Spelfiches voor de kleuters
Welke Spelfiches zijn er? Bosbeleving: Beestig natuurpad “mol, spin en konijn” Op stap met Pluimstaart Fiets en verkeer: Horen, zien en rijden Bewegen: Bewegen met Julles Regen en vries: Beestig naatuurpad “mol, spin en konijn”
Op een grote paddenstoel
Beestig natuurpad
Activiteiten met hart, hoofd en handen voor kleuters
Tijdens het beestig natuurpad ontmoet u met uw groep één of verschillende dieren. Meneer Egel (handpop) speelt verstoppertje met zijn vrienden. Hij kan ze niet vinden en vraagt de kleuters om hem te helpen zoeken. In gezelschap van meneer egel doen ze leuke spelletjes en opdrachten en ontdekken de kleuters de leefwijze en eigenschappen van de mol, de spin en het konijn. Je kiest zelf welke en hoeveel dieren u wilt ontmoeten. Aantal maximum 24 kinderen Op stap met meer dan 24 kinderen? Maak dan twee of drie groepjes, ieder groepje kiest een ander dier(en) Materiaal doos van de mol
doos van de spin
doos van het konijn
Hoe start je dit spel? Vertel met de handpop “ meneer Egel” dat hij zeer blij is dat hij de kinderen ziet. Hij was in het bos aan het spelen maar plots was hij iedereen kwijt. Meneer Egel is daar zeer verdrietig om en roept de hulp in van de kinderen om samen met hem te zoeken. Iedere doos bevat drie of vier activiteiten ( luister- en doeactiviteiten). Elke doos neemt ongeveer 30-40 minuten in beslag. Wil je uw klasje inschrijven, mail dit door naar een medewerker met welk(e) bosdiertje(s) uw kleuters graag ontmoeten en wij verstoppen de dierendoos op ons domein. Al het nodige materiaal om de opdrachten uit te voeren zit in de dozen.
De activiteiten sluiten aan bij de ontwikkelingsdoelen Wereldoriëntatie - Natuur - Levende natuur De kleuters • kunnen verschillen onderscheiden in geluid, geur, kleur, smaak en voelen. (WO1.1) • tonen een explorerende en experimenterende aanpak om meer te weten te komen over de natuur (WO 1.2) • kunnen mensen, dieren en planten ordenen aan de hand van eenvoudige, zelfgevonden criteria. (WO 1.4) • kunnen bij zichzelf aangeven welk lichaamsdeel instaat voor het horen, zien, ruiken, proeven en voelen. (WO 1.7) Wereldoriëntatie - Mens De kleuters • kunnen bij zichzelf onderkennen wanneer zij bang, blij, boos of verdrietig zijn en kunnen dit op een eenvoudige wijze uitdrukken. (WO 3.1) • tonen in concrete situaties voldoende zelfvertrouwen in eigen mogelijkheden. (WO 3.3) Lichamelijke opvoeding De kleuters Zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties • kunnen ruimtelijke hindernissen nemen dmv klimmen en klauteren, stappen, lopen en springen. (LO 1.1) • kunnen de eigen bewegingsbaan stoppen, richten en wijzigen afhankelijk van statische en dynamische objecten: andere bewegers, obstakels, bewegende voorwerpen. (LO 1.2) • kunnen met een eenvoudig bewegingsantwoord snel reageren op auditieve, visuele en tactiele signalen (LO 1.6) • kunnen een gepast bewegingsantwoord geven op eenvoudige speltaken, bewegingsopdrachten, afspraken en regels. (LO 1.32) Sensorische prikkels • kunnen gerichte aandacht opbrengen voor sensorische prikkels en deze rustig laten inwerken. (LO 1.39) • kunnen binnen een eenvoudige spelvorm één tot twee spelregels opvolgen. (LO 3.12) Nederlands - Luisteren De kleuters • kunnen een mondelinge boodschap, - eventueel ondersteund door gebaar, en/of mimiek, - met betrekking tot een concrete situatie begrijpen. (Ned 1.1) • kunnen voor hen bestemde vragen in concrete situaties begrijpen. (Ned 1.2) • kunnen een mondelinge, voor hen bestemde boodschap, ondersteund door beeld en/of geluid, begrijpen. (Ned 1.3) • kunnen door de kleuteronderwijzer gegeven opdrachten, met betrekking tot activiteiten in de klas of op school, begrijpen. (Ned 1.4) • kunnen een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen. (Ned 1.5)
Op stap met Pluimstaart Bosbelevingspel voor de derde kleuterklas
Pluimstaart de eekhoorn neemt de kleuters mee op stap in het bos. Onderweg voeren de kinderen samen met Pluimstaart opdrachten uit. Zo ontdekken de kleuters de leefwijze van de eekhoorn en beleven ze het bos in de herfst. Aantal deelnemers Maximum 30 kinderen
Materiaal vooraf reserveren via mail.
