Agentschap Bloso (IVA rp), Agentschap voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie Arenberggebouw, Arenbergstraat 5, 1000 Brussel - februari 2011
Sporttak in de Kijker 2011
Handbal Sport.indd 1
17/02/11 16:37
6
9
29
35
Colofon
Inhoud
Vormgeving en prepress: Jan Masyn Fotografie: Lieve Wyndaele, Bloso Eddy Vannoppen (www.fotomakers.be) Tine Verheyden (www.fotomakers.be) Cederic Janssens David Van Dorpe Sergej Kondratiev Verantwoordelijke uitgever: Carla Galle Arenberggebouw, Arenbergstraat 5 1000 Brussel De verantwoordelijkheid voor de gepubliceerde artikels berust uitsluitend bij de auteurs. Het overnemen en/of dupliceren van artikels is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Bij overname dient de redactie van tevoren op de hoogte gesteld te worden.
3 Redactioneel
4 Handbal in cijfers 6 Handbal als ideale schoolsport 9 Imago van de handbalsport verbeteren 15 Persstemmen over de handbalsport 16 De Beneluxliga handbal 18
20
Dit tijdschrift wordt gedrukt op milieuvriendelijk papier
Bloso – Sportpromotie 12 jaar ‘Sporttak in de Kijker’
Zon, zee, zand en beachhandbal
22 HELP! Mijn kind vindt handbal fijn maar er is geen club in de buurt… 29 Limburg domineert 32 De topsportschool Handbal is meer dan handballen alleen 35 Twee vaandeldragers internationaal: Nicky Houba en Bram Dewit 44 De campagne rond ‘Handbal-Sporttak in de Kijker’ 47 Activiteitenkalender
Sport
2 Sport.indd 2
17/02/11 16:37
Redactioneel Bloso organiseert dit jaar voor de 12de maal ‘Sporttak in de Kijker’. Deze sportpromotionele actie focust elk jaar op één bepaalde sporttak. In 2000 werd gestart met de promotie van aerobics en fitness, daarna volgden gymnastiek, tennis, korfbal, basketbal, triatlon & duatlon, wandelen, wielersport, volleybal en oosterse vechtsporten. Vorig jaar stond recreatiesport in de kijker. In 2011 is voor ‘handbal’ gekozen als ‘Sporttak in de Kijker’. Omdat handbal weinig aan bod komt in de media en op school hebben veel mensen een verkeerd beeld van deze sport gekregen. De doelstelling van de actie dit jaar is dan ook om de bekendheid en de perceptie van handbal te verbeteren. Handbal is een coole sport, ideaal als schoolsport en men heeft absoluut geen groot terrein nodig om ermee te starten. De Vlaamse Handbalvereniging heeft voor de jeugd een aangepaste en vereenvoudigde vorm van schoolhandbal ontwikkeld. Tevens zullen hippe varianten als ‘Street Handbal’ en ‘Beach Handbal’ op verschillende evenementen gepromoot worden. ‘Handbaltopwedstrijden’ zullen aangewend worden als extra promotiemiddel voor de actie ‘Sporttak in de Kijker’. Deze actie wordt uitgewerkt door Bloso in nauwe samenwerking met de Vlaamse Handbalvereniging. Om deze doelstellingen te verwezenlijken werd er een aantrekkelijke activiteitenkalender opgesteld voor het ganse jaar. Meer informatie hierover vind je in dit themanummer. Voor dit nummer werd er een beroep gedaan op mensen uit het veld die zeer vertrouwd zijn met de handbalwereld. Het resultaat is een uniek document met artikels over o.a.: Vlaamse toppers in het buitenland: Nicky Houba en Bram Dewit, de geschiedenis van de handbalsport in Vlaanderen, beachhandbal, voorstelling van de topsportschool handbal, … Wens je meer info over deze actie of wil je jezelf reeds inschrijven voor bepaalde activiteiten, surf dan naar www.bloso.be of www.handbal.be. Met dit nummer gaat de actie “Handbal – Sporttak in de Kijker – 2011” van start. We hopen alvast dat Vlaanderen handbal zal (her)ontdekken als een fantastische sport.
Carla Galle Administrateur-generaal
Sport
3 Sport.indd 3
17/02/11 16:37
Historiek
Handbal in cijfers Handbal ontstond in Denemarken in het begin van de 20ste eeuw. Oorspronkelijk werd handbal buiten gespeeld, met 11 tegen 11. Veldhandbal stond één keer op het programma van de Olympische Spelen, in Berlijn in 1936. In België werd er handbal gespeeld vanaf de jaren ’20, vooral in de provincies Luik en Antwerpen. Vanaf de jaren ’50 werd handbal bij ons steeds meer beoefend en er ontstond gaandeweg behoefte aan structuren, om de competitie te beheren. De Belgische Handbalbond (BHB) werd opgericht in 1958, door 21 clubs. Handbal was intussen aan het evolueren in de richting van een indoorsport, die gespeeld werd met 7 tegen 7. De grootste rem op de ontwikkeling was een gebrek aan sporthallen. Er werd dan ook nog veel buiten gespeeld, op speelplaatsen van scholen. In 1976 werd de Vlaamse Handbalvereniging (VHV) opgericht. Het was een logische stap in de evolutie van sport tot een gemeenschapsmaterie, dus een Vlaamse bevoegdheid. De Vlaamse Handbalvereniging zag haar ledenaantal groeien en ook haar aantal clubs. De handbalsport had al ingang gevonden in Oost-Vlaanderen en Limburg en kreeg nu ook vaste voet aan de grond in West-Vlaanderen. Momenteel zijn er in België een 10.000-tal handballers, verspreid over een kleine 100 clubs. In Vlaanderen zijn er ongeveer 6.500 handballers en een 60-tal clubs. Het ledenaantal van de VHV bestaat grosso modo voor twee derde uit heren en voor één derde uit dames. Dit in tegenstelling tot bij voorbeeld Nederland, waar de verhouding net omgekeerd is en waar handbal dus voornamelijk een meisjessport is. België is op Europese schaal een relatief klein handballand. In onze buurlanden en daarbuiten heeft de handbalsport de laatste twintig jaar heel andere dimensies aangenomen. Zo zijn er in Nederland 50.000 handballers, in Frankrijk 400.000 en in Duitsland liefst 850.000 spelers in 5.000 clubs. Handbal is in Duitsland sport nummer twee, na voetbal en ook in Scandinavië en CentraalEuropa is handbal nog steeds razend populair. Wereldwijd zijn er ongeveer 20 miljoen handballers. In Duitsland, Spanje, Frankrijk, Polen en Scandinavië zijn er goed uitgebouwde profcompetities.
Spreiding van handbalclubs in Vlaanderen Knokke-Heist Blankenberge
De Haan Bredene Oostende
Middelkerke
Koksijde
Oudenburg
Maldegem
Jabbeke Beernem
Waarschoot
Zedelgem
Oostkamp
Torhout
Diksmuide Kortemark
Alveringem
Poperinge
Ieper
Ardooie
Deinze
Meulebeke Oostrozebeke Wielsbeke
Zonnebeke
Wervik
Lendelede
SintMartensLatem De Pinte
Kruishoutem
Deerlijk Harelbeke
Kortrijk
Zingem
Zwevegem
Mesen SpiereHelkijn
Anzegem
Zwalm Wortegem- Oudenaarde Petegem Horebeke
Avelgem Kluisbergen
Maarkedal
Dendermonde
BuggenhoutLonderze
Wichelen
Lebbeke
Lede
Opwijk
Oosterzele Sint-LievensErpeHoutem Mere
Gavere
Zottegem
Herzele
Aalst
Asse
Roosdaal
Lierde Gooik
Ronse
Geraardsbergen
Bever
M
Wem
Galmaarden
Dilbeek
Lennik Sint-Pieters-Lee
Bee
Pepingen
Herne
Sport
4 Sport.indd 4
Merchtem
Hekelgem Haaltert Denderleeuw Ternat Liedekerke Ninove
Brakel
Puu Sint-Amands
Berlare
Wetteren
Melle
Nazareth
Waregem
Kuurne
Menen
Destelbergen
Merelbeke Zulte
Roeselare Izegem Ingelmunster Moorslede Ledegem
Gent
Dentergem
Wevelgem
Heuvelland
Tielt
Bornem Hamme Zele
Laarne Pittem
Staden
LangemarkPoelkapelle
Vleteren
Nevele
Ruiselede
Kruib
Waasmunster
Lokeren
Lochristi
Lovendegem
Lichtervelde Hooglede
Houthulst
Lo-Reninge
Wingene
Sint-Niklaas Temse
Zomergem Aalter
Moerbeke
Evergem
Knesselare
Koekelare Veurne
Zelzate
Eeklo
Beveren
Sint-GillisWaas
Stekene
Wachtebeke
Gistel
Nieuwpoort
Assenede
Kaprijke
Brugge
Ichtegem
De Panne
Sint-Laureins
Damme
Zuienkerke
17/02/11 16:37
Halle
Sinds 1972 staat handbal op het programma van de Olympische Zomerspelen en is er uitgegroeid tot een van de felst betwiste en meest bekeken competities. Na jarenlange dominantie van de Sovjet-Unie en Joegoslavië kwam er een wissel aan de macht. De laatste decennia zijn Frankrijk, Duitsland, Zweden, Spanje, IJsland Kroatië en Denemarken toonaangevend bij de heren. Bij de dames delen Noorwegen, Denemarken, Zuid-Korea, Rusland, Hongarije en Oekraïne al enige tijd de lakens uit. De Europese Handbal Federatie (EHF, opgericht in 1992 met zetel in Wenen) heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de handbalsport als ‘product’. Ze zorgde voor een structurele ontwikkeling van onder meer de EHF Champions League en de grote kampioenschappen voor nationale ploegen. Handbal is dan ook een schitterende kijksport, met veel doelpunten en constante actie, die vlot opgepikt wordt door de media. Wij blijven er in Vlaanderen voorlopig nog een beetje van verstoken. De hoogdagen van de Belgische nationale ploeg dateren uit de jaren ’80 en ’90. Onze clubs halen momenteel de Champions League niet en zonder grote sterren uit eigen land van het kaliber van Wout Wijsmans, Kim Gevaert of Ann Wauters is het niet makkelijk een plaats te veroveren in het actuele sportmedialandschap. De eindfase van de Champions League 2011 wordt nochtans, net als in 2010, in de Köln Arena gespeeld, op nauwelijks 100 kilometer van de Belgische grens, waar 20.000 fans zich zullen opmaken voor de Final4, eind mei. Dankzij de Topsportschool Handbal, opgericht in 1998 en gelegen in Hasselt, kan er wel op niveau gewerkt worden aan de talentontwikkeling van de eigen jeugd. Deze Topsportschool is de ‘conditio sine qua non’ om de kloof met het internationale tophandbal niet onoverbrugbaar te laten worden en om een Belgisch talent de kans te geven uit te groeien tot een topspeler of topspeelster. De meeste Belgen die internationaal een plaatsje veroveren hebben dan ook een verleden aan onze topsportschool: Gert-Jan Mathijs, Bram Dewit, Xenia Smits en uiteraard ook Nicky Houba. Zij won in 2010 als eerste Belgische een Europabeker met haar toenmalige Franse club Nîmes. ❒ David Van Dorpe
Hoogstraten
Essen
Baarle-Hertog Ravels Wuustwezel
Kalmthout
Merksplas
Zwijdrecht
Wommelgem Borsbeek Ranst Mortsel Boechout
klaas
Kruibeke Hemiksem Edegem Hove Aartselaar Kontich Lint Schelle Niel Bornem Boom Rumst Duffel
Temse
er
Hamme
Puurs
Willebroek
Opwijk
Merchtem
Boortmeerbeek
Asse
Zaventem
Ternat Dilbeek
Brussel
Halle
Geel
Olen
Westerlo
Heist-op-den-Berg
Haacht
Kortenberg
Huldenberg Overijse
Bree
Aarschot
Beringen
Herk-de-Stad
Geetbets
Kortenaken GlabbeekZuurbemde
Hasselt
Maasmechelen Zutendaal Lanaken
Diepenbeek NiewerkerkenAlken
Bilzen
Kortessem Wellen
Zoutleeuw Linter
Dilsen
As Genk
Halen
Holsbeek Tielt-Winge
Tienen
Opglabbeek
Zonhoven
Lummen
Scherpenheuvel- Diest Zichem Bekkevoort
Leuven
Maaseik Meeuwen-Gruitrode
Houthalen-Helchteren Heusden-Zolder
Rotselaar
Lubbeek
Leopoldsburg
Tessenderlo
Herselt
Kinrooi
Peer
Ham
Laakdal
Hulshout
BegijnenTremelo dijk
Bocholt
Balen Hechtel-Eksel
KraainemWezenbeek- Bertem Boutersem Oppem Bierbeek Tervuren Oud-Heverlee
Lennik Drogenbos Sint-Pieters-Leeuw Linkebeek Sint- Hoeilaart Beersel GenesiusPepingen Rode
Overpelt
Herenthout
Grimbergen Kampenhout Vilvoorde SteenokkerWemmel zeel Herent Machelen
lgem
Herentals
Meerhout Berlaar
Neerpelt
Mol
Grobbendonk
Bonheiden Keerbergen
Zemst
Meise
Dessel Lommel
Putte Mechelen
Hamont-Achel
Kasterlee
Vorselaar
Sint-Katelijne-Waver
BuggenhoutLonderzeel Kapelleop-denbeke Bos
Arendonk
Retie Lille
Zandhoven
Nijlen
OudTurnhout
Lier
Sint-Amands
monde
l
Schilde
Zoersel
Wijnegem
Antwerpen
Vosselaar
Malle
Schoten Beveren
Turnhout
Beerse
Brasschaat
-Gillisaas
ke
Rijkevorsel
Brecht
Stabroek Kapellen
Hoeselt
Sint-Truiden Riemst
Borgloon
Hoegaarden
Tongeren Heers
Landen
Voeren
Gingelom Herstappe
Sport
5 Sport.indd 5
17/02/11 16:37
Schoolsport
Handbal als ideale schoolsport Dat handbal nog niet algemeen doorgebroken is als een uitstekende schoolsport heeft vooral te maken met een aantal ongelukkige percepties. Zo denken velen nog dat je enkel kan handballen in een zaal van 40 op 20 meter, met aangepaste belijningen. Niets is echter minder waar: basisvormen van handbal, zoals tienbal of trefbal, kunnen perfect gespeeld worden in heel beperkte omstandigheden, zoals kleine turnzaaltjes of op speelplaatsen. Ook het didactisch materiaal heeft een grote invloed. Wie jaarlijks nog eens de bijna versteende ballen van 20 jaar geleden opdiept uit de schoolkelder en die vervolgens keihard oppompt, zal waarschijnlijk weinig kandidaat-doelmannen vinden. Ook kinderen met een beperkte vang- en werptechniek zullen zich er regelmatig aan bezeren. Maar tegenwoordig wordt, tot algemene voldoening, gewerkt met aangepaste softballen. Daarom nemen we het jaar “Handbal, Sporttak in de Kijker” graag te baat om één en ander in het juiste daglicht te plaatsen. Daarvoor laten we graag Jan Boury aan het woord, al vele jaren docent handbal aan de West-Vlaamse bachelors Lichamelijke Opvoeding in spe, en een uitstekend ambassadeur van handbal als schoolsport.
