STADSLAB 2050 – verder uitgewerkt idee TITEL Een levend netwerk in de stad WAT Een samenwerkingsverband van mensen van allerlei pluimage dat natuurgebieden op een doordachte wijze aan elkaar connecteert. Zo ontstaat een netwerk van verbonden mensen en verbonden natuur. WAAROM Het is wetenschappelijk aangetoond dat het noodzakelijk is om eilanden van natuur met elkaar te verbinden om de natuur diverser en veerkrachtiger te maken. Tussenliggende infrastructuren, woonzones en industriegebieden zijn technisch aanpasbaar om die rol op zich te nemen. Waar ingrepen kunnen leiden tot een netwerk op het terrein is in kaart gebracht (zie kaart en lijst 40 potentiële projectgebieden in bijlage). De grootste uitdaging is om een nieuwe manier te vinden om on‐logische partners met elkaar te verbinden en om alle inzet ook nog efficiënt en gecoördineerd te krijgen. VOOR WIE 1. Eigenaars of beheerders van de tussenliggende infrastructuren, woonzones en industriegebieden ‐> willen weten wat ze kunnen doen, waarom dat belangrijk is, wat het kost, welke keuzemogelijkheden ze hebben en wat de risico’s op langere termijn zijn van meer en zeldzamere natuur op hun terrein 2. Natuurmensen: professionals, verenigingen en particulieren ‐> moeten leren hun natuurkennis en engagement te vertalen in praktische uitvoerbare maatregelen aangaande inrichting en beheer 3. Overheden of formele samenwerkingsverbanden die een coördinerende rol kunnen opnemen ‐> uitdaging om het thema ‘natuurverbindingen’ te integreren in hun werking en hun beleid ACTOR EN ROL Het hele werkveld wordt verdeeld in 6 samenhangende gebieden waar telkens een trekker uit de publieke sector zorgt voor een formele coördinatierol (zie kaart in bijlage):
1. Stad en districten: groen ring en singel + fijnmazig netwerk binnen woonwijken en groenbermen 2. Blue Gate: maken verbinding vanaf Kennedytunnel tot Fort 8 3. POM Antwerpen: in en rond bedrijventerrein Wilrijk Terbekehof; bedrijventerreinen rond Albertkanaal 4. Landschapspark Zuidrand: van Nachtegalenpark tot UZA en verder door naar zuidelijke buurgemeenten Antwerpen 5. Provinciebestuur: Brialmont fortengordel, met focus op tussenliggende gebieden tussen forten 2 en 6; ook alle verbindingen richting grote groenstructuren verder weg van de stad 6. Regionaal Landschap Voorkempen: van Rivierenhof tot Schijnvallei; van Wommelgem tot Ekeren Dergelijke formele coördinatierol bestaat erin partners te vinden om voor de 40 projectzones projectteams op te zetten (top‐down) ofwel om lokaal gegroeide initiatieven te ondersteunen (bottom‐up). Natuurverbinding wordt meegenomen in de beleidsmatige doelstellingen en het werkt door in de planvorming. Omringd door deskundigen worden doelsoorten bepaald waar inrichting en beheer zich moet aanpassen. Een centrale coördinator voor het hele gebied lijkt niet realistisch. Een informeel netwerk kijkt constructief kritisch naar wat de overheid allemaal doet. Het brengt het thema onder de aandacht en helpt het mee op de agenda te plaatsen. Het fungeert ook als sociaal netwerk voor groen en natuur in een stedelijke context. Geëngageerden van alle pluimage delen kennis en inzichten aan elkaar uit en gaan met elkaar in discussie over te stellen ambities en over de rol die natuur in de stad kan spelen (een beetje zoals een “groene loge”). De groep treedt ook als platform naar buiten, onder andere via sociale media. KOSTEN EN INKOMSTEN Ingrepen in functie van natuur zijn erg beperkt in vergelijking tot de (her)aanleg van infrastructuur. Ze kunnen makkelijk ‘meefietsen’ als een klein percentage van een openbaar werk als ze op tijd onderkend worden. Dit zal amper voelbaar zijn op de budgetten die daarvoor worden gereserveerd (heraanleg wegen, nieuwe weginfrastructuur, subsidies heraanleg bedrijventerreinen, aanleg gescheiden rioleringsstelsels, …). Ontsnipperende maatregelen zoals faunatunnels onder wegen of de aanplant van nieuwe bomenrijen kunnen gefinancierd worden door een combinatie van bijvoorbeeld de helft publieke middelen en de helft via crowdfunding (bewoners, verenigingen, bedrijven, … betalen elk een stukje mee). Bedrijven die in het kader van hun MVO‐charter of milieuzorgsysteem natuurdoelstellingen nastreven, kunnen zo aan zinvolle maatregelen meewerken, zelfs al zijn er amper mogelijkheden op hun eigen volgebouwd bedrijfsperceel. Ook monitoring en beheer kost geld en inzet. Groenbeheer in functie van natuurdoelstellingen is vaak goedkoper dan traditioneel groenbeheer. Beheer en monitoring met vrijwilligers kan heel zinvol zijn in het verstreken van sociale cohesie en het onderhouden van de band van de mensen uit de omgeving.
