormgeving Vergunningverlening Bouwen
4.580
4.580
4.585
-5
Cultuurhistorie
3.001
3.001
1.751
1.251
Borging Publiek Geheugen
2.985
2.985
2.955
31
Totaal lasten programma
14.348
14.473
13.241
1.232
721
561
345
-216
200
200
0
-200
Financiële baten per product Planologie &Ruimtelijke ordening Ruimtelijke inrichting en vormgeving
0
-100
-74
26
Vergunningverlening Bouwen
Handhaving en inspectie Bouwen
5.154
5.154
3.975
-1.179
Cultuurhistorie
1.826
1.826
566
-1.259
495
495
484
-11
Totaal baten programma
Borging Publiek Geheugen
8.395
8.135
5.296
-2.839
Totaal programma
5.953
6.337
7.945
-1.607
Het nadelig resultaat wordt voor ¤ 1,2 miljoen veroorzaakt door minder bouwleges. Dit heeft vooral te maken met een restitutie van eerder ontvangen bouwleges in verband met een ingetrokken bouwplan. Het overige is verklaarbaar door minder aanvragen voor grote bouwvergunningen en lagere bouwkosten.
64
Maatschappelijk vastgoed In de gemeentelijke beleidsprogramma’s vervult Vastgoed, Sport en Accommodaties (VSA) een faciliterende en accommoderende functie. Deze afdeling VSA heeft een eigen rol en verantwoordelijkheid als eigenaar. Daarnaast beheert VSA in opdracht van het programma Grondbeleid enkele honderden objecten in afwachting van een definitieve herbestemming. Deze panden zetten we ook (tijdelijk) in voor maatschappelijke instellingen. In 2012 is de Kadernota Vastgoedbeleid vastgesteld, met daarin de condities waaronder de gemeente Nijmegen over eigen vastgoed beschikt. Eigendom is geen doel op zich. De rol die de gemeente heeft kan per vastgoedobject en zelfs per tijdsfase verschillend zijn. Met de Kadernota Maatschappelijk Vastgoed krijgt het stadsbestuur meer inzicht in wat er is, waarom het er is en wat er zou moeten zijn aan gemeentelijk bezit. We zetten ons maatschappelijk vastgoed in voor doelen van de programma’s Sport, Wijken, Cultuur, Cultuurhistorie, Welzijn, Onderwijs, Jeugd, Mobiliteit, Grondbeleid, Veiligheid en Facilitaire Diensten. De belangrijkste ontwikkelingen in 2012 betroffen de nieuwbouw voor Doornroosje, de renovatie van De Vereeniging, overleg over de toekomst van de Vasim, samenvoeging in de Bastei van Natuurmuseum en Stratemakerstoren en tot slot de bouwkundige staat van de Stevenskerk en Stevenstoren. We investeerden in diverse sport- en wijkaccommodaties. Het wijkcentrum Hatert voldoet na de verbouwing beter aan de wensen van de bewoners. Het Gemeenschapshuis Waterkwartier is gesloopt om plaats te maken voor een voorzieningenhart met woningen. Bewoners kunnen tijdelijk terecht in het voormalige wooncentrum Sonnehaert. Met betere installaties en zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen verhogen we de duurzaamheid. Begin 2013 bieden we het Masterplan Duurzaamheid aan, de meest winstgevende projecten worden als eerste aangepakt.
65
Financiën Programma facilitaire diensten, onderdeel maatschappelijk vastgoed x ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
Financiële lasten Maatschappelijk vastgoed
41.132
41.148
40.531
617
Financiële baten Maatschappelijk vastgoed
37.031
36.832
36.391
-441
4.101
4.316
4.140
176
4.118
4.227
4.051
176
Saldo product Vastgoed Voor en na eerste winstbestemming x ¤ 1.000 Voor bestemming Mutatie reserve STORTING (sportontwikkeling) F022 Saldireserve
0
115
115
0
Totaal storting
0
115
115
0
ONTTREKKING (maatschappelijk vastgoed) F046 Reserve afschrijving
17
26
26
0
Totaal onttrekking
17
26
26
0
-17
89
89
0
4.101
4.316
4.140
176
Totaal mutatie reserve Saldo na eerste winstbestemming
Het positieve resultaat is vooral veroorzaakt door de verkoop van een woning in het laatste kwartaal.
66
P&O Binnen het beleidsveld Personeel en Organisatie hebben we via de afdeling P&O in 2012 een bijdrage geleverd bij het organisatieveranderingstraject ‘Meeander’ en de regie gevoerd op de personele bezuinigingen. We hebben actief ingezet op het thema leiderschap, de gesprekcyclus en formatiebeheer en er is voortvarend gestart met de trainingen ‘Inzicht met Insights’. Zo willen we de personele consequenties opvangen en in goede banen leiden. Tevens streefden wij onze dienstverlening aan de burger op peil te houden en te blijven beschikken over kwalitatief goed, flexibel en divers personeel. De processen voor werving en selectie en voor inhuur zijn verder gestroomlijnd en er is begonnen met de voorbereidingen voor de werkkostenregeling en het nieuwe functiegebouw. Voorts is de digitalisering van de werkprocessen doorgezet en aandacht besteed aan arbo en bedrijfszorg. Omdat we fiscale risico’s lopen op het terrein van onze verstrekkingen (ipads, parkeervergunningen en werkkleding) is er een verstrekkingenbeleid vastgesteld en zijn we begonnen met de voorbereiding voor de werkkostenregeling. Tot slot leverden we een constante bijdrage aan de bezuinigingen en hebben we leidinggevenden en medewerkers ondersteund en gefaciliteerd bij de doorontwikkeling van de organisatie. Ook hebben we aandacht besteed aan onze boventalligen. Wekelijks is in het mobiliteitsoverleg vraag en aanbod bij elkaar gebracht en is intern zoveel mogelijk gematcht. P&O medewerkers zijn verder actief geweest in diverse landelijke en regionale netwerken om functies en opdrachten uit te wisselen om de mobiliteit te vergroten. De centrale coördinatie op de inhuur van arbeid is verder versterkt en de criteria verder verscherpt. Aanvragen worden centraal aangemeld en afgehandeld. Hierdoor is een verder besparing op de kosten voor inhuur gerealiseerd. Stages vormen een vast onderdeel van het totale mobiliteitsbeleid en de arbeidsmarktcommunicatie. Ook dit jaar zijn succesvol stagiaires geplaatst. De P&O informatievoorziening is gericht op ziekteverzuim, formatie en bezetting. Inzicht in de functionering- en beoordelingsgesprekken wordt gebundeld en op één informatieplatform aan leidinggevenden aangeboden. De leergang ‘Werken in complexe ruimtelijke projecten‘ is in 2012 verder doorgezet, samen met de regiogemeenten. De eigen regie op de verzuimbegeleiding heeft nadrukkelijk vorm gekregen. De concept-kadernota Agressie is verschenen en er zijn pilots gehouden over een nieuwe aanpak van de Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E). De besluitvorming hierover is in 2013. We hebben 51 werkplekonderzoeken uitgevoerd. De agenda op het gebied van arbeidsvoorwaarden en rechtspositie is meer bepaald door de herinrichting van de organisatie en de regionaliseringontwikkelingen dan door de arbeidsvoorwaardenregelingen in zijn algemeenheid. Zo hebben we een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van het Gelders Sociaal Plan (het sociaal statuut voor
67
de Regionale Uitvoerings-diensten in de provincie Gelderland). Ook de overgang van de brandweer naar de Veiligheidsregio Gelderland Zuid per 1 januari 2013 heeft de nodige inzet gevergd. Moeizame onderhandelingen hebben weliswaar geleid tot een sectorale CAO, maar deze loopt per 1 januari 2013 alweer af. Financiën Programma Bestuur en Middelen, onderdeel P&O ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
3.806
3.866
3.857
9
0
291
281
-10
3.806
3.575
3.576
-1
Financiële lasten Personeel & Organisatie Financiële baten Personeel & Organisatie Totaal programma
68
Financiën, Economie & Toerisme en Stadsregio Financiën
Portefeuillehouder B. Jeene
Uitgangspunt bij de verantwoording over 2012 is het Coalitieakkoord “Werken aan een duurzame toekomst” waarin de coalitie een duurzaam, sociaal en economisch sterk Nijmegen voor ogen staat. Intussen zijn de tegenslagen die Nijmegen moet opvangen nog groter dan al voorzien was bij aanvang van de collegeperiode in 2010. De economische crisis, die begon in 2008, houdt nog steeds aan. Het rijk voert ombuigingen door die gepaard gaan met meer taken maar met veel kleinere budgetten voor de gemeente. De vastgelopen woningmarkt resulteert in grote tegenvallers op de grondexploitatie. Nijmegen is daarom met omvangrijke ombuigingen en bezuinigingen bezig. De feitelijke realisatie van de bezuinigingsopgaven in 2012 is goed verlopen. De tot dusver geplande bezuinigingen zijn vrijwel volledig gerealiseerd. In 2012 is er conform de opdracht voor ¤ 9 miljoen bezuinigd. Op de planexploitaties is ¤ 18,3 miljoen euro afgeboekt uit de bedrijfsreserve die ook speciaal voor fluctuaties in grote projecten bedoeld is. Hiermee is een groot nadelig resultaat van het programma grondbeleid geneutraliseerd. De jaarrekening als geheel komt daarmee uit op een voordelig resultaat van ¤ 4,8 miljoen euro met een goedkeurende verklaring van de accountant. De ontwikkelingen in het weerstandsvermogen worden elders in deze Stadsrekening toegelicht.
69
Heffingen De gemeente streeft bij het heffen van gemeentelijke belastingen naar een redelijke verdeling van lasten tussen burgers en bedrijven. We gaan bij lokale lasten uit van het principe “de gebruiker betaalt” en het uitgangspunt dat de sterkste schouders zwaarder belast kunnen worden. We zetten sinds 2010 in op een verlaging van de OZB-tarieven voor bedrijven om niet langer de duurste stad te zijn voor bedrijven. Voor een uitgebreide toelichting op de heffingen verwijzen wij naar de paragraaf lokale heffingen.
Concernposten De belangrijkste bron van inkomsten voor de gemeente is de uitkering uit het gemeentefonds. Wij volgen de rijksontwikkelingen zodat wij tijdig in kunnen spelen op de te verwachten maatregelen. Via informatiebrieven houden wij de Raad op de hoogte over de ontwikkelingen in het gemeentefonds.
70
Financiën Programma Bestuur en Middelen, voor de onderdelen Bestuursondersteuning, heffingen, concernposten en Stadscontrole en B&V x ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
Bestuursondersteuning
1.444
1.444
1.399
45
Heffingen
3.366
3.366
3.467
-101
Concern verrekeningen
39.218
38.578
37.328
1.250
750
750
750
0
1.926
1.926
1.926
0
46.704
46.064
44.870
1.194
Financiële lasten per product
Stadscontrol Begroten & verantwoorden Totaal lasten programma Financiële baten per product Heffingen Concern-inkomsten Concern verrekeningen Totaal baten programma Totaal programma
60.729
61.913
62.469
557
209.068
207.618
207.576
-42
46.662
48.772
51.171
2.399
316.459
318.303
321.216
2.914
-269.755
-272.239
-276.346
4.108
-266.348
-270.225
-274.332
4.108
Voor en na eerste winstbestemming x ¤ 1.000 Voor bestemming Mutatie reserve STORTING F022 Saldireserve
2.726
4.119
4.119
0
Totaal storting
2.726
4.119
4.119
0
715
715
715
0
4.819
4.819
4.819
0
600
600
600
0
6.134
6.134
6.134
0
-3.407
-2.014
-2.014
0
-269.755
-272.239
-276.346
4.108
ONTTREKKING F003 Reserve Waalsprong F022 Saldireserve F054 Reserve Ondernemersfonds Totaal onttrekking Totaal mutatie reserve Saldo na eerste winstbestemming
Het saldo is ¤ 4,1 miljoen voordelig. Dit wordt veroorzaakt door voordelen op heffingen en concernverrekeningen. Het onderdeel heffingen laat een voordeel zien van afgerond ¤ 0,5 miljoen. De oorzaak hiervan is vooral te vinden in een hogere opbrengst OZB, precario en hondenbelasting en een lagere dotatie aan de voorziening oninbare belastingdebiteuren. De overige voordelen doen zich voor bij concernverrekeningen. Hierin is verantwoord
71
het voordeel van ¤ 1 miljoen op de bedrijfskosten. Daarnaast is er een voordeel van ¤1,1 miljoen op diverse stelposten. De belangrijkste stelposten die een voordeel geven zijn de stelpost onderuitputting kapitaallasten voor ¤ 1,7 miljoen, stelpost extra uitvoeringskosten WWB voor ¤ 0,5 miljoen, de stelpost loonsomramingen voor ¤ 0,4 miljoen en overige stelposten voor ¤ 0,3 miljoen. Daarnaast is er een negatieve stelpost opgenomen van ¤ 1,8 miljoen, vooruitlopend op het verwachte rekeningresultaat. Verder is er een voordeel van ¤ 0,3 miljoen door het niet inzetten van de post onvoorzien. Op de overige concernposten hebben we een voordeel van ¤ 1,1 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door afwikkelingen BTW voor ¤ 0,5 miljoen, de afwikkeling van diverse posten.
Onderzoek en Statistiek Wij leveren objectieve, betrouwbare, kwalitatief goede en bruikbare onderzoeksproducten en statistische informatie, om te komen tot adequate beleidsprogrammering, beleidsuitvoering en gemeentelijke dienstverlening. In alle gevallen moet de waardering van de objectiviteit en betrouwbaarheid van onderzoeksproducten door opdrachtgevers en belangrijke gebruikers (ruim) voldoende of goed zijn. Indicatoren Onderzoek en statistiek
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
1.1 Objectieve/Betrouwbare onderzoeken/statistieken
95%
100%
1.2 Kwaliteit/bruikbaarheid onderzoeken/statistieken
7,8
8
Realisatie 2012 7,8
Financiën Programma facilitaire dienstverlening onderdelen onderzoek en statistiek en servicebedrijf x ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
1.108
1.308
1.294
14
-34
-34
-34
0
1.074
1.274
1.260
14
Financiële lasten per product Onderzoek en Statistiek Servicebedrijf Totaal lasten programma Financiële baten per product Onderzoek en Statistiek
33
33
10
-23
Totaal baten programma
33
33
10
-23
1.041
1.241
1.250
-9
Totaal programma
72
Economie & Toerisme De effecten van de langer aanhoudende economische crisis worden zichtbaar, al zijn ze voor Nijmegen wat minder zwaar. De grote stabiele onderwijs-gezondheidszorgcluster in Nijmegen is minder gevoelig voor conjunctuurschommelingen. De totale werkgelegenheid is licht gedaald ten opzichte van 2011. Daar staat tegenover dat de speerpuntsectoren Health, EMT en Semiconductors een groei vertonen van 567 arbeidsplaatsen. Komend jaar wordt economisch moeilijk , met name voor de sectoren detailhandel en horeca. De leegstand in de binnenstad neemt toe. Ook de uitgifte van bedrijventerreinen blijft achter bij de verwachtingen: bedrijven tonen een lage bereidheid tot investering en kunnen moeilijker bancaire financiering verkrijgen. Wat hebben we bereikt? De belangrijkste resultaten zijn de start van Novio Tech Campus Nijmegen. We hebben de intentieovereenkomst ondertekend. In vervolg hierop zijn de voorbereidingen voor aanpassing van gebouw M gestart en zijn de eerste intentieovereenkomsten voor vestiging in het gebouw getekend. Ook de start van de bouw van het Heinz Innovation Center is een mijlpaal. Beide zijn nieuwe werkgelegenheidslocaties die uitstekend passen bij het economisch profiel van de stad. Enkele bedrijven hebben zich na acquisitie-inspanningen in Nijmegen gevestigd en we hebben bedrijven ondersteund bij uitbreiding dan wel nieuwbouw. Inmiddels zijn we in Nederland niet meer de duurste gemeente voor bedrijven, we staan in de ranglijst op de 2e plaats. We initieerden nieuwe samenwerkingsverbanden op het snijvlak van milieu en economie en ondersteunden projecten in de speerpuntsectoren Health, EMT, Semiconductors en Toerisme. De totale werkgelegenheid is iets gedaald naar 99.350 banen en de voortekenen voor 2013 zijn niet gunstig. De beroepsbevolking zal tot 2025 jaarlijks met 500 personen groeien. In Nijmegen vestigden zich per saldo 1.025 nieuwe bedrijven, een stijging van 139. Uit peilingen blijkt dat het ondernemersklimaat nog steeds met een ruime voldoende beoordeeld wordt. Samen met NEC hebben we een bijeenkomst voor bedrijven georganiseerd om ze te interesseren voor de collectieve inkoop van groene stroom (Nijmeegs Eigen Collectief). Daarnaast hebben we bemiddeld tussen bedrijven op het snijvlak van milieu en economie. De kwaliteit van het ondernemerschap wordt onder andere gestimuleerd door het project IkStartSmart. We hebben in totaal dertig trajecten mogelijk gemaakt en starters ook op andere manieren ondersteund. Voor horecaondernemers ontwikkelden we het Horeca Actieteam dat adviseert bij vergunningvraagstukken. Daarmee is de vergunningprocedure vereenvoudigd en versneld. De gemiddelde afhandelingstermijn is met vier weken teruggebracht.
73
We hebben een concept-startnotitie Economische Agenda opgesteld. Vooruitlopend op de Economische Agenda 2020 participeerden wij in projecten als Power2Nijmegen, de Groene Hub, het Project EMT Innovatiemotor en CO2 Footprint Nijmegen West. Voor het Ondernemersfonds (OF) tranche 2012 zijn in totaal veertig aanvragen ingediend. De Taskforce OF heeft ons geadviseerd subsidie aan twintig projecten toe te kennen voor een totaalbedrag van ¤ 809.720. De besluitvorming vindt begin 2013 plaats. Ook in de binnenstad was er een lichte daling in arbeidsplaatsen: 151, waarvan 63 in de toeristische sector. Het aantal hotelovernachtingen nam toe, maar minder dan verwacht. Er waren minder ligplaatsen voor de cruisevaart door de veiligheidsmaatregelen met de damwand aan de Waalkade. Iets minder cruiseschepen deden Nijmegen aan, zij brachten 57.711 bezoekers mee. De leegstand in het centrum van Nijmegen is licht gestegen naar 13%. In overleg met de regiogemeenten hebben we de bezuinigings-taakstelling van 2,5% op de subsidie aan het Regionaal Bureau Toerisme KAN gerealiseerd. We deden onderzoek naar de toeristische herpositionering van het Rijk van Nijmegen. Binnen het speerpunt Toerisme zijn in 2012 tien project-aanvragen ingediend, de Taskforce Ondernemersfonds heeft ons geadviseerd subsidie aan vijf projecten toe te kennen: kerst in de Stevenskerk, de nachtburgemeester van Nijmegen, imago- en identiteitsverbetering Waalkade, verdieping cruisevaart en stroomversnelling sport en economie nevengeul. De besluitvorming vindt begin 2013 plaats. Er is een gewijzigd bestemmingsplan voor het Stadscentrum vastgesteld met beleidsregels voor horeca, ondersteunende horeca, detailhandel en dienstverlening, overeenkomend met de beleidsnotitie ‘Een Bruisende Binnenstad (2011)’. We hebben de startnotitie ‘Nijmegen, rijk aan terrassen’ vastgesteld en bereiden een notitie voor hoe om te gaan met nieuwe concepten van ondersteunende horeca die niet binnen de regels passen, maar wel voor de stad wenselijk zijn. Voor de zogeheten Vlek 14 (Ressen in het Waalsprong-gebied) hebben we een gebiedsanalyse gemaakt en een externe markttoets laten uitvoeren. Het meest haalbare programma is een programma ‘vrije tijd’ met als belangrijkste onderdeel een retailpark van 30.000 m2 BVO. De kwaliteiten en verbeterpunten van de binnenstad brachten we in beeld. Deze analyse gebruiken we samen met de ervaringen uit de aanpak ringstraten, de aanbevelingen uit de debatten over de binnenstad en de wijkenkaravaan (stadsvisie) voor ontwikkeling van het Economisch Offensief Binnenstad 2013. Dit economisch uitvoeringsprogramma voor de binnenstad wordt breed gedragen. De provincie Gelderland draagt voor een bedrag van ¤ 900.000 bij in de uitvoering. We zetten diverse ‘nieuwe’ locaties in voor de kermis: Plein 1944, Waalkade-Oost en de rijbaan van het Kelfkensbos. Daarmee hebben we voldoende locaties om een kwalitatief goede kermis te organiseren.
74
We zagen de gevolgen van de economische crisis terug in de uitgifte van bedrijventerreinen, we blijven daarmee ver achter op de geprognosticeerde vraagbehoefte van 8,5 ha. Op bedrijventerrein Bijsterhuizen is 0,2 ha uitgegeven. Met de voorraad uitgeefbaar bedrijventerrein van 33 ha kunnen we nog jaren vooruit. Ook landelijk en in de Stadsregio stokt de uitgifte van bedrijventerreinen. Dit zal niet veranderen in 2013 en rechtvaardigt de voorgenomen herijking van het Regionaal Programma Bedrijventerreinen van de Stadsregio in 2013. Met de transactie op Bijsterhuizen en de bedrijfsverplaatsingen in Nijmegen-Noord vanwege de dijkteruglegging hebben we circa 25 tot 30 arbeidsplaatsen zeker gesteld. We zagen de gevolgen van de economische crisis terug in de uitgifte van bedrijventerreinen, we blijven daarmee ver achter op de geprognosticeerde vraagbehoefte van 8,5 ha. Op bedrijventerrein Bijsterhuizen is 0,2 ha uitgegeven. Met de voorraad uitgeefbaar bedrijventerrein van 33 ha kunnen we nog jaren vooruit. Ook landelijk en in de Stadsregio stokt de uitgifte van bedrijventerreinen. Dit zal niet veranderen in 2013 en rechtvaardigt de voorgenomen herijking van het Regionaal Programma Bedrijventerreinen van de Stadsregio in 2013. Met de transactie op Bijsterhuizen en de bedrijfsverplaatsingen in Nijmegen-Noord vanwege de dijkteruglegging hebben we circa 25 tot 30 arbeidsplaatsen zeker gesteld.
75
Indicatoren Duurzame groei en behoud van werkgelegenheid
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
99.060
99.400
99.350
1.1 Ontwikkeling werkgelegenheid 1.2 Waardering ondernemersklimaat
6,6
6,8
6,6
1.3 Saldo bedrijfsvestigingen
815
733
1.025
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
31.929
28.508
32.392
32 %
32,9 % *
32,6 %
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
7,4
7,4
7,4
6.100
6.115
5.972
148.086
144.101
141.700
Voldoende en geschikte ruimte voor bedrijvigheid
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
4.1 Terstond uitgeefbaar aanbod bedrijventerreinen
35,5
28,3
33
1
--
--
Sterke clusters en (innovatief) ondernemerschap 2.1 Aantal banen binnen de clusters Energie en Milieu Technologie, Health en semiconductors 2.2 Het aandeel banen in de clusters EMT, Health en Semiconductors tov het totale aantal banen Vitale (binnen-) stad en groei toeristische sector 3.1 Waardering binnenstad Nijmegen 3.2 Aantal banen in cluster toerisme en recreatie 3.3 Aantal hotelovernachtingen
4.2 Aantal ha geherstructureerd bedrijventerrein 4.3 Waardering directe bedrijfsomgeving
7,1
4.4 Vraagbehoefte aantal ha bedrijventerrein
7,3
7,0
8,5
0,2
Financiën Programma economie en toerisme x ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
Financiële lasten per product 907
1.178
1.216
-38
Stimulering bedrijvigheid
Werklocaties
2.772
2.951
2.804
147
Totaal lasten programma
3.679
4.129
4.020
109
Financiële baten per product Werklocaties
708
988
996
8
Stimulering bedrijvigheid
1.185
1.201
1.075
-126
Totaal baten programma
1.894
2.189
2.071
-118
Totaal programma
1.785
1.941
1.949
-9
76
Zorg & Welzijn en Sport
Zorg en Welzijn Zorg & Welzijn had in 2012 drie belangrijke opgaven: een wijkgerichte zorg- & welzijnsstructuur inrichten, een forse bezuinigingsopgave doorvoeren en de overheveling voorbereiden van een aantal taken van rijk naar gemeente. Op alle drie deze opgaven hebben we goede resultaten bereikt. Portefeuillehouder B. Frings
Wat hebben we bereikt? Onze ambitie is een sociale voorzieningenstructuur op wijkniveau, dichtbij de mensen en toegesneden op hun behoeften, die sociale problemen beter oplost tegen lagere kosten. Zo kunnen we met veel minder geld een sociale stad blijven en de zelfregie van mensen versterken. De wijkgerichte zorg- & welzijnsstructuur Drie wijken hebben inmiddels een wijkgerichte zorg & welzijnsstructuur: de sociale wijkteams. Professionals uit verschillende organisaties werken samen in deze teams om cliënten zo goed mogelijk, integraal te ondersteunen in hun zelfregie. Verder hebben we de integratie van zo veel mogelijk functies van het CJG in deze structuur voorbereid evenals de komst van de wijkgerichte informatiepunten, de STIPs. Met het Zorgkantoor en Zorgverzekeraar VGZ werken we nauw samen in het ontwikkelen van wijkgericht zorg & welzijn. We hebben afspraken gemaakt om samen te vernieuwen in vier proeftuinen: de sociale wijkteams, ketenaanpak geestelijke gezondheid, samenhangende benadering voor kwetsbare ouderen en een gecombineerde leefstijlinterventie met het accent op bewegen. Intussen blijft ‘de winkel open’ in het reguliere programma. We liggen op schema met de uitvoering van ons Wmo-beleidsplan, onder meer met nieuwe beleidskaders voor jongerenwerk, mantelzorgondersteuning en noodopvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers. We hebben in 2012 in het programma de aansluiting gemaakt met de vernieuwing, onder meer door stadsbrede uitrol van de regieteams overlast- en 77
multiprobleemhuishoudens, een werkplan van NIM en Tandem voor doorontwikkeling van medewerkers tot breed-inzetbare sociale professionals , meer samenwerking door IVC en InterCity (taalaanbod) en Jongerenwerk Dukenburg. Verder hebben we gewerkt aan een toekomstbestendige zwerfjongerenaanpak, de fusie van de GGD’s Nijmegen en Rivierenland, de nieuwe Wmo-verordening en de start van het Zelfregiecentrum. De invoering van de eigen bijdrageregeling voor individuele voorzieningen Wmo leidde tot veel vragen. Met passende maatregelen hebben wij onze klanten duidelijkheid kunnen geven. In de uitvoering van de individuele Wmo-voorzieningen zijn veel verbeteringen doorgevoerd. Daardoor waren er minder bezwaarschriften en ging de klanttevredenheid omhoog naar een ruime 7. Bezuinigingen Alle taakstellingen voor Zorg & Welzijn zijn gerealiseerd, onder meer door efficiencybezuinigingen op de grote gesubsidieerde instellingen, beleid voor specifieke doelgroepen in te bedden in reguliere ondersteuning en individuele voorzieningen meer inkomensafhankelijk te maken. Onze bezuinigingsmaatregelen hebben een hoger bedrag opgeleverd dan de taakstellingen en terugloop van middelen. Desondanks is het sociale voorzieningenniveau is nog steeds op peil. Transities AWBZ en Jeugdzorg Voor de transities van AWBZ en Jeugdzorg werken we samen met de negen regiogemeenten in het Rijk van Nijmegen. We hebben onze visie op de Transformatie in het Sociaal Domein ‘Transformeren en integreren’ afgerond. Tijdens een werkconferentie met 250 professionals en cliënten is besproken hoe de gemeenten de toegang tot de AWBZ- en jeugdzorg regelen, de nieuwe zorgtaken organiseren en inkopen en nagedacht over beleid voor pgb’s en eigen bijdragen. In 2012 is er veel bereikt rondom de komende transitie Jeugdzorg en de voorbereidingen hierop. De resultaten van het experiment Jeugdzorg Dichtbij stemmen positief, met deze werkwijze lukt het in 2012 de jaarlijks groeiende vraag naar jeugdzorg om te buigen naar stabilisatie. De voorbereidingen voor deze transities en het scheiden van wonen & zorg zetten we voort. In het nieuwe regeerakkoord is de transitie AWBZ uitgesteld tot 2015, wordt wellicht ook de persoonlijke verzorging gedecentraliseerd en zijn de taakstellingen op de over te hevelen budgetten voor deze decentralisaties verhoogd.
78
Indicatoren Stimuleren participatie 1. Ik kan goed voor mezelf zorgen etc. Optimale kansen voor de jeugd
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
92%
90%
n.n.b.
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
2.1 Jeugdigen dat zich probleemrijk vindt
n.b.
11
12
2.2 Ouders dat aangeeft behoefte te hebben aan opvoedsteun
10%
9%
9
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
89% -67%
88% - 63%
89% - 67%
14,1%
14%
14,7%
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
25%
37%
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
83%
92
n.n.b.
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
6.1 Aantal dak- en thuislozen in traject (Sam en Hulsen)
80%
90%
511
6.2 Burgers die vinden dat overlast van zwervers/daklozen vaak
n.b.t.
3%
3%
Bevorderen gezondheid 3.1 Volwassen inwoners dat zich gezond voelt (hoge opl. vs lage opl.) 3.2 Jeugdigen met overgewicht Gelijke kansen voor iedereen 4.% Niet-westerse allochtonen dat meer contacten zou willen hebben. Zelfstandig wonen en leven 5. Hulpmiddel draagt bij aan zelfstandig kunnen wonen Zorg en opvang voor sociaal kwetsbaren
voorkomt in de woonbuurt
79
Financiën Progeramma Zorg en Welzijn x ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
Welzijn
12.405
12.957
12.444
513
Publieke Gezondheid
6.490
6.430
6.220
210
Jeugd
5.462
5.693
5.706
-13
Financiële lasten per product
Diversiteit
2.101
2.173
2.142
31
Individuele voorzieningen Wmo
26.298
26.763
25.198
1.565
Maatschappelijke opvang
13.864
14.016
13.841
175
Totaal lasten programma
66.619
68.031
65.550
2.481
442
542
542
0
211
211
235
24 -4
Financiële baten per product Welzijn Publieke Gezondheid Jeugd
400
712
708
Diversiteit
200
200
202
2
1.608
2.708
2.924
216
Individuele voorzieningen Wmo Maatschappelijke opvang
954
995
1.006
11
Totaal baten programma
3.815
5.368
5.617
249
62.804
62.662
59.933
2.730
64.233
64.094
61.364
2.730
Totaal programma Voor en na eerste winstbestemming x ¤ 1.000 Voor bestemming Mutatie reserve STORTING F022 Saldireserve
42
39
39
0
Totaal storting
42
39
39
0
1.115
1.115
1.115
0
ONTTREKKING F022 Saldireserve F026 Res. Medische Heroine Behandeling Totaal onttrekking Totaal mutatie reserve Saldo na eerste winstbestemming
356
356
356
0
1.471
1.471
1.471
0
-1.429
-1.432
-1.432
0
62.804
62.662
59.933
2.730
Door vooruit te lopen op verdergaande bezuinigingen zijn we, net als vorig jaar, terughoudend geweest bij het verlenen van subsidies en het aangaan van nieuwe subsidierelaties. Dit levert binnen het programma een voordeel op van ¤ 483.000 (1,6% van het subsidiebudget). Ook zijn dit jaar subsidiegelden terugontvangen doordat subsidies die betrekking hebben op het voorgaande jaar definitief lager zijn vastgesteld; deze terugvorderingen leveren een voordeel op van ¤ 280.000. Bij de individuele voorzieningen Wmo hebben we te maken met lagere lasten van 80
¤ 1.565.000. De afgelopen jaren zagen we stijgende kosten die we konden verklaren door de vergrijzing en de extra¬muralisering van de zorg. Aan het einde van 2012 hebben we echter geconsta¬teerd dat de kosten voor de individuele voorzieningen zijn gestabiliseerd. Aan de ene kant zien we een daling van de kosten van de voorzieningen rolstoelen, woningvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en PGB en aan de andere kant zien we een afvlakkende groei voor de huishoudelijke hulp. Dit, samen met een toegenomen begroting voor de huishoudelijke hulp, heeft geleid tot het genoemde voordeel. Het voordeel op de baten komt door de hogere opgelegde eigen bijdrage op de verstrekte individuele voorzieningen.
81
Sport We streven naar een hoge participatie op sportief gebied, omdat we sport zien in relatie tot andere maatschappelijke doelstellingen. Sport moet toegankelijk blijven voor iedereen, ons primaire accent ligt daarom op breedtesport. Om die reden ontzien we de sportverenigingen zoveel mogelijk bij de bezuiniging. We willen ook hier wijkgericht werken, waarbij organisaties voor onderwijs, welzijn, gezondheid en sport samenwerken. Ter ondersteuning daarvan hebben we het aantal combinatiefunctionarissen uitgebreid: zij ondersteunen 25 sportverenigingen en 13 scholen. Topsport is een inspiratiebron en samenwerkingspartner voor de breedtesport. Daarbij horen goede omstandigheden voor talenten en topsporters. Wat hebben we bereikt? We hebben beleidsplan sport en bewegen ‘Nijmegen, Sportief en Vitaal 2013-2016’ vastgeseld. In plan, dat we in In samenwerking met sportverenigingen en andere maatschappelijke organisaties hebben vormgegeven, hebben we een focus op de maatschappelijke waarde van sport, ‘sport als middel’, en een sterkere verbinding met andere beleidsterreinen zoals zorg, welzijn en gezondheid. We hebben daarnaast nieuwe beleidsregels voor sportsubsidies vastgesteld. We hebben diverse uitbreidingen en renovaties van gemeentelijke sportaccommodaties gerealiseerd. De sporthal in Nijmegen-Noord, ‘De Triangel’, is opgeleverd en in gebruik genomen. De bouw van het Erica Terpstrabad is gestart, dit nieuwe zwembad in Nijmegen-Oost wordt in augustus 2013 geopend. Op het sportpark De Dennen hebben we een kunstgrasveld voor Quick 1888 gerealiseerd. Het insourcing-proces van het Triavium is afgerond. We zijn gestart met pilots voor de bevordering van sociale veiligheid en gezondheid bij sportverenigingen. In september 2012 hebben we de tweede tranche combinatiefunctionarissen ingezet. De gerealiseerde voorzieningen en inzet op sportstimulering dragen bij aan een bloeiend sportleven in Nijmegen. We onderzoeken in een tweejaarlijkse cyclus de sportdeelname van alle Nijmegenaren. Uit de laatste Stads- en Wijkmonitor blijkt dat de sportdeelname in de afgelopen jaren is gestegen. Van alle volwassen Nijmegenaren zegt 70% aan sport te doen (dit was in 2005 nog 65%). We hebben het besluit moeten nemen om te stoppen met de ontwikkeling van het TIP. Als vervolg hierop is gestart met de ontwikkeling van het plan Talent Centraal Nijmegen (TCN), samen met Stichting Topjudo Nijmegen, Gymnastiek- en Turnvereniging De Hazenkamp, het Team Zevenheuvelen, de HAN en Topsport Gelderland. Het uiteindelijke doel is een topsporttrainingsaccommodatie op sportpark De Dennen. Daarvoor hebben we een subsidieaanvraag voorbereid die in 2013 bij de provincie Gelderland wordt ingediend.
82
De financiële problematiek van Aqua Novio ’94 was aanleiding tot een onderzoek naar de exploitatie van de Nijmeegse zwembaden. Dit heeft geresulteerd in een verbeteragenda met acties en aanbevelingen om de verhouding tussen Sportfondsen Nijmegen, zwemverenigingen en de gemeente te verbeteren. Vanuit bezuinigingsoverwegingen én omdat het schoolzwemmen steeds minder haar doel bereikte, is met ingang van het schooljaar 2012-2013 het schoolzwemmen geëindigd en zijn wij gestart met het Zwemfonds. Met deze regeling kunnen kinderen van ouders met een laag inkomen nu sporten bij een sportvereniging én daarnaast ook zwemlessen voor het diploma A volgen. In 2012 is het beleidskader gemeentegaranties/verstrekking vast gesteld. Met dit beleidskader stellen wij sportverenigingen in staat om investeringen te doen die bijdagen aan maatschappelijke doelstellingen. Door het in 2012 genomen besluit om de subsidie aan hockeyverenigingen voor het onderhoud en exploitatie van de hockeyaccommodaties te verlengen voor de periode 2013 t/m 2015 hebben wij de druk op de exploitatie van de hockeyvelden, waarvoor de hockeyverenigingen volledig verantwoordelijk zijn, verlaagd. Indicatoren Sportstimulering
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
1.1 % volwassenen dat aan sport doet
n.v.t.
1.2. % 4-17 jarigen dat aan sport doet
n.v.t.
1.3 % 4-17 jarigen in aandachtsgebieden dat aan sport doet
n.v.t.
Versterken sportverenigingen
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
2.1 % volwassenen dat lid is van een sportvereniging
n.v.t.
2.2 % 4-17 jarigen dat lid is van een sportvereniging
n.v.t.
Kwalitatief goede sportaccommodaties
Realisatie 2011
3.1. Aantal gerenoveerde en nieuw geopende gemeentelijke
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
Realisatie 2012
Realisatie 2012
n.v.t.
binnensportaccommodaties 3.2 Aantal gerenoveerde en nieuw geopende gemeentelijke
n.v.t.
buitensportaccommodaties 3.3 Totaal aantal beschikbare en verhuurde uren van de
n.v.t.
gemeentelijke gymnastieklokalen (%=bezettingsgraad) 3.4 Totaal aantal beschikbare uren van de gemeentelijke
n.v.t.
sportzalen (%=bezettingsgraad) 3.5 Totaal aantal beschikbare en verhuurde uren van de
n.v.t.
gemeentelijke sporthallen (%=bezettingsgraad) Ondersteuning Topsportklimaat
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
4.1 Aantal verenigingen in hoogste klasse competitie
n.v.t.
4.2 Terugkerende topevenementen
n.v.t.
83
Realisatie 2012
Toelichting topindicatoren In de begroting 2012 waren geen doelstellingen opgenomen, omdat deze indicatoren nog geënt waren op de oude Beleidsnota Sport 2007-2010. Om die reden zijn bij realisatie ook geen gegevens vermeld. In de primitieve begroting 2013 zijn de nieuwe indicatoren opgenomen, die aansluiten op het Beleidsplan sport en bewegen 2013-2016 “Nijmegen Sportief en Vitaal”. Financiën Programma Sport x ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
1.972
2.122
2.137
-15
396
396
394
2
15.182
14.956
14.936
19
141
141
139
2
17.691
17.614
17.606
8
339
339
339
0
Financiële lasten per product Sportstimulering Versterken sportverenigingen Kwalitatief goede sportaccommodaties Ondersteuning topsportklimaat Totaal lasten programma Financiële baten per product Sportstimulering Versterken sportverenigingen Kwalitatief goede sportaccommodaties
0
0
0
0
1.892
1.890
1.890
0
Ondersteuning topsportklimaat Totaal baten programma Totaal programma
0
0
0
0
2.230
2.228
2.228
0
15.460
15.386
15.378
8
15.651
15.574
15.566
8
165
165
165
0
25
23
23
0
190
188
188
0
-190
-188
-188
0
15.460
15.386
15.378
8
Voor en na eerste winstbestemming x ¤ 1.000 Voor bestemming Mutatie reserve ONTTREKKING F022 Saldireserve F046 Reserve afschrijving Totaal onttrekking Totaal mutatie reserve Saldo na eerste winstbestemming
84
Werk & Inkomen, Openbare ruimte en Wijken Werk & Inkomen Werk biedt mensen perspectief, werkzoekenden hebben recht op ondersteuning naar werk. Wie (nog) niet aan het werk kan, bieden we een goed sociaal vangnet in de vorm van een uitkering. Uitgangspunt is dat een uitkering tijdelijk is, werk staat voorop.