Handbal heeft meer dan twee doelen Een uitstekende schoolsport, dat handbalspelletje. Een saaie 0-0 ‘brilscore’ wordt het in ieder geval nooit, want doelpunten vallen er altijd. Technisch gezien is het geen moeilijk spel: de meeste leerlingen krijgen het snel onder de knie. Handbal is dan ook een ideale schoolsport! Iedereen kan het leren en het is vooral heel leuk. Een groot voordeel is dat op school zowel jongens als meisjes een partijtje (soft)handbal kunnen spelen, mét of tegen elkaar. Op die manier kunnen ook de meisjes ‘hun mannetje’ staan. Het komt namelijk niet alleen aan op pure fysieke kwaliteiten zoals kracht. Het is bovendien gemakkelijk te organiseren. Omdat er weinig materiaal voor nodig is, biedt handbal naast de gymles ook tal van mogelijkheden tijdens de middagpauzes en de naschoolse opvang.
Sport
6 Sport.indd 6
17/02/11 16:37
Het noodzakelijke materiaal In de gymzaal zijn meestal wel twee handbaldoelen aanwezig, maar je kunt even goed minivoetbaldoelen, banken, matten, hoepels of kegels gebruiken. De hoogte van de doelen kun je aanpassen aan het niveau of de leeftijd van de leerlingen. Je mag ze echter niet te klein maken: de succesbeleving van het scoren blijft heel belangrijk! Zeker bij gebruik van minivoetbaldoelen zijn zachte handballen uit veiligheidsoverwegingen uitermate aangewezen. De kans dat de doelverdediger de bal raakt, is heel groot. Komt hierbij dat je hem/haar meestal niet aangeleerd hebt het doel te verdedigen.
De inrichting Als je geen degelijke sportinfrastructuur (met bijvoorbeeld een volwaardig handbalveld) ter beschikking hebt, kun je toch nog op een heel boeiende en aangename manier handbal spelen. Je kunt de afmetingen van het terrein immers aanpassen aan de beschikbare ruimte. Een volleybal-, basketbal- of tennisveld volstaat. Je hoeft het doelgebied ook niet noodzakelijk af te bakenen met een cirkel: een rechte lijn kan ook. Je kunt de diepte van het doelgebied ook beperken tot 3 à 4 meter. Maar je moet wel altijd op twee doelen spelen. In handbal is de tegenaanval namelijk heel ‘doelgericht’. De leerlingen moeten na balwinst zo vlug mogelijk zo dicht mogelijk (op shotafstand) bij het doel van de tegenstander proberen te komen. Leerlingen hebben het immers tegenover een min of meer georganiseerde verdediging altijd moeilijk en dat veroorzaakt een heel statisch spel. De leerlingen staan dan meestal op hun positie stil, ze bewegen weinig of niet, komen soms zelfs niet tot shot of nemen onnauwkeurige afstandshots en scoren bijgevolg slechts met mondjesmaat. Zo is er weinig succesbeleving en daalt de motivatie snel.
Een spelgerichte methodiek Hoewel handbal in Europa een van de meest beoefende zaalsporten is, wordt het bij ons niet overal structureel aangeboden tijdens de lessen LO. Dit geldt zowel voor het lager als voor het secundair onderwijs. Waarschijnlijk komt dit omdat de leerkracht het spel niet of nauwelijks kent en onbekend is nog altijd onbemind. In het lager onderwijs kan gestart worden met eenvoudige mik- en afgooispelen en met keeperspelen. Bij mik- en afgooispelen gaat het erom om zowel ‘hard’ als ‘zuiver’ te gooien om een doel te treffen. Bij keeperspelen gaat het erom de keeper met een shot te passeren. In het secundair onderwijs is de overgang naar een aangepast handbalspel, zoals ‘4 tegen 4 softhandbal’ een logische stap. De basisbedoelingen van het afgeleide handbalspel in het secundair onderwijs zijn immers dezelfde als die van vereenvoudigde handbalachtige spelletjes die leerlingen spelen in de lagere school, zoals jagerbal of tienbal. In principe gaat het altijd om samenspelen, om mikken en treffen, waarbij de leerlingen de bal naar (een) doel werpen om te scoren. De basis van handbal is dus heel eenvoudig. Waarom zou het onderwijzen in en het leren van handbal dan ingewikkeld moeten zijn? Een belangrijk principe is dat alle leerlingen intensief en succesvol kunnen deelnemen. Dat betekent spelen in kleine groepjes. Dit heeft als gevolg: vele beurten en herhalingen, geen lange wachttijden, meer actiemomenten, meer balcontacten, een wervelend spelverloop, een grotere succesbeleving, een aanbod waaraan zowel goede als minder goede bewegers kunnen deelnemen en dus zeker meer leereffect. Een goede leerkracht kan het niet maken dat een gebrekkige lesorganisatie zou leiden tot weinig beurten, ook al wordt dit goed gemaakt door afdalende oefenmomenten waarbij veelvuldig op doel geshot wordt. Als eindvorm speel je dus (zelfs in het secundair onderwijs) bijna nooit het officiële 7 tegen 7 zaalhandbal, maar elke les in elk geval 3 tegen 3 of 4 tegen 4. In een 4 tegen 3 + keeperopstelling zijn immers alle essentiële tactische elementen, zowel aanvallend als verdedigend, in de
Sport
7 Sport.indd 7
17/02/11 16:37
breedte en de diepte aanwezig. Trouwens, die competitieve vorm van 7 tegen 7 is voor de nietgetrainde leerlingen te ingewikkeld. En door te grote groepen wordt het spel vaak erg complex en onoverzichtelijk.
De handballes moet in balans zijn! Vertrekkende van het spelen in kleine groepen op zo veel mogelijk veldjes (zodat zo veel mogelijk leerlingen tegelijk kunnen spelen) is het allerbelangrijkste dat de leerling speelt en dit als leuk ervaart. De bereidheid om iets te leren komt dan vanzelf. Maar je moet er blijvend over waken dat je handballessen in balans zijn. In het lesgeven moet je namelijk altijd een mooi evenwicht zoeken tussen leuk, leerzaam en hard werken. Je herkent hierbij de leerkracht als trainer (hard werken), als teacher (leren) en als entertainer (leuk). ‘Wie heeft er vandaag hard gewerkt?’ betekent dat alle leerlingen intensief en succesvol kunnen deelnemen, “Wie vond het vandaag leuk?” betekent dat leerlingen, die plezier beleven, bereid zijn harder te werken en “Wie vond het vandaag leerzaam?” betekent dat leerlingen wel bereid zijn stil te staan bij leermomenten, vooral als ze merken dat het leren uiteindelijk kan bijdragen tot een intensievere beleving van de handbalactiviteit. Natuurlijk zijn er handballessen waarbij het accent ligt op “leuk”, de andere keer op “leerzaam” en daarna weer op “hard werken”. Maar je krijgt een signaal als blijkt dat er wel heel veel lessen zijn die goed scoren op leuk, maar weinig op leerzaam, of andersom. Of als iedere keer blijkt dat slechts weinig leerlingen aangeven hard gewerkt te hebben. Dan moet er minder gepraat en meer bewogen worden. Kortom, zelf de balans bewaken door regelmatig terug te vragen, maakt het leerlingen duidelijk dat het tijdens het handbalspel in de les LO ook gaat om leren. Leuk is een aspect, maar leren en hard werken zijn de andere aspecten die net zo belangrijk zijn, waardoor je ervan overtuigd moet zijn dat handbal meer dan twee doelen heeft. Tijd om je handbalkennis nog even op te frissen? Schrijf je dan in voor één van de bijscholingen handbal voor leerkrachten LO. Je krijgt er ook een goede lesmap met DVD, voor een gestructureerde lessenreeks handbal in het lager of secundair onderwijs. Aarzel ook niet om contact op te nemen met de handbalclub uit de buurt of met een schoolploeg deel te nemen aan de SVS handbaltornooien of de VHV scholentornooien. ❒ Jan Boury
Sport
8 Sport.indd 8
17/02/11 16:37
De VHV en Sporttak in de Kijker
‘Imago van de handbalsport verbeteren’ Voor de Vlaamse Handbalvereniging is de verkiezing van Handbal tot Sporttak in de Kijker een gouden zaak. We vroegen aan enkele vertegenwoordigers van de Vlaamse Handbalvereniging waarom zij zich kandidaat stelden om Sporttak in de Kijker te worden, wat ze ermee willen bereiken en wat ze ervan verwachten. De boodschap is in elk geval duidelijk: de perceptie die de mensen van de handbalsport hebben positief bijsturen, de omkadering verstevigen en het ledenaantal verhogen.
David Van Dorpe: ‘Handbal heeft alles’ Administratief coördinator David Van Dorpe: ‘Handbal is een sport die internationaal een hoge vlucht aan het nemen is, maar in Vlaanderen surfen we voorlopig nog niet mee op deze golf. Daardoor besteden de media minder aandacht aan handbal, want we spelen internationaal amper mee en zo merkt de gemiddelde sportliefhebber in Vlaanderen ook minder van de Europese handbal-boom. Dat heeft een sneeuwbaleffect: Vlaanderen in een relatieve status quo, terwijl de rest van Europa met rasse schreden vooruit gaat. Daardoor vermindert de relevantie van handbal nog verder en zo wordt de kloof nog groter. Media-aandacht is in alle geval iets wat je niet kan eisen, maar enkel kan verdienen door hard te werken aan de basis en aan het product, door innovatief te zijn en misschien door het geluk te hebben een sportieve witte raaf voort te brengen. Die kan, door zijn of haar prestaties, desnoods bij een club in het buitenland, de media aanzuigen. Het enthousiasme voor de handbalsport in de rest van Europa is een teken aan de wand voor de vele mogelijkheden die handbal biedt. Daarom hopen we via ‘Sporttak in de Kijker’ de perceptie van de handbalsport ook in Vlaanderen te verbeteren bij de niet (voldoende) ingewijden, want onbekend is onbemind. Handbal als ideale schoolsport, handbal als spectaculaire kijksport, handbal als uitgelezen sport voor de vorming van allround atleten, de handbalwereld als dynamische innovator van ons sportlandschap via de Beneluxliga… Iedere handballer weet al lang dat deze sport alles heeft om elke sportliefhebber te kunnen boeien, nu de rest van Vlaanderen nog!’
Sport
9 Sport.indd 9
17/02/11 16:37
Gerrit Vertommen: ‘Ik heb er zin in’ Gerrit Vertommen is sinds 2006 Recreatiesport coördinator van de VHV en is de drijvende kracht achter de promotie van de handbalsport binnen en buiten de clubs. Daarnaast is hij als Directeur Sportkaderopleiding verantwoordelijk voor de bijscholing en vorming van trainers en professionelen uit de sportwereld die met handbal in contact komen, zoals leerkrachten LO en sportmonitoren. ‘Voor mij is de hoofddoelstelling van dit jaar ‘Sporttak in de Kijker’ een basis leggen voor de aangroei van ons ledenaantal. Mijn streefdoel is een groei van 25% van het aantal aangesloten jeugdspelers in de loop van 2011. Dit is essentieel om de handbalsport in een positieve spiraal te brengen. Waarom? Door het toegenomen aantal jeugdploegen zal er regionaler gespeeld kunnen worden. Clubs zullen geen 50 kilometer meer moeten rijden voor een jeugdwedstrijd, maar bij voorbeeld nog 20. Door kortere verplaatsingen zullen we concurrentiëler worden ten opzichte van andere teamsporten. Iedere sport moet ook rekening houden met een ‘drop out’, een ledenuitsroom rond de leeftijd van 16 jaar. Dat is een alom gekend fenomeen. Hoe meer handballers er zijn, hoe groter de kans dat eenieder in de buurt een ploeg kan vinden waar hij zijn sport op zijn maat kan beoefenen, zodat de drop out kleiner zal zijn. Op termijn zal er dan ook meer doorstroming zijn naar de seniorreeksen. De huidige, nog te kleine, visvijver zal groter worden zowel voor het competitieve prestatiehandbal als voor het recreatieve handbal. De provinciale competities zullen veel aantrekkelijker worden door meer teams binnen de regio. En het zijn net de spelers binnen deze ploegen die ook veelal een jeugdploeg trainen, jeugdscheidsrechter worden, ploegbegeleider van een jeugdploeg worden, kortom die het sociale weefsel rond handbal versterken.’ Hoe zal je dat concreet aanpakken? ‘We gaan veel inzetten op ons zogenaamde ‘Handbal XL project’. We hebben dit concept de voorbije jaren reeds kleinschalig geïntroduceerd, met succes. Op basis van de tot nu toe opgedane ervaringen hebben we Handbal XL al wat kunnen bijschaven en verfijnen, en nu zullen we het op grotere schaal in de praktijk kunnen brengen, dank zij Sporttak in de Kijker. Het uitgangspunt voor Handbal XL is de driehoek Club-School-Federatie. We willen de duurzame link leggen, herstellen of verstevigen tussen onze clubs en de scholen binnen hun rekruteringsperimeter. Leerkrachten LO zijn meestal stabiele factoren binnen scholen, maar ook zij gaan met pensioen, verhuizen of veranderen van werk. Het is dan ook belangrijk dat de club een dynamisch contact heeft met die leerkrachten, zodat zij zich bewust zijn van de mogelijkheden van handbal als schoolsport, innovaties in didactiek en lesmateriaal en het bestaan van de handbalclub in de gemeente. Het probleem is meestal dat de vrijwilligers uit de clubs overdag, tijdens schooltijd, niet beschikbaar zijn. Daar komen de mogelijkheden van de federatie mooi van pas om professionelen in te zetten. En zo heeft iedereen er voordeel bij. Vertrekken vanuit een win-win is altijd ideaal.’ Wat doen we concreet? ‘Per club wordt een actieweek vastgelegd in de scholen rond de clubsporthal. Gedurende die week worden er in de basisscholen initiaties gegeven door gekwalificeerde lesgevers van de club en de federatie. Belangrijk is dat de leerkracht LO steeds aanwezig is en mee de lessen geeft. Zo vangen we 2 vliegen in één klap: de kinderen spelen handbal en de leerkracht LO
Sport
10 Sport.indd 10
17/02/11 16:37
wordt ge-updatet over handbal, want bij sommigen is de sport al wat ver in het achterhoofd verdwenen. De turnjuf of -meester krijgt ook een pakket softballen en een lesmap met DVD om nadien nog handbal te kunnen geven en eventueel handballessen in zijn of haar jaarplan te introduceren. De kinderen die het leuk vonden zullen worden uitgenodigd op gratis initiatielessen bij de club om verder kennis te maken en, als het aanslaat, lid te worden. De club organiseert daarnaast een interscholentornooi waar de leerkracht LO met zijn schoolploegjes naartoe kan komen. Hier krijgt de club opnieuw de kans om de band met de school te smeden of wat strakker aan te halen. Als apotheose worden er per provincie nog 2 evenementen georganiseerd. Hier zijn alle kinderen uiteraard opnieuw welkom. Het kan in schoolverband, maar ook reeds in clubverband. Op het programma staan wedstrijdjes, coole handbalproeven (zoals gooien met een snelheidsmeter), randanimatie en soms ook een topwedstrijd die de kinderen met hun ouders kunnen bijwonen. Onze ‘Sporttak in de Kijker’- mascotte zal hier rondlopen en de kinderen verder wegwijs maken in de handbalsport.’ Niet overal is een club? ‘Er zijn inderdaad nog blinde vlekken op de Vlaamse handbalkaart. We nodigen daarom alle leerkrachten LO (en medewerkers van de sportdiensten) uit die regio’s uit, om deel te nemen aan de bijscholingen handbal. Die worden, samen met Bloso, in elke provincie georganiseerd. We moedigen ook alle leerkrachten aan om met de schoolploeg deel te nemen aan de scholentornooien van Sporttak in de Kijker of de SVS handbalcompetities. Ook het organiseren van een sportkamp handbal, of een sportkamp ‘handbal en omnisport’ tijdens de schoolvakanties is een goed idee. Wanneer er lokaal interesse bestaat om verder te gaan, zal de Vlaamse Handbalvereniging alles in het werk stellen om, samen met de lokale initiatiefnemers, een basiswerking uit te bouwen. Dat zal dan op maat gebeuren, volgens de mogelijkheden die er lokaal zijn. Daarvoor zijn één of meerdere lokale ankerpersonen wel cruciaal. Dat kunnen ouders zijn, of leerkrachten, of iemand van de sportdienst. Maar het kan evengoed iemand zijn die vroeger handbal speelde en verhuisde naar de betrokken gemeente. We zullen ook kijken of de dichtstbijzijnde clubs kunnen ondersteunen. Die clubs hebben alle belang bij nieuwe collega’s. Er bestaan ook allerhande formules voor de uitbouw van een werking: een club of kern kan perfect uit één ploegje bestaan, zelfs buiten competitie.’
