UNIVERSITEIT GENT
FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2011 – 2013
SPELTHEORETISCHE BENADERING VAN DE RELATIE TUSSEN PRODUCENTEN EN HANDELAARS IN ARABISCHE GOM IN SENEGAL EN KENIA
Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Toegepaste Economische Wetenschappen: Handelsingenieur
Claire Cammaert onder leiding van Prof. dr. ing. Dieter Fiems en Prof. dr. ir. Marijke D’Haese
UNIVERSITEIT GENT
FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2011 – 2013
SPELTHEORETISCHE BENADERING VAN DE RELATIE TUSSEN PRODUCENTEN EN HANDELAARS IN ARABISCHE GOM IN SENEGAL EN KENIA
Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Toegepaste Economische Wetenschappen: Handelsingenieur
Claire Cammaert onder leiding van Prof. dr. ing. Dieter Fiems en Prof. dr. ir. Marijke D’Haese
Vertrouwelijkheidclausule PERMISSION Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding.
Claire Cammaert
i
Woord Vooraf Allereerst dank ik mijn promotoren professor dr. ir. Marijke D’Haese en professor dr. Ing. Dieter Fiems voor hun hulp, bijsturing en geduld. Verder wil ik ook Gaudiose Mujawamariya bedanken voor haar input. Een speciale blijk van erkenning gaat uit naar Jessica Desaever, die de tijd genomen heeft om dit werk grondig na te lezen. Ook wil ik mijn familie bedanken voor de steun en de hulp die zij mij geboden hebben.
ii
Inhoudsopgave A. Inleiding ...................................................................................................... 1 B. Literatuurstudie ......................................................................................... 2 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Wat is Arabische gom? ................................................................................... 2 Geschiedenis ................................................................................................... 4 Gebruiksdoeleinden en toepassingen.............................................................. 6 Eigenschappen van de Acacia senegal ........................................................... 8 Waar groeit de Acacia senegal: The Gum Belt .............................................. 12 Compositie en eigenschappen van de gom ................................................... 14 7. Productie en Verzameling ...................................................................................... 16 7.1 Productie ................................................................................................................... 16 7.2 Verzameling .............................................................................................................. 17 7.3 Invloeden van omgevingsfactoren en tapmethodes ................................................. 18
8. Kwaliteit.......................................................................................................... 19 9. Export en Handel ........................................................................................... 25 9.1 Internationale vraag .................................................................................................. 25 9.2 Import ........................................................................................................................ 29 9.3 Prijzen en Prijsschommelingen ................................................................................. 31 9.3.1 Algemene prijzen .............................................................................................................. 31 9.3.2 Prijsschommelingen ......................................................................................................... 32
9.4 Gum Arabic Company in Soedan .............................................................................. 34 9.5 Value Chain ............................................................................................................... 35
10. Substituten ..................................................................................................... 37 11. Situatie in Senegal en Kenia .......................................................................... 38 11.1 Senegal ................................................................................................................... 38 11.2 Kenia ....................................................................................................................... 42
C. Speltheorie ............................................................................................... 47 D. Onderzoek ................................................................................................ 50 1. Inleiding en probleemstelling ......................................................................... 50 2. Model ............................................................................................................. 54 3. Uitvoering spel ............................................................................................... 62 3.1 Invloed van prijzen op strategieën ........................................................................... 65 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4
Invloed van de hoge prijs van de gomproducent ............................................................ 65 Invloed van de lage prijs van de gomproducent.............................................................. 67 Invloed van de hoge prijs van de gomhandelaar ............................................................ 69 Invloed van de lage prijs van de gomhandelaar .............................................................. 71
3.2 Invloed van het marktgebeuren op de strategieën ................................................... 73 3.3 Invloed van de kwaliteit op de strategieën ................................................................ 75
E. Algemeen Besluit .................................................................................... 77 F. Bibliografie ............................................................................................... 79 G. Bijlagen .................................................................................................... 83
iii
Gebruikte Afkortingen A. senegal
Acacia senegal
EU
Europese Unie
ES
East Senegal
GAC
Gum Arabic Company
Pa0
De lage prijs van de gomproducent
Pa1
De hoge prijs van de gomproducent
Pb0
De lage prijs van de gomhandelaar
Pb1
De hoge prijs van de gomhandelaar
SPZ
Sylvopastoral Zone
Var.
Variatie
Willd.
Willdenow
iv
Lijst van figuren Figuur 1 Productiegebieden van Acacia Senegal variaties in Afrika ...........................................12 Figuur 2 De grenzen van de verdeling van de Acacia senegal in de Sahel. The gum belt. ........13 Figuur 3 Effect van de tapposities op het gomrendement van de Acacia seyal ..........................18 Figuur 4 Effect van tapinstrumenten op het gomrendement van de Acacia seyal var. seyal. .....20 Figuur 5 Gezamenlijke export in Arabische gom van Senegal, Mauritanië en Mali ....................26 Figuur 6 Export in Arabische gom van Senegal: 1940-1988. ......................................................26 Figuur 7 Export van Arabische gom, 1925-2000. ........................................................................27 Figuur 8 Wereldexport in Arabische gom: 1991- 2002. ...............................................................28 Figuur 9 Exportprijzen van Arabische gom in Port Sudan: 1991-2001 .......................................31 Figuur 10 Gomprijzen die de gomproducenten ontvangen als % van de exportprijs. .................36 Figuur 11 Exportcijfer van Senegal in ton: 1996-2010. ...............................................................38 Figuur 12 Kaart van Senegal met SPZ en ES zone en bijhorende regio’s. ................................39 Figuur 13 Value distribution van de Arabische gom value chain in Senegal ..............................40 Figuur 14 Kaart van Kenia, die de droge en halfdroge gebieden van het land weergeeft ..........43 Figuur 16 Distributie van Arabische gom en bronnen voor Arabische gom in Kenia. .................44 Figuur 17 Overzicht van activiteiten en inkomen bij het verzamelen ..........................................46 Figuur 18 Kredietspel met kredietnemer en kredietspeler. ........................................................48 Figuur 19 Het Hawk-Dove of Land Tenure spel. .........................................................................49 Figuur 20 Chance beslist over het Marktgebeuren .....................................................................56 Figuur 21 Chance beslist over de gomkwaliteit ...........................................................................56 Figuur 22 De gomproducent, zet zijn gomprijs in een situatie met perfect information ...............57 Figuur 23 De gomproducent, zet zijn gomprijs in een situatie van imperfect information ...........59 Figuur 24 De gomhandelaar, zet zijn gomprijs in een situatie van imperfect information ...........60 Figuur 25 Finale beslissingsboom het model met utility waarden voor beide spelers ................61 Figuur 26 Game tree met mogelijke strategieën voor beide spelers ...........................................63
v
Lijst van tabellen Tabel 1 Importpercentages van ruwe Arabische gom per land: 1993-2007. ..............................29 Tabel 2 Gemiddelde exportprijzen in US$ per ton voor Soedan, Tsjaad en Nigeria. ..................32 Tabel 3 Fluctuaties in de Arabische gomprijs per ton (in US$): 1980-1991. ...............................32 Tabel 4 Voorbeeldprijzen van het model .....................................................................................61 Tabel 5 Berekening van effect prijsverandering Pa,1 .................................................................65 Tabel 6 Berekening van effect prijsverandering Pa,0 .................................................................67 Tabel 7 Berekening van effect prijsverandering Pb,1 .................................................................69 Tabel 8 Berekening van effect prijsverandering Pb,0 .................................................................71 Tabel 9 Berekening van effect verandering in kans op goede markt α .......................................73 Tabel 10 Berekening van effect verandering in kans op goede kwaliteit ß .................................75
vi
A. Inleiding
Voor mijn masterproef wou ik graag een onderwerp behandelen dat de ontwikkelingseconomie besprak. Toen professor dr. ing. Dieter Fiems mij voorstelde om mijn thesis over speltheorie toegepast op Kenia en Senegal te schrijven, heb ik niet getwijfeld. De thesis begint met een een korte geschiedenis over Arabische gom en een bespreking over wat het precies is en waarvoor het gebruikt wordt. Erna wordt de boom die de gom produceert besproken, onder andere de eigenschappen en de distributiegebieden van de boom komen aan bod. Verder wordt er nog uitgebreid over de productie en de kwaliteit van de gom. De export van Arabische gom wordt ook besproken, samen met de bedreigingen voor die export, namelijk de substituten voor Arabische gom. We sluiten de literatuurstudie af met een korte schets van de situatie in Senegal en Kenia. Na de literatuurstudie wordt kort uitgelegd wat speltheorie in economische toepassingen precies inhoudt en hoe dit in het verleden al is toegepast op ontwikkelingseconomie. Tot op heden is er geen speltheoretische benadering toegepast in de gomhandel op het niveau van de producent en de handelaar. Er is echter wel al onderzoek gedaan in deze context op nationaal vlak. In het onderzoek gaan we op zoek naar het effect van de asymmetrische informatie bij de verhandeling van Arabische gom en de invloed hiervan op de handelsrelatie tussen producent en handelaar. De asymmetrie zit hem in twee factoren: de prijzen die geboden worden voor de gom in twee marktsituaties en het marktgebeuren. Het effect van de asymmetrie willen we met een speltheoretisch benadering verduidelijken door na te gaan of er optimale strategieën bestaan voor beide spelers. Het spel onderzoekt hiermee of er situaties zijn van ‘wederzijdse onwetendheid’ waar er een beter evenwicht kan gevonden worden, gegeven mogelijke strategieën van beide spelers. De eerste vaststelling uit ons onderzoek is dat de gomhandelaar door zijn grotere onderhandelingsmacht in de meeste gevallen de hoogste winstmarge heeft. Ten tweede vonden we dat de handelaar zijn prijs ook dikwijls onafhankelijk van de strategie van de producent zet. Een laatste conclusie die we kunnen trekken uit het model is dat de kans op een goede markt en de kans op een goede gomkwaliteit in het model slechts een beperkte invloed hebben op de strategieën van de spelers.
1
B. Literatuurstudie 1.
Wat is Arabische gom?
Arabische gom is wellicht de oudste en bekendste gom van alle bestaande gommen ter wereld. Gom is in essentie de harsachtige afscheiding van verschillende acaciabomen, die vrijkomt als de schors van de boom beschadigd is (Elmqvist, Olsson, & Elamin, 2005). Tijdens de warmste maanden van het droge seizoen wordt deze vloeibare Arabische gom afgescheiden door de Acacia senegal. Na een paar weken droogt de gom op en vormt het een verharde, glanzende, amberkleurige druppel (Schoonmaker Freudenberger, 1993). Vaak wordt dit proces versneld door opzettelijk de boom te verwonden, het tappen van de gom wordt genoemd. De gomverzamelaar verwijdert een deel van de boomschors en hierdoor wordt als een soort beschermmechanisme door de boom meer gom geproduceerd (Elmqvist, Olsson, & Elamin, 2005). Er bestaan een 900-tal Acaciasoorten die gom kunnen produceren, waarvan er ongeveer een 130-tal soorten in Afrika gelegen zijn. Omdat Afrika op een relatief korte tijd veel gom begon te produceren, werd er al snel verwezen naar de Senegal gom, wat in essentie Arabische gom is. Van al die acaciasoorten zijn er ongeveer zeventien die Acacia gom produceren, variërend in kwaliteit en kwantiteit (Touré, 2008). Hoewel er verschillende gomproducerende Acacia soorten bestaan, zoals onder andere de Acacia seyal en de Acacia albida, wordt de echte Arabische gom getapt en verzameld van de Acacia senegal, ook gekend als de Acacia vérek (Okatahi & Onyibe, 2010) Er zijn vier variaties van Acacia senegal die worden getapt om Arabische gom te verkrijgen. De meest voorkomende is de Acacia senegal var. senegal Schweinf , die groeit in het gebied onder de Sahara woestijn. De tweede variatie is de Acacia senegal var. kerensis Schweinf , die voorkomt in het Oosten van Afrika. De derde variatie is de Acacia senegal var. rostrata Brenan en de laatste, minder voorkomende variatie, is de Acacia senegal var. leiorhachis Brenan (Chikamai, Hall, & Banks, 1995). Soedan heeft het verschil in gom van verschillende Acaciasoorten echter altijd gerespecteerd en verkoopt nog steeds de gom van de Acacia senegal onder de naam “hashab gum” en de gom van de Acacia seyal onder de naam “talha gum”. Hieraan dankt het ook zijn aanhoudende, goede reputatie van meest kwalitatieve gomproducent (Anderson, 1993). Andere landen verkopen echter vaak Arabische gom afkomstig van verschillende Acaciasoorten. Zo is de Arabische gom die verkocht wordt in Zimbabwe afkomstig van de Acacia karoo (Touré, 2008).
2
In de overige landen, naast Soedan, is het overgrote deel van de Arabische gom (80 procent) afkomstig van de Acacia senegal. De resterende twintig procent van de gom wordt getapt van de Acacia seyal (10 procent), en de Acacia laeta (10 procent). De gom die geproduceerd wordt door de Acacia senegal wordt hard gum genoemd, terwijl gom van de Acacia seyal flaky gum genoemd wordt. Hoewel de gom van de Acacia seyal kwalitatief inferieur is aan de gom van de Acacia senegal, wordt vandaag weinig onderscheid gemaakt tussen de twee gommen (Touré, 2008). Toch wordt alleen de gom van de Acacia senegal vandaag beschouwd als een ongevaarlijk voedseladditief (E414). In de Verenigde Staten en in Europa is de gom van de Acacia seyal immers tot op heden niet goedgekeurd voor voedingsdoeleinden en wordt die bijgevolg hoofdzakelijk gebruikt voor ‘non-food’ toepassingen (Imeson, 1992).
De Acacia senegal komt voor in dorre tot halfdorre gebieden in zowel Australië, India als Amerika, maar de boom wordt vooral teruggevonden in de Afrikaanse Sahel (Lelon, Jumba, Keter, Chemuku, & Oduor, 2010). De Acacia senegal kan heel hoge temperaturen verdragen en groeit in zones die tot elf maanden droogte kennen per jaar (Doran, Turnbull, Boland, & Gunn, 1983). Verder wordt de gomproductie zelfs bevorderd door een zekere droogtegraad en hogere temperaturen (Ballal, El Siddig, Elfadl, & Luukkanen, 2005). Kenmerkend voor deze droge gebieden is echter dat ze te kampen hebben met heel variërende regenval, wat erg bedreigend kan zijn voor de landbouw. Hierdoor is het noodzakelijk dat de landbouwers in de Sahel aan risicospreiding doen door diversificatie van gewassen. Arabische gom is hiervoor ideaal geschikt, want de gom voorziet de boeren van een inkomen gedurende het droogseizoen, wanneer de gom geoogst wordt. Dit is net ook de periode dat de inkomsten voortvloeiend uit de andere traditionele landbouwgewassen het laagst zijn. Arabische gom blijkt dus het ideale gewas om kleine boeren te voorzien van extra voedselzekerheid en inkomen door middel van diversificatie van hun middelen (Elmqvist, Olsson, & Elamin, 2005). Verder kan de gomhandel een positieve invloed hebben op de economie van het gomexporterend land en kan het er ook voor zorgen dat de valuta van het land hoger komt te staan omdat er een wereldvraag is naar Arabische gom. Soedan verdient bijvoorbeeld meer dan 41 miljoen US$ per jaar aan gomexport (Okatahi & Onyibe, 2010).
3
2.
Geschiedenis
Het gebruik van Arabische gom gaat terug tot in het derde millennium voor Christus. De oude Egyptenaren verkochten het als handelsartikel, het werd toen namelijk gebruikt in voedsel en kledij, als bindmiddel voor pigment en als lijmelement in verf voor het maken van hiërogliefen. Verder diende het ook als bindmiddel voor inkt en cosmetische producten en werd het gebruikt bij het balsemen van mummies. De Egyptenaren noemden het ‘kumi’, maar Arabische gom verkreeg zijn huidige naam omdat de gom vroeger door de Europese handelaars werd geïmporteerd vanuit Arabische havensteden zoals Jeddah en Alexandrië (Lelon, Jumba, Keter, Chemuku, & Oduor, 2010). In de 15de eeuw ontdekten Europese zeevaarders Arabische gom aan de kusten van de landen die vandaag gekend zijn als Senegal en Mauritanië. De gom van West Afrika werd beschouwd als superieur aan de gom die ervoor ontdekt werd in de Arabische gebieden. Vanaf de helft van de 18de eeuw werd Arabische gom onontbeerlijk voor de Europese textielindustrie (Schoonmaker Freudenberger, 1993). In die periode ontstond er hierdoor een oorlog die ‘The Gum War’ genoemd wordt (Touré, 2008). De Fransen vestigden zich namelijk in Saint-Louis door de groeiende Europese behoefte aan gom voor industriële textiel productie. Dit is de Senegalese stad aan de monding van de rivier de Senegal, vlak bij de grens met Mauritanië. De Fransen hebben jaren gestreden om dit gebied met onder andere de Engelsen en de Nederlanders, wat erna de geschiedenis inging als de gomoorlogen (Van Dalen, 2006). Met het Verdrag van Versailles in 1783 werd Senegal officieel teruggegeven aan Frankrijk en zo verkregen de Fransen het monopolie van de gomhandel over de Westkust van Afrika. Verder bouwde Engeland in het begin van de 20ste eeuw een treinweg tussen Eloubeid en de Soedanese haven, waardoor het transport van Arabische gom naar Europa vergemakkelijkt werd. Vandaag is Soedan de grootste producent van Arabische gom (Touré, 2008). De benaming ‘gom’ komt van het Latijnse woord ‘gummi’, dat werd afgeleid van het Griekse woord ‘kommi’ (ook wel kommeoos genoemd). ‘Kommi’ werd gevormd op basis van het Egyptische woord ‘kumi’, dat vermoedelijk zijn oorsprong vindt in het Koptisch, dat was de taal die gesproken werd op het Egyptische platteland. Deze woorden verwijzen echter niet alleen naar Arabische Gom, maar ook naar de gommen van veel andere soorten bomen en planten. Vooral veel fruitbomen hebben nuttige gommen, zoals de kersenboom en de pruimenboom. Naast de fruitbomen zijn er nog een aantal gekende gommen, zoals de guttegom, de tragacantgom en de karayagom (Van Dalen, 2006).
4
Vaak worden de termen gom en hars door elkaar gehaald. Ook in het Arabisch (de taal van het gebied waar de gom zijn oorsprong vindt), is het woord voor gom ‘samgh’. Dat woord betekent echter soms ook hars, hoewel er een essentieel verschil is tussen de twee; gom is uiterst oplosbaar in water, maar niet in alcohol. Hars heeft echter precies de omgekeerde eigenschappen, het is namelijk oplosbaar in alcohol, maar niet in water (Van Dalen, 2006).
5
3.