Wil je zeker zijn dat alles voor je klaar staat? Reserveer dan enkele dagen vooraf. Wij sturen je dan de “Op stap met Pluimstaart” handleiding/ fotoboek om vooraf te bekijken.
Hoe start je dit spel? 1. Laat de kinderen in een kring zitten of staan. 2. Introduceer de handpop “Pluimstaart de eekhoorn”. 3. Laat de kinderen vertellen over de eekhoorn. 4. Vertel uit het fotoboek. 5. Wandel naar de poort aan de achterkant van het verblijf. 6. Volg de wandelkaart die je op de achterzijde van de handleiding vindt. Spelverloop 1. Volg de wandelkaart. 2. Wandel telkens naar de volgende stop. 3. Vertel uit het fotoboek. 4. Voer de opdracht uit. 5. Kies zelf welke opdracht(en) en hoeveel jullie doen. Dit pakket is geïnspireerd op “Van tak naar tak met friedel en krak” dat ontwikkeld is door NMEC De Helix.
Deze activiteit sluiten aan bij de ontwikkelingsdoelen Wereldoriëntatie - Natuur - Algemene vaardigheden De kleuters • kunnen verschillen onderscheiden in geluid, geur, kleur, smaak en voelen. (WO1.1) • tonen een explorerende en experimenterende aanpak om meer te weten te komen over de natuur (WO 1.2) • Kunnen met hulp van een volwassene, eenvoudige bronnen hanteren om meer te weten te komen over de natuur. (WO 1.3) Wereldoriëntatie - Natuur - Levende en niet-levende natuur De kleuters • kunnen organismen en gangbare materialen ordenen aan de hand van eenvoudige, zelf gevonden criteria. (WO1.4) Nederlands - Luisteren De kleuters • kunnen een mondelinge boodschap, - eventueel ondersteund door gebaar, en/of mimiek, - met betrekking tot een concrete situatie begrijpen. (Ned 1.1) • kunnen voor hen bestemde vragen in concrete situaties begrijpen. (Ned 1.2) • kunnen een mondelinge, voor hen bestemde boodschap, ondersteund door beeld en/of geluid, begrijpen. (Ned 1.3) • kunnen door de kleuteronderwijzer gegeven opdrachten, met betrekking tot activiteiten in de klas of op school, begrijpen. (Ned 1.4) • kunnen een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen. (Ned 1.5) Lichamelijke opvoeding De kleuters Zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties • kunnen ruimtelijke hindernissen nemen dmv klimmen en klauteren, stappen, lopen en springen. (LO 1.1) • kunnen de eigen bewegingsbaan stoppen, richten en wijzigen afhankelijk van statische en dynamische objecten: andere bewegers, obstakels, bewegende voorwerpen. (LO 1.2) Sensorische prikkels • kunnen gerichte aandacht opbrengen voor sensorische prikkels en deze rustig laten inwerken. (LO 1.39) • kunnen binnen een eenvoudige spelvorm één tot twee spelregels opvolgen. (LO 3.12)
Op een grote paddenstoel
Actieve zoektocht voor de kleuters en 1ste graad
Op een grote paddenstoel, rood met witte stippen … Zat kabouter Pinnemuts heen en weer te wippen … Kraaa
aaak !!!!
