Spotlight Musical Productions® Copyright © Tekst: Haye van der Heyden Muziek: Hans van Wingerden Liedteksten: Haye van der Heyden, behalve Openingslied 2, Finalelied 2 en Zwaartekracht door Gert van den Brink
Inhoudsopgave 1. Voorwoord 2. Zelf een revue maken 3. Opening en finale 4. Ensemblenummers 5. Solo’s en duetten en zo 6. Acts voor een komiek of twee komieken 7. Daan en Doris sketches 8. Voorbeeld van een line up 9. Nawoord
Copyright © Spotlight Musical Productions®
1
1. Voorwoord Wat is een revue? Heel simpel, dat is allemaal leuke stukjes achter elkaar. Zang, dans, sketches, goochelacts, drumsolo’s, stukjes blokfluit, acrobatiek, alles, maar dan ook alles kan in een revue. En alles duurt zo lang als het leuk is en niet langer. Heerlijk toch? Dit boekje helpt de leerlingen en de leraren om zelf een revue te maken. Want ook dat is zo leuk: dat je ‘m zelf kan schrijven en bedenken. Ik heb ook allerlei materiaal dat ik zelf geschreven heb opgenomen. Daarnaast heeft Spotlight Musical Productions aanvullingen gemaakt en de illustraties en de muziek verzorgd. Zoals een tune voor tussen de verschillende stukjes (cd-track 1). Dat kun je gebruiken of niet. Er zit van alles bij. Kijk maar. Veel plezier. Haye van der Heyden
Copyright © Spotlight Musical Productions®
2
2. Zelf een revue maken Creativiteit, iets bedenken, is een van de belangrijkste dingen van het leven. Wie iets kan bedenken, doet iets waar andere mensen iets aan hebben, heeft plezier in zijn werk en kan ook nog eens veel geld verdienen. Wat denk je, stel je voor dat je een koekje bedenkt dat zo lekker is dat iedereen het de hele dag gaat lopen eten! Na een half jaar is iedereen dik, maar jij bent stinkend rijk. Stinkend, stinkend rijk. Een nieuw koekje bedenken is creatief, maar het is ook creatief om te bedenken hoe je het beste auto’s kunt verkopen of hoe je het beste arme mensen kunt helpen of hoe je de files kunt oplossen of hoe je het handigste iemand wiskunde kunt uitleggen of zelfs hoe je je broertje zo pootje kunt haken dat je vader het niet ziet. Creativiteit heb je bij alles nodig. Van die laatste maanden op school zouden we dus best wel eens een flink gedeelte kunnen besteden aan creativiteit. Daar is niks op tegen. Integendeel. Goed, we maken een revue. In de klas gaan we dat bespreken. Twee vragen zijn belangrijk. Wat kan je en wat wil je? Kijk, iemand kan wel zeggen: ‘Ik wil graag een half uur op het toneel trompet spelen voor de mensen’, maar als ie nog nooit les heeft gehad en er helemaal niks van kan, dan gaat dat niet door. Nee hoor. Optreden doe je met iets wat je een beetje kunt en waar je op geoefend hebt. Maar nogmaals: dat kan dus van alles zijn. Laten we beginnen met: wat kan je? Vraag maar eens rond in de klas. Het mag alles zijn. Ik zal eens een lijstje maken van de mogelijkheden: Drie meisjes zitten op ballet. Zes jongens zitten op voetbal. Vier jongens en meisjes zitten op hockey. Een meisje kan heel goed tekenen. Een jongen zit op drummen. Een andere jongen kan op zijn hoofd staan. Een meisje schrijft altijd verhalen in een schriftje. Een jongen die is blijven zitten vorig jaar speelt altijd de baas. Twee meisjes zitten op paardrijden. Een ander meisje kan heel goed zingen. Twee jongens lopen altijd alleen maar te keten. Een andere jongen heeft zelf een keer een radio gebouwd. Laten we het lijstje nu nog eens doornemen en kijken wat we daar mee kunnen doen:
Copyright © Spotlight Musical Productions®
3
Drie meisjes zitten op ballet Mooi. Die gaan een dansje doen in de revue. Of misschien wel twee. Er is vast wel een moeder die vroeger ook gedanst heeft die ze daar bij kan helpen. Wordt het klassiek ballet of gaan we mooie pakjes maken met veren en zo en gaan ze dan in vele kleuren licht een spetterende show opvoeren? Kan allemaal. Wat ze willen. Zes jongens zitten op voetbal Wat dacht je van balletje hoog houden maar dan met ballonnen? Stel je eens voor dat ze dat met witte ballonnen doen, terwijl ze helemaal in het zwart zijn gekleed, ook hun gezicht is zwart gemaakt en hun handen! Ze hebben bijvoorbeeld bivakmutsen op en handschoenen aan. En dan is het hele toneel donker en staat er alleen blacklight aan (dat is van dat paarse licht waardoor alles wat wit is lichtgevend wordt) en laten ze al die ballonnen door de lucht dansen. En dat met goeie muziek er onder. Moet jij eens kijken! Vier jongens en meisjes zitten op hockey Het vervolg van dit hoofdstuk is niet in te zien.