Gebruiksdoeleinden en toepassingen
Voor de gomverzamelaars in de producerende gebieden is Arabische gom hoofdzakelijk een exportgewas, er is een heel beperkt lokaal gebruik van de gom. Door de lokale bevolking wordt het geconsumeerd als kauwgom of als ingrediënt in maaltijden (Touré, 2008). Vooral in tijden van hongersnood wordt het gebruikt als voedingsmiddel (Schoonmaker Freudenberger, 1993). Ook wordt de gom door de lokale bevolking gebruikt als geneesmiddel voor de behandeling bij mensen en dieren van buikpijn en koliek (Sall, 1997). Naast die beperkte lokale consumptie, dient de gom vooral voor wereldexport naar verschillende industrieën. In Soedan bijvoorbeeld is bijna alle geproduceerde gom bestemd voor export (Anderson, 1993). Veel verschillende soorten gommen zijn al eeuwen een belangrijk product in de internationale handel voor zowel de voedingsindustrie, de farmaceutische industrie, als voor veel andere, zoals de cosmetica-industrie en de textielindustrie (Iqbal, 1993). Arabische gom is er hier één van en initieel werd de gom gebruikt als kleefstof, maar deze toepassing werd ondertussen vrijwel helemaal vervangen door synthetische substituten. Ook de toepassing van de gom in de textielindustrie werd teruggeschroefd door de opkomst van modernere synthetische vervangers. In de papierindustrie wordt echter tot heden nog gebruikgemaakt van kleine hoeveelheden Arabische gom (Iqbal, 1993). Tegenwoordig blijft Arabische gom echter alomtegenwoordig in onze moderne samenleving; vooral in de voedingsmiddelenindustrie wordt er vaak gebruik gemaakt van de gom. Dikwijls zijn mensen er zich niet van bewust wat Arabische gom precies is en waarvoor het gebruikt wordt. Ook weten vele mensen niet dat ze dagelijks Arabische gom consumeren (Van Dalen, 2006). Aan de hand van de toepassingen worden de gommen ingedeeld in twee grote klassen; de food en de non-food gommen (Iqbal, 1993). De food-klasse is de belangrijkste klasse, die is verantwoordelijke voor ongeveer zestig procent van de wereldconsumptie van Arabische gom. Dat is hoofdzakelijk dankzij zijn unieke fysische en chemische eigenschappen. Zo is Arabische gom praktisch kleurloos, smaakloos en geurloos, wat de toepassing in de voedselindustrie mogelijk heeft gemaakt (Seif el Din & Zarroug, 1996). De gom is ook een caloriearme substantie, een gram Arabische gom staat gelijk met één calorie. Dat is vandaag een veelgevraagde eigenschap, zeker in dieetproducten vindt Arabische gom hierdoor ook zijn applicaties (Touré, 2008). De hoofdtoepassing van Arabische gom is echter in de zoetwarenindustrie (Van Dalen, 2006), waar de gom vooral gebruikt wordt voor het emulgeren van vetten en om kristallisatie van suiker te vertragen of te voorkomen (Partos, 2009). Toepassingen in de food-klasse zijn onder andere snoepgoed (zoals drop), koeken, pudding, glazuur, vulling voor taart, ijs, frisdranken (zoals in Coca-Cola), hamburgers, bouillonblokjes, melk, smeerkaas, bier, wijn, cuberdons, chocolade en alcoholische dranken (Van Dalen, 2006). 6
In de non-food-klasse wordt de gom vooral gebruikt voor toepassingen in onder meer de farmaceutische en cosmetische industrie, de textielindustrie en de lithografie (Iqbal, 1993). Zo wordt Arabische gom in de farmaceutische industrie gebruikt als farmaceutisch preparaat, als emulgator en als drager voor geneesmiddelen, aangezien de gom als fysiologisch onschadelijk wordt beschouwd (Montenegro, Boiero, Valle, & Borsarelli, 2012). Andere applicaties in de ‘nonfood’ klasse zijn in cosmetische producten en crèmes, tandpasta’s, laxeermiddelen, tabak, lucifers en explosieven, (Van Dalen, 2006) maar ook in aroma’s, lijmen, aquarellen, verf, papier en glazuur van aardewerk. In drukwerk wordt Arabische gom ook gebruikt, hoofdzakelijk voor het drukken van weekbladen en kranten, om de inkt beter te doen hechten zonder dat die uitsmeert en om te voorkomen dat de drukplaten oxideren (Seif el Din & Zarroug, 1996). Ook in poetsmiddelen, pesticiden, insecticiden en fotografische vloeistoffen heeft Arabische gom een toepassing (Iqbal, 1993).
7
4.
Eigenschappen van de Acacia senegal
De Acacia senegal komt voor in zowel struikvorm als in boomvorm met een gemiddelde grootte van twee tot zes meter, maar de boom kan tot vijftien meter hoog groeien. De boom heeft doorgaans een korte stam en een licht afgeronde, volle kruin, maar hij verschijnt ook als een dunne boom met takken die in onregelmatige vormen geordend zijn. De boom groeit het beste in zandige bodems met regenval van 200 tot 400mm per jaar en in kleibodems met 400 tot 800mm regen per jaar (Doran, Turnbull, Boland, & Gunn, 1983). Verder is de boom in staat om te overleven in de meest uitdagende omstandigheden, zoals temperaturen die gaan tot 45°C, zandstormen en droge wind. Dit wordt nog eens gestaafd doordat de Acaciasoorten groeien in zowel woestijn- en duingebied als in savannebossen en tropische regenwouden (Hayward, 2004). De Acacia senegal groeit doorgaans in gebieden met vijf tot elf droge maanden per jaar (Verbeken, Dierckx, & Dewettinck, 2003). De boom overleeft bij een minimumneerslag van 200mm per jaar, maar kan niet tegen wateroverlast. De ideale regenval voor de Acacia senegal is een neerslag tussen 300mm en 450mm per jaar (Doran, Turnbull, Boland, & Gunn, 1983). De Acacia senegal kan bijgevolg overleven in lange prediodes van droogte en groeit op verschillende ondergronden, variërend van rotsachtige heuvels, zandduinen tot verdorven gronden waar niet veel andere planten een kans maken om te groeien (Okatahi & Onyibe, 2010). De hoogtes waarop de Acacia senegal voorkomt, gaan van 100m tot 1700m boven de zeespiegel. Verder bedraagt de natuurlijke levensduur van de boom ongeveer 25 tot 30 jaar. Na zijn vijfde levensjaar is de Acacia senegal klaar om getapt te worden, ervoor is het tappen van de boom niet rendabel (Deans, Diagne, Lindley, Dione, & Parkinson, 1999). De Acacia senegal is een vlinderbloemige boom en behoort tot de familie van Mimosaceae. De bloemen zijn crèmekleurig, geurig en geordend in pieken, terwijl de vruchten of peulen afgevlakt zijn met rechte randen. Ze zijn ongeveer acht tot tien cm lang en twee tot drieënhalf cm breed en dragen vaak drie tot zeven zaden. De zaden hebben een bruinachtige kleur en zijn tamelijk rond van vorm. Een gerijpt zaad heeft een diameter van ongeveer drie mm waarin de zaadlob centraal geplaatst is (Okatahi & Onyibe, 2010). Zowel de bladeren als de peulen zijn rijk aan eiwitten en worden gegeten door het vee wanneer ze op de grond vallen. Hierdoor worden ze beschouwd als een waardevol voedergewas. Verder worden de peulen gedroogd en bewaard om later geconsumeerd te worden door de lokale bevolking (Doran, Turnbull, Boland, & Gunn, 1983). De Acacia senegal bomen hebben verschillende voordelen. Ze produceren niet alleen gom, maar ze voorkomen ook verwoestijning, herstellen de vruchtbaarheid van de grond en ze brengen ook brandstof en voeder op (Lelon, Jumba, Keter, Chemuku, & Oduor, 2010). Het hout 8
van de Acacia senegal is hard en heeft verschillende gebruiksdoeleinden: het wordt onder andere gebruikt voor palen, omheiningen, landbouwwerktuigen en voor de brandhout- en houtskoolproductie (Larson & Bromely, 1991). Ook de wortels van de boom worden gerecycleerd, de vezels van de wortels worden namelijk gebruikt voor het maken van touwen en visnetten (Doran, Turnbull, Boland, & Gunn, 1983). Verder gebruikt de boom voedingsstoffen uit de lucht en uit het water (Hayward, 2004). Hoewel de gemiddelde levensduur van de boom tussen de veertig en vijftig jaar ligt, kan de boom wel vroegtijds afsterven door ziektes, intensieve verwonding bij het tappen of extreem droge periodes. Anderson (1993) schrijft dat na de droogtes in het Sahelgebied gedurende de jaren 1973-1974, Soedan massale internationale steun kreeg om de groei van de Acacia senegal te bevorderen. Dat zou op lange termijn de gomproductie weer op pijl brengen. In totaal zijn er ongeveer één miljoen nieuwe Acacia senegal boompjes geplant. Dankzij die steun kon Soedan zijn reputatie van gomproducent van de hoogste kwaliteit in de wereld behouden. Mede dankzij die aanplanting slaagde Soedan erin om 85 procent van de gomexport te controleren in de jaren 1990. Schoonmaker Freudenberger (1993) meldt dat om duurzaamheid van de bomen te vrijwaren, het resourcemanagement van de Acacia senegal bomen beter wordt uitgevoerd op lokaal niveau dan op federaal niveau. Dat zou een efficiënter, duurzamer en meer verantwoordelijk management zijn voor de bomen, aangezien de lokale bevolking sterk afhankelijk is van deze bomen. Zij zullen de boomsoort immers beter onderhouden omdat ze er zelf baat bij hebben dat de bomen langer gezond blijven (Schoonmaker Freudenberger, 1993). Over heel Afrika worden Acaciabomen traditioneel geplant als boerderijbomen tussen en grenzend aan de akkerbouwgewassen en het vee. De bomen voorzien het vee en de boeren van schaduw wanneer de zon op haar sterkst is. Verder bieden de acacia’s ook voordelen op lange termijn voor de naburige flora. Ze zijn rijk aan stikstof en wanneer delen van de boom sterven, bemesten ze de omliggende grond. Bij de arme zandgronden van de droge Afrikaanse gebieden kan deze cyclus helpen om de groei en de opbrengst van de gewassen te verbeteren (Hayward, 2004). Dankzij die eigenschap wordt de boom vaak geplant in een rotatiesysteem met afwisselend traditionele gewassen en Acaciabomen. De teeltmethode van Arabische gom en brandhout wordt vaak uitgevoerd in het kader van een traditioneel landbouw rotatiesysteem met braakligging, vooral in het Soedanese Sahelgebied. Dat houdt in dat een bepaald perceel ongeveer vier tot vijf opeenvolgende jaren wordt gebruikt om gewone landbouwgewassen te kweken. Die kortere periode wordt dan gevolgd door een braaklandperiode van vijftien tot twintig jaar waarin er Acacia senegal bomen worden geplant om de grondvruchtbaarheid weer op peil te brengen en om gom te verzamelen (Rahim, Ruerd, & van Ierland, Adoption and abandonment of gum arabic agroforestry in Sudan, 2005). Deze 9
periodes kunnen echter uitlopen van twintig tot veertig jaar braakland en van vijf tot tien jaar voor de kweek van gewassen. Het rotatiesysteem biedt de beste resultaten als de braaklandperiode lang genoeg duurt om de grondvruchtbaarheid terug te herstellen. Hierna zal de grond immers vruchtbaar genoeg zijn om er jaren opeenvolgend gewassen op te kweken. Verder zullen de Acaciabomen dan ook veevoeder, brandstof, hout en gom hebben verschaft aan de lokale boeren (Hussein, 1990 in Deans, Diagne, Lindley, Dione, & Parkinson, 1999). Wanneer de productie van Arabische gom begint te dalen, worden alle acaciabomen omgekapt en wordt het perceel opnieuw gebruikt voor het kweken van traditionele landbouwgewassen. De afgehakte bomen worden dan natuurlijk hakhout, waardoor er een nieuwe boom wordt gevormd aan de overgebleven stam (Rahim, Ruerd, & van Ierland, Adoption and abandonment of gum arabic agroforestry in Sudan, 2005). Afhankelijk van de regeneratie van de boom vormen zich nieuwe bomen uit het hakhout of worden er nieuwe acaciabomen geplant of gezaaid. Nieuwe acaciazaden hebben hoge kans tot kiemen en wanneer er nieuwe bomen worden gezaaid, moet er de eerste twee levensjaren van de boom intensief gewied worden (Doran, Turnbull, Boland, & Gunn, 1983). Aangezien de gomoogst goed genoeg blijft tot dat de boom een leeftijd van vijftien jaar bereikt, is het ook aangeraden het braakliggend land minimum vijftien jaar aan te houden en de bomen niet om te hakken minder dan vijftien jaar na het planten of regenereren van deze bomen. Een korte braaklegging zal de grondvruchtbaarheid niet effectief verbeteren, omdat de boom de tijd moet krijgen om te groeien tot een bepaalde grootte. Pas bij die grootte zal de boom meer voedingsstoffen afgegeven hebben aan de grond dan dat hij er heeft opgenomen om te groeien. Wanneer de boom de leeftijd van achttien jaar bereikt, heeft die ongeveer een honderd kg biomassa gegenereerd voor zijn omliggende grond, waarvan er tachtig procent bovengronds werd geproduceerd en twintig procent onder de grond, door de wortels van de boom. Verder werd ook aangetoond dat de hoeveelheid kalium en stikstof in de omliggende grond van de Acacia senegal bomen steeg naarmate de plantages ouder werden. Het is echter moeilijk te bepalen wat de precieze bron van die extra voedingsstoffen is (Deans, Diagne, Lindley, Dione, & Parkinson, 1999). Dat traditionele rotatiesysteem dreigt echter onderbroken te worden door de verlenging van de periodes waarin er traditionele gewassen worden gekweekt en het verkorten van de periodes van braakland, op het moment dat de Acaciabomen de grondvruchtbaarheid weer verhoogt (Hussein, 1990 in Deans, Diagne, Lindley, Dione, & Parkinson, 1999). Er is een groeiende trend bij de boeren om over te schakelen naar de kweek van één commercieel gewas en die uit te voeren op grotere schaal. Dat is echter nadelig op lange termijn aangezien er geen Acacia senegal bomen meer worden aangeplant, omdat er geen braakperiode meer plaatsvindt. Dat veroorzaakt een minder duurzame grond die na verloop van tijd zijn vruchtbaarheid verliest. Hierdoor zullen ook de commerciële gewassen verminderen in kwaliteit en heeft de boer ook 10
geen extra inkomen meer door de verkoop van de Arabische gom. Op lange termijn is dit fenomeen dus nadelig voor de kleine landbouwer en er moet geprobeerd worden dit afbouwend proces van het traditioneel landbouw rotatiesysteem tegen te gaan (Gibreel, 2013).
11
5.
Waar groeit de Acacia senegal: The Gum Belt
Acacia senegal bomen groeien in dorre tot halfdorre gebieden in Australië, India, Amerika en vooral in het Sahelgebied in Afrika (Lelon, Jumba, Keter, Chemuku, & Oduor, 2010). Verder komt de Acacia senegal 1 ook voor aan de zuidkust van Saoedi-Arabië, in Iran, Pakistan, West-India, Oman, Puerto Rico en de Maagdeneilanden (Doran, Turnbull, Boland, & Gunn, 1983; Touré, 2008). Hieronder is figuur te zien, die de productiegebieden van de verschillende Acacia variaties weergeeft.
Figuur 1 Productiegebieden van Acacia Senegal variaties in Afrika. Bron: (Assoumane et al., 2009 in Mujawamariya, Palou Madi, Zoubeirou, Maisharou, & D'Haese, 2013)
In Afrika groeit de Acacia senegal var. senegal in een 300 kilometer brede band ten zuiden van de Sahara woestijn, tussen 11° en 17° Noorderbreedte. Het gebied waar de Acacia’s groeien wordt de Gum Belt genoemd (Doran, Turnbull, Boland, & Gunn, 1983) (Sall, 1997). Die zone strekt zich uit van het westen tot het Oosten van Afrika en omvat zeventien landen. Die landen zijn Soedan, Tsjaad, Nigeria, Kameroen, Niger, Senegal, Mali, Mauritanië, Burkina Faso, Kenia, Ethiopië, Tanzania, Eritrea, Somalië, Zimbabwe, Oeganda en Ghana (Touré, 2008). Al die landen zijn statistisch gezien producenten van Arabische gom. De hoeveelheid geproduceerde 12
gom varieert echter veel per land (Macrae & Merlin, 2002). Zo is Soedan de grootste producent in Arabische gom, gevolgd door Tsjaad, Nigeria, Mali en Senegal (Lelon, Jumba, Keter, Chemuku, & Oduor, 2010). Hieronder is figuur 2 afgebeeld, die duidelijk de grenzen van de gum belt aantoont.1
Figuur 2 De grenzen van de verdeling van de Acacia senegal in de Sahel. The gum belt. Bron: (Elmqvist, Olsson, & Elamin, 2005)
Hoewel de boomsoort in veel ecologische zones kan groeien, groeit de Acacia senegal voor de gomproductie het best in de Soedanese savanne en in de vegetatiezones van de Sahel. Hierdoor worden de volgende staten aangemoedigd om massaal Acacia senegal te produceren: Adamawa, Bauchi, Borno, Gombe, Jigawa, Kano, Katsina, Kebbi, Sokoto, Yobe, Zamfara en delen van de Plateau Staten (Okatahi & Onyibe, 2010).
1
Voor een kaart die de natuurlijke distributie van de zes Acaciasoorten weergeeft, zie Bijlage 1.
13
6.
Compositie en eigenschappen van de gom
Arabische gom is een eetbaar biopolymeer, met name een mengsel van sacchariden en glycoproteïnen (Matsuoka, 2010). Het wordt verkregen als afscheiding van de volwassen bomen van de Acacia senegal en de Acacia seyal. De afscheiding heeft bepaalde gunstige eigenschappen die de toepassingen en het gebruik van de gom beïnvloeden. Zo is Arabische gom een geurloze vloeistof die rijk is aan oplosbare vezels (Seif el Din & Zarroug, 1996) en reageert de gom niet gemakkelijk met andere chemische verbindingen (Touré, 2008). Verder heeft Arabische gom een heel lage viscositeit die gaat van twintig tot veertig procent en is hij praktisch smaakloos, wat met zich mee brengt dat de gom perfect geschikt is voor de voedingsindustrie. Een andere merkwaardige eigenschap van Arabische gom is dat deze een bijzonder hoge oplosbaarheid heeft in zowel koud als warm water. Waterige oplossingen met een concentratie tot meer dan vijftig procent kunnen worden verkregen. De oplosbaarheid van Arabische gom vermindert naarmate de proporties van alcohol ten opzichte van water verhogen, dit wordt ongeveer nul procent vanaf er zestig procent alcohol aanwezig is (Matsuoka, 2010). Door die goede oplosbaarheid in water is gom geschikt om waterige oplossingen te creëren met een lage viscositeit (Seif el Din & Zarroug, 1996). Arabische gom komt voor in verschillende kleuren, vormen en groottes. Meestal heeft de gom de vorm van een vaste knobbel, maar soms wordt de gom ook aangetroffen in een meer vloeibare toestand (Touré, 2008). De kleur van de gom varieert: soms is het kleurloos, soms bestaat het uit verschillende schalkeringen van geel, amber, oranje, rood en donkerbruin (Gachathi & Eriksen, 2011). De gom van de hoogste kwaliteit komt voor in een afgeronde druppel- of traanvorm en heeft een oranjebruine kleur met een matte oppervlaktestructuur. Wanneer die kwaliteitvolle gom wordt gebarsten, hebben de afgebroken stukjes een glasachtige textuur en zijn die lichter van kleur (Touré, 2008). De gom van de Acacia seyal is iets brosser dan de gom van de Acacia senegal en wordt zelfden aangetroffen in volledige druppels (Gachathi & Eriksen, 2011). In tegenstelling tot andere natuurlijke gommen, bijvoorbeeld die van het Johannesbrood, lost Arabische gom op in water zonder stroperig te worden. Dat betekent dat Arabische gom de mogelijkheid
heeft
om
te
ageren
als
emulgator,
stabilisator,
verdikkingsmiddel
en
suspensiemiddel. Hierdoor is het heel waardevol voor zowel de voedsel- en drankindustrie als de farmaceutische en cosmetische industrie. Vandaag de dag wordt 80 procent van de geproduceerde Arabische gom over heel de wereld gebruikt als additief voor producten en
14
voeding. Aangezien die natuurlijke stof een lage calorische waarde heeft, zal Arabische gom waarschijnlijk die functie als levensmiddelenadditief behouden (Hayward, 2004). Mujawamariya, Burger & D’Haese (2012) vonden in hun onderzoek naar de gomkwaliteit dat grote gomdruppels vaak hun grootte danken aan de langere wachttijd tussen het tappen en het verzamelen van de gom, zodat de gom een bepaalde maturiteit kan bereiken. Verder concludeerden zij dat die grote gomdruppels vaak komen van verzamelaars die veel tijd besteden aan zuiver- en sorteeractiviteiten na het oogsten. Ten slotte stelden Mujawamariya, Burger & D’Haese (2012) ook vast dat die grote druppels beter verkregen werden naar het midden of het einde van het gomseizoen toe.
15
7.
Productie en Verzameling
7.1
Productie
De zeventien Afrikaanse landen van de gum belt zijn verantwoordelijk voor het overgrote deel van de wereldproductie in Arabische gom. Hiernaast produceert en verkoopt ook Azië een klein percentage van de wereldexport (Touré, 2008). De productie van Arabische gom in de jaren negentig bedroeg tussen de 30.000 en 40.000 ton per jaar, waarvan het grootste deel afkomstig was uit Soedan. Naast Soedan was Tsjaad de tweede grootste producent. Zoals eerder vermeld, wordt zo goed als alle gom die geproduceerd wordt in de Sahel meteen geëxporteerd of wordt de gom als voorraad opgeslagen om als buffer te kunnen antwoorden aan toekomstige vraag. Soedan domineerde toen de exportmarkt en was verantwoordelijk voor zeventig tot tachtig procent van de wereldexport (Iqbal, 1993). Ook vandaag is Soedan nog steeds de leider van de exportmarkt in Arabische gom (Touré, 2008). Zoals eerder vermeld, verschijnt gom dus wanneer de schors van de boom beschadigd is. Het is een natuurlijk verdedigingsmechanisme, vooral in halfdorre gebieden (Elmqvist, Olsson, & Elamin, 2005). De fysiologische basis voor de gomvorming is tot op heden onduidelijk, maar er is wel bevestigd dat de productie versneld wordt door hoge temperaturen en beperkte vochtigheid (Imeson, 1992). Van nature barst de schors van een boom af en toe. Wanneer dit gebeurt, wordt er een waterige gomoplossing afgescheiden om de wond af te dichten: dit voorkomt uitdroging en infectie (Verbeken, Dierckx, & Dewettinck, 2003). Wanneer de oplossing in contact komt met de lucht en het zonlicht, droogt die op. Vervolgens vormt de gom na een paar weken een harde, glasachtige druppel. De kleur van de verzamelde Arabische gom gaat van wit of licht amberkleurig tot bruinachtig en ze komt vaak voor in druppelvorm of in knobbels. Aangezien de gom verhard is, kan ze ook gemakkelijker verzameld worden (Imeson, 1992) (Schoonmaker Freudenberger, 1993).