Kabouter Pinnemuts wipt zo uitbundig dat zijn paddenstoel breekt! Hier begint Pinnemuts zijn zoektocht naar een nieuwe paddenstoel. Met het prentenboek van Pinnemuts vertrekken jullie op zoektocht. Onderweg ontmoet je bosbewoners die je wegwijs maken in de paddenstoelenwereld. Materiaal • Een prentenboek • 10 spiegeltjes • 2 puzzels vliegenzwam • Een voelzak met allerlei afval
• 8 fragmentzoekkaartjes • Kleurenkaartjes • Een vuilniszak
Spelverloop 1. Vraag aan de pedagogisch medewerker waar de speeldozen op het domein zijn klaargezet. 2. Lees uit het prentenboek het verhaal. 3. Bij elke prent hoort een opdracht. 4. Laat de kinderen op het domein zoeken naar de afgebeelde paddenstoel. 5. Tijdens de tocht bepaal jezelf welke en hoeveel opdrachten je afwerkt. Opgelet! Paddenstoelen plukken en plat trappen is verboden
Dit tikspel sluit aan bij de eindtermen Wereldoriëntatie - Natuur - Levende natuur 1 Wereldoriëntatie – Natuur Algemene vaardigheden 1.1 kunnen verschillen onderscheiden in geluid, geur, kleur, smaak en voelen 1.2 tonen een explorerende en experimenterende aanpak om meer te weten te komen over de natuur Levende en niet-levende natuur 1.4 kunnen organismen en gangbare materialen ordenen aan de hand van eenvoudige, zelf gevonden criteria 1.7 kunnen bij zichzelf aangeven welk lichaamsdeel instaat voor het horen, zien, ruiken, proeven en voelen Gezondheid 1.12 weten dat ze door de inname van sommige producten en planten ziek kunnen worden. Milieu 1.13 tonen een houding van zorg en respect voor de natuur. 3 Wereldoriëntatie - Mens Ik en mezelf 3.2 kunnen in een eenvoudige taal een recent gebeurde situatie waarbij zij betrokken waren in dialoog met een volwassene, beschrijven en vertellen hoe zij zich daarbij voelden. Ik en de anderen in groep 3.9 kennen en begrijpen omgangsvormen, leefregels en afspraken die van belang zijn voor het samenleven in een groep. 3.10 kunnen in concrete situaties met de hulp van een volwassene afspraken maken. 3.11 kunnen bij een activiteit of een spel in een kleine groep, controleren of de anderen zich aan de regels houden. 1 Nederlands - Luisteren 1.4 door de kleuteronderwijzer gegeven opdrachten, met betrekking tot activiteiten in de klas of op school, begrijpen. 1.5 een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen. 1.6 de bereidheid vertonen om naar elkaar te luisteren en om zich in te leven in een boodschap.
Horen, zien en rijden verkeersvaardigheid voor 2de en 3de kleuterklas
Met deze spelfiches werk je samen met je kleuters aan hun verkeersvaardigheid. Evenwicht, zintuiglijke en motorische ontwikkeling oefenen we in met loopfietsen, verschillende soorten driewielers. Als leerkracht kies je zelf welke spelfiche(‘s) en hoeveel jullie doen.
Aantal deelnemers
Maximum 30 kinderen Op stap met meer dan 30 kinderen? Maak dan twee groepjes, ieder groepje kiest dan een andere spelfiche.
Materiaal vooraf reserveren via mail.
Wil je zeker zijn dat alles voor je klaar staat? Reserveer dan enkele dagen vooraf. Wij sturen je dan de spelfiche’s om dan vooraf te bekijken. Laat ons je keuze vooraf weten, dan zetten we alles voor jou klaar.
Hoe start je dit spel?
1. Kies één of meerdere spelfiche(’s). Eén spel is ongeveer 10-15 minuten. 2. Geef aan onze pedagogisch medewerker door welke spelfiche(‘s) je kiest. 3. Ga met de kinderen naar het toilet. 4. Laat de kinderen een loopfiets, driewieler kiezen. 5. Geef de kinderen even de tijd om met hun fiets vrij rond te rijden op de speelplaats. 6. Leg de oefening aan de kinderen uit. 7. Laat de kinderen voldoende inoefenen. 8. Ruim al het materiaal samen met kinderen op. In opdracht van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde heeft Bodymap dit nieuw speels lespakket ontwikkeld om kleuters voor te bereiden op hun deelname in het verkeer.