Copyright © Spotlight Musical Productions®
4
3. Opening en finale Voor een revue heb je van alles nodig en we kunnen we doen wat we willen, maar in ieder geval moeten we een openingslied of openingsact hebben, een pauzefinale – dat is het laatste nummer vóór de pauze, als die er is - en een finale, het laatste nummer van de show. Dat zijn de moeilijkste dingen want het openingslied en de finale doen we met zijn allen. Dat is het leukste. Maar dat is dan ook het meeste werk met repeteren. Want met zo’n grote groep werken, dat is behoorlijk lastig. Meestal zijn de opening en de finale liedjes. Waar die over gaan doet er eigenlijk niet toe. Naar de tekst wordt namelijk toch bijna niet geluisterd. Als ze het al kunnen verstaan. Dus wat mij betreft kan je iets idioots nemen. Bijvoorbeeld: Openingslied 1: Refrein:
Jam met stroop en stroop met jam Zingen wij met luide stem Al die jaren, al die tijd Doe maar wat gezelligheid Kluts je knieën Fantasieën Laat ze maar de vrije loop Wasserette, pirouette Jam met jam en stroop met stroop Coupletten:
Vraag het een varken en die zegt knor Last van muggen, koop een hor Leer ‘m dansen, je giraf Ik word gek van dat geblaf En wat kraait daar weer die haan? Niet mee stoppen, verder gaan De olifant trompettert luid Als dat noord is, is dat zuid Bijt een tijger in je scheen Jammer dan en weg dat been En wat krast daar weer die kraai? Geef dat beest een oplawaai. Totale onzin dus. Maar iemand moet wel muziek maken op zo’n tekst en dat is nog best lastig. We hebben een opzet gemaakt op de bijgeleverde CD (cd-track 2),
Copyright © Spotlight Musical Productions®
5
maar misschien heb je iemand op school die een vader of een moeder die iets heel nieuws voor jullie zelf kan maken! Het vorige lied is erg grappig en gaat helemaal nergens over. Ik heb ook nog een tweede optie. De muziek voor dit lied is terug te vinden op de bijgeleverde CD (cdtrack 3). Kies zelf wat je leuk vindt en ga er lekker mee aan de slag. Openingslied 2:
Komt u lekker binnen Want de show gaat zo beginnen Een show die draait om show En om ongekend talent We zullen gaan proberen U een uur te amuseren We tonen onze kunsten En zijn blij dat u er bent Want, De één kan op z’n hoofd staan Dat heeft hij zelf geleerd En een ander kan mooi boos zijn Wat hij graag demonstreert Een derde kan goed boeren En doet dat continu Welkom bij de revue! Want, De één die kan goed rappen Maar praat alleen maar poep En een ander mag graag koken Ook al loopt het in de soep Een derde kan goed dansen Op een koord met paraplu Welkom bij de revue! Komt u lekker binnen Want de show gaat zo beginnen Een show die draait om show En om ongekend talent We zullen gaan proberen U een uur te amuseren We tonen onze kunsten En zijn blij dat u er bent Want, De één die kan jongleren Met een balletje of tien Copyright © Spotlight Musical Productions®
6
En een ander kan goed spieken Altijd zonder iets te zien Een derde eet tien eieren En roept kukeleku Welkom bij de revue! Want, De één vertelt graag moppen Maar altijd zonder clou En een ander die springt hoger Dan een reuzenkangoeroe Een derde kan verdwijnen Zeg ons: waar is hij nu? Welkom bij de revue! Komt u lekker binnen Want de show gaat zo beginnen Een show die draait om show En om ongekend talent We zullen gaan proberen U een uur te amuseren We tonen onze kunsten | En zijn blij dat u er bent | 2x Voor de finale heb ik ook wat. Als voorbeeld dan hè? Finale:
Knollen en citroenen We vinden jullie om te zoenen Muggen, torren, neten Jullie zijn om op te vreten Stekels, distels, pitten We zien jullie daar zo zitten En botten, benen, vellen We willen jullie graag vertellen Jullie waren echt uniek Echt verrukkelijk publiek Als het snot van dooie vissen We kunnen jullie echt niet missen Pijnlijke voeten vol met blaren We vonden het fijn dat jullie er waren Als je iemand hebt om muziek op de tekst te maken, dan kan je zelf een tekst schrijven en anders gebruik je een lied dat al bestaat. Iets wat jullie allemaal leuk vinden en daar maak je dan een gekke tekst op.
Copyright © Spotlight Musical Productions®
7
Kan onze schrijfster dat niet? Vast wel. Maar dan moet niet iedereen zich daar mee gaan bemoeien hè? Zij schrijft het, dus zij bepaalt hoe het wordt. Of je doet gewoon dat bekende lied zoals het is. Met de Engelse tekst. Dat kan ook. Het gaat er alleen maar om dat je een spetterende opening hebt. Dat iedereen in het publiek er zin in krijgt. En dat ze jullie even allemaal bij elkaar gezien hebben. Zodat de ouders een traantje weg kunnen pinken.
Ach gossie, wat wordt ie al groot! Och kijk haar daar nou eens dansen! Het wordt al bijna een vrouw! Gun die ouders ook wat. ;-) Zorg er dus voor dat het lekkere swingende liedjes zijn. Je moet altijd spetterend beginnen en eindigen met een revue. Of nou ja, dat moet niet, maar dat doen ze meestal wel! Ik heb er een paar voor jullie gemaakt, een opening en twee finales: Opening: Het vervolg van dit hoofdstuk is niet in te zien.
Copyright © Spotlight Musical Productions®
8
4. Ensemblenummers Die zijn ook erg belangrijk. Niet iedereen hoeft daar aan mee te doen, zoals bij de opening en de finale. Meestal is het een groepje. Het is goed om iets te bedenken waarbij je iets kunt ‘doen’. Bewegen! Het hoeft namelijk niet per se dans te zijn. Dans is vaak te moeilijk met een hele groep. Bewegen is makkelijker. Als je afspreekt met elkaar dat je op een bepaald moment allemaal stokstijf stil staat en twee seconden daarna langzaam je linkerarm omhoog doet, ziet dat er al hartstikke goed uit! Dans mag natuurlijk ook, maar misschien moeten we dat overlaten aan de meisjes die op ballet zitten en de jongens van de streetdance. Ik zal wat voorbeelden geven van liedjes waarbij je veel kunt ‘doen’! Voorbeeld 1: GEK
Gek, gek, gek Iedereen is gek Aan gekken geen gebrek Zoveel gekken kom je tegen Van hun ouders meegekregen Met zoveel gekte in het brein Het is te gek om gek te zijn Gek, gestoord, verschoven Er zit iets fout van boven Ik ben ‘m kwijt, mijn kluts Gek, crazy, nuts Gek, gek, gek Iedereen is gek Aan gekken geen gebrek Gekte, dat is heerlijk 't Geeft je echt een kick Wat ben jij en wie ben ik ? Ik? Ik ben Napoleon. En ik ben een rooie luchtballon. Ik ben flipper, de dolfijn. Het is te gek om gek te zijn. Gek, gestoord, verschoven Er zit iets fout van boven We zijn ‘m kwijt, de kluts
Copyright © Spotlight Musical Productions®
9
Gek, crazy, nuts Je begrijpt natuurlijk wel dat je hier heel veel mee kunt. Gek doen is niet zo moeilijk en de idiootste kostuums kun je gebruiken. Kijk gewoon wat je hebt of wat je kunt vinden of lenen. Alles is goed! Nog een idee, we hebben het er al even over gehad: Voorbeeld 2: BELLEN
We hebben allerhande bellen Allerlei soorten en modellen Van hard en agressief Tot zacht, bedeesd en lief Van een scherpe, korte, droge Voor de tandarts of therapeut Tot voor de juwelier een ingetogen En liefelijk geluid We hebben allerhande bellen Allerlei soorten en modellen Van warm en met veel gevoel Tot onpersoonlijk en nogal koel Een blije opgewekte Voor de vroedvrouw en de bloemenshop Tot en met allerlei snufjes en effecten Voor de stinkend rijke snob Wie is daar aan de deur? De belastinginspecteur? Wie is er aan de bel? Wie staat daar toch te bellen? Ga maar weg en rot maar op Ga dat ‘m maar vertellen We doen niet meer beleefd Niet meer dat hypocriete We zeggen gewoon rot maar op We willen geen visite Zoveel mee te doen. Iedereen die meedoet met dit nummer zoekt thuis een bel. Een fietsbel of een koeienbel. Of wat dan ook. En dan lekker herrie maken. Dat wil zeggen, je moet het wel repeteren, zoals ik al zei. Je kan een soort muziekstuk maken van bellen, met van zacht naar harder, eerst de kleine bellen en dan de grote. Een heel bellenorkest kan je maken. Maar zet er wel een dirigent voor. En laat die de baas zijn. Copyright © Spotlight Musical Productions®
10
Geloof me nou maar: democratie, daar heb je niks aan in het theater. Voorbeeld 3: DE SKIPPYBAL Het vervolg van dit hoofdstuk is niet in te zien.