16
7.2
Verzameling
Sommige boeren verzamelen Arabische gom van Acaciasoorten die natuurlijk zijn verkregen, door beschadiging van de stam (Imeson, 1992). Dat zijn boeren van wie het verzamelen van gom niet hun enige baan is, maar een activiteit die ze uitvoeren naast het houden van vee en het kweken van gewassen. Een andere manier om gom te verkrijgen is door het af te tappen van bomen. Om de hoeveelheid gomproductie te vergroten, snijden de professionele gomverzamelaars handmatig extra stroken schors af. Dat is vooral het geval bij de Acacia senegal en de Acacia seyal. Een bijl die aan de twee kanten snijdt, is speciaal gemaakt voor het tappen van die bomen. De ene kant van de bijl snijdt in de schors van de boom en de andere kant wordt gebruikt om de schors af te schrapen zodat gomexsudaten kunnen vrijkomen (Touré, 2008) (Lelon, Jumba, Keter, Chemuku, & Oduor, 2010). Om genoeg gom van een boom te verzamelen, moet de boom drie tot zes weken voor het verzamelen getapt worden (Macrae & Merlin, 2002). Gemiddeld vijf weken na het tappen, wordt de gom manueel verzameld en die verzameling wordt herhaald met tussentijdse intervallen van vijftien dagen. Die verzamelingen worden tot vijf à zes keer uitgevoerd, afhankelijk van de weersomstandigheden en de gezondheid van de boom (Imeson, 1992). Per jaar kan er ongeveer een gemiddelde van 250 gram Arabische gom per Acaciaboom geoogst worden (Iqbal, 1993). Dit kan echter variëren van twintig gram tot 2000 gram per individuele boom (Touré, 2008). Verder kent de Acacia boom zijn hoogste rendement tussen zijn zevende en twaalfde levensjaar en stijgt het gomrendement van een boom over het algemeen wanneer de temperaturen stijgen (Iqbal, 1993). Het tappen van de Acacia begint wanneer de bomen hun bladeren verliezen, op het einde van oktober of in november. Het tappen en verzamelen van de boom neemt het volledige droogseizoen in beslag (Imeson, 1992). Hoewel sommige bomen al getapt worden na drie jaar, zijn de kwaliteit en de productie pas consistent na vijf jaar. Als de Acacia te vroeg getapt wordt, kan dit immers schadelijk zijn voor de boom, daarom worden de bomen vaak pas getapt vanaf hun vijfde levensjaar. De studie van Deans, Diagne, Lindley, Dione, & Parkinson (1999) wees uit dat takken en stammen van de bomen pas echt getapt kunnen worden wanneer ze een doorsnede hadden van minimum 3000mm², wat meestal samenging met een leeftijd boven de vijf jaar. De studie constateerde verder dat het economisch geen voordeel biedt om bomen onder de vijf jaar te tappen omdat de opbrengst ervan niet opweegt tegen de kost van het risico om de boom permanente schade aan te richten door die te vroeg te tappen.
17
7.3
Invloeden van omgevingsfactoren en tapmethodes
Volwassen Acacia’s worden afgetapt op verschillende plaatsen op de stam en op de hoofdtakken. Onderzoek van Fadl K. (2012) op Acacia seyal bomen wees uit dat de positie van het tappen ook een invloed heeft op het gomrendement. In dit onderzoek werd de gomoogst van vier verschillende tapposities vergeleken; het tappen op de onderkant van de stam, op het midden van de stam, op het bovenste deel van de stam en op de takken van de boom. De resultaten van dit onderzoek worden hieronder in figuur 3 afgebeeld. Uit het onderzoek bleek dat het tappen op het midden van de stam een hogere gomoogst gaf dan wanneer er getapt werd op een ander deel van de boom. Respectievelijk gaf deze oogst 25, 57 en 41 procent meer gomrendement dan bij het tappen van het onderste van de stam, het bovenste deel van de stam of de takken. Hoewel de minste gomafscheiding wordt waargenomen wanneer er wordt getapt op de takken, wordt de Acacia senegal echter wel vaak op zijn takken getapt aangezien het een relatief kleine boom is met een grote kruin (Fadl & Gebauer, 2004).
Figuur 3 Effect van de verschillende tapposities op het gemiddelde talha gom rendement van de Acacia seyal var. seyal. Bron: (Fadl & Gebauer, 2004)
Onderzoek in het westen van Soedan door Ballal, El Siddig, Elfadl, & Luukkanen (2005) wees uit dat de oogst van Arabische gom van de Acacia senegal naast droogte, verwoestijning en wanbeheer ook afhankelijk is van verschillende omgevingsfactoren. Volgens hen kan ongeveer 85 procent van de variabiliteit in de gomoogst per oppervlakte-eenheid verklaard worden door
18
de intensiteit2 en de duur van het tappen, regenval en maximum en minimumtemperaturen gedurende het tappen van de gom. Ballal, El Siddig, Elfadl, & Luukkanen (2005) vonden dat bomen die getapt werden op het einde van het warme seizoen3 een hogere gomproductie hadden dan bomen die in het begin van het koude seizoen4 werden getapt. Dat werd ook bevestigd door onderzoek van Fadl K. (2012), die vond dat de gomproductie bij Acacia seyal ook hoger was wanneer de boom getapt werd begin november dan wanneer die getapt werd midden november. Verder concludeerden Ballal, El Siddig, Elfadl, & Luukkanen (2005) ook dat de gomoogst van bomen getapt vanaf 1 december gemiddeld 42 procent lager lag dan de gomoogst van bomen die getapt werden vanaf 1 november. Hun onderzoek gaf verder aan dat de regenval en de intensiteit van het tappen een positief verband houdt met de gomproductie. Ook oordeelden Ballal, El Siddig, Elfadl, & Luukkanen (2005) dat wanneer een boom een hoge oogst heeft bij de eerste pluk, hij vaak over het gehele seizoen een goede oogst zal hebben. Die bevinding werd echter gedeeltelijk verworpen door die van Fadl K. (2012). Hij stelde vast dat de intensiteit van het tappen geen invloed had op de gomoogst. Fadl concludeerde dat de optimale tapintensiteit ligt tussen de twee en de vier takken per boom, omdat er dan nog een hoog gomrendement is. Bij deze tapintensiteit loopt de boom geen gevaar om beschadigd te wordt door een overmaat aan tappen. Ballal, El Siddig, Elfadl, & Luukkanen (2005) ondervonden ook dat er een positieve correlatie bestaat tussen de gomoogst en de temperaturen bij het tappen, maar een negatief verband tussen de gomoogst en de temperaturen bij het verzamelen van de gom, hoewel die laatste bevinding niet gesteund wordt door voorgaand onderzoek. Aan de hand van het onderzoek van Ballal, El Siddig, Elfadl, & Luukkanen (2005) kunnen we bijgevolg besluiten dat in de toekomst de opbrengst van Arabische gom kan geschat worden op basis van de regenval van het voorgaande jaar gegeven een bepaald tapplan. Ook kan men de toekomstige gomproductie voorspellen aan de hand van de regenval, de voorspelde temperaturen en het stramien dat gebruikt wordt bij het tappen. Verder stelde Fadl K. (2012) in zijn onderzoek vast dat het instrument of werktuig gebruikt bij het tappen ook een grote invloed heeft op de gomoogst. Hij testte de invloed van vier verschillende werktuigen op de gomoogst van de Acacia seyal; de bijl, de Mohfar, de Makmak en de Sonki. De resultaten van dit onderzoek worden afgebeeld op figuur 4, die hieronder is weergegeven. De Sonki is een instrument dat oorspronkelijk ontworpen is voor het tappen van de Acacia senegal, maar het wordt ook gebruikt om de Acacia seyal te tappen. Uit het onderzoek bleek dat de hoogste gomoogst wordt waargenomen wanneer er getapt wordt met de Makmak. Die bevindingen 2
De intensiteit van het tappen is het aantal takken dat er getapt worden per boom. Het warme seizoen duurt van begin oktober tot midden november. 4 Het koude seizoen duurt van midden november tot half december. 3
19
worden ook bevestigd door het onderzoek van Fadl & Gebauer (2004), die vonden dat bomen getapt met de bijl, Mohfar en Sonki respectievelijk 58, 59 en 75 procent gom minder produceerden dan bomen die getapt werden met de Makmak. Fadl & Gebauer (2004) beweren dat er meer gom wordt getapt met de Makmak omdat dit instrument een bredere snijkant heeft, wat een grotere wonde in de boomschors maakt.
Figuur 4 Effect van verschillende tapinstrumenten op het gemiddelde talha gom rendement van de Acacia seyal var. seyal. Bron: (Fadl & Gebauer, 2004)
Mujawamariya, Burger, & D’Haese (2012) stelden vast dat bosbeheer ook een invloed heeft op de kwaliteit van de gom. De kwaliteit van de gom verschilt wanneer de Acaciabomen in privaat bezit gehouden worden tegenover gom die werd verzameld in gemeenschappelijke bossen. Door de competitiviteit bij gemeenschappelijke bossen worden de gommen vaak vroeger verzameld voor ze de vereiste maturiteit bereikt hebben uit angst dat de andere verzamelaars de gom zouden plukken. Dat heeft een negatief effect op zowel de grootte en de kwaliteit van de verzamelde gomdruppels en dit kan verder ook schadelijk zijn voor de gomproducerende bomen. Mujawamariya, Burger, & D’Haese (2012) concludeerden verder dat dit fenomeen nog versterkt wordt wanneer er hoge prijsverwachtingen zijn. Zij stellen dat duidelijke regels nodig zijn voor het beheer van de gombronnen om die negatieve invloed tegen te gaan. Om dit op te lossen, stellen Mujawamariya, Burger, & D’Haese (2012) voor dat associaties van gomproducenten aangemoedigd kan worden. Die zouden dan niet alleen een beter bosbeheer kunnen implementeren, maar ook een actieve invloed kunnen uitoefenen op de kwaliteit van de gom. De associaties zouden immers de gomkwaliteit kunnen controleren en nakijken of de gom degelijk gesorteerd en geklasseerd wordt. Hiernaast stellen ze dat die organisaties ook trainingen over de gomkwaliteit zouden kunnen organiseren voor de producenten. Verder 20
zouden de organisaties ook de kwaliteitbegrippen van gomhandelaars en –kopers kunnen doen convergeren, wat de bestaande kwaliteitsonzekerheid zou kunnen verminderen. Als gevolg van de wereldwijde druk, zijn de handelsspecificaties en de labeling-wetgeving rond de identiteit en de kwaliteit van de producten veel strenger geworden. Vooral voor de producten die later in de voedingssector terecht zullen komen (Touré, 2008). Volgens Anderson (1993) is de gomexport sinds de jaren 70 veel gedaald en zijn de kwaliteitsnormen sindsdien alsmaar strenger geworden. Hij stelt verder dat de mensen in de gomproducerende landen beter moeten worden ingelicht over de reden waarom de kwaliteit van hun gom niet meer goed genoeg is en wat ze kunnen doen om die kwaliteit te verbeteren. De gomverkoop vormt immers een groot deel van hun inkomen en de kleine landbouwers moet vermijden dat die inkomstbron zou wegvallen. Mujawamariya & D'Haese (2012) ondervonden in hun onderzoek over interlocking contracts in Senegal dat die contracten een positief effect hebben op de hoeveelheid gom die wordt verzameld. Verder blijkt ook dat de hoeveelheid verzamelde gom stijgt naarmate de gomverzamelaar meer ervaring heeft, aangezien die dan over de specifieke kennis beschikt om op een optimale manier gom te verzamelen. Ook de grootte van het gebied dat getapt wordt houdt een positief verband met de hoeveelheid verzamelde gom. De invloed van het tappen op een gemeenschappelijk perceel biedt echter ambigue resultaten: in Oost-Senegal heeft het tappen op een gemeenschappelijk perceel een negatieve invloed op de getapte hoeveelheid per individu, in Noord-Senegal heeft het echter een positieve invloed. De negatieve invloed wordt verklaard door de verhoogde competitie die leidt tot vroegtijds verzamelen van de gom, zodat de concurrent geen kans krijgt. Die competitie blijkt belangrijker in Oost-Senegal dan in West-Senegal. Als laatste vonden ze dat de verwachte prijs een negatief effect heeft op de hoeveelheid verzamelde gom (Mujawamariya & D'Haese, 2012).
21
8.
Kwaliteit5
Anderson (1993) stelt dat er een internationale specificatie is dat gom zuiver moet zijn voor gebruik. Dat is echter dikwijls niet het geval wanneer de gom aangekocht wordt, want in de Sahel wordt de gom met de hand geplukt en gesorteerd. Ook wordt de gom er vaak getransporteerd in open zakken, waardoor de gom niet altijd even zuiver is. Verder meldt Anderson (1993) dat sommige voedselverwerkende bedrijven als extra maatregel vereisen dat de gom gesproeidroogd wordt wanneer ze die inkopen. Dat betekent dat de gom via een industriële methode omgevormd wordt tot poeder. Door centrifuge en filtratie worden de onzuiverheden, zoals stukjes schors en zand, uit de gom verwijderd. Deze gesproeidroogde gom is veel homogener dan voorheen, maar dit proces vergt echter veel energie en is relatief duur. Volgens Anderson (1993) kost het een extra 1000US$ per ton bovenop de normale kostprijs van 2550US$ per ton om een ton Arabische gom te sproeidrogen. Mujawamariya,
Burger,
&
D’Haese
(2012)
hebben
onderzocht
in
welke
mate
de
kwaliteitsbeoordelingen van de gomverzamelaars en de -handelaars op het veld overeenkomen met de kwaliteitsbeoordelingen die uitgevoerd worden in het labo. Het verschil tussen die twee is dat de verzamelaars en handelaars zich bij de kwaliteitsbeoordeling hoofdzakelijk baseren op de visuele intrinsieke aspecten van de gom, zoals de grootte van de gomknobbel, de hardheid van de gom, de kleur en ook de helderheid van de gom. Anderzijds wordt in het laboratorium de beoordeling van de gomkwaliteit verder nog gebaseerd op niet-visuele aspecten, zoals de chemische compositie van de gom. Uit hun onderzoek Mujawamariya, Burger, & D’Haese (2012) ondervonden dat de gemeten kwaliteit in het labo niet altijd overeenkomt met de kwaliteitsmetingen op het veld door de verzamelaars of de handelaars. Wanneer de gom van lage kwaliteit is, wordt dat meestal erkend door zowel het labo als door de handelaars en de verzamelaars. Het visuele aspect is hier duidelijk doordat de gom niet helder is. Over de definitie van kwaliteitsvolle gom is er echter wel onenigheid. Mujawamariya, Burger, & D’Haese (2012) melden dat er meer gomstalen geklasseerd worden als gom van minder goede kwaliteit in het labo dan op het veld: vijftig procent van de gom die op het veld geklasseerd wordt als gom van hoge kwaliteit wordt in het labo verworpen als gom van minder hoge kwaliteit.
5
Over de kwaliteit van de gom en de beïnvloedende factoren is niet veel informatie beschikbaar, vandaar dat de paper (Mujawamariya, Burger, & D’Haese, 2012) relatief veel aangehaald wordt.
22
Verder blijkt uit het kwaliteitsonderzoek van Mujawamariya, Burger, & D’Haese (2012) dat de inspanningen voor kwaliteitsverbeteringen zowel moeten gerespecteerd worden tijdens als na het oogsten. Zo moeten bijvoorbeeld de verzamelaars de vereiste tijd wachten om de gom te plukken tot het de nodige maturiteit is bereikt. Zij achtten het echter ook opportuun om de gomverzamelaars aan te moedigen hun gommen na het verzamelen ook te reinigen. Dat zou ervoor zorgen dat de gomkwaliteit toeneemt en de kwaliteitsvereisten benadert die in het labo gesteld worden op basis van de chemische samenstelling van de gom. Mujawamariya, Burger, & D’Haese (2012) stellen echter dat dit kwaliteitssysteem enkel zou werken indien de gomverzamelaars voldoende worden vergoed voor die kwaliteitsverhoging. Indien de betaalde prijs voor die gom gelijk blijft en er geen prijsverschil wordt gemaakt voor gom van verschillende kwaliteit, zal dit systeem niet stand houden. De bedoeling is dat de boeren door die extra prijspremie hun levensonderhoud kunnen verbeteren en hierdoor gaan streven naar gom van betere kwaliteit. Anderson (1993) meldt ook dat de overige gomproducerende landen de aangeboden internationale steun meer zouden moeten benutten om de kwaliteit van hun gom op te drijven. Dat zou de handelspositie van deze landen ten opzichte van Soedan verbeteren. De gom van die kleinere gomproducerende landen wordt immers beschouwd als inferieur aan die van Soedan. De reden voor die inferioriteit is dat de verzamelde Arabische gom vaak gemengeld wordt met andere gommen in deze landen. Dat reduceert de kwaliteit van de gom aanzienlijk. Anderson (1993) haalt aan dat de verwijdering van deze andere boomsoorten, in de mate dat dit ecologisch verantwoord is, een mogelijke oplossing zou vormen voor dit kwaliteitsprobleem. Een andere mogelijkheid is het opleiden van de gomverzamelaars om de gommen te sorteren, het tappen van verschillende boomsoorten op verschillende tijdstippen uit te voeren of eventueel alleen de Acacia senegal bomen te tappen (Anderson, 1993). Zoals eerder vermeld produceren zowel de Acacia senegal als de acacia seyal Arabische gom, zij het van verschillende kwaliteit. De gom van de Acacia senegal is van superieure kwaliteit ten opzichte van de gom van de Acacia seyal. In veel landen wordt echter geen duidelijk onderscheid meer gemaakt tussen de beide Acaciagommen (Touré, 2008). Dat is voor Soedan niet het geval en in 1990 zijn de gomspecificaties in Soedan strenger geworden en werd er een nog duidelijker verschil gemaakt tussen de gom van Acacia senegal en gommen van andere Acaciasoorten, waaronder de Acacia seyal. Soedan heeft dit verschil altijd gerespecteerd en verkoopt de gom van de Acacia seyal, talha gom, consequent aan 25 tot dertig procent van de prijs van de gom van de Acacia senegal, hun hashab gom (Anderson, 1993). Verder is de kwaliteit van de Arabische gom ook afhankelijk van de puurheid van de gom. Hiermee wordt bedoeld dat de gom enkel getapt is van de Acacia senegal en dat er geen andere gommen mee
23
zijn gemengd. Wanneer dit laatste het geval is, verliest de gom een groot deel van zijn waarde (Touré, 2008). De gom uit de Soedanese regio Kordofan staat bekend als de beste kwaliteitsgom en wordt als standaard gebruikt om andere gom te beoordelen (Lelon, Jumba, Keter, Chemuku, & Oduor, 2010). De reden van die superieure kwaliteit is de consequentie van de gomverzamelaars met betrekking tot de bomen die getapt worden. De gom van de Kordofan zone is gom die alleen afkomstig is van de Acacia senegal. Er worden geen gommen van andere boomsoorten bijgemengd, zelfs niet van soorten die nauw verwant zijn aan de Acacia senegal. Dat is deels te danken aan de aanplanting van een miljoen jonge Acacia senegal boompjes na de Saheldroogtes in de jaren zeventig (Anderson, 1993). Bovendien worden er in Soedan systematisch Acacia senegal bomen aangeplant en worden de wilde Acaciabomen er vervangen door monoculturen van Acacia senegal om zo de verzameling van eenzelfde gom te vergemakkelijken en om een consistente gomkwaliteit te verkrijgen. Dit wordt ook uitgevoerd in de Soedanese Kordofan regio, waardoor de kwaliteit van de Arabische gom er zo hoog is (Verbeken, Dierckx, & Dewettinck, 2003). Vaak vragen de gomimporterende landen ook expliciet naar Kordofan gom wanneer ze Arabische gom kopen (Touré, 2008).
24
9.