Portefeuillehouder T. Tankir
Vier ontwikkelingen hebben de komende jaren grote invloed op de doelstellingen van ons programma. 1. De economische crisis en wetswijzigingen leiden tot een groter beroep op bijstan d. Het is nog niet duidelijk in hoeverre we hiervoor financieel gecompenseerd worden. Een nieuw bestuursakkoord moet leiden tot een betere aansluiting tussen het macrobudget en de bijstandsuitgaven en de kans op fluctuaties verminderen. 2. Er komt een ongedeeld budget voor re-integratie, sociale werkvoorziening en Wajong. Het rijk kort op het budget voor de sociale werkvoorziening. 3. De nieuwe Participatiewet (voorheen: Wet Werken naar vermogen), waarin nieuwe rijkskortingen zijn opgenomen, leidt tot grote veranderingen in beleid en uitvoering. We leggen een principebesluit voor aan de gemeenteraden in de regio Gelderland Zuid over regionale samenwerking en de richting voor een uitvoeringsmodel. 4. Door het wegvallen van tijdelijke middelen en de bezuinigingstaakstellingen op het programma Werk & Inkomen moeten we het werk met minder mensen doen. Wat hebben we bereikt? Het jaar 2012 begon met grote ontwikkelingen en wetswijzigingen, die gedurende het jaar teruggedraaid of uitgesteld zijn. De eerste maanden van 2012 stonden in het teken van de uitvoering van de huishoudinkomenstoets binnen de Wet samenvoeging Wwb en WIJ, de voorbereiding op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Wet werken naar vermogen. In voorbereiding op de Wet werken naar vermogen (Wwnv) onderzochten we mogelijkheden voor regionale samenwerking bij de uitvoering. Parallel hieraan waren er omvangrijke lokale ontwikkelingen zoals de reorganisatie van 85
Breed, de afbouw van gesubsidieerde arbeid en de uitbouw van de werkcorporaties. Na de val van het kabinet Rutte 1 is wetgeving teruggedraaid (Wet samenvoeging Wwb en WIJ) en aangepast (Participatiewet in plaats van Wwnv). Deze aanpassingen gingen gepaard met budgetwijzigingen en veranderde invoeringstermijnen. Om voorbereid te zijn op de toekomst zijn we desondanks doorgegaan met het re-integratiebeleid, de transitie van Breed naar arbeidsbemiddelingsbedrijf en het proces rondom regionalisering van de dienstverlening op het terrein van werk, inkomen en zorg. De nota ‘Werk staat voorop!’ is uitgevoerd. Werkzoekenden en werkgevers zijn actief benaderd, er zijn verschillende werkcorporaties gestart. Wat begon als initiatief van maatschappelijke organisaties wordt steeds meer overgenomen door private ondernemingen. Door het grote aantal leerwerkplekken die we voor de kwetsbare middengroep hebben kunnen werven, hebben we veel van hen een leerwerkplek kunnen aanbieden. Bij Inburgering hebben we 322 participatietrajecten gerealiseerd. Het aantal bijstandsgerechtigden was in de eerste acht maanden in lijn met de landelijke ontwikkeling en met de ontwikkeling bij gemeenten van gelijke grootte. De laatste vier maanden van 2012 nam het klantenbestand toe, we hebben nu 6,5% meer bijstandsgerechtigden dan in 2011. Belangrijkste oorzaak hiervan is de slechte regionale arbeidsmarktsituatie. De financiële tekorten als gevolg van de stijgende aantallen zijn beperkt gehouden. We hebben het ‘Meerjarig bestedingsplan Minimabeleid 2012 t/m 2015’ uitgevoerd. In het afgelopen jaar hebben we ongeveer 13.500 Nijmegenaren met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum bereikt met één van onze inkomensaanvullende maatregelen, een bereik van bijna 82%. Per 1 juli 2012 is de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening van kracht. Deze wet verplicht gemeenten schuldhulpverlening te bieden en versterkt de rechtspositie van de burger. De invoering van deze wet is vlekkeloos verlopen, de wettelijke doorlooptijden zijn vanaf de invoering van de wet gerealiseerd. In 2011 had de gemeente Nijmegen een tekort op het budget Inkomensdeel boven de 10%. Voor dat deel hebben wij een aanvullende uitkering aangevraagd. De Inspectie SZW heeft, ter ondersteuning van de Toetsingscommissie Wwb, het beleid en de uitvoering van de gemeente Nijmegen onderzocht. Uit dat onderzoek blijkt dat de overschrijding het gevolg is van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt, dus de Incidentele Aanvullende Uitkering 2011 ad ¤ 1,4 miljoen is toegekend . In 2012 hebben we het merendeel van de indicatoren op het gebied van Werk, Inkomen en Armoedebestrijding gerealiseerd. Hierdoor hebben we een belangrijke bijdrage geleverd aan de doelstellingen van het programma Werk & Inkomen. Daarnaast zijn diverse koerswijzigingen geïmplementeerd die in september 2011 in gang zijn gezet. Er zijn bezuinigingen doorgevoerd op de uitvoerende afdelingen Werk, Inkomen en Zorg, de dienstverlening aan de klanten is aangepast. 86
We zijn er grotendeel in geslaagd onze doelstelling – een rechtmatige en doelmatige verstrekking van uitkeringen - te realiseren. Minder dan 1% van de uitkeringen is onrechtmatig, de investering om fraude op te sporen heeft meer opgeleverd dan het heeft gekost. Van de aanvragen voor een uitkering handelen we 85% binnen acht weken af. Indicatoren Beperken stijging aantal bijstandsgerechtigden
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
1.1 Beperken groei aantal bijstandsgerechtigden (incl. WIJ/IOAW/IOAZ/BZ)
5.787
5.388
6.136
1.2 % Afwijziging aanvragen
22%
>25%
22%
1.3 Uitstroom % naar werk onder uitstromers 1.4 % Bijstandsgerechtigden tov beroepsbevolking in Nijmegen 1.5 % Ontheffingen arbeidsplicht 1.6 % Jeugdwerklozen tov niet-werkende werkzoekenden in Nijmegen Rechtmatige en doelmatige verstrekking van uitkeringen 2.1 % Tekortkomingen in rechtmatigheid uitkeringsverstrekking 2.2 Fraude opsporen en bestrijden levert meer op dan het kost 2.3 % Aanvragen met besluit binnen 8 weken Inkomensaanvullende maatregelen en/of schuldhulpverlening 3.1 % Bereikte huishoudens met een laag inkomen 3.2 Toename % nieuwe bereikte klanten 3.3 Uitzicht op schuldenvrije toekomst 3.4 Aantal aanmeldingen schuldhulpverlening Dynamiek in de gesubsidieerde arbeid
31%
30%
35%
7,2%
7,3%
7,9%
31%
40%
31%
16,2%
11%
15%
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
<1%
<1%
<1%
+
+
+
90%
95%
85%
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
91%
80%
82%
--
--
Onbekend
601
200
393
1.240
1.250
1.070
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
4.1 Afname gesubsidieerde arbeid
178
200
380
4.2 Werkcorporaties
197
450
518
87
Financiën Programma Werk en inkomen x ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
Financiële lasten per product Werk
63.657
56.449
57.696
-1.246
Inkomen
97.330
105.274
103.649
1.625
Armoedebestrijding
15.204
16.994
17.763
-770
2.745
3.860
2.830
1.030
178.935
182.577
181.938
640
Werk
55.769
49.605
51.266
1.661
Inkomen
84.310
89.246
89.807
561
1.215
1.215
1.437
222
Inburgering Totaal lasten programma Financiële baten per product
Armoedebestrijding Inburgering Totaal baten programma Totaal programma
2.526
3.642
2.645
-997
143.821
143.708
145.155
1.447
35.115
38.870
36.783
2.087
39.043
42.748
40.661
2.087
Voor en na eerste winstbestemming x ¤ 1.000 Voor bestemming Mutatie reserve STORTING F022 Saldireserve
0
50
50
0
Totaal storting
0
50
50
0
ONTTREKKING F022 Saldireserve
3.928
3.928
3.928
0
Totaal onttrekking
3.928
3.928
3.928
0
Totaal mutatie reserve
-3.928
-3.878
-3.878
0
Saldo na eerste winstbestemming
35.115
38.870
36.783
2.087
De voordelige afwijking van in totaal ¤ 2,1 miljoen is te verklaren door een incidentele bate van ¤ 1,4 miljoen vanwege IAU 2011 (buig budget) en een voordeel van per saldo ¤ 0,5 miljoen vanwege o.a. meevallende landelijke IAU/MAU uitname (buig budget) Op bijzondere bijstand heeft zich per saldo een nadeel van ¤ 0,7 miljoen voorgedaan vanwege met name hoge uitgaven kosten van beschermingsbewind Verder heeft zich een voordeel van bijna ¤ 0,4 miljoen uit voorgaande jaren voorgedaan als gevolg van de afrekening project Mobiliteitscentrum 2009-2010 met de provincie Gelderland. Het restverschil van voordeling ¤ 0,5 miljoen bestaat uit een aantal kleinere voordelen.
88
Openbare ruimte Wij beogen een schone, hele en veilige openbare ruimte in Nijmegen, een duurzame en leefbare stad voor onze burgers. We stimuleren actief burgerschap en gezamenlijke verantwoordelijkheid. We willen in duurzaam beheer een voorbeeld zijn voor bedrijven, ondernemers en inwoners. We houden rekening met sociale veiligheid bij herinrichtingen, wijkbeheerplannen en het uitvoeren van bel- en herstellijnwerkzaamheden zoals snoeien van overhangend groen. Het is noodzakelijk om ook op dit programma te bezuinigingen. Onderhoud aan wegen, openbare verlichting en openbaar groen willen we echter zoveel mogelijk ontzien, we zoeken bezuinigingsmogelijkheden vooral in de niveaus van beheer van de openbare ruimte, bijvoorbeeld door meer te differentiëren in het dagelijks beheer. We hebben een taakstelling gerealiseerd van ¤ 2,1 miljoen in 2012. Wat hebben we bereikt? We hebben samen met inwoners, ondernemers en maatschappelijke instellingen de beleidsnota ‘Geef ze de (openbare) ruimte’ opgesteld. Hierin staat centraal ruimte geven voor initiatieven in de openbare ruimte, aan bewoners, ondernemers en maatschappelijke instellingen. De nota is enthousiast ontvangen. Met de www. participatiekaart.nl hebben we goed zicht gekregen op negentig participatieprojecten die in Nijmegen in de openbare ruimte plaatsvinden. Die dienen als goede voorbeelden voor andere participatieprojecten. Ook hebben we een beleidsnota voor afval opgesteld: ‘Creatief met afval’, die voortborduurt op het vorige beleid en inspeelt op de ontwikkelingen in de wereld van afval. De Beleidsnota Reclameboodschap wordt tegelijk met de Kadernota Beeldkwaliteit begin 2013 aangeboden aan de Raad. De inhaalslag op het onderhoud van de wegen en het kabelnet voor de openbare verlichting hebben we doorgezet. We hebben een groot aantal hoofdwegen opnieuw geasfalteerd, de Energieweg is geheel gereconstrueerd. We hebben LED-verlichting geplaatst op diverse wegen en we hebben dertien kilometer kabelnet vervangen voor de openbare verlichting. Het nieuwe beleid voor gladheidbestrijding, ‘Grip op gladheid’, heeft zijn vruchten afgeworpen: de kwaliteit is beter, er zijn minder klachten. We hebben de kapvergunning gedereguleerd in 2012, dit heeft geresulteerd in 50% minder aanvragen. Het project ‘Groen geregeld’ is succesvol van start gegaan. We legaliseren gebruik van gemeentelijke grond met verkoop, bruikleen, bewonersparticipatie of terugvordering. Inmiddels zijn dertig bruikleenovereenkomsten gesloten. De achterstand van het boomonderhoud is verdwenen. Een werkcorporatie van Dar en Breed onderhoudt het Goffertpark en de parken in west. Met verschillende werkgroepen en bewonersgroepen zijn plannen uitgewerkt voor het beheer van de kleine bosjes in de stad.
89
Indicatoren Realisatie 2011
Doelstelling 2012
1.1 % Nijmegenaren dat Nijmegen schoon vindt
Een schone, hele en veilige openbare ruimte
69%
70%
Realisatie 2012 66%
1.2 Nijmegenaren dat de eigen buurt schoon vindt
80%
80%
69%
1.3.1 Centrum - beeldkwaliteit goed
92,5%
83%
92%
1.3.2 Rest stad - beeldkwaliteit basis
1.3 Schoon volgens beeldsystematiek schouwboekje (technisch) 97,5%
95%
97%
1.4 Burgers tevreden over onderhoud fietspaden en wegen in hun eigen buurt
56%
60%
60%
1.5 Onderhoudskwaliteitsniveau fietspaden en wegen (technisch)
63%
76%
78%
1.6 Uitgevoerde acties wijkbeheerplannen
87%
80%
88%
1.7 Tijdig (binnen 5 werkdagen) afgehandelde meldingen Bel- & Herstellijn
70%
82%
80%
Financiën Programma Openbare Ruimte x ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
Toezicht openbare ruimte
2.995
2.995
2.938
57
Inzameling huishoudelijk afval
11.904
11.367
11.550
-183
Straatreiniging
8.843
9.334
9.779
-446
Beheer openbaar groen
6.088
6.263
6.568
-305
Integraal beheer openbare ruimte
7.007
7.047
8.595
-1.548
Openbare verlichting
2.574
2.715
2.707
7
Financiële lasten per product
Verkeersregelinstalaties en -voorzieningen
1.963
1.979
2.000
-21
Wegen en kunstwerken
5.848
6.188
8.320
-2.132
47.222
47.888
52.459
-4.571
296
327
276
-52 651
Totaal lasten programma Financiële baten per product Toezicht openbare ruimte Inzameling huishoudelijk afval
8.790
9.114
9.765
Straatreiniging
1.345
1.345
1.368
23
7
7
311
304
83
83
1.631
1.548
0
117
119
2
Beheer openbaar groen Integraal beheer openbare ruimte Openbare verlichting Verkeersregelinstalaties en -voorzieningen
0
0
28
28
734
1.479
3.537
2.058
Totaal baten programma
11.255
12.472
17.035
4.563
Totaal programma
35.967
35.416
35.424
-8
35.967
36.046
36.054
-8
Wegen en kunstwerken
Voor en na eerste winstbestemming x ¤ 1.000 Voor bestemming Mutatie reserve ONTTREKKING F022 Saldireserve
0
630
630
0
Totaal onttrekking
0
630
630
0
Totaal mutatie reserve Saldo na eerste winstbestemming
0
-630
-630
0
35.967
35.416
35.424
-8
90
In zijn totaliteit is er weinig afwijking op het programma openbare ruimte. Veelal kunnen de extra kosten verhaald worden en hebben dan geeninvloed op het saldo. Zo kan genoemd worden het herbestraten in verband met het openbreken van de straat door nutsbedrijven. Deze kosten zijn op de netwerkbeheerder verhaald. Als bijzonderheid in dit programma wordt nog een overschrijding van ¤ 4,5 ton op het gebied van gladheidsbestrijding vermeld. Dit zijn kosten die bovenop de DVO met de Dar zijn gemaakt. Het gaat hierbij om veelvuldiger preventief strooien, nieuwe activiteiten waaronder zoutbakken en nieuwe routes en inkoop van duur zout.
91
Wijken In het document ‘Mee(r) Doen’ legden we onze inhoudelijke ambities voor de komende jaren vast. Rode draad is de veranderende rolverdeling tussen overheid en burgers. De overheid geeft meer ruimte aan eigen initiatieven en nieuwe groepen en ondersteunt die zo nodig. Verantwoordelijkheid geven betekent ook loslaten. Het wijkmanagement heeft veel contact gehad met de budgethoudende bewonersorganisaties. Sommige hebben deze vernieuwing overgenomen, andere hebben hun werkzaamheden overgedragen aan een nieuwe generatie. Ons doel is de leefbaarheid en veiligheid in wijken te verbeteren en sociale samenhang te versterken. Dit draagt bij aan collectieve zelfredzaamheid en bevordert eigen initiatief van bewoners, onderlinge hulp en sociale controle. Het programma heeft een integrale, veelal multidisciplinaire aanpak van sociale en fysieke kansen en problemen in de wijken. Wat hebben we bereikt? Samen met bewoners en collega’s uit vele andere programma’s organiseerden we de wijkenkaravaan om 1500 bewoners te vragen naar hun wensen en dromen voor hun wijk en de stad. We kwamen bij wijkcentra, de moskee, schoolpleinen, woonzorgcentra, winkelcentra, musea en de horeca. Bewoners toonden grote waardering voor deze laagdrempelige opzet. Bewonersinbreng op stadsbrede thema’s kreeg een plek in de stadsvisie 2020, ruimtelijke thema’s in de nieuwe structuurvisie en wijkgerelateerde onderwerpen in onze wijkaanpakprogramma’s of in de wijkagenda’s. Bewoners willen zich steeds minder binden aan een bewonersvergadercultuur, maar liever actief zijn met concrete acties en hun eigen netwerken vormen. Via actieve deelname aan de sociale media zijn we met hen in contact. ‘Dromen over Dukenburg’ is daarvan een goed voorbeeld, net als de ZZP-netwerken. Veiligheid is één van onze speerpunten, daarom voeren we regie op de aanpak van overlast en multiprobleemhuishoudens. De regieteams hanteren een drangen dwangaanpak achter de voordeur. Jongerenoverlast pakken we op wijk- of stadsdeelniveau aan door integrale samenwerking met partners als jongerenwerk, politie, toezicht en straatcoaches. We werken mee aan de stedelijke aanpak van jeugdgroepen in het Veiligheidshuis. Jongeren verdienen uiteraard ook positieve aandacht. In Noord zijn twee nieuwe jongerenontmoetingsplaatsen (JOP’s) opgeleverd. Met bewoners en jongeren zijn goede afspraken gemaakt over gebruik, beheer en overlast. Er kwamen ook enkele nieuwe speelplekken en een natuurspeeltuin bij in Brakkenstein. In Neerbosch Oost is de discussie gestart over een leerwerk-voorziening in de wijk voor jongeren onder de dertig. De overgang van de wijkposten vanuit de gemeentelijke regie naar Interlokaal is gerealiseerd. 92
We werken aan een goede spreiding en gebruik van onze wijkaccommodaties. We stimuleren bewoners om deze zelf te beheren, de eerste bewoners hebben daarvoor de diploma’s behaald. In de voorzieningenharten zijn programmaraden actief. Bewoners bepalen daar mede het programma in de accommodatie. Zo organiseerde de initiatiefgroep Iftar in het Willemskwartier een geslaagde iftar (Ramadanmaaltijd) voor alle bewoners uit de wijk. In de aandachtsgebieden voerden we de regie op de integrale wijkaanpak. We onderhouden een breed netwerk in de wijken en zorgen daar waar nodig samen met bewoners en wijkpartners voor het opstellen en uitvoeren van wijkaanpakprogramma’s. Betrokkenheid van bewoners bij hun wijk neemt toe. Zo kwamen er 85.000 bezoekers meer in de wijkaccommodaties dan vorig jaar. ZZP’ers verenigen zich en bewoners nemen steeds meer eigen initiatief, zoals bij de herinrichting van het Sparterrein en het Teerplein in Oud-West en de moestuin in de Aldenhof. De Kinderboerderij Lindenholt stond bedrijfsmatig op ‘omvallen’. Wij hebben de schulden gesaneerd om de continuïteit van de boerderij te waarborgen en de kinderboerderij weer in eigen beheer genomen. In 2013 onderzoeken of we met partners (in de wijk) deze boerderij weer met burgerparticipatie kunnen gaan beheren. De Stads- en wijkmonitor liet tot dusver een stabiele trend zien voor de meeste wijken. De effecten van de inzet van 2012 zullen in de monitor van 2014 zichtbaar worden. De impact van de crisis op huishoudens en op instellingen zal mogelijk tot een correctie van die trend leiden.
93
Financiën Programma Wijken x ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
Financiële lasten per product Wijkaccomodaties
9.335
9.335
9.329
6
Flexibele wijkaanpak
491
491
380
111
Dukenburg-wijkaanpak
469
469
453
16
Lindenholt-wijkaanpak
288
289
286
3
Midden-wijkaanpak
328
327
277
51
Nieuw-West-wijkaanpak
302
302
297
5
Oost-wijkaanpak
111
111
97
14
Oud-West-wijkaanpak
362
362
364
-1 -19
Stadscentrum-wijkaanpak
165
165
184
Nijmegen-Noord-wijkaanpak
110
110
109
1
Zuid-wijkaanpak
477
477
436
41 -56
Wijkposten Speelvoorzieningen Totaal lasten programma
34
34
90
1.914
1.914
1.905
9
14.386
14.387
14.207
180
2.050
2.050
2.050
0
Financiële baten per product Wijkaccomodaties Speelvoorzieningen
364
364
364
0
Totaal baten programma
2.414
2.414
2.439
25
Totaal programma
11.972
11.973
11.768
205
94
Cultuur, Mobiliteit en Onderwijs
Cultuur
Portefeuillehouder H. Beerten
Een breed cultuuraanbod versterkt het vestigingsklimaat en de leefbaarheid. De cultuurparticipatie in Nijmegen is relatief hoog, zowel actief en passief. In deze tijd van recessie bevorderen we marktwerking en herstructurering. In het debat over #CV024 maken wij met culturele instellingen de balans op over het effect van de bezuinigingen. We streven naar consolidatie van het bezoek aan culturele voorstellingen, musea en bibliotheken, maar verwachten dat de landelijke bezuinigingen ook nadelige effecten zullen hebben op de Nijmeegse cultuurparticipatie. We stimuleren intensieve samenwerking tussen culturele instellingen en streven naar het verbinden van amateurs en (semi-)professionals. Cultuureducatie is een speerpunt. We willen dat de tevredenheid over de kwaliteit en de diversiteit van het aanbod minimaal hetzelfde blijft. Wat hebben we bereikt? Na een succesvol cocreatie-traject, waarbij Nijmegenaren hun ideeën over een nieuw cultuurbeleid in Nijmegen kenbaar konden maken, heeft de Raad de cultuurvisie 20122016 vastgesteld. We hebben een meerjarige budgetsubsidiebeschikking opgesteld met Museum het Valkhof en een éénjarige met de Keizer Karel Podia en het Natuurmuseum. De nieuwbouw van het poppodium Doornroosje aan het Stationsplein is gestart; de geplande oplevering is medio 2014. Ook hebben we plannen ontwikkeld om concertgebouw de Vereeniging te revitaliseren. Met alle grote instellingen hebben we minimaal één bestuurlijk overleg gevoerd waar behalve verantwoording over de geleverde prestaties ook Cultural Governance op de agenda stond. Alle instellingen voldoen aan deze code volgens het principe ‘pas toe of leg uit’. Over de exacte invulling van de bezuinigingen is nog geen consensus. In de Kunst- en Cultuurvisie staat het begrip ketensamenwerking centraal. We onderscheiden vijf culturele ketens: literatuur, beeldende kunst, muziek, film &
95
media en theater & dans. Daarbinnen garanderen we een aantal functies voor de stad: kunst- en cultuureducatie, productie, presentatie en facilitering. De ketens bestaan niet alleen uit de grote instellingen, maar zij krijgen via de budgetsubsidie de rol van ketenintendant. Voor cultuureducatie is de Lindenberg intendant. Met het aanscherpen van doelstellingen willen we cultureel ondernemerschap bevorderen, wij zijn faciliterend. Kwatta, Music Meeting en de Wintertuin ontvingen in 2012 voor het laatst subsidie vanuit de landelijke Basis Infra Structuur (BIS). Music Meeting en de Wintertuin hebben een aanvraag ingediend en gehonoreerd gekregen bij de fondsen, Kwatta bij de provincie Gelderland. De ontzameling van de gemeentelijke collectie moderne kunst hebben we afgerond. In een voorspoedig verlopen traject hebben we een onoverzichtelijke collectie van ongeveer 3.700 werken door verkoop en schenking gereduceerd tot een hoogwaardige kerncollectie van ongeveer 1000 werken voor gemeentelijke panden. Alle externe bruikleen hebben wij beëindigd. Culturele instellingen hebben over het geheel genomen het gewenste aantal bezoekers gerealiseerd. We hebben met hen scherpe afspraken gemaakt over de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een bruisend cultureel veld. Samenwerking tussen de verschillende podia is belangrijk om de culturele basisinfrastructuur te behouden en te versterken. Het gaat hierbij om de Lindenberg inclusief het Lindenberg Theater, de Keizer Karel Podia, Lux, Museum Het Valkhof, de Openbare Bibliotheek en Doornroosje. Het MuZIEum is nu gevestigd in de kelderverdieping van de Schouwburg. De Openbare Bibliotheek Gelderland Zuid heeft zes Nijmeegse vestigingen gesloten. Om de bibliotheekfunctie in de wijken te behouden heeft de OBGZ het project Bibliotheek op School (BoS) gestart met zeven BoS-vestigingen. Wij zorgen voor een omgeving waarin kunstenaars en productiegezelschappen inspiratie vinden. We ondersteunen vijf instellingen van beeldende kunst en het Besiendershuis (Artist in Residence). We stimuleren samenwerking tussen instellingen onderling en met andere partners in de stad wordt. Deelname aan cultuureducatie en/of amateurkunst maakt cultuur zichtbaar en bereikbaar voor de Nijmeegse inwoners. Ruim eenderde van de volwassen Nijmegenaren is in de vrije tijd bezig met een of meer kunstzinnige activiteiten.
96
Indicatoren Ontspanning, ontplooiing en ontmoeting door cultuur 1.1 Aantal culturele evenementen
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
37
25
27
530.000
nog niet bekend
1.2 Aantal bezoekers gesubsidieerde podia 1.3 Aantal bezoekers musea 1.4 Aantal bezoekers culturele evenementen 1.5 Aantal bezoekers bibliotheek
Realisatie 2012
101.000
125.000
120.000
300.000
225.000
nog niet bekend 789.001
935.435
1.102.000
1.6 Aantal bij De Lindenberg ingeschreven cursisten - jeugd tot 18 jaar
1.722
1.745
1.643
1.7 Aantal bij De Lindenberg ingeschreven cursisten - 19 jaar en ouder
2.188
2.207
1.968
1.9 Aantal gesubsidieerde amateurorganisaties 1.9 Aantal gesubsidieerde amateurvoorstellingen Bevorderen cultureel productieklimaat 2.1 Aantal gesubsidieerde organisaties kunsten 2.2 Aantal act./proj. op het terrein van de kunsten 2.3 Aantal kunstopdrachten in de openbare ruimte: het gaat hier om de
91
120
100
340
400
375
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
7
6
9
68
55
75
3
6
2
186
125
188
8
12
8
discipline beeldende kunst 2.4 Aantal ateliers 2.5 Aantal oefenruimten
97
Financiën Programma Cultuur x ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
13.416
13.515
13.420
95
1.326
1.501
1.372
129
Cultuureducatie en amateurkunst
4.940
4.940
4.878
62
Totaal lasten programma
19.682
19.956
19.670
286
Financiële lasten per product
Culturele infrastructuur Ontwikkeling van de Kunsten
Financiële baten per product
Culturele infrastructuur Ontwikkeling van de Kunsten Cultuureducatie en amateurkunst
71
121
110
-11
186
360
436
75
7
10
10
0
264
491
556
65
19.418
19.465
19.114
351
19.600
19.415
19.064
351
F004 1%-regeling Beeldende Kunst
0
59
59
0
Totaal storting
0
59
59
0
Totaal baten programma Totaal programma Voor en na eerste winstbestemming x ¤ 1.000 Voor bestemming Mutatie reserve
STORTING
ONTTREKKING F004 1%-regeling Beeldende Kunst
175
0
0
0
7
10
10
0
182
10
10
0
-182
50
50
0
19.418
19.465
19.114
351
F046 Reserve afschrijving Totaal onttrekking Totaal mutatie reserve Saldo na eerste winstbestemming
In 2012 is een start is gemaakt met de voorbereidingen van de aanschaf van een kunstwerk, maar de feitelijke aanschaf zal in 2013 plaatsvinden. Hierdoor is er ¤ 121.000 aan budget nog niet uitgegeven. Conform bestendige gedragslijn zullen wij bij de vaststelling van de jaarrekening 2012 voorstellen om deze middelen via de 2e winstbestemming toe te voegen aan de reserve 1% regeling beeldende Kunst Verder zijn we terughoudend omgegaan met de verstrekking van subsidies aan diverse instellingen. Daarnaast zijn als gevolg van diverse oorzaken , zoals o.m. geen verstrekking van de Cultuurprijzen 2012, de lagere verstrekking van subsidies in de amateurkunst, de beëindiging van de subsidierelatie met Stg. Pan, terugloop van aanvragen van a-structurele subsidies, de werkelijk verstrekte subsidies met een bedrag van ¤ 225.000 achter gebleven bij de dynamische begroting. Reden 98
voor de terughoudende toekenning van subsidies aan instellingen was de geplande herhuisvesting en samenwerkingsplannen met LUX van RTV Nijmegen 1 De hiermee gerelateerde kosten werden ingeschat op ¤ 175.000. De uitwerking van de plannen en daarmee gepaard gaande besluitvorming heeft niet meer in 2012 plaatsgevonden, waardoor de middelen niet tot besteding zijn gekomen. Ook hiervoor zullen we bij de vaststelling van de jaarrekening 2012 een voorstel doen om via de 2e winstbestemming het bedrag van ¤ 175.000 in 2013 in te kunnen zetten voor de verhuizing en herhuisvesting van RTV Nijmegen 1. De herhuisvesting en samenwerking met Stg. Lux is een voorwaarde voor het bestaansrecht van RTV Nijmegen 1.
99
Mobiliteit Wij willen met een betrouwbare lokale en regionale bereikbaarheid van Nijmegen een bijdrage leveren aan de economische vitaliteit van de stad. Ook streven we naar voldoende en toegankelijke parkeergelegenheid en zo hoog mogelijke verkeersveiligheid. We stimuleren fietsgebruik in de stad, hoogwaardig openbaar vervoer en een goede doorstroming voor de auto op hoofdroutes. Wat hebben we bereikt? De autobereikbaarheid van de stad is ongeveer gelijk gebleven, al bracht de aanleg van de A50 af en toe vertragingen met zich mee. Dit bewijst eens te meer de kwetsbaarheid van het wegennet, dat robuuster wordt na oplevering van de stadsbrug. Het wordt steeds moeilijker de bestaande kwaliteit van bereikbaarheid te handhaven. De gemeten reistijd is met 3% toegenomen, mede door werkzaamheden aan de Neerbosscheweg (Gaziantep-rotonde) en de tijdelijke afsluiting van dit traject. Hierdoor is ook de betrouwbaarheid van de reistijd afgenomen. In regionaal verband hebben we meegewerkt aan het programma Beter Benutten, waarmee we ook belangrijke subsidies voor Nijmegen hebben verkregen. Verder hebben we onze bereikbaarheidscoördinatie verder geïmplementeerd en verankerd, zowel regionaal als in onze eigen grote projecten. Wij hebben een pilot ‘autovrije zones’ uitgevoerd bij een aantal scholen. Wij hebben de Parkeernota Kiezen en Delen vastgesteld, onder andere gebaseerd op de resultaten van klankbordgroepen met partners in de stad en de bijdragen van honderden actief meedenkende Nijmegenaren. In de nota stellen we maatregelen voor om de gastvrijheid en bereikbaarheid van de Nijmeegse parkeervoorzieningen te bevorderen en om de leefbaarheid in wijken op niveau te houden. Wij streven naar één parkeerplaats voor ieder woonadres en naar een passend parkeeraanbod voor forens, ondernemer of bezoeker van onze stad. Er waren problemen met de nieuwe parkeerautomaten. Sinds oktober draait de automaat redelijk stabiel en is er geen extra personeel meer nodig, over de oplevering onderhandelen we nog. Beleidsmatig stond het jaar in het teken van het nieuwe beleidskader: de Parkeernota 2013-2017. De tarieven voor 2013 zijn vastgesteld, er is een oplopend parkeertarief om te stimuleren dat er meer op afstand van het centrum wordt geparkeerd. De betaaltijden in en rond het centrum zijn uitgebreid en de avond- en nachttarieven in de parkeergarages verlaagd. De parkeervergunningprocedures zijn voorbereid op digitalisering en deregulering. Er zijn geen nieuwe betaald parkeergebieden ingericht; evaluaties naar eerder ingevoerde parkeergebieden in Nijmegen Oost en Heyendaal-zuid laten tevredenheid over het beleid zien. De wegen in Nijmegen moeten voldoen aan de criteria van Duurzaam Veilig, 100
het aantal verkeersdoden en ongevallen in het verkeer moet zoveel mogelijk omlaag. Alle basisscholen zijn zoals ieder jaar uitgenodigd om deel te nemen aan verkeerseducatieprojecten in het kader van het meerjarig project Gouden Zebra, circa een kwart heeft meegedaan. Bij drie scholen zijn ook kleinschalige fysieke maatregelen uitgevoerd. We hebben diverse verkeerscampagnes georganiseerd en bij verschillende onderhoudsprojecten verkeersveiligheidsmaatregelen doorgevoerd. In een integraal overleg tussen wijkbeheer en mobiliteit worden vragen van wijkbewoners over verkeersveiligheid behandeld en problemen opgelost. Wij streven naar een absolute groei van het openbaarvervoergebruik. In december is de nieuwe openbaarvervoerconcessie van start gegaan met de nieuwe vervoerder Hermes. Dit ging gepaard met de grootste lijnwijzigingen in tien jaar. Voor die nieuwe dienstregeling hebben we diverse nieuwe haltes aangelegd, er is een keervoorziening in Lindenholt West gekomen, we hebben een busbaan op de Burgemeester Daleslaan gerealiseerd en er is een nieuwe bushalte voor lijn 10 op het stationsplein van het Centraal Station gekomen. Medio 2012 heeft de raad een besluit genomen over het Hoogwaardig Openbaar Vervoer: het tracé is vastgelegd en een stappenplan voor de uitvoering vastgesteld. We hebben een aantal belangrijke infrastructurele maatregelen voorbereid, de Stadsregio Arnhem Nijmegen subsidieert de uitvoering in 2013 voor 90%. Omdat we veel tijd hebben gestoken in het tracé Waalsprong – centrum – Heyendaal, zijn de HOV-trajecten Nijmegen – Beuningen en Nijmegen – Malden in 2012 blijven liggen. Nijmegen heeft gekozen voor HOV bus en zal de systeemsprong pas op langere termijn realiseren. We hebben voorbereidingen getroffen voor een P&R-terrein of transferium bij de ‘Poort Neerbosch’ en daarvoor interne en externe financiering verworven. Uitvoering start in de tweede helft van 2013. Ook zijn de mogelijkheden voor een (fiets)transferium aan de zuidwest kant van Nijmegen verkend. We hebben overlegd over een definitieve oplossing voor het transferium Waalsprinter, maar nog geen besluiten genomen. Er zijn voorbereidingen getroffen voor de tweede tranche van DRIS (Dynamisch Reizigers Informatie Systeem). De locaties zijn bepaald, plaatsing gebeurt begin 2013. De uitvoering van station Lent is inmiddels gestart, de opening staat gepland voor december 2013. Ingebruikname van station Nijmegen Goffert is gepland in december 2014. In 2012 hebben wij opnieuw belangrijke stappen gezet voor een netwerk van hoogwaardige snelfietsroutes, conform de nota Nijmegen Duurzaam Bereikbaar. Het oostelijk RijnWaalpad, van Waalbrug via Lent naar Ressen is afgerond. Dit is een nieuwe regionale fietsverbinding. Ook het Notenlaantje (Laauwik), de Visveldsestraat, het fietspad door de Landschapszone en de over de Zwarte weg zijn onderdeel van de snelfietsroute. De voorbereiding en aanbesteding voor de nieuwe fietsbrug over de Graaf Alardsingel is afgerond, we kregen daarvoor een aanvullende cofinancieringstoezegging van ruim ¤ 1,1 miljoen euro. Het project is gereed voor openstelling van 101
stadsbrug De Oversteek. Het RijnWaalpad is een voorbeeldproject met landelijke exposure en een rijksbijdrage van ¤ 5 miljoen euro. Langs de St. Annastraat hebben wij in het kader van de snelfietsroute Nijmegen-Malden twee kilometer fietsstraat aangelegd. Aan de snelfietsroute Nijmegen-Beuningen, onderdeel van ons coalitieakkoord is 2,7 kilometer nieuwe, comfortabele fietsroute toegevoegd. Veel energie hebben we gestoken in het nieuwe fietstransferium naast het station, onderdeel van het plan Doornroosje. Daar komen zo’n 3.500-4.000 fietsenparkeerplaatsen, Prorail draagt ¤ 2,25 miljoen bij aan het project en de Stadsregio naar verwachting zo’n ¤ 1,5 miljoen. Wij hebben extra bewaakte fietsenstallingen in het centrum gerealiseerd tijdens de piekmomenten. Indicatoren Vergroten bereikbaarheid en doorstroming
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
1.1a Knooppunt Ressen - Keizer Karelplein
12 (4)
12 (4)
12 (5)
1.1b Keizer Karelplein - Knooppunt Ressen
9 (1)
9 (1)
9 (2)
1.1c Keizer Karelplein - Goffert
6 (1)
6 (1)
6 (1)
1.1d Goffert - Keizer Karelplein
6 (2)
6 (2)
7 (2)
1.1e Goffert - knooppunt Neerbosch
6 (1)
6 (1)
6 (3)
1.1f knooppunt Neerbosch - Goffert
5 (1)
5 (1)
5 (4)
1.1 Gemiddelde reistijd tijdens de spits (tussen haakjes:variatie in reistijd) in minuten (*)
1.1g Goffert - knooppunt Lindenholt
7 (1)
7 (1)
7 (1)
1.1h knooppunt Lindenholt - Goffert
6 (1)
6 (1)
6 (1)
5,9
onbekend
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
2.1a Straatparkeren (1.1)
3.400
3.200 (1.4)
3.200 (1.4)
2.1b Garageparkeren (1.1)
2.400
2.160 (1.6)
2.400 (1.6)
550 (1.11)
550 (1.11)
74%
74%
1.200 (2.4)
1.010 (2.4)
1.2 Waardering bezoekers bereikbaarheid van de stad (**) Kwaliteit, kwantiteit en gebruik parkeervoorzieningen 2.1 Parkeeraanbod Centrum (1.1)
2.1c Transferia 2.2 Piekbezettingsgraad Centrum (2.1) 2.2a Straatparkeren (2.2) 2.2b Garageparkeren (2.3)
1.381
2.3 Betalingsgraad (3.1)
95%
2.3a Kortparkeren
80%
94%
2.3b Inclusief vergunningen
92%
94%
95%
2.4 Tevredenheid parkeren (4)
n.t.b.
5,6
onbekend
Verkeersveiligheid
95%
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
3.1 Aantal doden in het verkeer (*)
n.t.b.
3
5
3.2 Aantal ongevallen met ziekenhuisopname
n.t.b.
59
onbekend
102
Stimuleren deelname openbaar vervoer
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
4.1 Aandeel OV in woon-werkverkeer (1) 4.2a Binnen Nijmegen (2)
4%
4%
4%
4.2b Aandeel OV binnenstadsbezoek (2)
21% (2010)
22%
22%
4.2c Tevredenheid openbaar vervoer (3)
83%
90%
niet bekend
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
5.1. Aandeel fiets in woon-werkverkeer in de stad (1)
64%
onbekend
5.2 Aandeel fiets in het binnenstadbezoek (2)
61%
onbekend
5.3 Waardering bereikbaarheid fiets (3)
7,8
onbekend
5.4 Waardering fietsstalling (4)
6,9
onbekend
Stimuleren fietsgebruik
Financiën Programma mobiliteit x ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
Openbaar vervoer
2.521
Parkeren + regulering
12.161
2.209
2.189
20
11.759
11.691
68
Financiële lasten per product
Verkeer
1.810
2.250
2.360
-110
16.492
16.218
16.240
-22
Openbaar vervoer
1.030
1.170
1.178
7
Parkeren + regulering
15.251
13.532
13.081
-451
0
110
221
111
16.281
14.812
14.480
-332
211
1.406
1.760
-354
298
1.493
1.847
-354
F022 Saldireserve
313
313
313
0
F047 Reserve parkeerbijdrage
100
100
100
0
Totaal storting
413
413
413
0
F022 Saldireserve
500
500
500
0
Totaal onttrekking
500
500
500
0
Totaal mutatie reserve
-87
-87
-87
0
Saldo na eerste winstbestemming
211
1.406
1.760
-354
Totaal lasten programma Financiële baten per product
Verkeer Totaal baten programma Totaal programma Voor en na eerste winstbestemming x ¤ 1.000 Voor bestemming Mutatie reserve STORTING
ONTTREKKING
103
Het nadeel wordt veroorzaakt door achterblijvende opbrengsten parkeerautomaten en kassa’s van ¤ 3,8 ton. In de najaarsnota 2012 hebben we al een tegenvaller op de parkeerinkomsten van ¤ 1,7 miljoen. geboekt. In deze nota hebben we gewaarschuwd voor een hoger tekort. We hebben aangegeven dat de inkomsten in de maand september nog geen stijgende lijn vertoonden waardoor het nadeel mogelijk hoger zou uitvallen. Ook in het laatste kwartaal van 2012 zijn de parkeeropbrengsten bij de begroting achtergebleven. Achterblijvende opbrengsten van de Keizer Karel garage en de voortdurende effecten van de crisis zorgen voor het extra tekort.
Onderwijs Wij werken in de stad samen met ouders, schoolbesturen en instellingen aan goede opvang- en onderwijsvoorzieningen. We bevorderen de ontwikkeling en ontplooiing van talenten van Nijmeegse kinderen, bijvoorbeeld door kinderen en jongeren met leerachterstanden extra te ondersteunen op het gebied van taal. Brede Scholen bieden extra activiteiten voor kinderen en ouders op het gebied van cultuur, sport, opvoedingsondersteuning en zorg. Voor jonge kinderen met lage startkansen zorgen we voor extra taalstimulering die doorloopt van voorschool tot vroegschool. Samen met de schoolbesturen voortgezet onderwijs en ROC voorkomen we schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten zoveel mogelijk. We handhaven de leerplicht en hebben zorg voor risicoleerlingen en overbelaste leerlingen. Jongeren zonder startkwalificatie plaatsen we zoveel mogelijk terug in het reguliere onderwijs en waar dat niet mogelijk is bieden we hen een aangepast onderwijsprogramma op het Flex College. Samen met het programma Zorg en Welzijn leveren we een bijdrage aan de zorgstructuur op de scholen. Volwassenen met een laag opleidingsniveau krijgen de mogelijkheid om alsnog een diploma te behalen in het volwassenenonderwijs. Wat hebben we bereikt? Op diverse plaatsen in de stad zijn (her)ontwikkelingsprojecten van schoolgebouwen in gang gezet. De Talita Koemi-school aan de Burgemeester Daleslaan is in gebruik genomen. Vervangende nieuwbouw van de Prins Mauritsschool in Zwanenveld is gestart, evenals de nieuwbouw van het Montessoricollege op de Kwakkenberg. De opname van twee locaties van Aquamarijn in het Voorzieningenhart Waterkwartier is voorbereid. Het Flexcollege is verhuisd naar de Streekweg, Kristallis huurt de voormalige locatie van het Flexcollege aan de Hatertseweg. In Nijmegen Noord is de nieuwbouw van het Citadel College gereedgekomen. We deden een haalbaarheidsonderzoek en een locatiestudie voor de nieuwbouw van een basisschool in Lent-Oost. Met de schoolbesturen is een monitor doordecentralisatie gerealiseerd, die als opmaat dient voor de evaluatie in 2013. We hebben de omvorming van het peuterspeelzaalwerk in gang gezet. Per 1 januari 2013 104
starten de peuterarrangementen en op 1 augustus op zestien locaties het vernieuwde beleid in voor- en vroegschoolse educatie (VVE). We hebben onze kwantitatieve doelstelling gerealiseerd en de onderwijsinspectie heeft de kwaliteit van onze VVElocaties als voldoende beoordeeld. We hebben stappen genomen om meer peuters te bereiken, het aantal is nu met 476 iets onder onze ambitie. Daarnaast is gewerkt aan kwaliteitsconvenant tussen alle kinderopvanginstellingen en de gemeente Nijmegen. In het basisonderwijs krijgen 185 kinderen extra taalstimulering met een schakelklas, in het voortgezet onderwijs zitten tussen de 80 en 100 kinderen in de Internationale Schakelklas (ISK) aan de Akkerlaan. De afgesproken prestatie van tweehonderd kinderen wordt dus ruim behaald. De uitvoering van het beleid gemengde scholen hebben we verbeterd, de overdracht van een aantal uitvoerende taken naar de schoolbesturen is in gang gezet. Het aantal brede scholen is conform de planning. De stuurgroep Brede Scholen heeft een projectplan vastgesteld, we streven naar 25 brede scholen in 2015. Het ministerie van SZW en OCW heeft ons uitgekozen om samen met Zaanstad en Wijchen mee te doen aan de pilot Gemeente Brede Dag Arrangementen. We krijgen ondersteuning bij de uitvoering, landelijke PR en hulp bij het oplossen van knelpunten. Via het bestuursakkoord G33 hebben we middelen van het rijk ontvangen voor het verbeteren van kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie en het uitbreiden van het aantal schakelklassen. Het voorlichtingsproject over seksuele diversiteit is geëvalueerd. School’s Out heeft succesvol gewerkt en wordt voor de komende drie jaar voortgezet. De tolerantie onder scholieren ten opzichte van holebi’s is duidelijk toegenomen, zo blijkt uit het E-movo onderzoek onder jongeren. Het afgelopen jaar hebben wij ons ingezet om samen met de onderwijsinstellingen in het voortgezet onderwjis en het MBO een nieuw convenant met het Rijk af te sluiten voor continuering van de aanpak voortijdig schoolverlaten (VSV) in de periode 20122015. Met positief resultaat, de middelen zijn verkregen. We hebben afspraken gemaakt over maatwerktrajecten voor jongeren om hen in staat te stellen een diploma te halen en te voorkomen dat zij zonder startkwalificatie de school verlaten. Met onze VSV-monitor kunnen we meer systematisch zicht krijgen op de problematiek en beter bijsturen. Het Flex College biedt een belangrijke meerwaarde in de strijd tegen voortijdige schooluitval.De subsidie voor het samenwerkingsverband VO-ROC kan verder omlaag, de scholen ontvangen een structurele vergoeding voor Plusvoorzieningen waarmee de subsidie verrekend kan gaan worden. Vanuit het jongerenloket hebben wij ons ingezet om voortijdige schoolverlaters weer naar de opleiding te krijgen of aan het werk. In de week van de alfabetisering heeft het ROC Nijmegen samen met de gemeente en andere partners diverse activiteiten georganiseerd. Wij zijn begonnen aan een plan van aanpak voor laaggeletterdheid.