Copyright © Spotlight Musical Productions®
11
5. Solo’s en duetten en zo Wat kan je allemaal solo doen? Of met zijn tweeën of drieën. Laten we eens beginnen met een verhaal vertellen. Ik geef je een verhaal voor wat kleinere kinderen. Eerst maar eens even lezen. Komt ie: KLOMPJES GOUD
Twee klompjes staan onder een afdakje. Al heel lang. Ze staan daar maar te staan. En hebben niets te doen. Want de mensen lopen op schoenen en niet meer op klompen. Wie loopt er nou nog op klompen? Op een nacht, als het heel donker is en heel erg regent en stormt, zijn de klompjes zo verdrietig dat ze er niet meer tegen kunnen. Niemand wil ons, zeggen ze tegen elkaar. Wat zijn wij zielige klompjes! Kom, zegt het ene klompje plotseling tegen het andere klompje, we gaan. Waarheen? vraagt het andere klompje. Waar gaan we naar toe? Weg. We zien wel waar we uit komen. Alles beter dan dit. En ze gaan samen op pad. Deklepperdieklep deklepperdieklep. Daar lopen de twee klompjes door de regen en de storm. Wel een beetje eng, zegt het andere klompje tegen het ene. Zo in het donker. Blijf maar dicht bij me, zegt het ene klompje. Samen hoeven we niet bang te zijn. Deklepperdieklep deklepperdieklep. Het stormt echt verschrikkelijk. De bomen zwaaien heen en weer en de regen komt met bakken uit de hemel. Pas op, roept het ene klompje. Hij springt opzij en trekt het andere klompje met zich mee. Net op tijd! Daar was bijna een afgebroken tak op hun kop gevallen. Verder. Nu dapper zijn. Kom mee. Zegt het ene klompje steeds. Deklepperdieklep deklepperdieklep. Als het bijna ochtend is, de wind en de regen verdwenen zijn en de zon weer een beetje gaat schijnen, komen de twee klompjes bij een rivier. Ze kijken om zich heen. Niemand te zien. Het is ook nog zo vroeg. Kom, zegt het ene klompje, we gaan oversteken. Oversteken? Het andere klompje kijkt een beetje bang. Hoe wou je dat doen? Er is toch geen bootje? Nee gekkie, zegt het ene klompje. Dat hoeft toch ook niet? Wij zijn zelf van hout. Dus wij kunnen zelf drijven. O ja. Dat is ook zo. De twee klompjes plonzen in het water en laten zich op het water naar de overkant drijven. Lekker zwemmen, roepen ze. Wij kunnen lekker zwemmen en de schoenen niet! Die zakken allemaal onder water. Deplonsedieplons deplonsedieplons. Als ze aan de overkant zijn, lopen ze weer verder. Deklepperdieklep deklepperdieklep. Daar lopen de twee klompjes over de weg. Het begint al wat later in de ochtend te worden. Ze komen zo nu en dan iemand tegen. Een familie konijnen. Deklepperdieklep deklepperdieklep. En een oude hond, die ergens om moet lachen. Deklepperdieklep deklepperdieklep. Een sprinkhaan met een bril op. Deklepperdieklep deklepperdieklep. Als het middag begint te worden, zijn ze moe van het lopen. Ik wil even ergens zitten, zegt het andere klompje. Daar bij dat grappige huisje, zegt het ene klompje. Ze gaan naast het grappige huisje in het gras zitten. Moet je kijken, zegt het ene klompje. De storm heeft allemaal dakpannen en plantenbakken van het grappige huisje afgewaaid. Overal liggen scherven en kapotte dakpannen. Goedemiddag, zegt een
Copyright © Spotlight Musical Productions®
12
meneer met een neus en hele grote voeten als hij zijn grappige huisje uit komt. Goedemiddag, zeggen de klompjes beleefd. Mogen wij hier even zitten? Ga je gang, zegt de meneer met de neus en de hele grote voeten. We zijn namelijk erg moe, zegt het ene klompje. Nou, zegt het andere. Heel erg moe zelfs. Van het lopen. We hebben de hele dag gelopen. Waar gaan jullie naar toe? vraagt de meneer met de neus en de grote voeten. Dat weten we niet, zeggen de klompjes. We hebben geen idee. Even zitten ze in stilte. Met zijn drieën. Een meneer met een neus en grote voeten en twee kleine en erg vermoeide klompjes. Willen jullie niet bij mij komen werken? vraagt de meneer met de neus en de grote voeten. Werken? Wat moeten we dan doen? Ik ben bang dat wij veel te klein zijn voor die grote voeten van u, zegt het ene klompje. Ja hoor, wij zijn veel te klein voor uw grote voeten, piept het andere klompje angstig. Maar ik wil ook niet op jullie lopen, zegt de meneer met de neus en de grote voeten. Wat dan? Nou, toen het zo stormde zijn mijn plantenbakken kapot gevallen. Dus nou heb ik geen plantenbakken meer! Dat is het probleem! De twee klompjes kijken de man met de neus en de grote voeten verbaasd aan. Plantenbakken? vragen ze verbaasd. Maar wij zijn toch klompjes? Daarom, roept de man uit. Klompjes zijn nog veel beter. Houden jullie van bloemen? vraagt de meneer met de neus en de grote voeten. Daar hangen ze dan, die twee lieve klompjes, aan de muur van het grappige huisje. Leuk rood geschilderd en met prachtige bloemen erin. Lekker zeg, zegt het ene klompje. We hoeven niks te doen en toch zijn we aan het werk. Iedereen kijkt naar ons, zegt het andere klompje. En als het regent hangen we lekker onder het afdakje. Hij pinkt een klein traantje weg. Een traantje van blijdschap. Ze kijken de hele dag naar al die arme vermoeide schoenen die voorbij komen lopen. Wat moeten die toch hun best doen. En niemand die naar ze kijkt. Soms worden de klompjes van binnen schoongemaakt. Voordat ze dan nieuwe bloemen krijgen, gaan ze altijd eerst nog even een wandelingetje maken. Even een frisse neus halen. Deklepperdieklep deklepperdieklep. Wat kan je hier mee doen? Veel. Stel je voor, je hebt drie vertellers. Om de beurt doen ze een stukje. De andere twee, die op dat moment niet aan de beurt zijn, maken ondertussen geluiden bij het verhaal. Alsof het een hoorspel is. Dus ze doen het geluid van de wind of van het water. Maar ze kunnen ook muziek maken ter ondersteuning van het verhaal. Zoals ze altijd bij de film doen. En daar hoef je niet eens een instrument voor te kunnen bespelen. Sfeergeluiden op een piano of een gitaar of een trommel maken kan iedereen. Je slaat gewoon een toon aan en laat die doorklinken of je plukt zenuwachtig aan een snaar of geeft elke vijf seconden een klap op de trommel. Dan ben je er al. Maak maar je eigen verhaal. Het mag best een beetje kinderlijk zijn, dat is juist goed. Daar kun je ‘theatraal’ veel mee doen, omdat je zelf al veel ouder bent. Dan kun je namelijk lekker veel humor toevoegen. Theater mag ‘naïef’ zijn. Net als muziek brengt het hele elementaire gevoelens naar boven. Elementair wil zeggen: belangrijk maar eenvoudig, niet ingewikkeld. Kijk maar naar de musical. Dat zijn bijna altijd simpele verhaaltjes over hele duidelijke gevoelens: jaloezie, liefde, wraak. Dat soort dingen. Eigenlijk is het meeste theater nog steeds een beetje poppenkast. Met een boef en een held en een mooi meisje en zo. Heel eenvoudig. Maar dat is ook logisch: als je Copyright © Spotlight Musical Productions®