De formele coördinatietaak van overheidsinstanties kan deel uitmaken van de reguliere budgetten van overheden, zonder dat het kostenverhogend werkt. Het is vooral een kwestie van prioriteiten stellen. Het informeel netwerk werkt bijna per definitie via de inbreng van kennis en middelen van haar deelnemers. De kostprijs van bijeenkomsten en sociale media is beperkt. Voor duurdere initiatieven zoals debatavonden en publicaties zijn extra inkomsten nodig. MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN EN BATEN Een investering van overheidsmiddelen staat gelijk met een maatschappelijke kost, want het belastingsgeld had ook voor iets anders gebruikt kunnen worden. Maatschappelijke baten zijn onder meer: ‐ ‐ ‐ ‐
‐ ‐
Verhogen biodiversiteit en natuur die minder gevoelig wordt aan externe factoren of lokale tegenslagen. Meer betrokkenheid van burgers, bedrijfsleiders en overheidsactoren bij natuur Educatief nut: het belang van connectiviteit in de natuur + tips wat kan ik zelf doen? De (her)aanleg van nieuwe infrastructuur heeft nu ook een positief aspect voor natuur en wordt zodoende duurzamer. Ingrepen in functie van mobiliteit of in functie van de herwaardering van bedrijventerreinen kunnen op een hoger maatschappelijk draagvlak rekenen, wat een hulp kan zijn in het bereiken van economische doelstellingen. Door overleg en het delen van inzichten worden de schaarse middelen efficiënter ingezet (gerichtere keuze waar welke ingrepen meeste effect heeft). De recreatieve meerwaarde van een groot groen netwerk in de stad en in de periferie. Zowel ‘stadsmensen’ als mensen van net buiten de stad recreëren samen in dezelfde gebieden en krijgen zo een gemeenschappelijke band in een gemeenschappelijke ontmoetsingsruimte.
ACTIEPLAN ‐
‐ ‐ ‐
‐
Nu: een kaart met de grote netwerken, welke uiteenvalt in 6 deelgebieden en in totaal 40 potentiële deelprojecten. Er is een grote eensgezindheid dat deze kaart een goede basis is om op verder te werken KT: in totaal 6 instanties zijn bereik een coördinatietaak op zich te nemen voor elk een deelgebied. De coördinatietaak geraakt duidelijker gedefinieerd. KT: in gebieden waar iets beweegt of al een initiatief loopt, worden de doelstellingen om natuurverbindingen te creëren duidelijk op de agenda gezet. KT‐MLT: Vervolgens starten projectteams die de logische acties ondernemen: inventariseren, bepalen potentiële doelsoorten en hun eisen qua inrichting en beheer, schetsen opties inrichting en beheer met kostenraming, planning realisatie KT‐MLT: Oprichting en verder uitbouw van een platform en netwerk van mensen uit administraties, politiek, bedrijfsleven, verenigingsleven, bevolking, …
‐ ‐ ‐ ‐
MLT‐LT: op enkele cruciale plaatsen lopen planologische initiatieven die de knooppunten van het netwerk mogelijk maken of beschermen MLT‐LT: openbare werken (wegen, riolering, …) worden ontworpen en gerealiseerd met aandacht voor de natuurverbindingen MLT‐LT: het netwerk wordt verder verfijnd met een fijnmazig netwerk van stapstenen doorheen alle ruimtelijke bestemmingen LT: de grote infrastructuurwerken in het Antwerpse realiseren enkele belangrijke sluitstukken om te komen tot een robuust netwerk zonder zwakke schakels.
SCORE OP 10 BASISPRINCIPES Steeds “groen”, met uitzondering voor “meer levenskwaliteit” (oranje).