Export en Handel
9.1
Internationale vraag
Anderson (1993) meldt dat de internationale gomvraag gedurende de jaren zestig gestegen is en een piek bereikt had in 1970 van ongeveer 70 000 ton per jaar. Vanaf de jaren zeventig is de gomvraag echter een heel pak verminderd. Anderson (1993) verklaart dat het onzekere gomaanbod en de tekorten in deze periode aan de basis liggen van die vraagvermindering. Verder meldt hij verschillende gebeurtenissen die geleid hebben tot dit onstabiele aanbod en de hierdoor dalende vraag. Larson & Bromely (1991) melden dat de gomvraag verder gedaald is door een gebrekkig prijsbeleid van de Gum Arabic Company in Soedan, die verantwoordelijk was voor het zetten van de wereldprijs van de Arabische gom. Volgens Anderson (1993) zijn de twee zware droogtes in het Sahelgebied verantwoordelijk voor de aanbodstekorten. Een eerste droogte kwam voor gedurende de jaren 1973 tot 1974. Die droogte had geleid tot een erg lage gomoogst die een zwaar aanbodstekort en stijgende prijzen tot gevolg had. Dat zorgde voor een groot vertrouwensverlies bij de gomimporteurs en hierdoor zijn veel bedrijven (die er de mogelijkheid toe hadden) overgeschakeld naar substituten voor Arabische gom. Het aanbod van substituten zoals gemodificeerd zetmeel en dextrine was immers heel wat stabieler dan dat van Arabische gom. Door dit alles kwam de internationale gomvraag, die ooit tot 70 000 ton per jaar piekte, niet meer boven de 40 000 ton per jaar (Anderson, 1993). Tijdens die droogte had de Gum Arabic Company ook beslist de producentenprijs van de gom te verhogen om de boeren aan te zetten gom te produceren. Het bedrijf deed dat om zo de gomproductie weer op te drijven, verwoestijning tegen te gaan en om de Soedanese gronden vruchtbaar te houden. Veel landbouwers dachten echter dat deze prijsverhoging van korte duur zou zijn, waardoor ze massaal de Acacia senegal bomen begonnen te overtappen. Dit intensieve tappen was voor veel bomen fataal en dat heeft de gomproductie op lange termijn negatief beïnvloed (Larson & Bromely, 1991). Ook de kleinere gomproducerende landen leidden toen onder de droogtes. Zo is de gezamenlijke export van Mauritanië, Senegal en Mali systematisch gestegen vanaf het begin van de 18de eeuw en bereikte die een piek in 1971 van 14.000 ton geëxporteerde Arabische gom. Die export is echter ineengevallen het jaar nadien door de droogte. In figuur 5 is de gezamenlijke export van de drie landen van het jaar 1860 tot 1980 te zien. De export van Senegal is ook zwaar gedaald als gevolg van de droogte en varieerde na die daling tussen de
25
500 en 1.000 ton per jaar. In figuur 6 wordt het exportcijfer van Senegal van het jaar 1860 tot 1980 afgebeeld (Schoonmaker Freudenberger, 1993).
Figuur 5 Gezamenlijke export in Arabische gom van Senegal, Mauritanië en Mali: 1860-1980. Bron: (United Nations Sudano-Sahelian Office, International Trade Centre, 1983) in (Mark Schoonmaker Freudenberger, 1993)
Figuur 6 Export in Arabische gom van Senegal: 1940-1988. Bron: (Schoonmaker Freudenberger, 1993)
Zoals eerder vermeld, heeft de Gum Arabic Company na de eerste droogte de internationale exportprijzen heel wat verhoogd. Het bedrijf waande zich in een monopoliepositie en liet de prijs van Arabische gom stijgen van 600US$ in 1972 tot 4.000US$ in 1974. Initieel daalde de vraag niet zo veel, maar op langere termijn (na twee jaar) schakelden er veel gomconsumenten over naar substituten en daalde de vraag enorm. In 1975 was de wereldvraag gedaald tot 21.000 ton en was de export voor Soedan gedaald tot 16.000 ton, wat nog steeds een 75 procent was van de wereldvraag. De Gum Arabic Company had hierna de prijzen van de Arabische gom 26
teruggedrongen, maar de internationale export bleef lager dan ervoor. Op het einde van de jaren ’70 bedroeg de internationale gomexport opnieuw rond de 40.000 ton per jaar, maar de volgende droogte van de jaren tachtig heeft die gomproductie en internationale gomexport weer zwaar teruggeschroefd. Door de tweede droogte daalde de productie van Arabische gom in Soedan opnieuw tot 10.000 ton per jaar (Larson & Bromely, 1991). In figuur 7 is de totale internationale gomexport en de gomexport van Soedan te zien vanaf de jaren 1920 tot 2000. De twee dalingen in wereldexport zijn in beide gevallen duidelijk te zien op de grafiek. Verder is ook zichtbaar dat na de droogtes de wereldexport terug sterk gestegen is, maar dat de export van Soedan ongeveer gelijk is gebleven. Hieruit kunnen we ook afleiden dat het aandeel van Soedan in de internationale gomexport na de droogtes gedaald is (Macrae & Merlin, 2002).
Figuur 7 Export van Arabische gom, 1925-2000. Bron: ( Macrae & Merlin, 2002)
Nog geen tien jaar na de eerste grote droogte, heerste een tweede zware droogte over de Sahel van 1983 tot 1985. Anderson (1993) meldt dat aangezien er in een dergelijke korte periode tweemaal zware aanbodstekorten waren en sterke prijsfluctuaties plaatsvonden, veel voormalige gebruikers van Arabische gom waren overgeschakeld tot (synthetische) substituten voor de gom. Dat vergt vaak een volledig nieuwe configuratie en productieproces voor de commerciële producten. Bovendien wordt er na een dergelijke overschakeling zelden teruggeschakeld naar de vorige configuratie. Dat is dan ook de reden dat de gomvraag na de twee droogtes nooit meer tot het niveau kwam van voorheen. Verder meldt Anderson (1993) dat de internationale vraag naar Arabische gom ook gedaald is door de veel strengere internationale reglementering rond labelling en gomimport en 27
–verhandeling. Gomimporteurs zijn verantwoordelijk voor zo goed als alle defecten of fouten van het geïmporteerde goed. Dat wil ook zeggen dat wanneer de kwaliteit van de geïmporteerde gom niet naar de internationale normen is, de importeur aansprakelijk is. Dat heeft ertoe geleid dat gomhandelaars en- importeurs veel voorzichtiger zijn geworden bij het inkopen van gom, wat zich vertaalde in een daling in de vraag. Tussen 1992 en 2006 is de export van ruwe Arabische gom terug gestegen met 117 procent, namelijk van 30.000 tot 60.000 ton. De gommarkt heeft bijgevolg op lange termijn opnieuw de exportcijfers kunnen bereiken van voor de droogteperiodes in de Sahel. Soedan is nog steeds de leider in de exportmarkt, maar het aandeel van Soedan is gedaald tot een zeventig procent van de totale wereldexport. De tweede grootste speler op de markt is Tsjaad, gevolgd door Nigeria (Touré, 2008). Hieronder is een figuur 8 te zien met de exportcijfers van de grootste gomexporteurs, namelijk, Soedan, Tsjaad, Nigeria. Verder is in de grafiek nog het cumulatieve exportcijfer van de andere Afrikaanse landen te zien en het exportcijfer van Azië, wat relatief laag ligt (Mokwunye & Aghughu, 2010).
Figuur 8 Wereldexport in Arabische gom: 1991- 2002. Bron: (Mokwunye & Aghughu, 2010)
Ondanks die dalingen in de vraag melden Macrae & Merlin (2002) dat de toekomstige markt van Arabische gom relatief goed verzekerd is. Dat is voornamelijk te danken aan het natuurlijke voordeel dat de gom heeft op andere gemodificeerde substituten. Dat voordeel zal de vraag naar Arabische gom in de toekomst vrijwaren. Gebaseerd op de assumptie dat de gomprijs constant blijft, wordt er geschat dat de Arabische gommarkt jaarlijks een vijftal procent zal toenemen (Macrae & Merlin, 2002).
28
9.2
Import
Volgens Touré (2008) is de Europese Unie veruit de grootste afzetmarkt voor Arabische gom. Tussen 2003 en 2007 heeft de EU ongeveer 200.000 ton Arabische gom aangekocht. Dit staat gelijk met 432 miljoen US$ aan gom. Naast de EU zijn ook de Verenigde Staten grote importeurs van Arabische gom. Zo hebben de VS in dezelfde periode van 2003 tot 2007 ongeveer 83.000 ton gom geïmporteerd, wat overeenkomt met 215 miljoen US$. Wanneer we de landen apart beschouwen, zien we dat Frankrijk de absolute leider is in het importeren van gom. Tabel 1 toont de importpercentages per land en rangschikt deze landen volgens hun contributie tot de wereldimport. Hier is duidelijk te zien dat Frankrijk gedurende de periode 1993 tot 2007 de grootste gomimporteur is. In die periode is Frankrijk immers verantwoordelijk voor meer dan dertig procent van de wereldexport van Arabische gom. Verder zien we in tabel 1 dat de VS de tweede grootste gomimporteur is, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk (Touré, 2008). Jaar Frankrijk V.S.
V.K. India Duitsland Italië Japan Andere Totaal
1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
17% 11% 11% 10% 12% 11% 4% 8% 7% 9% 9% 8% 9% 5% 11%
38% 29% 28% 31% 38% 41% 36% 40% 42% 41% 26% 25% 23% 19% 33%
7% 17% 14% 16% 15% 18% 15% 14% 16% 14% 17% 16% 17% 18% 18%
9% 9% 20% 20% 15% 12% 15% 12% 10% 9% 9% 13% 14% 19% -‐
11% 10% 12% 6% 8% 6% 9% 9% 11% 8% 6% 8% 7% 6% 7%
8% 12% 6% 4% 1% 1% 5% 2% 3% 4% 5% 4% 4% 3% 5%
3% 3% 3% 3% 3% 3% 3% 4% 3% 2% 3% 3% 2% 2% 3%
6% 8% 7% 10% 8% 8% 13% 11% 8% 13% 25% 23% 24% 28% 23%
99% 99% 101% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 38%
Tabel 1 Importpercentages van ruwe Arabische gom per land: 1993-2007. Bron: verworven uit (Touré, 2008)
Monetair gezien kopen Frankrijk en India hun geïmporteerde gom aan de laagste prijs. De reden hiervoor is dat deze twee landen proportioneel meer flaky gum aankopen dan hard gum, wat zich vertaalt in een gemiddeld lagere prijs (Touré, 2008). Twee derden van de wereldhandel in Arabische gom wordt geïmporteerd door Europa. Zo goed als alle Arabische gom die gebruikt wordt in industriële productieprocessen in ontwikkelde 29
economieën ondergaat eerst een industrieel transformatieproces alvorens het in het productieproces van goederen worden gebruikt (Macrae & Merlin, 2002). Macrae & Merlin (2002) stellen dat er twee verschillende groepen zijn van importeurs: •
Tot de eerste groep behoren de importeurs die Arabische gom importeren om die te transformeren, bijvoorbeeld door die te sproeidrogen. Hierna wordt de verwerkte gom opnieuw doorverkocht als een intermediair goed. De verwerkte gom zal dus als input dienen voor het productieproces van een ander bedrijf. Voorbeelden van bedrijven in die eerste categorie zijn CNI6, Alland & Robert en Valmar International.
•
De tweede categorie bestaat uit importeurs die reeds verwerkte Arabische gom importeren om deze onmiddellijk in hun productieproces te integreren en zo tot hun eindproduct te komen. Voorbeelden van bedrijven in die tweede groep zijn Coca-Cola, Mars, Nestlé, Danone, enzovoort.
6
CNI staat voor Colloides Naturelles Internationales.
30
9.3
Prijzen en Prijsschommelingen
9.3.1
Algemene prijzen
De internationale exportprijzen werden tot voor 2009 bepaald door de Gum Arabic Company (cfr. infra). In Figuur 9 wordt de gomexportprijs in Port Sudan afgebeeld voor de periode van 1991 tot 2001. De figuur geeft ons een idee van de recente prijsevoluties van de hard gum (zowel de handgesorteerde als de gezuiverde gom) en van de flaky of talha gum. We zien dat de prijs van de hard gum veel gedaald is in de periode van 1994/95 tot 2001/02. Positief hieraan is dat de Arabische gom opnieuw goedkoper is en dus kan concurreren tegen de bestaande substituten. Een aanhoudende lage prijs is echter negatief, aangezien er dan veel kleinere hoeveelheden gom worden geproduceerd, wat leidt tot aanbodtekorten (Macrae & Merlin, 2002).
Figuur 9 Exportprijzen van Arabische gom in Port Sudan: 1991-2001 (HPS = Hand Picked Selected). Bron: (Macrae & Merlin, 2002)
31
Tabel 2 toont de recentste exportprijzen van Arabische gom per land.7 De waarden van de tabel volgen op die van Figuur 98. Hier is duidelijk te zien dat vanaf 2003 de exportprijzen voor de drie landen terug beginnen te stijgen. De gommarkt is bijgevolg aan het stabiliseren na de sterke prijsdaling van 1994/1995. LAND
2003
2004
2005
2006
2007
Soedan Tsjaad Nigeria
1053 947 569
2252 1236 882
3610 2318 1324
2724 2276 995
4595 1634 1472
Tabel 2 Gemiddelde exportprijzen in US$ per ton voor Soedan, Tsjaad en Nigeria: 2003-2007. Bron: verworven uit (Touré, 2008)
9.3.2
Prijsschommelingen
Vanaf de jaren zeventig waren er gedurende twintig jaar zware aanbodtekorten in Arabische gom. Dit was volgens Imeson (1992) een gevolg van de politieke instabiliteit in Iran en Soedan, het overheidsingrijpen in India en de zware droogtes in het Sahelgebied. Die aanbodtekorten hadden onvermijdelijk invloed op de gomprijs. Anderson (1993) stelt dat door de zware aanbodtekorten na de droogtes in de Sahel zware prijsvariaties plaatsvonden. Tabel 3 geeft die fluctuaties in de prijs van Arabische gom na de twee droogteperiodes van 1973-1974 en 19831985 weer. In de tabel is duidelijk te zien dat de prijs van de gom heel volatiel is. Jaartal
Gomprijs in US$ per ton
1980-1983
1500
1983-1984
5000
1985
4950
1986
3600
1987
2900
1988-1991
2300
Oktober 1991
2250
Tabel 3 Fluctuaties in de Arabische gomprijs per ton (in US$): 1980-1991. Bron: tabel verworven uit informatie (Anderson, 1993)
7 8
Voor een overzicht van de exportprijs in Port Sudan van 1989 tot 2006, zie Bijlage 2 Voor een grafische voorstelling van tabel 2, zie Bijlage 3.
32
Gecoördineerde acties in de producerende en exporterende landen hebben de aanleg van een buffervoorraad bewerkstelligd. Verder hebben ze geleid tot het controleren van het tappen en het vrijwaren van de duurzaamheid en de vernieuwing van de Acaciabomen. De acties hebben ook geresulteerd tot het verhogen van de betalingen aan de gomverzamelaars en tot het financieren van onderzoek naar de productiviteit van het tappen. Die acties hebben de gomprijs en het gomaanbod opnieuw kunnen stabiliseren en zouden toekomstige prijsfluctuaties moeten verhinderen (Imeson, 1992). Door aanpassingen in het handelsbeleid in 2004 hadden de gomproducenten plots de mogelijkheid om een veel groter percentage van de exportprijs te verkrijgen voor hun gom. Dit percentage steeg in 2004 van 15 procent naar 78 procent. Dit was het hoogste percentage dat de gomproducenten voor hun product kregen sinds negentig jaar. Door die prijsstijging in het voordeel van de gomproducenten, werden veel kleine landbouwers aangezet tot het produceren van gom, wat een overaanbod in 2006-2007 met zich meebracht. Hierdoor vielen de prijzen van de gom terug ineen, wat het begin is van zware prijsinstabiliteit. Deze constante cyclus bevestigt dat er nood is aan een zekere marktstabiliteit, wat niet mogelijk is zonder een buffervoorraad die de verschillen in aanbod en vraag opneemt (Touré, 2008). Volgens Anderson (1993) voerde Soedan een bepaald regulerend systeem in om de prijsfluctuatie te verminderen. Wanneer de productie de wereldvraag oversteeg, werd het overschot aan gom in voorraad gehouden. De voorraad diende als een buffer die compenseerde bij mogelijke toekomstige tekorten, bijvoorbeeld wanneer de productie lager is dan de vraag. Zo zorgde Soedan ervoor dat de Arabische gomprijzen niet onmiddellijk sterk stegen wanneer de productie te laag lag (Seif el Din & Zarroug, 1996). De buffer is volgens Anderson (1993) ontstaan na het overaanbod aan Arabische gom eind jaren tachtig. Dt overaanbod werd veroorzaakt door de droogtes die aan deze jaren voorafgingen. Tijdens die droge periodes waren er voortdurend gomtekorten, waardoor veel industrieën die gom gebruiken hun vertrouwen in de gomhandel verloren en overschakelden naar substituten. Het aanhouden van de aanbodbuffer, die in 1989 ongeveer 20 000 ton bedroeg, vormde echter een grote kost, die opliep tot 45 miljoen US$. Dit woog echter te zwaar op de Soedanese economie (Anderson, 1993).
33
9.4
Gum Arabic Company in Soedan
Tot juni 2009 had de Gum Arabic Company een overheidsmonopolie voor de gomproductie en -export in Soedan. Dat monopolie werd echter stopgezet door de regering vanwege de groeiende onzekerheid over de gomhandel als gevolg van de oorlog die dan heerste in Soedan. De Gum Arabic Company, dat werd opgericht in 1969 en eigendom was van de Soedanese regering, beschikte ongeveer gedurende vijftig jaar over dit overheidsmonopolie (Partos, 2009). Anderson (1993) meldt dat de Gum Arabic Company in de jaren negentig ongeveer 85 procent van wereldmarkt van Arabische gom in de hand had. Anderson (1993) vermeldt verder dat de Gum Arabic Company elk jaar in september de internationale gomprijzen vastlegt voor de verschillende kwaliteitsgradaties. Vervolgens stelt Anderson (1993) dat het monopolie van gom door de Gum Arabic Company tot gevolg had dat de gomimporteurs niet veel vertrouwen hadden in de gomhandel. De afhankelijkheid van één aanbieder zet de koper immers in een slechte onderhandelpositie en doet de kans op een aanbodtekort (door het falen van gewassen) aanzienlijk stijgen. Anderson (1993) concludeert dat het beter zou zijn als Soedan maar vijftig procent van de wereldmarkt controleert en dat de overblijvende landen de overige vijftig procent verhandelen. Toen de Gum Arabic Company nog in het bezit was van het overheidsmonopolie werd de gomhandel als volgt geregeld: de gomverzamelaars vervoerden hun gommen eerst met trekdieren of tractoren naar een veiling. In Soedan waren er dertien veilingen die werden geleid door een overheidsgriffier. Die griffier leidde het bieden in door de minimumprijs te noemen en sloot het bieden op het einde ook af aan het hoogste bod. Op die veilingen konden alleen officieel erkende handelaren gom kopen en verkopen. Wanneer de gom verkocht was, werd ze vervoerd naar Port Sudan, waar de gom werd opgeslagen om uiteindelijk geëxporteerd te worden door de Gum Arabic Company. Die had als enige het recht om gom uit te voeren. Het bedrijf exporteerde de gom naar onder andere erkende agenten, gomverwerkende bedrijven en wederverkopers over heel de wereld. Zoals al vermeld werd door de Gum Arabic Company in Port Sudan ongeveer een constante voorraad van 15.000 ton Arabische gom aangehouden (Iqbal, 1993).
34
9.5
Value Chain
Volgens (Touré, 2008) verschilt de Value Chain van Arabische gom van land tot land, omdat die afhankelijk is van de wetgeving hieromtrent. In sommige landen wordt de gomhandel volledig gecontroleerd door de overheid, maar in de meeste landen is de gommarkt een relatief vrije, competitieve markt of wordt de gomhandel georganiseerd door NGO’s. In een competitieve gommarkt zien de distributiekanalen er als volgt uit: •
De kleine landbouwer tapt en verzamelt de gom en houdt de verschillende soorten Acaciagom apart. Hierna wordt de gomoogst in een schaduwrijke plaats bewaard tot die een bepaalde maturiteit bereikt heeft. Vervolgens wordt de gom getransporteerd naar een handelaar.
•
De handelaar controleert de gom in de zakken op zicht en er wordt onderhandeld over de prijs op basis van het gewicht of volume van de gom. De handelaar herverpakt de aangekochte gom in een zak met zijn stempel, waar de gomproducten ook op vermeld worden. Hierna worden de gesorteerde zakken getransporteerd naar een exporteur.
•
Wanneer de gom aankomt bij de exporteur wordt ze afgeladen, gewogen, gesorteerd volgens herkomst en geïnspecteerd. Er wordt een prijs onderhandeld tussen de handelaar en de exporteur op basis van de voorafgaande vastgestelde prijs en de zuiverheid van de gom. Verder zal de exporteur de gom nog verder reinigen en sorteren tot het voldoet aan de internationale vereisten en wordt de gom geëxporteerd.
•
Wanneer de importeur de Arabische gom ontvangt, zal hij die eerst visueel inspecteren en hierna worden er stalen geanalyseerd in het laboratorium. Wanneer de resultaten van de analyse in het laboratorium positief zijn, wordt de betaling aan de exporteur overgemaakt en wordt de gom gebruikt in het productieproces van de importeur. Indien de importeur een groothandelaar is, verkoopt hij de gom verder aan industriële partners.