Sport
11 Sport.indd 11
17/02/11 16:37
Als het project aanslaat komen er meer kinderen handballen, zijn de clubs daar klaar voor? ‘Meer kinderen in de clubs betekent natuurlijk ook meer nood aan omkadering. Daarom worden bijscholing, vorming en opleiding geïntegreerd in het Handbal XL project. Net voor en tijdens de actieweken worden ook cursussen jeugdscheidsrechter en aspirant-initiator (de eerste stap in de trainersopleiding) georganiseerd. De nieuw-opgeleiden kunnen dan meteen ingezet worden tijdens de scholentornooien en het eindevenement om mee ploegjes te coachen en de wedstrijdjes in goede banen te leiden. De VHV en de clubs zorgen voor een goede begeleiding zodat ook zij de handbalmicrobe als trainer en/of scheidsrechter te pakken krijgen. Zij zijn immers onontbeerlijk voor de uitbouw en groei van de clubs. Daarnaast worden er, zoals eerder aangegeven, nog 10 bijscholingen georganiseerd voor professionelen uit de sportwereld die niet echt vertrouwd zijn met handbal. Daar zullen ongeveer 500 leerkrachten uit het basis en secundair onderwijs aan deelnemen. Onze doelstelling is aan te tonen dat handbal perfect kan aangepast worden aan de schoolomstandigheden, en een ideale schoolsport is op alle niveaus en leeftijden. Hiervoor is een lesmap met demonstratie DVD ontwikkeld, die zij na afloop mee naar huis krijgen. Door de geïntegreerde aanpak van promotie, opleiding en bijscholingen ben ik ervan overtuigd dat we handbal zowel als schoolsport als op clubniveau in een positieve spiraal kunnen brengen. Ik heb er alvast zin in!’
Tim Houbrechts: ‘Evenementen om nooit te vergeten’ Er staat Tim Houbrechts een druk campagnejaar te wachten. De 24-jarige speler van de nationale ploeg brandt van enthousiasme om aan iedereen te laten zien dat zijn handbal een geweldige sport is. De ankerpunten van deze campagne zijn een aantal grote evenementen, waarvan sommige al bestonden en andere, dankzij ‘Sporttak in de Kijker’, worden georganiseerd. Tim is dit jaar de event-manager van de Vlaamse Handbalvereniging en geeft al wat toelichting bij zijn bezigheden.
Sport
12 Sport.indd 12
17/02/11 16:37
‘Tijdens het jaar van ‘Sporttak in de Kijker’ zullen we 2 soorten evenementen organiseren: breedte- en topsportevenementen. Tijdens de breedtesportevenementen is het doel om kinderen, ouders, senioren of gewezen leden,… (terug) in contact te brengen met de handbalsport. Zo zal er in elke provincie een ontmoetingsdag georganiseerd worden voor kinderen van 6-12 jaar. Tijdens deze dag kunnen alle kinderen op een speelse manier kennismaken met de handbalsport. Al deze dagen zullen plaatsvinden in een min of meer uniforme en herkenbare setting, met muziek, een mascotte, handbalproefjes, wedstrijdjes, speeltuigen en randanimatie, zodat de kinderen zich direct thuis voelen. Verder zal er ook voor het eerst een ‘Damesdag’ plaatsvinden waar (ex)handbalsters en geïnteresseerde meisjes en dames zich een hele dag zich kunnen uitleven. Intussen is er ook een en ander voorzien voor de kinderen. We zullen ook aanwezig zijn tijdens alle activiteiten van Bloso en zullen een Masters Tour met verschillende seniorentornooien organiseren. Het doel van de topsportevenementen is de mensen laten zien dat handbal echt alles heeft om de sportliefhebber te boeien. In de rand van deze topsportevenementen worden recreatieve handbalactiviteiten en –initiaties georganiseerd om zo een ‘niet-handbal-publiek’ aan te trekken. Elk evenement in een vol huis laten plaats hebben is hierbij dan ook de uitdaging. Het eerste topsportevenement, de Legend’s Day, had plaats op zaterdag 29 januari. Op deze dag was er de topper in de nationale competitie tussen Sporting Neerpelt-Lommel en Initia Hasselt.
Sport
13 Sport.indd 13
17/02/11 16:37
Voorafgaand hebben de oude gloriën die in de jaren ‘80 en ‘90 het mooie weer maakten bij beide clubs zich nog eens van hun beste kant laten zien op een handbalterrein. Op 26 en 27 februari wordt de eerste Final 4 van de BeNeLux liga in sporthal Sorghvliedt in Hoboken georganiseerd. Op deze dag mogen we ook een wereldhandballer verwelkomen in Antwerpen. Allen daarheen dus. Evenementen later dit jaar zijn de Vlaamse jeugdfinales in Oost-Vlaanderen, halverwege de maand mei, een WK kwalificatiewedstrijd van de Nationale Ploeg in Kortrijk begin november (de tegenstander moet nog wel geloot worden) en als afsluiter het Handbalgala. Het wordt een boeiend jaar, en ik vlieg er alvast in, net als op het veld!’
Luc Tack: ‘Basis leggen voor de lange termijn’ Het laatste woord geven we uiteraard aan Luc Tack, de Voorzitter van de Vlaamse Handbalvereniging, en binnen de VHV ook verantwoordelijk voor topsport. Luck Tack: ‘De invloed van ‘Sporttak in de Kijker’ op de kwaliteit van onze topsport zal in de loop van 2011 uiteraard miniem zijn. Topsport is een werk van lange adem, het topje van de piramide. Ik hoop uiteraard dat dit actiejaar ons aan de basis zal verbreden: hoe groter de vijver, hoe meer kans op kwaliteit in de toekomst. De voornaamste directe invloed van ‘Sporttak in de Kijker’ zal een verhoogde media-aandacht zijn, bijvoorbeeld voor onze spannende competitie, de Beneluxliga of de selecties, en dat is in ieder geval positief. Ik hoop ook dat we dank zij de vele evenementen dit jaar een aantal mensen kunnen terugbrengen naar de handbalsport. Sommige mensen, die op het hoogste niveau veel in hun sport investeerden, gaan na afloop van hun actieve spelerscarrière even iets anders doen. Ze investeren meer tijd in hun gezin of een individuele sport. Maar we moeten hen na een tijdje weer terughalen naar de handbalsport, om hun ervaring niet verloren te laten gaan. Daarvoor zijn initiatieven als de Legend’s Day of de Masters Tour uitstekend. Wel moeten we ervoor zorgen dat we hun ervaring ook honoreren en de administratie rond trainersdiploma’s en licenties binnen redelijke perken houden. Ten slotte denk ik ook dat we ons niet alleen blind mogen staren op de spelers en speelsters. 2011 is ook het Europees jaar van de vrijwilliger, en die mensen mogen ook eens uit de schaduw gehaald worden. Dat zullen we onder meer doen op ons Handbalgala in december, en terecht, want zonder vrijwilligers, geen sport!’ ❒ VHV
Sport
14 Sport.indd 14
17/02/11 16:37
Persstemmen over de handbalsport Piet Cosemans (VRT radio) Waar heb je kennis gemaakt met handbal? ‘Handbal was een les turnen die voor enige afwisseling zorgde. We speelden ook basket. Het was midden de jaren zestig van de vorige eeuw. Zweedse gymnastiek. Maar onze turnleraar Wim Hegge had een brede blik en dus handbalden we. Je moest dat met de hand spelen. Onthutsend! Voor een voetballer van nature en van opvoeding was het een zeer overtredend spel. Zondig. Het verbod trok aan. Dat legt je verkleefdheid aan die sport voor eeuwig vast.’ Mijn eerste opdracht? ‘Met pretentie gezegd: handbal is het Open Limburgs Kampioenschap. Soms Sasja, ooit Eynatten hebben dat verstoord, maar niet ernstig. Als Limburger, die ook freelancer voor Radio 1 is, gebeurt het vroeg of laat: ‘Kun je zaterdag handbal voor ons doen?’ Ik gokte op Hasselt – Neerpelt, ergens in de jaren tachtig. In het verslag zijn de woorden ‘vete’, ‘bloed’ en ‘onwaarschijnlijk heftig’ gevallen. Ik ben nooit voor handbal naar het buitenland geweest, maar vanuit de rest van Vlaanderen beschouwd, is alles wat zich in Limburg voordoet, zeer exotisch.’ Welke herinneringen blijven je altijd bij? ‘Ik geloof niet in dingen die ‘altijd’ bijblijven. Handbal uitgezonderd. Ik ben eens in Beyne geweest op de dag dat het secretariaat in de zaal gesloten was en niemand de sleutel bleek te bezitten. Geen telefoon. Gsm bestond niet. Het enige alternatief was buiten op een heuvel met een laken rooksignalen zenden naar de radiostudio in Brussel. Maar het was dichte mist op die novemberavond…’
Tom Boudeweel (VRT radio) Waar heb je kennis gemaakt met handbal? ‘Het eerste contact met het echte leven vindt altijd plaats op de schoolbanken. Deze wijsheid geldt ook voor het handbal. Op de speelplaats met de gevaarlijke, losliggende tegels trachtte de balverliefde gymleraar ons de prilste beginselen van deze sport mee te geven. Gooien, vangen, vrijlopen en sakkeren op de nerds die geen bal konden vasthouden. De conclusie na de humaniora was duidelijk: handbal is een sport voor mietjes. Wie de bal heeft, scoort. Logisch. En aangezien beide ploegen om beurt de bal hadden na een doelpunt, zat er geen verrassing in. De keeper stond te vaak voor joker. Tja, wie riskeert zijn zwakke zones door als een gek – altijd met de ogen toe – in de goal te staan molenwieken. Zinloos en redelijk aanleunend bij SM.’ Wat was jouw eerste journalistieke opdracht? ‘Handbal kreeg desondanks stilaan een aparte plaats in mijn steeds minder jong leven. Met dank aan Don Bosco Gent, zijn voorzitter, zijn toenmalige trainer, zijn tafelcommissaris, zijn veger, zijn spelers… Want Don Bosco leerde me van het handbal genieten. Sleurde me mee met een bus naar een Champions League-wedstrijd in Gummersbach, net over de grens, tegen het grote Real Ciudad. Spanning, sensatie, duelkracht, het harde leven van een pivot, jeugdopleiding, vrienden. Opdrachten voor de regionale televisie werden snel opgeëist, even nagenieten aan de toog werd een gewoonte. Waar waren de mietjes gebleven? Waar was die gelijkopgaande score? Het echte handbal geleek helemaal niet op het handbal van de speelplaats. Gelukkig maar!’ Onvergetelijke momenten? ‘Hoogtepunt voor mij werd de interland België – Turkije, georganiseerd door Don Bosco in het Gentse Tolhuis, midden in de Turkenbuurt. De bezoekers speelden een thuismatch. Het Tolhuis ontplofte, want dit was een superspannende wedstrijd, heel gelijkopgaand, met ene Lars Bertels in het doel. Een wereldpartij keepte de kale Antwerpenaar. Het Belgische publiek – onder wie deze journalist als number one supporter net boven het doel – werd gek van zijn reddingen. Aanvoerder Xavier Rits kon net niet zegevieren in zijn eigen stad. Jammer. Lars Bertels en Xavier Rits, beiden enkele jaren voordien ontmoet tijdens een Europese meerdaagse trip met het grote Ajax Lebbeke. Als enige journalist mee op pad. De gouden periode, tot duidelijk werd dat ook Lebbeke boven zijn stand had geleefd. De harde realiteit. Het Belgisch handbal heeft het moeilijk en Don Bosco Gent speelt nog altijd in de tweede reeks. Some things never change!’ Sport
15 Sport.indd 15
17/02/11 16:37
Beneluxliga
De Beneluxliga handbal Op een dag in januari 2007 werd België wakker met een handbalkater. De nationale ploeg was uitgeschakeld voor het EK na een zware nederlaag tegen Bosnië, een land waarmee België enkele jaren eerder nog kon wedijveren. Bondscoach Alex Jacobs, toenmalig technisch directeur Ken De Nil en Secretaris-Generaal David Van Dorpe maakten de balans op van de campagne van de nationale ploeg en inventariseerden de oorzaken van de uitschakeling. Aan de ene kant was de kloof tussen de topploegen en de staartploegen in de Belgische hoogste klasse te groot. Daardoor moesten de topploegen te weinig voluit gaan in de eigen competitie. Daarnaast waren er een aantal topploegen die niet meer deelnamen aan de Europacup uit financiële overwegingen. De Europese Handbal Federatie houdt geen regionale voorrondes, zodat een eerste ronde in de Europacup een dure trip naar Armenië of Georgië kan inhouden. Maar daardoor waren de Belgische handballers de voeling met het internationale handbal aan het verliezen. Om een oplossing te zoeken voor beide problemen, werd contact gezocht met bestuurders uit Nederland. De Nederlandse topploegen kampten met dezelfde problemen en stonden graag open voor een samenwerking. De handballers besloten dus te doen waar men in andere sporten al lang over sprak, maar niet in de praktijk bracht: de oprichting van een Beneliga. Deze bestaat eerst uit een voorronde, en de beste vier plaatsen zich voor een Final 4, die in één weekend gespeeld wordt, met halve finales op zaterdag en de kleine en de grote finale op zondag. De eerste editie toonde al dadelijk aan dat het sportief een meerwaarde was. KV Sasja, dat in de Belgische competitie ongenaakbaar was, moest tot het uiterste gaan om een gelijkspel uit de brand te slepen tegen het Nederlandse Aalsmeer, en meteen was de toon gezet voor een resem wedstrijden op het scherp van de snee, met een gezonde Belgisch-Nederlandse rivaliteit. De verplaatsingen waren niet onoverkomelijk, de kosten bleven binnen de perken en de wedstrijden gaven heel wat sportieve meerwaarde. KV Sasja werd de eerste Beneligakampioen (2008) gevolgd door de Nederlandse clubs Aalsmeer (2009) en Volendam (2010). Tongeren is de enige club die tot nu toe telkens de Final 4 haalde, maar kon nog nooit de finale spelen.