BIJLAGEN: ‐ ‐ ‐
overzichtskaart met 6 deelgebieden 40 deelacties op luchtfoto – deelgebied Zuid en deelgebied Noord Lijst met 40 potentiële gebieden
1. Stad en districten: groen ring en singel + fijnmazig netwerk binnen woonwijken en groenbermen 2. Blue Gate: maken verbinding vanaf Kennedytunnel tot Fort 8 3. POM Antwerpen: in en rond bedrijventerrein Wilrijk Terbekehof; bedrijventerreinen rond Albertkanaal 4. Landschapspark Zuidrand: van Nachtegalenpark tot UZA en verder door naar zuidelijke buurgemeenten Antwerpen 5. Provinciebestuur: Brialmont fortengordel, met focus op tussenliggende gebieden tussen forten 2 en 6; ook alle verbindingen richting grote groenstructuren verder weg van de stad 6. Regionaal Landschap Voorkempen: van Rivierenhof tot Schijnvallei; van Wommelgem tot Ekeren
Levend netwerk in de stad Antwerpen: 40 potentiële deelprojecten Focusgebied Zuid: Kleine Groene Ring Hoboken/Wilrijk 1. Startpunt = versnippering opheffen van boscomplexen en weiden tussen bedrijventerrein Terbekehof, Moerelei en Groenenhoek en beheer in functie van versterken natuurverbindingen naar omgeving. 2. Verbinding richting Schelde via voormalige reservatiestrook Grote Ring. 3. Verbinding naar overkant A12 (langs Pelsland, Isvag, Atlas Copco, …) 4. Inrichting groenbuffer bedrijventerrein Terbekehof langs Moerelei 5. Heraanleg Terbekehofdreef als dreef met hoogstammige bomen die verbinding legt met Fort 7, het beschermd dorpsgezicht Hof Ter Beke. Heraanleg waterhuishouding met nieuwe afwateringsgracht naar de Struisbeek die ingericht wordt als natuurverbinding. 6. Woonlint Groenstraat: zoeken naar kansen om meer te laten functioneren als ecoverbinding of hop‐over. 7. Herinrichting knooppunt infrastructuren met een plaats voor natuurverbindingen (ondergrond en bovengronds): combinatie spoorwegovergang, keerlus tram Moerelei, heraanleg Sint‐Bernardsesteenweg, heraanleg wegontsluiting bedrijventerreinen Scheldeboord. Verbinding via schans naar voormalige reservatiestrook Grote Ring. 8. Doorsteek doorheen woonwijk in het verlengde van de Klaverbladdreef 9. Herinrichting knooppunt infrastructuren met een plaats voor natuurverbindingen (ondergronds en bovengronds): combinatie aantakking R11 in kader heraanleg Sint‐ Bernardsesteenweg, huidige keerlus tram, onbebouwde percelen en afsluiting Schoonselhof. 10. Onderzoek in welke mate de vallei van de Hollebeek kan opgewaardeerd worden als as voor natuurverbindingen diep in het woonweefsel van Hoboken. 11. Onderzoek in welke mate en voor welke soorten de Krijgslaan kan ingericht worden als natuurverbinding tussen Fort 7 en Fort 6. 12. Fort 8: randen rond het fort inrichten met als doel als schakel en rustpunt te fungeren in een netwerk met onder andere Sorghvliet, de natuurverbindingen nr. 8, 9, 13, 15 13. Verbinding tussen 12 en 7, gecombineerd met de aanleg van nieuwe fietsroutes. 14. Aanleg groenbuffer tussen Umicore en Moretusburg, als onderdeel van de heraanleg van het bedrijventerrein en haar weginfrastructuur. Mogelijks een bovengrondse doorsteek voor o.a. vogels en vleermuizen richting Schelde. 15. Aangepaste inrichting en beheer van de bermen naast de spoorweg, zodat verbinding in noordelijke en zuidelijke richting mogelijk wordt. 16. Aansluiting met natuurgebied Hobokense Polder. 17. Aansluiting op groene corridor bij de herontwikkeling van Petroleum Zuid tot Blue Gate. 18. Onderzoek in welke mate bij de herontwikkeling van het gemengd gebied tussen Krugerstraat en Hendriklei natuurverbindingen kunnen gecreëerd worden, die potentieel zelfs kunnen aansluiten met de Hollebeekvallei. 19. Integratie natuurverbindingsdoelstellingen bij de herinrichting van de ‘spaghettiknoop’ ter hoogte Nieuw Zuid, Kennedytunnel en aantakking A12. Dit minimaal doortrekken tot waar Craebeckxtunnel aansluit op de Ring. 20. Verbinding tussen groenbermen Ring met Kiel Park