105
De formatie van het bureau Leerplicht is op peil gebracht en we hebben de efficiëntie verhoogd. Wij voldoen aan de minimale eisen van de Ingradonorm, maar zien dat de druk op het bureau stijgt door het fors toenemende aantal meldingen. Bureau Leerplicht heeft de samenwerking met de scholen verder ontwikkeld, o.a. met het opstellen van verzuimprotocollen. Indicatoren Zorgplicht onderwijshuisvesting
Realisatie 2011
1.1 Aantal huisvestingsvergoedingen aan schoolbesturen
Doelstelling2012
Realisatie 2012
13
13
13
98,5%
92,3%
91,8%
1
3
3
0
0
1
1
0
0
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
369
500
476
85%
85%
nnb
205
200
265
12
12
12
2.5 Cursisten volwasseneneducatie
600
700
641
2.6 % leerlingen naar dichtbije basisschool
70%
80%
69%
50%
75%
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
1,2%
1,2%
1,2%
12,3%
9,9%
2,3%
Realisatie 2011
Doelstelling 2012
Realisatie 2012
1.2 % leerlingen met doordecentralisatie 1.3 Aantal gerealiseerde nieuwbouwscholen die zijn doorgedecentraliseerd 1.4 Aantal gerealiseerde nieuwbouwscholen in NijmegenNoord 1.5 Aantal uitbreidingen/renovaties Ontwikkelingskansen 2.1 Aantal peuters van 2 en 3 jaar dat deelneemt aan vve 2.2 % 2/3 jarigen op kindercentra 2.3 Totaal aantal kinderen schakelklas 2.4 Aantal brede scholen
2.7 Bereik voorlichting seksuele diversiteit Voortijdig schoolverlaten 3.1 % VSVers in het VO 3.2 % VSVers op het MBO Leerlingenvervoer 4.1 Aantal aanvragen leerlingenvervoer 4.2 % ouders dat een klacht indient 4.3 Aantal gegronde bezwaren 4.4 Klanttevredenheid
106
650
800
nnb
7,4%
10%
nnb
10
5
nnb
89%
95%
nnb
Financiën Programma Onderwijs x ¤ 1.000
Begroting primitief 2012
Begroting dynamisch 2012
Rekening 2012
Verschil Bdyn - rek
Financiële lasten per product Zorgplicht onderwijshuisvesting
17.061
17.507
17.518
-11
Stimuleren ontwikkelingskansen
12.972
13.859
12.866
993
Bestrijden voortijdig schoolverlaten
2.554
2.555
2.535
20
32.587
33.922
32.919
1.003
Zorgplicht onderwijshuisvesting
55
55
68
14
Stimuleren ontwikkelingskansen
3.767
4.722
3.743
-979
Bestrijden voortijdig schoolverlaten
1.106
1.132
1.130
-2
Totaal baten programma
4.928
5.909
4.941
-967
Totaal programma
27.659
28.013
27.978
35
27.743
28.097
28.062
35
F022 Saldireserve
40
40
40
0
F029 Reserve onderwijshuisvesting
44
44
44
0
Totaal onttrekking
84
84
84
0
Totaal lasten programma Financiële baten per product
Voor en na eerste winstbestemming x ¤ 1.000 Voor bestemming Mutatie reserve ONTTREKKING
Totaal mutatie reserve Saldo na eerste winstbestemming
-84
-84
-84
0
27.659
28.013
27.978
35
107
4
Paragrafen
108
Paragrafen
4.1. Investeringen Investeringen en planexploitaties is het vehikel waarmee in de stad verandering, verbetering en vernieuwing kan worden gecreëerd. Het is praktijk dat in de gemeentelijke planexploitaties ook investeringen worden uitgevoerd. Wanneer een gebied ontwikkeld wordt, zijn daar ook vaak investeringen mee gemoeid en deze worden dan meegenomen in de totale uitvoering. Investeringen die in 2012 via de uitvoering planexploitaties lopen, zijn Station Lent en de Fietstunnels (Waalsprong), Noord-Oost Kanaalhavens ofwel de ventweg (planexploitatie Stadsbrug), het Voorzieningenhart Waterkwartier en Doornroosje. Vaak worden deze investeringen pas bij gereedkomen met het krediet verrekend, zodat pas aan het eind van de bouwperiode het budget in één keer wordt afgerekend en de investering overgedragen wordt naar de reguliere stadsbegroting. De Keizer Karelgarage was opgenomen in een planexploitatie en was niet als afzonderlijk krediet gevoteerd. Wel is bij raadsbesluit van 27 mei 2008 de planexploitatie waarin de Keizer Karelgarage was opgenomen vastgesteld. In juli 2012 is deze garage feestelijk opgeleverd en ondergebracht bij Programma Mobiliteit. Grotere investeringen die via de afdeling Vastgoed worden uitgevoerd zijn de Brandweerkazerne Noord, de Sporthal Citadel, Sportpark Brakkenstein en aanpassingen aan wijkcentrum Hatert. De eerste twee zijn zo goed als afgerond en het overschot op de Sporthal Citadel blijft beschikbaar voor binnensportaccommodaties. Dit betreft aanpassingen in bestaande accommodaties Jan Massinkhal, sporthal Neerbosch109
Oost, de Horstacker en de Ark van Oost. De wat kleinere investeringen betroffen aanpassingen in het gemeentelijk vastgoed en sportaccommodaties. Andere investeringen waren onder meer de vervanging van de parkeerapparatuur, het selectieve toegangssysteem voor de binnenstad, het afhandelen van het project ringstraten, de start van het vervangen van de damwand Waalkade, baggeren van de havens, investeringen in woonomgevingsverbetering, bedrijfsinvesteringen en het gemeentelijk rioleringsplan.
110
programma
Krediet ten behoeve van investering
1021 Wonen
Masterplan Oude Stad
477
0
0
477
0
1023 Groen & Water
Park West- Noordelijk deel
1.201
1.279
0
-78
0
0
Valkhofpark/Hunnerpark
1.658
1.685
3
0
1.652
0
Landschapsontwikkelingsplan Park Lingezegen Goffertpark
Totaal Krediet
1041 Economie & Toerisme
Nog te ontvangen (subidies/ bijdragen)
Nog beschikbaar Budget 2013 - 2016
Vrijval
600
416
154
0
29
0
2.192
35
-222
419
0
300
0
19
0
281
0
467
496
Gemeentelijk Rioleringsplan
20.913
3.941
16.971
Station Lent
3.000
0
3.000
Noord-Oost Kanaalhavens
2.000
1.000
0
Waalkade
12.488
665
1.013
0
Opknappen Ringstraten 1043 Fac. Diensten
Realisatie 2012
2.423
Woonomgevingverbeteringen 1032 Grondbeleid
Uitgaven vorige jaren
1.000 10.810
0
1.573
1.602
-294
0
0
265
Baggeren Havens
2.700
-10
85
0
2.625
0
Brandweerkazerne Noord
3.600
1.603
1.692
303
0
Sportpark Brakkenstein
2.100
959
1.118
0
22
Vastgoed
1.909
0
1.484
425
0
Gemeentelijk Accomodaties
750
0
753
0
0
1051 Zorg & Welzijn
Centra Jeugd en Gezin
405
15
263
0
125
1052 Sport
Nieuw Zwembad Oost
8.300
8.064
81
154
0
Ondersteuning Quick
1.000
31
623
345
0
Sporthal Citadel
6.000
846
3.931
223
0
VZH Waterkwartier
4.000
582
10
3.398
0
40
0
0
0
40
1.250
53
634
563
0
1063 Wijken
Wijkcentrum Heseveld Actieplan Hatert 1071 Cultuur 1072 Mobiliteit
Nieuwbouw Doornroosje
12.537
47
0
12.490
0
Keizer Karel Podia
1.500
n.v.t.
5
1.495
0
Ophogen Bushaltes
163
975
-666
-331
185
0
Rondje Heijendaal
1.165
1.969
-989
-47
0
0
756
372
444
0
0
-56
Selectief Toegangssysteem HOV
2.172
1.960
29
-906
723
0
Doorsteek Visveld
35
139
25
-186
315
0
P+R Waalsprinter
700
999
-146
-395
242
0
-763
6.765
0
3.015
0
Fietstunnels Waalsprong
7.318
602
713
Groene Route
3.000
0
-15
Fiets
6.852
7.636
89
-1.300
448
0
Parkeren vervangingsinvesteringen
4.445
3.076
577
0
734
56
0
0
22.500
0
0
0
Aanpassen schoolgebouwen
6.142
6.128
28
0
2
Basisschool Visveld
5.500
0
0
5.500
0
Bedrijfsinvesteringen diversen
3.562
1.425
1.486
22
265
144
2.096
378
Keizer Karel Garage 1073 Onderwijs Bedrijfsinvesteringen
Bedrijfsinvesteringen Brandweer Bedrijfsinvesteringen Kwaliteitsplan Eindtotaal
137.362
111
44.885
40.582
142 -4.228
1.199
0
77.272
618
4.2 Lokale heffingen Deze paragraaf bevat informatie op hoofdlijnen over het gevoerde beleid en wat dit voor de lokale belastingplichtige betekende. Per belastingsoort is er een opgave van gerealiseerde opbrengsten welke worden afgezet tegen de raming in de Stadsbegroting 2012-2015. Daarnaast geven wij informatie over het gevoerde kwijtscheldingsbeleid.
DE WOONLASTEN Het Coelo (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) heeft in 2012 een overzicht Kerngegevens Belastingen Grote Gemeenten uitgebracht, waarin de woonlasten van 35 grote gemeenten in kaart zijn gebracht en zijn vergeleken. Onder woonlasten werd in dit verband verstaan de OZB van een woning met een gemiddelde WOZ-waarde en Rioolheffing en Reinigingsheffing op basis van een meerpersoonshuishouden. Op basis van de Coelo overzichten hebben wij de duurste en goedkoopste gemeenten van de afgelopen jaren naast elkaar gezet. Ook geven wij aan wat de plaats van Nijmegen op de ranglijst is en wat onze woonlasten in het betreffende jaar zijn. COELO OVERZICHT GEMIDDELDE WOONLASTEN GROTE GEMEENTEN 2009-2012 Bedragen in ¤’s Duurste gemeente
2009
2010
2011 ¤ 731
Groningen Utrecht
2012 ¤ 769
Emmen ¤ 718 ¤ 698
Zaanstad Nijmegen
¤ 638
¤ 594
¤ 626
¤ 654
Rangorde
(14)
(28)
(25)
(22)
Goedkoopste gemeente
2009
2010
2011
2012
Alkmaar
¤ 473
¤ 480
¤ 526
¤ 542
Woningen Voor eigenaren van woningen stond Nijmegen in 2012 bij de woonlasten landelijk gezien op de 22e plaats van boven met ¤ 654,03 aan woonlasten. Dit betekent dat er 21 steden duurder zijn. Gemiddeld bedroegen de woonlasten in de grote gemeenten ¤ 659. Dat is 2,3 procent (15 euro) meer dan het jaar er voor. Met onze woonlasten zaten we hiermee onder het landelijk gemiddelde. Voor gebruikers van woningen, de huurders, stond Nijmegen qua woonlasten op de laatste plaats van de 35 onderzochte gemeenten. Dit komt doordat we, ondanks de verhoging van de kostendekkendheid, een laag tarief Afvalstoffenheffing hadden in 2012. 112
Bedrijven Het Coelo heeft voor eigenaren van bedrijven onderzoek gedaan naar de hoogte van het OZB‐tarief eigenaar en gebruiker en naar het tarief Rioolheffing. Omdat de heffingsgrondslag van Rioolheffing tussen de verschillende steden erg verschillend is, heeft Coelo geen overzicht van de rangorde tussen de steden onderling gegeven. Uit het OZB overzicht 2012 blijkt dat Nijmegen ‐ net als in 2011 ‐ voor eigenaren van niet‐ woningen met 0,40590% het hoogste OZB‐tarief had. Sittard Geleen stond‐ ook net als in 2011 ‐op de 2e plaats. Voor gebruikers van niet‐woningen had Leiden met 0,35128% ‐ evenals als het jaar er voor ‐ het hoogste tarief en stond Nijmegen op de 2e plaats. Meer informatie over het Coelo‐overzicht 2012 is terug te vinden op www.coelo.nl. Onderstaand behandelen we de woonlasten per belastingsoort. Onroerende zaakbelasting De OZB wordt conform wetgeving opgelegd naar een percentage van de WOZ waarde. Voor de WOZ waarde wordt de waardepeildatum van 1 januari van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar gehanteerd. Voor belastingjaar 2012 is deze peildatum dus 1 januari 2011. Voor de op te leggen aanslag OZB is de situatie op 1 januari van het betreffende belastingjaar bepalend. In het kader van de herwaardering WOZ 2012 zijn er 88.751 WOZ‐beschikkingen afgegeven. Naar aanleiding van deze beschikkingen zijn er 3096 WOZ bezwaarschriften binnengekomen. Procentueel uitgedrukt is er tegen 3,49% van de opgelegde beschikkingen bezwaar ingediend. Van deze bezwaren is 27,65% geheel of gedeeltelijk gegrond verklaard. Wij zijn in staat geweest om 97,8% van de WOZ bezwaren in 2012 af te handelen. Van de nog niet afgedane bezwaren was de wettelijke termijn op 31 december 2012 nog niet verlopen, loopt er nog een beroepsprocedure of is in overleg met de belanghebbende besloten het bezwaar aan te houden. De Waarderingskamer heeft aan ons op 27 december 2011 een goedkeurende verklaring afgegeven, met het predicaat goed (=hoogste score), zodat de waardebeschikkingen Opbrengst OZB
Bedragen x ¤ 1.000
Raming Stadsbegroting 2012-2015
59.058
Begrotingsbehandeling
-
Primitieve begroting 2012
59.058
Voorjaarsnota 2012
-
Najaarsnota 2012
400
Dynamische Begroting
59.458
Meeropbrengst in Stadsrekening 2012
504
Opbrengst OZB in Stadsrekening 2012
59.962
113
over het belastingjaar 2012 afgegeven konden worden. Bij de najaarsmelding hebben we ten aanzien van de OZB 2012 een meeropbrengst van ¤ 400.000 gemeld, te weten een saldo van een negatief effect van ¤ 300.000 op de OZB woningen 2012 en een positief effect ad ¤ 700.000 op de OZB niet woningen 2012. Rioolheffing Binnen onze gemeente is de rioolheffing voor woningen en niet-woningen een eigenaarheffing. Rioolheffing wordt opgelegd als percentage van de WOZ waarde (tarief 2012 0,0640%). Daarnaast hanteren we een aftoppingsgrens van ¤ 3 miljoen. Dit betekent dat aan rioolheffing per object maximaal ¤ 1.920 is opgelegd. Het aantal objecten in 2012 boven de aftoppingsgrens bedroeg 222. Rioolheffing mag maximaal kostendekkend zijn. Kostendekkend betekent dat de opbrengsten de kosten niet mogen overstijgen. Voor 2012 is het tarief rioolheffing licht gedaald. Het tarief Rioolheffing is tot stand gekomen door een combinatie van een herberekening van het GRP en veranderende WOZ-waarden. De herberekening van het GRP is het gevolg van naar beneden bijgestelde rentelasten en van het feit dat 1/5e deel van de veegkosten doorbelast wordt aan Rioolheffing. De herberekening betreft nadrukkelijk geen inhoudelijke wijziging van het rioleringsbeleid. Op 14 oktober 2009 heeft de gemeenteraad het Gemeentelijk Rioleringsplan Nijmegen 2010-2016 vastgesteld. Dit plan geeft invulling aan de wettelijke gemeentelijk zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater(overlast). Het GRP beschrijft welke activiteiten en hoeveel geld en personeel nodig zijn om deze zorgplichten uit te voeren. Opbrengst Rioolheffing
Bedragen x ¤1.000
Raming Stadsbegroting 2012-2015
11.501
Begrotingsbehandeling
-
Primitieve begroting 2012
11.501
Voorjaarsnota 2012
-
Najaarsnota 2012
-
Dynamische Begroting
11.501
Minder opbrengst in Stadsrekening 2012
-71
Opbrengst Rioolheffing in Stadsrekening 2012
11.430
Afvalstoffenheffing Voor afvalstoffenheffing hanteren wij een gedifferentieerd tarief voor één‐ en meerpersoonshuishoudens. Naast de afvalstoffenheffing kennen wij een tarief voor de groene vuilniszak. Dat tarief was in 2012 ¤ 0,71 per stuk. Sinds 2010 wordt plastic afval apart ingezameld. Dit in het kader van hergebruik van plastic verpakkingsmateriaal. De verstrekking van de zakken voor inzameling van plastic afval is gratis.
114
De kostendekkendheid van de Afvalstoffenheffing is in 2012 verhoogd. Zowel het tarief voor de gebruiker van een pand als het tarief van de groene zak is met meer dan de 2,1% inflatiecorrectie verhoogd. Dit volgens de uitgangspunten zoals in het Coalitieakkoord en de Perspectiefnota verwoord. De afvalstoffenheffing heeft door de stijging van het tarief in 2012 en van de kosten van de groene zak een kostendekkendheidspercentage van 46% bereikt. In de onderstaande tabel geven wij de geraamde kosten en opbrengsten in hoofdlijnen weer. Opbrengst Afvalstoffenheffing
Bedragen x ¤1.000
Raming Stadsbegroting 2012-2015
5.307
Begrotingsbehandeling
-
Primitieve begroting 2012
5.307
Voorjaarsnota 2012
74
Najaarsnota 2012
-200
Dynamische Begroting
5.181
Meeropbrengst in Stadsrekening 2012
65
Opbrengst Afvalstoffenheffing Stadsrekening 2012
5.246
115
Parkeerbelasting Parkeerbelasting wordt geheven in het kader van regulering van parkeren. De gemeentelijke parkeerinkomsten bestaan uit Parkeerbelastingopbrengsten en Privaatrechtelijke opbrengsten. Privaatrechtelijke opbrengsten zijn vooral de opbrengsten die gegenereerd worden op afgesloten parkeerterreinen en parkeergarages. Onze parkeerbelastingverordening maakt onderscheid tussen kort parkeren, parkeervergunningen en naheffingsaanslagen. De tarieven zijn in 2012 vooruitlopend op de nieuwe Parkeervisie met meer dan de inflatiecorrectie verhoogd. Dit was om het tekort in de Perspectiefnota van ¤ 440.000 op te vangen. Het tekort werd enerzijds veroorzaakt door de beleidswijziging ten aanzien van zakelijke parkeervergunningen in 2009 (¤ 260.000) en anderzijds door eerder niet doorgevoerde inflatiecorrecties (¤ 180.000). De tarieven voor bewonersvergunningen, zakelijke vergunningen en abonnementen zijn in 2012 gestegen met een percentage dat ongeveer gelijk is aan de gemeentelijke indexatie. Daarnaast is de Keizer Karelgarage geopend in 2012. Precariobelasting Precariobelasting wordt in rekening gebracht bij degene die bepaalde voorwerpen op, onder of boven de voor openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft. De grondslag is het aantal vierkante meters dat in gebruik is. Het aantal vierkante meters maal het tarief bepaalt de te innen belasting. De opbrengst precariobelasting is onder andere afhankelijk van het aantal evenementen dat plaats vindt. Ook wordt precario geheven over het gebruik van gemeentegrond door bijvoorbeeld aannemers bij bouwactiviteiten en het gebruik van terrassen op gemeentegrond. In 2011 is een beleidswijziging toegepast voor niet culturele commerciële evenementen in de openbare ruimte. In overleg met een aantal organisatoren is besloten dat het aan hen verhuren van een terrein een betere optie is dan het heffen van precariobelasting. Het geeft partijen meer financiële zekerheid en meer flexibiliteit. In 2012 hebben we dit geraamd op ¤ 11.000 aan inkomsten. In 2012 was de verhuuropbrengst ¤ 9.000. Hondenbelasting Hondenbelasting is een algemene belasting voor het houden van 1 of meer honden. Er hoeft dus geen relatie te bestaan tussen de kosten van bijvoorbeeld uitlaatplaatsen of perceptiekosten en de opbrengst. De grondslag is het aantal honden dat een houder heeft. Bij het vaststellen van de hondenbelasting wordt een progressief tarief gehanteerd. Marktgelden De marktgeldverordening is gekoppeld aan de Marktverordening, waarin is opgenomen welke terreinen zijn aangewezen voor het houden van markten. De 116
Marktgeldverordening regelt dat de gebruiker van die terreinen een recht verschuldigd is gedurende de uren dat er markt is. Toeristenbelasting Toeristenbelasting kan worden geheven indien er binnen de gemeente verblijf gehouden wordt door personen die niet als inwoner In de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente zijn ingeschreven. Overige leges en rechten Uitgangspunt in onze gemeente is dat de leges, rechten en tarieven maximaal kostendekkend zijn. Dit wil zeggen dat de op de belastingplichtige te verhalen kosten in de tarieven dienen te worden opgenomen. Hiertoe wordt de gemeentelijke richtlijn Kostentoerekening leges en tarieven gehanteerd. Onze tarieven worden planmatig aan de hand van deze richtlijn getoetst. In 2012 is er een Projectgroep kostentoerekening Leges opgestart. Deze projectgroep beoogt - mede op advies van de VNG - de kostendekkendheid van alle gemeentelijke leges transparant te maken. Nijmegen kent een vijftal verordeningen waarbij de regel geldt dat de geraamde baten niet hoger mogen zijn dan de geraamde kosten. Dit zijn de verordeningen rioolheffing, marktgelden, leges, scheepvaartrechten en de reinigingsheffing. In 2010 is de wet Wabo (Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht) in werking getreden. Deze regeling beperkt de mogelijkheid van kruissubsidiëring en speelt met name een rol bij de legesverordening. In die verordening zijn tarieven opgenomen van allerlei verschillende soorten diensten.
117
Totaaloverzicht belastingopbrengsten 2012 Bedragen x ¤ 1.000.000
Begroot SB 2012-2015
Begroot dynamisch
Onroerendzaakbelasting
59,1
Opbrengst 2012
59,5
60,0
Rioolrecht
11,5
11,5
11,4
Parkeergelden
13,1
12,1
11,8
Leges bouwvergunningen*
4,8
4,7
3,6 5,2
Afvalstoffenheffing
5,3
5,2
Leges burgerzaken
2,1
2,1
2,1
Opbrengst groene zakken
1,9
2,2
2,3
Hondenbelasting
1,1
1,1
1,1
Parkeerboetes
1,2
1,1
1,0
Precariobelasting
0,5
0,6
0,6
Reinigingsrecht bedrijven
0,6
0,6
0,6
Scheepvaartrechten
0,6
0,2
0,1
Marktgelden**
0,3
0,3
0,2
Toeristenbelasting
0,3
0,3
0,3
Overige leges***
1,6
1,4
1,3
104,0
102,9
101,6
Totaal
* Minder bouwleges. Dit heeft vooral te maken met een restitutie van eerder ontvangen bouwleges in verband met een ingetrokken bouwplan ¤ 0,7 miljoen en een fiscaal compromis ¤ 0,3 miljoen. Het overige is verklaarbaar door minder aanvragen voor grote bouwvergunningen en lagere bouwkosten. ** Lagere marktgelden. In 2012 hebben we ¤40.000 minder opbrengsten marktgelden gehad. Dit is hoofdzakelijk te verklaren door enerzijds de crisis en anderzijds het ontbreken van een marktterrein op Plein 44 door bouwwerkzaamheden aldaar. *** Minder overige leges dynamisch begroot dan begroot bij de Stadsbegroting. Dit is met name verklaarbaar uit de verwerkte voorjaarsmelding op programma Ruimte en Culuurhistorie met betrekking tot lagere opbrengst leges bestemmingsplannen ( ¤ 175.000) .
Kwijtschelding Bij een inkomen op bijstandsniveau kon een belastingplichtige ook in 2012 onder bepaalde omstandigheden in aanmerking komen voor kwijtschelding van afvalstoffenheffing, hondenbelasting (uitsluitend voor de eerste hond) en de leges voor de aanvraag gehandicaptenparkeerkaart. De mensen die in aanmerking kwamen voor kwijtschelding afvalstoffenheffing kwamen automatisch in aanmerking voor compensatie van de kosten van de groene huisvuilzakken (meerpersoonshuishoudens ¤ 23,30 en eenpersoonshuishoudens ¤ 11,25). Voor kwijtschelding afvalstoffenheffing en de compensatieregeling is in de Stadsbegroting 2012‐2015 een bedrag van in totaal ¤573.000 begroot. De kosten hiervan bedroegen in 2012 ¤ 560.000. Voor de kwijtschelding van de hondenbelasting (uitsluitend kwijtschelding voor de eerste hond) is een bedrag begroot van ¤ 110.000. De kosten voor kwijtschelding hondenbelasting bedroegen in 2012 ¤ 95.000.
118
4.3 Bedrijfsvoering HET COALITIEAKKOORD 2010-2014 WERKEN AAN EEN DUURZAME TOEKOMST Ons College gaat uit van een duurzaam, sociaal en economisch sterk Nijmegen, een stad waarin het prettig wonen en werken is, waarin we bewoners ondersteunen op weg naar zelfredzaamheid en er aandacht is voor mensen met minder kansen. Een stad, die economisch sterk is en waarmee we de werkgelegenheid bevorderen. Deze ambities stellen hoge eisen aan de professionaliteit van de gemeentelijke organisatie: een organisatie die effectief, efficiënt, transparant, toegankelijk en aanspreekbaar functioneert. Een overheid die zich richt op haar kerntaken heeft kwalitatief hoogwaardige medewerkers nodig om de rol van regisseur in beleid en uitvoering naar behoren te kunnen vervullen. We ‘bouwen en onderhouden’ de stad met behulp van onze medewerkers. Zij vormen het ‘kapitaal’ van onze organisatie. Vaste medewerkers vormen de kern. Inhuur blijft vooral nodig voor specialismen en piekbelasting. We investeren in onze medewerkers. We zijn kritisch op de omvang van onze organisatie en treden slagvaardig op. We zoeken synergie in een goede samenwerking met onze partners. Vanuit deze visie hebben wij ervoor gekozen om de inhuur van personeel de komende jaren af te bouwen. We ontwikkelen de organisatie voortdurend verder door om blijvend antwoord te geven op de vragen en opgaven die op ons afkomen vanuit de stad en de samenleving. De hierboven genoemde vermindering van taken maakt ook een verkleining van de ondersteunende functies mogelijk. Wij gaan hierbij uit van 20% kostenvermindering gerelateerd aan de afbouw van taken in de programma’s. We presenteren ons als één organisatie en we stellen ons de volgende doelen: • Het bestuur in staat stellen goed te sturen. • De burger centraal stellen, zodat de resultaten ook centraal komen te staan. • Een heldere en duidelijke verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen de organisatie. • Een zakelijke houding, gericht op verbetering van het resultaat. • Een doelmatige organisatie. Het verwezenlijken van deze doelen heeft geleid tot een bestuurlijk bedrijfsvoeringkader. Organisatieontwikkeling De omgeving waarin gemeenten de komende jaren opereren is complex. Denk aan de omvangrijke en snelle decentralisatie van rijkstaken, de aanhoudende economische crisis en complexe maatschappelijke vraagstukken. Ook in onze stad staan we de komende jaren voor grote opgaven: het realiseren van de 2e stadsbrug, de 119
dijkteruglegging, de ontwikkeling van Waalsprong en Waalfront, nieuwe taken op het gebied van de AWBZ, de Jeugdzorg en de Wet Werken naar Vermogen. Dit alles vindt plaats in combinatie met grootschalige bezuinigingen. Al deze opgaven vragen om een organisatie waarin mensen samenwerken, verantwoordelijkheid krijgen en nemen, zich snel en flexibel richten op de actuele vraagstukken in de stad, waar ruimte is voor professionele medewerkers en efficiënt wordt gewerkt. We hebben daarom onze organisatie verder doorontwikkeld om ons op deze omstandigheden en kwaliteitseisen voor te bereiden. Niet dat we het tot nu toe slecht hebben gedaan. Er is veel betrokkenheid en we zijn ‘in control’. De afgelopen jaren is er heel veel op orde gebracht. Maar we willen, moeten verder om toekomstige uitdagingen in de stad en onze organisatie goed het hoofd te kunnen bieden. Dit betekent dat we in 2012 de doorontwikkeling van de organisatie hebben voortgezet met de overstap naar een DirectieRaad; het centraliseren van de bedrijfsvoeringactiviteiten en de opheffing van de directies. Tevens hebben we de eerste stappen gezet richting centralisatie van het projectmanagement. De focus ligt hierbij steeds op drie kernwaarden die we willen versterken in de organisatie: samenwerking, professionaliteit en kostenbewustzijn. We willen toe naar een netwerkorganisatie. Leidinggevenden hebben daarin een cruciale rol. Belangrijk is dat zij toegerust worden om deze rol optimaal te kunnen vervullen. Daarom hebben we in 2012 een leiderschapstraject in gang gezet onder de naam ‘Leiderschapsestafette’. Doel is leiderschap af te stemmen op wat een moderne netwerkorganisatie vraagt. Verder hebben naar aanleiding van een sneltekenfilm over de netwerkorganisatie gesprekken op alle afdelingen plaatsgevonden. Doel is om de kernwaarden dichter bij de medewerkers te brengen. Ongeveer 60% van de medewerkers heeft nu een Insightsprofiel. In 2013 willen we dit traject afsluiten, zodat iedereen dan een Insigthsprofiel heeft. Een aantal projecten loopt momenteel waarbinnen gekeken wordt naar nauwere samenwerking tussen afdelingen, wat mogelijk kan leiden tot samenvoeging. Doelstelling Met de organisatieontwikkeling beogen we de gemeentelijke organisatie dusdanig in te richten dat de dienstverlening naar bestuur en burger optimaal verloopt. We willen in 2014 een moderne netwerkorganisatie zijn, die flexibel is en van buiten naar binnen werkt. De wensen en behoeften van de mensen die in Nijmegen wonen, werken, ondernemen en samenleven staan centraal in alles wat we doen.
4.3.1
PERSONEELSKOSTEN EN FORMATIEBEHEER
In 2012 hebben de VNG en de vakbonden overeenstemming bereikt over de ambtelijke CAO voor gemeenten. De CAO ging met terugwerkende kracht in per 1 juni 2011 en liep tot 31 december 2012. Het bevatte een loonstijging van 2 keer 1% en een eenmalige uitkering in augustus. Tevens heeft er in 2012 een stijging van de pensioenpremies 120
plaatsgevonden. Voor deze significante kostenstijging hebben we in de Voorjaarsnota 2012 ¤1,6 miljoen aan extra middelen ontvangen. Daarnaast is er in 2012 ook bezuinigd en als gevolg daarvan hadden we ook een risico opgenomen voor frictiekosten. Wij hadden een risico in de begroting opgenomen van frictiekosten ad ¤ 3,75 miljoen. Als we naar de realisatie van 2012 kijken dan bedroegen de frictiekosten in 2012 ¤ 2 miljoen. Dit nadeel hebben wij nagenoeg geheel op kunnen vangen doordat we de medewerkers loonvormend hebben kunnen laten werken voor onder meer interne werkzaamheden en projecten. Het Mobiliteitsoverleg heeft hier ook een belangrijke rol in gespeeld. Dit heeft ook een positief effect gehad op de externe inhuur van de gemeente, deze is flink gedaald in relatie tot voorgaande jaren. Voor een totaal financieel overzicht van de personeelskosten en de inhuur verwijzen wij u graag naar de financiële paragraaf alwaar dit in vergelijking tot 2011 uiteengezet is.
4.3.2 STRATEGISCH PERSONEELSBELEID Doelstelling We willen kwalitatief beter toegerust personeel, een goede werkomgeving, werkgever en een prettige werksfeer. Deze doelstellingen zullen bijdragen aan de kwaliteit van de producten en dienstverlening aan de burger. We investeren in onze medewerkers opdat zij professioneel, kostenbewust en samenwerkingsgericht handelen. In 2012 is ingezet op het organisatieveranderingstraject ‘Meeander’ en regie gevoerd op de bezuinigingen. Daarnaast hebben we om de kwaliteit te behouden en verder te ontwikkelen via onze HRM-agenda 2012 voortgang geboekt op een aantal projecten, zoals het verder stroomlijnen van het Werving & Selectieproces en de coördinatie van onze inhuur. We hebben aandacht gehad voor opleidingen en trainingen en zijn gestart met de ontwikkeling van een nieuw functiegebouw. Omdat we fiscale risico’s lopen op het terrein van onze verstrekkingen (o.a. i-Pads/parkeervergunningen en werkkleding) is er een verstrekkingenbeleid vormgegeven en zijn we begonnen met de voorbereiding voor de invoering van de werkkostenregeling. Er is een wekelijks mobiliteitsoverleg voor onze interne vacatures en kandidaten. Tot slot leverden we een constante bijdrage aan de bezuinigingen en hebben we leidinggevenden en medewerkers ondersteund en gefaciliteerd bij de doorontwikkeling van de organisatie, waarbij we tevens aandacht besteed hebben aan het thema leiderschap, de gesprekcyclus en formatiebeheer. We hebben de digitalisering van onze werkprocessen doorgezet en aandacht besteed aan arbo en bedrijfszorg. Activiteiten Mobiliteit/werving en selectie Ook in 2012 hebben we aandacht besteed aan onze boventalligen. Wekelijks is in het mobiliteitsoverleg vraag en aanbod bij elkaar gebracht en is intern zoveel mogelijk 121
gematcht. Eind 2012 zijn er nog 41 herschikkers. P&O medewerkers zijn verder actief geweest in diverse landelijke en regionale netwerken om functies en opdrachten uit te wisselen om de mobiliteit te vergroten. Verder is in 2012 een onderzoek gedaan naar de manier van werven door onze organisatie. De resultaten hiervan zullen in 2013 verder worden opgepakt. Inhuur Ook in 2012 is de centrale coördinatie op de inhuur van arbeid verder versterkt en zijn de criteria verder verscherpt. Aanvragen worden centraal aangemeld en afgehandeld. Hierdoor is een verdere besparing op de kosten voor inhuur gerealiseerd. Stages Vanaf 2012 vormen stages een vast onderdeel van het totale mobiliteitsbeleid en de arbeidsmarktcommunicatie. Ook dit jaar is het plaatsen van stagiaires succesvol verlopen. Volgend jaar zal er meer werk gemaakt worden van het in beeld brengen van de interne behoefte aan stageplaatsen. Leiderschap In 2012 hebben we actief ingezet op ontwikkeling van leiderschap, omdat we willen dat leidinggevenden optimaal zijn/worden toegerust voor hun rol in de netwerkorganisatie. Daarom zijn we gestart met een zogenaamde leiderschapsestafette die uit 3 rondes bestaat: 1. met elkaar definiëren van leiderschap; 2. leidinggevenden kijken in teamverband in de spiegel; 3. leidinggevenden gaan aan de slag met hun medewerkers. In dit traject gaat het niet alleen om leiderschap in de zin van het aansturen van medewerkers, maar ook over het persoonlijk leiderschap van iedere individuele medewerker. De eerste ronde heeft inmiddels geresulteerd in het document ‘De Kunst van leiderschap, verzamelde inzichten vanuit gemeente Nijmegen’, waarin onder andere 7 elementen van effectief leiderschap naar voren worden gebracht. Aan de estafette nemen behalve leidinggevenden ook medewerkers deel. De NijmegenSchool De NijmegenSchool heeft in 2012 de (doorontwikkeling van de) organisatie ondersteund door middel van een nadrukkelijk met de organisatie afgestemde programmering, met het accent op het motto “leren is werken en werken is leren” Gestart is met een traject voor leiderschapsontwikkeling (zie par. Leiderschap). Voortvarend is gestart met de trainingen “Inzicht met Insights”. Hiermee beogen we dat medewerkers meer inzicht krijgen in eigen en elkaars gedrag, waardoor betere samenwerking ontstaat. De leergang “Werken in complexe ruimtelijke projecten” is in 2012 verder doorgezet. Ook de regiogemeenten toonden hiervoor belangstelling. Deze samenwerking met 6 regiogemeenten is in 2012 doorgezet, wordt in 2013 gecontinueerd en uitgebreid met gemeente Ubbergen en de Veiligheidsregio.
122
Arbo- en Verzuimbeleid In 2012 heeft de eigen regie op de verzuimbegeleiding nadrukkelijk vorm gekregen. De afstemming met de - voor deze aanpak – gecontracteerde interventionisten is geïntensiveerd en heeft geleid tot kortere lijnen met de leidinggevenden en P&O-adviseurs. Ook is er veel winst behaald in de pro-actieve houding van de interventionisten door een duidelijk aanspreekpunt. In 2012 is de concept-kadernota Agressie verschenen. Naar verwachting wordt deze in het eerste kwartaal 2013 vastgesteld waarmee het startschot voor de publiekscampagne “We accepteren geen agressie tegen onze burgers en ook niet tegen onze medewerkers” wordt gegeven. Er was in 2012 opnieuw een incident met Asbest en dat maakt een aanpassing van het Arbo Plan van Aanpak noodzakelijk. Tevens zijn er in 2012 pilots gehouden over een nieuwe aanpak van de RI&E. De besluitvorming hierover zal pas in 2013 plaatsvinden. Tot slot zijn er in 2012 51 werkplekonderzoeken gehouden. Arbeidsvoorwaarden en rechtspositie 2012 De agenda op het gebied van arbeidsvoorwaarden en rechtspositie in 2012 is meer bepaald door de herinrichting van de organisatie en de regionaliseringontwikkelingen dan door de arbeidsvoorwaardenregelingen in zijn algemeenheid. Zo hebben we een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van het GSP (het sociaal statuut voor de Regionale Uitvoerings-diensten in de provincie Gelderland). Ook de overgang van de Brandweer naar de Veiligheidsregio Gelderland Zuid per 1 januari 2013 heeft de nodige inzet gevergd. Moeizame onderhandelingen hebben weliswaar geleid tot een sectorale CAO, maar deze loopt al weer per 1 januari 2013 af. De verdergaande bezuinigingen trekken onverminderd een wissel op landelijke en lokale besprekingen over arbeidsvoorwaarden en flankerend beleid bij de inkrimping van de gemeentelijke dienst.
4.3.3 BEZUINIGINGEN Zoals gebruikelijk rapporteren we bij de jaarrekening over de feitelijke realisatie van de bezuinigingsopgaven in het voorbije jaar. Wat is van het bezuinigingsprogramma 2012 concreet ingevuld en wat kunnen we ‘gereed melden’? Hiervoor gebruiken we de volgende definitie. Een bezuiniging is in de praktijk gereed, als die volledig is ingevuld en afgewikkeld, door het nemen van inhoudelijke maatregelen, en door het op een juiste manier verwerken in de administratie, inclusief – zo nodig – het aframen van loonsom en van formatie. In de Najaarsnota hebben een melding gedaan naar de stand 1 september 2012. We meldden toen dat op die datum van de opdracht 2012 87% gereed is. Thans rapporteren we over de stand per einde jaar.
123
Het beeld is dat de invulling in 2012 goed is verlopen. De opgave voor 2012 bedroeg in totaal ¤ 9,2 miljoen. Bij de Voorjaarsnota hebben we een bedrag gereed gemeld van ¤ 5,4 miljoen, in de Najaarsnota een bedrag van ¤ 2,3 miljoen. Nu bij de Rekening komt daar nog eens ¤ 1,3 miljoen bij. Meer precies betekent dit dat we in 2012 van de totale opgave van ¤ 9.196.000 een bedrag van ¤ 9.020.000 gerealiseerd hebben, of te wel 98%. Voor een gering bedrag van ¤ 176.000 is dat in 2012 niet gelukt. We lichten dat onder toe. In schema (bedragen x ¤ 1.000) Jr2012
Jr2013
Jr2014
Jr2015
Jr2016
Totaal van de opgaven vanaf het begin van deze raadsperiode (1-1-2010) tot nu aan toe, d.w.z. tot en met de besluitvorming Stadsbegroting 2013.
29.141
37.153
44.272
47.307
47.807
Gerealiseerd in 2010
7.808
8.277
8.887
8.887
8.887
Gerealiseerd in 2011
12.138
14.474
17.252
17.252
17.252
Stand 1 januari 2012
9.195
14.402
18.133
21.168
21.668
0
0
0
0
0
5.427
6.648
7.849
7.927
7.927
300
600
600
600
600
1.996
1.447
1.447
1.445
1.445 395
GEREALISEERD 2012: Gereed in de periode 1 jan – 1 apr. 2012 (VJN) - aframen loonsom/ fte - overige gereed Gereed 1 april – 1 sept (NJN) - aframen loonsom/ fte - overige gereed Gereed 1 sept – 31 dec (Jaarrekening) - aframen loonsom/ fte
663
395
395
395
- overige gereed
634
283
308
313
313
9.020
9.373
10.599
10.680
10.680
98%
65%
58%
50%
49%
175
-
-
-
-
0
5.029
7.534
10.488
10.988
Totaal gereed in 2012 Percentage gereed op 31 dec Verlies in 2012 (zie onder) Resteert = stand 31 dec 2012
124
Als het gaat om het jaar 2012 kunnen we melden dat de volgende opgaven gereed zijn: Nummer
Omschrijving
Bedrag
A-04
Regionalisering Brandweer
A-37
Ketensamenwerking soza-cwi-uwv
700
D-05
Vervallen beheerskosten Heumensoord
100 600
121
D-10
Inkomensafhankelijk. maken individuele voorzieningen. Wmo
D-14
Bovenwettelijke taken sport
D-16
Onderhoudsniveau bestaande stad
E-04
Markt-havenmeester
35
F-04
Inhuur- aandeel Stadsontwikkeling
112
F-04
Inhuur – aandeel Stadsbeheer
18
F-04
Inhuur – aandeel Milieu
F-04
Inhuur – aandeel PMR
242
F-05
Inhuur – aandeel W&I
547
F-07
Inhuur – aandeel Ontwikkel bedrijf
F-17
Doorontwikkeling organisatie
H-01
Wmo (taakmutatie Gemeentefonds)
I-01
Regionale BRW – bezuiniging 2,5% regelingen BRN
23
I-02
GHOR – bezuiniging 2,5% regelingen BRN
11
312 1.200
24
173 300 1.003
I-03
Stadsregio KAN – bezuiniging 2,5% regelingen BRN
I-04
Minder klimaat
13
I-05
Schrappen exploitatiebudget bodemsanering
I-06
RBT KAN – bezuinigingen 2,5% regelingen BRN
I-07
Generieke korting niet-geraakte subsidies
280
I-09
Afstoten wijkaccommodaties
100
I-10
Openingstijden wijkaccommodaties
100
I-11
Organisatie slimmer en slanker deel 1
600
250 54 5
I-11
Organisatie slimmer en slanker deel 2
40
I-12
Eigen bijdrage mobiele telefoon
90
I-13
Digitaal publiceren bekendmakingen
50
I-16
Normering lokaal inkomensbeleid
507
I-17
Schuldhulpverlening
255
I-18
Wijkaanpak richten op aanpakwijken
I-19
Minder cultuur
250
I-20
Besparing afdeling onderzoek en statistiek
200
I-21
Subsidies zelforganisaties
I-22
Verlagen budget ondernemingsfonds
100
J-01
Regionaal platform fraudebestrijding (GF)
223
J-02
Digitaal klantdossier (GF)
15
L-03
Wmo (GF)
99
L-05
Kwaliteit kinderopvang (GF)
67
M-01
50
50
Inverdienpdracht hoofd Financiën
101
Totaal 2012
9.020
125
Omdat invulling in 2012 complicaties opleverde, konden de volgende opgaven in 2012 niet worden ingevuld. Uiteraard werken we eraan om dat vanaf 2013 wel te laten gebeuren. bezuinigingsopgaven E-05
75
Herijking evenementenbeleid
M-02
101
Inverdienopdracht hoofd JZ
176
Formatiereductie en herschikkers We monitoren ook de gevolgen van de bezuinigingen voor de ambtelijke formatie. Waar sprake is van aframing van loonsom en formatie, hebben we dat in de administratie verwerkt. We zetten de cijfers vanaf 2011 op een rij: Verwerkte formatiereductie in 2011 en 2012 als gevolg van bezuinigingen, uitgedrukt in FTE Jaar 2011 Periode 1 jan – 1 april 2012 Periode 1 april - 1 sept 2012 Periode 1 sept – 31 dec 2012
Jr 2012
Jr2013
Jr2014
Jr2015
Jr2016
71,4
90,7
105,8
105,8
105,8
7,14
7,14
0
0
0
7,14
7,14
7,14
0
8,11
8,11
8,11
8,11
8,11
86,65
105,95
121,05
121,05
121,05
Frictiekosten Van frictiekosten is sprake als door bezuinigingen tijdelijk extra kosten ontstaan. Bij de afbouw van de formatie ontstaan enerzijds frictiekosten vanwege de WWverplichtingen bij het niet verlengen van contracten en anderzijds frictiekosten vanwege herschikkers. In de begroting is hiervoor geen specifiek budget geraamd. Beleid is erop gericht om de frictie die te maken heeft met de invulling van bezuinigingen zoveel mogelijk op te vangen binnen de bedrijfsvoeringbudgetten. Indien blijkt dat dat niet lukt, brengen we deze (meer-)kosten achteraf ten laste van de Saldireserve. Zoals eerder aangegeven nemen dit jaar - onder druk van de bezuinigingen - de frictiekosten toe. Een inventarisatie per 31 december geeft aan dat we dit jaar ¤ 2,0 miljoen hebben uitgegeven aan frictiekosten. De oplossing die we bij de Najaarsnota voorzagen, blijkt in de praktijk van 2012 te hebben gewerkt. We hebben de uitgaven voor frictie kunnen opvangen binnen het totaal van de bedrijfsvoeringbudgetten. Dit is gebeurd door scherp te sturen op vacatureruimte, door herschikkers ‘rendabel’ te maken (detacheren en ten laste te brengen van projecten) en door maximaal in te zetten op een efficiënte bedrijfsvoering. Daarmee is het probleem voor 2012 opgelost. Uiteraard houden we de ontwikkelingen van de frictiekosten voor 2013 en de komende jaren scherp in de gaten. De druk op de bedrijfsvoeringsbudgetten zal zeker toenemen.