13
in het theater zit te kijken moet je het allemaal meteen begrijpen. Je kan het namelijk niet nog even overlezen of terugspoelen. Denk er aan als je zelfs iets gaat bedenken of schrijven: een verhaal moet een begin en een eind hebben. En dat moet met elkaar te maken hebben. Dus iemand wil iets en aan het eind van het verhaal heeft ie het. Of niet natuurlijk, maar dan heeft ie misschien iets anders en wil ie dat wat ie wou niet meer. Zoiets. Het belangrijkste van een verhaal is dat iemand die er naar luistert wil weten hoe het verder gaat en hoe het afloopt. Denk daar goed aan. Het einde is erg belangrijk. Je kan ook iets doen met een gedicht. Stel je voor, je trekt een leuke roze balletjurk aan, je vriendin maakt geluiden op een keyboard en je komt naar voren. En dan zeg je een gedicht op. Bijvoorbeeld: LIEFDE
De verleden tijd van lief Net als bij blieven, bliefde Dat is DE plus LIEF Dat maakt het woordje liefde Want eerst ben je verliefd Dan heb je twee verliefden Gelukkig en naïef Weet je nog niets van liefde Maar als je agressief De ander kwetste, griefde Dan spreek je niet van lief Nee, dan spreek je van liefde Geef mij dus alsjeblieft Niet steeds toch weer die liefde Veel leuker is verliefd En lief en twee verliefden Hoewel het perspectief Wel groter is bij liefde. Als het gedicht afgelopen is, gaat het toneellicht even uit. En dan begrijpt iedereen in het publiek dat het klaar is en komt er applaus. En is die act voorbij. Zingen is niet zo makkelijk. Rappen is makkelijker. Daar kan je ook de tekst makkelijk zelf voor maken. Ik heb er ook eentje geschreven, waarbij ik de rap een beetje belachelijk maak. Vind je toch niet erg? Het is maar de grap. Ik heb er niks op tegen hoor. Helemaal niet. Ik hou er gewoon van om dingen een beetje op de hak te nemen. Zoals dat heet. Hier komt mijn rap. Maak zelf maar een andere.
Copyright © Spotlight Musical Productions®
14
RAP
Omdat ik dus voor zingen Helaas 't talent niet heb Beperk ik mij tot swingend Het spreken van de rap Want swing is in de mode Met ritmisch handgeklep En zingen is verboden Vervangen door de rap Artistieke vullis En muzikale nep Niks meer dan wat onzin Is het wezen van de rap Een ritmisch figuurtje Een ongeremde uitlaatklep En geen talent dat stuurt je In de richting van de rap En geen talent dat stuurt je In de richting van de rap In de richting van de rap In de ri-chting va-n d-e rap! Maar misschien is er wel iemand die goed kan zingen. Daar heb ik dan nog een grappig liedje voor. Wat je trouwens ook als gedicht kan doen. Komt ie: ZOETE HERINNERING Het vervolg van dit hoofdstuk is niet in te zien.
Copyright © Spotlight Musical Productions®
15
6. Acts voor één of twee komieken In een revue heb je vaak of zelfs bijna altijd een komiek. Zoals André van Duin. Of je hebt twee komieken, waarvan dan vaak de een de ‘aangever’ is van de ander. Dat wil zeggen, hij speelt dan ‘de normale mens’, zodat de komiek gek kan doen of een raar antwoord kan geven of zo. Het is eigenlijk net zoiets als bij voetbal: de een geeft de voorzet en de ander schiet ‘m in de goal. Wat die twee doen is een sketch spelen of ze hebben een dialoog over iets. Als de komiek alleen is, kan ie een conference houden. Dat is een verhaal tegen het publiek met grappen er in. Vaak gaat dat over dingen die het publiek herkent. Dat is een heel grappig iets, dat mensen gaan lachen als ze denken: verrek, dat heb ik ook. Dus als jij een conference gaat houden en je begint met:
Ik heb toch zo’n hekel aan school. School, bah! Dan gaan de mensen lachen. Want dat herkennen ze. Laten we nog maar even doorgaan:
De eerste paar jaar gingen wel, want toen mocht ik lekker een beetje met klei spelen en vingerverf, maar opeens gingen ze me leren lezen en schrijven, nou, toen was de lol er snel af. Moeilijk zeg, lezen en schrijven. Al die letters. Zesentwintig!! Vind ik veel. Waarom doen we het niet met tien letters of zo? Dat is toch zat? Al die klinkers kan je sowieso al weglaten. Dat doe ik met smsen ook en dat gaat prima. Kijk, en of je nou schooool schrijft, of schl, iedereen weet precies wat je bedoelt. Of boooterhaam of btrhm. Btrhm is toch heel duidelijk? Btrhm met ksss!! Prima toch? Of btrhm met pndkss! Of lvrwrst. Veel handiger! En dan gaan ze je ook leren rekenen. Dat is nog erger. En dat slaat helemaal nergens op, want er zit een rekenmachine op mijn mobiel en die heb ik altijd bij me, dus. En bovendien, mijn vader zegt, je kan in dit leven op niemand rekenen, dus waarom zou ik het dan moeten leren? Maar ja, dat willen de meesters en de juffen. Even over die meesters en juffen die ik gehad heb. Wat dacht je van meester Dirk…. Kijk, nu gaan we namen noemen en dat werkt altijd als een trein. Iedereen kent bijvoorbeeld meester Dirk en als je dan iets over hem zegt, moet iedereen lachen. Het moet natuurlijk wel iets zijn dat iedereen herkent. Dat ie in zijn neus peutert of zo, of dat ie voor de klas een gebakje op eet terwijl alle kinderen in de klas moeten toekijken. Dus je hoeft niet eens echt een grap te hebben, alleen maar iets dat mensen kunnen herkennen. Denk er wel aan dat het niet grappig is als je gewoon een juf of een meester uitscheldt of zegt dat het een vervelende man is. Gebruik de truc van de grote Wim Kan maar. Die is nu al lang dood, maar toen ik klein was, was hij de meester in het houden van een conference. Wim Kan ging de mensen die hij een beetje belachelijk wilde maken juist heel erg prijzen. Dus hij ging juist hele positieve en aardige dingen