Sport
16 Sport.indd 16
17/02/11 16:37
De evolutie van het Beneliga-verhaal binnen het handbal wordt met argusogen gevolgd door bestuurders uit andere sporten. Maar er was ook interesse uit het buitenland, binnen de handbalwereld: al snel was Luxemburg vragende partij om ook mee te mogen doen. Luxemburg heeft enkele goede ploegen, en het (fiscaal) gunstige sportklimaat in het Groothertogdom maakt dat er toch een aantal profspelers hun brood verdienen met handbal. Om verder te kunnen groeien zochten de Luxemburgse topclubs een nieuwe uitdaging, en de Beneliga leek hen een uitstekende stap. Na enkele verkennende gesprekken bleek iedereen op dezelfde lijn te zitten. Zo kennen we sinds het seizoen 2010/2011 een Beneluxliga handbal, met de vier beste clubteams uit de drie landen. De eerste Final 4 van de Beneluxliga zal doorgaan in Antwerpen op 26 en 27 februari 2011. Niet alleen de handbalspelers leren bij in de Beneluxliga. Ook voor de scheidsrechters is het fijn en uitdagend om nieuwe lucht op te snuiven in onze buurlanden, de supporters leren een aantal nieuwe ploegen en spelers kennen en de clubbestuurders wisselen ervaringen en knowhow uit. Zo staan de Nederlanders veel meer open voor een ervaring als professioneel handballer in het buitenland, in tegenstelling tot de Belgen die meer gebonden zijn aan hun maatschappelijke carrière. In Luxemburg is er dan weer heel wat te leren over de benadering van sport door de overheid. Zo krijgen niet professionele atleten die hun land vertegenwoordigen via de nationale ploeg of in clubverband via de Europabeker extra betaald verlof. De overheid past bij aan de werkgever. Ook bestaat er een systeem van dienstencheques voor jeugdtrainers in sportclubs, worden de publieke sportinfrastructuren gratis ter beschikking gesteld van de clubs en zijn de bijkomende arbeidsprestaties in de sportclub van iemand die daarnaast voltijds werkt, vrijgesteld van RSZ bijdragen. ❒ David Van Dorpe
Sport
17 Sport.indd 17
17/02/11 16:37
Sportpromotie
Bloso sportpromotie organiseert dit jaar de twaalfde editie van ‘Sporttak in de Kijker’ De afdeling sportpromotie van Bloso begeleidt nu al twaalf jaar de verschillende sportfederaties tijdens hun jaar ‘Sporttak in de Kijker’. Bloso helpt hen een activiteitenkalender op te stellen om hun sport bekender te maken en om nog meer mensen deze sport te laten beoefenen. Een terugblik en een vooruitblik.
Hoe bepaalt men welke sporttak er in een bepaald jaar ‘in de kijker’ komt? Alle erkende en gesubsidieerde sportfederaties worden aangeschreven om hun kandidatuur te stellen. Uit al deze ingezonden kandidaturen wordt dan de ‘Sporttak in de Kijker’ gekozen. Natuurlijk zijn er een aantal criteria waaraan de kandidaturen moeten voldoen. Zo moet de sportfederatie bereid zijn om: ●
samen met Bloso een jaaractieplan op te stellen waarin sensibilisatie, initiatie, promotionele acties en vorming aan bod komen.
●
de nodige mankracht in te zetten en hun aangesloten sportclubs te stimuleren om aan de actie mee te werken.
Ook moet er aan één van de volgende criteria voldaan worden, nl: ●
in de loop van het jaar wordt er een belangrijk sportevenement georganiseerd, waardoor er extra media-aandacht voor de sporttak is
●
er is een Vlaamse topatleet of topsportploeg die een voortrekkersrol speelt
●
het aantal jongeren (< 19 jaar) dat de sporttak beoefent bedraagt minder dan 30 % van het totaal aantal aangesloten leden.
Uiteraard wordt er nagegaan of in de kandidatuur de noodzaak aangetoond wordt waarom deze sport zou moeten verkozen worden als ‘Sporttak in de Kijker’ en of de sportfederatie ook reeds een visie en voorstel heeft van de activiteiten die ze zou willen organiseren. Kan een bepaalde sporttak voor een tweede keer ‘in de kijker’ lopen? Een sporttak zou na verloop van tijd eventueel nog eens aan bod kunnen komen, maar dan moet er duidelijk een behoefte zijn die via ‘Sporttak in de Kijker’ kan ingevuld worden. Waaruit bestaat de steun van Bloso precies? Er is een budget, maar dit is geen subsidie aan de betrokken sportfederatie. De bedoeling is dus zeker niet om de gewone werking en reeds bestaande evenementen te ondersteunen. Het doel is om met dit budget activiteiten te organiseren in het kader van ‘Sporttak in de kijker’ of bestaande activiteiten een meerwaarde te geven binnen deze actie. Ook helpt Bloso met de promotie, de organisatie en de logistiek ( infrastructuur en materiaal). De sportfederatie moet uiteraard instaan voor de sporttechnische invulling en het contact met haar clubs. De sporttak zal ook het ganse jaar gepromoot worden op alle Bloso-activiteiten.
2003 K
o r f b a l
Sport
18 Sport.indd 18
17/02/11 16:37
Wat zijn de valkuilen voor de sportfederaties gebleken tijdens elf jaar ‘Sporttak in de Kijker’? De federatie mag zeker niet het extra werk dat deze actie met zich meebrengt onderschatten. Dit komt immers bovenop haar gewone werking. Een ander probleem blijkt het vinden van voldoende geschikte lesgevers voor alle activiteiten in gans Vlaanderen. Ook is het zeer belangrijk voor de sportfederatie om haar clubs voldoende te informeren om hen zo sterker te betrekken bij de actie. Het succes van deze actie hangt immers volledig af van de medewerking, betrokkenheid en inzet van de eigen clubs. Een andere valkuil zijn de soms te hoge verwachtingen. Er moet gestart worden met realistische verwachtingen en doelstellingen, men mag bijvoorbeeld geen verdubbeling van het aantal leden op een jaar tijd verwachten. De actie moet een aanzet en een nieuwe impuls geven om in de jaren nadien verder te werken aan de promotie van de eigen sport. Hoe kunnen mensen bereikt worden van buiten de gepromote sporttak? De bedoeling is uiteraard niet dat men de eigen clubleden gaat overtuigen hoe tof hun sport wel is. Daarom is het zeker een pluspunt dat er binnen deze actie wordt samengewerkt met de gemeentelijke sportdiensten, de provinciale sportdiensten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Activiteiten via deze kanalen, de aanwezigheid op Bloso-evenementen, Doe-aan-Sportbeurzen en de bijscholingen voor leerkrachten LO zullen er zeker voor zorgen dat de sportfederatie een ‘ander’ publiek bereikt. Ook zal er dit jaar geprobeerd worden om mensen van buiten de sport te lokken naar topwedstrijden zoals de Final Four van de Beneluxliga of wedstrijden van de nationale ploeg. Topsport, in dit geval tophandbal, wordt hierbij gebruikt als promotiemiddel. Ten slotte moet de federatie haar clubs aanmoedigen om elk in zijn eigen regio aan de actie mee te werken om zo een breder publiek aan te spreken. Hoe moet je zo’n jaar evalueren? Het ganse jaar door worden de activiteiten geëvalueerd en bijgestuurd waar nodig. Ook is het belangrijk dat men vooraf concrete doelstellingen vastlegt en men deze voor ogen houdt bij het samenstellen van de activiteitenkalender. Deze actie moet , zoals eerder vermeld, een aanzet en stimulans zijn om de jaren na de actie ‘Sporttak in de Kijker’ verder te werken met de nieuwe activiteiten, die werden ontwikkeld en met de nieuwe contacten die werden gelegd. Uiteraard is het ook belangrijk dat deze actie zich vertaalt in een toename van het aantal leden. Misschien niet onmiddellijk op het einde van het actiejaar, maar toch in de loop van het volgende jaar. En hoe kijkt sportpromotie aan tegen deze ‘Sporttak in de Kijker’? De Vlaamse Handbalvereniging (VHV) is enorm enthousiast en gedreven en ze staat te popelen om er in te vliegen. De activiteitenkalender bevat alle noodzakelijke elementen om de doelstellingen te realiseren en de VHV heeft ook reeds per provincie zijn clubs geïnformeerd en gemotiveerd. Met het reeds bestaande project ‘Hanbal XL’ , een vereenvoudigde en aangepaste vorm van schoolhandbal, heeft men een sterk product in handen dat dit jaar volop kan uitgespeeld worden in de bijscholingen en in de acties naar de scholen. Ook met de hippe varianten van handbal, nl: ‘Street Handbal’ en ‘Beach Handbal’ zullen ze zeker scoren op de evenementen. Met het enthousiasme van de VHV, de betrokkenheid van alle Vlaamse handbalclubs en de sterke producten die reeds klaar zijn moet het dus zeker en vast lukken om Vlaanderen meer handbalminded te maken. ❒ Marcel Coppens | Bloso sportpromotie
2007
HET JAAR
Sport
19 Sport.indd 19
17/02/11 16:37
Beachhandbal
Zon, zee, zand en beachhandbal Handballiefhebbers die aan de zomer denken, denken in de eerste plaats aan een welverdiende vakantie na een zwaar seizoen. Maar omdat velen hun favoriete sport geen 2 maanden kunnen missen, worden er verschillende alternatieve activiteiten georganiseerd. Beachhandbal is de bekendste handbalvariant. Daarnaast bestaat ook Sandbal, met licht afwijkende regels. Het beachhandbalcircuit is dan wel niet zo uitgebreid als het beachvolleybalcircuit, maar een aantal tornooien hebben toch reeds een aardige status verworven. Het gaat voorlopig niet om officiële competities maar over puur recreatieve zomertornooien, die erg gewaardeerd worden. Hoog tijd dus om wat meer te vertellen over het beachhandbal.
Wat is Beachhandbal? Beachhandbal wordt gespeeld met 4 tegen 4 en is vooral gericht op spektakel. Om dat zo veel mogelijk te stimuleren tellen de doelpunten uit ‘trick-shots’ zelfs dubbel: pirouettes in de lucht, bal aannemen en afwerken terwijl je al in de lucht hangt, salto’s, doelpunten van de doelman,… Dankzij de zachte ondergrond zie je veel bewegingen, worpen en sprongen die op een gewoon handbalveld ondenkbaar zijn. Dribbelen is onmogelijk op het zand, wat maakt dat het nog net iets sneller gaat dan in de zaal. Het belangrijkste aspect bij beachtornooien is echter het fun-gehalte. De drempel ligt ook erg laag. Of je al 10 jaar actief bent in het handbal of nog nooit een bal hebt aangeraakt, het maakt allemaal niet uit. De meeste ploegjes zijn zo samengesteld dat alle teams, bestaande uit handballers en niet-handballers, aan elkaar gewaagd zijn. Beachhandbal kent 1 belangrijke regel, namelijk: Fair Play! Deze regel zorgt ervoor dat zowel voor, tijdens en na de wedstrijdjes de sfeer optimaal is en iedereen staat te springen om aan zoveel mogelijk beachtornooien mee te doen.
Beachhandbal in Vlaanderen We mogen best trots zijn op enkele mooie tornooien die in Vlaanderen georganiseerd worden. Zo zijn de tornooien in het Limburgse Hechtel en Overpelt al een tijdje gevestigde waarden. Beide worden gespeeld tijdens het weekend en zijn zowel voor mannen, vrouwen, jeugd en senioren toegankelijk. Dat deze tornooien druk bezocht worden duidt toch wel op de goede organisatie ervan. Sport
20 Sport.indd 20
17/02/11 16:37
Sinds 2010 is er een nieuw tornooi ontstaan, namelijk het Beachball Festival te Hasselt. Het grote verschil met alle andere beachtornooien in Vlaanderen is dat het Beachball Festival een waaier van sporten aanbiedt. Zo kunnen liefhebbers van handbal, voetbal, streetbasketbal, tchoukball en volleybal allemaal tijdens hetzelfde weekend hun kunsten laten zien in Hasselt. Dit is uniek in Vlaanderen. Verschillende sporten verbroederen met elkaar op de terreinen of ’s avonds tijdens een van de gezellige beachfuiven. De editie van dit jaar zal plaatsvinden van vrijdag 24 tot zondag 26 juni 2011. Op vrijdagnamiddag worden alle ploegen verwacht voor het installeren van de tentjes op de camping en voor de grote openingsfuif. Op zaterdag en zondag worden de voorrondes en finalewedstrijden per sport gespeeld. Omdat handbal dit jaar Sporttak in de Kijker is wordt er een Belgisch Kampioenschap Beachhandbal georganiseerd. Verder is er ook veel randanimatie voorzien. Zo zal bijvoorbeeld het beachvolleybalduo Mouha-Van Cauteren aanwezig zijn voor een demotraining. De week voorafgaand aan het tornooi, als alles al klaarstaat, worden er sportdagen georganiseerd voor geïnteresseerde scholen. De organisatie verwacht, na het succes van vorig jaar, zowat 2.000 lagere schoolkinderen die het schooljaar op een sportieve manier afsluiten. Zo kunnen ook zij kennis maken met de diverse balsporten in hun strandvariant. Op woensdag 22 juni zal ook een grote seniorendag plaatsvinden, want beachsport is er voor alle leeftijden.