126
Vanaf 2013 Uit het overzicht blijkt dat vanaf 2013 nog een forse opgave staat te wachten. De voorbereidingen daarvoor zijn in volle gang. Voor een belangrijk deel heeft de opgave te maken met de bezuinigingen waartoe onlangs is besloten bij de vaststelling van de Stadsbegroting 2013. In een overzicht: Jr2013
Jr2014
Jr2015
Jr2016
5.029
7.534
10.488
10.988
- besluitvorming Stadsbegroting 2013
2.813
5.181
7.369
7.866
- eerdere besluitvorming
2.216
2.353
3.119
3.122
Resteert = stand 31 dec 2012 Hiervan:
4.3.4 INFORMATIEBELEID Het integrale Strategisch InformatieBeleid 2012-2015 “Afmaken waarmee we begonnen zijn” is eind 2012 door ons College vastgesteld na een uitgebreide communicatieronde in de gehele gemeentelijke organisatie (bij alle managementteams, carrousel, teambijeenkomsten afdeling I&A). Met dit I-beleid slaan we een brug tussen de ambities van de publieke dienstverlening, bedrijfsvoering en de innovatieve ICTontwikkelingen. De doelstellingen van het I-beleid zijn geoperationaliseerd in ongeveer 70 geprioriteerde I-projecten in de projectkalender 2012-2013. Om de doelstellingen van het I-beleid te realiseren is een thematisch sturingsmodel ingericht dat aansluit bij de MeeAnder-organisatieontwikkeling. Daarbij is het lijnmanagement nadrukkelijk betrokken. Met innovatieve I-projecten hebben we op diverse plekken de dienstverlening aan de burger en de efficiency van de werkprocessen verbeterd door deze zaakgericht en volgens (landelijke) architectuurprincipes in te richten. •
•
• •
•
Bij het proces verhuur sportaccommodaties is een innovatieve oplossing geïmplementeerd waarbij digitaal verhuur geboekt kan worden, waarna op basis hiervan bij de betreffende accommodaties elektronisch toegang verschaft kan worden. Diverse digitaliseringprojecten (bv. KID-Klantdossiers Inkomen Digitaliseren) zijn afgerond waardoor efficiencyvoordelen zijn behaald in de backofficeprocessen (met name in het sociale domein). Met de innovatieve 3D-presentatie (Virtuocity) van grote gemeentelijke projecten is de communicatie hieromtrent en burgerparticipatie verbeterd. Burgerparticipatie is ook de focus van de projectgroep Dicop (Digitale Communicatie en Participatie) bij de inrichting en het beheer van de sociale media als twitter en de Nijmeegse Facebookpagina. De dienstverlening naar de burger in het kader van de wet eenmalige gegevensuitvraag is met de koppeling van diverse backofficesystemen met het centrale datadistributiesysteem verbeterd. 127
•
We hebben met het herontwerp van het horecavergunningenproces de eerste stappen gezet in het concreet toepassen van het landelijke model procesarchitectuur voor gemeenten. De ervaringen die hierbij zijn opgedaan worden nu ook toegepast bij andere herontwerptrajecten.
De ICT-infrastructuur is verder doorontwikkeld om tijd-, plaats- en apparaat onafhankelijk werken verder vorm te geven. Hierdoor is de basis gelegd om Het Nieuwe (Samen)Werken zowel op het gebied van huisvesting als op het gebied van de organisatieontwikkeling (MeeAnder) te realiseren. Ook de uitrol van “mobiel tenzij” is afgerond waarmee ook deze stap met betrekking tot het tijd-, plaats- en apparaat onafhankelijk werken is gerealiseerd. Met de afronding van de business case van de regionale ICT-samenwerking en de besluitvorming daaromtrent is de opdracht verstrekt voor het opstellen van een bedrijfsplan ICT-Rijk van Nijmegen. Het projectplan hiervoor is eind 2012 goedgekeurd. In het kader van de MeeAnder-organisatieontwikkeling zijn alle I&A-bureaus van de voormalige BOS-afdelingen en de afdeling Informatie- en Procesmanagement samengevoegd tot een nieuwe centrale middelenafdeling InformatieManagement & Automatisering. Hierbij speelt met name de samenvoeging van de twee DIV-bureaus in op de toekomstige ontwikkelingen met betrekking tot het digitale archiveren.
4.3.5 JURIDISCHE ZAKEN Algemeen Het jaar 2012 heeft in het teken gestaan van de ontwikkeling tot één centrale juridische afdeling. Op papier staat die afdeling. In 2013 gaan we binnen deze afdeling aan de slag met twee teams: Rechtsbescherming, onder directe aansturing van het adjunctafdelingshoofd en Advies en Control, onder directe aansturing van het afdelingshoofd. Het team Advies en Control richt zich met name op de interne klanten en is dé juridische partner voor beleidsontwikkeling en projectondersteuning. Voorop staat de vraag hoe we kunnen helpen de doelstellingen van de beleidsontwikkeling of het project op een juridisch juiste wijze te realiseren. Dit team ontwikkelt ook een programma ‘control’ op juridisch terrein. Team Rechtsbescherming richt zich met name op de externe klanten, met een sterke verbinding naar de afdelingen waar de primaire besluitvorming plaatsvindt. We investeren in het proces van bezwaar- en beroep en klachtbehandeling, met een sterk accent op premediation (de informele aanpak). Doelstelling Het handelen en functioneren van de gemeente voldoet aan de eisen van integriteit.
128
Wat hebben we hiervoor gedaan? In 2012 is de herziening van de gedragscode voor bestuurders voorbereid. Op onderdelen is deze verouderd en aan vervanging toe. Besluitvorming hieromtrent is nog niet afgerond. Na besluitvorming zal in 2013 de praktische implementatie plaatsvinden. Doelstelling Het handelen en functioneren van de gemeente voldoet aan de eisen van legitimiteit, kwaliteit en professionaliteit. Wat hebben we hiervoor gedaan? In 2012 hebben we 70% van de bezwaren binnen de wettelijke termijn afgehandeld en daarmee de doelstelling gehaald. Voor wat betreft klachten hebben we de doelstelling van 80% tijdig afgehandeld, ruimschoots overschreden. We handelden 90% van de klachten af binnen de wettelijke termijn. Ook de doelstelling van maximaal 18% gegronde bezwaren realiseerden we. Het percentage lag op ruim 16%. Voor klachten lag dit op minder dan 2%, waarmee we op grote afstand bleven van de doelstelling van maximaal 23,5%. Dit uitzonderlijk lage percentage behoeft enige toelichting. Al enkele jaren streven we ernaar om zoveel mogelijk klachten minnelijk af te handelen. Dat wil zeggen de klacht oplossen of afhandelen zonder dat een formele beslissing nodig is. In 2012 is dat bij 74% van de afgehandelde klachten gelukt. In 2013 zullen we de doelstelling voor gegrond verklaarde klachten dan ook naar beneden bijstellen. Ook bij de behandeling van bezwaren legden we een sterker accent op informele afhandeling. Deze ontwikkeling droeg bij aan het relatief hoge percentage bezwaren, ruim 18%, dat als ingetrokken kon worden aangemerkt. Over de resultaten aangaande de gegrondverklaringen en afhandeltermijnen in 2011 heeft verantwoording aan de Raad plaatsgevonden door middel van de Jaarrekening 2011 en het Burgerjaarverslag 2011. We registreerden verder in 2012 gemeentebreed 84 ingebrekestellingen. In slechts één geval werd een dwangsom betaald van ¤ 1.260. Voorts hebben we in 2012 de regie gevoerd over het gemeentebrede Juridisch Platform (JUP). We hebben een jaarplan opgesteld, waarin een aantal structurele taken en projectmatige onderwerpen zijn vermeld, die we hebben opgepakt en uitgevoerd. De structurele taken waren: • Signalering van en advisering over directieoverstijgende ontwikkelingen; • Collegiale toetsing, uitwisseling van interne informatie, juridische samenwerking tussen afdelingen bevorderen; • In stand houden van het kennisnetwerk; Daarnaast hebben de volgende projectgroepen gedraaid: • Herziening Algemeen Plaatselijke Verordening; 129
• • • • • • •
Wet bescherming persoonsgegevens; Premediation; Organiseren van studie/voorlichtingsbijeenkomsten Actualisatie Mandaat-, Volmacht- en Machtigingsbesluit gemeente Nijmegen; Herziening Nijmeegse Kaderverordening Subsidies; Wetsvoorstel schadevergoeding en nadeelcompensatie; Wetsvoorstel verhoging griffierechten.
Begin 2012 is de eerste algehele wijziging van de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) vastgesteld door de Raad. In oktober 2012 is een tweede wijziging van de APV doorgevoerd. Op 18 december 2012 is het nieuwe Mandaat-, Volmacht- en Machtigingsbesluit gemeente Nijmegen gewijzigd vastgesteld door het College. Noodzakelijke aanpassing van de gemeentelijke verordeningen, zodat deze voldoen aan de door het ministerie aangegeven Europese regelgeving, heeft plaatsgevonden. College- en raadsvoorstellen zijn wekelijks gescreend, waarbij een volledige juridische toets heeft plaatsgevonden. In het bijzonder is getoetst aan de volgende criteria: • Wensen en bedenkingen; • Bevoegdheden van Raad en College; • Mandaat-, Volmacht- en Machtigingsbesluit gemeente Nijmegen; • Wet openbaarheid van bestuur. Doelstelling De bevoegdheidsverdeling en daarmee de verantwoordelijkheidsverdeling tussen Raad en College is helder. Wat hebben we hiervoor gedaan? In het kader van het actualiseren van de organisatieregeling, hebben we in 2012 gekozen voor een traject waarbij allereerst aandacht is geweest voor de visieontwikkeling. In tweede instantie zal worden beoordeeld of er nog een noodzaak bestaat voor een aangepaste organisatieregeling.
4.3.6 FINANCIËN Doelstelling De financiële functie voorziet de gemeenteraad, ons college en de organisatie van actuele en volledige financiële informatie ter ondersteuning van de gemeentelijke beleidsontwikkeling en – uitvoering. Deze functie is gericht op een duurzame gezonde financiële positie van de gemeente.
130
Activiteiten Kerntaak is de regie op de Planning- en Controlcyclus, bestaande uit Stadsrekening en – verslag 2011 (waarop door de accountant een goedkeurende verklaring is afgegeven), Perspectiefnota 2013, Stadsbegroting 2013, Voorjaars- en Najaarsnota 2012. Deze begrotingscyclus is overeenkomstig de planning gerealiseerd. Voor de inhoudelijke resultaten wordt verwezen naar de programmaverantwoordingen (en samenvattend de bestuursagenda). Voor 2012 is daarnaast op de volgende hoofdthema’s inzet gepleegd: • De stroomlijning van de begrotings- en verantwoordingscyclus, inclusief de daaronder liggende administratieve processen. Vooralsnog vooral zichtbaar geweest in het ambtelijke voorbereidingsproces. In 2012 is – in overleg met de Auditcommissie – de heroriëntatie op de Planning- en Controlcyclus geactiveerd. In 2013 zullen voorstellen aan de Raad worden voorgelegd. • De regie op het bezuinigingsproces, dat in omgang zowel inhoudelijk als
•
organisatorisch al stevige consequenties heeft vanwege de besluitvorming in de Perspectiefnota 2013. ‘Daar bovenop’ komen nu de gevolgen van het nieuwe regeerakkoord. De Perspectiefnota 2014 zal op de Nijmeegse gevolgen ingaan. Het actueel houden van de voortgangs- en sturingsinformatie van de verbonden partijen evenals de complete digitale ontsluiting van de dossiers.
4.3.7 CONTROL Doelstelling De controlfunctie toetst het rechtmatig, doelmatig en doeltreffend functioneren en geeft op basis van deze bevindingen verbeteradviezen aan het ambtelijk management en College. De controlfunctie is actief betrokken als adviseur en ondersteuner bij de uitwerking en implementatie van verbeteradviezen. Activiteiten – Wat hebben we ervoor gedaan? Op het gebied van de financiële rechtmatigheid zijn in 2012 alle financieel materiële processen gecontroleerd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor de accountantscontrole bij de jaarrekening 2012. Hierbij is aandacht voor alle gemeentebrede processen waaronder de processen inkoop en aanbestedingen. Acties zijn erop gericht geweest om ook bij de jaarrekening 2012 zowel een goedkeurende verklaring voor de getrouwheid als een volledig goedkeurende verklaring voor de rechtmatigheid te verkrijgen. • Op het gebied van risicomanagement hebben wij in 2012 uitvoering gegeven aan het door uw Raad in 2007 vastgestelde beleid met betrekking tot risicomanagement: met behulp van het gemeentebrede risicomanagementsysteem NARIS hebben de verschillende organisatieonderdelen inzicht gegeven in de actuele risico’s en beheersmaatregelen. Alle risico’s zijn in 2012 gewogen met als resultaat een top‐10 conform de nota ‘risicomanagement en
131
weerstandsvermogen’. Bij de Voor‐ en Najaarsnota zijn de relevante wijzigingen in de risicopositie aan de Raad gemeld. • • • •
• • • •
In 2012 is mede in het verband met het collegeonderzoek ex artikel 213a Gemeentewet uitvoering gegeven aan het doorlichtingsinstrument, waarmee organisatieonderdelen periodiek op kwaliteit en met name op doelmatigheid worden doorgelicht. In 2012 zijn in dit verband twee afdelingen doorgelicht, VSA en Communicatie. De resultaten zijn in november 2012 aan de Raad gepresenteerd. In 2012 is een plan van aanpak “evaluatie periodieke preventieve bedrijfsdoorlichting en artikel 213a” vastgesteld door het College. De evaluatie vindt plaats in 2013. In samenwerking met de auditcommissie is de coördinatie en begeleiding van de accountantscontrole (interim‐controle en jaarrekeningcontrole) verzorgd. De voortgang is getoetst ten aanzien van de vastgestelde verbeteracties naar aanleiding van eerdere audits, 213‐a onderzoeken, accountantsrapportages, rekenkameronderzoeken. Rapportage heeft plaatsgevonden via auditcommissie aan de Raad.
132
4.4 Verbonden partijen Inleiding In deze paragraaf gaan we in op de volgende onderwerpen: • sturing en Control Verbonden Partijen; • de definitie die wij hanteren voor verbonden partijen; • visie op en beleid ten aanzien van verbonden partijen. • Daarna volgt een toelichting per verbonden partij. Sturing en Control Verbonden Partijen De afgelopen jaren hebben we flink geïnvesteerd in de verbetering van sturing en control op verbonden partijen. Over de bereikte resultaten hebben wij uw Raad periodiek geïnformeerd. Op dit moment zijn er nog wat resterende onderwerpen, waaraan we nog onvoldoende aandacht hebben kunnen besteden: • Tijdige periodieke actualisatie van specifieke kaders betreffende de verbonden partijen. Op dit moment is van een aantal verbonden partijen nog geen geactualiseerde specifieke kader aanwezig. Conform de daarvoor beschikbare kalender had de actualisatie reeds uitgevoerd moeten zijn. • Naast financiële risico’s tevens zoveel mogelijk beleidsrisico’s of afbreukrisico’s opnemen per partij. Dit aandachtspunt is bij iedere verbonden partij onder de aandacht en wordt indien van toepassing ook vermeld in de risicomelding per partij. In 2013 staat een actualisatie van de kadernota verbonden partijen op de agenda. De eerste nota is van 2009 en hierin is opgenomen dat elke 4 jaar een actualisatie plaats zal vinden. Definitie Verbonden Partijen Wij spreken van een verbonden partij daar waar het gaat om een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft1. Met deze definitie sluiten wij aan bij de definitie die in het Besluit Begroting en Verantwoording van het Ministerie van Binnenlandse Zaken is opgenomen. Van een financieel belang is sprake als: • een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat; • de gemeente voor bedragen aansprakelijk kan worden gesteld indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Van een bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Dit betekent concreet dat er sprake is van een bestuurlijk belang als de wethouder, het 1
Deze definitie is ontleend aan de handreiking ‘De raad en de paragrafen - deel Verbonden Partijen’, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, juli 2005
133
Raadslid of de ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt of namens de gemeente stemt. Visie en beleid Visie en beleid zijn vastgelegd in de ‘Kadernota Verbonden Partijen gemeente Nijmegen’, door uw Raad vastgesteld op 1 april 2009. De kadernota is de basis voor de sturing en control van verbonden partijen in het algemeen en helpt bij het verhelderen van de afwegingen die wij in Nijmegen maken bij het aangaan, volgen en beëindigen van deelnemingen in het bijzonder. Wij vatten visie en beleid zoals vastgelegd in de kadernota als volgt samen. De Kadernota is een richtinggevend document met algemene uitgangspunten en beleidsregels. Deze regels zijn onder te brengen in drie hoofdgroepen: 1. Beleidsmatige afwegingen bij het oprichten van en deelname aan een verbonden partij; 2. Sturing en control op verbonden partijen; 3. Beëindiging van de deelname aan, opheffing van of vervreemding van een verbonden partij. Hierna volgen de toelichtingen per verbonden partij. Eerst komen de gemeenschappelijke regelingen aan bod, daarna volgen de private rechtspersonen. Met ingang van 2012 hebben we voor wat betreft de informatievoorziening ten behoeve van de verbonden partijen onderscheid gemaakt in statische en dynamische informatie. De statische informatie betreft informatie omtrent juridische vorm, vestigingsplaats, bestuurlijk belang ed. De dynamische informatie betreft bijvoorbeeld informatie omtrent risico’s, doelstellingen e.d. Bij deze rekening is met name informatie opgenomen over de bijdrage 2012, financiële risico’s en eventuele ontwikkelingen in het jaar 2012. Een uitgebreidere toelichting waarbij ontwikkelingen en verwachtingen opgenomen zijn, is te vinden in de paragraaf verbonden partijen in de web versie van dit jaarverslag. Tot slot, voor de statische informatie voor de verbonden partijen wordt verwezen naar: http://www.nijmegen.nl/ vepa/frames/ Ontwikkelingen Met ingang van 1 april 2013 moet de regionale uitvoeringsdienst operationeel zijn. De voorbereidingen voor de uitvoeringsdienst voor de regio Nijmegen zijn in 2012 uitgevoerd onder de werknaam Omgevingsdienst Regio Nijmegen. Besluitvorming door uw Raad heeft in het najaar 2012 plaats gevonden. Voor deze gemeenschappelijke regeling wordt begin 2013 een specifiek kader opgesteld en via eerder genoemde website aan u beschikbaar gesteld. In de toekomst zullen wij de informatie op de gebruikelijke wijze in begroting en Stadsrekening opnemen.
134
Eind 2012 hebben wij het besluit genomen om de verdere ontwikkeling van de Waalsprong volledig in eigen hand te nemen. De precieze gevolgen voor de toekomst van de verbonden partij GEM Waalsprong worden momenteel onderzocht. Dit onderwerp staat voor het eerste kwartaal geagendeerd in de commissie Waalsprong.
135
GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN Naam
Stadsregio Arnhem Nijmegen
Programma
1013: Citymarketing & Externe betrekkingen
De gemeentelijke financiële bijdrage
¤ 533.633
(Financiële) risico’s
Intern: de Stadsregio heeft onvoldoende weerstandvermogen om de risico’s op het gebied van teruglopende rente-inkomsten en opgelegde en aangekondigde bezuinigingen op te vangen. Intrekking WGR+ regeling: de financiële gevolgen blijken groter dan verwacht, denk daarbij bijvoorbeeld aan de afbouw van contracten op het gebied van huisvesting en personeel. Voor de Stadsregio wordt gewerkt aan een sociaal statuut.
Naam
De Euregio
Programma
1013: Citymarketing & Externe betrekkingen
De gemeentelijke financiële bijdrage
¤ 37.146
Naam
Breed (Werkvoorzieningschap Nijmegen e.o.)
Programma
1061: Werk en Inkomen
De gemeentelijke financiële bijdrage
Bij de uitvoering van de Wsw dient Breed rekening te houden met de gemeentelijke taakstelling van het aantal te realiseren Sw-plaatsen. Deze taakstelling wordt jaarlijks door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan ons bekendgemaakt. Om deze taakstelling te realiseren ontvangen wij een subsidie van het Rijk. Deze subsidie betalen wij door aan Breed. De gemeentelijke taakstelling voor het jaar 2012 bedroeg 1098,21 SE na uitruil met een subsidie per arbeidsjaar in 2012 van ¤ 25.759. Hiermee komt de volledig uitbetaalde rijkssubsidie uit op ¤ 28.288.791. Breed heeft eind 2012 laten weten waarschijnlijk niet de volledige taakstelling te kunnen realiseren. Dit is veroorzaakt door (1) een zeer ruime taakstelling, (2) grote uitstroom en (3) een in omvang krimpende wachtlijst voor een SW-dienstverband. De definitieve cijfers en de afrekening hiervan vinden plaats bij het vaststellen van de jaarrekening 2012 van Breed. Daarnaast hebben wij in 2012 een extra rijkssubsidie ontvangen en betaald aan Breed van circa ¤199.000 ter compensatie van gestegen werkgeverslasten. Breed ontving ook een bijdrage in de bestuurs- en beheerskosten als ook een bijdrage in de kosten van Arbeidsachtige Opvang (AAO). Deze kosten waren circa ¤ 52.000 voor Nijmegen in 2012. Bij de GR Breed (werkvoorzieningschap Nijmegen e.o.) vindt een reorganisatie plaats. De kosten die Breed hiervoor moet maken leiden tot een negatief vermogen bij Breed. De werkelijke kosten van de reorganisatie zijn nog niet bekend en waren begroot op ¤ 11,3 miljoen. Gemeenten zullen meerjarig een subsidie verstrekken ten behoeve van de versterking van het eigen vermogen van Breed. Deze subsidie wordt opgenomen in de meerjarenbegroting. Met betrekking tot de nijmeegse bijdrage heeft uw raad hierover bij de perspectiefnota 2013 besloten.
(Financiële) risico’s
De financiële risico’s ten aanzien van de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening zijn voorlopig aanzienlijk verminderd als gevolg van het niet doorgaan van de rijksbezuiniging op het subsidiebedrag in 2013. Met het nieuwe regeerakkoord heeft het Rijk het voornemen beschut werken op te nemen in de Participatiewet. In deze plannen wordt de reeds eerder aangekondigde bezuiniging op de rijkssubsidie uitgesmeerd over 6 jaar vanaf 2014. In de meerjarenbegroting van Breed is al rekening gehouden met een geleidelijke afbouw vanaf 2014. Breed heeft in 2012 getracht om de tekorten te beperken door een verdere besparing van de kosten en een verhoging van de inkomsten te realiseren. Desondanks is dit niet afdoende om de afnemende subsidie‐ inkomsten op te vangen. Breed verwacht dan ook in 2012 een negatief exploitatietekort van circa ¤ 2,9 miljoen. Dit exploitatietekort kan nog éénmalig gedekt worden door aanwending van de algemene‐ en bestemmingsreserves van Breed. Vanaf 2013 heeft Breed dus geen weerstandsvermogen meer om zelf tegenslagen op te vangen en zal direct een beroep worden gedaan op de deelnemende gemeenten in geval van tekorten.
136
Ontwikkelingen
1. Revitalisering van Breed naar een arbeidsbemiddelingsbedrijf In april 2012 is het Transitieplan over de toekomst van Breed vastgesteld door het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Breed. Het gaat hier om de wijze waarop zoveel mogelijk van de huidige sw‐werknemers naar een zo regulier mogelijke werkzetting toe te leiden zijn en onder welke voorwaarden dit gerealiseerd kan worden. Een randvoorwaarde hiervoor is het doorvoeren van een reorganisatie van de huidige organisatie. Als gevolg van het Lenteakkoord, waarbij de herstructureringsfaciliteit vanuit het Rijk is ingetrokken en de rijksbezuiniging op de SW‐bijdrage is vervallen, was de financiering van de reorganisatie onzeker. Hiervoor heeft Breed in zijn begroting 2013 een oplossing aangedragen. In oktober 2012 heeft het bestuur van Breed een besluit genomen over de begroting 2013 en daarmee de dekking van de reorganisatiekosten. Het begin van de reorganisatie is hierdoor vertraagd, waardoor de effecten ook pas later zichtbaar zullen zijn. 2. Op korte termijn worden de volgende maatregelen genomen om exploitatietekorten te beperken: - convenant tussen gemeenten met Breed afsluiten; - strategische allianties aangaan. Voornaamste doel van de maatregelen is het zorgen dat meer werknemers bij reguliere werkgevers worden geplaatst. Een van de resultaten in 2012 is dat Nijmegen in dit kader een aantal van haar bestekken onderhoud groen openbare ruimte heeft aanbesteed bij de Dar. De Dar leent voor de uitvoering hiervan mensen van Breed in.
Naam
Gemeenschappelijke Regeling Gezondheidszorg regio Nijmegen
Programma
1051: Zorg en Welzijn
De gemeentelijke financiële bijdrage
Stadsjaarrekening 2012 Voor de gemeentelijke bijdrage in 2012 aan de GGD waren de volgende bedragen in de begroting opgenomen: • Jeugdgezondheidszorg CJG: ¤ 1.937.709 • Verplicht takenpakket: ¤ 2.915.510 • Jeugdgezondheidszorg maatwerk: ¤ 150.250 • Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg: ¤363.140 Totaal ¤ 5.381.764. Aan het einde van het jaar concluderen we dat de kosten ¤ 140.000 lager uitkomen. Naast de gemeentelijke bijdrage voor de wettelijke taken subsidieert de gemeente Nijmegen in 2012 nog afzonderlijke projecten, zoals Alcoholmatigingsproject, Veelplegers, inzet MBZ etc.
(Financiële) risico’s
Door gemeentelijke herindeling zal vanaf 2013 de gemeente Mook en Middelaar uit de gemeenschappelijke regeling treden. Met het uittreden zijn frictiekosten gemoeid, die in eerste instantie worden neergelegd bij het Rijk. Indien er geen vergoeding wordt gegeven, zal naar het algemeen bestuur van de GGD een voorstel komen hoe om te gaan met deze kosten. Per 1-7-2013 zal de GGD regio Nijmegen fuseren met de GGD regio Rivierenland. Begin 2013 wordt aan de Raad een voorstel voorgelegd om in te stemmen met deze fusie en de daarbij bevorderende begroting.
137
Naam
Gemeenschappelijke Regeling Hulpverlening en Veiligheid Gelderland Zuid
Programma
1012: Veiligheid
De gemeentelijke financiële bijdrage
De werkelijke uitgaven in 2012 voor de GHOR zijn ¤182.152. De werkelijke uitgaven voor de regionale brandweer zijn ¤ 1.008.355. Vanuit het budget rampenbestrijding leveren we een bijdrage van ¤ 26.709 aan de vorming van de regionale sectie bevolkingszorg.
Ontwikkelingen
Met de komst van de Wet op de Veiligheidsregio is de veiligheidsregio ook wettelijk zwaarder verankerd. Brandweerzorg, ambulancezorg, de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen zullen steeds meer op regionaal niveau invulling krijgen. Wij spelen in op deze ontwikkeling door de brandweerzorg per 1 januari 2013 geheel door de regionale brandweer uit te laten voeren. In 2012 zijn hiervoor de voorbereidingen getroffen. Voorts zal de komende jaren de gemeentelijke crisisorganisatie vernieuwd worden. De 18 lokale gemeentelijke rampenorganisaties zullen opgaan in een regionale sectie bevolkingszorg. In 2012 zijn we gestart met het vormen van deze organisatie en het oefenen en opleiden voor de nieuwe structuur.
Naam
Milieusamenwerking en Afvalverwerking (MARN)
Programma
1022: Klimaat & Energie
De gemeentelijke financiële bijdrage
De kosten van de GR-MARN worden volledig gedekt uit de opbrengsten die de verhuur van gronden aan ARN B.V. genereren. Er is in 2012 dan ook geen financiële bijdrage gedaan vanuit de gemeente Nijmegen.
(Financiële) risico’s
Uit hoofde van door de gemeenschappelijke regeling aan ARN BV afgegeven garantieverplichtingen, staat de gemeente Nijmegen – stand 2013 - garant voor een bedrag van ¤ 2,4 miljoen.
Ontwikkelingen 2012
Met de regionalisering van DAR en de oprichting van de omgevingsdienst (ODRN) verschuiven veel uitvoerende taken van MARN op het gebied van afval en milieu naar deze organisaties. Daarom is in 2012 een aanvang gemaakt met herbezinning op de taken van de MARN, die in 2013 verder inhoud en uitwerking zal krijgen. Binnen MARN-verband is besloten tot de realisatie bij ARN B.V. van een vergistinginstallatie voor GFT (groente, fruit en tuinafval van huishoudens). Deze installatie is eind 2012 gereed gekomen en opgestart. Met deze installatie kan GFT milieuvriendelijker en tegen lagere kosten dan nu worden verwerkt. Daarbij wordt groen gas geproduceerd als brandstof voor stadsbussen en vuilniswagens (Groene HUB-project). Ook is besloten de afvalverbranding van ARN in te zetten als warmtebron voor een te realiseren Warmtenet.
138
Naam
GR Bergerden
Programma
1032: Grondbeleid
De gemeentelijke financiële bijdrage
Gemeente levert geen financiële bijdrage aan de GR. De GR is geheel extern gefinancierd (via de Gemeente Lingewaard).
(Financiële) risico’s
In 2012 heeft er een marktonderzoek plaatsgevonden naar de markt van glastuinbouw voor Bergerden. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat er nauwelijks markt is voor glastuinbouw de komende jaren. De aannames qua uitgifte en prijsontwikkeling zoals voorzien in de diverse stukken is als te enthousiast aangemerkt en dient gematigd te worden. Ombestemming (van een deel) van het terrein is hierdoor financieel noodzakelijk. Op dit moment wordt er gewerkt aan een businessplan om te kijken welke bestemmingen kansrijk zijn. Om deze reden heeft de GR nog geen goedkeurende accountantsverklaring gekregen voor de jaarrekening 2011. Het businessplan zal dienen als input voor een nieuw vast te stellen beleidskader incl. een nieuwe grondexploitatie. Vooruitlopend hierop hebben de deelnemende gemeenten een financiële voorziening getroffen en is er een exit-scenario gemaakt die als input dient voor de risico-analyse naar het weerstandsvermogen binnen de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf. De ombestemming van een deel van het gebied zal worden beoordeeld aan de hand van het businessplan. Hierop zal beleid geformuleerd dienen te worden mogelijk leidend tot een planologische aanpassing in het gebied teneinde andere doelgroepen te kunnen bedienen. In de 2e helft van 2013 zal naar verwachting hierover besluitvorming plaatsvinden. Binnen de deelnemende gemeenten is een voorziening getroffen van ruim ¤ 2,7 miljoen voor het tekort dat ontstaat in de grondexploitatie van de GR. In het weerstandsvermogen is rekening gehouden met een risicoprofiel van ¤ 5 miljoen (was 1 miljoen).
Ontwikkelingen 2012
In 2012 blijkt de markt zich niet te hebben hersteld en zijn ook de vooruitzichten voor de komende jaren onzeker. De tuinbouwmarkt in heel Nederland is slecht.
Naam
GR Bijsterhuizen
Programma
1032: Grondbeleid
De gemeentelijke financiële bijdrage
Gemeente levert geen financiële bijdrage aan de GR. De GR draait een grondexploitatie met een positief financieel resultaat. Winstuitkeringen worden ten gunste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf gebracht. Aanpassing van het schema van uitbetaling van de winstuitkeringen wordt in de raming van de ABR verwerkt, het gaat dan om een bedrag van in totaal ruim EUR 6 miljoen.
(Financiële) risico’s
Financiële risico’s worden niet voorzien voor de GR Bijsterhuizen. De economische crisis heeft weliswaar ook op dat terrein z’n consequenties, maar dat leidt niet tot problemen. De economische crisis heeft wel consequenties voor de verwachte winstuitkeringen. Winstuitkering is pas mogelijk indien deze gerealiseerd is.
Ontwikkelingen 2012
Prijzen en uitgiftetempo zijn afgestemd op de huidige situatie in de markt. Dat leidt tot een aangepast schema voor wat betreft winstuitkering en verlenging van de looptijd van de exploitatie met 4 jaar tot en met 2018
139
PRIVATE RECHTSPERSONEN Naam
Nazorg Bodem
Programma
1022: Klimaat & Energie
De gemeentelijke financiële bijdrage
n.v.t.
(Financiële) risico’s
De Nazorg Bodem Holding BV brengt afgekochte projecten onder in afzonderlijke BV’s. Per project wordt een gecalculeerd risicobedrag ondergebracht in een waarborgfonds. Het financiële risico en eventuele privaatrechtelijke claims gaan niet verder dan de betreffende project-BV en de risicoafdekking door het waarborgfonds. Wij zijn als aandeelhouder niet hoofdelijk aansprakelijk voor de risico’s die de Nazorg Bodem Holding BV loopt. In het meest ongunstige geval zouden onze aandelen hun waarde verliezen.
Ontwikkelingen
Nazorg Bodem verricht diensten op locaties met bodemverontreiniging en voert langdurig beheer van niet (volledig) gesaneerde bodemverontreiniginglocaties en stortplaatsen. Nazorg Bodem voert momenteel geen projecten van of in de gemeente Nijmegen uit. Voor de gemeente Nijmegen komt vooralsnog op termijn één project in aanmerking voor uitvoering door Nazorg Bodem, namelijk de beheersing van grondwaterverontreiniging die is ontstaan op het bedrijfsterrein Pastoor van Laakstraat 90-92 te Lent. Het is nog niet bekend wanneer de werkzaamheden eventueel door Nazorg Bodem uitgevoerd gaan worden.
Naam
DAR NV
Programma
1062: Openbare ruimte
De gemeentelijke financiële bijdrage
DAR NV ontvangt geen financiële bijdrage in de exploitatie van de gemeente Nijmegen als aandeelhouder. Jaarlijks vinden onderhandelingen plaats met DAR NV over de dienstverleningsovereenkomst voor het verwijderen van afval en het reinigen van de openbare ruimte (gemeente als opdrachtgever). Als aandeelhouder van DAR NV ontvangt de gemeente Nijmegen jaarlijks dividend. Voor 2012 was dit ¤ 300.000. De verrekening van de DVO 2012 moet nog plaatsvinden nadat de jaarrekening van DAR over 2012 is vastgesteld.
Financiële) risico’s
Voor de gemeente Nijmegen als aandeelhouder beperkt het risico zich tot de hoogte van de
2012
deelname in het aandelenvermogen. Daarnaast heeft de gemeente als financierder enkele leningen uitstaan (boekwaarde ultimo 2011: ¤ 6,5 miljoen.); het risico daarop is afgenomen door toetreding van regiogemeenten als aandeelhouder en opdrachtgever.
Ontwikkeling 2012
In 2012 zijn met de regio-gemeenten DVO's afgesloten op het gebied van afvalinzameling en –verwerking. Daarnaast is verder gewerkt aan het afvalbeleid. Door de overname van de adviesfunctionaris vanuit de MARN, is het eenvoudiger geworden om het beleid regionaal te verbreden. (We denken hierbij aan de milieustraten en de invoering van het afvalpasje).
140
Naam
Indigo B.V.
Programma
Klimaat en Energie
De gemeentelijke financiële bijdrage
In juni 2012 is een Green Deal gesloten met het Rijk. De bijdrage van ¤ 2,5 miljoen van het Rijk voor het Warmtenet Nijmegen willen wij in 2013 inzetten voor de activiteiten voor Indigo B.V. De gemeente ontvangt de bijdrage van het Rijk als decentralisatieuitkering in haar gemeentefonds. Daarna zullen wij de bestemming van deze middelen ter besluitvorming aan uw Raad voorleggen.
(Financiële) risico’s
Deelname aan Infrabedrijf beperkt zich conform het raadsbesluit (voorstelnr. 38/2012) van 18 april 2012 tot het verschaffen van het aandelenkapitaal van 5% zijnde ¤ 300.000 en een subsidie van ¤ 3,5 miljoen. Door participatie deelt de gemeente voor 5% mee in de winst en verlies rekening van het Infrabedrijf. Het huidige risicoprofiel van het Infrabedrijf wordt voor het grootste gedeelte afgedekt door de 95% aandeelhouder Alliander. De gemeente zal niet worden aangesproken voor het aangaan van financiële verplichtingen voor het verwerven van het benodigde vreemde vermogen voor Indigo B.V.
Ontwikkelingen
In 2013 worden ontwerp- en uitvoeringswerkzaamheden uitgevoerd voor de aanleg van de hoofdtransportleiding van de ARN naar de Waalsprong en het Waalfront. Doel is om per 1 januari 2015 (duurzame) warmte vanuit de ARN te kunnen leveren in de Waalsprong en het Waalfront. Ook zal in 2013 worden ingezet op het verkrijgen van meer aansluitingen op het Warmtenet, bijvoorbeeld bij de Spoorzone ontwikkeling, het Radboud en andere grote warmtevragers in de bestaande stad. Meer aansluitingen hebben een positief effect op de businesscase van Indigo B.V. maar vooral ook op het vergroten van het aandeel duurzame energie en op meer CO2reductie.
Naam
Recreatiegemeenschap Veluwe (RGV)
Programma
1041: Economie & Toerisme
De gemeentelijke financiële bijdrage
De jaarlijkse financiële bijdrage is in 2001 met een eenmalige bijdrage afgekocht.
(Financiële) risico’s
Het financiële risico is voor de gemeente Nijmegen nihil. Hoogstens een risico ter hoogte van 18,13% (¤ 32.923) van het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal ad ¤ 181.600.
Ontwikkelingen 2012
De gemeente Nijmegen heeft in 2012 de Raad van Commissarissen van RGV opgeroepen tot: - Aanpassing van het bezoldigingsbeleid van de directie van RGV; - Het inzichtelijk maken van het Strategisch beleid en het ermogensbeheer van RGV; en - Het opstellen van een directiereglement. De gemeente Nijmegen is van mening dat de hoogte van de huidige bezoldiging buitensporig is en dringt aan op aansluiting bij de WNT-norm (Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector). Voorts wil de gemeente Nijmegen dat het operationeel resultaat van de recreatieplassen toekomstbestendiger wordt én een degelijk en transparant Treasurybeleid. Het RGV heeft ontwikkelingsvisies voor de recreatieplassen opgesteld. Deze ontwikkelingsvisies dienen in samenhang met de discussie over de openbare en laagdrempelige toegankelijkheid van de recreatieplassen en het financiële meerjarenperspectief te worden bekeken. Tevens heeft het RGV inzage toegezegd in het vermogensbeheer en de regels/kaders inzake de directievoering. In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in (juni) 2013 zullen deze onderwerpen weer aan de orde komen.
141
Naam
Brabantse Poort BV
Programma
1032: Grondbeleid
De gemeentelijke financiële bijdrage
De jaarlijkse kosten van de BV worden ten laste en eventuele uitkeringen ten gunste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf gebracht. Dit betreft de rente over het aandelenkapitaal ad EUR 34.033)
(Financiële) risico’s
Risico ter hoogte van het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal (¤ 34.033). Brabantse Poort is per saldo een winstgevende participatie.
Ontwikkelingen
De Brabantse Poort BV zal worden ontbonden zodra alle nog lopende zaken zich hebben opgelost. De bebouwing van plandeel G is afgerond. Oplevering van de 115 woningen heeft plaatsgevonden aan woningcorporaties Standvast en Woongenoot. Over het resterende terreindeel aan de Wijchenseweg naast PLANON zullen nadere afspraken moeten worden gemaakt. Er is nog een juridische discussie met de eigenaren van delen van het Winkelcentrum Dukenburg over verrekening van vierkante meters en energiekosten. Daarnaast dient tussen gemeente en BV nog een oplossing te worden gevonden voor een pompput t.b.v. het wooncomplex aan de Draaiom (Zwanenstraat). Naar verwachting zal een en ander zich in de loop van 2013 oplossen.
Naam
Mariënburg BV
Programma
1032: Grondbeleid
De gemeentelijke financiële bijdrage
De jaarlijkse kosten van de BV worden ten laste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf gebracht (m.n. rente over het aandelenkapitaal ad EUR 18.000). De opbrengsten binnen de BV werden gevormd uit winst vanuit de VOF Mariënburg waarin de BV als vennoot heeft deelgenomen. Deze opbrengsten zijn als dividenden uitgekeerd aan de Gemeente Nijmegen als enig aandeelhouder. Die uitgekeerde dividenden zijn in eerdere jaren ten gunste van deze ABR gebracht.
(Financiële) risico’s
Risico ter hoogte van het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal (¤ 18.151) van de BV. Binnen de VOF zijn de laatste claims afgewikkeld. Hiervoor was in de VOF een voorziening getroffen. De VOF is eind 2012 ontbonden. Er zijn geen financiële risico’s meer aanwezig.
Ontwikkelingen
De juridische afwikkeling van de VOF is eind 2012 nog afgerond. De financiële afwikkeling van de VOF was al afgerond. De BV wordt nu ontbonden.
Naam
BV Land over de Waal
Programma
1032: Grondbeleid
De gemeentelijke financiële bijdrage
De jaarlijkse kosten van de BV (m.n. rente op de bankgarantie en aandelenkapitaal) worden ten laste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf gebracht.
(Financiële) risico’s
Risico’s bij surseance en/of faillissement (van de GEM Waalsprong) bestaan uit het inroepen van de garantie ten laste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf.
Ontwikkelingen
Uitwerking gemeentelijke doelstellingen Land over de Waal vindt plaats in de GEM Waalsprong Beheer BV. Hiernaar wordt verwezen.
142
Naam
GEM Waalsprong Beheer BV
Programma
1032: Grondbeleid
De gemeentelijke financiële bijdrage
De jaarlijkse kosten van de BV worden ten laste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf gebracht. Dit betreft vooral rente over het aandelenkapitaal.
(Financiële) risico’s
Risico ter hoogte van het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal. De Planexploitatie GEM Waalsprong wordt momenteel herzien. De effecten van de economische crisis worden daarin verwerkt (grondprijsniveau, looptijd, etc.). De Planexploitatie GEM Waalsprong wordt momenteel herzien. De effecten van de economische crisis worden daarin verwerkt (grondprijsniveau, looptijd, etc.). Woningen kunnen later worden gerealiseerd; dit heeft consequenties voor de gedachte OZB-bijdragen in de gemeentebegroting. Woningen worden wel gebouwd, maar de planning is uitgesmeerd over een langere periode.
Doel 2012
De gemeentelijke taken worden binnen de gestelde kaders uitgevoerd. De gemeentelijke doelen zijn nog steeds actueel maar het bereiken daarvan (met name de woningbouw, nog zo’n 9000 woningen) loopt achter op de planning als gevolg van de economische crisis. Dit hebben wij uitvoerig toegelicht aan uw Raad.
Ontwikkelingen
De aandacht voor de risico’s is een terugkerend thema waarover wij uw Raad blijven informeren. In de eerste helft van 2013 wordt de grex van GEM Waalsprong Beheer BV in procedure gebracht. De Laauwik is in 2013 vol in productie; alles is erop gericht om de woningbouw weer op gang te krijgen.
Agenda
Vasthoudendheid en lange adem wordt van alle partijen gevraagd bij het uitvoeren van procedures en de voorbereiding van de bouw. Een vinger aan de pols wordt verwacht van alle betrokkenen ten aanzien van de marktvraag in relatie tot het te ontwikkelen product. De ontvlechting van de publiek/private samenwerking in GEM Waalsprong staat op de agenda voor het eerste kwartaal van 2013. Aansluitend worden een nieuwe ontwikkelingsvisie en grondexploitatie in procedure gebracht. Ook wordt besluitvorming voorbereid over de nieuwe organisatie van de Waalsprong. Naast de ontwikkeling van de “gewone“ woongebieden als Laauwik en Groot Oosterhout, staat de ontwikkeling van De Stelt op de rol. Jaarlijks wordt uw Raad geïnformeerd over de planexploitatie GEM Waalsprong. Voor het tekort dat is ontstaan in de grondexploitatie van de Waalsprong GEM deel is een voorziening is getroffen van ¤ 11.7 miljoen..