Copyright © Spotlight Musical Productions®
16
zeggen en iedereen had door dat hij dat heel anders bedoelde en dan moesten ze lachen. Laten we maar even verder gaan met meester Dirk:
Meester Dirk. Wat een lieve zachte vriendelijke man is dat zeg. Altijd aardig, nooit streng en ook altijd heel beleefd tegen de kinderen. Hij peutert nooit in zijn neus en als ie een gebakje krijgt omdat er iemand jarig is, dan eet ie het voor de klas op, zodat wij dat allemaal kunnen zien. Dat vind ik nou zo aardig! Dan hebben wij d’r ook nog wat aan! Ja nee, echt een schat van een man, die meester Dirk. Met die prachtige gele auto die hij heeft. En wat dacht je van Juf Thea? Wat een spetter zeg. Ik wil later met een vrouw trouwen die op juf Thea lijkt. Ze is ook zo hip gekleed. Met die vette lange rok. Wauw… Kijk, nu lijkt het steeds of je iets heel aardigs zegt, maar ondertussen. Ik denk dat Juf Thea een beetje zuur kijkt als ze dit hoort, want ze voelt heel goed wat de komiek bedoelt. De conference kan je soms het beste zelf schrijven. Het is vaak iets heel persoonlijks. Dat wil zeggen dat het verhaal echt past bij de komiek. Wat je kan doen is het verhaal eerst zelf schrijven en dan kijken of er iemand anders nog wat grappen bij kan verzinnen. En anders ga je gewoon met een paar kinderen bij elkaar zitten en ga je praten over school en de juffen en de meesters. Wedden dat je na een kwartier al van alles opgeschreven hebt dat je kunt gebruiken? In de weken dat er gerepeteerd wordt aan de revue is de komiek altijd bezig aan zijn conference te werken. De grote vraag is of je in dit geval alles helemaal uitschrijft en dan uit je hoofd leert of dat je straks ook een beetje gaat improviseren op het toneel. Helemaal alles improviseren kan niemand. Je moet minstens wel ongeveer van te voren weten wat je gaat zeggen. Maar het kan best dat je precies weet wat je grappen zijn en dat je tussendoor improviseert. Een beetje. Of iets meer. Het hangt er gewoon van af of je niet bang en nerveus bent als je daar staat. Als je dat niet bent en je kunt rustig om je heen kijken en reageren op wat je ziet, dan is het natuurlijk prachtig als je niet alles precies zo doet als het op papier staat. Maar weet goed, veel komieken doen dat wel en zeggen alleen wat ze ingestudeerd hebben en niets anders. Goed, je kunt dus ook met zijn tweeën zijn. Ook leuk. Dan maak je een dialoog. Of je vraagt iemand om die voor jullie te schrijven. Dat kan natuurlijk ook over school gaan en over de juffen en de meesters, maar het kan ook iets heel anders zijn. Bijvoorbeeld: Het vervolg van dit hoofdstuk is niet in te zien.
Copyright © Spotlight Musical Productions®
17
7. De Daan & Doris en Debbie & Dik sketches Sketches zijn ook heel belangrijk voor komieken. Een sketch is eigenlijk een kort toneelstukje. Of een lange mop, dat kan je ook zeggen. Wat er op papier staat is nog maar het begin. Een komiek gaat dat uitbouwen tot een hele act van gek doen. Maar toch moet je iets hebben om vanuit te gaan, om mee te beginnen. Het moeilijkste van een sketch is het einde. Dat moet zo leuk mogelijk zijn Dit zijn wat langere sketches. Ze gaan vaak ook over volwassen mensen, dus daarmee kun je je ouders na doen. Leuk voor het publiek en ook leuk om te spelen. Toch? De vrouwen in deze sketches heten altijd Doris of Debbie en de mannen altijd Daan en Dik. Maar het zijn wel steeds verschillende mensen. Kijk maar of er iets bij zit dat jullie leuk vinden. DIK GAAT UIT MET DEBBIE Inleiding: Het is fijn als een meisje lief is en snel tevreden, maar er zijn grenzen.
DIK EN DEBBIE STAAN OP EEN DAKTERRAS. MET ACHTER ZICH DE OPSTAANDE RAND VAN EEN RELING. DIK: Mooi uitzicht hier hè? DEBBIE: Ja nou. DIK: Vind je het mooi? DEBBIE: Ja, ik vind het heel mooi. DIK: Zullen we hier gaan zitten?
Copyright © Spotlight Musical Productions®
18
DEBBIE: Oké, leuk. DIK: Of wil je liever binnen? DEBBIE: Ja, binnen vind ik ook goed. DIK: Wat wil je liever? DEBBIE: Ik vind het allebei leuk. DIK: KWAAIIG. Nou goed, dan ga ik hier en ga jij naar binnen. DEBBIE: Oké. ZE WIL GAAN. DIK: HOUDT HAAR TEGEN. Nee nee, laat maar. Ga maar zitten. DEBBIE: Oké. ZE GAAT ZITTEN. HIJ OOK. EVEN STIL. DIK: Zo. Gezellig. DEBBIE: Ja gezellig. DIK: Vind je het wel gezellig? DEBBIE: Ja hoor, best wel.
Copyright © Spotlight Musical Productions®
19
DIK: Zullen we straks naar de film gaan? DEBBIE: Oké, mij best. DIK: Of wil je liever uit eten en dan daarna dansen of zo? DEBBIE: Oké. Ook goed. DIK: Ja, maar wat wil je liever? DEBBIE: Ik vind het allebei leuk. DIK: Ja ja. We kunnen ook nog naar het theater! DEBBIE: Oké. Leuk. DIK: Vind je dat leuk? DEBBIE: Ja, best wel. DIK: Ja ja. Of d’r is een jazzconcert zag ik. DEBBIE: Oké. Ook goed. DIK: Hou je van jazz? DEBBIE: Ja hoor, best. DIK: Of hou je meer van pop? DEBBIE: Ja, ik hou wel meer van pop. Ik vind alle muziek wel leuk.
Copyright © Spotlight Musical Productions®
20
DIK: Ja ja. DIK: Nou, dan moeten we zo maar gewoon de stad in gaan. DEBBIE: Oké. DIK: Of vind je het hier leuk? DEBBIE: Ja, ik vind het hier ook wel leuk. STILTE DIK: KWAAD. Oké, dan blijven we maar gewoon de hele avond hier zitten !!! DEBBIE: Oké, gezellig. DIK: VERBAASD. Jij wil hier wel de hele avond blijven? DEBBIE: Ja hoor best wel. DIK: Het lijkt me toch leuker om iets te gaan doen. DEBBIE: Ja, mij ook. DIK: WANHOPIG. O, dat lijkt jou ook leuker? DEBBIE: Ja hoor. DIK: NU ECHT PISSIG. We kunnen ook NIET samen uitgaan. DEBBIE: Oké.