Volgens Macrae & Merlin (2002) is de prijs de hoofdfactor die de gomverzamelaar beschouwt in zijn beslissing om gom te verzamelen. Ook de hoeveelheid gom die hij zal verzamelen hangt af van hoe hoog de prijs is die hij ervoor krijgt. Vaak worden de gomproducenten te weinig betaald door de handelaars voor hun Arabische gom. De prijzen die de producenten ontvangen, zijn heel wat lager dan de exportprijs van de gom. In figuur 10 wordt de prijs afgebeeld die de gomproducenten voor hun gom krijgen als percentage van de exportprijs in Port Sudan. Dikwijls krijgen
gomproducenten
maar
een
klein
deel
van
de
exportprijs,
door
hun
lage
onderhandelingsmacht. De gomproducenten worden vaak minder dan vijftien procent van de 35
exportprijs betaald voor hun gom betaald. Omdat gomverzamelaars vaak uitgebuit worden, leidt dit ook tot het verminderen van de productie van Arabische gom (Gibreel, 2013). Dit is ook de reden dat zestig procent van de Arabische gom niet wordt getapt. Door aanpassingen in 2004 in het handelsbeleid, is dit echter veranderd. Hierdoor kunnen de gomproducenten hun gom rechtstreeks verkopen aan private gomhandelaars. Bijgevolg was de gomprijs die de producenten ontvingen gestegen tot 3.500US$ per ton Arabische gom. Dit kwam overeen met ongeveer 78 procent van de exportprijs, die in 2004 ongeveer 4.500US$ per ton bedroeg (Touré, 2008).
Figuur 10 Arabische gomprijzen die de gomproducenten voor hard gum ontvangen als percentage van de exportprijs. Bron: (The World Bank, 2007)
36
10.
Substituten
Anderson (1993) vermeldt dat aangezien de gomprijs tussen de jaren zeventig en negentig zo hoog was, er veel gomafnemers in de zoetwarenindustrie zijn overgeschakeld naar substituten. Voor de jaren zeventig was die vervanging van Arabische gom procentueel nog maar een tien procent, maar dat percentage is gestegen tot ongeveer 90 procent in de jaren negentig. Verder stelt Anderson (1993) dat die vervanging al 100 procent zou zijn, mocht het probleem van de labelling niet van toepassing zijn. Men kan bijvoorbeeld geen kauwgom verkopen onder die naam of label wanneer er niet langer gom in wordt verwerkt (Anderson, 1993). Ten opzichte van de substituten heeft Arabische gom een grote troef; de gom is 100 procent natuurlijk en vrij van chemische of genetische modificatie. Om te verzekeren dat de gom blijft concurreren met de substituten, zou de gom echter heel het jaar verkrijgbaar moeten zijn met behulp van buffervoorraden. Arabische gom heeft nog een prijsvoordeel op sommige substituten, maar de marge is beperkt en er is weinig speling voor prijsverhogingen in de toekomst. Integendeel, de prijs van Arabische gom zou in de toekomst moeten dalen om competitief te blijven ten opzichte van concurrerende substituten (Macrae & Merlin, 2002). De meest concurrerende substituten van de Arabische gom zijn gemodificeerd zetmeel, dextrine en gelatine. Het aanbod van die substituten is ook heel wat stabieler dan het aanbod van Arabische gom, wat meer vertrouwen wekt bij de koper (Anderson, 1993). Zetmeel wordt voornamelijk verkregen uit maïs, granen of aardappelen. Die bronnen zijn op industriële schaal echter veel gemakkelijker controleerbaar dan Arabische gom. Het competitief voordeel van zetmeel is dat het chemisch gemodificeerd kan worden en zo verschillende technologische pluspunten heeft ten opzichte van Arabische gom. Een groot voordeel van gelatine is dat het voortdurend in overaanbod verkrijgbaar is. Dat is echter niet het geval bij Arabische gom, aangezien die hoofdzakelijk verkrijgbaar is in het najaar (Macrae & Merlin, 2002). Gemodificeerd zetmeel vervangt Arabische gom hoofdzakelijk in de non-food categorie. Zo wordt die gebruikt in de textielindustrie, in de papierindustrie, ceramiekindustrie en ook als plakmiddel in verschillende andere industrieën. Verder wordt zetmeel ook nog gebruikt als substituut in de food categorie, namelijk in de productie van babyvoeding, koekjes, zoetwaren, saladesauzen, soepen, enzovoort. Gelatine is een eiwitproduct dat wordt bereid door een reductieproces van karkassen van zoogdieren, voornamelijk varkens en runderen. Het wordt gebruikt in de zoetwarenindustrie, vaak in combinatie met zetmeel. Gelatine heeft Arabische gom grotendeels vervangen in de zoetwarenindustrie. Hierdoor is het totale aandeel van Arabische gom in deze industrie gedaald van zestig tot veertig procent (Macrae & Merlin, 2002). 37
11.
Situatie in Senegal en Kenia
11.1 Senegal
Senegal
was
ooit
een
grote
producent
van
Arabische
gom.
Door
institutionele
marktinefficiënties heeft het land zijn marktaandeel echter aanzienlijk zien verkleinen. In de jaren vijftig had Senegal nog een aandeel van meer dan tien procent in de wereldexport (Mujawamariya G. , 2012). Vandaag is het exportcijfer van Senegal echter verantwoordelijk voor minder dan twee procent van de export (Touré, 2008). In figuur 11 is het exportcijfer van Senegal afgebeeld. Senegal had een hoog productie- en exportniveau in de jaren negentig, dat tot boven de 1000 ton per jaar ging in 1996/97. Het exportcijfer daalde echter dramatisch in de periode die hierop volgde. In 2003 begon de export van Senegal weer langzaamaan te stijgen dankzij herbebossingsprogramma’s. De export bleef stijgen en in 2009 was het exportcijfer weer op niveau. Die stijging werd echter tenietgedaan in 2010, wanneer het exportcijfer opnieuw problematisch daalde (Mujawamariya, Palou Madi, Zoubeirou, Maisharou, & D'Haese, 2013).
Figuur 11 Exportcijfer van Senegal in ton: 1996-2010. Bron: verworven uit (Mujawamariya, Palou Madi, Zoubeirou, Maisharou, & D'Haese, 2013)
Volgens Mujawamariya (2012) is de gomproductie in Senegal verspreid over twee zones:
38
•
Het Noorden van de Sylvopastoral Zone (SPZ), ook gekend als de Ferlo Deze zone strekt zich uit over verschillende regio’s, waaronder Louga, Saint Louis en Matam. Gomhandelaars hebben hun handelspraktijken beperkt tot deze zone om zo hun transportkosten te minimaliseren.
•
Het Oosten van Senegal (ES) In het Oosten van Senegal is er veel potentieel voor gomproductie, maar dit potentieel wordt niet benut omdat veel landbouwers er geen voldoende kennis hebben van de tapmethoden. Aangezien de gomhandelaars vooral actief zijn in de SPZ zone, krijgen de gomproducenten in ES vaak een lage prijs en hierdoor zijn veel producenten in de ES zone gestopt met de verzameling van gom.
In figuur 12 is een kaart van Senegal te zien met de hiervoor vernoemde zones.
Figuur 12 Kaart van Senegal met SPZ en ES zone en bijhorende regio’s. Bron: verworven uit (World Food Programme, 2011 in Mujawamariya, 2012).
Volgens Mujawamariya (2012) is de gomproductie en –handel in Senegal beperkt doordat de producenten geen goede toegang hebben tot efficiënte markten. Verder worden veel gomproducenten in Senegal uitgebuit door handelaars en ontvangen ze maar een heel lage prijs voor hun gom. Om deze reden wordt er in Senegal weinig gom geproduceerd. Een andere 39
beperking voor de gomhandel van Senegal is volgens Mujawamariya (2012) dat de gom meestal verzameld wordt op gemeenschappelijke gronden of bossen die voor iedereen toegankelijk zijn. Dit heeft als gevolg dat er vaak diefstal gepleegd wordt en dat de concurrentie om de gom eerst te verzamelen groter wordt. Senegalese gom staat bekend als gom van goede kwaliteit aangezien er veel Acacia senegal bomen groeien in het land. Toch wordt de gom uit Senegal nog vaak gesorteerd en gezuiverd op exportniveau, wat een hoge kost met zich meebrengt. Deze kost wordt echter indirect van het loon van de gomverzamelaar afgetrokken. Het zou beter zijn dat de gomproducenten de gom zelf goed zouden sorteren en reinigen, om zo een hogere winstmarge uit de value chain te verkrijgen. Verder zouden de producenten er ook beter op kunnen letten dat de gom niet te veel uitdroogt en zouden ze kunnen overschakelen naar betere tapmethodes. Ondanks het feit dat de producenten gesensibiliseerd zijn over het belang van de gomkwaliteit, is hier voorlopig nog geen verandering in gekomen. In figuur 13 is de value distribution tussen de spelers van de Arabische gom value chain in Senegal afgebeeld.9 Uit de figuur wordt duidelijk dat de gomproducenten een zestig procent van de value distribution krijgen, wat relatief veel is. Volgens (Mujawamariya, Palou Madi, Zoubeirou, Maisharou, & D'Haese, 2013) is dit percentage in andere landen lager.
Figuur 13 Value distribution van de Arabische gom value chain in Senegal. Bron: (Mujawamariya, Palou Madi, Zoubeirou, Maisharou, & D'Haese, 2013)
9
Voor een afbeelding van de Value Chain van Arabische gom in Senegal, zie bijlage 4.
40
Mujawamariya & D'Haese (2012) melden dat Senegal en de andere kleinere gomproducerende landen niet genoeg inspelen op de wereldvraag naar Arabische gom, hoewel er wel veel Acacia senegal bomen aanwezig zijn in deze landen. Verder melden zij dat de marktontwikkeling in Senegal niet genoeg uitgebreid is en dat het lokale inkoopsysteem van gom moet worden gereorganiseerd opdat de gomhandel er meer zou worden ontwikkeld. Vervolgens voerden Mujawamariya & D'Haese (2012) onderzoek uit naar de invloed van interlocking contracts op de productie en de marktparticipatie in het Noorden en het zuiden van Senegal. Die contracten houden in dat de gomhandelaar bepaalde zaken op krediet geeft aan de gomverzamelaar, bijvoorbeeld gereedschappen om te tappen, geld, of eten voor het huishouden. Wanneer de gomverzamelaar zijn gom geoogst heeft, betaalt hij de handelaar dan terug in gom aan een vooraf bepaalde prijs. Uit dit onderzoek bleek dat deze interlocking contracts zowel een positieve invloed hebben op de productie als op de marktparticipatie van Arabische gom. Verder blijkt wel dat deze interlocking contracts een negatieve invloed hebben op de prijs die de gomhandelaars betalen aan de gomverzamelaars door het verlies aan onderhandelingsmacht van de verzamelaar. Verder ontdekten Mujawamariya & D'Haese (2012) door hun onderzoek in Senegal dat oudere gomverzamelaars minder geneigd zijn om deel te nemen aan de gomhandel. Ze vonden ook dat de kans dat gomverzamelaars participeren in de markt daalt met de afstand van hun huis tot de markt. Ook bleek uit hun onderzoek dat groepverkoop, of verkoop in coöperaties, ook marktparticipatie in de hand werkt. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de verhoogde onderhandelingsmacht die deze coöperatie met zich meebrengt vergeleken met een individuele verkoper.
41
11.2 Kenia Kenia is een relatief nieuwe gomleverancier in de wereldmarkt, maar het land is niet voldoende competitief in de gommarkt. Er kunnen immers geen hoge prijzen gevraagd worden voor de Keniaanse gom omdat de gom vaak niet voldoet aan de internationale kwaliteitsvereisten. De hoofdredenen voor de slechte gomkwaliteit in Kenia zijn slechte tapmethodes, het te snel verzamelen van de gom na het tappen, slechte ondergronden en klimatologische factoren (Lelon, Jumba, Keter, Chemuku, & Oduor, 2010). Ook het onvoldoende kuisen na het verzamelen van de gom brengt een slechtere gomkwaliteit met zich mee. Verder wordt er in Kenia ook dikwijls van verschillende botanische soorten getapt, wat leidt tot een ondermaatse kwaliteit. Dat was ook de oorzaak van de daling van de Keniaanse gomexport na de piek van 1994. De gomproducenten waren te onervaren in het tappen en kuisen van de gom en er werden ook veel Acaciabomen beschadigd in dit proces (Gachathi & Eriksen, 2011).
In Kenia is tachtig procent van het landoppervlakte droogland, met een jaarlijkse neerslag van minder dan 1000 mm. Die gebieden worden gekenmerkt door een heet klimaat, periodieke droogte en occasionele overstromingen. Verder zijn de gronden er doorgaans zandig en arm. Vaak hebben ze ook een slechte oppervlaktestructuur door erosie. Op die plaatsen is nomadische veeteelt bijgevolg de steunpilaar van de economie. Vegetatie is hierdoor heel belangrijk opdat de kuddes zouden kunnen grazen. Het leven in de droge gebieden van Kenia wordt voortdurend bedreigd door uitdagingen zoals droogte en onverwacht vee verlies. De periodieke, lange droogte heeft een invloed op de kwaliteit en de hoeveelheid van het water en de graasmogelijkheden voor het vee, wat dan leidt tot de verarming van de herders. In figuur 14 worden de droge en de halfdroge gebieden van Kenia weergegeven. Hier wordt nog eens duidelijk afgebeeld dat het grootste deel van het land droogland is (Gachathi & Eriksen, 2011). Bijgevolg is het belangrijk voor de bevolking om hun risico te verspreiden door de verzameling van Arabische gom in de droogste periodes. Dat zorgt immers niet alleen voor een alternatieve inkomstbron tijdens moeilijke tijden om het vee te houden, maar het dient ook als voedingselement om op terug te vallen tijdens periodes van schaarste (Schoonmaker Freudenberger, 1993) (Elmqvist, Olsson, & Elamin, 2005).
42
Figuur 14 Kaart van Kenia, die de droge en halfdroge gebieden van het land weergeeft. Bron: (Gachathi & Eriksen, 2011)
De oogst van Arabische gom kan bijgevolg een mogelijkheid zijn om het leven van vele armen op een ecologisch duurzame manier te verbeteren. De verzameling van gom toont aan hoe een duurzame aanpassing aan het veranderend klimaat mogelijk zou kunnen ondersteund worden. In Kenia is die activiteit echter nog begrensd door onder andere een gebrek aan marketing en infrastructuur, armoede, beleidsverwaarlozing, conflicten en onzekerheid. Toch heeft Kenia aanzienlijke middelen in Arabische gom, dit wordt ook aangetond in figuur 15. Gachathi & Eriksen (2011) vonden dat er momenteel relatief veel huishoudens in Kenia gom verzamelen en verkopen als een alternatief voor het houden van vee. Verder vonden ze ook dat er voornamelijk Acaciabomen verspreid zijn in zeven districten van Kenia en dat er in die districten relatief veel Arabische gom wordt verzameld en verkocht. Die districten zijn Isiolo, Garissa, Wijir, Mandera, Moyale, Marsabit en Samburu. De meeste hiervan zijn gelegen zijn in het Noorden van het land. Hieronder in figuur 15 is de distributie van de Acacia senegal en de
43
Acacia seyal in Kenia te zien. De commerciële productie van Arabische gom is echter beperkt tot het Noorden van het land (Gachathi & Eriksen, 2011).
Figuur 15 Distributie van Arabische gom en bronnen voor Arabische gom in Kenia. Bron: (Gachathi & Eriksen, 2011)
De verhandelde Arabische gom in Kenia is gewoonlijk van de Acacia senegal (L.) Willd. var. kerensis en van de Acacia seyal Del. var. seyal. Naast Arabische gom wordt er ook nog mirre verzameld van de Commiphora myrrha, hagar gom van de Commiphora hotziana en olibanum van de Boswellia neglecta (Gachathi & Eriksen, 2011). De meest voorkomende Acacia senegal variaties in Kenia zijn de A. senegal var. senegal, de A. senegal var. kerensis en de A. senegal var. leiorhachis. Die laatste variatie is in Kenia ook gekend als de Acacia circummarginata. De Acaciabomen groeien vooral in het Noorden van Kenia in droge en halfdroge gebieden (Chikamai, Hall, & Banks, 1995). Onderzoek van Chikamai, Hall, & Banks (1995) wees uit dat de groei van Acaciabomen beïnvloed wordt door het terreintype. Zo vonden ze dat de Acaciabomen in Kenia meer voorkomen op heuvel- en rotsgebieden dan op vlaktes. Verder vinden Chikamai, Hall, & Banks (1995) ook dat de mens ook een invloed heeft op de groei van
44
de Acacia senegal. Zo stellen ze dat op heuvelig gebieden meer Acaciabomen bevatten omdat de boeren er enkel in tijden van droogte komen grazen met hun vee. Op de vlaktegebieden bevinden zich echter vaak nederzettingen, waar het hout van de bomen gebruikt wordt voor huizen en omheiningen. Hierdoor krijgen de bomen er vaak geen kans om te groeien. In Kenia wordt de gom doorgaans niet getapt; alleen de natuurlijke gomafscheidingen door blessures worden er verzameld. De gom wordt er verwijderd met de hand en indien de gom moeilijk los te maken valt door verharding, wordt hiervoor een machete of een stok gebruikt. De verzamelde hoeveelheid gom is afhankelijk van seizoen tot seizoen en varieert ook afhankelijk van de verzamelaar. In een goed seizoen kan een gomproducent dagelijks gemiddeld vijf kilogram gom verzamelen. Wanneer een verzamelaar ongeveer vier dagen per week gom kan oogsten, naast zijn andere landbouwactiviteiten, dan zal een verzamelaar gemiddeld maandelijks een 100 kg Arabische gom oogsten (Gachathi & Eriksen, 2011). Gachathi & Eriksen (2011) vonden dat de verzameling van de gom in Kenia vooral wordt uitgevoerd door herders en boeren en dat men hen kan verdelen in drie groepen: •
De eerste groep bestaat uit de armste mensen van de gemeenschap. Dat zijn mensen die geen vee hebben of bijna geen vee meer overhouden. Meestal zijn het herders die hun vee verloren door diefstal, droogte of ziekte.
•
In de tweede groep zitten voornamelijk vrouwen en hun dochters die Arabische gom verzamelen wanneer ze op zoek zijn naar water en brandhout of wanneer ze vee houden.
•
De derde groep bestaat uit landbouwers die naast hun normale levensonderhoudende activiteiten ook gom verzamelen om zo hun risico te verspreiden en hun inkomsten te diversifiëren.
Verder vonden Gachathi & Eriksen (2011) dat Kenia te maken heeft met een aantal beperkingen in de gomsector. Zo is er doorgaans een gebrek aan goede marktinformatie, waardoor het marktgebeuren en de gomkwaliteit niet goed afgestemd zijn op de prijzen van de gom. De Arabische gomhandel is er ook bijzonder afhankelijk van het wereldaanbod en de wereldvraag. Dat heeft als gevolg dat de prijzen en de kwaliteitsnormen bepaald worden door die internationale markt. Wanneer er een wereldtekort is, zoals in de periode van 1992-1993, stijgen de gomprijzen. Bijgevolg worden de Keniaanse gomproducenten in 1994 aangezet om massaal gom te verzamelen, wat leidt tot het ineenstorten van de prijzen in het volgende jaar. Hierna wordt dit proces opnieuw herhaald en zo vormt het een vicieuze cirkel. Door die volatiliteit van de prijzen zijn veel gomproducenten minder geneigd om verder gom te verzamelen. Vervolgens is er vaak een kapitaaltekort bij de gomverzamelaars en de gomhandelaars. De verzamelaars hebben echter middelen nodig om de nodige instrumenten 45
aan te kopen voor het tappen van de gom. Door dit kapitaaltekort wordt er ook dikwijls weinig gom verzameld en verhandeld in Kenia. Verder is er ook geen duidelijk overheidsbeleid dat de productie en de verkoop van Arabische gom ondersteunt. Er is ook geen aangepaste infrastructuur en er zijn geen goede transportmiddelen, wat het moeilijk maakt voor de gomverzamelaars om zich te verplaatsen. Het transporteren van de verzamelde gom gaat hierdoor ook moeizamer. Dikwijls wordt de gom ook verzameld in het wild, op land dat in het bezit is van meerdere mensen. Dit brengt onzekerheid met zich mee, waardoor de gom vroegtijds verzameld wordt (Gachathi & Eriksen, 2011). De interne verkoop in Kenia verloopt als volgt: er zijn twee veel voorkomende verkoopmethodes van toepassing. De eerste verkoopmethode is een soort ruilhandel, waarbij de gomhandelaar de gomverzamelaar vergoedt met levensmiddelen (bijvoorbeeld suiker, maïsmeel, rijst, bonen, theebladeren
en
zout)
of
andere
materialen
zoals
decoratieve
goederen,
tabak,
geneesmiddelen of materiaal om Acaciabomen te tappen. De tweede gebruikelijke verkoopmethode in Kenia is het verkopen van de gom voor geld, maar deze prijzen kunnen veel variëren. Zo was er een piek in 1994 waarbij er 120 KES ( Kenyan Shilling) werd betaald per kilogram Arabische gom, maar de gemiddelde prijs voor een kilogram Arabische gom bedroeg in 2010 ongeveer 35 KES. Dit wordt ook weergegeven in figuur 16, die de informatie over de activiteiten en het verzamelen en verkopen van Arabische gom in Kenia voor het jaar 2010 afbeeldt (Gachathi & Eriksen, 2011).