Deze activiteit sluit aan bij de ontwikkelingsdoelen Wereldorïentatie - ruimte - verkeer en mobiliteit De kleuters • kunnen herkennen in hun omgeving plaatsen waar ze veilig kunnen spelen en waar niet. (WO 6.10) • kunnen beseffen dat het verkeer risico’s inhoudt. (WO 6.11) • kunnen onder begeleiding elementaire verkeersregels toepassen. (WO 6.12) Lichamelijke opvoeding - motorische competenties - zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties lichaams- en bewegingsbeheersing. De kleuters • kunnen diverse ruimtelijke hindernissen nemen door middel van klimmen en klauteren, stappen, lopen en springen. (LO 1.1) • kunnen de eigen bewegingsbaan stoppen, richten en wijzigen afhankelijk van statische en dynamische objecten andere bewegers, obstakels, bewegende voorwerpen. (LO 1.2) • kunnen het evenwicht behouden in verplaatsingen en bij houdingen op diverse steunvlakken. (LO 1.3) • kunnen het eigen lichaamsgewicht veilig opvangen door middel van landen en vallen. (LO 1.4) • kunnen onder begeleiding kleuteraangepast materiaal veilig heffen, dragen en verplaatsen. (LO 1.5) • kunnen met een eenvoudig bewegingsantwoord snel reageren op auditieve, visuele en tactiele signalen. (LO 1.6) Lichamelijke opvoeding - motorische competenties - zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties Complexe lichaams- en bewegingsorganisatie De kleuters • kunnen voor verschillende basisbewegingen de ledematen functioneel en gecoördineerd inschakelen. (LO 1.7) • voeren de voornaamste basisbewegingen uit zonder teveel overtollige meebewegingen. (LO 1.8) • kunnen vlot en spontaan de zijkanten van het lichaam gebruiken en zijwaarts bewegen. (LO 1.9) Lichamelijke opvoeding - motorische competenties - zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties voorkeurszijde De kleuters • tonen een duidelijke linker of rechter voorkeur voor éénhandige taken. (LO 1.11) • kunnen hun voorkeurhand tonen, wanneer het expliciet gevraagd wordt. (LO 1.12) • tonen in taken waar tweehandigheid vereist is een duidelijke taakverdeling in gebruik van linker en rechterhand. (LO 1.13) Lichamelijke opvoeding - motorische competenties - zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties lichaamsopbouw De kleuters • tonen in het bewegen dat ze de opbouw van het lichaam aanvoelen en kennen en dat ze intuïtief rekening houden met de lichaamsopbouw en met lichaamsgrenzen en -verhoudingen. (LO 1.14) • kunnen zelf actief omgaan met wijzigingen in de lichaamshouding rekening houdend met de omgeving. (LO 1.15) Lichamelijke opvoeding - motorische competenties - zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties complexe ruimte- en tijdsfactoren De kleuters • kunnen in de ruimte snel een afgesproken plaats terugvinden en er rekening mee houden. (LO 1.17) • kunnen tijdens het bewegen rekening houden met plaatsaanduidingen. (LO 1.18) • kunnen handelend rekening houden met een te overbruggen afstand. (LO 1.19) • kunnen in eenvoudige bewegings- en spelsituaties de meest efficiënte bewegingsrichting kiezen. (LO 1.20) • zoeken zelf een uitvoeringsvolgorde in een bepaalde opstelling van toestellen. (LO 1.23) • kunnen kunnen twee of meer opeenvolgende hindernissen nemen. (LO 1.24) • kunnen doelgericht een beweging onderbreken en laten opvolgen door een andere beweging. (LO 1.25)
Bewegen met Jules
Sport en spel voor de derde kleuterklas
Wil je de kleuters eens flink laten rennen en bewegen? Dan hebben we voor jullie een op maat gemaakte sportvoormiddag. Tijdens een hindernissenparcours, tikspel, kleuteryoga en een balspel werken de kleuters aan hun motorische en zintuigelijke vaardigheden. De rode draad van de sportvoormiddag is dat Jules graag mee wilt gaan sporten, maar hij is zijn sportkledij kwijt. Na elke activiteit verdienen de kinderen een kaartje met een kledingstuk, fruit of speelgoed. Aan het einde van de sportdag overlopen we welke van de verdiende kaartjes Jules nodig heeft om mee te gaan sporten. Aantal deelnemers Maximum 80 spelers verdeeld in 4 groepen. Elke groep bestaat uit 2 ploegen. Hoe verloopt deze sportvoormiddag? 1. Vraag om het materiaal klaar te zetten. 2. Ga met de kinderen eerst nog eens plassen. 3. De kleuters worden opgewarmd met leuke dansjes. 4. Verdeel de kinderen in 4 groepen. 5. Geef alle groepen een gezichtsverf, een ploeg rood en een ploeg blauw. 6. Laat de kinderen rond 10u30 even pauzeren. 7. Ruim al het materiaal terug op. Hoe verloopt het doorschuiven? uurrooster