Beachhandbal in Europa Het beachhandbal in Europa heeft de laatste jaren, net zoals de zaalvariant, een ongelofelijke groei gekend. Zo werden er al EK’s en WK’s georganiseerd. Typerend voor de algemene verspreiding is dat Wit-Rusland Europees kampioen is geworden, een land zonder één centimeter kust. Ook werd enkele jaren geleden de European Beachhandball Tour opgericht. Ploegen kunnen zo allerlei Europese steden bezoeken om aan verschillende tornooien mee te doen. Het doel is om tijdens de verschillende tornooien zoveel mogelijk punten te verzamelen. De toekomst van het beachhandbal is dus verzekerd. Als men kijkt naar de groei die het zaalhandbal in heel veel landen aan het maken is, dan is het logisch dat het beachhandbal hier mee van profiteert! ❒ Tim Houbrechts
Wil jij deze zomer kennismaken met het beachhandbal? Surf dan snel even naar een van de volgende tornooisites voor meer informatie. www.beachballfestival.be - www.dhco.be - www.hv-arena.be Sport
21 Sport.indd 21
17/02/11 16:37
Clubhandbal
Help! Mijn kind vindt handbal fijn maar er is geen club in de buurt... De Vlaamse handbalclubs De handbalsport mag dan wel populair zijn in bepaalde regio’s, toch zijn er in Vlaanderen slechts een zestigtal clubs. De Vlaamse clubs tellen gemiddeld een 100-tal leden al zijn er enkele grote en een aantal kleine clubjes. Initia Hasselt, een club met een rijke traditie, was in 2010 de grootste club van Vlaanderen met iets meer dan 300 leden. Initia is vertegenwoordigd in ongeveer alle leeftijdscategorieën met jongens en meisjes, en heeft zowel bij de heren als de dames een competitieve en een recreatieve ploeg. Toch is Initia Hasselt klein begonnen. En ook nu zijn er nog een aantal kleine verenigingen die soms slechts bestaan uit één jeugdploeg of één seniorenploeg. En ook zij leveren een belangrijke bijdrage aan de rijkdom en de diversiteit van de handbalsport, want iedere club heeft zijn eigenheid en filosofie. Een groot aantal clubs werd opgericht in het begin van de jaren tachtig, maar nu nog ziet wel elk jaar hier of daar een nieuwe club het levenslicht.
Er is geen club in de buurt…wat nu? Dank zij ‘Handbal - Sporttak in de Kijker – 2011’ zullen heel wat kinderen in contact komen met de handbalsport via schoolinitiaties, sportkampen en sportdagen. Een aantal onder hen zal de stap willen zetten in de richting van een handbalclub, maar tot de vaststelling komen dat er in de eigen gemeenten geen vereniging actief is. Dan kan je drie dingen doen: op zoek gaan naar een handbalclub in de omliggende gemeenten, het handbalplan afblazen of… zelf een handbalclubje oprichten!
Sport
22 Sport.indd 22
17/02/11 16:37
De laatste optie is uiteraard de meest uitdagende: je kiest een leuke naam voor je club, je kan rekenen op heel wat hulp van de VHV, en je bent vertrokken, in de eigen gemeente. De Vlaamse Handbalvereniging, de provinciale afdelingen en de andere clubs zijn uiteraard vragende partij voor de oprichting van bijkomende verenigingen. Zo worden voor iedereen de afstanden kleiner om wedstrijden te gaan spelen, ontstaan er nieuwe dynamieken en komen meer mensen in contact met de handbalsport. De federatie staat dan ook met zijn allen klaar om opstartende clubs te steunen in allerhande domeinen: clubadministratie, relaties met de plaatselijke sportdienst, contacten met andere clubs uit de regio, een startpakket trainingsmateriaal, en, niet onbelangrijk, ook financiële ondersteuning Cruciaal is echter dat er een ankerpersoon is in de nieuwe vereniging, of, nog beter natuurlijk, enkele personen die het samen doen. Klein beginnen is uiteraard de beste tactiek. Daarna is alles mogelijk.
Wie kan zich geroepen voelen? Ben je vader of moeder van een kind dat via een initiatie met handbal in contact kwam? Speelde je vroeger handbal, maar ben je verhuisd naar een gemeente waar geen handbal gespeeld wordt, en zou je graag zelf een ploeg beginnen, of zou je willen dat je kind kan handballen in de eigen gemeente? Ben je leerkracht LO en deed je ploeg het zo goed in de SVS-competitie dat ze meer wil of werk je op de sportdienst en zou een handbalploeg een verrijking zijn voor het lokale sportaanbod? Is de handbalploeg in je gemeente verdwenen, uitgeweken of voel je je er niet meer thuis? Neem dan contact op met Gerrit Vertommen, de recreatiesportcoördinator van de VHV, en hij zal je wegwijs maken in alle mogelijkheden, en je met raad en daad bijstaan. Je kan Gerrit contacteren via
[email protected] en alle andere gegevens vinden op www.handbal.be. Join de club(s)!
Sport
23 Sport.indd 23
17/02/11 16:38
Historiek
Uit de praktijk In Gingelom in Zuid-Limburg bestond geen handbaltraditie. Een initiatie van de Vlaamse Handbalvereniging in de lokale basisscholen sloeg aan bij de kinderen en nu is er een club. Voorzitter Herman Borghs vertelt: “We hebben met enkele ouders een clubje opgericht voor onze kinderen die het fijn vonden. Met de hulp van onze sportfunctionaris Francis Meirens kregen we elke donderdag de gemeentelijke sporthal anderhalf uur ter beschikking. Voor de gemeente was het ook een goede zaak, want er waren in Gingelom geen clubs die zaalsport in teamverband aanboden. Ons budget is beperkt, maar we hebben voldoende aan het lidgeld en de gemeentelijke subsidie. Door het flexibele systeem van welpentornooien konden we ook regelmatig wedstrijdjes spelen.
Intussen hebben we deelgenomen aan de Limburgse pupillencompetitie. Nu hebben we ook een miniemenploeg, samen met de grote club uit buurgemeente Sint-Truiden. Zij helpen ons ook met trainers.” Ook in Aarschot en Lommel ontstonden de laatste jaren clubs met (voorlopig?) enkel jeugdwerking. Als de kinderen ouder worden neemt hun mobiliteit toe, en kunnen ze ook makkelijker gaan trainen bij clubs in de buurt. Voor grote clubs is het opstarten van een beperkte basiswerking in de randgemeenten dan ook de trend voor de toekomst. Ze creëren tegenstanders voor zichzelf in de directe omgeving, waardoor ze zich minder ver moeten verplaatsen voor jeugdwedstrijden en ze bouwen een bredere basis met beperkte inspanning. Atomix is al helemaal ingewerkt op dat vlak. Deze eerste nationaler uit Haacht zette in de buurgemeenten Putte en Keerbergen twee jeugdkernen op poten die het goed doen. De derde kern, in Leuven, is momenteel overigens al een volledig zelfstandige club. In Schoten werd in 2007 een nieuwe sporthal gebouwd. Een aantal mensen uit het Antwerpse met een verleden in andere clubs, die in Schoten woonden, beslisten om er samen een nieuwe club op te richten, voor de lokale jeugd. De club kende in twee jaar tijd een stevige groei en telt al meer dan 100 leden! Kriebelt het om ook je eigen ploeg op te richten? Neem dan zeker contact op en we helpen je verder. Of ken je iemand die daar de geknipte persoon voor is? Laat hem of haar dan zeker dit artikel eens lezen, of breng ons met elkaar in contact. ❒ David Van Dorpe
Sport
24 Sport.indd 24
17/02/11 16:38
Nicky Houba
Sport.indd 25
17/02/11 16:38
Sport.indd 26
17/02/11 16:38
Bram Dewit
Sport
27 Sport.indd 27
17/02/11 16:38
Sport.indd 28
17/02/11 16:38
Clubhandbal
Limburg domineert VHV-voorzitter Luc Tack over de voor- en nadelen Luikenaar Jules De Vlieger introduceerde in 1921 de handbalsport in België. Pas in 1958 ging men in dit land over tot de oprichting van de Belgische Handbalbond. In de periode tussen 1958 en 1978 dicteerden de Waalse clubs de wet. Enkel Sasja en Avanti Lebbeke konden de hegemonie van Flémalle, Schaerbeek, Seraing en Herstal even doorbreken. Maar bij de splitsing van de Belgische handbalbond in een Waalse en Vlaamse liga verloor Wallonië de controle. Sporting Neerpelt (10), Initia Hasselt (10), United Tongeren (4), KV Sasja (3), Olse Merksem (1) en Mechelen (1) waren samen goed voor 29 nationale titels. Eynatten (3) en HC Herstal (1) doorbraken slechts heel even de reeks. Nog opvallender is de dominerende rol van de Limburgse clubs in het hele verhaal. Sporting Neerpelt, Initia Hasselt en Tongeren verdeelden als het ware de prijzenpot in de voorbije dertig jaar. Neerpelt en Hasselt zijn met tien nationale titels natuurlijk recordhouder maar ook Tongeren begint een goed gevulde prijzenkast te krijgen. De trofeeënkast van handbalclub Achillles Bocholt is dan nog wel leeg maar de club van voorzitter René Werckx begint zich aardig in de debatten te mengen.
Maar de vraag is natuurlijk of de handbalsport in het algemeen gediend is met dergelijke ontwikkelingen. We legden ons oor te luisteren bij Luc Tack, die zijn functie van voorzitter bij United Tongeren combineert met het voorzitterschap van de Vlaamse Handbalvereniging. ‘Ik zou het natuurlijk liever anders hebben’, aldus de Tongerenaar. ‘Maar het feit dat Wallonië achterop blijft en de andere provincies de aansluiting met de top een beetje verloren hebben Sport
29 Sport.indd 29
17/02/11 16:38
mag de verdere ontwikkeling van de handbalsport niet in de weg staan. Maaseik en Roeselare domineren al jarenlang het volleybal. Concurrentie in België hebben ze niet echt meer, maar ze slagen er wel in aansluiting te krijgen met de Europese top. Dit zal op korte termijn niet weggelegd zijn voor Hasselt, NeLo (Neerpelt –Lommel), Bocholt en Tongeren maar ik merk bij deze clubs toch wel dat ze vooruit willen. Zo zijn we in Tongeren druk bezig met het scheppen van een kader om op semi-professionele manier te gaan werken. Natuurlijk voor de spelers die dat wensen, maar een aantal jongens hebben al volmondig ja gezegd en ook bij Initia Hasselt zit men op dezelfde golflengte. Initiatieven die alleen maar kunnen toegejuicht worden.’ Houdt het regionale karakter van de handbalsport op topniveau de belangstelling van de media niet tegen? Tack: ‘Daar ben ik het niet in alle opzichten mee eens. En ik verwijs opnieuw naar Maaseik en Roeselare. Die clubs zetten topsportprestaties neer en krijgen meer en meer de belangstelling die ze verdienen. En wie vorig seizoen de play-off finale tussen Bocholt en Tongeren gezien heeft op het scherm is gewonnen voor de handbalsport. De kijker vraagt spektakel en dat heeft hij vorig seizoen gekregen. Op regionaal vlak wordt er in Limburg ook relatief veel aandacht aan handbal besteed. Voor de nationale kranten is het inderdaad soms wel een argument om handbal naar de regiopagina’s te verwijzen. In de huidige fase van onze ontwikkeling is het regionale karakter van de handbaltop ook wel een voordeel op het vlak van de publieke belangstelling. De supporter maakt sneller de verplaatsing van Hasselt naar Tongeren dan pakweg naar Doornik. Als we echter verder willen evolueren hebben we een doorgedreven geografische spreiding van onze topclubs nodig, zoals dat bij voorbeeld in het basketbal het geval is. Dan wordt onze vijver groter, zowel voor het werven van spelers, sponsors als mediabelangstelling.’