Figuur 16 Overzicht van activiteiten en inkomen bij het verzamelen (100 Kenyan Shilling (KSh) is ongeveer 0.75 GB£). Bron: (Gachathi & Eriksen, 2011)
46
C. SPELTHEORIE Speltheorie is een formele structuur die gebruikt wordt om menselijke interactie te begrijpen. Menselijke interactie is alomtegenwoordig, daarom is speltheorie een belangrijk instrument: spelen treden op in sociale relaties, op de beurs, in het nakomen van contracten, het gebruik van natuurlijke bronnen, het onderwijs, in de politiek en in andere aspecten van het dagelijkse leven. Door die menselijke interactie te analyseren in een formele structuur, kan de speltheorie voorspellen hoe mensen zich zullen gedragen en wat de gevolgen zullen zijn van dergelijk gedrag. Hierdoor is speltheorie een krachtig hulpmiddel en kan het ons ook inzichten verschaffen in moeilijke situaties zoals de reden waarom sommige landen/spelers rijk worden en andere arm blijven (Wydick, 2008). Traditionele instrumenten van de economie veronderstellen meestal dat de markten komen tot een doeltreffende uitkomst. In tegenstelling tot de traditionele economie laat de speltheorie zien dat er veel uitkomsten mogelijk zijn wanneer er rekening gehouden wordt met menselijke interactie. De speltheorie laat zien hoe de verandering van de prikkels en de regels van het spel waarin de maatschappij zich situeert een drastische invloed kan hebben op de uitkomst van het spel en het daaruit voortvloeiend welzijn van de spelers (Wydick, 2008). Speltheorie wordt ook vaak toegepast voor het onderzoeken van problemen of situaties met ontwikkelingslanden. Spelen in de economische ontwikkeling onderzoeken de wortels van de armoede en welvaart door middel van elementaire speltheorie en illustreren hoe patronen van menselijke interactie kunnen leiden tot vicieuze cirkels van armoede en cycli van welvaart (Wydick, 2008). Traditionele economische instrumenten, die meestal uitgaan van een set van goed functionerende (en vaak marktgebaseerde) instellingen, zijn immers vaak niet de juiste instrumenten voor die situaties. Zo bespreekt Wydick (2008) in zijn boek verschillende situaties van ontwikkelingslanden. Een voorbeeld hiervan is het spel rond kredietmarkten. In ontwikelingslanden wordt een kredietcontract meestal afgesloten wanneer een kredietnemer een persoonlijke relatie heeft met de kredietgever. De kredietgever kan het opportunisme van de kredietnemer beperken, aangezien hij een monopolistische controle heeft ten opzichte van de kredietnemer. Deze monopolistische controle is gebaseerd op voorkennis van de betrouwbaarheid van de kredietnemer.
Onbekende
kredietverstrekkers
kunnen
immers
niet
vaststellen
of
de
kredietnemer betrouwbaar genoeg is en bijgevolgd heeft de kredietnemer niet veel alternatieve opties. Dus, als de kredietnemer zijn persoonlijke kredietgever niet terugbetaalt, verliest hij toegang tot krediet. Dit zorgt ervoor dat de kredietnemer de kredietgever blijft terugbetalen, 47
hoewel dit vaak gebeurt aan veel te hoge interesten. In figuur 17 is de beslissingsboom van het kredietspel afgebeeld met de payoff values voor beide spelers (Wydick, 2008).
Figuur 17 Kredietspel met kredietnemer en kredietspeler. Bron: (Wydick, 2008)
Een ander voorbeeld van speltheorie is het Hawk-Dove spel. Dit spel bestaat uit een conflict betreffende rechten op een bepaalde grond. Hawk-Dove spelen hebben als kenmerk dat ze pure Nash-equilibria hebben. De term Hawk-Dove verwijst naar het gedrag van de spelers. De spelers kunnen zich agressief gedragen als een Hawk (havik) of passief gedrag vertonen zoals een Dove (duif). We beschouwen een situatie waarin twee partijen concurreren om een stuk grond. De ene speler is de huidige eigenaar van de grond en de andere speler wil de grond kopen. Hawk-Dove spelen worden doorgaans opgelost door overeenkomst op basis van de asymmetrie in de rollen van de spelers. Hiermee wordt bedoeld dat er voor een evenwicht telkens één speler de Hawk en één speler de Dove moet zijn. In figuur 18 wordt het Hawk-Dove spel afgebeeld.
48
Figuur 18 Het Hawk-Dove of Land Tenure spel. Bron: (Wydick, 2008)
In de context van Arabische gomhandel zijn er nog niet veel toepassingen met speltheorie. In de paper van Rahim, van Ierland, & Weikard (2010) wordt de concurrentie tussen de drie grootste gomproducenten (Soedan, Tsjaad en Nigeria) beschouwd met een speltheoretische benadering. De competitie speelt zich af op het exportniveau van gom van zowel hoge als lage kwaliteit. Hiervoor wordt een Von Stackelberg model ontwikkeld met onderling afhankelijke markten. De paper beschrijft het spel als volgt: er zijn twee soorten spelers, de leider en de volgers. Soedan, die een absoluut kostenvoordeel heeft bij het exporteren van gom van hoge kwaliteit is de leider. De volgers zijn Tsjaad en Nigeria, die een kostenvoordeel hebben bij het exporteren van gom van lage kwaliteit. Rahim, van Ierland, & Weikard (2010) onderzochten het markteventwicht wanneer beide spelers moeten kiezen tussen het exporteren van gom van hoge of lage kwaliteit. Rahim, van Ierland, & Weikard (2010) vonden dat de leider het best de gom produceert waarvoor hij een kostenvoordeel heeft. Ook de volgers promoten best de gom waarvoor ze een kostenvoordeel hebben, maar hun optimale strategie is afhankelijk van de prijselasticiteit van de vraag. Tot op heden is nog geen speltheoretische benadering toegepast in de gomhandel op het niveau van gomhandelaar en gomproducent. Ook op het niveau van andere spelers van de Arabische gom value chain is er nog geen speltheorie toegepast.
49
D. ONDERZOEK 1.
Inleiding en probleemstelling
Zoals eerder werd aangehaald, worden producenten vaak te weinig betaald voor hun Arabische gom. De prijzen die de producent ontvangt voor de gom zijn soms heel wat lager dan de prijzen die de gomhandelaar ervoor krijgt op de gom- of exportmarkt (Gibreel, 2013). Dat heeft vaak te maken met de onderhandelingsmacht van de partijen: meestal beschikt de gomproducent over onvoldoende informatie en is hij niet op de hoogte van de gomprijzen die geboden worden op de gommarkt. Dat is in zijn nadeel, aangezien hij zo geen vast percentage van de marktprijs kan eisen en vaak te weinig geld krijgt voor de gom. Verder biedt die lage prijs die geboden wordt aan de gomproducent weinig stimulans tot productie van Arabische gom. Dat betekent echter ook dat de kleine landbouwers afzien van een extra bijdrage die de gom voorziet aan het levensonderhoud. Door deze informatie asymmetrie wordt tot op heden in Senegal en Kenia geen premium gegeven voor gom van betere kwaliteit. Met andere woorden, de producenten krijgen er geen betere prijs voor gom van beter kwaliteit. Hierdoor worden de gomproducenten ook niet aangezet om hun gom extra te kuisen en sorteren. We gaan op zoek naar het effect van asymmetrische informatie bij de verhandeling van Arabische gom en de invloed hiervan op de handelsrelatie tussen de producent en de handelaar. De asymmetrie van de informatie zit hem hier in de prijzen die worden geboden voor de gom in de twee marktsituaties, de kwaliteit van de verhandelde Arabische gom en het marktgebeuren. Die drie gegevens zijn niet door alle betrokken partijen gekend, maar er is telkens een deel van de informatie waarvan een partij op de hoogte is. Die asymmetrie in informatie willen we met een speltheoretische benadering verduidelijken. Daarbij gaan we na of er een optimale strategie bestaat voor zowel de gomproducent als de –handelaar. Het spel onderzoekt hoe er in die situatie van wederzijdse ‘onwetendheid’ toch een beter evenwicht kan gevonden worden, gegeven mogelijke strategieën die beide spelers (producent en handelaar) kunnen aannemen. Een beter evenwicht staat in het model gelijk aan meer gomproductie en een hoger inkomen voor de spelers.
50
Het spel zelf wordt uitgevoerd in GABMIT10, een softwaretool voor speltheorie. De GAMBIT software is het meest uitgebreide pakket voor het berekenen van Nash equilibria dat beschikbaar is op dit moment. Het heeft een gebruiksvriendelijke grafische voorstelling die het invoegen van de spelstructuren en –specificaties vergemakkelijkt.
In het model veronderstellen we twee spelers die elk bepaalde informatie hebben: •
De gomproducent: dit is de speler die de gom verzamelt en in zekere mate verwerkt door onzuiverheden weg te halen, zodat die gom een bepaalde kwaliteit bereikt. De gomproducent beschikt over twee informatie onderdelen om de gom te verhandelen. Van deze informatie is de gomhandelaar echter niet op de hoogte: o
De kwaliteit van de gom (Q) : zoals hiervoor vermeld in de literatuurstudie, is die kwaliteit afhankelijk van onder andere de tapmethodes, de nabehandeling (Anderson, 1993), de mate waarin er consequent alleen de pure gom van de Acacia senegal wordt verzameld, de leeftijd van de bomen die getapt worden, en andere omgevingsfactoren zoals de droogte, regenval, wind, enz… (Deans, Diagne, Lindley, Dione, & Parkinson, 1999) (Touré, 2008). Van die factoren is de gomproducent op de hoogte, maar hiervan heeft de gomhandelaar geen specifieke notie. De gomproducent weet hoe en met welke tijdsintervallen de gom getapt is, van welke bomen hij de gom getapt heeft en in welke mate de gom gereinigd is. Die variabele Q wordt beschouwd als exogeen in het model. Er worden twee graden van kwaliteit onderzocht in het onderzoek, namelijk Q1 en Q0. Voor de eenvoudigheid veronderstellen we dat Q1 een hoge kwaliteit voorstelt en Q0 gelijk is aan een slechte gomkwaliteit.
o
De prijs van de gom (Pa): We gaan ervan uit dat de gomproducent de prijs van de gom zet. Hij kan beslissen tussen verschillende gomprijzen (bijvoorbeeld een hoge prijs P1 en een lage prijs P0). De gomkwaliteit zou in die prijs moeten worden gereflecteerd, maar de gomproducent kan ook vals spelen en een hoge prijs vragen voor gom van lage kwaliteit.
•
De gomhandelaar: dit is de tweede speler in het spel en hij koopt de gom aan bij de gomproducent. De gomhandelaar beschikt ook over bepaalde informatie waar de gomproducent geen weet van heeft:
10
GAMBIT is een gratis open source programma, beschikbaar op de website http://www.gambitproject.org.
51
o
De gomprijs op de gommarkt (Pb): dit is de prijs die de gomhandelaar krijgt voor de gom die hij doorverkoopt op de gommarkt. Die prijs is gezet door de gomhandelaar.
o
Het
marktgebeuren
(R):
die
variabele
geeft
de
marktsituatie
en
de
marktvoorwaarden weer, namelijk, hoeveel op de gommarkt betaald wordt voor Arabische gom van een bepaalde kwaliteit. Dit is geweten door de gomhandelaar, maar dit wordt ook beschouwd als een exogene variabele in het model. De gomhandelaar en gomproducent kunnen hier immers niets aan veranderen. Zoals eerder aangehaald, worden er in het model twee marktsituaties verondersteld. De eerste marktsituatie is die waar de Arabische gom door de gomproducent verkocht wordt aan de handelaar. Hier wordt de gom van kwaliteit Q verkocht aan prijs Pa. In de tweede marktsituatie verkoopt de gomhandelaar de aangekochte gom door op de gommarkt. Hier wordt dezelfde gom van kwaliteit Q doorverkocht aan prijs Pb. De hoeveelheid die in die tweede situatie verkocht wordt is afhankelijk van de vraagcurve van Arabische gom. Die vraagcurve bepaalt hoeveel gom er wordt aangekocht aan een bepaalde prijs. De vraagcurve van Arabische gom is een functie van drie variabelen, namelijk, het marktgebeuren R, de gomprijs op de gommarkt Pb, en de kwaliteit van de gom Q. We gaan ervan uit dat de hoeveelheid die de gomhandelaar doorverkoopt op de gommarkt gelijk is aan de hoeveelheid die de gomhandelaar koopt aan de gomproducent. Er wordt dus eerst gekeken door de gomhandelaar hoeveel gom hij kan verkopen aan prijs P2 in de markt, waarna de gomhandelaar die hoeveelheid zal aankopen bij de producent aan prijs P1. Algemene Vraagcurve Arabische gom = ρ (R; Pb; Q)
Aangezien de algemene vraagcurven in de literatuur als lineair worden gedefinieerd, beschouwen wij in dit model de vraagcurve van Arabische gom als een ruimtelijke lineaire functie van drie variabelen. De vraagcurve is positief gerelateerd aan het marktgebeuren R en aan de kwaliteit Q, maar wordt negatief beïnvloed door de prijs Pb. Omdat de internationale kwaliteitsspecificaties steeds belangrijker worden, veronderstellen wij dat de kwaliteit de meest bepalende factor is voor de vraagcurve.
52
In dit model veronderstellen wij bijgevolg volgende functie als vraagcurve. In die curve is de kwaliteit Q de belangrijkste beïnvloedende factor, gevolgd door het marktgebeuren R en de prijs P b. Vraagcurve Arabische gom = 50Q + 40R - 30Pb + 30
We veronderstellen in dit model dat de gomhandelaar over onvoldoende informatie beschikt om de kwaliteit te bepalen van de gom die hij aankoopt bij de producent. Deze kwaliteit Q leidt de handelaar bijgevolg af uit de prijs Pa, die hij voor de gom betaalt aan de producent. Dit is de enige bron van informatie waarover de handelaar beschikt om de gomkwaliteit te schatten. Dit is echter een prijs die gezet wordt door de gomproducent en bijgevolg kan hij ook zijn gom van slechte kwaliteit hoog prijzen. Zo kan de handelaar worden misleid en denken dat de gom van hoge kwaliteit is.
53
2.
Model
Dit spel is een Game of Incomplete information wat betekent dat de spelers niet dezelfde kennis of informatie hebben wanneer het spel gespeeld wordt. Dit is een model dat veel voorkomt in economische situaties, aangezien er vaak bepaalde omgevingskenmerken niet algemeen gekend zijn. De incomplete information kan verschillende vormen aannemen. Zo weten de spelers soms niet hoeveel verschillende spelers er in het spel zijn of wat de mogelijke zetten zijn die elke speler kan doen. Soms zijn ook de payoffs van het spel niet door alle spelers gekend (Levin, 2002).
Een spel met incomplete information G = (Θ, S,P,u) bestaat volgens Levin (2002) uit volgende onderdelen: 1. A verzameling Θ = Θ1 × ... × ΘI, waarbij Θi de (eindige) verzameling van mogelijke types zijn voor speler i. 2. A verzameling S = S1 × ... × SI, waarbij Si de verzameling aan mogelijke strategieën is voor speler i. 3. Een gezamenlijke kansverdeling p (θ1, ..., θI) van de types. Voor eindige type ruimtes veronderstelt met dat p (θi) > 0 voor alle θi
Θi.
4. Payoff functies ui : S ×Θ → R.
In dit model bestaat de incomplete information uit de notie die de twee spelers hebben van de kwaliteit Q van de gom, het marktgebeuren R en de prijs van de gom Pb op de gommarkt. De gomproducent kent de kwaliteit van de gom en de handelaar kent de prijs Pb die op de gommarkt wordt geboden voor de gom en van het marktgebeuren. Hiervan zijn echter twee variabelen exogeen: de kwaliteit van de gom en het marktgebeuren zijn namelijk gegeven, die worden niet bepaald door de handelaar of de gomproducent. Om dit probleem beter te kunnen analyseren baseren we ons op Nobelprijswinnende transformatie van John C. Harsanyi (Harsanyi, 1968; Harsanyi, 1967; Harsanyi, 1968)
“ Spelen van incomplete information kunnen gezien worden als spelen met complete, maar perfect information waarbij de natuur de eerste zet doet ( door het selecteren van θ1, ..., θI ). Echter, niet iedereen kan de zet die de natuur gekozen heeft waarnemen, bepaalde spelers hebben kennis hiervan en andere spelers niet. Bijvoorbeeld, Speler i kent θi, maar niet θ−i ” 54
We stellen het model bijgevolg voor als een Extensive-form game om zo de incomlete information weer te geven als ‘zetten van de natuur’. Elke mogelijke zet van de natuur heeft een bepaalde waarschijnlijkheid. Beide spelers zijn op de hoogte van de a priori waarschijnlijkheid van elke zet (Harsanyi, 1968). Volgens Hart (1992) bestaat een Extensive-form game met n spelers uit het volgende: •
Een eindige verzameling van n (rationele) spelers
•
Een beslissingsboom, wat ook vaak the game tree genoemd wordt
•
Elke eindknoop van het spel heeft een n-voudige payoff. Hiermee wordt bedoeld dat er een payoff is voor elke speler in het spel.
•
Een afscheiding tussen de knopen (behalve de eindknoop) in de beslissingsboom met n+1 subsets. Een subset voor elke (rationele) speler en een speciale subset voor de fictieve speler, genaamd de Chance-speler of natuurspeler. Naar elke subset van knopen wordt verwezen als “de knopen van de speler”.
•
Elke knoop van de natuurspeler heeft een waarschijnlijkheidsdistributie voor zijn uitgaande mogelijkheden.
•
Elke set van knopen van een rationele speler wordt verder onderverdeeld in information sets. Dat brengt met zich mee dat een speler geen onderscheid kan maken tussen bepaalde keuzes, namelijk: o
Er is eenzelfde correspondentie tussen de uitgaande mogelijkheden van knopen die in dezelfde information set zitten. Met andere woorden, de reeks van uitgaande mogelijkheden binnen een information set zijn verdeeld in equivalente klassen. Elke klasse stelt dan een mogelijke keuze voor die de speler kan kiezen in het spel.
o
Elk pad in de beslissingsboom vanaf de wortel tot de eindknoop kan elke information set maximaal een keer kruisen.
•
De volledige beschrijving van het spel dat hierboven gespecificeerd is, bestaat uit gemeenschappelijke kennis onder de spelers.
Wanneer het spel een information set heeft met meer dan één knoop, wordt er gezegd dat het spel imperfect information bevat. De natuur of Chance zal in dit model twee zetten uitvoeren. De eerste zet die de natuur moet doen zal die zijn van het marktgebeuren. De natuur zal ‘beslissen’ of we te maken hebben met een goede of een slechte markt. De kans dat een goede markt zich voordoet, definiëren we als α. Dat betekent dat de kans dat we te maken zullen hebben met een slechte markt gelijk is aan 55
1-α. Voor de eenvoudigheid stellen we dat R1 een goede markt is en dat R0 gelijkstaat met een slechte markt. Initieel stellen we α gelijk aan ½. Later zullen we die waarde echter laten variëren om het effect hiervan op de strategieën van de spelers te onderzoeken. De eerste zet van de natuur wordt afgebeeld in figuur 19.
Figuur 19 Chance beslist over het Marktgebeuren
De tweede zet van de natuur zal beslissen over de kwaliteit van de Arabische gom in het spel. De kans dat we te maken zullen hebben met een goede gomkwaliteit definiëren we als ß. Hieruit kunnen we afleiden dat de kans op een slechte gomkwaliteit gelijk is aan 1- ß. Opnieuw stellen we ß initieel gelijk aan ½. Voor de eenvoudigheid stellen we opnieuw dat Q1 een goede gomkwaliteit voorstelt en dat Q0 gelijk is aan een slechte gomkwaliteit. In de loop van het spel zullen we die waarde ook doen variëren om zo de invloed hiervan op de strategieën van de beide spelers te bepalen. Die zet van de natuur gebeurt wordt afgebeeld in figuur 20.