Copyright © Spotlight Musical Productions®
21
DIK: Dat we allebei gewoon iets voor onszelf doen. DEBBIE: Oké, best. DIK: DOET NOG EEN VERTWIJFELDE POGING. Of ga je graag uit? DEBBIE: Ja, ik ga wel graag uit. EVEN STIL. DIK KIJKT VERTWIJFELD OM ZICH HEEN. DAN HAALT HIJ DIEP ADEM. DIK: Luister. Ik moet even met je praten. DEBBIE: Oké, goed. DIK: Over ons tweeën. DEBBIE: Oké, leuk. DIK: Is dat oké nu? DEBBIE: Ja hoor, oké. DIK: Luister. Ik heb erover nagedacht, over ons en ik denk dat het het beste is als we uit elkaar gaan. DEBBIE: Goed. DIK: Daar ben jij het wel mee eens? DEBBIE: Ja hoor, best wel. DIK: Heb je niet liever dat we bij elkaar blijven? Copyright © Spotlight Musical Productions®
22
DEBBIE: Ja, liever wel. DIK: Maar je wilt ook wel uit elkaar? DEBBIE: Ja hoor, oké. DIK: BARST UIT. Het komt namelijk omdat ik helemaal GEK van je word. Kan je dat voorstellen? DEBBIE: Ja, kan ik me best voorstellen. DIK: We kunnen toch zo niet doorgaan? Toch? DEBBIE: Nee, dat kan niet. DIK: Of wil je dat, dat we zo doorgaan? DEBBIE: Ja, ik wil best zo doorgaan. DIK: Ik weet het niet meer. DEBBIE: Ik ook niet. STILTE. DIK HEEFT HET OPGEGEVEN. HIJ SCHUDT ZIJN HOOFD EN BESLUIT DAT HET NIKS WORDT. APATHISCH KIJKEN ZIJ VOOR ZICH UIT. DIK: Tjonge zeg, je ziet hier wel hoe vies de stad vervuild is. Dat zie je vanaf hier heel goed. DEBBIE: Ja, dat zie je hier heel goed. DIK: Verpest eigenlijk het hele uitzicht.
Copyright © Spotlight Musical Productions®
23
DEBBIE: Nee, dat vind ik niet. Ik vind het wel mooi zo'n grijze sluier. DIK: SCHRIKT ZICH ROT. Wat zei je?? DEBBIE: SCHRIKT OOK. Ik bedoel, ja, dat vind ik ook. DIK: Nee, dat zei je niet. Je zei: 'nee, dat vind ik niet'. Dat zei je toch? DEBBIE: Ja, ik geloof van wel. DIK: Ik vind dat het uitzicht verpest wordt door de vervuiling en jij vindt VAN NIET!! DEBBIE: Nou, het uitzicht wordt inderdaad toch wel verpest door de vervuiling. DIK: Nee...doe nou niet!! DEBBIE: O nee. DIK: Het is zo leuk als je een eigen mening hebt. Begrijp je dat? DEBBIE: Ja, dat begrijp ik wel. DIK: En die heb je natuurlijk ook. Kijk, ik zal je een voorbeeld geven. Zal ik dat doen? DEBBIE: Ja best. DIK STAAT OP EN LOOPT NAAR DE RAND. HIJ KLIMT ER OP. DIK: Kom nou eens met mij hier op de rand staan. DEBBIE: Oké.
Copyright © Spotlight Musical Productions®
24
ZE STAAN NU NAAST ELKAAR OP DE RAND. DIK: KIJKT NAAR BENEDEN. Zie je hoe diep dat is? DEBBIE: Nou zeg, wat diep. DIK: Als ik nou tegen je zeg: spring naar beneden. Doe je dat dan? DEBBIE: Oké. ZE WIL SPRINGEN. DIK: Neeee!! HOUDT HAAR TEGEN. Doe nou niet! Dan ben je toch dood?!! DEBBIE: Ja inderdaad. DIK: Dat wil je toch niet? DEBBIE: Nee. DIK: Of wil je dat wel? DEBBIE: Ja best. DIK: Maar denk nou even na. DEBBIE: Oké. DENKT NA. DIK: Jij houdt van mij hè? DEBBIE: Ja, best. DIK: Als ik nou tegen jou zeg, geef me een duw. Doe je dat dan? Copyright © Spotlight Musical Productions®
25
DEBBIE: Oké. ZE GEEFT HEM EEN DUW, MET EEN IJSELIJKE KREET STORT HIJ NAAR BENEDEN. DIK: Ahhhhhhhhh!!!! DEBBIE: KIJKT HEM NA, HAALT DAN HAAR SCHOUDERS OP EN ZEGT TEGEN PUBLIEK: Mannen. Begrijp jij ze, begrijp ik ze. Ja, je moet wel een muurtje hebben waar je op kan staan. Met daarachter zogenaamd ‘de afgrond’. Als je nou wat banken uit de gymzaal op elkaar stapelt en iemand maakt daar met karton een voorkant voor, waar stenen op geschilderd zijn, en je legt achter de banken een paar matten en kussens, dan hoeft Dik alleen nog maar een lange harde gil te geven als ie valt en iedereen snapt het. Het hoeft allemaal niet echt te zijn bij een sketch. Het is zelfs leuk als je ziet hoe het gedaan is. Bij film doe je je best het zo echt mogelijk te laten zijn, bij theater hoeft dat niet. Nu eentje waarbij je je ouders kunt spelen: DORIS KAN NIET KAARTLEZEN Dit gedeelte van het hoofdstuk is niet in te zien. De inzage vervolgt met sketch nummer vijf:
Tot slot nog een eentje die geschikt is voor ergens aan het einde. Als jullie ‘m gaan doen, mag je rustig de vragen en antwoorden veranderen, als dat beter is. Zie maar. DEBBIE DOET MET EEN KWIS MEE
HET SETJE VAN EEN KWIS. DIK, DE PRESENTATOR EN EEN KANDIDAAT. DEBBIE. LAATSTEGENOEMDE IS HET PROTOTYPE VAN EEN DOM, SCHAAPACHTIG BLONDJE. EEN TUNE (cd-track 7) KLINKT. WE ZIJN NET AAN HET EINDE VAN EEN KANDIDAAT. DIE WAT BETEUTERD STAAT TE KIJKEN. DE QUIZZMASTER, DIK, SCHATERT EN SLAAT ZICH OP DE DIJEN. DIK, DE PRESENTATOR: Jammer dan, beste Henk. Maar het koffiezetapparaat gaat aan je neus voorbij. Jammer dan. Dag Henk. TUNE (cd-track 7) EN LICHTEFFECT. Onze laatste kandidaat is Debbie. Hallo Debbie. DEBBIE: KOMT OP. Hai. Copyright © Spotlight Musical Productions®
26
DIK, DE PRESENTATOR: Debbie. Je bent onze laatste kandidaat vandaag, op jacht naar de trofee van Meester Daanbrein van de Week, met uitzicht op de hoofdprijs, de 36-delige digitale encyclopedie. Waar kom je vandaan, Debbie? DEBBIE: DOM GIECHELIG. Van de WC. Ik ben een beetje zenuwachtig. DIK LACHT, ZE LACHT UITVOERIG MET ZE MEE. Ha ha. Heb ik iets leuks gezegd? Dat heb ik nou altijd. DIK, DE PRESENTATOR: Ja nee, heel leuk, ha ha, maar ik bedoel, waar kom je vandaan, ik bedoel... qua plaats? DEBBIE: BEGRIJPT ER NIETS VAN. Kwa plaats? Kwa? Kwakwakwa. ZE LACHT. Gekkie. DIK, DE PRESENTATOR: LACHT ZUUR MEE. Ik bedoel natuurlijk, waar ben je geboren? DEBBIE: DRUKT OP ZOEMER. In het ziekenhuis. DIK, DE PRESENTATOR: VERMOEID. Maar dat was nog geen vraag voor de quiz. DEBBIE: O jammer, want die wist ik. DIK, DE PRESENTATOR: AL EEN BEETJE MOEDELOOS. Goed. Laten we dan maar beginnen. Dames en heren, Debbie staat te popelen. Ik hoor de grijze hersencellen hier kraken. Debbie. Ben je der klaar voor? DEBBIE: Waarvoor? DIK, DE PRESENTATOR: Voor de eerste vraag. DEBBIE: O ja. Ja hoor. DIK, DE PRESENTATOR: De vragen betreffen drie mystery guests. PAKT PAPIEREN. Weet je wat dat zijn, mystery guests?