Sport
30 Sport.indd 30
17/02/11 16:38
‘Trainingsmogelijkheden en omkadering onontbeerlijk’ Mis je gedrevenheid en ambitie aan de andere kant van de taalgrens? Tack: ‘Dat is nog zacht uitgedrukt. Wallonië trappelt ter plaatse. Ze hebben nog amper 3500 leden. Geen basis om op verder te bouwen. En dat gebrek aan ambitie laat hun betere spelers ook niet koud. Jongens als L’Hoest, Qerimi en Guccio bijvoorbeeld zijn de taalgrens al overgestoken. Wat gaan de jonge talenten die er nog spelen, jongens als Bolaers, Danesi en Neuville, de volgende jaren doen? Willen ze zich verder ontwikkelen als handballer dan is een transfer naar een Vlaamse club haast aangewezen.’ Hoe zit het met Brabant, Antwerpen, Oost- en West-Vlaanderen? Tack: ‘Ik ga niet oordelen over visies en structuren van andere clubs. Het gegeven is dat de topclubs zich momenteel in Limburg bevinden en dat deze provincie ook het grootst aantal leden levert. En die ledenaantallen moeten ook in de andere provincies omhoog. Met een initiatief als “Handbal, Sporttak in de Kijker 2011” moet dat lukken. Ik hoop alleen dat de clubs het belang van dit initiatief inzien en dat de roadshows en regiodagen een ongekend succes worden. Er moet opnieuw handbaltalent gegenereerd kunnen worden en dat kan alleen als er veel nieuwe leden aansluiten. Een dergelijke ontwikkeling biedt ook nieuwe mogelijkheden voor de topsportschool die – hoe kan het ook anders – in Limburg gevestigd is. Op dit moment is het zo dat de topsportschool rekruteert in alle provincies maar de beste afgestudeerden blijven nadien meestal aangesloten bij een Limburgse topclub. En de oorzaak moet niet ver gezocht worden: deze speelsters en spelers willen zich vervolmaken als handballer en dat kan helaas alleen bij een topclub. Trainingsmogelijkheden en omkadering zijn onontbeerlijk. Ik kan alleen maar hopen dat op korte termijn ook in de andere provincies die faciliteiten voorhanden zijn om de handbalsport vooruit te helpen. En dat het inderdaad kan heeft Sasja de voorbije jaren in Antwerpen al bewezen.’ ❒ Ivo Kwanten
Sport
31 Sport.indd 31
17/02/11 16:38
Topsportschool
Persoonlijkheidsontwikkeling van cruciaal belang
‘De topsportschool is meer dan handballen alleen’ De topsportschool voor het handbal in Hasselt bestaat al dertien jaar. Het belang van deze school voor de ontwikkeling van handbal als topsport in Vlaanderen kan onmogelijk overschat worden: de topsportschool is levensnoodzakelijk om de kloof met de internationale subtop niet onoverbrugbaar te laten worden. Op clubniveau kan momenteel nog nergens de trainingsfrequentie en -intensiteit geboden worden die hiervoor noodzakelijk is. Ex-bondscoach Jos Schouterden stond mee aan de wieg van het project en overloopt welke positieve evoluties de school heeft doorgemaakt en sporttechnisch-coördinator Linde Panis plaatst de topsportschool in het kader van de ganse handbalopleiding. Twee specialisten aan het woord. Hoe ontstond de topsportschool in Hasselt? Jos Schouterden: ‘Zoals dat wel eens meer gebeurt in dit land, kwam die er onder een zekere politieke druk. Het tennis en het volley waren eigenlijk al langer met een soortgelijk project bezig, maar dat was nog niet officieel gelegaliseerd. En dus kwam de nadrukkelijke wens vanuit de politiek om in meer sporten te starten met een topsportschool. Wij zijn dan met het handbal eind 1997 op die trein gesprongen en begin 1998 zette ook de raad van bestuur van de Vlaamse Handbalvereniging (VHV) het licht op groen onder twee voorwaarden: het mocht niets extra kosten en Jos Schouterden moest zorgen voor de structuur en de plaats waar het zou starten.’ En Jos Schouterden trok zijn plan? ‘Uiteraard, wat moest ik anders doen? Qua plaats moest het ergens zijn waar al een handbaltraditie heerste en vermits ikzelf in Hasselt les gaf op het KTA, waar al een sporthumaniora bestond, was daar snel een akkoord over bereikt. Maar ik moest ook nog kennis vergaren omtrent de inhoud van zulk project en waar kon ik die beter vinden dan in Frankrijk, waar ze al 25 jaar bezig waren met hun Centres d’Etudes. Via mijn goede vriend en trainer Daniel Costantini ging ik de gespecialiseerde opleiding voor jongens in Chartres en voor meisjes in Orléans bekijken en ik kon eraan beginnen.’
Sport
32 Sport.indd 32
17/02/11 16:38
Moet je aan bepaalde normen voldoen om in de topsportschool toegelaten te worden? ‘De criteria voor een teamsport liggen wel enigszins anders dan bij een individuele sport. Wij hebben b.v. steeds een doelman nodig. Er kwamen criteria en die werden elk jaar bijgestuurd. In het eerste jaar hadden we 24 leerlingen. Nu hebben we er 48. Het heeft even geduurd vooraleer de topsportschool in alle graden mogelijk was, vandaar deze groei. Pas in 2010 kwamen met Carmen Lips en Iris Peeters de eerste leerlingen uit, die de zes jaren doorlopen hebben. Carmen speelt nu bij het Franse Nîmes, Iris heeft een basisplaats bij de huidige landskampioen.” Wat is er in de loop van die dertien jaar allemaal veranderd? Linde Panis: ‘Het aantal lesgevers is gestegen en vooral: de begeleiding is danig verbeterd. Drie mensen zorgen voor de medische begeleiding, er wordt aan preventie gedaan, sportverzorging en ijstherapie. Eén keer per week komt er ook een sportpsycholoog langs, voor groeps- of individuele sessies, voor leerlingen of trainers. Hij werkt zo bijvoorbeeld rond ‘omgaan met stress’. Er kwam ook een voedingscoach bij die zorgt voor tips bij een gezonde en doordachte sportvoeding bij kinderen in hun volle groei, die hen leert drinken op het juiste moment (nietalcoholische dranken uiteraard) en ze helpt bij de timing van het eten en het samenstellen van een evenwichtig menu. Ze moeten tenslotte twee keer per dag trainen en zich daarnaast ook nog kunnen concentreren in de klas. Eigenaardig maar waar: het zijn de echte talenten die hier ook meer van meedragen dan de anderen.’ Daarnaast is er ook veel aandacht voor de studies van de leerlingen. Ook de trainers volgen deze van dichtbij op. De topsportschool is echt een gezamenlijk project van de directie, de leerkrachten, de federatie en de sporttechnische en paramedische staf. Zij zorgen samen voor een dagelijkse en intensieve begeleiding van elk leerling. Vind je dit in een ‘gewone’ school? Hoe past de topsportschool in de opleiding van handballers? ‘Zij is een heel belangrijk deel van onze topsportpiramide. In Europa heeft de handbalopleiding een serieuze vlucht genomen. Indien wij aansluiting willen vinden, moet er van jongsaf aan serieus geïnvesteerd worden in talentontwikkeling. De topsportschool is voor de federatie hiervoor hét middel. Vandaar ook dat de eerste graad werd opgestart. Hieruit is bijvoorbeeld een Xenia Smits gekomen, die nu de jongste speelster is in de Duitse Bundesliga. De laatstejaars stappen in in het beloftenproject waardoor zij al in contact komen met de oudere leeftijdscategorie. Zij krijgen daardoor extra-trainingen onder supervisie van de bondscoaches (Nijdam, Golic in het verleden en nu Alex Jacobs).’
Sport
33 Sport.indd 33
17/02/11 16:38
Wat mag je verwachten van een leerling die uit de topsportschool komt? Jos Schouterden: ‘Op sportief gebied is de minimum doelstelling dat ze basisspeler moeten kunnen zijn bij een ploeg uit eerste afdeling. Halen ze dat niet, dan is er iets fout gelopen. En het uiteindelijke doel is de nationale ploeg. Er is ook opnieuw gestart met een meisjesselectie en meisjes profileren zich momenteel toch iets meer in het buitenland dan de jongens, denk maar aan Nicky Houba, een van de huidige topkeepsters in Frankrijk. Maar ook Gert-Jan Mathijs is op 18-jarige leeftijd naar Frankrijk getrokken om zijn opleiding in combinatie met hogere studies verder te zetten. Studies blijven voor de leerlingen minstens even belangrijk. Bij ons volgen ze studies in het ASO en het TSO, waardoor ze na hun middelbare studies nog overal terecht kunnen. Dit is echter vaak een misvatting. Daarbij komt dat de leerlingen de persoonlijkheidsontwikkeling die ze opdoen meenemen voor heel hun leven.’ Maar als je onze nationale ploegen ziet staan naast die van andere landen, dan komen onze selecties kracht te kort. En internationaal tellen we weinig mee… ‘Kracht is een van de belangrijkste eigenschappen in het internationale handbal geworden. Ook in onze opleiding, zowel op school als in het beloftenproject, wordt er nu heel veel aandacht geschonken aan krachttraining, maar dat kost tijd. Het heeft eveneens met de fysionomie van onze handballers te maken. De selectiecriteria zijn daar nu meer op gericht. Bovendien is het Belgische handbal minder op kracht gericht, waardoor de spelers in competitie er minder mee worden geconfronteerd. Er is ook het probleem van de zorg na de middelbare school. Linde Panis: ‘Tot 15, 16 jaar kunnen we mee met de andere landen. Wij leiden op, alles is hier voorhanden. Daarnaast is enkele jaren geleden het beloftenproject voor spelers van 17 tot 22 jaar gestart. Maar misschien kampen een aantal talenten ook met een gebrek aan echte ambitie en motivatie. Ze zijn koning onder de kerktoren en in het land van de blinden is éénoog soms koning. En dus werken ze eigenlijk niet meer verder aan hun ontwikkeling als handbalspeler.’ Toch proberen jullie hieraan iets te verhelpen. ‘Natuurlijk. We zijn er eindelijk in geslaagd een VHV-ploeg in de (nationale) juniorencompetitie te brengen. Wat ze leren op school, moet nu ook toegepast worden in wedstrijden. Dat maakt dat de wedstrijden achteraf ook ontleed kunnen worden op school. Alleen het peil van de competitie zou nog verbeterd kunnen worden, maar heel de tijd samen spelen in één ploeg, brengt toch een niveauverhoging met zich mee.’ De topsportschool blijft verder bestaan? ‘Natuurlijk. De ganse structuur staat er en die moet blijven bestaan. Dat is té belangrijk voor de handbalfederatie. De topsportschool moet ook de weg zijn naar een plaats in één van de nationale ploegen.’ ❒ Marcel Coppens
Sport
34 Sport.indd 34
17/02/11 16:38
Profspelers: Nicky Houba
Limburgse is een topper in Frankrijk Vraag aan de doorsnee-sportliefhebber welke Belgische vrouw al ooit in een teamsport een Europese beker won en hij zal wellicht uitkomen bij basketdiva Ann Wauters. Vraag hem of hij zich wellicht ook iemand uit het handbal herinnert en buiten één enkele Limburger zullen de meesten het antwoord schuldig blijven. Nochtans presteerde de inmiddels 26-jarige Tongerense doelvrouw Nicky Houba het om met het Franse Nîmes de Challenge Cup te winnen na een finalezege tegen het Duitse Thüringen/ Erfurt. Ze kreeg er in 2009 ook de trofee ‘Limburgse sportvrouw van het jaar’ voor toegekend. Ze trad daarmee in het voetspoor van illustere voorgangsters zoals Kim Clijsters en Tia Hellebaut. ‘Over die uitverkiezing was ik echt wel trots. Dat vond ik een hele eer. Niet alleen voor mij persoonlijk, maar ook voor het hele handbalwereldje in ons land. Ik hoop meteen dat het vrouwenhandbal in ons land er een nieuwe ‘boost’ mee kan krijgen,’ vond sympathieke Nicky daar zelf van. Want jij bent één van de weinige handbalspeelsters die werkelijk prof zijn. Hoe komt het dat zo weinigen de stap wagen? ‘Ik zie natuurlijk niet genoeg wedstrijden in België om me over het huidige niveau uit te spreken, maar ik ben ervan overtuigd dat de Franse competitie kwalitatief een pakje hoger mag ingeschat worden. Ik denk dat het bij veel meisjes ontbreekt aan de nodige motivatie om de stap te zetten naar een profbestaan. De schrik om thuis weg te gaan? Kiezen voor meer zekerheid, voor de vrienden en vriendinnen, voor het gezinnetje, voor korte succesjes onder de kerktoren? Ze kennen ook het professionele handbal niet en ze weten niet wat je ermee kan leren of winnen.’
Sport
35 Sport.indd 35
17/02/11 16:38
Over welke vereisten moet je beschikken om te slagen als profspeelster? ‘Je moet natuurlijk in eerste instantie over het nodige talent beschikken. Vervolgens moet je fysiek sterk genoeg zijn en hopen dat je gespaard blijft van allerlei soorten blessures. Ik heb b.v. het geluk gehad dat ik zelden of nooit geblesseerd geraakte. Misschien het voordeel om doelverdedigster te zijn. Twee seizoenen geleden had ik alleen last van een lichte knieblessure.’ Jij bent er zelfs in geslaagd om het professionele handbal te combineren met studies… ‘Ik heb inderdaad mijn Masters-diploma gehaald in ‘Sport, voeding en gezondheid’. Maar voorlopig heb ik nog geen ambities om daar een vervolg aan te breien of om mijn diploma te gelde te maken. Dit is amper te doen in een professionele competitie zoals in Frankrijk met dikwijls verre reizen vanuit Bretagne, waar ik sinds dit seizoen bij Brest speel. Tijdens mijn studies heb ik altijd wel het geluk gehad dat ik bij ploegen terecht kwam, waar ik van een topsportstatuut kon genieten, waardoor ik een aantal lessen kon ‘brossen’ of mijn examens gespreid kon afleggen. Misschien neem ik de draad wel weer op als ik mij echt begin te vervelen.’ Je bent in Frankrijk wel erkend als talentrijke doelvrouw … ‘Ik ben er inderdaad toe aan mijn zevende seizoen in de hoogste afdeling. Eerst bij Le Havre, waarmee ik de Franse beker won, dan vier jaar Nîmes, waarmee ik de Europese beker won en dit seizoen speel ik dus bij Brest. Een ploeg die twee seizoenen geleden nog in tweede afdeling speelde, vorig jaar als zevende eindigde en nu bij de top-3 van Frankrijk hoort. Eigenlijk ontbreekt er nog een Franse titel op mijn palmares, maar of dat voor dit seizoen zal zijn, lijkt me twijfelachtig. We hebben een iets te beperkte kern van zeven, acht speelsters die constant op het terrein komen. Maar we speelden wel de bekerfinale. Die verloren we met slechts twee puntjes verschil tegen topfavoriet Metz. Het was de derde keer tegen Metz en de derde keer dat we verloren.’