Figuur 20 Chance beslist over de gomkwaliteit
56
Na het vaststellen van het marktgebeuren en de gomkwaliteit zal speler 1, de gomproducent zijn prijs Pa zetten voor de gom. Hij heeft keuze om die te zetten tussen twee prijzen, namelijk P1 en P0. Die prijzen P1 en P0 zullen ook in het model variëren om de invloed hiervan te onderzoeken op de strategieën van de spelers. Hieronder toont figuur 21 de game tree wanneer de gomproducent zou spelen met perfect information, met andere woorden, hij heeft kennis van het marktgebeuren en van de kwaliteit van de gom:
Figuur 21 Speler 1, de gomproducent, zet zijn gomprijs P1 of P0 in een situatie met perfect information
Die situatie is echter niet correct in dit model, aangezien de gomproducent geen kennis heeft van het marktgebeuren. De gomproducent kan dus niet differentiëren tussen een situatie van een goede gomkwaliteit Q1 in een goede markt R1 en een goede gomkwaliteit Q1 in een slechte markt R0. Hetzelfde geldt voor de situatie van een slechte kwaliteit Q0 in een goede markt R1 en een slechte kwaliteit Q0 in een slechte markt R0. Om zoals in de definitie van Harsanyi (1967; 1968) ervoor te zorgen dat niet alle spelers de zet van de natuur kunnen observeren maken we gebruik van information sets. 57
Zoals al eerder aangehaald, zorgen information sets ervoor dat de speler niet kan differentiëren tussen de twee situaties binnen een information set wanneer hij een beslissing maakt. Een information set is een verzameling van beslissingsknooppunten zodanig dat: •
Elk knooppunt in de set behoort tot een speler
•
Wanneer de speler de information set bereikt, kan die geen onderscheid maken tussen de knooppunten binnen de set. Dat betekent dat wanneer de set meer dan een knooppunt bevat, de speler aan wie de set behoort niet weet welke knoop in de set hij heeft bereikt.
In Extensive-form games worden information sets vaak aangegeven met een stippellijn die alle knooppunten binnen die set verbindt. Soms wordt ook een lus getrokken rond al deze knooppunten. In ons model worden de information sets aangeduid met stippellijnen. In figuur 22 wordt de correcte weergave getoond van de gomproducent die zijn prijs Pa zet. Hier kunnen we duidelijk zien dat de knoop van de goede gomkwaliteit onder een goede markt in een information set zit met de knoop van de goede gomkwaliteit onder een slechte markt. Hetzelfde geldt voor de knopen met een slechte gomkwaliteit. Op die manier kan de gomproducent geen onderscheid maken tussen deze twee knopen, en zal zijn strategie voor beide knopen dezelfde zijn.
58
Figuur 22 Speler 1, de gomproducent, zet zijn gomprijs P1 of P0 in een situatie van imperfect information
De volgende stap in het spel bestaat uit speler 2, de gomhandelaar, die zijn prijs zet op de gommarkt. Ook hier kan hij opnieuw kiezen uit twee prijzen, namelijk P1 of P0. We zullen die waarden ook laten variëren in het model om de invloed hiervan op de strategieën van beide spelers te onderzoeken. Hier moeten we opnieuw gebruik maken van information sets, aangezien de gomhandelaar geen kennis heeft van de kwaliteit van de gom. Bijgevolg zetten we hier voor beide markten (R1 en R2) de knopen met dezelfde prijs (Prijs 1 of Prijs 2), gezet door de gomproducent, van kwaliteit Q1 en van kwaliteit Q0 samen in een information set. Hierdoor stelt ons model voor dat de gomhandelaar zich baseert op de prijs van de gom Pa die de producent gezet heeft en het marktgebeuren om zijn prijs Pb te zetten. Bij deze beslissing kan hij dus geen onderscheid maken tussen situaties van verschillende gomkwaliteit. Figuur 23 beeldt de game tree van die situatie af.
59
Figuur 23 Speler 2, de gomhandelaar, zet zijn gomprijs P1 of P0 in een situatie van imperfect information
De laatste stap die moet uitgevoerd worden voor we het spel kunnen spelen in GAMBIT, is het invoeren van de utility values of de payoff values. Dit zijn getallen die de motivaties van de spelers vertegenwoordigen. De payoff kan winst voorstellen, maar ook hoeveelheden, nut of gewoon een ranglijst met de wenselijkheid van uitkomsten (ordinale payoffs). In dit geval stellen de payoff values de winst voor van de spelers. Bijgevolg is het wenselijk voor beide spelers dat die zo hoog mogelijk is. In figuur 24 hieronder wordt het model weergegeven met de utilities van de initiële prijzen. De utilities in het rood zijn deze van de gomproducent en de utilities in het blauw zijn deze van de gomhandelaar. Daaronder in tabel 4 vinden we een set voorbeeldprijzen van het model, namelijk de prijzen P1 en P2 die de gomhandelaar en gomproducent zetten. Op basis van die prijzen worden de payoff values berekend die vermeld zijn in figuur 24. 60
Figuur 24 Weergave finale beslissingsboom het model met utility waarden voor beide spelers
Prijs a (gezet door de gomproducent) Prijs b (gezet door de gomhandelaar)
P1=
100
P0=
10
P1=
10.000
P0=
1.000
Tabel 4 Voorbeeldprijzen van het model
61
3.
Uitvoering spel
Wanneer we de mogelijke strategieën van beide spelers bekijken, ondervinden we dat de spelers een verschillend aantal strategieën hebben. De gomproducent, die als eerste een strategie moet kiezen om prijs Pa te bepalen, heeft vier mogelijke strategieën: •
Strategie 1: Wanneer de gom van hoge kwaliteit Q1 is, kan de producent beslissen om een hoge prijs (Prijs 1) te vragen voor zijn gom. Dat zou een eerlijke strategie zijn aangezien hier de gomkwaliteit goed wordt weerspiegeld in de prijs. Omdat dit een correcte prijs is voor de kwaliteitsgom, zullen wij in het onderzoek naar deze strategie verwijzen als de eerlijke hoge prijsstrategie.
•
Strategie 2: De gomproducent kan ook kiezen om zijn kwaliteitsvolle gom Q1 te verkopen aan een lage prijs (Prijs 0). Een mogelijke reden voor die lage prijs zou bijvoorbeeld een slechte conjunctuur kunnen zijn. Aangezien een lage prijs bij een goede kwaliteit relatief tegensprekend is, noemen wij deze strategie in het onderzoek de ondergewaardeerde prijsstrategie.
•
Strategie 3: De producent kan ervoor kiezen om bij een lage gomkwaliteit Q0 zijn prijs toch hoog (Prijs 1) te zetten. Dat doet hij om de gomhandelaar te misleiden zodat die denkt dat de gom van een goede kwaliteit is. Dit is dus een misleidende prijsstrategie of een overgewaardeerde prijsstrategie.
•
Strategie 4: De gomproducent kan er ook voor opteren om zijn prijs laag (Prijs 0) te zetten bij een lage gomkwaliteit Q0. In dit geval zou de gomkwaliteit ook goed weerspiegeld worden in de prijs, vandaar dat die strategie een eerlijke strategie is. Wij noemen die strategie in het onderzoek een eerlijke lage prijsstrategie.
De gomhandelaar, die als tweede een strategie kiest gebaseerd op de keuze van de producent om prijs Pb te bepalen, heeft acht mogelijke strategieën: •
Strategie 1: De handelaar zet een hoge prijs (Prijs 1) bij een goede markt R1 wanneer hij een hoge prijs heeft (Prijs 1) betaald aan de gomproducent.
•
Strategie 2: De handelaar zet een lage prijs (Prijs 0) bij een goede markt R1 wanneer hij een hoge prijs heeft (Prijs 1) betaald aan de gomproducent.
•
Strategie 3: De handelaar zet een hoge prijs (Prijs 1) bij een goede markt R1 wanneer hij een lage prijs heeft (Prijs 0) betaald aan de gomproducent. 62
•
Strategie 4: De handelaar zet een lage prijs (Prijs 0) bij een goede markt R1 wanneer hij een lage prijs heeft (Prijs 0) betaald aan de gomproducent.
•
Strategie 5: De handelaar zet een hoge prijs (Prijs 1) bij een slechte markt R0 wanneer hij een hoge prijs heeft (Prijs 1) betaald aan de gomproducent.
•
Strategie 6: De handelaar zet een lage prijs (Prijs 0) bij een slechte markt R0 wanneer hij een hoge prijs heeft (Prijs 1) betaald aan de gomproducent.
•
Strategie 7: De handelaar zet een hoge prijs (Prijs 1) bij een slechte markt R0 wanneer hij een lage prijs heeft (Prijs 0) betaald aan de gomproducent.
•
Strategie 8: De handelaar zet een lage prijs (Prijs 0) bij een slechte markt R0 wanneer hij een lage prijs heeft (Prijs 0) betaald aan de gomproducent.
In de onderstaande figuur X worden die strategieën afgebeeld naast hun corresponderende game tree possibility. In de figuur is duidelijk te zien dat de producent als eerste zijn strategie
Sproducent kiest, waarna de handelaar zijn strategie Shandelaar bepaalt.
STRATEGIE SPELERS
Sproducent1, Shandelaar1 Sproducent1, Shandelaar2 Sproducent2, Shandelaar3 Sproducent2, Shandelaar4 Sproducent3, Shandelaar1 Sproducent3, Shandelaar2 Sproducent4, Shandelaar3 Sproducent4, Shandelaar4 Sproducent1, Shandelaar5 Sproducent1, Shandelaar6 Sproducent2, Shandelaar7 Sproducent2, Shandelaar8 Sproducent3, Shandelaar5 Sproducent3, Shandelaar6 Sproducent4, Shandelaar7 Sproducent4, Shandelaar8 Figuur 25 Game tree met mogelijke strategieën voor beide spelers
Om het spel uit te voeren moeten we bepaalde waarden laten variëren, om zo te onderzoeken voor welke strategieën er een Nash-evenwicht is. Dit doen we voor de verschillende prijzen (bij hoge en lage kwaliteit) die de gomproducent en –handelaar vragen voor hun gom. Vervolgens 63
laten we ook de kans op een goede gomkwaliteit en de kans op een goede markt variëren om hun invloed op de strategieën van beide spelers te bepalen. We zullen beginnen met het variëren van de prijzen. Erna testen we de invloed van de markt op de strategieën en we sluiten af met het onderzoeken van het effect van de kwaliteit van de gom op de strategieën van beide spelers. In het model duiden we in tabellen aan voor welke strategieën er een Nash-evenwicht voorkomt en hoeveel Nash-evenwichten er zijn voor die strategie. Vervolgens bespreken we de strategieën vanuit het oogpunt van de gomproducent en de gomhandelaar. Verder geven we voor elke tabel mogelijke verklaringen voor de strategieën van beide spelers.
64
3.1
Invloed van prijzen op strategieën
3.1.1
Invloed van de hoge prijs van de gomproducent
Om te beginnen gaan we op zoek naar de invloed van de hoge producentenprijs op de strategieën van de spelers. Hiervoor laten we de hoge prijs (Prijs 1) van producent variëren. Om dit te kunnen onderzoeken zetten we de overige prijzen en kansen vast op bepaalde constante waarden. Deze waarden zijn ook in de onderstaande tabel afgebeeld. α = 1/2 ß = 1/2 Pa1 = variabel Pa0 = 1 Pb1 = 10.000 Pb0 = 1.000 STRATEGIE SPELERS
Sproducent1, Shandelaar1 Sproducent1, Shandelaar2 Sproducent2, Shandelaar3 Sproducent2, Shandelaar4 Sproducent3, Shandelaar1 Sproducent3, Shandelaar2 Sproducent4, Shandelaar3 Sproducent4, Shandelaar4 Sproducent1, Shandelaar5 Sproducent1, Shandelaar6 Sproducent2, Shandelaar7 Sproducent2, Shandelaar8 Sproducent3, Shandelaar5 Sproducent3, Shandelaar6 Sproducent4, Shandelaar7 Sproducent4, Shandelaar8
Pa1=1
Pa1=10
Pa1=100
Pa1=500
Pa1=1000
Pa1=5000
Pa1=10000
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Tabel 5 Berekening van effect prijsverandering Pa,1
We kunnen uit tabel 5 afleiden dat de gomhandelaar nooit een lage prijs (Prijs 0) zal vragen voor zijn gom, behalve wanneer de producent voor een misleidende of een eerlijke lage prijsstrategie (strategie 3 of 4) kiest bij een slechte markt. Bijgevolg betekent dit dat de gomhandelaar enkel een lage prijs (Prijs 0) vraagt voor zijn gom wanneer de gom van slechte 65
kwaliteit is en er zich een slechte markt voordoet. Die situaties zijn oranje gearceerd in de tabel. Een mogelijke verklaring hiervoor is een lage vraag door de slechte gomkwaliteit en het slechte marktgebeuren. Dat zijn immers twee factoren die de vraagcurve negatief beïnvloeden. Door deze lagere vraag kan de gomhandelaar geen erg hoge prijzen meer vragen omdat hij anders een kleinere hoeveelheid verkoopt. In bepaalde situaties wordt de gomhandelaar dus toch gedwongen een lage gomprijs te zetten. Wanneer de combinatie van een slechte gomkwaliteit en slechte markt zich niet voordoet, zal de handelaar echter altijd een hoge prijs vragen voor zijn gom. Dit wil bijgevolg zeggen dat de winst van de gomhandelaar bij een hoge prijs nog groot genoeg blijft in de overige marktsituaties, ondanks de kleinere verkochte hoeveelheid gom. Verder zien we echter dat de gomhandelaar zich beperkt tot het vragen van een hoge prijs (Prijs 1) voor de gom in een slechte markt bij slechte kwaliteit wanneer de prijs van de producent te veel stijgt. Die situaties zijn groen gearceerd in de tabel. Wanneer de prijs van de producent hoger wordt dan de lage prijs die de handelaar vraagt voor de gom, schakelt de handelaar over naar het vragen van een hoge prijs. De handelaar maakt anders immers verlies en dat probeert hij te vermijden door het vragen van een hoge prijs. Aan die hogere prijs zal de handelaar een minder grote hoeveelheid gom verkopen, maar hij zal in deze situatie op zijn minst geen verlies maken. Het laatste fenomeen dat we hier waarnemen is dat de handelaar altijd een hoge prijs vraagt voor gom van lage kwaliteit in een slechte markt wanneer de prijs van de producent gelijk is aan 1. Die situatie is rood gearceerd in de tabel. We zouden verwachten dat hij hier een lage prijs zou vragen, aangezien de prijs van de producent ook laag is. Zo zou de handelaar een grote hoeveelheid gom verkopen met een relatief grote marge. Hij kiest echter om een kleinere hoeveelheid gom te verkopen aan een hogere prijs. Dit is merkwaardig, want wanneer de prijs Pa,1 stijgt en de producent een hoge prijs vraagt, verkoopt de gomhandelaar zijn gom wel aan een lage prijs.
66
3.1.2
Invloed van de lage prijs van de gomproducent.
In deze paragraaf proberen we te achterhalen wat de invloed is van de lage prijs (Prijs 0) die de producent zet op de strategieën van beide spelers. Bijgevolg laten we de prijs Pa,0 variëren en stellen we de andere prijzen en kansen gelijk aan constante waarden. In de onderstaande tabel zijn de resultaten te zien van dit onderzoek.
α = 1/2 ß = 1/2 Pa1 = 1.000 Pa0 = variabel Pb1 = 10.000 Pb0 = 2.000 STRATEGIE SPELERS
Sproducent1, Shandelaar1 Sproducent1, Shandelaar2 Sproducent2, Shandelaar3 Sproducent2, Shandelaar4 Sproducent3, Shandelaar1 Sproducent3, Shandelaar2 Sproducent4, Shandelaar3 Sproducent4, Shandelaar4 Sproducent1, Shandelaar5 Sproducent1, Shandelaar6 Sproducent2, Shandelaar7 Sproducent2, Shandelaar8 Sproducent3, Shandelaar5 Sproducent3, Shandelaar6 Sproducent4, Shandelaar7 Sproducent4, Shandelaar8
Pa0=0
Pa0=1
Pa0=10
Pa0=100
Pa0=500
Pa0=1000
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Tabel 6 Berekening van effect prijsverandering Pa,0
Uit tabel 6 kunnen we opnieuw afleiden dat de gomhandelaar enkel een lage prijs (Prijs 0) vraagt voor zijn gom wanneer de gom van slechte kwaliteit is en er zich een slechte markt voordoet. Die situaties zijn opnieuw oranje gearceerd in de tabel. De verklaring van de vorige paragraaf geldt opnieuw voor die situatie: wanneer de handelaar een hoge prijs zet zal de vraag 67
naar gom veel lager zijn en zal de gomhandelaar bijgevolg veel minder verkopen. Hierdoor is de handelaar dus in bepaalde situaties verplicht een lage prijs te vragen voor zijn gom. We zien opnieuw dat in alle andere situaties, wanneer er zich geen combinatie voordoet van een slechte gomkwaliteit en een slechte vraag, de gomhandelaar een hoge prijs vraagt voor zijn gom. Dit wil dus zeggen dat hij genoeg winst maakt bij die marktsituaties wanneer hij een hoge prijs zet, ondanks het feit dat hij dan een kleinere hoeveelheid verkoopt. Verder vraagt de gomhandelaar ook een lage prijs (1000) voor gom van slechte kwaliteit wanneer de gomproducent voor deze gom een hoge prijs vraagt. Die situatie wordt groen gearceerd in de tabel. Aangezien de hoge prijs en de lage prijs hier echter beide gelijk zijn aan 1000 maakt het niet echt een verschil welke strategie de handelaar kiest. We zouden verwachten dat er voor beide strategieën Nash-evenwichten gevonden worden, maar dit is in tabel 6 niet het geval. Het laatste besluit dat we kunnen trekken uit tabel 6 is dat de gomhandelaar bij een slechte markt en een slechte kwaliteit een lage prijs zet, maar overschakelt naar een hoge prijs vanaf dat de producent 1000 vraagt voor zijn gom. Die situatie is rood gearceerd in de tabel. Een mogelijke verklaring is dat de handelaar tevreden is met zijn winst wanneer hij een lage prijs vraagt, maar doordat de gomhandelaar zijn prijs verhoogt daalt de marge van de handelaar. Hierdoor daalt de winst van de handelaar en ziet hij zich gedwongen om een hogere prijs te vragen.
68
3.1.3
Invloed van de hoge prijs van gomhandelaar
In deze paragraaf zoeken we naar de invloed van de hoge prijs (Prijs 1) die de gomhandelaar zet op de strategieën van beide spelers. Bijgevolg laten we de prijs Pb,1 variëren en stellen we de andere prijzen en kansen gelijk aan constante waarden. In de onderstaande tabel zijn de resultaten van dit onderzoek te zien.
α = 1/2 ß = 1/2 Pa1 = 100 Pa0 = 1 Pb1 = variabel Pb0 = 1.000 STRATEGIE SPELERS
Sproducent1, Shandelaar1 Sproducent1, Shandelaar2 Sproducent2, Shandelaar3 Sproducent2, Shandelaar4 Sproducent3, Shandelaar1 Sproducent3, Shandelaar2 Sproducent4, Shandelaar3 Sproducent4, Shandelaar4 Sproducent1, Shandelaar5 Sproducent1, Shandelaar6 Sproducent2, Shandelaar7 Sproducent2, Shandelaar8 Sproducent3, Shandelaar5 Sproducent3, Shandelaar6 Sproducent4, Shandelaar7 Sproducent4, Shandelaar8
Pb1=1000
Pb1=2500
Pb1=5000
Pb1=8000
Pb1=10000
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Tabel 7 Berekening van effect prijsverandering Pb,1
Uit tabel 7 kunnen we opnieuw afleiden dat de gomhandelaar een lage prijs (Prijs 0) vraagt voor zijn gom wanneer die van slechte kwaliteit is en er zich een slechte markt voordoet. Die situaties zijn oranje gearceerd in de tabel. Dezelfde verklaring als hierboven geldt opnieuw voor dit fenomeen. 69
Verder vraagt de gomhandelaar ook een lage prijs (1000) voor gom van goede kwaliteit wanneer de gomproducent voor die gom een hoge prijs vraagt. Die situatie wordt groen gearceerd in de tabel. De verklaring voor de lage prijs is hier vrij simpel. Aangezien de hoge prijs en de lage prijs beide gelijk zijn aan 1000 maakt dit niet echt een verschil. We zouden verwachten dat er voor beide strategieën Nash-evenwichten gevonden worden, maar dit is in tabel 7 niet het geval. Hetzelfde fenomeen doet zich voor in een situatie van goede markt en een slechte kwaliteit, zowel wanneer de producent een hoge of een lage prijs vraagt. Die situaties zijn rood gearceerd in de tabel. In beide situaties zijn de lage en de hoge gomprijs van de handelaar gelijk aan 1000. Hier zouden voor beide strategieën Nash-evenwichten moeten gevonden worden, maar dit is ook niet het geval. Als laatste bemerken we in tabel 7 dat er geen Nash-evenwichten zijn in een situatie van goede gomkwaliteit waarbij de gomproducent kiest voor een ondergewaardeerde prijsstrategie. Die situaties zijn grijs gearceerd in de tabel. Een logische verklaring hiervoor is dat de gomproducent bij een goede gomkwaliteit geen lage prijs zet. Dit is immers in zijn nadeel, aangezien de gom een hoge kwaliteit heeft en hierdoor meer waard is. Door een hogere prijs te vragen kan de gomproducent zichzelf meer winst toe-eigenen zonder angst te hebben dat hij zijn gom niet zal verkopen. Hij staat dus in een relatief sterke positie en hierdoor zal hij een hogere prijs vragen.