Copyright © Spotlight Musical Productions®
27
DEBBIE: DRUKT OP ZOEMER (cd-track 8). O jee. Nou heb ik al gedrukt. Is van de zenuwen. Nee. Ik zou het niet weten. Ik weet het echt niet. Ik geef het op. DREIGT IN TRANEN UIT TE BARSTEN. Ik weet het niet. DIK, DE PRESENTATOR: We zijn nog niet begonnen!! Ik stelde helemaal geen vraag! DEBBIE: O. VEEGT DE TRANEN WEER WEG. Gelukkig. DIK, DE PRESENTATOR: Luister. Ik lees de portretten voor van bekende personen en jij moet zeggen wie zij zijn. Ben je klaar ? DEBBIE: DRUKT OP ZOEMER (cd-track 8). Ja. DIK, DE PRESENTATOR: Daar hoef je niet voor te drukken hoor. DEBBIE: O. Oké. DIK, DE PRESENTATOR: Klaar? DEBBIE: Klaar. Ik ben klaar. HOUDT HAND FANATIEK AAN DE KNOP. DIK, DE PRESENTATOR: Dan komt hier de eerste mystery guest en gaat de tijd nu in: ik ben minister president geweest en ik sta bekend om mijn sterke gelijkenis met Harry Potter. WACHT EVEN EN KIJKT OP. Heb je al enig idee? DEBBIE: Hè? DIK, DE PRESENTATOR: Ik sta bekend om mijn sterke gelijkenis met Harry Potter.
Copyright © Spotlight Musical Productions®
28
DEBBIE: O ja? DIK, DE PRESENTATOR: Ik bedoel, wie ben ik? DEBBIE: LACHT. Weet je zelf niet wie je bent? DIK, DE PRESENTATOR: Ja nee, de mystery guest! Je moet raden wie de mystery guest is! DEBBIE: O. KIJKT OM ZICH HEEN. Waar is die dan? DIK, DE PRESENTATOR: Hij is er niet. Hij staat hier op het papiertje. Jij moet zeggen wie er hier op mijn papiertje staat. DEBBIE: Geef maar, dan zal ik het voorlezen. TROTS. Dat kan ik namelijk. DIK, DE PRESENTATOR: Ha ha die Debbie. Wat een guit! Waar haal je het vandaan? DEBBIE: DRUKT OP ZOEMER (cd-track 8). DENKT DIEP NA. Ik geef het op. Ik weet het niet. DIK, DE PRESENTATOR: Neeeeee!! DEBBIE: Moest ik nu niet op de zoemer drukken? Of wel? Ik weet het even niet meer. Het is ook zoveel wat je moet onthouden. DIK, DE PRESENTATOR: GEÏRRITEERD. Nee, deze keer hoefde je ook niet te drukken. Het was namelijk ook geen vraag. Ik bedoel, geen vraag van de quiz. DEBBIE: O. Wel een beetje moeilijk wat nou wel een vraag is en wat niet. DIK, DE PRESENTATOR: Luister. We zijn nu bezig met de eerste vraag. De eerste mystery guest. Concentreer je. Let goed op. Je krijgt er nog een paar aanwijzingen bij. Ik ben dus minister president geweest, ik sta bekend om mijn sterke gelijkenis met Harry Potter en daarbij komt: mijn voornaam is Jan Peter. Copyright © Spotlight Musical Productions®
29
DEBBIE: Jan en Peter? Zijn ze met zijn tweeën dan? DIK, DE PRESENTATOR: Nee nee. Hij heet alleen, in zijn eentje, Jan Peter DEBBIE: Goh. Kan niet op. DIK, DE PRESENTATOR: En nu moet jij raden wie ik ben. Raden wie die man is!! DEBBIE: O. DIK, DE PRESENTATOR: Wie er hier op het papiertje staat!! DEBBIE: O ja. Eh...moet ik dan eerst op de knop drukken? DIK, DE PRESENTATOR: Als je de vraag weet. DEBBIE: Ja, de vraag weet ik wel maar ik heb een beetje moeite met het antwoord. LACHT. DIK, DE PRESENTATOR: WANHOPIG. Doe maar een gokje anders. Noem gewoon een politicus. Noem er gewoon een. DEBBIE: Eh... Robert ten Brink.. DIK, DE PRESENTATOR: Nnnneee, dat is niet helemaal goed. TUNE VAN FOUT ANTWOORD (cd-track 9). Jammer. We gaan verder. De tweede vraag in deze ronde. Ben je der klaar voor ? DEBBIE: Wat? Waarvoor? DIK, DE PRESENTATOR: BRULT HET UIT. Voor de tweede vraag!!!
Copyright © Spotlight Musical Productions®
30
DEBBIE: DRUKT OP ZOEMER. O nee. Nou moet ik niet drukken hè? Het is wel verwarrend allemaal. DIK, DE PRESENTATOR: Ben je klaar?? DEBBIE: Ja hoor. Ik ben klaar. DIK, DE PRESENTATOR: Dan gaat de tijd NU in: ik ben een beroemd Nederlands schilder, geboren in de negentiende eeuw. Ik ben altijd heel arm gebleven. DEBBIE: Zielig. DIK, DE PRESENTATOR: Ik ben bekend geworden van het feit dat ik zelf mijn oor heb afgesneden. DEBBIE: O ja, je had zekers flappers? Had mijn zusje ook. DIK, DE PRESENTATOR: Een van mijn beroemdste schilderijen heet De Aardappeleters!!! DEBBIE: O die weet ik. DRUKT OP ZOEMER (cd-track 8). Koolhydraten! DIK, DE PRESENTATOR: Koolhydraten? Nnnnnee, dat is niet goed. Dat is helemaal niet goed!! Dat is zelfs volkomen fout. Koolhydraten. Hoe haal je het in je bolle hersens?? DEBBIE: DRUKT OP ZOEMER EN DENKT NA. Eh...wacht ik, ik kom erop. DIK, DE PRESENTATOR: Dat was geen vraag!!!!! DEBBIE: O. Dus niet drukken? DIK, DE PRESENTATOR: En je hebt tot nu toe alles, alles fout. DEBBIE: BLIJ. O ja? Echt waar? Weet je het zeker?