Sport
36 Sport.indd 36
17/02/11 16:38
Je had na vorig seizoen ook aanbiedingen uit Denemarken… ‘Het stond voor mij vast dat vier jaren Nîmes voldoende waren. Ik wilde een nieuwe uitdaging. Er waren inderdaad vage aanbiedingen vanuit Denemarken, maar ik ben niet iemand die achter hen aan loop te bedelen voor een job. Bij Brest heb ik gekozen voor de zekerheid van een profbestaan, ook al mis ik dit seizoen het Europese handbal, maar dat halen we volgend jaar wel op. Ik denk dat iedereen me intussen voldoende kent.’ Je sprak enkele jaren geleden de hoop uit om dichter bij huis te spelen… ‘In kilometers ligt Brest dichter bij Tongeren dan Nîmes, maar de verplaatsing duurt minstens even lang.’ Hoe lang blijf je nog profspeelster? ‘Bij Brest heb ik alleszins een contract tot midden 2011. De kans is reëel dat ik blijf, maar ik bekijk het voortaan jaar per jaar. Ik voel me goed in Bretagne, ik krijg er veel spelgelegenheid en dat was toch ook één van mijn betrachtingen. De club heeft sportieve ambities en die heb ik ook. Het enige negatieve is de verre, vermoeiende verplaatsing naar België. Hoe dan ook, ik blijf dit doen tot mijn dertigste. Dan is het goed geweest. Er zijn ook nog andere dingen in het leven dan alleen handbal.’ Wat leer je nu als handbalster in Frankrijk, wat je bij ons niet terugvindt? ‘Ik denk wel dat ik in de Topsportschool in Hasselt een goede technische basis meekreeg. Op dat gebied diende er niet zo heel veel meer verbeterd te worden. Wat er uiteraard is bijgekomen, dat is de ervaring. Maar natuurlijk kan je altijd nog in alles beter worden. Ik werk nog hard aan een betere plaatsing, het bespelen van de tegenstanders en de communicatie met mijn medespeelsters in de verdediging. Door mijn leeftijd – ook al ben ik er nog ‘maar’ 26 – heb ik ook een grotere impact op een ploeg met vele jongeren. Ik moet ze meer motiveren, stimuleren, raad geven. Mijn verantwoordelijkheid in de groep is toegenomen. En dat terwijl ik eigenlijk zelf nog niet barst van zelfvertrouwen. Ook daar moet ik zelf nog aan werken, ondanks alle mooie resultaten en goede statistieken.’ Sport
37 Sport.indd 37
17/02/11 16:38
Zijn er nog verschillen tussen het Franse en het Belgische handbal? ‘Ik denk dat de sport veel meer op tv komt. Ze hebben in Frankrijk dan ook een aantal echte vedetten. Voor onze thuismatchen worden regelmatig scholen uitgenodigd. Bovendien komt elke speelster in de hoogste afdeling uit een Centre de Formation of ‘Sports et études’. Ook na de middelbare school worden de speelsters opgevolgd en dat gebeurt in België bijna of helemaal niet.’ Mis jij jouw familie en vrienden niet? ‘Ik vergeet ze zeker niet en zij vergeten ook mij niet. Dat merk ik aan de vele mails en de drukke ‘Facebook’-interventies. Ik krijg trouwens regelmatig bezoek van mijn familie. En dat is dan niet omdat ze op doorreis zijn, maar wel om naar mij of naar onze ploeg te komen kijken. Ook mijn nicht en ex-clublid Marijke Peters komt al eens over en dan is het weer lachen geblazen.’ Nooit spijt gehad dat je niet in een andere sport bent terecht gekomen? ‘Ach, heel de familie speelde handbal. Mijn mama, mijn papa. Ik moest dan in het doel staan en ik deed het daar redelijk goed. Spijt? Ja, misschien wel een beetje. Ik had misschien eens meer moeten proeven van andere sporten. Maar al bij al ben ik tevreden, hoor!’ Heb je nog ambities voor de komende jaren? ‘Ik wil wel Belgische meisjes helpen, die het ook in het buitenland willen waarmaken. Zo heb ik er mee voor gezorgd dat de Oost-Vlaamse Carmen Lips enkele dagen kon testen bij Nîmes en intussen is zij er toch al gans de tijd opgenomen in de beloftenploeg. Het zal zeker niet slecht zijn voor haar Frans en ze leert een pak nieuwe mensen en ideeên kennen. Voor mezelf zou ik het fijn vinden om nog een prijs mee te pakken. Zoals gezegd, mis ik nog de Franse titel op mijn palmares. Misschien kunnen we ons volgend seizoen ook in een Europese beker nog eens tonen. Maar ach, ik speel nu al twintig jaar handbal en dat voel ik stilaan aan mijn gewrichten. Ik bekijk het wel jaar na jaar. Als ze echter met concrete voorstellen uit Denemarken of Noorwegen afkomen, dan ben ik zeker geïnteresseerd.’ ❒ Marcel Coppens
Sport
38 Sport.indd 38
17/02/11 16:38
Profspelers: Bram Dewit
‘Dankbaar dat ik profhandballer kon worden’ Nee, ze weten in Frankrijk niet dat de vertaling van zijn naam eigenlijk Leblanc is. En dat wil Bram Dewit liefst zo houden. Hij heeft er in zijn leven al genoeg grapjes om moeten slikken, want voor alle duidelijkheid: Bram heeft een donkere huidskleur. Een Haïtiaanse jongen die te vondeling gelegd werd en die al heel jong door een Hasseltse familie geadopteerd werd. Een hele lieve jongen ook, met een smakelijke bulderlach en een vriendin Kelly Paumen, waarmee hij deze zomer in het huwelijk treedt. Maar eerst de competitie verder afwerken in Frankrijk, waar hij basisspeler is in de tweede afdeling bij Sémur-en-Auxois. U zei? ‘Ja, ik begrijp dat niemand dat landelijke dorpje in de Côte d’Or weet liggen. Het telt amper 4000 inwoners, het ligt in de Bourgognestreek en we hebben een sporthal voor amper 500 toeschouwers, die echter bij elke thuismatch afgeladen vol zit, terwijl er eigenlijk nog best even veel supporters een ticketje zouden willen. Maar de gemeente zou eraan werken,’ weet de 28-jarige Limburger. De streek is wel gekend om haar speciale biefstukken en bij de wijnkenners zullen namen als Pouilly en Châteauneuf een lichtje doen branden. Het zijn niet alleen gekende merken, maar ook nagenoeg buurdorpen van Sémur, waar dan weer een speciale soort stinkkaas gemaakt wordt, geeft Bram ons nog mee als herkenningselementen voor ‘zijn’ departement met Dijon als hoofdstad. Hoe komt de 28-jarige Hasselaar met zijn 1m97 hier terecht om er als profhandballer te leven? ‘Ik speelde natuurlijk al langer in Frankrijk. Eerst twee seizoenen in Ajaccio (Corsica), nadien in Cesson, waarmee ik naar de hoogste Franse afdeling promoveerde. We stonden er tussen de 12de en de 14de plaats, maar veel speelkansen kreeg ik er niet. Toen ik ook nog eens met een voetblessure terugkwam van een campagne met de Belgische nationale ploeg, geraakte ik nadien moeilijker opnieuw op mijn beste niveau. Bovendien kreeg ik het gevoel dat de trainer me eigenlijk niet meer wilde, want ze hadden al een speler op mijn positie in de ploeg aangetrokken. Daarom ging ik in op de vraag van Sémur. Ik kwam ook steeds dichter bij België qua afstand: 12 uur minstens naar Corsica, 7,5 uur naar Cesson en 6,5 uur naar Sémur.’ (lacht) Hoe kwam je eigenlijk in jouw jonge jaren bij het handbal terecht? ‘Als tienjarige jongen was ik eigenlijk helemaal niet actief. Maar op school deed ik wel altijd mee aan balsporten, zoals voetbal, volley, basket en handbal. Mijn ouders maakten daar snel gebruik van om me te laten inschrijven bij één of andere club. Voetbal werd uitgesloten omdat ze meenden dat ik niet tegen de kou zou kunnen. En dus werden alle andere clubs die in zaal
Sport
39 Sport.indd 39
17/02/11 16:38
speelden opgebeld om informatie te verkrijgen. Waar ze speelden, wanneer ze trainden en hoeveel keer per week. En toen werd het handbal, want de jeugd van Initia speelde het dichtst bij huis, zodat ik er met de fiets naartoe kon om er drie keer per week te trainen. Ik was toen ook al groot van gestalte, maar ik moest nog alles leren natuurlijk. Hoe moest ik gooien? Gooi maar, zegden ze en geleidelijk aan hebben ze me alles geleerd.’ Nooit spijt gehad van de keuze voor handbal? ‘Mocht ik in tweede nationale van het voetbal uitkomen in plaats van in tweede nationale van de Franse handbalcompetitie, ik zou vermoedelijk tien keer meer verdienen. Ik zou ook getennist kunnen hebben. En toen ik op de sportschool meedeed met atletiek, kwam ik steeds met een gouden medaille op de 100 meter naar huis. Zwemmen en fitness deed ik ook wel graag, maar dat waren allemaal individuele sporten en ik hield meer van het spelen in een team.’ Je speelde bij Initia Hasselt en bij de topsportschool in Hasselt? ‘Ik kreeg dus inderdaad de basisbegrippen mee bij Initia, waar ik altijd bij een hogere leeftijdsgroep werd ingedeeld. Ik speelde bij de pupillen, maar ik trainde bij de miniemen omdat ik zo groot was. Maar het is op de Topsportschool dat ik eigenlijk alles geleerd heb. Ik was in feite op mijn best toen ik in de Topsportschool zat. Achteraf is er een deel van die kennis verloren gegaan. Want je wordt dan 18 jaar, je wil een profstatuut en je wil het niveau houden, maar dat lukte niet helemaal op clubniveau. Ik had inmiddels ook nog een groeischeut gekregen en ik ben dan bijkomend op de Topsportschool gaan trainen met de jongens van het vijfde middelbare. Dat kon echter niet blijven duren en dan ben ik met Jos Schouterden gaan praten.’ En die suggereerde om sport en studies te combineren in ‘Sports&Etudes’ in Frankrijk? ‘De mogelijkheid bestaat inderdaad in gans Frankrijk: een school in Bretagne, drie in Parijs, een in Bourgogne, een in het Noorden en ze zijn allemaal gevestigd in de buurt van grote clubs, waar acht keer per week getraind wordt. Ik wilde eerst kinesitherapie doen. Je mocht dan wel al de examens spreiden, maar ik vond het toch wel een nadeel dat je op de duur vier jaar kineopleiding spreidde over zeven jaar. Ik koos ten slotte voor de hogeschool en daar haalde ik een Bachelor-diploma in ‘Financies en verzekeringen’. We zien wel wat we daarmee doen.’
Sport
40 Sport.indd 40
17/02/11 16:38
Want intussen blijf je nog wel prof bij Sémur? ‘Ik heb nog een contract van één seizoen daar in Bourgogne, tenzij we zakken. Die ploeg stond vorig seizoen nog in derde afdeling, ze promoveerde en nu – bij de winterstop – staat ze op de achtste plaats als middenmoter in het klassement en het is hun ambitie om volgend seizoen nog beter te doen. Ik heb het er prima naar mijn zin. Ik kreeg hetzelfde contract als bij Cesson – toch eerste nationale - én ik kreeg er een appartement met twee slaapkamers bij, zodat de familie of de vrienden al eens op bezoek kunnen komen.’ Je woont er ook niet alleen. Jouw vriendin Kelly is bij jou? ‘Ja, dat is iemand die ik ontzettend waardeer en respecteer. Want zij heeft tenslotte haar diploma van management-assistent niet benut om met mij mee naar het buitenland te kunnen trekken. Dat was helemaal geen gemakkelijke beslissing en bovendien was het ook niet altijd even leuk. Zeker niet toen ik nog bij Ajaccio speelde en we om de twee weken voor enkele dagen naar het vasteland trokken voor de competitie. Sinds enkele jaren probeert ze haar dagen te vullen door deeltijds in supermarktketens als Lidl of Intermarché (een sponsor van onze club) te gaan werken. Want je kan maar in het buitenland blijven spelen als jouw vriendin ermee akkoord gaat. Dat is gelukkig wel het geval en deze zomer gaan we zelfs trouwen.’ In Frankrijk komt handbal wel meer in de media dan bij ons. Ze werden er dan ook Europees, wereld- en Olympisch kampioen! Hoe verzorgen ze daar de promotie van onze sport? ‘In tegenstelling tot bij ons hebben ze in Frankrijk natuurlijk wel vedetten zoals een Karabatic. Die wordt dan opgevoerd in reclamespotjes, zoals een Lukaku bij ons. De lokale kranten zijn flink gefocust op handbal. Drie keer per week verschijnt er een halve bladzijde en als het match is zelfs een volledige pagina.’ En hoe gebeurt er de jeugdopleiding? ‘Die is vergelijkbaar met onze topsportschool. Er wordt bij de jeugd zeker niet méér getraind dan bij ons. De meeste Franse spelers in de hoogste afdeling hebben een soort topsportschool gevolgd. Maar vanaf hun 16 jaar gaan ze wél meer fitnessen dan bij ons en daardoor krijgen ze wel een fysieke voorsprong.’