143
Naam
Ontwikkelingsbedrijf Waalfront Beheer BV
Programma
1032: Grondbeleid
De gemeentelijke financiële bijdrage
De jaarlijkse kosten van de BV worden ten laste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf gebracht (m.n. rente aandelenkapitaal).
(Financiële) risico’s
Risico ter hoogte van het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal (EUR 45.000).
Ontwikkelingen
In 2013 zal de Handelskade (voormalig Gelderlanderterrein) in ontwikkeling worden genomen; ruim 500 woningen waarvan bijna 200 in de het sociale huursegment met commerciële voorzieningen (waaronder horeca). De taken worden verder uitgevoerd in overeenstemming met de gestelde kaders. n de ABR Ontwikkelingsbedrijf is rekening gehouden met het risico van deze onderneming. Ook in 2013 wordt de grondexploitatie herzien. Het mag duidelijk zijn dat in de lijn van de economische ontwikkelingen ook deze grondexploitatie onder druk staat. Verder zal in 2013 het Programma van Eisen voor het zgn. Brugkwartier worden vastgesteld als basis voor de verdere uitwerking van de (woningbouw)plannen ten westen van de nieuwe brug De Oversteek. Het is de bedoeling dat voor dit plangebied in 2014 de eerste gronden bouwrijp worden gemaakt. Programmatisch vinden hier ook aanpassingen plaats omdat er minder etagewoningen en meer grondgebonden woningen in dit plandeel zullen worden gerealiseerd. In het kader van het tijdelijk anders bestemmen wordt er gewerkt aan een evenwichtige invulling van de vrijkomende gebouwen en complexen (waaronder de HONIG) ten behoeve van tijdelijke functies. Na een succesvolle brainstormdag januari jl. zal voor de zomervakantie 2013 duidelijk worden hoe hier tot 2018 mee om te gaan. Er wordt gewerkt aan het bouwrijp maken van de grond en verplaatsing van de kade voor de Handelskade. Het bestemmingsplan is vastgesteld en goedgekeurd. Begin 2013 worden de bouwplannen voor de Handelskade verder gedetailleerd en voorgelegd aan het ruimtelijk kwaliteitsteam en de commissie Beeldkwaliteit. Medio april 2013 kan de bouwaanvraag verder worden ingediend. Vervolgens zal nog voor de zomervakantie 2013 met de bouw worden gestart. Voor het ontstane tekort in de grondexploitatie is een voorziening getroffen van ¤ 5.3 miljoen. In het weerstandsvermogen is rekening gehouden met een risicoprofiel van ¤ 8.9 miljoen.
Naam
Waalfront BV
Programma
1032: Grondbeleid
De gemeentelijke financiële bijdrage
De jaarlijkse kosten van de BV worden ten laste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf gebracht.
(Financiële) risico’s
Risico ter hoogte van het geplaatste en gestorte aandelenkapitaal (¤ 18.000) en het commanditair vermogen ad ¤ 3.430.000.
Ontwikkeling 2012
Voortzetting deelname in de CV. Uitwerking gemeentelijke doelstellingen Waalfront vindt plaats in de OBW Waalfront. Hiernaar wordt verwezen.
144
Naam
Stichting Uitzicht
Programma
1061: Werk & Inkomen
De gemeentelijke financiële bijdrage
Tot en met begin 2013 voert Stichting Uitzicht namens de gemeente Nijmegen het werkgeverschap uit voor personen die werkzaam zijn in een gesubsidieerde baan. De stichting heeft geen eigen vermogen. Exploitatieoverschotten c.q. tekorten komen ten gunste c.q. ten laste van de gemeente Nijmegen. De vergoeding vanuit de gemeente Nijmegen wordt betaald uit het Wwb werkdeel.
Ontwikkelingen
1 juli 2012 was de collectieve ontslagdatum voor alle voormalige Wiw-ers met uitzondering van de Wiw-ers met SW-indicatie. Tot die datum heeft de gemeente er middels Mobiliteitscentrum AanZet alles aan gedaan de Wiw-ers te ondersteunen in hun zoektocht naar ander werk. Na 1 juli kwamen de ontslagen Wiw-ers in de WW en vielen ze dus onder het regime van het UWV. Vanaf dat moment is onze voornaamste relatie het uitbetalen van de suppletie op de WW-uitkering conform afspraken Sociaal Plan Wiw Nijmegen. Deze uitbetaling verloopt tot nu toe volgens afspraken. Het bestuur van Stichting Uitzicht heeft besloten de stichting op te heffen zodra de werkgeversfunctie voor de resterende Wiw-ers op een goede plaats is belegd. De intentie is om de werkgeversfunctie, totdat de Wiw-ers met SW-indicatie geplaatst zijn door Breed, te beleggen bij Stichting Wijkwerk. De uitvoering van het Sociaal Plan (betreft met name uitbetaling WWsuppleties) loopt via de gemeente en gaat dus gewoon door ondanks de opheffing van Stichting Uitzicht erste kwartaal 2013: overdracht resterende Wiw-ers naar nieuwe werkgeversorganisatie en opheffing Stichting Uitzicht.
Naam
NV Bank Nederlandse Gemeenten
Programma
1042: Bestuur & Middelen
De gemeentelijke financiële bijdrage
N.v.t. De gemeente ontvangt een dividend uitkering van de BNG. De hoogte van de dividenduitkering is naar verwachting ¤ 222.500 Het dividend wordt in het voorjaar van 2013 vastgesteld
(Financiële) risico’s
De BNG heeft tripel A creditratings van Standard & Poor’s, Moody’s en Fitch.
Beslispunten
N.v.t.
145
4.5 Onderhoud Kapitaalgoederen Onder kapitaalgoederen verstaan we: wegen, inclusief civiele kunstwerken, riolering, water, groen en gebouwen. Deze paragraaf vormt de spiegel van de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen van de Stadsbegroting 2012-2015. De paragraaf is gebaseerd op artikel 12 van het BBV. Per onderdeel behandelen we het beleidskader en de realisatie in 2012.
KAPITAALGOEDEREN IN DE OPENBARE RUIMTE ALGEMEEN Tot de kapitaalgoederen in de openbare ruimte rekenen we onder andere de wegen en civiele kunstwerken, openbare verlichting, riolering, het water en het groen in de stad. Met het onderhoud van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte is een substantieel deel van de begroting gemoeid. Onderhoud bestaat uit dagelijks onderhoud, groot onderhoud, technische vervanging en renovatie. Voor kapitaalgoederen in de openbare ruimte hanteren wij afschrijvingstermijnen, op basis van de technische levensduur. Onder de kapitaalgoederen hebben wij zowel investeringen van maatschappelijk als van economisch nut opgenomen. Ook op de investeringen van maatschappelijk nut wordt op basis van de levensduur afgeschreven. INTEGRAAL BEHEER OPENBARE RUIMTE Beleidskader: Voor 2012 gold nog het beleidsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) uit 2001. Dit plan gaat uit van de technische waarde voor beheer en onderhoud. Het onderhoudsniveau in het centrum is kwaliteit A: goed. Voor de rest van de stad is het beleid onderhoudskwaliteit B: basis. Dit geldt voor alle beheeronderdelen, van reiniging tot onderhoud wegen. Op basis van deze technische norm hebben we jarenlang de staat van onze kapitaalgoederen beoordeeld en prioriteiten gesteld voor het onderhoud en beheer. Beleidsrealisatie: Eind 2012 hebben we de beleidsnota ‘Geef ze de (openbare) ruimte’ opgeleverd. Deze nota gaat niet meer uit van A en B - niveaus maar van één basisniveau, het Marikenniveau. Het Marikenniveau voldoet aan de wettelijke kaders van de gemeente- en wegenwet. Accenten kunnen worden gelegd op plekken die belangrijk zijn voor bewoners, ondernemers, maatschappelijke instellingen en de gemeente (als het gaat om het algemene belang). Dit betekent dat we voor een aantal beheeronderdelen de technische norm loslaten en zoeken we de grens op van wat technisch aanvaardbaar is en voor de burger nog acceptabel. Voor een aantal beheeronderdelen zal de technische norm leidend blijven, zoals bij asfaltwegen, omdat een lager niveau van onderhoud negatieve financiële consequenties heeft in de toekomst.
146
FONDSVORMING In de Stadsbegroting 2012 hebben we aangegeven wat we gaan doen voor het voormalige investeringsbudget van ¤ 2,2 miljoen. Deze werkzaamheden hebben we ook inderdaad uitgevoerd. Zoals we al bij de begroting voorspelde, hebben we sommige wegen voor onderhoud naar achteren geschoven omdat de voorbereiding langer duurde of het moment nog niet juist was. Daarvoor in de plaats hebben we andere wegen naar voren gehaald om aan te pakken. Dit om zo efficiënt mogelijk met onze tijd en geld om te gaan. De achterstand op onze wegen (9%) is nu nog dusdanig dat we in 2012 geen kans hebben gehad om een fonds te vormen voor grote voorziene onderhoudswerkzaamheden in de toekomst. De verwachting is dat dit de komende jaren ook niet zal lukken. Om toch het beschikbare budget niet te overschrijden, wordt slim samengewerkt met andere programma’s en worden projecten eventueel opgeknipt en over meerdere jaren uitgevoerd. AREAALMUTATIES De woningdichtheid van Nijmegen groeit de komende jaren en de openbare ruimte verandert voortdurend. Dit brengt veranderende beheerkosten met zich mee. Areaaluitbreiding, functieverandering van de openbare ruimte en de hieruit voortvloeiende hogere beheerkosten moeten structureel in de begroting worden opgenomen. Deze structurele uitbreiding van het beheerbudget is nodig om onze stad te beheren en onderhouden zoals we voor ogen hebben bij de inrichting en ontwikkeling. Voor iedere woning die we opleveren, nemen we vanaf 2012 een bedrag op in de begroting. Als onderdeel van de reguliere cyclus van begroten en verantwoorden beoordelen we periodiek of de ontwikkeling van de beschikbare middelen gelijke tred houdt met de benodigde lasten op het programma. In 2012 is ¤ 295.000 aan de begroting toegevoegd. WEGEN Beleidskader: Grotendeels het beleidsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2001. Vanaf eind 2012/begin 2013 de beleidsnota ‘Geef ze de (openbare) ruimte’ waarin het Marikenniveau gaat gelden. Beleidsrealisatie: In 2012 is de Energieweg geheel gereconstrueerd (integraal: bomen gekapt, openbare verlichting vervangen door LED). Ook is de gehele asfaltconstructie van de Tunnelweg en het Quackplein vervangen. Daarnaast is zijn er veel deklagen van asfalt vervangen: Groesbeekseweg (van Archipelstraat tot aan gemeentegrens), General James Gavinweg, Waalbrug, Willem Schiffstraat, O.C. Huismanstraat, Marialaan, Industrieweg, Groenestraat (van Spoor tot Graafseweg). De ringweg Aldenhof is bij wijze van proef van lichtreflecterend asfalt voorzien. Het fietspad van de St. Annastraat (van Kapittelweg tot Oude Molenweg) is van rood asfalt voorzien. Ook zijn de klinkervlakken in de Muntweg vervangen door asfalt vanwege trilling- en geluidoverlast. Vanuit het
147
programma Mobiliteit is de snelfietsroute Nijmegen – Beuningen aangelegd waarbij het programma Openbare ruimte een bijdrage aan heeft geleverd. In 2012 zou de Neerbosscheweg opnieuw geasfalteerd worden. In 2012 werd vanuit Mobiliteit het project “Groene Route” en “Poort Neerbosch” opgestart. Omdat deze projecten overlappen met de onderhoudswerkzaamheden, is besloten het onderhoud een jaar uit te stellen en dit integraal uit te voeren met deze projecten. Het budget dat hierdoor vrijviel is ingezet om de geluid reducerende deklaag van de Groesbeekseweg te vervangen. Deze stond geprogrammeerd voor 2013 en 2014 en is dus een jaar naar voren gehaald. Het restant van de Groesbeekseweg wordt in 2013 uitgevoerd zodat deze weg weer helemaal up-to-date is. Voor de Weg door Jonkerbos, Kwakkenbergweg en kruispunt Bosweg/Broerdijk en de St. Jacobslaan zijn de voorbereidingen gestart in 2012 en vindt de uitvoering in 2013 plaats. Aan het eind van het jaar is er voor gekozen om een woonstraat (Willem Schiffstraat) op te knappen die al enige tijd in het wijkbeheerplan Groenewoud stond vermeld en een drukke weg is qua schoolverkeer. Financiële realisatie: Het onderhoud van wegen en civiele kunstwerken is begroot in het programma Openbare Ruimte. In 2012 besteedden wij ¤7,1 miljoen aan onderhoud en vervanging van verhardingen en civiele kunstwerken. OPENBARE VERLICHTING Beleidskader: Voor Openbare verlichting hebben we een apart beleidskader vastgesteld eind 2011. Met deze beleidsnota hebben we een duidelijk kader voor de openbare verlichting in de komende jaren, waarin aandacht is voor de balans tussen veiligheid, beeldkwaliteit, duurzaamheid, burgertevredenheid en kosten. Met verschillende maatregelen zorgen we voor zo laag mogelijk energieverbruik van de openbare verlichting, zonder in te leveren op verkeersveiligheid en sociale veiligheid. Zo zullen bij nieuwe ontwikkelingen alleen nog laag energetische verlichting zoals LED worden toegepast, passen we ‘licht op maat’ toe en gaan we experimenteren met reflecterend asfalt. Het kabelnet voor openbare verlichting heeft een onderhoudsachterstand. We gaan deze achterstand de komende 20 jaar wegwerken door 18 km kabel per jaar te vervangen. In het kader van het nieuwe beleidsplan vervangen we steeds meer oude verlichting door LED verlichting in de stad. Beleidsrealisatie: In het kader van het nieuwe beleidsplan vervangen we steeds verlichting door LED verlichting aan in de stad. In 2012 hebben we LED lantaarns geplaatst op de Steenbokstraat, Heijendaalseweg, Neerbosschebrug en rotonde, van Schaeck Mathonsingel en de Energieweg. Daarnaast hebben we 13 km kabelnet vervangen waaronder 2 km in de Waalbrug. Financiële realisatie: We hadden te maken met 125 storingen van ons openbare verlichtingskabelnet. Dit is goed voor ¤ 270.000 aan onkosten. In 2011 ging het om ¤ 239.000 bij 113 storingen. In totaal is voor ¤ 3 miljoen besteed aan onderhoud en vervanging voor openbare verlichting in 2012. 148
RIOLERING Beleidskader: Gemeentelijk rioleringsplan 2010-2016. In 2009 heeft uw Raad dit beleidskader vastgesteld. Het accent ligt op planmatig onderhoud gericht op behoud van restlevensduur van ons rioolstelsel. Dit in tegenstelling tot het voorgaande rioleringsplan 2005-2009 waarin de nadruk lag op statistisch bepaalde investeringsbehoefte. Beleidsrealisatie: Het GRP2010-2016 richt zich op behoud van restlevensduur van ons rioolstelsel, hetgeen wil zeggen dat we er voor zorgen dat het systeem gemiddeld niet veroudert. Eind 2012 blijkt de gemiddelde restlevensduur op basis van de in 2012 uitgevoerde rioolinspecties 49,4 jaar. Dat is ongeveer 0,3 jaar lager dan eind 2011. Dat komt doordat we risicogericht inspecteren. Riolen in relatief slechte staat zijn daardoor wat oververtegenwoordigd in de bepaling van de gemiddelde restlevensduur. Ruim 80% van de Nijmeegse riolen is nu één maal geïnspecteerd. Als het gros van de riolen ten minste twee maal is geïnspecteerd, met meerdere jaren tijd tussen twee inspecties, wordt de veroudering van de riolen goed zichtbaar en kan de gemiddelde restlevensduur van de Nijmeegse riolering betrouwbaarder en nauwkeuriger worden. Tot die tijd zijn jaarlijkse door statistiek veroorzaakte variaties in de gemiddelde restlevensduur onvermijdelijk. Voor de volledigheid: - gemiddelde restlevensduur is bijna 50 jaar; - gemiddelde ouderdom is circa 40 jaar; Dus: gemiddelde levensduur van onze riolen is momenteel circa 90 jaar. Financiële realisatie: Het beheer en onderhoud van ons rioolstelsel is begroot in het programma Groen & Water. In 2012 besteedden wij aan rioolstelsel en watersysteem circa ¤ 12,4 miljoen waarvan circa ¤ 3,9 miljoen voor investeringen uitgevoerd in 2012. WATER Beleidskader: Waterplan 2001. Doel is duurzaam omgaan met water en waterpartijen in de stad: schoonhouden van het stadswater, verbeteren van de (grond)waterkwaliteit, water zichtbaar maken in de openbare ruimte en verminderen van het waterverbruik. Het beleidskader is uitgewerkt in het actieplan 2005 met daarin een vertaling van de ambities. In het waterplan is een planning opgenomen van projecten die in de geplande periode uitgewerkt worden in deelplannen. Beleidsrealisatie: Er is verder gewerkt aan overdracht vijvers aan Waterschap en aan analyse watersysteem Dukenburg. Financiële realisatie: Het onderhoud van water en waterpartijen in de stad is begroot in het programma Groen & Water. In 2012 besteedden wij aan rioolstelsel en watersysteem circa ¤ 12,4 miljoen waarvan circa ¤ 3,9 miljoen voor investeringen uitgevoerd in 2012. GROEN Beleidskader: De Groene Draad (2007), Groene Allure Binnenstad (2007), Handboek Stadsbomen (2009), Richtlijn Natuur Nijmegen (2004), Uitvoeringsprogramma 149
Stedelijke Vernieuwing (2011), Natuurtoets en beheerkalender (2005), Bosbeheervisie 2011. Beleidsrealisatie: Wij besteedden ook in 2012 veel tijd doorwerking Handboek Stadsbomen en beleidsplan ‘De Groene Draad’. Verder hebben we conform de plannen uitvoering gegeven aan het dagelijkse beheer en onderhoud van het groen in de stad. Voor het onderhoud van de bomen en het bosplantsoen hebben we de technische norm leidend gehouden, vanwege de fysieke en sociale veiligheid. Voor de bomen hebben we onze onderhoudsachterstand in 2012 weggewerkt. Voor het bosplantsoen zal dat in 2013 gebeuren. Financiële realisatie: Het dagelijks onderhoud van het groen is begroot in het programma Openbare Ruimte. In 2012 besteedden wij hiervoor ¤ 6,6 miljoen waarvan ongeveer één miljoen euro aan de bomen. In 2012 investeerden we vanuit het programma Groen & Water circa ¤ 0,7 miljoen in groen, inclusief uitgaven Woonmilieuverbetering.
150
KAPITAALGOEDEREN GEBOUWEN BELEIDSKADER EN REALISATIE De uitgangspunten voor het onderhoud zijn vastgelegd in een beheerplan. Voor het meten en bewaken van de onderhoudsstaat hanteren wij de landelijke NEN‐norm 2767 (Nederlands Normalisatie‐instituut) voor gebouwen. Wij hebben steekproefsgewijs een conditiemeting conform deze NEN‐norm laten uitvoeren. Uw Raad heeft middelen beschikbaar gesteld om ook deze gebouwen structureel te onderhouden. De planning van de uitvoering is vastgelegd in een meerjaren onderhoudsplan. Op basis van deze plannen wordt het onderhoud uitgevoerd. Dat onderhoud vertoont in absolute zin, als gevolg van werkelijk uit te voeren onderhoud grote fluctuaties. Middels een egalisatievoorziening vertoont de feitelijke belasting van de begroting een stabiel beeld; wij middelen de lasten van het onderhoud over een periode van 20 jaren. Het meerjaren onderhoudsplan wordt periodiek geactualiseerd. Bedragen x ¤ 1,0 miljoen
Begroting 2012
Realisatie 2012
Storting
Facilitaire gebouwen
1,5
1,3
0,2
Wijk- en sportcentra
1,9
1, 4
0,5
Overig vastgoed
1,8
1,7
0,1
5,2
4, 4
0,8
UITBESTEDING REGIETAKEN ONDERHOUD Het onderhoud van onze gemeentelijke panden is sinds 2008 uitbesteed aan DHV. Elk jaar actualiseert DHV in overleg met de gemeente het meerjarenonderhoudsplan (MOP). Hierin is het onderhoud van het gemeentelijk vastgoed voor de komende jaren vastgelegd. Het jaarbedrag zoals dat nu in de begroting is opgenomen gaat uit van het 20-jarig gemiddelde. Jaarlijks stellen we de uitvoeringsplanning vast met de bijbehorende kostenraming. De bedragen kunnen jaarlijks sterk fluctueren. We vangen de financiële effecten daarvan op via de Voorziening POG (Planmatig Onderhoud Gebouwen). Met het vaststellen van het jaarplan voldoen we aan de voorschriften voor rechtmatigheid van de uitgaven. We kunnen met het onderhoudsbudget de gemeentelijke gebouwen in stand houden, maar het is niet bestemd en ook niet toereikend om er verbeteringen qua materialengebruik, installaties of qua functionaliteit mee aan te brengen. Uit een doorkijk naar de komende 20 jaar blijkt bovendien dat het bedrag voor instandhouding dat in de begroting is opgenomen voor het uitvoeren van het onderhoud over enkele
151
jaren niet voldoende zal zijn om het noodzakelijke instandhoudingsonderhoud uit te voeren. Bij de Perspectiefnota komen wij hier op terug. Voor wat betreft 2012 is het voorziene onderhoud volledig uitgevoerd REALISATIE INVESTERINGEN Naast het reguliere technisch onderhoud is er een aantal ontwikkelingen dat invloed heeft op het gebruik en het onderhoud van de gemeentelijke panden. Hieronder lichten wij uw Raad de belangrijkste toe. DIVERSE WETTELIJKE AANPASSINGEN AAN GEBOUWEN Het jaarlijks terugkerende bulkkrediet Gemeentelijke Accommodaties van ¤ 750.000 is in 2012 volledig besteed aan noodzakelijke aanpassingen en verbeteringen aan gemeentelijke gebouwen in het kader van duurzaamheid of (nieuwe) wetgeving, bijvoorbeeld op Arbogebied. De inzet in 2012 betreft o.a. ruim ¤ 235.000 aan Duurzaamheidsmaatregelen en ¤ 130.000 voor asbestsanering. Daarnaast zijn voor bijvoorbeeld Cultuur, Sport en Welzijn diverse aanpassingen gedaan waarbij de duurzaamheidsaspecten zoveel mogelijk zijn meegenomen. Naast asbest en duurzaamheid zijn de kredietgelden besteed aan aanpassingen bij de Looimolen, de laatste fase bij Speeltuin Brakkefort en bij onze kinderboerderijen. RENDABELE INVESTERINGEN Uw Raad heeft een jaarlijks krediet van ¤ 1.100.000 beschikbaar gesteld voor rendabele investeringen, ook genaamd investeringen met eigen dekking. Denk daarbij aan aanpassingen van gebouwen, waarbij de kapitaallasten worden gedekt door een hogere opbrengsten of lagere (overige) kosten. In 2012 is van het beschikbare bedrag onder andere ¤ 420.000 ingezet voor aanpassingen aan de kantine en het zwembad in speeltuin Brakkefort, ¤ 350.000 voor verdere aanpassingen verwarming en luchtbehandeling in De Waagh en ruim ¤ 120.000 voor diverse rendabele duurzaamheidsprojecten in het kader van bijvoorbeeld duurzame verlichting en energielabels. SPORTACCOMMODATIES In het programma Sport verantwoorden wij u over uitgaven voor onze sportaccommodaties. Wij hebben de kosten van een meerjarenonderhoudsplan voor de buitensportaccommodaties eerder in kaart gebracht. Vanaf 2007 zijn door uw Raad middelen beschikbaar gesteld zodat we ook deze categorie gebouwen structureel onderhouden. SCHOLEN Schoolbesturen zijn als juridisch eigenaar zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van hun schoolgebouwen. Voor het onderhoud ontvangen de schoolbesturen rechtstreeks middelen van het ministerie van OW&C. 152
ONDERWIJSHUISVESTING BELEIDSKADER Op 19 december 2007 heeft de Raad een besluit genomen over de doordecentralisatie van onderwijshuisvestingsmiddelen van de gemeente naar de schoolbesturen. Met dit besluit is de zorg voor onderwijshuisvesting met alle bijbehorende middelen en verantwoordelijkheden, onder voorwaarden, voor onbepaalde tijd overgedragen van de gemeente aan de schoolbesturen. We streven er samen met schoolbesturen naar in de periode 2008-2048 70% van de doorgedecentraliseerde schoolgebouwen te vernieuwen en 30% te renoveren, goed gespreid over de stad en passend bij de ontwikkeling van leerlingenaantallen. Begin 2012 is het Deelplan Onderwijsvoorzieningen Nijmegen vastgesteld. Daarin hebben we een onderscheid gemaakt in voorzieningen die zijn doorgedecentraliseerd en voorzieningen die niet zijn doorgedecentraliseerd. Doorgedecentraliseerd Met name in de bestaande stad zijn vrijwel alle voorzieningen doorgedecentraliseerd. Het streven was om in 2012 een doordecentralisatiepercentage van 92,3% te bereiken. In de praktijk hebben we een percentage doordecentralisatie van 91,8 % van alle leerlingen in Nijmegen (incl. Voortgezet Onderwijs) gerealiseerd. Niet-doorgedecentraliseerd Drie schoolbesturen, de Stichting Simonscholen, Kristallis en de Stichting Speciaal Onderwijs zijn niet doorgedecentraliseerd. De twee scholen, De Oversteek en Het Talent, gevestigd in de voorzieningenharten in Nijmegen Noord zijn eveneens niet doorgedecentraliseerd. We streven ernaar om in principe alle voorzieningen voor onderwijshuisvesting door te decentraliseren. Om dit te realiseren zijn we in 2012 met besprekingen begonnen met Conexus over doordecentralisatie van de nieuw te bouwen school in Lent-Oost.
153
ONDERHOUD SCHOOLGEBOUWEN Het binnenonderhoud is voor alle sectoren geregeld via de Materiële Instandhouding via het Rijk. In het Voortgezet Onderwijs ligt vanaf 2005 de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud geheel bij de schoolbesturen. De bekostiging vindt rechtstreeks plaats door het Rijk (OC&W). Verantwoording over deze middelen vindt middels overleggen accountscontrole aan het Rijk plaats. Voor het Primair Onderwijs valt het (groot) buitenonderhoud grotendeels onder de regeling van de Doordecentralisatie. Inzet van deze middelen controleren wij bij de monitoring van de doordecentralisatie. In 2013 vindt de evaluatie van de doordecentralisatie plaats. In de evaluatie nemen we naast allerlei andere zaken ook mee de staat van het onderhoud van de aan de gemeente over te dragen doorgedecentraliseerde scholen. Het (buiten)onderhoud van de niet-doorgedecentraliseerde scholen valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Bij twee besturen, Kristallis en Taricius, hebben we deze verantwoordelijkheid doorgesluisd via een overeenkomst doordecentralisatie buitenonderhoud. Alleen de Islamitische Basisschool Hidaya volgt nog de methode van aanvragen voor onderhoud conform de procedure van het IHP en deze worden aan de hand van de Verordening voorzieningen onderwijshuisvesting getoetst. Het ministerie van OC&W heeft een wetsvoorstel ter besluitvorming voorgelegd om de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud bij PO-scholen rechtstreeks bij de schoolbesturen onder te brengen. De ingangsdatum van dit wetsvoorstel is voorzien op 1 januari 2015. FINANCIËLE CONSEQUENTIES EN VERTALING IN DE BEGROTING Het totale lastenbudget voor onderwijshuisvesting bedroeg in 2012 ¤ 17,5 miljoen, hetgeen ook is gerealiseerd. Als de decentralisatie van het buitenonderhoud in 2015 doorgaat, heeft dit gevolgen voor de vergoeding doordecentralisatie. Dit wordt meegenomen in de evaluatie van de doordecentralisatie in de loop van 2013.
154
4.6 Grondbeleid VISIE OP GRONDBELEID Het programma Grondbeleid neemt fysiek ruimtelijke projecten in ontwikkeling en voert deze uit. Hierbij is er een relatie met andere programma’s binnen de gemeentelijke begroting. Belangrijke programma’s zijn ondermeer: Ruimtelijke Ontwikkeling, Bouwen, Wonen, Economie, Sport, Onderwijs en Mobiliteit. De manier waarop we dit grondbeleid uitvoeren is uitgebreid omschreven in de Kadernota Grondbeleid die in juni 2010 door uw Raad is vastgesteld. Hierin gaan we niet alleen uit van faciliterend grondbeleid, waarbij we gebruik maken van “publieke” instrumenten, maar kiezen we ook expliciet voor een actieve, ontwikkelende en daarmee risicodragende rol van de Gemeente. Dit kan zelfstandig of via samenwerking met marktpartijen en deelnemingen in een PPS (bijv. Waalfront) of via gemeenschappelijke regeling (bijv. Bergerden of Bijsterhuizen). In de actieve rol verwerven we gronden, ontwikkelen we (stedenbouwkundige) plannen en maken we terreinen bouwrijp en verkopen deze. De beoogde maatschappelijke effecten van dit Grondbeleid zijn: • Een groter aanbod van woningen voor de doelgroepen die daar het meeste behoefte aan hebben door middel van de productie van bouwrijpe grond en de ontwikkeling van stedenbouwkundige plannen. • Scheppen van fysieke ruimte voor de realisatie van voorzieningen, scholen, kantoren, bedrijfshuisvesting en andere werkgelegenheidslocaties. • Realisatie van structuurbepalende, stedelijke ontwikkelingsprojecten zoals de Stadsbrug, de Dijkteruglegging, de Waalsprong, Plein 1944, Waalfront die initiërend zijn voor de lange termijn ontwikkeling van de stad. Projecten worden door het gemeentelijk Ontwikkelingsbedrijf voorbereid, tot uitvoering gebracht en financieel afgewikkeld. De planexploitaties van deze projecten, die altijd meerdere jaren doorlooptijd kennen, leggen we als document ter vaststelling aan de Raad voor. Tot en met heden rapporteren we halfjaarlijks (behandeling begroting en rekening) over de voortgang van de afzonderlijke projecten in de Voortgangsrapportage Grote Projecten (zowel inhoudelijk als financieel en ten aanzien van het risicobeheer). In april 2013 volgt nog een VGP bestaande stijl en in het najaar van 2013 volgt wederom de Risiconota. Daarna wordt het rapportageritme aangepast: in januari/februari wordt de VGP voorgelegd met als peildatum 1 oktober (gekoppeld aan de Stadsrekening). In mei volgt een update waarin melding wordt gemaakt van eventuele majeure wijzigingen. In september/oktober volgt dan weer de jaarlijkse risiconota.(gekoppeld aan de stadsbegroting)
155
Hierin signaleren we ook de ontwikkeling binnen de deelnemingen en de positie van de Algemene Bedrijfs Reserve van het Ontwikkelingsbedrijf. Tijdens de raadsvergadering over de Risiconota 2011 heeft uw Raad een motie aangenomen waarin het college wordt opgeroepen een doorberekening te maken van de gemeentelijke risico’s bij een scenario waarin herstel op de vastgoedmarkt langjarig uitblijft: “een zwart scenario”. In mei 2012 zijn de uitkomsten van het onderzoek naar dit scenario aan de gemeenteraad gepresenteerd. In het najaar van 2012 heeft uw Raad de risiconota 2012 vastgesteld. Het zogeheten basisscenario blijft het uitgangspunt voor de ontwikkelprojecten met inachtneming van de bijstelling van de opbrengstenontwikkeling voor langlopende projecten en de verlaging van het afzettempo. In de tweede helft van 2012 heeft de gemeente besluitvorming voorbereid over de ontvlechting van de GEM Waalsprong. Deze majeure stap is mede ingegeven door het feit dat de financiële risicoverdeling tussen de gemeente en de participerende marktpartijen niet meer in lijn is met de gelijkwaardige zeggenschapsverhoudingen. Daarnaast zijn andere marktpartijen in grote mate betrokken bij de woningbouwontwikkeling in de Waalsprong dan die in de GEM participeren. Begin 2013 wordt de feitelijke ontvlechting naar verwachting afgerond en worden voorstellen gedaan over de positionering van de toekomstige projectorganisatie voor de Waalsprong ten opzichte van de gemeentelijke organisatie. Als onderdeel van de voorliggende Stadsrekening 2012 wordt de VGP april 2013 vastgesteld.
ONTWIKKELINGEN Er wordt nog steeds hard gewerkt aan de verdere ontwikkeling van de stad Nijmegen. Bij de ontwikkeling staat centraal, het economisch perspectief, een kwalitatief goede woning, in een ongedeelde stad die goed bereikbaar is, met duurzaamheid als uitgangspunt. Bij veel van de projecten heeft het Grondbeleid een belangrijke rol gespeeld. Grote plannen als de Waalsprong, Waalfront, Doornroosje, Plein 1944 en Novio Tech Campus zijn op dit moment belangrijke projecten. De woningbouwproductie is het afgelopen jaar weer gestegen naar ca. 1.200 waarvan bijna 300 in de Waalsprong (2011: totaal ruim 700) gerealiseerde woningen, ondanks de economische recessie. Dit hangt evenwel samen met besluiten over investeringen die in eerdere jaren zijn genomen en nu tot uitvoering zijn gebracht. De uitgifte van bedrijventerrein en het realiseren van bedrijven en kantoren is in 2012 net als in 2011 op vrijwel nihil uitgekomen. De kadernota Grondbeleid -en dan met name de inzet van het instrumentariumheeft zijn waarde bewezen in de tijd van groei en economische vooruitgang. Actief 156
werd grond ingezet om ontwikkelaars en corporaties projecten te laten realiseren die politiek gewenst werden. Daarbij werden bij deze projecten ook vaak maatschappelijke voorzieningen gerealiseerd. In 2012 was er nog steeds sprake van een economische crisis, inmiddels is duidelijk dat de economische crisis langer gaat duren en dat ook in 2013 geen herstel valt te verwachten. Hoewel de ontwikkeling van de stad zoveel als mogelijk door moet gaan in het belang van de economie en meer in het bijzonder de werkgelegenheid is risicobeheersing en risicomanagement een nog belangrijker thema geworden. In de risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2012 is hier uitgebreid op ingegaan. Dit zal voortgezet worden in 2013 en volgende jaren. Speciale aandacht zal daarbij de risico-analyse van de grote GREX-en, waaronder de GEM Waalsprong, krijgen. Tegen de achtergrond van de economische crisis heeft het Ontwikkelingsbedrijf zich in het algemeen terughoudender opgesteld dan voorheen. Dat betekent dat faciliterend grondbeleid vaker het uitgangspunt is en het initiatief bij marktpartijen wordt neergelegd. Er komen verder weinig nieuwe projecten in voorbereiding bij en de omvang van de projecten wordt kleiner. Gelet op de financiële belangen van de gemeente bij de verschillende grote projecten als Waalsprong en Waalfront zal zorgvuldige (her)overweging van nut en noodzaak van projecten met als gevolg prioriteitsstelling en verdere fasering in de tijd de komende periode moeten plaatsvinden. De besluitvorming omtrent de ontvlechting van de GEM Waalsprong betekent dat de gemeente de volledige regie neemt over de ontwikkeling van de woningbouw in de Waalsprong. Dit is al het geval bij de bedrijventerreinen, de infrastructuur en de landschapszone. De grondexploitatie voor de GEM zal in 2013 worden herzien, waarbij ook zal worden gekeken naar het te realiseren woningbouwprogramma in het licht van de economische omstandigheden. In april 2013 wordt e.e.a. aan uw Raad voorgelegd. 4.6.1 ECONOMISCHE ONTWIKKELING 2012 Vanaf het derde kwartaal in 2008 zijn de eerste signalen van een verslechterende economie naar buiten gekomen. In 2009 is dit uitgegroeid tot een economische crisis. Het jaar 2012 laat wederom een verdere daling zien. Ook in Nijmegen zijn de gevolgen van deze terugvallende economie tastbaar. Net als in 2011 stagneren projecten die in aanbouw hadden moeten zijn. De animo voor nieuwbouwwoningen is net als in 2011 laag te noemen, omdat veel mensen de financiering niet rondkrijgen en – in het geval van doorstroming – problemen ondervinden met het verkopen van hun bestaande woning tegen een gewenste prijs. Woningen zijn lang niet altijd verkocht bij oplevering. Ook bij economische sectoren die afhankelijk zijn van de bouwprojecten zoals architectenbureaus zien we problemen. Ontwikkelaars en bouwbedrijven maken zich nog steeds ernstige zorgen voor de toekomst. Het aantal 157
faillissementen van bouwbedrijven is in 2012 flink opgelopen. Daarnaast komen ook woningbouwcorporaties in zwaar weer waardoor woningbouwplannen minder snel of niet meer van de grond komen. De voornemens van het nieuwe kabinet m.b.t. de structurele hervorming van de woningmarkt, zowel voor de koopsector als de huursector, lijken op korte termijn geen gunstig effect te hebben op de vraag naar nieuwe woningen en bedrijfslocaties. De vooruitzichten voor 2013 zijn door het CPB aangepast. Waar in september 2012 een groei van de economie in 2013 van 0,75% werd verwacht, heeft het CPB de groei in 2013 bijgesteld naar -0,5%. Het beheersen van gemeentelijke risico’s zal in het licht van het bovenstaande een belangrijker rol spelen bij de activiteiten van het Otwikkelingsbedrijf. Hieronder geven we aan wat het Ontwikkelingsbedrijf in 2012 heeft gedaan om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de stad.
158
4.6.2 WAT HEEFT HET ONTWIKKELINGSBEDRIJF GEDAAN? Het Ontwikkelingsbedrijf voert projecten uit en leidt processen om te komen tot de uitvoering van projecten als bijvoorbeeld HOV. Zie hiervoor de beschrijving van alle projecten welke in de Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013 zijn opgenomen en de fasen waarin deze projecten zijn. Belangrijke projecten in 2012 waren: de oplevering van de Keizer Karelgarage, de Castellatoren aan de Graafseweg wordt gerealiseerd, de plannen rond de Handelskade (onderdeel Waalfront) zijn verder uitgewerkt, aan de Teersdijk zijn woningen opgeleverd, Station Goffert komt steeds dichter bij realisatie. Plein 44 krijgt steeds meer vorm, begin 2013 is het hoogste punt bereikt. In de Waalsprong is gestart met de bouw van het nieuwe station Lent. Voor de verbinding met de stad is het bereiken van het hoogste punt van de Stadsbrug een belangrijke mijlpaal geweest. Verder is een overeenkomst gesloten voor de aanleg vaneen hybride Warmtenet voor Waalfront en Waalsprong en participeert de gemeente in de PPS Warmtebedrijf Indigo samen met Alliander. Verder is het contract met het Rijk afgesloten over de dijkteruglegging. Kleinschalige projecten waren de oplevering van zorgwoningen en studentenwoningen aan de Sperwerstraat, woningbouw aan de Ploegstraat en de realisatie van gezondsheidscentrum Horstacker. Ook van belang te vermelden is de keuze om geen actieve rol te spelen bij de herontwikkeling van het winkelcentrum Dukenburg, maar de markt het initiatief te laten nemen. In de Voortgangsrapportage Grote Projecten maart 2013 is op basis van de herzieningen van de grondexploitaties nader aandacht aan besteed aan de belangrijkste risico’s en bijbehorende beheersmaatregelen. Het gaat daarbij met name om het risico van vertraging van de afzet/gronduitgifte. 4.6.3 UITVOERING PROGRAMMA GRONDBELEID IN 2012 Op de Teersdijk zijn nieuwe woningen gerealiseerd. De herstructurering van het winkelgebied met nieuwbouw van woningen aan de Marialaan/Kievitstraat/ Koekoekstraat is in 2012 opgeleverd. Het Citadelcollege en Talita Koemi zijn opgeleverd; er zijn ook 3 scholen in aanbouw genomen. Voor de Waalsprong is de uitvoering van de Landschapszone in volle gang. De voorbereiding van de Dijkteruglegging verloopt volgens planning; het startschot voor de realisatie is, in aanwezigheid van de minister van I&M op 22 januari 2013. De planontwikkeling van de bedrijventerreinen (De Grift en Ressen) is in 2012 gestart. De fasering van de ontwikkeling is daarbij een belangrijk aandachtspunt. De Stadsbrug is volop in uitvoering. In 2013 moet de oplevering plaatsvinden. Ook aan de omvorming van de Energieweg wordt gewerkt.
159
De parkeergarage Keizer Karel is opgeleverd, het bouwrijp maken van de Handelskade (Waalfront) is gestart. De ontwikkelingsvisie voor Nijmegen Centraal is vastgesteld en er is uitvoering gegeven aan de quick wins door middel van het doortrekken van de Esplanade tot aan het stationsgebouw, de verplaatsing van de bushalte voor de Campus en het doortrekken van de snelfietsroute. De woningbouw op de Rosa de Lima is grotendeels gereed. De bouw van Zwembad Oost aan de Kwakkenberg vordert gestaag. De realisatie van het eerste gebouw van Novio Tech Campus is in 2012 gestart. De verkoop van gronden op onder andere het Compaq-terrein en Bijsterhuizen ligt net als in 2011 nagenoeg stil. In totaal is voor slechts 0,25 ha bedrijfskavels uitgegeven. De exploitatieperiode voor Bijsterhuizen is met 4 jaar verlengd. Woningbouw In 2012 zijn ca. 1.200 woningen gerealiseerd in Nijmegen. Hiervan zijn er ca. 900 gerealiseerd in de bestaande stad en het restant in de Waalsprong. Voor verdere informatie over de projecten/planexploitaties verwijzen we naar de VGP april 2013. 4.6.4 RESERVES EN RISICO’S Eind 2012 waren 53 planexploitaties in uitvoering en ca. 26 planexploitaties in ontwikkeling (de PIO’s). Met name het aantal PIO’s is gedaald (2011: 35). Deze planexploitaties in ontwikkeling, zullen bij gebleken haalbaarheid en uitvoerbaarheid ter vaststelling aan uw Raad worden aangeboden, danwel leiden tot anterieure overeenkomsten welke door het College worden afgesloten. De gemaakte kosten van niet ontwikkelbare PIO’s kunnen -als gevolg van de bezuinigingen- niet meer jaarlijks worden afgeboekt ten laste van het PIO budget binnen dit programma. Deze kosten worden met de algemene kosten verrekend over de vastgestelde planexploitaties. Dit leidt wel tot terughoudendheid bij mogelijk nieuwe ontwikkelingen, en dit is in lijn met onze uitgangspunten van het coalitieakkoord (terughoudend met nieuwe woningbouwlocaties en accent bij Waalsprong, Waalfront en herstructurering). Om de risico’s van deze exploitaties af te dekken hebben we een Algemene Bedrijfsreserve voor het Ontwikkelingsbedrijf. De resultaten van onze planexploitaties worden met deze ABR verrekend. De voeding van de ABR geschiedt door het toevoegen van de resultaten van positief afgesloten planexploitaties. De berekende totale omvang van de ABR op basis van de huidige projectenportefeuille zou najaar 2012 circa ¤ 28,8 miljoen moeten zijn (risicoprofiel). In het najaar van 2012 is de Risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2012 vastgesteld. Per 1 januari 2013 is de totale projectenportefeuille (incl. GEM Waalsprong) herzien.