70
3.1.4
Invloed van de lage prijs van de gomhandelaar
In deze paragraaf proberen we te achterhalen wat de invloed is van de lage prijs (Prijs 0) die de gomhandelaar zet op de strategieën van beide spelers. Hiervoor laten we de prijs Pb,0 variëren en stellen we de andere prijzen en kansen gelijk aan constante waarden. In de onderstaande tabel zijn de resultaten te zien van dit onderzoek. α = 1/2 ß = 1/2 Pa1 = 100 Pa0 = 1 Pb1 = 10.000 Pb0 = variabel STRATEGIE SPELERS
Sproducent1, Shandelaar1 Sproducent1, Shandelaar2 Sproducent2, Shandelaar3 Sproducent2, Shandelaar4 Sproducent3, Shandelaar1 Sproducent3, Shandelaar2 Sproducent4, Shandelaar3 Sproducent4, Shandelaar4 Sproducent1, Shandelaar5 Sproducent1, Shandelaar6 Sproducent2, Shandelaar7 Sproducent2, Shandelaar8 Sproducent3, Shandelaar5 Sproducent3, Shandelaar6 Sproducent4, Shandelaar7 Sproducent4, Shandelaar8
Pb0=1
Pb0=10
Pb0=100
Pb0=500
Pb0=1000
Pb0=5000
Pb0=10000
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Tabel 8 Berekening van effect prijsverandering Pb,0
In tabel 8 is duidelijk te zien dat de gomhandelaar enkel een lage prijs vraagt in geval van slechte gomkwaliteit bij een slechte markt wanneer de prijs gezet door de producent hoog genoeg is. Die situaties zijn oranje gearceerd in de tabel. Wanneer de prijs van de producent echter hoger is dan de lage prijs van de handelaar, zal de handelaar ervoor opteren zijn prijs hoog te zetten. Die situaties zijn groen gearceerd in de tabel. In die situaties vraagt de 71
gomproducent 100 voor de gom (hoge prijs), maar de lage prijs van de handelaar is in die gevallen respectievelijk 1 en 10. Dat betekent dat hij verlies zou maken als hij een lage prijs voor de gom zou vragen. Om die reden vraagt de handelaar dus een hoge prijs in die twee situaties. Ook in het geval dat de lage prijs van producent gelijk is aan de lage prijs van de handelaar kiest de gomhandelaar ervoor om een hoge prijs te zetten. In dit geval heeft hij immers een grote marge, terwijl hij anders noch winst noch verlies maakt. Die situatie is rood gearceerd in de tabel. Dit is echter niet het geval wanneer de producent een hoge prijs vraagt. Die situatie is blauw gearceerd in de tabel. In die situatie vraagt de producent 100 voor zijn gom en de handelaar verkoopt dezelfde gom door op de gommarkt voor 100. Dit betekent dat de handelaar geen winst maakt op deze transactie. We zouden verwachten dat hij in dit geval een hoge prijs voor zijn gom vraagt, zodat hij toch winst maakt op de transactie, maar dit doet hij in dit Nashevenwicht niet. Verder kunnen we ook afleiden uit tabel 8 dat de handelaar in een situatie van goede gomkwaliteit waarbij de gomproducent kiest voor een ondergewaardeerde prijsstrategie, nooit de maximumprijs van 1000 zet. Die situaties zijn grijs gearceerd in de tabel. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat aangezien de gomproducent zijn prijs laag zet, de handelaar toch nog een hoge winstmarge kan hebben als hij zijn prijs laag zet. Op die manier zal de handelaar ook een veel grotere hoeveelheid gom verkopen, wat zich dan uiteindelijk vertaalt in een grotere winst voor de handelaar.
72
3.2
Invloed van het marktgebeuren op strategieën
In deze paragraaf bepalen we het effect van het marktgebeuren op de strategieën van de spelers. Om dit effect te berekenen variëren we de kans op een goede markt α, gegeven een constante kans op een goede kwaliteit ß en constante gomprijzen Pa0, Pa1, Pb0, Pb1. De verschillende waarden die worden getest voor α zijn 1/100, 1/3, 1/2, 2/3 en 99/100. Dit betekent dat de waarden die getest worden voor de kans op een slechte markt 1-α respectievelijk 99/100, 2/3, 1/2, 1/3 en 1/100 zijn. We nemen hier geen kans van 0 of 1 omdat de Chance speler dan geen invloed meer heeft op het spel. In de onderstaande tabel zijn de resultaten van dit onderzoek te zien. α = variabel ß = 1/2 Pa1 = 100 Pa0 = 1 Pb1 = 10.000 Pb0 = 1.000 STRATEGIE SPELERS
Sproducent1, Shandelaar1 Sproducent1, Shandelaar2 Sproducent2, Shandelaar3 Sproducent2, Shandelaar4 Sproducent3, Shandelaar1 Sproducent3, Shandelaar2 Sproducent4, Shandelaar3 Sproducent4, Shandelaar4 Sproducent1, Shandelaar5 Sproducent1, Shandelaar6 Sproducent2, Shandelaar7 Sproducent2, Shandelaar8 Sproducent3, Shandelaar5 Sproducent3, Shandelaar6 Sproducent4, Shandelaar7 Sproducent4, Shandelaar8
α = 0.01
α = 1/3
α = 1/2
α = 0.99
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Tabel 9 Berekening van effect verandering in kans op goede markt α
73
α = 2/3
Aan Tabel 9 zien we dat de gomhandelaar nog steeds enkel een lage prijs (Prijs 0) vraagt voor zijn gom wanneer de gom van slechte kwaliteit is en er zich een slechte markt voordoet. Die situatie is opnieuw oranje gearceerd in de tabel. Verder zien we geen veranderingen in strategieën bij een veranderende kans op een goede markt ß. We kunnen hieruit besluiten dat de kans op een goede markt geen invloed heeft of de strategieën van beide spelers.
74
3.3
Invloed van de kwaliteit op de strategieën
In deze paragraaf onderzoeken we de invloed van de gomkwaliteit op de strategieën van beide spelers. Om die invloed te bepalen variëren we de kans op goede gom ß, gegeven een constante kans op een goede markt α en constante gomprijzen Pa0, Pa1, Pb0, Pb1. De verschillende waarden die we zullen testen voor ß zijn 1/100, 1/3, 1/2, 2/3 en 99/100. Hierdoor varieert de kans op een slechte kwaliteit 1-ß respectievelijk naar 99/100, 2/3, 1/2, 1/3 en 1/100. Ook hier nemen we geen kans gelijk aan 0 of 1 omdat de Chance speler dan geen invloed meer heeft op het spel. In de onderstaande tabel zijn de resultaten van dit onderzoek te zien. α = 1/2 ß = variabel Pa1 = 100 Pa0 = 1 Pb1 = 10.000 Pb0 = 1.000 STRATEGIE SPELERS
Sproducent1, Shandelaar1 Sproducent1, Shandelaar2 Sproducent2, Shandelaar3 Sproducent2, Shandelaar4 Sproducent3, Shandelaar1 Sproducent3, Shandelaar2 Sproducent4, Shandelaar3 Sproducent4, Shandelaar4 Sproducent1, Shandelaar5 Sproducent1, Shandelaar6 Sproducent2, Shandelaar7 Sproducent2, Shandelaar8 Sproducent3, Shandelaar5 Sproducent3, Shandelaar6 Sproducent4, Shandelaar7 Sproducent4, Shandelaar8
ß = 0.01
ß = 1/3
ß = 1/2
ß = 2/3
ß = 0.99
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Tabel 10 Berekening van effect verandering in kans op goede kwaliteit ß
In tabel 10 zien we iets meer variatie in de strategieën van de spelers dan in tabel 9. We zien 75
opnieuw dat in het geval van een slechte markt en een slechte kwaliteit de gomhandelaar naast een hoge prijs ook een lage prijs vraagt voor zijn gom. Die situatie is oranje gearceerd in de tabel. Verder zien we dat wanneer er slechts 1% kans is op kwaliteitsvolle gom, de gomhandelaar in een situatie van een slechte markt altijd een lage prijs vraagt. Die situaties zijn groen gearceerd in de tabel.
Dit kan logisch verklaard worden door het feit dat de gomhandelaar zwaar
vermoedt dat de gom van slechte kwaliteit gaat zijn, aangezien er een grote a priori kans op slechte kwaliteit is. Hierop reageert de gomhandelaar door zijn prijzen laag te zetten om zo toch nog een relatief grote hoeveelheid gom te verkopen, wat zich vertaalt in een grotere winst.
76
E. ALGEMEEN BESLUIT
Na het onderzoeken van het effect van de prijzen, de kans op een goede kwaliteit en de kans op een goede markt kunnen we volgende besluiten trekken. •
Wanneer we kijken naar de invloed van de prijzen kunnen we besluiten dat de handelaar in de meeste situaties zijn prijs hoog zet, onafhankelijk van de strategie van de producent. Dit is omdat de gomhandelaar een hogere onderhandelingsmacht heeft, aangezien hij meer informatie heeft over de markt en de prijzen van de gom. In bepaalde situaties moet de handelaar echter wel rekening houden met de strategie van de producent. Wanneer de gom van slechte kwaliteit is en er zich een slechte markt voordoet (door bijvoorbeeld laagconjunctuur), vraagt de handelaar soms een lage prijs, afhankelijk van welke strategie de gomproducent kiest. Met andere woorden, de gomhandelaar heeft vaak de meeste winstmarge en de meeste vrijheid in het kiezen van zijn strategie. In een situatie van slechte markt en slechte kwaliteit moet hij echter rekening houden met de zet van de producent om te beslissen welke strategie hij zal volgen, om zo zijn winst te maximaliseren.
•
Verder kunnen we besluiten dat de kans op een goed marktgebeuren geen directe invloed heeft op de strategieën van de spelers. Bij een variërende kans op een goede markt veranderen de strategieën immers niet.
•
De kans op een goede gomkwaliteit heeft een beperkte directe invloed op de strategieën van de spelers. De reden waarom de kans op kwaliteit meer invloed heeft op de strategieën dan de kans op het marktgebeuren, is waarschijnlijk omdat de kans op een goede gomkwaliteit de vraagcurve meer beïnvloedt.
•
We kunnen besluiten dat ongeacht de kans op goede kwaliteit, de kans op een goed marktgebeuren en de prijzen, de gomhandelaar in geval van slechte gomkwaliteit en slechte markt zijn gom zowel aan een hoge als een lage prijs zal verkopen. Voor de overige situaties verkoopt de handelaar zijn gom bijna altijd aan een hoge prijs. De voorgestelde verklaring hiervoor is dat de handelaar genoeg onderhandelingsmacht en informatie heeft over de markt om zeker te zijn dat hij bij een hoge gomprijs nog steeds genoeg winst maakt.
77
Als aanbevelingen voor onderzoek in de toekomst stellen wij dat de vraagcurve die wij theoretisch verondersteld hebben empirisch kan onderzocht worden. Dit model zou sterker zijn als die vraagcurve gestaafd zou zijn door actief onderzoek. In de toekomst kan bij verder onderzoek van dit model ook de risicoattitude van de verschillende spelers in de value chain beschouwd worden. Dit zou bepaald kunnen worden door middel van een extra Chance speler. Die Chance speler kan dan met een bepaalde a priori waarschijnlijkheid een risicoattitude selecteren. Het toevoegen van die extra variabele zou het model echter nog complexer maken, wat de interpretatie van de resultaten kan bemoeilijken.
78
F. Bibliografie Anderson, D. (1993). Some factors influencing the demand for gum arabic (Acacia senegal (L.) Wild.) and other water-‐soluble tree exudates. Forest Ecology and Management , 58 (1), 1-‐18. Ballal, M. E., El Siddig, E. A., Elfadl, M. A., & Luukkanen, O. (2005). Relationship between environmental factors, tapping dates, tapping intensity and gum arabic yield of an Acacia senegal plantation in western Sudan. Journal of arid environments , 63 (2), 379-‐389. Chikamai, B., Hall, J., & Banks, W. (1995). Chikamai, B.N., Survey of Acacia senegal resources for gum arabic in northern Kenya. Commonwealth Forestry Review , 74 (3), 246-‐252. Deans, J., Diagne, O., Lindley, D., Dione, M., & Parkinson, J. (1999, December 24). Nutrient and organic-‐ matter accumulation in Acacia senegal fallows over 18 years. Forest Ecology and Management 124 , 153-‐167. Doran, J., Turnbull, J., Boland, D., & Gunn, B. (1983). Handbook on seeds of dry-‐zone acacias: A guide for collecting, extracting, cleaning, and storing the seed and for treatment to promote germination of dry-‐ zone acacias. Canberra, Australia: FAO Food and Agriculture Organization of the United Nations. Elmqvist, B., Olsson, L., & Elamin, E. M. (2005). A traditional agroforestry system under threat: an analysis of the gum arabic market and cultivation in the Sudan. Agroforestry Systems , 64 (3), 211-‐218. Fadl, K. (2012). Effect of Methods of Tapping on Gum Yield of Acacia Seyal Var. Seyal in South Kordofan State, Sudan. In J. F. Kennedy, G. O. Phillips, & P. A. Williams, Gum Arabic (pp. 129-‐135). RSC Publishing. Fadl, K., & Gebauer, J. (2004). Effect of different tapping tools and different tapping positions on talh gum yield of Acacia seyal var. seyal in South Kordofan, Sudan. Proceedings of the Conference on International Agricultural Research for Development, (pp. 1-‐6). Oktober 5-‐7, Berlijn. Gachathi, F., & Eriksen, S. (2011). Gums and resins: The potential for supporting sustainable adaptation in Kenya's drylands. Climate and Development , 3 (1), 59-‐70. Gibreel, T. M. (2013). Crop commercialization and adoption of gum-‐arabic agroforestry and their effect on farming system in western Sudan. Agroforestry Systems , 87 (2), 311-‐318.
79
Harsanyi, J. C. (1967). Games with Incomplete Information Played by "Bayesian" Players, I-‐III. Part I. The Basic Model. Management Science , 14 (3), 159-‐182. Harsanyi, J. C. (1968). Games with Incomplete Information Played by "Bayesian" Players, I-‐III. Part II. Bayesian Equilibrium Points. Management Science , 14 (5), 320-‐334. Harsanyi, J. C. (1968). Games with Incomplete Information Played by ‘Bayesian’ Players, Part III. The Basic Probability Distribution of the Game. Management Science , 14 (7), 486-‐502. Hart, S. (1992). Games in extensive and strategic forms. In R. Aumann, & S. Hart, Handbook of Game Theory with Economic Applications, Volume I (pp. 355–395). Handbook of Game Theory with Economic Applications, Volume I.: Elsevier Science Publishers B.V. Hayward, B. (2004). The Acacia Tree: A Sustainable Resource for Africa. Great Britain: Forestry Research Programme. Imeson, A. P. (1992). Exudate gums. In A. P. Imeson, Thickening and Gelling Agents for Food (pp. 66-‐97). London: Chapman & Hall. Iqbal, M. (1993). International trade in non-‐wood forest products: An overview. Rome: Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO). Larson, B. A., & Bromely, D. W. (1991). Natural resources prices, export policies, and deforestation: The case of sudan. World Development , 19 (10), 1289-‐1297. Lelon, J., Jumba, I., Keter, J., Chemuku, W., & Oduor, F. D. (2010). Assessment of physical properties of gum arabic from Acacia senegal varieties in Baringo District, Kenya. African Journal of Plant Science , 4 (4), 95-‐98. Levin, J. (2002, Februari). Games of Incomplete Information. Macrae, J., & Merlin, G. (2002). The Prospects and Constraints of Development of Gum Arabic in Sub-‐ Saharan Africa: A document based on the available literature and field trips to Chad, Mali and Niger. Paris: World Bank. Matsuoka, K. (2010). An idea for the selection of species for the great green wall; from the view of plant nutrition and a possible contribution of plant molecular biology. In A. Dia, & R. Duponnois, Le projet majeur africain de la Grande Muraille Verte: Concepts et mise en oevre (pp. 53-‐65). Institut de Recherche pour le Développement (IRD).
80
Mokwunye, M., & Aghughu, O. (2010). Restoring Nigeria’s lead in Gum Arabic Production: Prospects and Challenges. Report and Opinion , 2 (4), 7-‐13. Montenegro, M. A., Boiero, M. L., Valle, L., & Borsarelli, C. D. (2012). Gum Arabic: More Than an Edible Emulsifier. In C. J. Verbeek, Products and Applications of Biopolymers (p. 220). InTech. Mujawamariya, G. (2012). Economics of the gum arabic value chain in Senegal. Wageningen, The Netherlands. Mujawamariya, G., & D'Haese, M. (2012). In search for incentives to gum arabic collection and marketing in Senegal: interlocking gum trade with pre-‐finances from traders. Forest Policy and Economics , 25, 72-‐82. Mujawamariya, G., Burger, K., & D’Haese, M. (2012). Quality of Gum Arabic in Senegal: Linking the Laboratory Research to the Field Assessment. Journal of International Agriculture, Quarterly , 51 (4), 357-‐383. Mujawamariya, G., Palou Madi, O., Zoubeirou, A., Maisharou, A., & D'Haese, M. (2013). Common challenges in gum arabic production and commercialization in West Africa: A comparative study of Cameroon, Niger and Senegal. International Forestry Review , 15 (2). Okatahi, S. S., & Onyibe, J. E. (2010). Production of Gum Arabic. Ahmadu Bello University, Federal Ministry of Agriculture and Water Resources. Zaria: National Agricultural Extension and Research Liaison Services (NAERLS). Partos, L. (2009, Juni 9). Sudan scraps gum arabic monopoly to liberalise market. Food Navigator . Rahim, A. H., Ruerd, R., & van Ierland, E. C. (2005). Adoption and abandonment of gum arabic agroforestry in Sudan. AFTA 2005 Conference Proceedings, (p. 16). Rahim, A. H., van Ierland, E. C., & Weikard, H.-‐P. (2010). Competition in the gum arabic market: a game theoretic modelling approach. Quarterly Journal of International Agriculture , 49 (1), 1-‐24. Sall, P. N. (1997). Le Gommier et la gomme arabique: Acacia senegal (L.) Willd., Notes techniques du Projet RCS-‐Sahel-‐1, 507/RAF/43. MAB Programme. UNESCO. Schoonmaker Freudenberger, M. (1993). Regenerating the Gum Arabic Economy: Local-‐level Resource Management in Northern Senegal. In J. Friedmann, & H. Rangan, In Defense of Livelihood: Comparative Studies on Environmental Action (pp. 52-‐78). West Hartford, Conneticut, USA: Kumarian Press, Inc.
81
Seif el Din, A. G., & Zarroug, M. (1996). Production and commercialization of gum arabic in Sudan. In Domestication and commercialization of non-‐timber forest products in agroforestry systems. Non-‐wood forest products 9 (pp. 176-‐182). Rome, Italy: Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO). The World Bank. (2007). World Bank Policy Note. Export Marketing of Gum Arabic from Sudan. http://siteresources.worldbank.org/INTAFRMDTF/Resources/Gum_Arabic_Policy_Note.pdf. The World Bank. Touré, S. (2008). Gum Arabic (Quarterly edition). Market News Service (MNS), Market Development. International Trade Centre. Van Dalen, D. (2006). Arabische gom, de fascinerende biografie van een van de meest exotische producten op aarde. Uitgeverij Bert Bakker. Verbeken, D., Dierckx, S., & Dewettinck, K. (2003). Exudate gums: occurrence, production, and applications. Applied Microbiology and Biotechnology , 63 (1), 10-‐21. Wydick, B. (2008). Games in Economic Development. New York: Cambridge University Press.
82
G. Bijlagen Bijlage 1
De natuurlijke distributies van de zes Acaciasoorten en de geografische grenzen van de distributie van de soort. Bron: (Doran, Turnbull, Boland, & Gunn, 1983)
Bijlage 2
De exportprijs van Arabische gom in Port Sudan: 1989-2006. Bron: (The World Bank, 2007)
83
Bijlage 3
Veranderingen in de gemiddelde exportprijzen in US$ per ton voor Soedan, Tsjaad en Nigeria: 2003-‐2007. Bron: verworven uit (Touré, 2008).
84
Bijlage 4
Figuur X. Value Chain van Arabische gom in Senegal. Bron: verworven uit (Mujawamariya, Palou Madi, Zoubeirou, Maisharou, & D'Haese, 2013).
85