Copyright © Spotlight Musical Productions®
31
DIK, DE PRESENTATOR: WAANZINNIG. Ik weet het heel zeker!! Alles fout tot nu toe. Je moet de laatste goed hebben, wil je nog in aanmerking komen voor de 36-delige digitale encyclopedie!! De derde en laatste mystery guest. Ik ga je niet vragen of je der klaar voor bent, het zal me een worst wezen of je drukt of niet, ik stel de vraag en jij antwoordt, of niet. Oké? Nee, niet drukken!! En zeg ook maar niks. De vraag, het antwoord. Luister goed. Hier komt ie: ik ben een bekende Nederlander. Ik... DEBBIE: DRUKT OP ZOEMER (cd-track 8). Gordon! DIK, DE PRESENTATOR: VERBIJSTERD. Dat is goed geantwoord!! DEBBIE: Ja, die was makkelijk. Heb ik nou gewonnen? DIK, DE PRESENTATOR: IN STAAT VAN SHOCK. Ja. Je hebt gewonnen. Je bent het meester Daanbrein van de week. DEBBIE: En wat is de prijs? DIK, DE PRESENTATOR: BRULT. Een 36-delige digitale encyclopedie!! DEBBIE: Geheel verzorgd? DIK, DE PRESENTATOR: ONTPLOFT. Mens, je weet toch wel wat een encyclopedie is!! DEBBIE: DRUKT OP ZOEMER (cd-track 8). Nee, maar die zoeken we op!! TUNE KLINKT (cd-track 7). DEBBIE DANST ROND. DIK, DE PRESENTATOR GAAT BIJNA VAN DE GRAAD. Als je dapper bent kun je dus ook prima zelf een sketch schrijven. Denk er aan dat mensen dingen moeten herkennen. Dat is belangrijk. En probeer een leuk einde te verzinnen. Als je een gekke situatie hebt en een goed einde, dan heb je je sketch. Je kan natuurlijk ook op internet gaan zoeken. Kijken of je daar iets vindt. Je kunt iets naspelen dat op YouTube staat. Wat dacht je van een act met een buikspreekpop, die dan gespeeld wordt door iemand uit de klas. Mogelijkheden genoeg. Dat is het enige dat ik zeggen wil: in een revue kan alles, echt alles. Copyright © Spotlight Musical Productions®
32
8. Voorbeeld van een line up In een line up staat de volgorde van de show. Die hangt ook achter het toneel, groot geprint, op verschillende plekken. Zodat iedereen daar kan zien wat er komt en waar we zijn. Erg belangrijk, want in de zenuwen raak je nogal eens ‘de weg kwijt’. En dat moeten we niet hebben! Goed. Daar gaan we. Ik zeg wat het ongeveer zou moeten of kunnen worden en jullie vullen dat dan in met je eigen acts en liedjes en sketches. En natuurlijk hoef je je niet aan mijn volgorde te houden. Ik heb ‘m alleen maar gemaakt om je een beetje houvast te geven. En hier en daar geef ik ook nog wat laatste tips. Die staan straks natuurlijk niet zo helemaal uitgeschreven op de line up die achter het toneel hangt, maar je kunt ze wel in één woord er nog even bij zetten. Het vervolg van dit hoofdstuk is niet in te zien.
Copyright © Spotlight Musical Productions®
33
9. Nawoord Tot slot wil ik nog een paar dingen opmerken, als het mag. Om te beginnen: een theatervoorstelling is voor het publiek vaak te lang. En dat is niet goed. Het gaat om het publiek en niet om de artiesten. Nou weet ik wel dat dat een beetje anders is als je in groep acht zit en met die voorstelling afscheid van de school neemt, maar je wilt het toch goed doen? Dat het net zo goed is als in het echt? Dus maakt het allemaal alsjeblieft niet te lang. En zorg dat de overgangen van het ene nummer naar het andere snel en soepel verlopen. Tempo is belangrijk. Houd daar rekening mee. Je wilt niet dat ze alleen maar komen kijken omdat hun kindertjes zo schattig zijn. Je wilt gewoon een goeie voorstelling maken. Toch? En dan is er nog iets dat we even moeten bespreken: de regisseur en eindredacteur. Om met die laatste te beginnen: de eindredacteur bepaalt de teksten van de nummers en de volgorde van het geheel. Erg, erg belangrijk bij een revue. Wie gaat dit worden? De juf of meester? Of één van jullie? Dat laatste zou natuurlijk te gek zijn, maar dat ligt wel een beetje moeilijk. Die eindredacteur is namelijk de absolute baas over de teksten en de volgorde en dat moet iedereen accepteren. Eén ding is aan te raden: áls iemand van jullie het doet, dan mag ie niet zelf meedoen aan de show. Dan is ie alleen maar eindredacteur. Dat is omdat hij niet zijn eigen acts mag voortrekken en ook al doet ie dat niet, dan nog zijn er vast een heleboel anderen die denken dat ie dat wel doet. En dan krijg je ruzie. En dat kunnen we niet hebben. Als we gaan lopen bekvechten, kun je een goeie show wel vergeten! Het beste is het natuurlijk als je iemand vraagt van de ouders die een beetje verstand heeft van dat soort dingen. Iemand die zelf bij het amateurtoneel zit of zo. Of misschien kennen jullie iemand die in de muziek zit, dat is nog beter. Muzikanten hebben verstand van ritme en tempo en crescendo en decrescendo (harder en zachter) en dat is het allerbelangrijkste van een revue. En dan is er dus ook nog de regisseur. Misschien is dat wel bij jullie dezelfde persoon. Dat kan heel goed. Bij het repeteren en de voorstellingen is hij de baas. En echt de baas! Theater is niet democratisch. Daar heb je namelijk helemaal geen tijd voor. De regisseur is ervoor om te zorgen dat jij zo goed mogelijk bent. Hij moet je steunen en positief zijn, maar hij moet ook streng zijn en het zeggen als je het niet goed doet bij de repetities. Dat is zijn taak. En dat moet je accepteren en gewoon hard werken om het beter te laten worden. Onthoud goed: hij zit je niet te pesten, hij wil je alleen maar helpen! Laat die personen van de eindredacteur en regisseur gewoon hun werk doen en accepteer dat de verschillende acts en nummers verschillende functies in de show hebben. Bij een voetbalelftal hebben je ook spitsen, middenvelders en verdedigers en die zijn allemaal even hard nodig. En accepteer ook dat de één meer talent heeft voor iets dan een ander. Die ander kan weer iets anders heel goed. We hebben allemaal wel iets. Dus laten we daar nou niet moeilijk over doen. Toch?
Copyright © Spotlight Musical Productions®
34
En trouwens, dat kan ook nog veranderen, weet je dat? Sommige mensen ‘pieken’ op school en daarna hoor je nooit meer iets van ze en het komt regelmatig voor dat dat stille jongetje met die bril of dat sprietige meisje met die beugel later opeens sterren worden. We zien wel hoe het loopt. En alsof het daarom gaat! Alsof dat het belangrijkste van het leven is: een ster worden! Ben je gek! Het kan heel leuk zijn natuurlijk, maar het is ook moeilijk. Kijk maar naar Amy Whinehouse of Britney Spears. Ze zijn wel beroemd maar ze hebben een hartstikke moeilijk leven. Je moet de dingen die je doet leuk vinden of de dingen die je leuk vindt doen, daar heb je tenminste iets aan. Ik zeg altijd: de waarde van iets wordt bepaald door hoe
het voelt! Denk daar maar eens over na. ;-) De groeten. Ik hoop echt dat jullie een revue gaan doen op school. En dan zeggen we in theaterland: Toi toi toi. Break a leg. Hals- und Beinbruch. Bye. Haye van der Heyden
Copyright © Spotlight Musical Productions®
35