Sport
41 Sport.indd 41
17/02/11 16:38
Kennen ze VIP-toestanden in jouw clubje? ‘Niet systematisch. Als er een topmatch is, dan organiseren ze wel iets voor de VIP’s. maar de zaal zou dringend uitgebreid moeten worden, want het kan toch niet dat elke week minstens driehonderd gegadigden moeten geweigerd worden. Verder organiseren ze hier ook een sjiek kerstfeest, maar net zo goed staat er binnen enkele weken een ‘eetfestijn met mosselen en frieten’ op het programma voor de ganse club.’ Wat zijn jouw persoonlijke ambities nog in het handbal? ‘Ik zou dit seizoen graag op hetzelfde elan willen doorgaan. Ik krijg hier veel speelkansen en ik voel me hier goed. Ook volgend seizoen blijf ik normaal gezien nog bij Sémur. En dan wil ik het opnieuw bekijken. Eén zaak staat vast: Sémur wordt mijn laatste club in Frankrijk, voor nog één seizoen of voor maximum twee seizoenen. Het is een club met veel ambitie, met een rijke industrieel als voorzitter, de ploeg is om de twee jaar gepromoveerd, ze hebben me hier helemaal geaccepteerd en ze hebben plannen om de accommodaties en de spelersgroep nog uit te breiden. En nadien wil ik mijn handbalcarrière in België afsluiten.’ Jullie trainen ook nog even door na het seizoen, tenzij er een activiteit is met de nationale ploeg? ‘Wij trainen nog één week na de competitie. Tja, de nationale ploeg. Willen we daar iets mee bereiken, dan moeten er dringend meer jongens naar het buitenland gaan spelen. Ze doen er ontzettend veel ervaring op. Veel meer dan dat ze blijven spelen onder de kerktoren, want zo geraak je natuurlijk nooit ergens.’ Waarom gebeurt het dan zo weinig? ‘Ik weet het niet goed. Pieter Claesen mocht bvb. gaan testen in Duitsland, hij kreeg er een goed contract aangeboden, plus een auto en hij weigerde omdat hij schrik had om weg te moeten uit zijn cocoon. En hij was toen één van onze grootste talenten. Nederlanders willen dan weer wel hun kans wagen in het buitenland en één of twee spelers breken er dan ook door.’ Maar aanvaarden b.v. de Fransen ook wel Belgische spelers? ‘Ze gaan er hier vanuit dat elke buitenlander een meerwaarde moet betekenen in vergelijking met een Fransman. Maar de Belgen kennen ook de Franse competitie onvoldoende. Als je ooit een voorstel krijgt van een Franse derdeklasser dan moet je dat aannemen, je mag dat niet weigeren omdat het te min zou zijn. Je kan je daar doen opmerken en een jaar later speel je misschien in tweede nationale. Vergeet niet dat het niveau van het handbal hier iets hoger ligt dan in België. Alleen de top-4 uit de Belgische competitie zou mee kunnen in tweede nationale. Geen enkele Belgische ploeg zou zich handhaven in eerste nationale.’ Voel jij je nu het boegbeeld van het Belgisch handbal? ‘Als de nationale ploeg speelt, krijg ik wel de indruk dat er méér van mij verwacht wordt dan van de anderen. De laatste keer was ik echter niet helemaal
Sport
42 Sport.indd 42
17/02/11 16:38
in topconditie na een blessure. Maar ik heb nog wel veel contacten met een aantal ex-ploegmaats, op Facebook kan je me ook regelmatig weervinden. Anderzijds is het zo dat je bij een buitenlandse club veel minder snel herkend wordt. In Cesson kon ik vrij rondlopen zonder dat er iemand naar me wees of een handtekening kwam vragen. Maar op Corsica was ik dan weer één van de bekendste spelers uit de ploeg. Bij Sémur ligt dat natuurlijk nog anders. Dat is een kleine gemeenschap en daar kent iedereen me. Zo is het al gebeurd dat ik op een morgen naar de fitness stapte en een ganse klas schoolkinderen aan de deur stond te juichen. Leuk natuurlijk en in de sporthal is er ook altijd een toffe sfeer. Het nadeel van zo’n kleine gemeente is anderzijds dat er veel geroddeld wordt. Zien ze je om 12 uur iets gaan drinken in het café, dan is er altijd wel iemand die jou zat door de straat zag waggelen, zelfs al dronk je twee cola’s. Begrijp je? Maar ach, dat neem ik er graag bij.’ Nooit reacties gehad op jouw huidskleur? ‘Ik heb ze alleszins nooit als racistisch ervaren. Ik ben er me trouwens stilaan van bewust geworden dat ik heel veel geluk heb gehad. Enkele jaren geleden heb ik een bezoek gebracht aan mijn geboorteland Haïti. Niet om mijn ouders te traceren, want die vind ik toch niet meer terug. Maar ik werd er getroffen door de armoede. Het was een shockerende ervaring en ik besefte meteen dat ik me gelukkig mocht prijzen met een tof gezin, met toffe vrienden uit mijn jeugd en vooral met een schitterende vriendin Kelly, die me allemaal in de mogelijkheid stelden om mijn droom te realiseren, nl. profhandballer worden.’ ❒ Marcel Coppens
Sport
43 Sport.indd 43
17/02/11 16:38
Campagne
De Campagne rond
‘Handbal - Sporttak in de Kijker’
19:54
Sport
44 Sport.indd 44
17/02/11 16:38
Sporttak in de Kijker 2011 betekent een jaar lang campagne voeren voor de handbalsport. De basisdoelstelling is om de perceptie van handbal te verbeteren bij het brede publiek en het ledenaantal te verhogen. Bij een dergelijke campagne horen, naast de inhoudelijke invulling, enkele onontbeerlijke visuele hefbomen, die regelmatig terugkomen. De focus ligt op het bereiken van de jongeren, en die leven meer en meer in een wereld die gedomineerd wordt door de computer. Daarom werd geopteerd voor een beeld dat hiermee verband houdt en dus herkenbaar is voor de jongeren: dat van het profiel en de status uit de nieuwe media. De campagne verzoent de toenemende interesse van de jongeren voor informatisering met, zonder zich er evenwel tegen af te zetten, de noodzaak om voldoende lichaamsbeweging te hebben. Naast de virtuele vriendenkring biedt een teamsport een bijkomende kans om ook een echte vriendenkring op te bouwen. Een boodschap waar ook de meeste ouders het volmondig mee eens zijn. Voor de affiche en de website werd geopteerd voor speelse icoontjes, felblauwe accenten en opvallende lettertypes. Allemaal in de “gaming” sfeer. Er werd gekozen voor de slogan “van de gameroom naar de ballroom” omdat deze een tweeledige betekenis heeft. Enerzijds willen we niet handballende kinderen overtuigen om naast hun consoles ook een écht spel te spelen. Een ploegsport met teammakkers van vlees en bloed. Anderzijds is de ballroom een verwijzing naar de sport-handbal-kamer/sporthal en ook herkenbaar voor ouders van jongeren. De ballroom heeft een feestelijke connotatie en wordt geassocieerd met plezier maken. Een andere belangrijke communicatie-visual binnen deze campagne is onze mascotte, PIM de PANTER. Een panter is een dier met veel atletische eigenschappen, die ook de goede handballer kenmerken: snelheid, sprongkracht en uithouding. Panters zijn ook listig, berekend en sluw zoals de tactisch sterke handballer. Ze laten hun tanden en klauwen zien als het moet. De panter is de derde in de hiërarchie van de katachtigen, na de leeuw en de tijger, zoals handbal de derde zaalsport is na basketbal en volleybal. Pim zal aanwezig zijn op vele evenementen en het vrolijke uithangbord en de eerste supporter worden van onze nationale ploeg. Sport
45 Sport.indd 45
17/02/11 16:38
De panter roept daarnaast ook sympathieke associaties op bij de jeugd, denk maar aan De Roze Panter of Bageera uit het Jungle Book. We laten onze Pim even aan het woord:
‘Hallo! Ik ben de PIM de PANTER. Heb je net als ik even genoeg van het kleine schermpje? Haast je dan van de gameroom naar de ballroom! Kom samen met mij handballen en word de ster van jouw ploeg. Spurt als een panter, spring als een panter en werp als een handballer. Groot of klein, snel of stevig, handig of sterk, vinnig, lenig of grappig: join de club, want op het handbalveld vindt iedereen snel zijn beste positie. Iedereen kan een held zijn! Mijn grootste helden zijn de spelers van de nationale Belgische handbalploeg. Steun hen net als mij…” “Wil je mij ontmoeten of met mij op de foto, houd dan zeker de kalender in het oog! Op alle sporttak in de kijker evenementen zal ik jullie begroeten. Tot dan!’ ❒
Enkele ‘nice 2 knows’ over mij: ●
Naam: PIM de PANTER
●
Woonplaats: Panterland
●
Burgerlijke stand: Vrij gezellig: op zoek naar een panter wijfje
●
Beroep: Professioneel handballer
●
Diploma: Professionele bachelor “Mascotte zijn”
●
Lengte: 1m85
●
Gewicht: 70 kg
●
Positie: Allround
●
Selecties nationale panterploeg: 226
●
Huidige club: HC de panters
●
Favoriete sportman/vrouw: Usain Bolt, bijna even snel als ik!
●
Favoriete handballer: Jackson Richardson
●
Favoriete Belgische handballer: Bram De wit & Nicky Houba
●
Hobby’s: handballen, panteren en supporteren
●
Lievelingseten: kippekes Tom Smeets
Sport
46 Sport.indd 46
17/02/11 16:38
Activiteitenkalender
Activiteitenkalender Sporttak in de Kijker 2011
Handbal, Sporttak in de Kijker 2011, heeft tot doel de groei van handbal te stimuleren en de perceptie van handbal te verbeteren.
Hoe gaan we te werk? Om onze doelstellingen te bereiken zal de actie steunen op drie pijlers.
Bijscholing Als we willen groeien, moeten meer mensen betrokken worden bij het organiseren en omkaderen van handbal. Daarom zullen intern, binnen de handbalwereld, nieuwe trainers en scheidsrechters opgeleid worden. Via de bijscholingen ‘Handbal op school’ proberen we leerkrachten LO vertrouwd te maken met de handbalsport. Voor de bijscholingen ‘Handbal op school’ werd een werkmap ontwikkeld met o.a. voorbeeldlessen voor het lager en het secundair onderwijs. Tevens bevat deze werkmap een DVD met demonstraties van de oefen-, spel- en wedstrijdvormen.
Sport
47 Sport.indd 47
17/02/11 16:38
Deze bijscholingen zijn bedoeld voor leerkrachten van het lager onderwijs en van de 1ste en 2de graad secundair onderwijs en voor sportpromotoren van de gemeentelijke sportdiensten. Data bijscholingen 21 februari 2011
Blankenberge West-Vlaanderen
22 februari 2011
Moorslede – West.-Vlaanderen.
24 februari 2011
Genk - Limburg
28 februari 2011
Herentals – Antwerpen
01 maart 2011
Jette – Brussel
03 maart 2011
Oordegem – Oost -Vlaanderen
15 maart 2011
Gent – Oost-Vlaanderen
17 maart 2011
Hofstade – Vlaams-Brabant
21 maart 2011
Berchem – Antwerpen
22 maart 2011
Lommel – Limburg
Promotie De tweede pijler is promotie. Daarvoor wordt er nauw samengewerkt met de scholen en lokale handbalclubs. Aan de lagere schoolkinderen (6 tot 12 jaar) wordt een aangepaste handbalvorm aangeboden. Dit wil zeggen dat er een samenwerking komt tussen Bloso, de Vlaamse Handbalvereniging en de handbalclubs, om in een aantal lokale scholen afspraken te maken met de leerkrachten LO om handbaltrainers initiatielessen te laten geven. Daarna kunnen de kinderen die het fijn vonden binnen de club naar trainingen komen waarbij de beginnertjes enkele weken apart begeleid worden. De actieweek binnen de gemeente wordt afgesloten met een interscholen of interklassentornooi. Enkele weken later, als alle clubs uit de regio aan bod gekomen zijn, volgt een interclubtornooi op regionaal niveau. Daar kunnen de nieuw opgeleide trainers coachen, de nieuw opgeleide scheidsrechters fluiten en vooral, de nieuwe spelertjes spelen tegen de nieuwe spelertjes uit de andere clubs. Er wordt gezorgd voor een aantrekkelijke setting voor die regionale tornooien, of in VHV jargon, regionale WPOD’s (Welpen en Pagadder Ontmoetings Dagen). Uiteraard zijn deze regionale tornooien toegankelijk voor iedereen die van handbal wil proeven. Helemaal op het einde van het actiejaar 2011, waarschijnlijk in november, zullen we dan een “mega” Vlaamse WPOD organiseren voor iedereen. Data WPOD-dagen 19 maart
WPOD Leuven
Sportoase Leuven
10 april
WPOD Dendermonde
Sporthal Sint Gillis, Dendermonde
07 mei
WPOD Eeklo
Stedelijke sporthal Eeklo, Eeklo
28 mei
WPOD Schoten
Sporthal De Zeurt, Schoten
29 mei
WPOD Sint-Truiden
Speelhof Veemarkt, Sint Truiden
11 november
WPOD Antwerpen
Sporthal Sorghvliedt, Hoboken
19 november
WPOD Kortrijk
Sportcentrum Lange Munte, Kortrijk
27 november
WPOD Overpelt
Gemeentelijke sporthal de Bemvoort,
Evenementen
Overpelt
De derde pijler is die van de evenementen. Evenementen zijn nog steeds de beste weg om een breed publiek te bereiken. Daarom zal de handbalsport gedurende het ganse jaar op tal van evenementen aanwezig zijn. Zo zal handbal een centrale plaats krijgen op de volgende Bloso-evenementen: Doe-aan-sport-Beurzen, de Gordel voor Scholen, de zomerpromotietour, de provinciale jeugdsportdagen, …
Sport
48 Sport.indd 48
17/02/11 16:38
Vanuit de actie ‘Sporttak in de Kijker’ worden nieuwe evenementen georganiseerd of bestaande evenementen voorzien van de nodige recreatieve omkadering: ●
de ‘oude gloriëndag’ op 29 januari. Dit evenement heeft plaats in het Dommelhof te Neerpelt. Hierbij zullen een groot aantal oud spelers van Sporting Neerpelt en Initia Hasselt de schoenen nog eens aanbinden, en ongetwijfeld voor heel wat spektakel en herinneringen zorgen. Dit evenement wordt ook gebruikt om de actie Sporttak in de Kijker bij de handbalclubs voor te stellen.
●
de ‘Final 4 van de Beneluxliga handbal’ wordt georganiseerd op zaterdag 26 en zondag 27 februari in sporthal Sorghvliedt te Hoboken. Op zaterdag kan men hier terecht voor een handbalinstuif en een handbaltornooi voor scholen en clubs. Na deze activiteiten kunnen alle deelnemers gratis naar de halve finales van de Final 4 gaan kijken. Dit is tevens de grote kick-off van Sporttak in de Kijker.
●
De Damesdag wordt op zondag 13 maart in de Sportoase te Leuven georganiseerd. Doel hiervan is om (ex)handbalsters en geïnteresseerde meisjes en dames hanbal (opnieuw) te laten ontdekken en aan te tonen dat handbal ook een toffe ‘vrouwensport’ is.
●
de Vlaamse jeugdfinales hebben plaats op 14 mei in Sporthal Hogendonck te Waasmunster
●
Het Beachballfestival heeft plaats van 20 tot 26 juni in de manege ‘Woutershof’ te Hasselt en laat iedereen kennis maken met Beachhandbal, de zomerse variant van handbal.
●
De kwalificatiewedstrijd van de Belgisch nationale ploeg op 2 of 5 november (loting moet nog gebeuren) zal de blikvanger moeten worden van Sporttak in de kijker met heel veel spelertjes die van handbal komen proeven en naar tophandbal komen kijken.
●
Eind december zal het ‘Slotgala’ plaats vinden waarbij de vrijwilliger in de kijker wordt geplaatst en Sporttak in de Kijker feestelijk wordt afgesloten.
Sport
49 Sport.indd 49
17/02/11 16:38
Naast kinderen initiëren in de handbalsport en mensen van ‘buiten de handbalsport’ van tophandbal laten genieten is er nog een bijkomend doel namelijk het heropvissen van gewezen leden. Te veel mensen verlaten op een bepaald moment de handbalsport om privé redenen: drukke baan, jonge kinderen, verhuis of studies laten even niet meer toe om het schema van een ploegsport te volgen. Enkele jaren later is alles misschien in de juiste plooi gevallen maar komen die mensen toch niet terug naar hun oude liefde. Ze zijn aan een individuele sport begonnen of ze zijn het contact wat verloren met de oude handbalvrienden. Die mensen willen we ook terughalen naar de handbalsport. ❒ ●
29 Januari: LEGENDS DAY – Sporthal Dommelhof, Neerpelt
●
26 en 27 februari: FINAL4 Beneluxliga– Sporthal Sorghvliedt, Hoboken
●
13 maart: Damesdag, Sportoase in Leuven
●
14 mei: Vlaamse jeugdfinales - Sporthal Hogendonck, Waasmunster
●
20-26 juni: Beachballfestival – Woutershof, Hasselt
●
2 of 5 november: Interland Belgische Nationale Ploeg – Sportcampus Lange Munte, Kortrijk (loting moet nog plaatsvinden)
●
Eind December: Slotgala, exacte plaats en tijdstip zullen te vinden zijn op de website
Voor meer info en de laatste updates zie: www.handbal.be
Sport
50 Sport.indd 50
17/02/11 16:38
Sport.indd 51
17/02/11 16:38
Sport.indd 52
17/02/11 16:38