160
Het totaal van de gekwantificeerde risico’s (in geld uitgedrukt) van de verschillende projecten opgeteld leidt tot een risicoprofiel van om en nabij de 85 miljoen euro. Maar gezien het feit dat deze risico’s, zowel in tijd maar ook als mogelijkheid zich nimmer gelijktijdig zullen voordoen, is een demping van 10 procent- overeenkomstig het bijgestelde uitgangspunt in de risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2011 gewenst. Op basis van deze berekening kan het totaal van het risico derhalve worden bepaald op 76,5 miljoen euro. Na de aanpassingen uit de herzieningen per januari 2013 is het niveau van de ABR op 31 december 2012 ¤ 1,7 miljoen. De verwachting in het VGP van september 2012 was dat dit ¤ 22,9 miljoen zou zijn. De afwijking van ¤ 21,2 miljoen wordt veroorzaakt door met name de aanpassing van de voorzieningen n.a.v. de planexploitatieherzieningen. Met een ABR van ¤ 1,7 miljoen kunnen deze risico’s uiteraard niet worden opgevangen. Dit betekent dat de ABR als weerstandsvermogen niet meer volstaat. Daarom wordt de ABR als specifiek weerstandsvermogen voor het Ontwikkelingsbedrijf opgeheven en geïntegreerd in de Saldireserve. De Saldireserve na besluitvorming bij de Stadsrekening 2012 bedraagt 47,4 mln. Ook dat is nog niet toereikend voor de gekwantificeerde risico’s van de planexploitaties en de overige risico’s binnen de gemeentebegroting. Omdat de risico’s zich niet allemaal tegelijk zullen voordoen en omdat het risico van de grootste planexploitatie, GEM Waalsprong in de komende drie jaar beperkt is door de gegarandeerde afzet van 2/3e deel van de geplande afzet van gronden, volstaat een geleidelijke groei van het weerstandsvermogen. In het kader van de perspectiefnota 2014 zal een voorstel worden gedaan voor de versterking van het weerstandsvermogen. Voor een meerjarenraming van de ABR wordt verwezen naar de toelichting in de Voortgangsrapportage Grote Projecten van april 2013, behorend bij de jaarrekening 2012. Strategische gronden Ieder jaar wordt bezien of de waardebepaling van de voorraad strategische gronden nog in lijn is met de marktwaarde, conform de regels van de commissie BBV. Dit heeft er bij de jaarrekening 2011 toe geleid dat een afboeking heeft plaatsgevonden van de totale portefeuille van ruim ¤ 2,2 miljoen. Overeenkomstig de Nota Grondbeleid vindt geen activering van vervaardigingskosten plaats. Begin 2011 is door ons college een uitvoeringsplan vastgesteld en zijn de beheersmaatregelen in uitvoering genomen om het financieel resultaat per 2012 neutraal te laten sluiten. De ingezette lijn voor 2012 is gehaald. Het lijkt er dan ook op dat we in 2013 weer een financieel neutraal resultaat kunnen boeken op de post strategisch gronden. Dit zal voornamelijk afhankelijk zijn van het moment waarop contracten worden getekend. Met andere woorden, de uitvoering kan tot in 2014 doorlopen door de afwikkeling van de gesloten koopovereenkomsten.
161
Hoe gaat risicobeoordeling? Bij de Voortgangsrapportage Grote Projecten en bij herzieningen van planexploitaties maken we per project een risicobeoordeling. Per project bekijken we dan de negatieve risico’s zoals kostenstijgingen, hogere verwervingsprijzen, opbrengstverlaging (markt) en de bijsturingmogelijkheden. Dit wordt gelegd naast een beoordeling van de totale projectenportefeuille (in de wetenschap dat alle risico’s zich nimmer op hetzelfde tijdstip zullen voordoen e.d.). Wat vervolgens aan gekwantificeerde financiële risico’s overblijft, moet kunnen worden afgedekt in de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf. In 2012 is een afzonderlijke Risiconota Ontwikkelingsbedrijf opgesteld met daarin aandacht voor het eerder genoemde “zwarte scenario”. In november 2012 heeft de Raad ingestemd met deze nota. In vervolg hierop is in de VGP april 2013 ingegaan op eventuele bijstellingen van de risicobeoordelingen en gevolgen voor de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf. Niet alleen de gemeentelijke plannen komen daarbij aan de orde, ook de verbonden partijen zullen daarin worden meegenomen (WGR Bijsterhuizen, WGR Bergerden, GEM Waalfront). Specifiek zal aandacht worden besteed aan de risico’s van de GEM Waalsprong in relatie tot het besluit tot ontvlechting van de GEM. 4.6.5 WINST EN VERLIESNEMING Ten aanzien van winst en verliesneming binnen de ABR Ontwikkelingsbedrijf hanteren we het voorzichtigheidsbeginsel: bij te verwachten verliezen treffen we direct een voorziening. Een verwachte winst nemen we pas aan het eind, wanneer de winst is gerealiseerd. Tussentijdse winstneming wordt alleen toegepast indien de boekwaarde van het onderhanden werk negatief is (en er dus een bijna zeker voordelig financieel resultaat gaat ontstaan). Deze tussentijds te nemen winst wordt bepaald door de negatieve boekwaarde van het onderhanden werk te verminderen met de contante waarde van de nog te maken kosten in de planexploitatie. Hierbij wordt tevens een risicobeoordeling gemaakt (bepaald mede of tussentijdse winstneming kan ja of neen) en de bedragen van de tussentijds te nemen winst worden op duizendtallen afgerond.
162
163
27
Woningbouwprojecten
-1.193
-9.131
261.553
Opdrachten
AF: Voorzieningen
AF: Voorzieningen
197.225
13.726
Maatschappelijk Vastgoed
-25.008
-4.231
Dijkteruglegging
Gem.Exploitaties Land over de Waal
68.392
Waalsprong
Koers West
19.235
Stadscentrum
3.313
2.386
Herstructurering
-3.188
Bedrijvigheidsprojecten
boekwaarde 31-12-2011
Stedelijke ontwikkelingsprojecten
Grondexploitaties
166.375
2.379
779
16.618
82.610
7.406
8.399
20.468
12.168
3.106
1.433
3.398
7.611
Investeringen 2012
-99.588
-8.245
-520
-14.475
-6.971
-3.552
-19.265
-9.764
-25.309
-4.804
-2.306
-1.457
-2.920
Opbrengsten 2012
1.430
393
603
434
resultaatname 2012
329.770
-14.997
-934
199.368
50.631
17.580
-15.097
79.096
6.094
2.008
-243
4.327
1.937
boekwaarde 31-122012
326.720
78.153
49.424
130.564
17.430
13.448
2.560
13.338
21.803
-342.455
-16.404
-54.707
-190.577
-24.337
-14.880
-2.972
-16.815
-21.763
-277.808
934
-199.368
-66.841
10
-12.461
1.984
-52
-2.014
nog te re- nog te re- niet in aliseren aliseren boeklasten baten waarde
-2.652
-2.652
inkomsten nog te verwerken
-45.554
-45.554
res en voorz
-14.998
-10.151
-3.648
-267
-76
-641
-215
voorziening
-5.337
-2.167
-2.974
-11
-6
-160
-19
rente voorziening
-2.220
0
0
-15
-11
0
-1.091
-92
-737
-3
-271
eindresultaat
4.7 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft aan in welke mate de gemeente in staat is om het hoofd te bieden aan nadelen die kunnen ontstaan bij de uitvoering van onze gemeentelijke taken. Het weerstandsvermogen is gebaseerd op een aantal basisprincipes. Om een goed beeld te kunnen scheppen van het weerstandsvermogen gaan we in deze paragraaf allereerst in op een aantal belangrijke basisprincipes, om vervolgens het weerstandsvermogen verder uiteen te zetten. 4.7.1 UITGANGSPUNTEN De begroting en de Saldireserve De begroting vormt het centrale kader voor onze jaarlijkse activiteiten. In de begroting bepaalt uw Raad de inzet van de beschikbare middelen voor de uitvoering van de programma’s. De spelregels, die ook de afgelopen keer weer in het coalitieakkoord zijn bevestigd, zijn simpel: Structurele lasten moeten structureel worden gedekt. Specifieke uitkeringen van het Rijk of de Provincie en andere specifieke inkomsten, zoals leges of parkeeropbrengsten, komen rechtstreeks als baten op het betreffende programma. Alle andere baten zijn onderdeel van de Algemene middelen, over de inzet waarvan uw Raad besluit, bij Perspectiefnota en begroting. Tegenvallers op de programma’s dienen binnen de programma’s te worden opgevangen. Als specifieke bijdragen van het Rijk niet meer toereikend zijn, dan passen we de uitvoering aan. Als uw Raad - al dan niet op voorstel van ons College - een hoger niveau van uitvoering wenst, dan moet uw Raad geld uit de algemene middelen vrijmaken om daarvoor in te zetten. Of het nu om een structurele of om een a-structurele aanvulling gaat, dekking dient altijd in de begroting te worden gevonden. De Saldireserve is daarvoor geen dekkingsbron. Voor de gewenste hoogte van de Saldireserve hanteren we een bandbreedte van ¤ 150 tot ¤ 270 per inwoner, wat neerkomt op een ondergrens van ¤ 25 miljoen en een bovengrens van ¤ 45 miljoen. Via het risico-analyse-systeem Naris berekenen we het gewenste weerstandsniveau op basis van de risico’s bij de uitvoering van de taken zoals vastgesteld in onze begroting. Deze uitkomst moet binnen de bandbreedte van de Saldireserve passen. De planexploitaties en de ABR Voor de planexploitaties en de andere grote projecten van het Ontwikkelingsbedrijf gelden vergelijkbare spelregels. Elke planexploitatie heeft zijn eigen begroting - die de hele looptijd van het project omvat - en binnen die begroting moeten baten en lasten met elkaar in evenwicht worden gebracht en gehouden. Ook hier beslist uw 164
Raad over de opzet en over tussentijdse wijzigingen. Tegenvallers dienen binnen de planexploitatie te worden opgevangen, tenzij uw Raad een hoger niveau wil realiseren door extra middelen bij te dragen. Die extra middelen moeten dan wel weer van een goede dekking worden voorzien. Het ontwikkelingsbedrijf kent een eigen Algemene Bedrijfsreserve (ABR), om de risico’s van de planexploitaties en andere grote projecten op te vangen. De gewenste hoogte van de ABR wordt eveneens berekend aan de hand van risico-analyses van de projecten van het Ontwikkelingsbedrijf. Aangezien de ABR eind 2012 ontoereikend is om de risico’s in de planexploitaties op te vangen, wordt bij deze rekening voorgesteld om de ABR op te heffen en te integreren in de Saldireserve, en de Saldireserve de algemene buffer te laten zijn voor alle risico’s. Risicobeoordeling Stadsrekening Voor de beoordeling van het benodigde weerstandsvermogen voor de Stadsrekening hebben we een actualisatie van ons risicoanalyse-systeem uitgevoerd. Deze risico-inventarisatie is uitgevoerd met behulp van het ondersteunende risicomanagementsysteem Naris en stelt ons in staat om een betere prognose te maken van het weerstandsvermogen met gebruikmaking van statistische analyses. De risico-inventarisatie heeft 79 geïdentificeerde risico’s opgeleverd. Hiervan hebben we een “top-10” van belangrijkste risico’s samengesteld. De hierbij gehanteerde criteria zijn: risico’s met grote financiële gevolgen, waarvoor de kans redelijk groot is dat deze zich ook daadwerkelijk manifesteren en waarvoor de oorzaken niet door de gemeente kunnen worden beïnvloed of waarvoor de gemeente nog niet in staat is geweest om passende beheersingsmaatregelen te treffen om de kans of het gevolg van het risico terug te dringen. De risico’s die al zijn afgedekt zijn door maatregelen laten we buiten beschouwing. Voor schulden met een onzekere omvang ultimo 2012, voor het egaliseren van jaarlijks terugkerende lasten met een wisselende omvang en voor nog niet bestede ontvangen subsidies zijn voorzieningen gevormd. Het deel van financiële risico’s dat is afgedekt door verzekeringen laten we hier eveneens buiten beschouwing.
165
De geactualiseerde top-10 ziet er als volgt uit: Risico’s overige gemeentelijke activiteiten
Maximaal gevolg x ¤ 1 miljoen
kans
4,5
70%
Afwijkingen van de raming van het Gemeentefonds worden vooral veroorzaakt door het Rijk het accres, de uitkeringsfactor of de normeringssystematiek bijstelt. Deze bijstellingen zijn onvoorzien en niet door ons beïnvloedbaar. De ervaring leert dat wij gemiddeld één keer in de 5 tot 7 jaar te maken krijgen met zulke bijstellingen bij economische neergang.
10
30%
Als gevolg van personele bezuinigingen bestaat het risico op frictiekosten. We baseren de hoogte van het risico op het aantal te bezuinigen fte in het komende jaar.
3,3
70%
Het regeerakkoord 2013 "Bruggen slaan" heeft wijzigingen van o.a. de zorg tot gevolg. Belangrijke wijzigingen o.a.: scheiden van wonen en Zorg; GGZ
2,5
90%
Het regeerakkoord 2013 "Bruggen slaan" heeft wijzigingen van o.a. onderwijshuisvesting tot gevolg.
2,7
70%
5
30%
1,5
90%
De omvang van de doelgroepen van het minimabeleid is geschat. Door nieuwe inkomensgrenzen per 01-01-2012 hebben we nog geen zicht op de realiteitswaarde van deze schatting.
1
70%
Bij aantrede van het nieuwe kabinet is besloten om de Wwnv niet in te voeren. Daar voor in de plaats komt de Participatiewet. Oorspronkelijk was voorzien om de reorganisatie van Breed deels te financieren uit rijksbijdrage Herstructureringsfaciliteit. Deze middelen zijn komen te vervallen.
3
90%
Er bestaat een geschil binnen de dossiers Ingroeiregeling onderwijshuisvesting. Hierdoor kan er een nadeel voor de gemeente ontstaan, als wij de ontvangen vergoeding met terugwerkende kracht zouden moeten terugbetalen.
2
30%
Onze uitgaven voor bijstandsuitkeringen (WWB) kunnen hoger liggen dan de Rijksuitkering. Dit kan worden veroorzaakt door veranderingen in het verdeelmodel en wijzigingen in de financieringssystematiek (2014), onze gemiddelde prijs per uitkering of ons aantal uitkeringen.
Als de rente stijgt boven het in de meerjarenbegroting opgenomen rentepercentage, zijn de rentekosten bij herfinanciering hoger dan waarmee in de meerjarenbegroting rekening is gehouden. Als gevolg van bijvoorbeeld de economische crisis kunnen de parkeeropbrengsten tegenvallen. Zo'n terugval kan zich snel voordoen, terwijl beheersmaatregelen meestal meer tijd kosten.
4.7.1.2 Risico’s Ontwikkelingsbedrijf Gebiedsontwikkeling en het realiseren van vastgoedprojecten met bijbehorende openbare ruimte vergt een goed risicomanagement. Naast het voortdurend monitoren van de risico’s is bijsturing een factor van belang. De balans tussen beide elementen bepaald het risicoprofiel van het Ontwikkelingsbedrijf. Op 14 november 2012 heeft uw Raad de Risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2012 vastgesteld. Bij het pessimistisch scenario hebben we op basis van de lopende planexploitaties een nieuw risicoprofiel opgesteld per november 2012. Daarbij is bepaald hoe hoog de ABR zou moeten zijn tot 2016. Deze uitkomst is afgezet tegen de verwachte ontwikkeling van de ABR. 166
Op basis van deze Voortgangsrapportage en rekening houdend met de uitgangspunten in de Risiconota 2012 hebben we een nieuwe risicoanalyse gemaakt. Het totaal van de gekwantificeerde risico’s (in geld uitgedrukt) van de verschillende projecten opgeteld leidt tot een risicoprofiel van om en nabij de ¤ 85 miljoen euro. Maar gezien het feit dat deze risico’s, zowel in tijd als ook in mogelijkheid, zich nimmer gelijktijdig zullen voordoen, kunnen we een demping van 10 procent toepassen, overeenkomstig het bijgestelde uitgangspunt in de risiconota Ontwikkelingsbedrijf 2011. Zo kan het totaal van het risico derhalve worden bepaald op ¤ 76,5 miljoen euro. Belangrijke elementen uit de risicoanalyse worden gevormd door: Omschrijving
¤ x 1 miljoen
Waalsprong (gemeentelijk deel)
6,0
GEM Waalsprong
58,0
Koers West Waalfront
8,9
Overige risico’s
7,1
verbonden partijen (Bergerden)
5,0
Risico’s opgeteld
85,0
Dempingsfactor 10%
8,5
Totaal (afgerond)
76,5
De belangrijkste risico’s worden gevormd door de planexploitaties Waalsprong (gemeentelijk deel) De GEM Waalsprong, Bergerden en Koers West Waalfront. Ondanks het treffen van forse aanvullende voorzieningen ten laste van de ABR voor met name onderwijshuisvesting, GEM Waalsprong, Waalfront en Bergerden is het risicoprofiel nauwelijks afgenomen. Dit hangt vooral samen met de risico’s die zich voordoen bij de afzet van bedrijventerreinen, woningbouw en glastuinbouw zoals dat in de exploitaties is voorzien. De risico’s kunnen gedeeltelijk worden beperkt door een aantal beheersmaatregelen te treffen. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij naar de Voortgangsrapportage Grote Projecten april 2013. 4.7.1.3 Reservepositie Het beschikbare weerstandsvermogen ultimo 2012 bestaat uit de reservepositie, de onbenutte belastingcapaciteit, de post onvoorzien en de stille reserves. Van de reservepositie kan slechts een deel beschouwd worden als vrij. Rekening houdend met de besluitvorming kunnen de Saldireserve en de ABR van het ontwikkelingsbedrijf ingezet worden als afdekking van algemene risico’s. Voor de besteedbaarheid van de bestemmingsreserves geldt dat deze middelen, door de daarover genomen raadsbesluiten, geheel bestemd zijn. Bestemmingsreserves zijn uiteraard wel door middel van een raadsbesluit inzetbaar, wanneer zich een calamiteit zou voordoen. 167
Het weerstandsvermogen is bedoeld om risico’s af te kunnen dekken. De algemene begrotingsrisico’s zijn beoordeeld en aan de hand van risicoanalyse in Naris is bepaald dat we een bedrag van ¤ 21 miljoen nodig hebben om de risico’s (exclusief risico’s grondbeleid) met een zekerheid van 95% af te dekken. De huidige grenzen van de Saldireserve zijn vastgesteld op ¤ 25 miljoen ondergrens en ¤ 45 miljoen bovengrens. De Saldireserve biedt dus voldoende zekerheid voor de begrotingsrisico’s. De risico’s uit de planexploitaties zijn bepaald op ¤ 85 miljoen. De ABR bereikt na besluitvorming bij deze Stadsrekening 2012 een niveau van ¤ 1,7 miljoen en is daarmee niet meer opgewassen tegen de risico’s op de planexploitaties. Om die reden stellen wij voor om de ABR op te heffen en de risico’s onder te brengen bij de Saldireserve. De Saldireserve beschouwen we als algemene buffer en we zorgen dat deze het niveau bereikt waarmee alle risico’s afgedekt kunnen worden. In de VGP van april 2013 is de meerjarenraming van de ABR opgenomen. Deze mutaties in de ABR worden nu opgenomen in de Saldireserve. Naast de besluitvorming bij deze jaarstukken zijn er ook reeds een aantal besluiten genomen over de inzet van de Saldireserve in 2013 en volgende jaren. Onderstaand wordt op grond van de reeds genomen besluiten een geprognosticeerde stand van de Saldireserve in 2012 en volgende jaren gegeven. Verloop van de Saldireserve vanaf 2012: Ontwikkeling Saldireserve
2012
2013
2014
2015
2016
47,4
45,5
50,2
57,8
X 1 miljoen Stand 1 januari
47.2
Mutaties 2012
-6.1
Bij dit raadsvoorstel te besluiten winstverdeling 2012 (beslispunt 2e,2f,3b)
6.3
-3.0
Opheffen reserve Waalsprong (beslispunt 6)
0,5
Opheffen ABR (beslispunt 5)
1,7
Toevoegingen in de administratie*
5,2
6,2
6,2
7,4
Onttrekkingen in de administratie*
-5,8
-2,1
-2,4
-0,4
Claim toegankelijkheid gebouwen
-0,4
Claim Natuurcentrum
-1,5
ABR mutaties volgens VGP april 2013
1,9
0,6
3,8
2,0
45,5
50,2
57,8
67,3
Stand 31 december
47,4
*besluitvorming tot en met primitieve stadsbegroting 2013 verwerkt
168
4.7.1.4 Totaal weerstandsvermogen van de Gemeente Nijmegen Het weerstandsvermogen wordt aangehouden teneinde risico’s af te kunnen dekken. De risico’s zijn beoordeeld en de algemene risico’s zijn aan de hand van risicoanalyse bepaald op ¤ 21 miljoen met een zekerheid van 95% Als we de risico’s van de planexploitaties van in totaal ¤ 85 miljoen willen afdekken in de Saldireserve, voegen we ze bij de begrotingsrisico’s in Naris. Als resultaat geeft Naris dat we dan in totaal ¤ 93 miljoen nodig hebben bij 95% zekerheid, om alle risico’s af te dekken. Die stand wordt naar huidige inzichten in 2023 bereikt. Kijken we naar het totale weerstandsvermogen dan verwachten we dat, zonder optredende tegenvallers, op het einde van de planperiode van de GREX GEM Waalsprong het weerstandsvermogen gegroeid is tot ¤ 130 miljoen. Geconcludeerd kan worden dat op dit moment de aanwezige reserves niet voldoende zijn om de risico’s op te vangen, wanneer deze zich allen gelijktijdig en nu voor zouden doen. Omdat dit niet waarschijnlijk is en een groei van de reserves berekend is, kan het weerstandsvermogen toch als voldoende worden beoordeeld.
169
4.8 Financiering 4.8.1 INLEIDING Het financieringsbeleid is gericht op: • Het voorzien in de financieringsbehoefte van de gemeente op korte en lange termijn; • Het verzorgen van financiering voor instellingen waarvan de activiteiten worden gerekend tot de publieke taak van de gemeente; • Het beheersen van risico’s die met deze transacties verbonden zijn, vooral renterisico’s en ‘tegenpartijrisico’s’. In dit hoofdstuk beschrijven wij de realisatie van het financieringsbeleid in het jaar 2012 en geven wij de gehanteerde uitgangspunten weer.
4.8.2 FINANCIERINGSBEHOEFTE De behoefte aan financieringsmiddelen wordt voor een belangrijk deel bepaald door: • Nieuwe financieringsbehoefte voor: - nieuwe investeringen - ontwikkelingen in bedrijfsmatige activiteiten binnen grondexploitaties - verstrekking van nieuwe leningen aan derden • Te betalen aflossingen op door ons opgenomen leningen; • Afschrijving op investeringen en ontvangen aflossingen op verstrekte leningen; • Ontwikkeling reservepositie. Bij een sluitende jaarrekening treden uit de exploitatie per saldo geen effecten voor de financieringspositie op.
4.8.3 LENINGEN 4.8.3.1 Opgenomen geldleningen Voor de dekking van uitgezette leningen en investeringen zijn langlopende leningen aangetrokken met een boekwaarde per 31 december 2012 van ¤ 660 miljoen. In 2012 is ¤ 170 miljoen opgenomen waarvan ¤ 98 miljoen is doorverstrekt aan woningcorporaties, Ontwikkelingsbedrijf en GEM Waalsprong en ¤ 72 miljoen is aangetrokken voor eigen behoefte. 4.8.3.2 Uitgezette geldleningen Per 31 december 2012 is voor ¤ 372 miljoen aan leningen verstrekt aan woningcorporaties, deelnemingen, verbonden partijen en overige derden. De daling van De bij de opstelling van de begroting verwachte daling van de leningen aan woningcorporaties heeft plaatsgevonden. Dit leningenpakket is volledig geborgd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Van de ¤ 251,5 miljoen die per 31-12-2012 is verstrekt aan deelnemingen heeft de GEM Waalspong met ¤ 244,5 miljoen het grootste aandeel. Gedurende het jaar is voor de 170
GEM Waalsprong een bestaande lening van ¤ 15 miljoen geherfinancierd. In afwijking van de bovengenoemde boekwaarde ¤ 372 miljoen, wordt in de balans een boekwaarde van ¤ 180 miljoen vermeld. Het verschil van ¤ 192 miljoen wordt veroorzaakt door de consolidatie van de ‘gemeentelijke planexploitaties ten behoeve van de GEM Waalsprong’ in de gemeentelijke jaarrekening. Van de ¤ 244,5 miljoen die is uitgeleend aan de deelneming GEM Waalsprong, is ¤ 192 miljoen weer teruggeleend aan de ‘gemeentelijke planexploitaties ten behoeve van de GEM Waalsprong’ ter financiering van de boekwaarde. Geconsolideerd vallen deze uitgezette en opgenomen leningen tegen elkaar weg. 4.8.4 ONTWIKKELING 2012 4.8.4.1 Financieringspositie De financieringspositie heeft zich in 2012 als volgt ontwikkeld. Bedragen x ¤ 1 miljoen
31-12-2012
Vaste activa
31-12-2011
521
549
Vlottende activa - bouwgronden - grondexploitaties
19
19
314
260
Totaal activa
854
828
- reserves en voorzieningen
128
149
- leningen
660
636
1
4
- overig Totaal vaste passiva
789
789
Financieringstekort
65
39
Het financieringstekort nam gedurende 2012 voornamelijk toe door een toename van de boekwaarde van de grondexploitaties en een toename van de opgenomen leningen. De dekking van het hierboven berekende financieringstekort met vlottende (en dus tijdelijk beschikbare) middelen verliep in 2012 als volgt: Bedragen x ¤ 1 miljoen
31-12-2012
31-12-2011
Vlottende activa - kortlopende vorderingen
115
68
- overlopende activa
46
74
Vlottende passiva Overschot
171
161
142
226
181
65
39
De toename van het overschot vlottende middelen werd voornamelijk gerealiseerd door het aantrekken van kortlopende financiering (kasgeldleningen) die op 31-12-2012 een totaalomvang had van ¤ 123 miljoen (ultimo 2011 was dat ¤ 98 miljoen). In 2012 had de GEM Waalsprong een kasgeldfaciliteit van ¤ 10,5 miljoen. In oktober liep een langlopende geldlening van ¤ 35 miljoen af. Er is besloten om deze financiering voorlopig voort te zetten met een kasgeldlening. Per 31-12-2012 hadden zij de kasgeldfaciliteit van ¤ 45,5 miljoen volledig benut. 1.8.4.2 Liquiditeitspositie verloop liquide middelen
Realisatie incl kasgeld
Kasgeldlimiet
dec-12
nov-12
okt-12
sep-12
Realisatie excl kasgeld en GEM gecorrigeerd
Bovenstaande grafiek geeft de realisatie van de liquiditeitspositie weer gedurende het jaar. Door kort te lenen met kasgeldleningen wordt de liquiditeitsbehoefte aangevuld. Door de kasgeldleningen buiten beschouwing te laten – alsmede de voor de GEM aangegane leningen die 1-op-1 worden doorgeleend – ontstaat inzicht in de omvang van de kasgeldleningen. Hierop is de kasgeldlimiet van toepassing. Bij het opstellen van de liquiditeitsprognose voor 2012 was het uitgangspunt dat het saldo per 1 januari 2012 nihil zou zijn. Het werkelijke saldo was echter ¤ 10,7 miljoen negatief. Het saldo per 31 december 2012 bedraagt ¤ 1 miljoen negatief incl. ¤ 67,5 miljoen kasgeld. Zonder kasgeld zou het werkelijke saldo ¤ 68,5 miljoen negatief bedragen. Het verschil met de geraamde financieringsbehoefte uit de Stadsbegroting (¤ 52 miljoen) bedraagt ¤ 16,5 miljoen. Rekening houdend met het beginsaldo van ¤ 10,7 miljoen negatief, was de financieringsbehoefte daarmee ¤ 5 miljoen hoger dan begroot. 172
aug-12
jul-12
jun-12
mei-12
apr-12
mrt-12
feb-12
jan-12
dec-11
35.000.000 25.000.000 15.000.000 5.000.000 -5.000.000 -15.000.000 -25.000.000 -35.000.000 -45.000.000 -55.000.000 -65.000.000 -75.000.000 -85.000.000 -95.000.000 -105.000.000 -115.000.000
4.8.5 FINANCIERINGSBELEID 4.8.5.1 Kasgeldlimiet Om de directe gevolgen van een snelle rentestijging te beperken, is in de wet FIDO de ‘kasgeldlimiet’ opgenomen voor de maximale omvang van de kortlopende financiering (looptijd korter dan 1 jaar). Dit om te bevorderen dat gemeenten het renterisico zoveel mogelijk beperken door langdurig vast te lenen. Voor 2012 bedroeg deze limiet ¤ 64 miljoen (8,5% van de totale begrotingsomvang van ¤ 754 miljoen). Deze kasgeldlimiet is de maximale hoogte van kortlopende financiering op enig moment gedurende het jaar. Gedurende heel 2012 is het liquiditeitssaldo negatief geweest waardoor er behoefte was tot het aantrekken van kasgeld. De gemiddelde kasgeldlimiet mag twee achtereenvolgende kwartalen worden overschreden, het derde kwartaal moet weer worden voldaan aan de gemiddelde kasgeldlimiet. Op het einde van het jaar was voor een bedrag van ¤ 123 miljoen aan kasgeld aangetrokken. Hiervan was ¤ 45,5 miljoen doorverstrekt aan de CV Waalsprong. De gemiddelde kasgeldlimiet is gedurende 2012 twee achtereenvolgende kwartalen overschreden. 4.8.5.2 Renterisiconorm Voor de in de toekomst noodzakelijke herfinanciering van afgeloste leningen en voor leningen met een contractueel vastgelegde mogelijkheid van renteherziening, bestaat onzekerheid over de hoogte van de daarna te betalen rente. Door de ‘renterisiconorm’ in de wet FIDO wordt de omvang van dit risico jaarlijks beperkt door per jaar de omvang van de toegestane herfinanciering te beperken tot maximaal 20% van het begrotingstotaal. De renterisiconorm is in 2012 niet overschreden. 4.8.5.3 Rentevisie De rente is in 2012 laag gebleven. In 2012 is ten behoeve van de GEM Waalsprong een 6-jarige vaste financiering ter waarde van ¤ 15 miljoen afgesloten met een percentage van 2,3%. Tevens zijn in 2012 van acht leningen de rentes herzien. Het gemiddelde van de oude percentages was 4,9%, het nieuwe gemiddelde is 2,45%. Voor het Ontwikkelingsbedrijf Waalfront zijn twee 10-jarige vaste leningen van ¤ 11 miljoen aangetrokken tegen 3,205% en 3,362%. Ten behoeve van het Ontwikkelingsbedrijf zijn in 2012 drie vaste financieringen aangetrokken van elk ¤ 10 miljoen groot. Het gemiddelde rentepercentage van deze leningen is 1,25%. Voor de eigen financieringsbehoefte heeft de gemeente 6 vaste financieringen aangetrokken met een hoofdsom van ¤ 72 miljoen voor een gemiddeld rentepercentage van 2,595%. De overige financieringsbehoefte in 2012 is opgevangen met kasgeld. De 10-jaars rente voor een vaste lening, met aflossing van de hoofdsom aan het eind van de looptijd, is in de periode januari tot en met december 2012 gedaald van 3,28% naar 2,49%. Hiermee is het rentepercentage ruimschoots onder het geraamde begrotingspercentage van 5,0% voor nieuw aan te trekken financiering gebleven. 173
4.8.5.4 Risicobeheer Risico’s op uitstaande leningen zijn in belangrijke mate afgedekt door waarborgfondsen (leningen aan woningcorporaties en sportverenigingen) of doordat het een uitzetting bij een bankinstelling met een uitstekende rating betreft. Voor de leningen aan de GEM Waalsprong vormt de waarde van de aangekochte en in ontwikkeling zijnde gronden een belangrijke afdekking van risico’s op de verstrekte leningen. Op aan andere partijen uitgeleende gelden bestaat het risico dat aflossing en/of rente niet tijdig of in het geheel niet meer plaats zullen vinden. Dit zijn leningen die verstrekt zijn in het kader van de publieke taak zoals de Raad die heeft vastgesteld. Deze risico’s zouden dan ten laste van de algemene reserves komen.
174
4.9 Begrotingsrechtmatigheid Op grond van de Gemeentewet zijn alle overschrijdingen op de lasten ten opzichte van de begroting onrechtmatig. Teneinde een afweging te kunnen maken van de relevantie van deze onrechtmatige lasten is het criterium “passend binnen het door de Raad uitgezette beleid” van belang. Omdat het van belang is dat de Raad de criteria hieromtrent bepaalt,, is bij vaststelling van het normen en toetsingskader rechtmatigheid, een spelregel voorgelegd en vastgesteld door de Raad. Deze regel is gebaseerd op de kadernota Rechtmatigheid zoals uitgegeven door het Platform Rechtmatigheid. Met toepassing van deze uitgangspunten is geconstateerd dat er slechts op één programma een lastenoverschrijding groter dan ¤ 100.000 is geweest. Van deze overschrijding is beoordeeld in hoeverre deze uitgaven rechtmatig dan wel onrechtmatig zijn. In dit geval zijn de uitgaven die binnen de normering als onrechtmatig zijn aangemerkt, door ons wel bedrijfsmatig acceptabel bevonden. Het betreft hier het programma Openbare Ruimte met een lastenoverschrijding van ¤ 4,5 miljoen waarvan ¤ 550.000 volgens de criteria als onrechtmatig moet worden beschouwd. Toelichting Programma Openbare Ruimte (onrechtmatig ¤550.000, rechtmatig ¤4.021.000) De kosten van de gladheidsbestrijding waren ¤450.000 hoger dan begroot als gevolg van veelvuldiger preventief strooien en er is gewerkt met zogenaamde zoutbakken. Daarnaast zijn ook nieuwe routes gestrooid en was de prijs van zout hoger dan begroot. Dit is tussentijds niet gemeld en is derhalve onrechtmatig te noemen. In tegenstelling tot voorgaande jaren moeten we nu ook waterschapsbelasting betalen over hoger gelegen gebieden. Dit leidt tot een kostenoverschrijding van ¤100.000. Dit is tussentijds niet gemeld en is derhalve onrechtmatig te noemen. We hebben in 2012 ¤ 3,4 miljoen besteed als gevolg van regievolging Werk-met Werk. De dekking hiervan ligt in andere programma’s en wordt door interne doorbelasting verrekend. De kostenoverschrijding wordt dan ook volledig gecompenseerd door opbrengsten is dan ook volledig gedekt en derhalve rechtmatig. In 2012 hebben we als gevolg van het opbreken van straatwerk extra kosten moeten maken om dit weer te herstellen. Deze kosten zijn geheel gedekt door de nutsbedrijven. Derhalve is deze overschrijding van ¤0,5 miljoen rechtmatig te noemen. In 2012 hebben we meer electriciteit verbruikt met de electriciteitskasten voor markten, kermissen en andere evenementen. Hier tegenover staat dat wij ook extra inkomsten voor het verbruik ontvangen en derhalve is deze overschrijding van ¤ 150.000 rechtmatig te noemen.
175
Jaarrekening 176
5. Balans Balans Concernbalans gemeente Nijmegen per 31 december 2011
177
ACTIVA bedragen x € 1.000 VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa Kosten van onderzoek en ontwikkeling Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut - overige investeringen met een economisch nut Investeringen met een maatschappelijk nut Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan: - Activa in eigendom van derden - deelnemingen Leningen aan: - woningbouwcorporaties - deelnemingen - overige verbonden partijen Overige leningen u/g Overige uitzettingen > 1 jaar (beleggingen)
31-12-2012
574
31-12-2011
574
585
314.834 282.348 32.487
294.303 262.925 31.378
205.916
253.861
11.732 5.632
12.090 4.125
67.782 59.977 0 54.228 6.565
76.972 98.357 99 57.590 4.628
TOTAAL VASTE ACTIVA
585
521.324
548.749
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Grondexploitaties Gronden niet in exploitatie Grond- en hulpstoffen Voorraad gereed product
332.796 19.443 97 88
Kortlopende vorderingen Rekening-courant derden Vorderingen op openbare lichamen Vorderingen bijstandswet Belastingdebiteuren Vorderingen grondverkopen Debiteuren Overige vorderingen Verstrekte kasgeldlening Te vorderen rente
5.112 30.898 15.595 6.008 2.570 6.449 1.314 45.462 6.486
Liquide middelen Kassaldi Bank en girosaldi
156 30.187
Overlopende activa TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA TOTAAL ACTIVA
178
352.424
119.894
30.343
267.074 18.753 131 88 384 27.435 14.994 5.305 4.080 6.379 2.013 10.000 7.128 120
286.046
77.718
120
10.482
64.637
513.143
428.521
1.034.467
977.270
PASSIVA bedragen x € 1.000 VASTE PASSIVA Eigen Vermogen Algemene reserves Bestemmingsreserves Rekeningresultaat Voorzieningen Voorzieningen en verplichtingen, verliezen en risico’s Egalisatievoorzieningen Langlopende schulden Onderhandse leningen van: -Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - binnenlandse banken en overige financiële instellingen Waarborgsommen Vooruitbetaalde huur N.E.C.
31-12-2012
41.113 78.999 -13.474 25.363
31-12-2011
106.638
40.162
14.799
47.184 80.108 3.239
16.875
2.662 14.213
660.750
637.425
24.202
13.739
635.828
622.359
164 556
168 1.159
TOTAAL VASTE PASSIVA
130.531
807.550
784.829
VLOTTENDE PASSIVA Kortlopende schulden Kasgeldleningen Crediteuren Afdracht loonheffing en sociale lasten Verhaalbare bijstand Door derden belegde gelden Rekening-courant derden
123.000 18.618 7.074 2.717 919 0
Bank- en girosaldi Overlopende passiva Te betalen rente Verplichtingen inzake ondernemersfonds Nog te betalen bedragen Vooruitontvangen bedragen Gelden van derden met specifiek bestedingsdoel
152.328
98.000 22.581 6.602 2.659 3.363 108
133.313
30.970 10.347 1.732 18.391 1.652 11.497
TOTAAL VLOTTENDE PASSIVA TOTAAL PASSIVA gewaarborgde leningen; bedragen x € 1.000 Woningbouwvereniging Gelderland
43.619
10.596 48.529
10.952 1.798 22.408 1.029 12.342
226.917
192.438
1.034.467
977.270 boekwaarde 31-12-2012 78
Eigen woningverbetering met 50% deelname Rijk
574.800
Krediethypotheken
661
overige zakelijke zekerheidsstellingen
1.495
TOTAAL
577.034
179
Balans Concernbalans gemeente Nijmegen per 31 december 2011
180
.
6. Programmarekening
181
Programma's
primitieve begroting Lasten
1011 Dienstverlening & Burgerzaken 1012 Veiligheid
Baten
dynamische begroting
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
5.531
-3.037
2.494
7.043
-3.436
3.607
15.288
-381
14.907
15.685
-406
15.279
1013 Citymarketing & Externe betrekkingen
3.690
-409
3.282
4.643
-896
3.746
1021 Wonen
2.119
-1.053
1.065
2.843
-930
1.913
8.706
-2.388
6.318
9.273
-1.799
7.474
14.541
-12.241
2.300
14.902
-11.680
3.223
1022 Klimaat & Energie 1023 Groen & Water 1031 Ruimte & Cultuurhistorie 1032 Grondbeleid 1041 Economie & Toerisme
14.718
-8.486
6.232
14.473
-8.135
6.337
155.720
-149.889
5.831
254.016
-249.502
4.514
4.154
-2.120
2.034
4.129
-2.189
1.941
1042 Bestuur & Middelen
48.109
-292.749
-244.640
52.364
-312.460
-260.096
1043 Facilitaire diensten
42.113
-35.813
6.300
43.841
-36.839
7.002
1051 Zorg & Welzijn
60.922
-2.375
58.547
67.991
-3.897
64.094
1052 Sport
17.443
-2.003
15.441
17.614
-2.040
15.574
1061 Werk & Inkomen
191.221
-161.326
29.895
182.527
-139.780
42.748
1062 Openbare ruimte
45.276
-10.378
34.898
47.888
-11.842
36.046
1063 Wijken
14.224
-2.417
11.807
14.387
-2.414
11.973
1071 Cultuur
19.566
-204
19.362
19.896
-481
19.415
1072 Mobiliteit
14.822
-14.473
349
15.805
-14.312
1.493
1073 Onderwijs
27.921
-1.117
26.804
33.922
-5.824
28.097
706.082
-702.858
3.225
823.243
-808.862
14.380
resultaat voor eerste winstbestemming
Programma's
primitieve begroting Lasten
Baten
dynamische begroting
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
1011 Dienstverlening & Burgerzaken
0
0
0
0
0
0
1012 Veiligheid
0
0
0
0
0
0
1013 Citymarketing & Externe betrekkingen
0
-202
-202
0
0
0
1021 Wonen
0
-42
-42
0
0
0
1022 Klimaat & Energie
0
0
0
0
-928
-928
1023 Groen & Water
0
0
0
0
-787
-787
1031 Ruimte & Cultuurhistorie
0
0
0
0
0
0
2.282
-5.257
-2.975
9.583
-10.112
-529
1032 Grondbeleid 1041 Economie & Toerisme 1042 Bestuur & Middelen 1043 Facilitaire diensten 1051 Zorg & Welzijn 1052 Sport
0
0
0
0
0
0
2.689
-2.215
474
4.119
-6.134
-2.014
0
-3
-3
115
-26
89
198
-962
-764
39
-1.471
-1.432
0
-188
-188
0
-188
-188
1061 Werk & Inkomen
2.160
-1.857
303
50
-3.928
-3.878
1062 Openbare ruimte
0
0
0
0
-630
-630
1063 Wijken
0
0
0
0
0
0
1071 Cultuur
0
-182
-182
59
-10
50
100
0
100
413
-500
-87
0
-5
-5
0
-84
-84
7.429
-10.912
-3.483
14.378
-24.797
-10.419
713.511
-713.770
-258
837.621
-833.659
3.961
1072 Mobiliteit 1073 Onderwijs eerste wintbestemming Resultaat na eerste winstbestemming
182
Programma's Lasten 1011 Dienstverlening & Burgerzaken 1012 Veiligheid
verschil dynamische begroting en realisatie
Realisatie Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
6.717
-3.351
3.365
326
-84
242
31
20
51
15.654
-426
15.228
1013 Citymarketing & Externe betrekkingen
4.558
-836
3.722
84
-60
24
1021 Wonen
1.530
-561
969
1.313
-369
945 379
1022 Klimaat & Energie
8.754
-1.660
7.094
518
-139
1023 Groen & Water
14.900
-11.807
3.093
2
127
129
1031 Ruimte & Cultuurhistorie
13.241
-5.296
7.945
1.232
-2.839
-1.607
233.595
-210.037
23.558
20.421
-39.465
-19.044
4.020
-2.071
1.949
109
-118
-9
1042 Bestuur & Middelen
51.112
-315.364
-264.252
1.251
2.905
4.156
1043 Facilitaire diensten
43.210
-36.376
6.834
631
-463
168
1051 Zorg & Welzijn
65.511
-4.146
61.364
2.481
249
2.730
1032 Grondbeleid 1041 Economie & Toerisme
1052 Sport
17.606
-2.040
15.566
8
0
8
1061 Werk & Inkomen
181.888
-141.227
40.661
640
1.447
2.087
1062 Openbare ruimte
52.459
-16.405
36.054
-4.571
4.563
-8
1063 Wijken
14.207
-2.439
11.768
180
25
205
1071 Cultuur
19.610
-546
19.064
286
65
351
1072 Mobiliteit
15.827
-13.980
1.847
-22
-332
-354
1073 Onderwijs
32.919 797.318
-4.857 -773.425
28.062 23.893
1.003 25.924
-967 -35.437
35 -9.513
resultaat voor eerste winstbestemming
Programma's
verschil dynamische begroting en realisatie
Realisatie Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
1011 Dienstverlening & Burgerzaken
0
0
0
0
0
0
1012 Veiligheid
0
0
0
0
0
0
1013 Citymarketing & Externe betrekkingen
0
0
0
0
0
0
1021 Wonen
0
0
0
0
0
0
1022 Klimaat & Energie
0
-928
-928
0
0
0
1023 Groen & Water
0
-787
-787
0
0
0
1031 Ruimte & Cultuurhistorie
0
0
0
0
0
0
9.583
-10.112
-529
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4.119
-6.134
-2.014
0
0
0
115
-26
89
0
0
0
39
-1.471
-1.432
0
0
0
0
-188
-188
0
0
0
1061 Werk & Inkomen
50
-3.928
-3.878
0
0
0
1062 Openbare ruimte
0
-630
-630
0
0
0
1063 Wijken
0
0
0
0
0
0
1071 Cultuur
59
-10
50
0
0
0
413
-500
-87
0
0
0
0 14.378
-84 -24.797
-84 -10.419
0 0
0 0
0 0
811.696
-798.222
13.474
25.924
-35.437
-9.513
1032 Grondbeleid 1041 Economie & Toerisme 1042 Bestuur & Middelen 1043 Facilitaire diensten 1051 Zorg & Welzijn 1052 Sport
1072 Mobiliteit 1073 Onderwijs eerste wintbestemming Resultaat na eerste winstbestemming
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
183
7. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling INLEIDING De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft. Bij het opstellen van de concernbalans zijn alle onderlinge posities van directies en bedrijven geëlimineerd. Het gaat daarbij om de verstrekking van langlopende middelen voor de financiering van investeringen, de belegging van (langlopende) beschikbare middelen uit reserves en voorzieningen, de rekening courant verhoudingen en de onderlinge vorderingen- en schulden- posities op grond van facturering, verrekeningen, evenals rechten en verplichtingen tussen directies en bedrijven onderling. Deelnemingen zijn niet in de consolidatie betrokken. ALGEMENE GRONDSLAGEN VOOR HET OPSTELLEN VAN DE JAARREKENING De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het betreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen de nominale waarde. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover deze op balansdatum gerealiseerd zijn. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het betreffende jaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidsgerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet gedacht worden aan componenten zoals ziektekostenpremies van gepensioneerden, overlopende vakantiegelden en verlofaanspraken en dergelijke. WAARDERINGSGRONDSLAGEN BALANS IMMATERIËLE VASTE ACTIVA De immateriële activa worden gewaardeerd op verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met afschrijvingen. Afschrijving vindt plaats volgens een percentage van de geactiveerde kosten waarbij voor de kosten van het sluiten van geldleningen en disagio een afschrijvingsduur geldt die maximaal gelijk is aan de looptijd van de lening. Voor kosten van onderzoek en ontwikkeling geldt een afschrijvingsduur van 5 jaar.
