Spelling & Formuleren Week 2-‐7
Tentamenstof
Boek: Praktische cursus Spelling 6e druk Auteur: M. Klein & M. Visscher Alle hoofdstukken behalve hoofdstuk 4 Proeftentamens zie Blackboard
Succes!
TEGENWOORDIGE TIJD IK JIJ U/HIJ/ZIJ/HET WIJ JULLIE ZIJ
stam +t stam +t
hele ww hele ww hele ww
Stam = hele werkwoord –en NOOIT extra ‘d’ na de stam!
TEGENWOORDIGE TIJD Gebiedende wijs -‐ Ga weg -‐ Geef geld -‐ Antwoord nu Gebiedende vorm + onderwerp = gewone wijze Vliegt u morgen? (u vliegt) Ga ik straks ( ik ga) JIJ = uitzondering! Jij loopt – loop jij
VERLEDEN TIJD IK JIJ U/HIJ/ZIJ/HET WIJ JULLIE ZIJ
+te/+de +ten/+den +ten/+den +ten/+den
Hele ww –en ‘t exkofschip (dus ‘t’)
VOLTOOID DEELWOORD IK JIJ U/HIJ/ZIJ/HET WIJ JULLIE ZIJ
+d/t
Hulpwerkwoord (hebben, zijn of worden) + zelfstandig werkwoord
ENGELSE WERKWOORDEN Volgens Nederlandse regels vervoegen! ‘t exkofschip (!) -‐sh & -‐c
Showen IK show (tt) JIJ showt (tt) HIJ showde (vt) Timen (sommige woorden kunnen niet zonder -‐e) Ik time Jij timet Hij timede (vt)
ENGELSE WERKWOORDEN 1. Vervoeg met IK-‐VORM ?. Met ‘d’ of ‘t’ 2. Laatste letter STAM bepaalt:
‘t ex kofschip de ‘s’ in ‘t ex kofschip vertegenwoordigt bij Engelse woorden ook -‐c/-‐sh
(!) Stam eindigt op klinker a, e, i, o, u = met een ‘d’
BIJVOEGLIJK NAAMWOORD De vervelende student Het leuke meisje (?) de beantwoorde brief (?) de beantwoordde brief Gered, gewit,
Geeft eigenschap aan een zelfstandig naamwoord. ‘t exkofschip zo kort mogelijk schrijven, maar niet als uitspraak anders wordt
Overzicht
T.T. Ik Jij stam+t Hij/zij/het/u Wij hele ww Jullie ‘’ Zij ‘’
V.T. -‐te/-‐de‘
Volt. dw Hulp ww ge-‐ + t/+d
-‐ten/-‐den hele ww ‘’ ‘’ ‘’ ‘’
Bijv. nw Zo simpel mogelijk Let op uit-‐ spraak!
‘t ex kofschip
Engels Ik-‐vorm +d/t d/t? Zie stam
MEERVOUDSVORMING -‐a, -‐i, -‐o, -‐u, -‐y = ‘s (salto’s, baby’s, party’s) aekortingen = ‘s (BV’s, tv’s, cao’s) -‐e, -‐ee, -‐é = vaste –s (stages, cafés) klinkercombinatie = vaste –s (cadeaus, niveaus)
MEERVOUDSVORMING Ligt de klemtoon op laatste deel van woord dan + en Ligt de klemtoon niet op het laatste deel dan +n Bij meervoudsvorming staat de trema altijd op laatste e!
MEERVOUDSVORMING LET OP! Boek 2.3.5 + 2.3.6 Onbeklemtoonde woorden perziken, monniken, haviken, lemmeten Boek 2.3.7 Latijnse woorden –us/-‐um -‐ Politici/technici -‐ Museums/musea nooit musea’s -‐ Criterium
SAMENSTELLING Koppelteken bij samenstellingen Trema bij aeleidingen Twee zelfstandige woorden schrijven we altijd zoveel mogelijk aan elkaar. Behalve als de uitspraak anders wordt! UITZONDERINGEN zie H7
SAMENSTELLING
Alles wat hieronder staat is GOED geschreven
1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9)
lama-‐achtig software-‐industrie Radioantenne radio-‐omroep groei-‐impuls politieagent proactief nieuw jaar/nieuwjaar vierhonderdzevenenvijftig acht miljoen tweehonderddrieëndertig 10) Noord-‐Brabantse
AANEENSCHRIJVEN Tekort te kort tenminste ten minste tenslotte ten slotte teveel te veel
‘gebrek’ ‘te weinig’ ‘althans’ ‘minstens’ ‘per slot van rekening’ ‘tot slot, uiteindelijk’ -‐zelfstandig gebruikt-‐
p.51
VERVANGINGSTEKEN OF -‐STREEPJE Feyenoord-‐ en Ajaxaanhangers Wiskundeles en –boek Personele en arbeidszaken
VOORNAAMWOORDEN ? De man die daar eietst,… (GOED) ? De man dat daar eietst,… (FOUT) DE | DE | vrouwelijk | mannelijk | die | die | haar | zijn | zij | hij | deze/die | deze/die |
HET onzijdig dat zijn het dit/dat
DAT/WAT Dat à gebruik je als het slaat op een zelfst. nw. Wat à 1) als het slaat op de hele zin 2) overtreffende trap 3) na onbepaalde woorden (iets, niets, alles enige, datgene, dat etc.)
OMDAT/DOORDAT Omdat à geeft een reden aan Doordat à geeft een oorzaak aan
DAN/ALS Dan à 1) ongelijke verschillen 2) na woorden waarbij je het woord ‘anders’ kunt denken/ zetten
(niemand anders dan, niets anders dan, nooit anders dan etc.)
Als à 1) in alle andere gevallen (gelijkheid) 2) na ‘zo’, ‘zoveel’ ‘zozeer’ ‘even’ Even groot als zij – groter dan hij
HUN/HEN Hun à 1) 2) Hen à 1) 2)
als er voor of aan kan staan, zonder dat het er echt staat. bezittelijk in alle andere gevallen als er echt voor of aan in de zin staat.
WINDRICHTINGEN Als het gaat om een (wind)richting à kleine letter, aan elkaar (noordoosten, zuidoosten) Als een windrichting in combinatie gaat met aardrijkskundige naam à Hoofdletter, koppelteken (Noordoost-‐Nederland = noordoosten van Nederland) (Noord-‐Oost-‐Nederland = noorden van Oost-‐Nederland)