21. Verbinding tussen groenbermen Ring met Nachtegalenpark en Park Den Brandt. Natuurverbindingen ondersteunen maakt deel uit van de beheersplannen van deze twee parken. 22. Natuurverbindingen doorheen de villawijken en langs de onbebouwde zone boven de Craeybeckxtunnel, tot aan de zuidkant van de R11. 23. Verbindingen in de zone tussen Craeybeckxtunnel/R11 en Fort 6, rond Fort 6 en op het terrein van de UA. 24. Verbinding parallel met Kleine Doornaardstraat tot aan voormalige reservatiestrook Grote Ring 25. Verbinding met het toekomstige stadsrandbos in Aartselaar/Kontich/Rumst 26. Ecoverbinding onder en eventueel zelfs over de E19 ter hoogte van ‘Vuile Plas’. 27. Inrichting en beheer voormalige reservatiestrook Grote Ring Aansluitingen met belangrijke natuurwaarden net buiten het doelgebied van de “Kleine Groene Ring Hoboken/Wilrijk”: 1: versnippering van groot quasi aaneensluitend gebied opheffen: boscomplexen en weiden tussen bedrijventerrein Terbekehof, Moerelei en Groenenhoek + vallei van de Struisbeek (die doorloopt tot de abdij van Hemiksem). 19: Ring en Singel inrichten en beheren als groene verbinding die aansluit op andere groene structuren zoals de Schijnvallei. 28: Krijgsbaan, R11 en R11bis: kansen voor natuurverbindingen ter versterking Fortengordel? 25 en 26: Doortrekken ecoconnectiviteit richting Rumst via stadsrandbos en via een nieuwe ecoverbinding onder en eventueel zelfs over de E19 ter hoogte van ‘Vuile Plas’ richting Kontich via vooramlige reservatiestrook Grote Ring. Voorkeursscenario: Uitbreiden van de natuurverbindingen doorheen de hele stad (extra muros) en aansluiting vinden met grote natuurcomplexen in de periferie van de stad 28. Krijgsbaan, R11 en R11bis: kansen voor natuurverbindingen ter versterking Fortengordel? 29. Haalbaarheid onderzoeken om Boelaerpark en Boekenbergpark te verbinden met stapstenen en corridors naar a) het Fort van Borsbeek via de luchthaven en b) richting rond punt Wommelgem om aan te sluiten op de kansen rond A102 en Park Groot Schijn. 30. Haalbaarheid onderzoeken of de verloren gegane ecologische verbinding gedeeltelijk kan hersteld worden rond het stroomafwaarts deel van Schijn: rangeerstation Schijnpoort, Lobroekdok/sportpaleis, … 31. Rivierenhof als belangrijke vaste waarde in de verbindingen tussen Ring en Schijnvallei. 32. Park Groot Schijn als belangrijke nieuwe schakel in de Schijnvallei en om aan te sluiten op de potenties rond A102 33. Schijnvallei 34. Nieuwe ambitieuze groen verbinding over het Albertkanaal, in combinatie met de realisatie van A102 en herbouw van de Hoogmolenbrug. Dit in kader van de herontwikkeling van de bedrijventerreinen rond het Albertkanaal en hun directe omgeving
35. Herinrichting Klein Schijn met behoud van het deel bovenstrooms de Hoogmolenbrug 36. A102: bij de aanleg van de A102 de realisatie van een hoogkwalitatieve nieuwe natuurverbinding integreren, die aansluiting geeft op de bos‐ en parkgebieden in Schoten met het Fort van Merksem, met het Peerdsbos via de Laarsebeek en via de Oude Landen met het Havengebied. Dit in combinatie met een nieuwe ecoverbinding onder de Bredabaan. 37. Fort van Merksem 38. Laarse Beek (reeds bestaand project van het provinciebestuur) 39. Link met tweede spoorontsluiting van de haven 40. Verbinding met Oude Landen te Ekeren 41. Verbinding met de groene ruggengraat binnen het havengebied. Optimaliseren van connectie met belangrijke natuurstructuren in de ruimere regio. Enkele aandachtspunten of reeds bestaande projecten: ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Havengebied: zie project havenbedrjf Antitankgracht als bovenstrooms herstel eco‐connectiviteit bekken Klein Schijn Regionaal Landschap Voorkempen Fortengordels rond Antwerpen (twee gordels): zie kaderplan van provinciebestuur Voormalige reservatiestrook Grote Ring tot in Ranst Zuidelijke verbindingen tot Rumst en Niel Schelde, Scheldelandschapspark, overstromingsgebied Kruibeke, Linkeroever Verbindingen zoeken met stad Antwerpen ‘intra muros’ via bermbeheer, parken, private tuinen, …