184
MATERIËLE VASTE ACTIVA Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de brutoverkrijgings- of vervaardigingsprijs eventueel verminderd met bijdragen van derden en verminderd met afschrijvingen. Indien de BTW compensabel is dan geldt waardering tegen brutobedrag verminderd met de BTW-component. Indien een materieel vast actief een blijvend lagere marktwaarde heeft, is het actief afgewaardeerd. Bij de materiële vaste activa is onderscheid gemaakt naar investeringen met economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut. Afschrijving vindt plaats volgens een percentage van de aanschaffingswaarde, gebaseerd op de gemiddelde levensduur van de activa. Afschrijving vindt lineair plaats, tenzij in uitzonderingsgevallen bij raadsbesluit is afgeweken en besloten is tot annuïtaire afschrijving. De afschrijvingstermijnen zijn vastgelegd in de richtlijn “waarderen, activeren en afschrijven van vaste activa en investeringen”. Op grond van nadere inzichten zijn er enkele kleine wijzigingen in de gehanteerde afschrijvingstermijnen aangebracht. Deze wijzigingen worden in het raadsvoorstel bij deze stadsrekening separaat aan de Raad voorgelegd. De waardering van de vaste activa is gebaseerd op de volgende afschrijvingstermijnen in jaren: Vaste Activa grond (wordt niet op afgeschreven) sloop- en grondwerken rioleringen havens en kaden woonruimten school- en bedrijfsgebouwen sportaccommodaties bovengrondse parkeergarages ondergrondse parkeergarages tunnel busbanen parken viaduct brandkranen aanleg/inrichting parkeerplaatsen aanleg/inrichting speel- en sportvelden black spots eerste inrichting bij nieuwbouw duurzaam onderhoud gebouwen openbare verlichting rijbanen, trottoirs, fietspaden groenvoorziening herinrichting straten, verbetering woonomgeving brandweerwagens (redvoertuigen) verkeerslichtinstallaties technische installaties in bedrijfsgebouwen speelvoorzieningen straatmeubilair Geluidsarm asfalt Parkeerapparatuur stoffering, meubilair, inventaris noodgebouwen vrachtwagens en tractoren bestel- en personenauto’s gereedschappen motormaaiers keet- en schaftwagens Onderzoek en ontwikkeling van activa automatiseringsinvesteringen Grote computersystemen (bijv.NFIS, GWS4All) telefooncentrale Aankoop software licenties Automatiseringsinfrastructuur PC’s, printers, servers, back-up apparatuur, UPS Softwaretools voor onderhoud en monitoring systemen
185
Afschrijvingstermijn in jaren -40 40* 40 40 40 40 40 50 40 25 25 25 25 20 20 20 20 20 20 15 15 15 15 15 15 10 10 10 10 10 10 10 5 5 5 5 5 5 8 5 5 3 3
* in het GRP 2005-2009 is opgenomen dat de groot- en vervangingsonderhoudsinvesteringen en de stelselverbeteringsinvesteringen in een keer afgeschreven worden. GEMEENTELIJK RIOLERINGS PLAN (GRP) Financiële resultaten op de exploitatie De werkelijke lasten en baten zullen afwijken van de ramingen. Deze worden gestort/onttrokken in/aan een voorziening (onderdeel van de Voorziening). Wij willen transparant laten zien dat alle geïnde rioolrechten ook daadwerkelijk worden aangewend voor werkzaamheden voortvloeiend uit het GRP. Ons argument daarvoor is dat de burger helder moet kunnen zien dat het geld daadwerkelijk wordt besteed waarvoor het wordt opgehaald. De aanbeveling vanuit de Commissie BBV is om hiervoor een bestemmingsreserve in te stellen. De raad zou hiertoe kunnen besluiten als zij dat wenselijk acht. Wij wijken van deze aanbeveling af. Daarbij denken wij dat het werken met een geïntegreerde voorziening de samenhang wordt vergroot en dezelfde effecten worden bereikt als bij een bestemmingsreserve, doordat de drie componenten afzonderlijk zichtbaar worden gemaakt en door de raad van jaar tot jaar kunnen worden gevolgd. LENINGEN U/G. De leningen u/g zijn opgenomen voor het nominale openstaande saldo verminderd met het totaal van de getroffen voorzieningen in verband met risico's van oninbaarheid. DEELNEMINGEN De deelnemingen bestaan uit aandelen en participaties en zijn opgenomen tegen verkrijgingsprijs. Elk jaar vindt een beoordeling plaats of een afwaardering noodzakelijk zou zijn op grond van een structurele waardedaling van de aandelen. VOORRADEN De voorraden zijn gewaardeerd tegen inkoopprijs of lagere marktwaarde. De in de exploitatie opgenomen gronden van het Ontwikkelingsbedrijf, opgenomen onder de post “voorraden” op de balans, zijn gewaardeerd tegen het saldo van de gerealiseerde kosten en opbrengsten minus de voorziening t.b.v. een eventueel nadelig resultaat. Onder de kosten wordt in dit verband verstaan de verwervingskosten, sloopkosten, kosten van bouw- en woonrijp maken rentekosten en diverse plankosten. De planexploitaties in ontwikkeling zijn eveneens op deze grondslag gewaardeerd. ONDERHANDEN WERK Het onderhanden werk wordt gewaardeerd tegen aanschafwaarde, eventueel verminderd met getroffen voorzieningen. GRONDEN NIET IN EXPLOITATIE De gronden niet in exploitatie zijn opgenomen tegen verkrijgingsprijs. KORTLOPENDE VORDERINGEN De vorderingen op derden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. De op balansdatum openstaande vorderingen zijn op hun volwaardigheid beoordeeld. Voorzover noodzakelijk zijn voorzieningen getroffen ter dekking van de risico's van dubieusheid of oninbaarheid. Deze voorzieningen zijn in mindering gebracht op het saldo van de vorderingen.
186
De vorderingen inzake belastingen zijn gewaardeerd op basis van de nominale waarde (de opgelegde aanslagen) verminderd met de op balans¬datum ingeschatte verplichtingen in verband met verminderingen, kwijtscheldingen en oninbaarheid van belasting¬posten. De vorderingen op inwoners terzake van gevorderde terugbetaling van teveel uitbetaalde uitkeringen en subsidies zijn gewaardeerd op nominale waarde verminderd met de op balansdatum ingeschatte mate van oninbaarheid, verwachte kwijtscheldingen en indien er sprake is van een afbetalingsschema contant gemaakt tegen de geldende rekenrente. Overlopende activa De onder overlopende activa opgenomen posten zijn tegen nominale waarde gewaardeerd. LIQUIDE MIDDELEN De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. EIGEN VERMOGEN Onder het eigen vermogen zijn opgenomen de algemene reserves en de bestemmingsreserves alsmede het saldo van de rekening van baten en lasten. VOORZIENINGEN Onder de voorzieningen zijn opgenomen de op het moment van opstellen van de jaarrekening voorzienbare verplichtingen, verliezen en of risico's voor zover de omvang hiervan redelijkerwijs is in te schatten dan wel van derden verkregen middelen die specifiek moeten worden besteed. Ook voor kosten die in een volgend jaar gemaakt worden, maar hun oorsprong vinden in het betreffende jaar waarbij de voorziening dient tot kostenegalisatie. Voorzieningen waarvan de omvang wordt bepaald op basis van beheers- of onderhoudsplannen worden berekend op basis van de laatst bekende geactualiseerde plannen. De voorzieningen zijn opgenomen tegen nominale waarde VOORZIENING GEMEENTELIJKE RIOLERINGS PLAN (GRP) Binnen de bestaande regels en wetgeving kiezen we voor een zo eenduidig en eenvoudig mogelijke en transparante financiële structuur. Er is daarom gekozen voor een geïntegreerde voorziening waarin de drie componenten voor spaardeel voor investeringen, onderhoud en jaarlijkse financiële resultaten in samenhang met elkaar, maar wel apart zichtbaar worden, en gescheiden geregistreerd en beheerd worden. De nieuwe Geïntegreerde Voorziening GRP vervangt de huidige Voorziening GRP-nieuw (ook wel 'schommelfonds' genoemd)." Met afschrijving wordt gestart in het jaar volgend op het jaar van gereedkomen van de vaste activa. De afschrijvingsduur van investeringen wordt gebaseerd op de afschrijvingstermijnen zoals vastgesteld op het moment van ingebruikname. LANGLOPENDE SCHULDEN Onder langlopende schulden zijn begrepen schulden met een vervaltermijn langer dan een jaar. Deze zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. VLOTTENDE PASSIVA De posten opgenomen onder de vlottende passiva zijn tegen nominale waarde gewaardeerd.
187
GRONDSLAGEN VAN RESULTAATBEPALING BATEN EN LASTEN In de concernjaarrekening worden de baten en lasten op dezelfde wijze gerangschikt als in de begroting. Zowel de baten als de lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves worden conform begroting, dan wel expliciete besluitvorming door de Raad, rechtstreeks op de reserves gemuteerd. Bij de presentatie van het rekeningsaldo zijn wel alle mutaties afzonderlijk gepresenteerd in het kader van de nieuwe verslaggevingsvoorschriften. PLANEXPLOITATIES ONTWIKKELINGSBEDRIJF Verwachte nadelige resultaten worden door middel van het vormen van een voorziening via de Winst en Verliesrekening, op basis van contante waarde ten laste van de Algemene Bedrijfsreserve van het Ontwikkelingsbedrijf gebracht. Verliezen worden genomen zodra zij voorzienbaar c.q. te verwachten zijn. Verwachte voordelige resultaten worden in principe genomen bij het afsluiten van de planexploitatie. Tussentijdse winstneming wordt alleen toegepast indien de boekwaarde van het onderhanden werk negatief is. De tussentijds te nemen winst wordt bepaald door de negatieve boekwaarde van het onderhanden werk te verminderen met de contante waarde van nog te maken kosten. Baten worden genomen zodra zij zijn gerealiseerd. KOSTENPLAATSSALDI In 2012 zijn de bedrijfsvoeringskosten overeenkomstig de begroting over de programma’s verdeeld. Een bij de rekening blijkend voor- of nadelig saldo is als bedrijfskostenresultaat op het programma concernverrekeningen verantwoord. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans
188
Toelichting op de balans
8. Toelichting op de balans Alle bedragen x €1.000 Immateriële vaste activa Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de immateriële vaste activa gedurende het jaar 2012. Immateriële vaste activa Kosten voor onderzoek en ontwikkeling Totaal
boekwaarde 31-12-2011 585
Investeringen
afschrijvingen
137
148
boekwaarde 31-12-2012 574
585
137
148
574
Materiële vaste activa Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de materiële vaste activa weer en tevens is aangegeven of het investeringen met maatschappelijk nut (M.Nut) of economisch nut (Ec.Nut)zijn: Materiële vaste activa Gronden in erfpacht Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Woonruimten grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen machines, apparaten, installaties overige activa activa in ontwikkeling geactiveerd in 2012 Totaal
boekwaarde 31-12-2011 Ec. Nut 82 22.122 162.132 4.152 44.896
boekwaarde 31-12-2011 M. Nut
29.328
33.830 76 11.284
1.828 1.803
485 -136
54 949
15.592 10.319
1.661
262.926
31.378
1.793 40.588 -42.714 46.398
40
Investeringen
Des investeringen
afschrijvingen
538
bijdragen van derden
Boekwaarde 31-12-2012 Ec. Nut 620 22.118 188.015 4.059 44.234
Boekwaarde 31-12-2012 M. Nut 0 39 0 0 28.079
318 403
2.050 2.336
0 -123
3.831
13.554 5.362
0 4.492
282.348
32.487
5 7.946 127 7.862
42
42
20.492
-5.333
-5.333
Grote investering in 2012 zijn de Keizer Karel garage, de brandweerkazerne en sporthal De Citadel. Financiële vaste activa De specificatie naar categorieën is in de balans weergegeven. Van het onderdeel kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen is onderstaand een specificatie opgenomen. Hierbij is tevens aangegeven welke dividenduitkeringen deze deelnemingen hebben gegenereerd
Kapitaalverstrekkingen verbonden partijen. ( bedragen in €’s ) 193.479 aandelen NV bank Nederlandse Gemeenten 40 aandelen multifunctioneel congrescentrum ijsbaancomplex 2.500 aandelen DAR Brabantse Poort Mariënburg B.V. B.V. Land over de Waal Waalfront BV GEM Waalsprong beheer OBW Beheer B.V Container Afvoerbedrijf Indigo B.V. Totaal
% deelnemi ng 100%
boekwaarde 31-12-2011
Vermeerderingen
verminderingen
Boekwaarde 31-12-2012
Opbrengst 2012
483.698
0
0
483.698
222.500
100%
18.151
00
-18.151
0
0
100% 10% 100% 100% 100% 50% 50%
985.497 34.034 18.151 290.419 2.223000 27.227 45.000 45 0 4.125.222
0 0 0 0 1.225.000 00 00 00 300.000 1.525.000
0 0 0 0
985.497 34.034 18.151 290.419 3.448.000 27.227 45.000 45 300.000 5.632.071
300.000 0 0 0 0 0 0 0 0 522.500
5%
189
0
0 0 0 0 -18.151
Voorraden Van de in de balans onder voorraden opgenomen categorieën worden de grondexploitaties en de niet in exploitatie genomen gronden nader gespecificeerd. Het verloop en de samenstelling van de grondexploitaties is ingedeeld naar hoofdgroepen van complexen. Ten behoeve van de bepaling van de boekwaarde van de complexen zijn de exploitatieopzetten geactualiseerd. Deze actualisatie is met inachtneming van de uitgangspunten in de risiconota ontwikkelbedrijf en latere besluitvorming. Verliesverwachtingen hebben geleid tot het opnemen van een voorziening als correctie op de boekwaarde. Grondexploitaties
Boekwaarde 31-12-2011
stedelijke ontwikkelingsprojecten bedrijvigheidsprojecten woningbouwprojecten Herstructurering Stadscentrum Waalsprong Dijkteruglegging Maatschappelijk Vastgoed Koers West Gem.Exploitaties Land over de Waal Opdrachten Projecten in ontwikkeling (pio’s) AF: Voorzieningen Totaal
Investeringen 2012
Opbrengsten 2012
resultaatname 2012
Boekwaarde 31-12-2012
-3.188
7.611
-2.920
435
1.937
2.386 27 3.313 19.235 68.392 -4.231 13.726
3.399 1.433 3.106 12.168 20.468 8.399 7.406
-1.457 -2.306 -4.804 -25.309 -9.764 -19.265 -3.552
0 604 393 0 0 0 0
4.327 -243 2.009 6.094 79.096 -15.097 17.580
-25.008 197.225
82.610 16.618
-6.971 -14.475
0 0
50.631 199.368
-1.193 5.521
779 2.203
-520 -2.818
18 -1.881
-934 3.024
-9.131 267.074
2.379 168.579
-8.245 -102.406
0 -431
-14.997 332.795
Hieronder volgt een specificatie van de niet in exploitatie genomen bouwgronden: Niet in exploitatie genomen bouwgronden
Boekwaarde 31-12-2012
verwervingsprijs per m2
82
82
20
1.774
1.774
9
verspreid liggende terreinen
159
159
1
overige terreinen en panden
10.064
nog in ontwikkeling te nemen
6.675
Erfpachtgronden verhuurde terreinen
Totaal
Boekwaarde 31-12-2011
18.754
Investeringen
desinvesteringen
719
naar gronden in exploitatie
30
719
30
0
10.753
50
6.675
189
19.443
Kortlopende vorderingen Van de kortlopende vorderingen wordt van enkele posten een nadere toelichting gegeven. De vordering op openbare lichamen bestaat vooral uit de vordering op de belastingdienst inzake het BCF. Deze compensabele BTW wordt na afloop van het jaar verrekend met de belastingdienst. De vorderingen op bijstandsdebiteuren zijn gewaardeerd op basis van de nominale waarde verminderd met de voorziening voor dubieusheid of oninbaarheid. De waardering op de balans vindt derhalve plaats tegeneen reële waarde. Conform toezegging bij de najaarsnota zijn er spelregels opgesteld voor het berekenen van de voorziening dubieuze 190
bijstandsdebiteuren. Met toepassing van de spelregels voor de bandbreedte handhaven we in de jaarrekening 2012 het voorzieningspercentage voor bijstandsvorderingen op 52%. Het percentage van de voorziening voor wijzigen we níet wanneer de financiële afwijking tussen het tweejaargemiddelde van de huidige en voorgaande inschatting (getoetste steekproefuitkomst) én het geldende voorzieningspercentage minder is dan 3% van het totaalsaldo openstaande bijstandsdebiteuren. Bijstandsdebiteuren
boekwaarde
vorderingen WWB vorderingen IOAW/IOAZ/BBZv Totaal
20.631 11.859 32.490
voorziening oninbaarheid/aansprakelijkheid rijk -10.728 -6.167 -16.895
Balanswaarde 31-12-2012 9.903 5.692 15.595
Balanswaarde 31-12-2011 9.648 5.345 14.993
De belastingdebiteuren hebben betrekking op de debiteuren inzake gemeentelijke heffingen, zoals onder meer de OZB. Op de nominale vorderingen wordt een voorziening voor vermindering kwijtschelding en oninbaarheid in rekening gebracht. De nog op te leggen aanslagen die betrekking hebben op 2012 en eventueel voorgaande jaren worden hier eveneens verantwoord. Belastingdebiteuren Boekwaarde per Belastingdebiteuren Af: voorziening inzake vermindering, kwijtschelding en oninbaarheid Nog op te leggen aanslagen Totaal
31-12-2012 1.712 -472 4.768 6.008
31-12-2011 3.417 -590 2.478 5.305
Bij de waardering van de overige debiteuren is de voorziening bepaald op basis van een ouderdomsanalyse, evenals een beoordeling van enkele benoemde posten.: Debiteuren Boekwaarde per diverse vorderingen waaronder verhuur, vervallen termijnen leningen e.d. af: voorziening dubieuze debiteuren Saldo overige vorderingen per 31 december
31-12-2012 6.597 -148 6.449
31-12-2011 6.504 -125 6.379
Overlopende activa Het saldo overlopende activa bestaat uit de volgende componenten: Overlopende activa gelden van derden vooruitbetaalde bedragen Totaal
31-12-2012 4.574 5.908 10.482
31-12-2011 57.255 7.382 64.637
Hieronder staat een specificatie weergegeven van het verloop van de nog te ontvangen gelden van overheidsinstanties van 1 januari tot en met 31 december 2012, ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel. Vervolgens is per onderwerp een inhoudelijke toelichting gegeven. Naam O022 Regionaal Mobiliteitscentrum O023 EFRO en ESF O031 Metamorfoze O033 ZonMw project Gezonde voeding O036 Uitstapprogramma prostituees O038 Praktische gezinsondersteuning O044 Experiment jeugdzorg dichtbij O046 Bijdrage stadsbrug O048 Vogelaarwijk Hatert O049 Drempels en kuilen O050 Future Cities O051 Rotonde Heyendaalseweg-Groenewoudsweg
Boekwaarde 31-12-2011
Nog te ontvangen
Ontvangen
Boekwaarde 31-12-2012
8 760 15 14 68 38 12 54.272 -120 60 120 173
0 0 0 38 0 0 0 0 150 123 0 0
-8 -752 -15 -31 -68 -38 0 -51.000 0 0 -120 -173
0 8 0 21 0 0 12 3.272 30 183 0 0
191
O053 Vangnetgevallen De Kat O060 SFR Beuningen O062 Begeleiding jongeren 16-23 jaar O063 Ringstraten O064 verkeersveiligheid O010/O016/O042/O048 * Eindtotaal
66 0 0 0 0 1.6491.769 57.255
213 60 1 662 46
0 0 0 0 0
279 60 1 662 46
1.293
-52.205
4.574
*Deze bedragen zijn nu opgenomen onder de passiva, omdat de te ontvangen bedragen inmiddels binnen zijn, maar tot zodanige bedragen dat een schuld aan de overheid is ontstaan. Regionaal Mobiliteitscentrum De gemeente Nijmegen heeft een eenmalige subsidie in het kader van de Subsidieregeling vitaal Gelderland 2009 van €0,4 miljoen ontvangen. In 2012 hebben we de provinciale subsidie voor het Regionaal Mobiliteitscentrum bij de Provincie verantwoord en een einddeclaratie voor € 390.753,- opgesteld. Dit bedrag is inmiddels door de Provincie beschikt en uitgekeerd. EFRO en ESF Dit betreft de balansregistratie van de Europese middelen voor: -Uitvoeringsprogramma EFRO Kanaalgebied -Cool breaks (Europees geld voor euregionale samenwerking) Het verschil tussen enerzijds de bevoorschottingen en uitgaven aan projectuitvoerders en anderzijds de bevoorschottingen en ontvangsten van BZK/Europa worden op deze balanspost bijgehouden. Metamorfoze Het project Metamorfoze liep van 1 dec 2007 t/m 1 dec 2010. Het gaat om het archiveren van het Dobbelmanarchief. Het project is inmiddels afgerond en de definitieve subsidievaststelling heeft in 2012 plaatsgevonden. ZonMw project Gezonde Voeding Honorering door ZonMw (Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie) voor ons project “Gezonde voeding”. De bijdrage aan het project is € 150.000 over de periode 2010-2013. We verlenen met deze middelen een budgetsubsidie aan de GGD regio Nijmegen voor de uitvoering van het project "Gezonde voeding. Uitstapprogramma prostituees Wij hebben Rijksmiddelen van het Ministerie van Justitie ontvangen voor de Regeling Uitstapprogramma’s Prostituees (RUPS-Regeling). Deze subsidie heeft als doel het vroegtijdig signaleren van straat- en jeugdprostitutie en hierop een samenwerkingsketen in te zetten. Deze bestaat uit een gemeentelijke ketenmanager straat- en jeugdprostitutie en het leveren van zorgtrajecten. Het project is in mei 2011 afgerond en in 2012 afgerekend. Praktische gezinsondersteuning Het doel van dit project is het voortzetten van de noodzakelijke ondersteuning aan gezinnen van ontregelde huishoudens. Hierbij wordt uitvoering gegeven aan het vastgesteld convenant over de aansluiting tussen het preventief jeugdbeleid en jeugdzorgbeleid. Het geld wordt ingezet voor de budgetsubsidie thuisbegeleiding ZZG, conform raadsvoorstel 2011.0592. De ZZG legt voor de gehele provinciale bijdrage verantwoording af aan de gemeente Nijmegen. Dit project is in 2012 afgerond.
192
Experiment Jeugdzorg dichtbij In dit experiment krijgt de cliënt de hulpverlening die hij of zij nodig heeft, zo dichtbij mogelijk, zo tijdig mogelijk, zo ambulant mogelijk en zoveel mogelijk op basis van "de kracht" van het eigen sociale netwerk. Hiervoor is een eenmalige subsidieverlening door de provincie van maximaal € 60.000 toegezegd i.h.k.v. afstemming Jeugdzorg Jeugdbeleid, project experiment jeugdzorg dichtbij. Na vaststelling zal de provincie overgaan tot uitkering van de resterende 20% (€ 12.000). In 2013 zal de verantwoording plaatsvinden. Stadsregio Stadsbrug Wij ontvangen in tranches middelen van het Rijk, via de Stadsregio, om de stadsbrug te realiseren. Op dit moment hebben wij zelf deze middelen voorgeschoten en deze middelen zullen wij in 2013 nog ontvangen van het Rijk. Vogelaarwijk Hatert Dit betreft het uitvoeren van de maatwerkafspraken Hatert in opdracht van BZK. De subsidie wordt in 2013 verantwoord waarna de eindbeschikking en het restant ad € 30.000,- (20%) wordt verwacht. Drempels en Kuilen Dit betreft een investeringsbijdrage ten behoeve van het verhelpen van drempels en kuilen in de weg. Afrekening van de subsidie wordt in 2013 verwacht. Future Cities Van Europa is een bijdrage ontvangen om een aantal groenvoorzieningen te realiseren. Dit is in 2012 afgerekend. Rotonde Heyendaalsweg-Groenewoudseweg Betreft investeringsbijdrage welke in 2012 is afgerekend. Vangnetgevallen de Kat Dit betreft een bijdrage die wij ontvangen ten behoeve van de bodemsanering van de Kat. Snel Fiets Route Beuningen Dit betreft een subsidie voor de aanleg van een snelle fietsverbinding tussen Beuningen en Nijmegen. Begeleiding jongeren 16-23 jaar Dit betreft een subsidie ten behoeve van activiteiten voor Jongeren in de leeftijd van 16 tot 23 jaar in de regio Nijmegen die een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt met als doel ze weer deel te laten nemen. Gemeente Nijmegen ontvangt een eenmalige subsidie ter hoogte van max. € 100.000. Hiervan wordt 80% bevoorschot (40% in 2012 en 40% in 2013). Het project dient te zijn afgerond op 1 november 2014; verzoek tot vaststelling dient uiterlijk op 1 februari 2015 te zijn ingediend. Ringstraten Het subsidieproject Ringstraten is klaar. Het enige dat resteert is de eindtermijn van € 662.032 die we nog van de Provincie moeten ontvangen. Verkeersveiligheid Subsidie voor educatieprojecten op het gebied van verkeersveiligheid in samenwerking met omliggende gemeenten. Subsidie is in januari 2013 afgerekend.
193
Eigen vermogen Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit: Boekwaarde per Algemene reserve Bestemmingsreserve Rekeningresultaat Totaal
31-12-2012 41.113 78.999 -13.474 106.638
31-12-2011 47.184 80.108 3.239 130.531
Het resultaat over 2012 is als volgt opgebouwd: Rekeningresultaat 2012 Lasten Baten Saldo voor aanspreken reserves Reservemutaties: Storting in de reserves Onttrekkingen uit de reserves Per saldo onttrekking uit reserves Resultaat voor verwerking resultaatvoorstellen
bedragen * €1.000 797.318 773.425 23.893
Nadelig
14.738 24.797 10.419 13.474
Voordelig nadelig
Het verloop van de reserves in 2012 wordt in onderstaand overzicht weergegeven: De mutaties hebben plaatsgevonden in overeenstemming met de besluitvorming door de raad zoals verwerkt in de dynamische begroting. Hieronder volgt per reserve een korte toelichting naar aard en reden van de reserves. Reserves
Boekwaarde 31-12-2011
F022 Saldireserve Subtotaal Algemene reserve F002 Reserve Strategische Investeringen F003 Reserve Waalsprong F004 1%-regeling Beeldende Kunst F010 Verbeter.toegank.openb.geb.en ruimte F025 Algemene bedrijfsreserve F026 Medische heroïneverstrekking F029 Reserve onderwijshuisvesting F030 Reserve BTW Compensatiefonds F040 Reserve ISV F045 Reserve stadsbrug F046 Reserve afschrijving F047 Reserve parkeerbijdrage F053 Reserve Wmo F054 Reserve Ondernemersfonds Subtotaal Overige bestemmingsreserve Totaal reserves
47.184 47.184 4.442 3.342 115 99 18.523 712 1.688 17 2.629 43.468 1.061 1.165 2.247 600 80.108 127.293
Toevoeging 6.884 6.884 59 7.706
0 1.876 00 100 9.742 16.626
Onttrekking -14.247 -14.247 -2.000 -715 -5.111 -356 -44 0 -1.665 -59 0 -2.247 -600 -12.798 -27.045
Bestemming resultaat 2011 1.292 1.292 0 1.824 0 0 -17 -245 210 0 175 0 0 1.947 3.239
Boekwaarde 31-12-2012 41.113 41.113 2.442 2.627 174 99 22.942 356 1.644 0 719 45.554 1.002 1.440 0 0 78.999 120.112
Saldireserve De saldireserve is een algemene reserve en is bedoeld om risico’s op te kunnen vangen. De saldireserve maakt een belangrijk deel uit van het weerstandsvermogen. De saldireserve wordt gevoed vanuit een voordelig rekeningresultaat en/of aan de hand van een expliciet besluit van de gemeenteraad. De hoogte van de saldireserve beweegt zich binnen een bepaalde bandbreedte, bestaande uit een “harde” ondergrens en een flexibele bovengrens. Voor meer informatie hierover verwijzen wij u naar de paragraaf Weerstandsvermogen.
194
Reserve Strategische Investeringen In het coalitieakkoord “Bruggen bouwen aan de Waal” heeft uw Raad bij de financiële spelregels bepaald dat er een Reserve Strategische Investeringen wordt ingesteld, waarin we de kapitaallasten storten van niet tijdig gerealiseerde investeringen, voor zover de vertraging niet in de begroting is verwerkt. Het doel van de reserve is een financiële bijdrage leveren aan majeure investeringen met een strategisch belang voor de stad in de sfeer van bereikbaarheid, veiligheid, wijkverbetering of grote projecten als Koers West, waarbij het dan gaat om investeringen met maatschappelijk nut in de openbare ruimte. De reserve wordt gevoed door het storten van kapitaallasten die niet besteed worden, vanwege het niet tijdig realiseren van een investering. Reserve Waalsprong Deze reserve heeft als doel om de exploitatieverschillen van het uitbreidingsplan Nijmegen-Noord op te vangen. In 2010 stemde uw Raad in met uitbreiding van de Brandweer met Post Noord. Dat was een van de laatste besluiten, dat op basis van het Voorzieningenplan Waalsprong werd genomen. Dekking werd voor € 0,7 miljoen gevonden in de Reserve Waalsprong. Nu is duidelijk dat die reserve daarvoor nog ruimte biedt tot en met 2015. De Reserve Waalsprong kan dan eind 2015 worden opgeheven en het restant van ongeveer € 5 ton kan aan de Saldireserve worden toegevoegd. Een voorstel tot opheffen per ultimo 2015 doen wij dan ook bij deze jaarrekening. 1%-regeling Beeldende Kunst Bij het raadsbesluit van 23 februari 2006, is besloten de reserve 1%-regeling Beeldende kunst te handhaven. In de praktijk is gebleken dat bij sommige projecten waarop de regeling van toepassing was een kunstopdracht weinig zinvol zou zijn, terwijl bij de andere projecten het budget voor een passende opdracht ontoereikend was. Dit was de reden om de in de bouwkredieten gereserveerde “procentgelden” los te koppelen van de locatie/het project waarvoor ze vrijkwamen. Er werd één fonds gevormd, dat werd gevoed door alle percentagegelden die vrijkwamen. De advisering over de plaatsen waar, hoe en met welke kunstenaar een kunstopdrachtprocedure in gang zou worden gezet is in handen van de Commissie Beeldende Kunst. De beschikking over een reserve is financieel-technisch de eenvoudigste manier om te werken aan kunstopdrachten. Tegenover de gelden die via de regeling gereserveerd worden, wordt een programma van projecten opgesteld. De grilligheid van de projecten in hun verloop- de ene opdracht duurt veel langer dan de andere en elk opdrachtproces verloopt weer anders- maakt “flexibele” beschikbaarheid van de middelen nodig. Verbetering Toegankelijkheid Openbare Gebouwen en ruimte Op grond van het doel is de reserve Verbetering Toegankelijkheid Openbare Gebouwen en ruimte overeenkomstig besluitvorming bij de stadsrekening 2010 en 2011 omgezet naar een voorziening. De benodigde middelen zijn toegevoegd aan de voorziening. De vrijval van de reserve moet nog geformaliseerd worden via het tweede winstbestemmingsvoorstel bij deze jaarrekening. Algemene bedrijfsreserve De algemene bedrijfsreserve van het Ontwikkelingsbedrijf is een financiële buffer voor het afdekken van de financiële risico’s in de planexploitaties. Tevens worden resultaatschommelingen gefinancierd uit de ABR. De voeding wordt gevormd door de voordelige resultaten op planexploitaties, opbrengsten uit deelnemingen, bijdragen RSU (bijdragen van particuliere ontwikkelaars ten behoeve van bovenwijkse infrastructuur) en eventueel rente. Gezien de ontwikkelingen in 2012 zal een fors beroep op de ABR gedaan worden. In de tweede winstbestemming wordt voorgesteld om € 21,3 miljoen aan de ABR te onttrekken, waardoor een saldo van € 1,6 miljoen resteert. In de paragraaf weerstandsvermogen wordt nader op deze ontwikkeling ingegaan. 195
Reserve Medische heroïneverstrekking Dit betreft een tijdelijke bestemmingsreserve voor de voorziening medische heroïneverstrekking. De reserve is bedoeld om middelen in te kunnen zetten over de jaren 2012 en 2013 Reserve onderwijshuisvesting Het doel van de reserve Onderwijshuisvesting is het oormerken van gelden voor het onderwijshuisvestingsveld. Aangezien de decentralisatie nog niet geheel afgerond is, kan deze reserve nog niet opgeheven worden. Reserve BTW Compensatiefonds Het doel van de reserve BCF is het begrote jaarlijkse nadeel uit de invoering van de BTWcompensatie over een periode van een beperkt aantal jaren geleidelijk in de begroting op te nemen, door de onttrekking uit de reserve jaarlijks gelijkmatig af te laten nemen. In 2012 heeft de laatste onttrekking plaatsgevonden. De reserve is opgeheven bij vaststelling van de stadsrekening 2011 Reserve ISV Om het door de Raad goedgekeurde ISV-programma goed uit te voeren is in 2011 een reserve ingesteld waarin geldstromen met elkaar worden verrekend. Het uitvoeringsprogramma loopt t/m 2014. Reserve Stadsbrug Deze reserve is ingesteld voor het reserveren van gemeentelijke middelen ten behoeve van de realisatie van de tweede stadsbrug, onderdeel van de ontwikkeling van KoersWest. Reserve Afschrijving Bij het vaststellen van de stadsrekening 2009 is besloten om deze reserve in te stellen omdat dit verplicht is vanuit de BBV-voorschriften. Bij investeringen met een economisch nut mogen bepaalde inkomsten (verzekeringsgelden na bijv. brand, de opbrengst uit verkoop van een pand, etc.) niet in mindering worden gebracht op de nieuwe investering. Bijdragen die geen directe relatie met de nieuwe investering hebben, kunnen in de reserve afschrijving gestort worden. Via onttrekkingen uit deze reserve kunnen de met die investering samenhangende kapitaallasten verlaagd worden. Reserve Parkeerbijdrage De reserve parkeerbijdrage is in 2005 ingesteld. Het doel van deze reserve is om gelden, die ontvangen worden op grond van de bouwverordening ten behoeve van alternatieve parkeervoorzieningen, beschikbaar te houden voor de realisatie van die parkeervoorzieningen. Reserve Wmo Bij de najaarsnota 2011 is besloten deze reserve op te heffen. Reserve Ondernemersfonds Bij de perspectiefnota 2012 is besloten deze reserve op te heffen.
196
Voorzieningen Hieronder staat het verloop van de voorzieningen gedurende 2012 weergegeven. In de kolom vrijval zijn de bedragen opgenomen die ten gunste van de rekening van lasten en baten zijn vrijgevallen. Alle aanwendingen van de voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht. Onderstaand is per voorziening een toelichting op de aard, noodzakelijke omvang en de mutaties in 2012 van de betreffende voorziening weergegeven. Voorziening voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's V002 Bezwaar en Beroep heffingen V025 Bergerden V026 Voorziening MTC V036 Pensioeninhouding wethouders V040 Spaarverlof V042 Stedelijke vernieuwing V069 Minimabeleid V093 Gesubsidieerde arbeid V094 Waalfront V095 Ziekengeldverplichting Uitzicht V096 Waalsprong GEM-deel Subtotaal Egalisatievoorzieningen V017 Onderhoudsvoorziening panden V019 Ruiming Explosieven V050 GRP-nieuw V085 Onderhoudsvoorziening Triavium V086 Verbetering toegankelijkheid openbare gebouwen V087 Beheerkosten startersleningen Subtotaal Totaal
boekwaarde 31-12- 2011
toevoeging
Aanwending
vrijval
boekwaarde 31-12-2012
864 600 39 65
437 22.126 0 0
-356 0 0 0
-468 0 0 0
477 2.726 39 65
571 390 133
0 8 360 2.833 5.298 960
-64 0 -133 0 0 0
0 0 0 0 0 0
507 398 360 2.833 5.298 960
2.662
11.700 23.722
0 -553
11.700 25.363
3.877
4.305
-3.209
0 -468 0 0
1.155 8.090 474
975 8.896 0
-392 -10.394 -83
0 0 0
1.738 6.592 391
216
99
-38
0
277
400 14.212 16.875
428 14.703 38.425
0 -14.116 -14.669
0 -936 -468
828 14.799 40.162
4.973
Voorziening bezwaar en beroep heffingen Deze voorziening dient ter afhandeling van lopende bezwaar- en beroepsprocedures met betrekking tot gemeentelijke heffingen. Bij gegrondverklaring van het bezwaar of beroep volgt een correctie op de aanslag wat kan leiden tot ( gedeeltelijke) terugbetaling. Voorziening Bergerden Deze voorziening dient ter afdekking van het tekort van de deelname in de GR Bergerden. Voorziening Multimodaal Transport Centrum (MTC) De afwaardering van het MTC is nagenoeg afgewikkeld. Het nu nog beschikbare bedrag dient als voorziening voor restantkosten en kan waarschijnlijk in 2013 vrijvallen. Pensioeninhouding wethouders Deze voorziening betreft een berekende waarde van de uit te keren wethouderspensioenen in die gevallen waar een verzekering niet mogelijk is. In de overige gevallen worden de met wethouderspensioenen samenhangende verzekeringspremies ten laste van de gemeente genomen.
197
Voorziening spaarverlof Deze voorziening is in 1993 ingesteld met als doel het realiseren van financiële middelen om de kosten van inhuur van personeel af te kunnen dekken op het moment dat een ambtenaar spaarverlof opneemt. In verband met de instelling van de Spaarloonregeling wordt deze voorziening niet meer gevoed, behalve met indexeringen van loonkosten. Voorziening stedelijke vernieuwing De voorziening vloeit voort uit het raadsbesluit nr. 99.9643 van 9 juni 1999. De voeding van het fonds is de opbrengst van erfpachtgronden aan de corporaties. Vervolgens is er een overeenkomst gesloten tussen de gemeente en de corporaties om de voorziening uit de ponden ten behoeve van de herstructureringsoperatie woningbouw. In het MOPIIIbesluit voor het Grootstedenbeleid (GSB) en het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid (GSO) zijn de gelden als gemeentelijke bijdrage opgenomen, met uitponding over de jaarschijven 2005 t/m 2010. Voorziening Minima beleid De voorziening dient ter dekking van verplichtingen uit hoofde van de regeling chronisch zieken, ouderen en gehandicapten. De aanvraagperiode van deze regeling loopt tot en met maart 2013. Voorziening gesubsidieerde arbeid Het doel van deze voorziening is het egaliseren van de uitgaven die verband houden met de afbouw van de gesubsidieerde arbeid. In de notitie “Beleidsregels afbouw gesubsidieerde banen” is de programmering van de inzet van de beschikbare gemeentelijke middelen vastgesteld. Waalfront Het doel van deze voorziening is afdekking van het aandeel van de gemeente Nijmegen in het tekort van de gebiedsontwikkeling Waalfront. Ziekengeldverplichting Uitzicht Egaliseren van de uitgaven ziekengeld van (ex-) medewerkers van Uitzicht. De Gemeente Nijmegen heeft van de Belastingdienst premies ziekengeld m.b.t. (ex-) medewerkers Stichting Uitzicht terugontvangen. Deze premies zijn in een voorziening gestort. Vervolgens worden de doorbelaste (ziekengeld) kosten van het UWV ten laste van deze voorziening gebracht. Voorziening Waalsprong GEM deel In 2012 is gestart met de ontvlechting van de Waalsprong GEM deel. In de VGP van april 2013 zijn de effecten van een nieuwe GREX opgenomen. De Grex laat een fors nadeel zien. Om die reden is voorgesteld om een stelselwijziging toe te passen en rioolinvesteringen niet af te dekken in de planexploitatie, maar te activeren en conform de grondslagen af te schrijven in 40 jaar. Hiermee is het nadeel in de Grex teruggebracht met € 33 miljoen naar € 11,7 miljoen. Dit verwacht tekort is opgenomen als voorziening. Onderhoudsvoorziening panden De voorziening onderhoud panden is bedoeld als egalisatievoorziening voor de jaarlijkse uitgaven voor groot onderhoud. Het betreft het planmatig onderhoud aan panden voor bijvoorbeeld kamerverhuur, gemeentelijke panden zoals de brandweerkazerne, woonwagens en standplaatsen, parkeergarages, wijkcentra, sporthallen en - zalen, de Keizer Karel Podia, de Lindenberg, panden op het gebied van het cultureel erfgoed, etc. Dit onderhoud kan jaarlijks fluctueren en teneinde de jaarlijkse lasten gelijkmatig te verdelen is de voorziening gevormd.
198
Voorziening ruimen explosieven Jaarlijks wordt voor elke opgeleverde (nieuwe) woning als onderdeel van de gemeentefondsuitkering een bedrag ontvangen ter dekking van de kosten van ruiming van explosieven opgenomen in deze voorziening. Het voorzieningenplan toont dat dat de kosten van ruimen een zeer lange looptijd kan hebben. Voorziening GRP-nieuw Deze voorziening is ingesteld op 8 juni 2005 en heeft als doel een meerjarige evenwichtige tariefsopbouw van de rioolrechten. Het bestedingsplan is gebaseerd op het Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2016 dat in 2010 is geactualiseerd en vastgesteld. Onderhoudsvoorziening Triavium Het onderhoud wordt uitgevoerd op basis van 10 jarig POG onderhoudsschema ingedeeld naar nut en noodzaak. Dit geeft in enig jaar een dal of een piek in de (groot) onderhoudskosten. Ten behoeve van de gelijkmatige verdeling van deze kosten in de exploitatie is deze voorziening opgenomen. Voorziening toegankelijkheid gebouwen Bij de stadsrekening 2010 is deze voorziening ingesteld met als doel gebouwen beter toegankelijk te maken voor invaliden en minder mobiele ouderen. Voorziening Beheerskosten startersleningen Deze voorziening dient ter dekking van de rentelasten voor het aantrekken van middelen in de eerste jaren en de beheerskosten Stichting Volkshuisvesting Nederland, Op deze manier kunnen we de eenmalige BWS middelen inzetten om de aanloopverliezen van een structurele starterslening faciliteit in te stellen. Langlopende schulden De met de langlopende leningen samenhangende rentelast in 2012 bedraagt € 23,9 miljoen. Overlopende passiva Van de overlopende passiva wordt onderstaand het verloop van de van derden ontvangen gelden en de besteding daarvan weergegeven. Verder wordt per onderwerp een toelichting gegeven. Het gaat hier om van andere overheden ontvangen gelden met een specifieke aanwendingsrichting. De restant boekwaarden zijn nog uit te geven bedragen voor dat doel, dan wel nog af te rekenen bedragen.
199
naam gelden van derden O005 Onderwijs en minderheden O006 Participatiebudget (Educatie, inburgering en re-integratie) O009 BDU Sociaal, integratie & Veiligheid O010 GSO Sociaal, Integratie &veiligheid O014 Knelpunt budget woonwagens O015 Impuls regeling .combinatiefuncties O016 RSP O019 Verwijsindex prov. Geld. O034 Klimaatneutrale steden O037 EU-richtlijn omgevingslawaai O039 Medische heroïnebehandeling O042 Rondje Heyendaal O043 Isolatiefonds Gelderland O045 Jeugd aan de Slag extra ESF O047 Francia media O052 Subsidie TIP O054 Onderzoek scheepvaart O055 Effectonderzoek stadsverwarming O056 Vervolg Nijmegen West Weurt O057 Regiocontract Provincie O058 Stadscontract Provincie O059 SFR Rijnwaalpad O061 E-scooters O066 Dennenstraat O010/O016/O042/O048 * Eindtotaal
boekwaarde 31-12-2011 52 6.716 3.437 -132 13 495 -1.017 44 298 114 94 -500 110 340 9 500 0 0 0 0 0 0 0 0 1.769 12.342
toevoeging
Onttrekking
4.172 16.858 0 368 0 122 1.023 0 0 0 0 729 160 0 34 0 8 10 170 258 4.715 288 45 205
-2.690 -19.387 -1.193 -74 -13 0 0 -5 -224 -67 -31 0 -108 -19 0 0 -2 0 -59 0 -4.369 0 0 0
Boekwaarde 31-12-2012 1.534 4.187 2.244 162 0 617 6 39 74 47 63 229 162 321 43 500 6 10 111 258 346 288 45 205
29.165
-28.241
11.497
*Deze gelden van derden zijn nu opgenomen onder de passiva, omdat er een schuldpositie is ultimo 2012, terwijl het ultimo 2011 nog een vordering op overheden was en deze dus onder de activa waren verantwoord. Onderwijs en minderheden De middelen hebben betrekking op de bestrijding van het voortijdig schoolverlaten en onderwijsachterstanden Deze post Onderwijs en minderheden is gevoed met rijksmiddelen uit de beleidsvelden RMC en OAB en met Europese subsidie (ESF). Participatiebudget Het participatiebudget betreft één budget waarbij de rijksmiddelen voor re-integratie, educatie en inburgering worden ontvangen. Ook al betreft het één budget, de middelen worden vanuit de vakministeries BZK (voorheen WWI), OCW en SZW aan het budget toegevoegd, en worden lokaal ingezet voor de realisatie van doelstellingen op het terrein van re-integratie, educatie en inburgering. BDU Sociaal, Integratie & Veiligheid Dit betreft vooruitontvangen rijksmiddelen vanuit de Brede Doel Uitkering Sociale Integratie & Veiligheid 2005-2009 ten behoeve van het Meerjaren Ontwikkelings Programma III 2005-2009 (MOP-III). Na afloop van de GSB-III periode is aanvullend met het Rijk overeengekomen, dat kosten verbonden aan in 2009 gestarte inburgeringstrajecten t/m 2011 mogen worden opgevoerd. Ook dient deze post ter dekking van de verwachte terugbetalingsverplichting uit hoofde van de reeds verantwoorde inburgeringstrajecten. GSO Sociaal, Integratie en Veiligheid Hierin worden de rijksmiddelen vanuit het GSO 2005-2010 als onderdeel van het MOP III gestort in afwachting van de realisatie van het met de provincie afgesloten stadscontract. Niet aangewende middelen moeten worden terugbetaald.
200
Knelpunt budget woonwagens Deze bevat ontvangen rijksmiddelen die bestemd zijn voor de aanpak van woonwagencentra, in het bijzonder voor woonwagencentrum Tolhuis/Teersdijk. Dit is afgewikkeld in 2012 Impulsregeling combinatiefuncties Dit is bedoeld voor de implementatie impulsregeling brede scholen, sport en cultuur. Met het invoeren van combinatiefuncties wordt de verbinding en samenwerking tussen onderwijs, sport en cultuur versterkt. Een combinatiefunctie is een functie waarbij een werknemer in dienst is bij één werkgever maar werkzaam is voor twee of meer sectoren. Het Rijk heeft een bijdrage verstrekt om de impulsregeling te realiseren. De combinatiefunctionaris gaat de komende jaren de sportverenigingen versterken, het dagelijkse sport-en beweegaanbod vergroten, het bewegingsonderwijs vernieuwen en de samenwerking tussen sportverenigingen en onderwijs intensiveren. De ontvangen rijksmiddelen zijn bestemd voor de uitvoering van de Impulsregeling combinatiefuncties. RSP In het kader van het Regionaal Samenwerkingsprogramma 2008-2011 van de Provincie Gelderland heeft Nijmegen als regiofunctie bijdragen ontvangen met betrekking tot maatschappelijke opvang, het risico- en probleemgericht onderwijsbeleid en het risico- en probleemgericht jeugdbeleid. Deze bijdrage is nagenoeg afgewikkeld in 2012. Toelichting Verwijsindex Het doel van dit project is het invoeren van de verwijsindex VIR in de regio Nijmegen e.o. Uit de bijdrage van de provincie worden de kosten van een projectleider, evaluatie en borging, procesregie en leiding, training en deskundigheidsbevordering, communicatie en onvoorziene kosten. Afrekening met de Provincie vindt plaats in 2013. Klimaatneutrale steden Met het project "De groene Hub" willen we een stap zetten richting klimaatneutraliteit en invulling geven aan duurzaam vervoer en de daarbij gewenste transitie naar altematieve brandstoffen. Vanuit het Ministerie van Infrastructuur & Milieu is een bijdrage van € 0,8 miljoen beschikbaar gesteld en wordt ingezet voor duurzame mobiliteit. De Gemeente Nijmegen wordt afgerekend op inspanning en op resultaat. Er wordt een proces ingericht om projectdoelen voor groen gas, duurzame logistiek en kennisdeling te realiseren. EU-richtlijn omgevingslawaai Dit betreft een bijdrage ten behoeve van het opstellen van geluidsbelastingskaarten en actieplannen in de periode van 2010 tot en met 2013. Medische heroïne behandeling Dit betreft een subsidie voor het ondersteunen van de verslaafden bij het op een volwaardige wijze gaan deelnemen aan de samenleving. Dit wordt gerealiseerd via dagopvang, werk en huisvesting en het geven van psychische begeleiding en mentale zorg, looptijd van het project tot en met 2015. Rondje Heijendaal Betreft investeringsbijdrage voor aanpassing wegen rond Heijendaal, universiteit en medisch centrum. Afwikkeling in 2013. Isolatiefonds Gelderland Deze bijdrage is bestemd voor het energiezuinig maken van particuliere woningen, via subsidiering energiebesparende maatregelen door eigenaren. Past binnen klimaatdoelstellingen Nijmegen en Gelderland. In 2013 loopt deze regeling af; er volgt dan 201
ook afrekening van de huidige tranche. Het restant mag waarschijnlijk ingezet worden voor de vervolgregeling. Einddatum nieuwe regeling is nog niet bekend. Jeugd aan de Slag De ontvangen middelen voor het project “Jeugd aan de Slag Extra” gedurende de projectperiode voor de realisatie van de projectdoelen in te zetten. De projectperiode gaat over de jaren 2011 en 2012 heen: 09-02-2011 t/m 8-8-2012. Tijdens de projectperiode worden ultimo 2011 de ESF-middelen (het voorschot 2011 ad € 340.000) vastgehouden zodat ze in meerdere boekjaren beschikbaar en inzetbaar blijven. Francia Media Het Valkhof wordt onderdeel van de Europese erfgoedroute De gemeente Nijmegen gaat met Het Valkhof deelnemen aan het Europese project Francia Media, een project dat zich richt op de vroege middeleeuwen en de periode van het Frankische Middenrijk. Belangrijk onderdeel van het project is een erfgoedroute langs tien plekken die in de tweede helft van de 9e eeuw van groot cultuurhistorisch belang waren. Het Valkhof wordt een van de plekken van de erfgoedroute. Nijmegen ontvangt voor de deelname aan Francia Media in totaal een Europese subsidie van € 160.000. We hebben een voorschot ontvangen van € 43.000. Subsidie TIP Voor de realisatie van het huis van de Topsport (TIP) is een voorschot ontvangen op een Europese subsidie. Ten gevolge van het stopzetten van TIP is deze subsidie derhalve als terugbetalingsverplichting opgenomen. Onderzoek scheepvaart Subsidie ten behoeve van het voldoen aan de Europese normen voor luchtkwaliteit die voor 2015 gelden, via stimulering schonere scheepvaart. Effectonderzoek stadsverwarming Bijdrage voor het voldoen aan de Europese normen voor luchtkwaliteit die voor 2015 gelden, via een onderzoek om het effect van stadsverwarming op de luchtkwaliteit in beeld te brengen. Vervolg Nijmegen West Weurt Uitvoering gemeenschappelijke milieumaatregelen in Nijmegen-West en Weurt door Nijmegen, Beuningen en provincie Gelderland. Vervolg op Milieuprogramma NijmegenWest Weurt 2007-2010.Einddatum van dit vervolgtraject is naar verwachting eind 2013. Regiocontract Dit betreft een provinciale bijdrage van € 15 miljoen voor een veelheid aan regionale projecten. Bij drie van deze projecten heeft de gemeente Nijmegen een trekkende rol: de uitvoering van de Regionale Sociale Agenda binnen de regio Nijmegen ( € 1,9 miljoen), de voortzetting van de Groene HUB 2013-2015 ( € 0,5 miljoen) en de koppeling van de regionale - niet-commerciële - glasvezelnetwerken van Nijmegen en Arnhem ( € 0,2 miljoen). Stadscontract Voor de periode 2012 tot en met 2015 is een provinciale subsidie toegezegd van ruim € 14 miljoen. Verdeeld over de volgende projecten: 1.€ 900.000 voor programma Stadscentrum , 2.€ 1.800.000 voor programma Cultuur en cultuurhistorie, 3. € 1.100.000 voor programma Wijkaanpak, 4. € 3.950.000 voor programma Herstructurering, 5. € 400.000 voor programma Woningmarkten en 6. € 6.000.000 voor sleutelproject Waalfront.
202
SFR Rijnwaalpad Bijdrage ten behoeve van de aanleg snelfietsroute tussen Nijmegen en Arnhem. E-scooters Bijdrage van de Stadsregio om te kunnen voldoen aan de Europese normen voor luchtkwaliteit die voor 2015 gelden, via stimulering van aanschaf electrische scooters. Dennenstraat Provinciale bijdrage ten behoeve van de modernisering Dennenstraat en kruisingen met zijwegen.
203
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
9. Niet uit de balans blijkende verplichtingen Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Bij het opstellen van de balans is de volgende gedragslijn gevolgd: In de balans zijn niet opgenomen de op grond van beschikkingen, overeenkomsten (huur/lease), toezeggingen etc. te baseren toekomstige vorderingen en/of schulden. Tevens zijn geen voorzieningen getroffen voor toekomstige verplichtingen betreffende vakantietoelagen, verlof, wachtgelden en dergelijke. Uitgangspunt daarbij is altijd geweest dat de lasten in verband met deze verplichtingen in de toekomst zullen optreden structureel gedekt zijn en moeten worden in de meerjarenbegroting voor voorzienbare en calculeerbare toekomstige risico’s zijn in de balans voorzieningen opgenomen. Buiten de telling zijn bij de balans vermeld welke zakelijke zekerheidsstellingen en gewaarborgde geldleningen de gemeente kent. gewaarborgde leningen Woningbouwvereniging Gelderland Eigen woningverbetering met 50% deelname Rijk Krediethypotheken overige zakelijke zekerheidsstellingen overige zakelijke zekerheidsstellingen totaal
percentage door de gemeente 50% 50% 100% 100% 50%
boekwaarde 31-12-2012
bedragen x € 1.000 boekwaarde 31-12-2011
78 574.800 661 1.465 30 577.034
92 541.470 2.550 3.750 0 547.862
Deelnemingen BREED Bij de GR Breed (werkvoorzieningschap Nijmegen e.o.) vindt een reorganisatie plaats. De kosten die Breed hiervoor moet maken leiden tot een negatief vermogen bij Breed. De werkelijke kosten van de reorganisatie zijn nog niet bekend en zijn begroot op € 11,3 miljoen. Gemeenten zullen meerjarig een subsidie verstrekken ten behoeve van de versterking van het eigen vermogen van Breed. Deze subsidie wordt opgenomen in de meerjarenbegroting. Langlopende huurcontracten Huurcontract Elckerlyk tot en met 1 december 2031 voor een bedrag van € 1,0 miljoen Triavium contract tot en met 23 september 2033 voor een bedrag van € 1,1 miljoen. Inkoopcontracten groter dan €1 miljoen inkoopwaarde In totaal heeft de gemeente Nijmegende volgende contracten welke elk een inkoopwaarde hebben van meer dan €1 miljoen. Hieronder staan de categorieën weergegeven waaraan deze verplichtingen zijn aangegaan. • • • • • • • • • • uridisch advies
Catering Schoonmaak Elektriciteit Gas Water Koffieautomaten en benodigdheden Printers Meubilair Hardware Archeologie 204
• • • • • • • • • • • • •
Notarieel advies Gebouwbeheer Inhuur uitzendkrachten Verzekeringen Software Verkeerslichten Parkeerautomaten Beveiliging Leerlingenvervoer Telefonie Post Abonnementen en advertenties Drukwerk
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Overzicht algemene dekkingsmiddelen
205
10. Overzicht algemene dekkingsmiddelen Overzicht algemene dekkingsmiddelen
In dit onderdeel wordt inzicht geboden in de algemene dekkingsmiddelen. Met algemene dekkingsmiddelen worden de inkomsten bedoeld die geen specifiek bestedingsdoel kennen. De belangrijkste daarvan zijn de Onroererende zaak belasting (OZB) en de Algemene uitkering. Algemene dekkingsmiddelen (x € 1.000) Lokale heffingen - Onroerend zaak belasting - Hondenbelasting - Precariobelasting Toeristenbelasting Algemene uitkering Dividenden Uitkering NUON Saldo financieringsfunctie Totaal
Primitieve begroting 2012
Dynamische begroting 2012
59.062 1.073 518 279 206.233 575 2.260 6.677 276.677
60.200 1.072 565 279 204.888 470 2.260 9.161 278.895
Realisatie 2012 60.710 1.080 598 271 204.828 488 2.260 9.316 279.551
Voor een nadere toelichting op de lokale heffingen, wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen. Hierin staan alle belastingopbrengsten vermeld, ook de kosten gerelateerde heffingen, zoals bijvoorbeeld de rioolheffing. De bedragen genoemd in de paragraaf en bovenvermelde bedragen kunnen afwijken. In bovenvermelde staat zijn de bruto-opbrengsten in totaliteit opgenomen. Dat wil zeggen inclusief afrekeningen voorgaande jaren. Daarentegen is geen rekening gehouden met kwijtscheldingen, verminderingen e.d. In de paragraaf lokale heffingen wordt waar mogelijk wel rekening gehouden met kwijtscheldingen en wordt alleen het belastingjaar 2012 opgenomen. ONVOORZIEN Besluit
programma
Beginsaldo (primitieve begroting 2012) Raadsvoorstel 7/2012 planschadevergoeding
raming onvoorzien
1042 Bestuur & Middelen
441
1031 Ruimte & Cultuurhistorie
-110
Restant saldo onvoorzien op 31-12-2012
331
206
Bijlagen
Bijlagen
207
.
208
I. Sisa bijlage
209
210
211
212
213
214
II. Reserves Bijlage Reserves
De in deze bijlage opgenomen informatie over reserves betreft: STAAT VAN RESERVES In deze staat is opgenomen per reserve: 1. De stand van de reserve van 1 januari 2012; 2. De primitieve begroting van 2012; 3. De vermeerderingen t.o.v. de primitieve begroting zoals begroot volgens de dynamische begroting; 4. De werkelijke vermeerderingen in 2012; 5. De onttrekkingen t.o.v. de primitieve begroting zoals begroot volgens de dynamische begroting dus inclusief begrotingswijzigingen; 6. De werkelijke onttrekkingen in 2012; 7. De toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves volgens de resultaatbestemming 2011. OVERZICHT MUTATIES IN DE RESERVE PER PROGRAMMA Vervolgens wordt per programma aangegeven welke mutaties in de reserves hebben plaatsgevonden, zowel begroot als werkelijk. Hiermee wordt de koppeling gelegd tussen de mutaties in de diverse reserves en de mutaties zoals vermeld in de rekening van lasten en baten per programma. SPECIFICATIES VAN DE RESERVES Per reserve is een fiche beschikbaar waarin opgenomen: • soort reserve; • instellingsbesluit; • de doelstelling van de reserve; • bestedingsplan; • voeding van de reserve; • bijzonderheden per reserve; • gewenste omvang; • einddatum; • het verloop van de reserve in het boekjaar.
215
Totaal overzicht reserve S
Naam reserve F022 Saldireserve F002 Reserve Strategische Investeringen F003 Reserve Waalsprong F004 1%-regeling Beeldende Kunst F010 Verbeter.toegank.openb.geb.en ruimte F020 Reserve WWB inkomensdeel F025 Algemene bedrijfsreserve F026 Res. Medische Heroine Behandeling F029 Reserve onderwijshuisvesting F030 Reserve BTW Compensatiefonds F031 Reserve GSB F040 Reserve ISV F045 Reserve stadsbrug F046 Reserve afschrijving F047 Reserve parkeerbijdrage F053 Reserve WMO F054 Res. Ondernemersfonds Totaal
Saldo 1-1-2012
Vermeerdering primitief begroot
47.184 4.442
Vermeerderingen dynamisch begroot 6.884
Vermeerderingen realisatie
59
59
7.707
7.707
804
1.876
1.876
100 42
100
100
8.730
16.626
16.626
2.689 750
3.342 115
6.884
99 0
1.552
18.523 712
650
1.688 17 0 2.629 43.468 1.061 1.165 2.247 600 127.292
156
216
Naam reserve F022 Saldireserve F002 Reserve Strategische Investeringen F003 Reserve Waalsprong F004 1%-regeling Beeldende Kunst F010 Verbeter.toegank.openbare gebouwen en ruimte F020 Reserve WWB inkomensdeel F025 Algemene bedrijfsreserve F026 Res. Medische Heroine Behandeling F029 Reserve onderwijshuisvesting F030 Reserve BTW Compensatiefonds F031 Reseve GSB F040 Reserve ISV F045 Reserve stadsbrug F046 Reserve afschrijving F047 Reserve parkeerbijdrage F053 Reserve WMO F054 Res. Ondernemersfonds Totaal
Onttrekking primitief begroot 1.880
Onttrekking dynamisch begroot 14.247 2.000
Onttrekking realisatie
Bestemming resultaat
14.247 2.000
1.292
914 175
715
715
Saldo 31-12-2012 41.113 2.442 2.627 174
42
99
1.542
0
5.256
5.112
5.112
1.824
356
356
356
44
44
1.644 -17
856
1.665
1.665
59
59
289
2.247 600
2.247 600
44.387
27.045
27.045
31.422 23
217
-245 210 175
22.942
0 0 718 45.554 1.003 1.440 0 0
3.239
120.112
SPECIFICATIE MUTATIE RESERVES PER PROGRAMMA Naam reserve
Primitieve begroting Baten
lasten
Dynamische begroting baten lasten
Realisatie Baten
lasten
Programma 1022 Klimaat en Energie F022 Saldireserve F040 Reserve ISV TOTAAL 1022 KLIMAAT EN ENERGIE
50 878 878
50
878 0
928
878 0
928
0
Programma 1023 Groen en Water F040 Reserve ISV TOTAAL 1023 GROEN EN WATER
650 650
787 0
787
787 0
787
Programma 1032 Grondbeleid F002 Reserve Strategische Investeringen
2.000
F022 Saldireserve
3.000
F025 ABR
6.971
F045 Reserve Stadsbrug
5.936
TOTAAL 1032 GRONDBELEID
2.000
12.907
1.923
5.112
1.923
10.112
2.726
4.819
3.000 7.707
-7.706
1.876
-1.876
9.583
-9.582
4.119
4.819
5.112 10.112
Programma 1042 Bestuur en Middelen F003 Reserve Waalsprong
715
F022 Saldireserve
4.819
F054 Res. Ondernemersfonds
600
TOTAAL 1042 BESTUUR EN MIDDELEN
6.134
715
715
600 2.726
6.134
4.119
600 4.119
6.134
64.119
Programma 1043 Facilitaire diensten F022 Saldireserve F046 Reserve afschrijving TOTAAL 1043 FACILITAIRE DIENSTEN
115 17
26
115 26
17
0
26
115
26
115
F022 Saldireserve
1.115
42
1.115
39
1.115
39
F026 Reserve Medische Heroïnebehandeling
356
Programma 1051 Zorg & Welzijn
TOTAAL 1051 ZORG & WELZIJN
1.471
356 42
1.471
356 39
1.471
39
Programma 1052 Sport F022 Saldireserve
165
165
F046 Reserve afschrijving
25
23
TOTAAL 1052 SPORT
190
0
165 23
188
0
188
0
3.928
50
3.928
50
3.928
50
3.928
50
Programma 1061 Werk en inkomen F022 Reserve WWB inkomensdeel F022 Saldireserve TOTAAL 9430 INTEGRATIE & EMANC.
3.928 3.928
0
Programma 1062 Openbare ruimte F022 Saldireserve
630
218
630
TOTAAL 9510 ECONOMIE
0
0
630
0
630
0
Programma 1071 Cultuur F004 1%-regeling beeldende kunst F046 Reserve afschrijving TOTAAL 1071 CULTUUR
175
59
7
10
59 10
182
0
10
59
10
59
500
313
500
313
500
313
Programma 1072 Mobiliteit F022 Saldireserve F046 Reserve parkeerbijdrage TOTAAL 1072 MOBILITEIT
100 500
100
413
500
413
100 500
413
Programma 1073 Onderwijs F022 Saldireserve
40
40
F029 Reserve onderwijshuisvesting
44
44
TOTAAL 1073 ONDERWIJS
84
0
84
40 44 0
Niet via programma overhevelen restant WMO reserve naar saldireserve
Totaal
26.942
5.104
24.797
219
14.378
84
0
2.248
2.248
27.045
16.626
Bijlage subsidies
III. Subsidies In deze bijlage worden de subsidies boven € 300.000 per gesubsidieerde instelling en programma weergegeven. Indien er sprake is van meerdere subsidiestromen bij een instelling dan is de informatie hierover opgenomen in het Uitvoerings Programma Subsidies 2013. Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds
De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden
Stichting Vierdaagsefeesten Nijmegen 1013 Citymarketing en externe betrekkingen H1 (Internationale) samenwerking en public affairs H2 Promotie H3 Coördinatie evenementen 2007. De subsidie is geregeld in een convenant dat doorloopt tot en met 2013. De Stichting Vierdaagsefeesten is de opvolger van het Actief Comité Binnenstad Nijmegen dat eerder voor hetzelfde subsidie ontving (+/- 1982). werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 € 464.112 €475.715 € 485.229 €485.229 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Nee. Vanaf 2014 zal de generieke korting van 5% ingaan. Het lopende subsidiebedrag zal hiermee worden gekort.
Sportfondsen Nijmegen NV Nijmegen 1052 Sport H1: Sportstimulering H3: Kwalitatief goede sportaccommodaties 1966 werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 2.483.447 2.160.824 2.057.209 2.057.209 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Nee In 2013 wordt samen met Sportfondsen Nijmegen en de zwemverenigingen De Gezamenlijke Opgave uitgewerkt om te komen tot nieuwe subsidieafspraken en een Meerjarenonderhoudsplan voor de komende jaren. Met ingang van 2014 dient een taakstellende bezuiniging van € 175.000 te worden gerealiseerd. In 2013 wordt het nieuwe Erica Terpstrabad in gebruik genomen en het huidige zwembad Oost afgestoten.
220
Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling
Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Het Inter-lokaal Nijmegen 1061 Werk & Inkomen ondersteunen huishoudens met laag inkomen in optimaliseren van inkomen en stabiliseren financiële situatie (H3) aanbieden van leerwerktrajecten voor bijstandsgerechtigden met als doel uitstroom naar reguliere arbeid (H4)
werkelijk 2011 €511.373
werkelijk 2012 € 522.167
begroot 2013 €534.813
werkelijk 2013 volgt
Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden
Het Inter-lokaal voert voor het programma Werk & Inkomen de projecten formulierenbrigade (€ 325.524) en project schuldhulpverlening (€ 196.643) uit. Sinds 2011 worden beide projecten uitgevoerd binnen de Werkcorporatie Maatschappelijke Dienstverlening. Voor de re-integratietrajecten ontvangt Het Inter-lokaal vanuit het Werkdeel een vergoeding voor de kosten van begeleiding en opleiding. In 2012 zien we dat meer Nijmeegse burgers forse financiële problemen hebben. Dit leidt tot een toenemend beroep op stabiliseringstrajecten van het project schuldhulpverlening. We zijn voornemens om in 2013 ruim € 100.000 meer subsidie te verlenen.
Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling (aan welke hoofddoelstelling in het programma levert de instelling een bijdrage?) Gesubsidieerd sinds. De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Het Inter-lokaal Nijmegen 1051 - Zorg en Welzijn Inwoners met verschillende achtergronden voelen zich thuis in Nijmegen en kunnen volwaardig participeren. Er is ruimte voor ‘anders zijn’ en er zijn gelijke kansen voor iedereen, ongeacht leeftijd, afkomst, uiterlijk, beperking, geslacht of seksuele voorkeur. Mensen kunnen zichzelf zijn in Nijmegen. 1976 werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 500.662 1.204.283 758.432 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden
Ten opzichte van 2011 zijn in de budgetsubsidie van 2012 meerdere subsidies meegenomen die in 2011 nog afzonderlijk aan Het Interlokaal zijn verleend. In 2013 wordt de subsidie aan Jongerenwerk Dukenburg apart beschikt.
221
Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden
Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden
Stichting Samenwerkingsverband Weer Samen Naar School PO Nijmegen 1051 Zorg & Welzijn H2: optimale kansen voor de jeugd 2000 werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 420.674 420.674 420.674 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja, tevens subsidie voor de instandhouding zorgstructuur 4-12 jaar . In het coalitieakkoord 2010-2014 is een bezuinigingstaakstelling opgenomen voor het schoolmaatschappelijk werk PO van € 30.000 in 2011 en vervolgens met ingang van 2012 € 30.000 structureel. De taakstelling voor 2011 is gerealiseerd. Voor de jaren 2012 en 2013 vervalt deze taakstelling, de ingeboekte bezuiniging wordt elders gedekt binnen het product Jeugd. GGD Regio Rivierenland Tiel 1051 Zorg & Welzijn H6: Zorg en opvang voor sociaal kwetsbaren 2010, daarvoor vond bekostiging van dit aanbod plaats via de gemeente Tiel. werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 317.351 315.606 386.965 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: ja Op 01-07-2013 fuseren de GGD regio Nijmegen en de GGD regio Rivierenland tot één GGD Gelderland Zuid. GGD Regio Nijmegen Nijmegen 1051 Zorg & Welzijn H6: Zorg en opvang voor sociaal kwetsbaren 2007, daarvoor via de gemeenschappelijke regeling werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 1.077.160 1.044.846 921.346 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja Op 01-07-2013 fuseren de GGD regio Nijmegen en de GGD regio Rivierenland tot één GGD Gelderland Zuid.
222
Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden
Hera Nijmegen 1051 Zorg & Welzijn H6: Zorg en opvang voor sociaal kwetsbaren 1999 (daarvoor aan rechtsvoorganger, St. Blijf van mijn lijf) werkelijk werkelijk begroot 2013 werkelijk 2013 2011 2012 1.189.243 1.280.296 1.273.254 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Nee, niet vanuit de gemeente Nijmegen (er zijn echter wel andere gemeenten die Hera ook financieren, Hera is werkzaam in de provincie Gelderland). Hera is in 2012 gefuseerd met vrouwenopvanginstelling VieJa uit Utrecht, de nieuwe organisatie heet Moviera. Voor de vrouwenopvang in Nijmegen heeft deze fusie geen gevolgen. IrisZorg Arnhem (hoofdkantoor) 1051 Zorg & Welzijn H6: Zorg en opvang voor sociaal kwetsbaren 2007 (daarvoor rechtsvoorgangers Arcuris, Passade, de Grift) werkelijk 2011 werkelijk 2012 begroot 2013 werkelijk 2013 Arrangement Arrangement Arrangement 7.595.233 7.374.070 7.621.498 N.v.t. MHB 837.113 MHB 853.855 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja, naast budgetsubsidie algemeen en Medische Heroïne Behandeling (MHB) ook subsidie voor (kleine) projecten. De instelling wordt voor het grootste deel gefinancierd vanuit de AWBZ en Zorgverzekerinsgwet, daarnaast justitiële middelen en Jeugdzorggelden. Geen bijzonderheden.
Pro Persona Nijmegen 1051 Zorg & Welzijn H6: Zorg en opvang voor sociaal kwetsbaren 2007, daarvoor was het AWBZ gefinancierd aanbod werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 302.760 308.230 306.535 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja. Geen bijzonderheden.
223
Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Tandem Nijmegen 1051 Zorg & Welzijn H1: Stimuleren participatie H2: Optimale kansen voor de jeugd H4: Gelijke kansen voor iedereen +/-1985 werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 3.784.793 4.432.179 4.465.313 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja Tandem wordt geconfronteerd met afbouw van gesubsidieerde arbeid en bezuinigingen en gaat dientengevolge reorganiseren. Vooralsnog zijn er geen risico’s verbonden aan deze operatie. Zorggroep Zuid-Gelderland Nijmegen 1051 Zorg & Welzijn H1: Stimuleren participatie +/-1999 werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 350.906 462.502 390.000 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja Geen bijzonderheden.
Swon, het seniorennetwerk Nijmegen 1051 Zorg & Welzijn H1: Stimuleren participatie 1966 werkelijk 2011 werkelijk 2012
begroot 2013
werkelijk 2013
2.033.525 2.192.240 2.142.714 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Nee (vanaf 2012 zijn de projecten meebegroot in de budgetsubsidie) Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden
Naar aanleiding van de subsidieverlening 2012 is de raad per brief geïnformeerd over de budgetsubsidie Swon 2012. Swon realiseert een bezuiniging conform de efficiencytaakstelling opgelegd aan de grote instellingen uit het Coalitieakkoord.
224
Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden
NIM Nijmegen 1051 Zorg & Welzijn H6: Zorg en opvang voor sociaal kwetsbaren +/-1976 werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 2.964.002 3.453.144 3.214.677 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja Ten opzichte van 2011 zijn in de budgetsubsidie van 2012 meerdere subsidies meegenomen die in 2011 nog afzonderlijk aan de NIM zijn verleend. Doornroosje Nijmegen 1071 Cultuur H1: Het creëren van een prettige woon- en leefomgeving waarin bewoners en bezoekers zich kunnen ontspannen, zich kunnen ontplooien en elkaar kunnen ontmoeten in het gebruik van het culturele aanbod. Juli 1970 werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 929.193 947.777 966.733 966.733 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Nee Nieuwbouw TPG-lokatie gestart, oplevering 2014.
Lux Nijmegen 1071 – Cultuur H1: Het creëren van een prettige woon- en leefomgeving waarin bewoners en bezoekers zich kunnen ontspannen, zich kunnen ontplooien en elkaar kunnen ontmoeten in het gebruik van het culturele aanbod. 2000 werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 1.144.142 1.167.025 1.180.653 Nog niet verleend. Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Nee Nieuwe bso m.i.v. 2013,. Deze is nog in voorbereiding Lux heeft een negatief eigen vermogen en moeite om de lopende begroting rond te krijgen.
225
Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden
Museum het Valkhof Nijmegen 1071 - Cultuur H1: Het creëren van een prettige woon- en leefomgeving waarin bewoners en bezoekers zich kunnen ontspannen, zich kunnen ontplooien en elkaar kunnen ontmoeten in het gebruik van het culturele aanbod. 1999 werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 2.216.888 2.261.226 2.321.167 Nog niet verleend Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja, het Valkhof krijgt ook subsidie van de Provincie Nieuwe bso m.i.v. 2013, generieke korting van toepassing.
OBGZ Nijmegen 1071 - Cultuur H1: Het creëren van een prettige woon- en leefomgeving waarin bewoners en bezoekers zich kunnen ontspannen, zich kunnen ontplooien en elkaar kunnen ontmoeten in het gebruik van het culturele aanbod. Medio vorige eeuw (KvK september 1974) werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 5.307.242 5.413.387 5.523.495 5.521.655 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Nee In 2011 en 2012 zijn er in totaal 7 van de 12 vestigingen gesloten; m.i.v. 2014 wordt de OBGZ structureel gekort met € 600.000. De Lindenberg Nijmegen 1071 - Cultuur H1: Het creëren van een prettige woon- en leefomgeving waarin bewoners en bezoekers zich kunnen ontspannen, zich kunnen ontplooien en elkaar kunnen ontmoeten in het gebruik van het culturele aanbod. werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 3.880.194 3.922.098 3.635.944 3.634.944 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja (GSO tot 2012, Hatert) Vanaf 2013 is de cultuureducatie ondergebracht bij de schoolbesturen. De subsidie van de Lindenberg is hiermee naar beneden bijgesteld.
226
Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling
Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Stichting Keizer Karel Podia Nijmegen 1071 - Cultuur H1: Het creëren van een prettige woon- en leefomgeving waarin bewoners en bezoekers zich kunnen ontspannen, zich kunnen ontplooien en elkaar kunnen ontmoeten in het gebruik van het culturele aanbod. Wij willen het huidige gevarieerde cultuuraanbod behouden. werkelijk 2011 1.926.419
werkelijk 2012 1.964.947
begroot 2013 2.004.245
werkelijk 2013 2.004.245
Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: 2011 en 2012: ja. Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden
In 2013 start de revitalisering van de Vereniging.
Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds.. De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Stichting ROC-Nijmegen e.o. Nijmegen Onderwijs 1073 H2: Ontwikkelingskansen Eind jaren zeventig. werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 1.028.010 1.000.186 620.517 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: ja Verdere bezuiniging door het Rijk zoals de gelden voor de Vavo die worden uitgenomen in het jaar 2013. Deze middelen zullen via het Rijk direct onder de ROC’ s worden verdeeld. Het betekent op gemeentelijk niveau wel dat minder geld bijv. voor laaggeletterden trajecten beschikbaar is.
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden
Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds.. De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden
Samenwerkingsverband VO/ROC Nijmegen 1073 Onderwijs H3: Verminderen van het aantal voortijdig schoolverlaters. Onderdelen van het Flex College worden al gesubsideerd sinds begin jaren tachtig. Het Flex College als voorziening wordt sinds 2009 gesubsidieerd. werkelijk 2011 1.105.280
werkelijk 2012 1.105.280
begroot 2013 842.378
werkelijk 2013
Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja. Het Flex College biedt aan ruim 300 overbelaste leerlingen een zorg- en onderwijsprogramma aan, om te voorkomen dat de jongeren uitvallen uit het onderwijs.
227
Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden
Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds. De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden
Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds. De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden
Stichting KION Nijmegen Programma Onderwijs 1073 H 2: Ontwikkelingskansen Begin jaren negentig werkelijk werkelijk begroot 2011 2012 2013 3.713.660 3.348.000 1.600.000
werkelijk 2013 Moet nog verleend worden Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja Samen met ouders, kinderopvangaanbieders, schoolbesturen en stichting KION is nieuw beleid ontwikkeld voor de voorschoolse voorzieningen voor 0 tot 4 jarigen in Nijmegen (VVO). Voor stichting KION betekent dit dat we in 2013 tot 1-8-2013 subsidie verleend wordt. Vanaf 2013 hebben ook andere aanbieders de mogelijkheid peuterarrangementen en voor-en vroegschoolse ecucatie aan te bieden. Medio februari 2013 zal het college van B&W naar verwachting besluiten het over de subsidie toekening aan KION.
Stichting Conexus (OAB) Nijmegen 1073 Onderwijs H2: Ontwikkelingskansen 2008 werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 621.883 621.883 621.883 621.883 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: ja We bereiken ruim meer dan 200 kinderen. Via het bestuurakkoord met het Rijk dat in november is getekend door de 33 grote gemeenten ontvangen we in 2013 geld om meer schakelklassen te realiseren.
Stichting Conexus (brede scholen) Nijmegen 1073 Onderwijs H2: Ontwikkelingskansen 2008 werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 1.069.682 1.091.076 1.112.898 1.112.898 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: ja Er is een projectplan: doorontwikkeling brede scholen vastgesteld en een brede inventarisatie op alle openwijkscholen gemaakt. Naast de 14 open wijkscholen hebben zich 11 scholen aangemeld die voor medio 2015 ook brede school willen worden.
228
Naam Vestigingsplaats Programma Doelstelling Gesubsidieerd sinds. De (jaarlijkse) gemeentelijke subsidie
Ontwikkelingen/inhoudelijke of financiële risico’s/ bijzonderheden
Stichting Josephscholen Nijmegen 1073 Onderwijs H2: Ontwikkelingskansen 2000 werkelijk werkelijk begroot werkelijk 2011 2012 2013 2013 456.084 465.206 474.510 474.510 Is er bij deze instelling sprake van meerdere subsidiestromen: Ja Er is een projectplan vastgesteld doorontwikkeling brede scholen vastgesteld en een brede inventarisatie op alle openwijkscholen gemaakt. Naast de 14 open wijkscholen hebben zich 11 scholen aangemeld die voor medio 2015 ook brede school willen worden.
229
Bijlage VIII Lijst met afkortingen
IV. Lijst met afkortingen
ABR ARN AVA AVOI AWBZ b B&V BAG Bbz BDU BDU‐SIV BGR BNG BRA BRN BRP BRW BSN BTW BTWCF BW BWN CAO CAZ CBS CEP CJG COA CPB CPI CPO CWI DCO DGG DIW DSB DU DWS EFRO ELI EMT EPN ESF FES Fido FLO FPU GBA GEM GF GFT GGD GGZ
Algemene Bedrijfsreserve van het Ontwikkelingsbedrijf Afvalverwerking Regio Nijmegen Algemene vergadering van Aandeelhouders Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Algemene Wet bijzondere Ziektekosten baten Begroten en Verantwoorden Basisregistraties adressen en gebouwen Bijstandsbesluit zelfstandigen Brede Doeluitkering Brede Doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid Basisgebouwenregistratie Bank der Nederlandse Gemeenten Basisregistratie adressen Begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen Basisregistratie Personen Brandweer Burgerservicenummer Belasting Toegevoegde Waarde BTW Compensatiefonds Begrotingswijziging Belangenbehartiging WAO Nijmegen Collectieve Arbeidsovereenkomst Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Economisch Plan Centrum voor Jeugd en Gezin Centraal Orgaan Asielzoekers Centraal Planbureau Consumentenprijsindex Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Centrum voor Werk en Inkomen Directie Concern Directie Grondgebied Directie Inwoners Directie Stadsbedrijven Decentralisatie-uitkering Directie Wijk en Stad Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Energie en Milieu Technologie Energie Prestatie Norm Europees Sociaal Fonds Fonds Economische Structuurversterking Wet Financiering Decentrale Overheden Functioneel Leeftijdsontslag Flexibel Pensioen en Uittreden Gemeentelijke Basisadministratie Gemeenschappelijke Exploitatiemaatschappij Gemeentefonds Groente, Fruit en Tuinafval Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Geestelijke Gezondheidszorg 230
GHOR GR Grex GRP GSB GSO HAN HOV HRM I&M IBOR ICT ID-baan IOAW IOAZ IP IPO ISV IU IV Jeugd‐GGZ JGO KCC KIEMT KKP l Leningen o/g Leningen u/g MARN MFC MIRT n NFIA NFIS NJN NKS NTC nugger NVM O&S OAB OBGZ OBW OHV OKE OM OMBD OV OZB P&O PDV PIO PM PN PPS R&A
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio Gemeenschappelijke Regeling Grondexploitatie Gemeentelijk Rioleringsplan Grotestedenbeleid Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid Hogeschool Arnhem Nijmegen Hoogwaardig Openbaar Vervoer Human Resource Management Ministerie van Infrastructuur en Milieu Integraal Beheer Openbare Ruimte Informatie- en communicatietechnologie Instroom-Doorstroom-Baan Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers Investeringsplan Interprovinciaal Overleg Investering Stedelijke Vernieuwing Integratie-uitkering Integrale Veiligheid Jeugd Geestelijke Gezondheidszorg Jeugdgroepenoverleg Klantcontactcentrum Kennis en Innovatienetwerk Energie en Milieutechnologie Keizer Karel Podia lasten Leningen opgenomen geld Leningen uitgeleend geld Milieusamenwerking en Afvalverwerking Regio Nijmegen Multifunctioneel Centrum Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport nadeel Netherlands Foreign Investment Agency Nijmeegs Financieel Informatiesysteem Najaarsnota Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking Novio Tech Campus Niet-uitkeringsgerechtigde; iemand zonder een uitkering Nederlandse Vereniging voor Makelaars Onderzoek en Statistiek Onderwijsachterstandenbeleid Openbare Bibliotheek Gelderland Zuid Ontwikkelingsbedrijf Waalfront Onderwijshuisvesting Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie Openbaar Ministerie Overheidsgelden met meerjarig bestedingsdoel Openbaar Vervoer Onroerendezaakbelasting Personeel & Organisatie Perifere Detailhandel Vestiging Planexploitatie In Ontwikkeling Pro Memorie: Als stelpost opgenomen, de werkelijke waarde is nog niet bekend Perspectiefnota Publiek Private Samenwerking Randvoorwaarden en Aanbevelingen 231
RAV RBT-KAN RIE RMC RNI ROC RSI RSP RUD SB Soza SSHN SU SW TIP UMC USV UWV v VGP VIR VJN VMC VNG VO VSA VVE Vzh VZP W&I Wabo WAP WGA Wgr Wij WIW Wmo WO2 WOZ Wsnp Wsw Wth Wwb WWNV Z&W ZAT ZOR
Regionale Ambulance Voorziening Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem Nijmegen Risico Inventarisatie en Evaluatie Regionaal Meld‐ en Coördinatiepunt Register Niet‐Ingezetenen Regionaal Opleidingen Centrum Reserve Strategische Investeringen Regionaal Samenwerkingsprogramma Regionale Uitvoeringsdienst Stadsbegroting Sociale Zaken Stichting Studentenhuisvesting Nijmegen Specifieke Uitkering Sociale Werkvoorziening Topsport- en Innovatiepark Universitair Medisch Centrum Uitvoeringsprogramma Stedelijke Vernieuwing Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen voordeel Voortgangsrapportage Grote Projecten Verwijsindex Risicojongeren Voorjaarsnota Verkeersmanagementcentrale Vereniging Nederlandse Gemeenten Voortgezet Onderwijs Afdeling Vastgoed, Sportservice en Accommodaties Voor‐ en Vroegschoolse Educatie Voorzieningenhart Stedelijk Voorzieningenplan Programma Werk & Inkomen Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wijkaanpakplan; Wijkactieplan Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten Wet Gemeenschappelijke Regelingen Wet Investeren In Jongeren Wet inschakeling werkzoekenden Wet Maatschappelijke Ondersteuning Tweede Wereldoorlog Wet waardering onroerende zaken Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen Wet Sociale Werkvoorziening Wet Tijdelijk Huisverbod Wet Werk en Bijstand Wet Werken Naar Vermogen Programma Zorg & Welzijn Zorgadviesteam Zorgoverleg Risicojongeren
232
UITGAVE Gemeente Nijmegen OMSLAG OptimaForma, Nijmegen VORMGEVING Colat Falke, Pieter van de Veerdonk FOTOGRAFIE Ellen van de Waterbeemd DRUK DPN, Nijmegen
April 2013
233
234