hindernissen 10u00 - 10u15 Groep 1 10u15 - 10u30 Groep 4 10u30 - 10u45 Pauze 10u45 - 11u00 Groep 3 11u00 - 11u15 Groep 2
vossenspel Groep 2 Groep 1
ballenspel Groep 3 Groep 2
Yoga Groep 4 Groep 3
Groep 4 Groep 3
Groep 1 Groep 4
Groep 2 Groep 1
Deze activiteit sluiten aan bij de ontwikkelingsdoelen
Lichamelijke opvoeding - Zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties Complexe lichaams- en bewegingsorganisatie De kleuters • kunnen voor verschillende basisbewegingen de ledematen functioneel en gecoördineerd inschakelen. (1.7 Lo) • kunnen vlot en spontaan de zijkanten van het lichaam gebruiken en zijwaarts bewegen. (1.9 Lo) Lichamelijke opvoeding - Voorkeurlichaamszijde De kleuters • tonen een duidelijke linker of rechter voorkeur voor éénhandige taken. (1.11 Lo) • kunnen hun voorkeurhand tonen, wanneer het expliciet gevraagd wordt. (1.12 Lo) Lichamelijke opvoeding - Lichaamsopbouw De kleuters • tonen in het bewegen dat ze de opbouw van het lichaam aanvoelen en kennen en dat ze intuïtief rekening houden met de lichaamsopbouw en met lichaamsgrenzen en -verhoudingen. (1.14 Lo) Wiskundige initiatie - Getallen De kleuters • kunnen met aanwijzing vijf dingen correct (simultaan) tellen en daarna zeggen hoeveel dingen er geteld zijn (resultatief). (1.2 Wisk) Muzische vorming - Beweging De kleuters • kunnen meedoen met bewegingen die tijdens het vertellen van een verhaal aan bod komen, en belangstelling tonen om het bewegingsinspirerend gegeven nauwkeurig te observeren en na te bootsen. (4.2 Mv)
Beestig natuurpad
Activiteiten met hart, hoofd en handen voor kleuters
Tijdens het beestig natuurpad ontmoet u met uw groep één of verschillende dieren. Meneer Egel (handpop) speelt verstoppertje met zijn vrienden. Hij kan ze niet vinden en vraagt de kleuters om hem te helpen zoeken. In gezelschap van meneer egel doen ze leuke spelletjes en opdrachten en ontdekken de kleuters de leefwijze en eigenschappen van de mol, de spin en het konijn. Je kiest zelf welke en hoeveel dieren u wilt ontmoeten. Aantal maximum 24 kinderen Materiaal doos van de mol
doos van de spin
doos van het konijn
Hoe start je dit spel? Iedere doos bevat drie of vier activiteiten ( luister- en doeactiviteiten). Deze activiteiten zijn aangepast om binnen te kunnen uitvoeren. Elke doos neemt ongeveer 30-40 minuten in beslag. Al het nodige materiaal om de opdrachten uit te voeren zit in de dozen.
De activiteiten sluiten aan bij de ontwikkelingsdoelen Wereldoriëntatie - Natuur - Levende natuur De kleuters • kunnen verschillen onderscheiden in geluid, geur, kleur, smaak en voelen. (WO1.1) • tonen een explorerende en experimenterende aanpak om meer te weten te komen over de natuur (WO 1.2) • kunnen mensen, dieren en planten ordenen aan de hand van eenvoudige, zelfgevonden criteria. (WO 1.4) • kunnen bij zichzelf aangeven welk lichaamsdeel instaat voor het horen, zien, ruiken, proeven en voelen. (WO 1.7) Wereldoriëntatie - Mens De kleuters • kunnen bij zichzelf onderkennen wanneer zij bang, blij, boos of verdrietig zijn en kunnen dit op een eenvoudige wijze uitdrukken. (WO 3.1) • tonen in concrete situaties voldoende zelfvertrouwen in eigen mogelijkheden. (WO 3.3) Lichamelijke opvoeding De kleuters Zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties • kunnen ruimtelijke hindernissen nemen dmv klimmen en klauteren, stappen, lopen en springen. (LO 1.1) • kunnen de eigen bewegingsbaan stoppen, richten en wijzigen afhankelijk van statische en dynamische objecten: andere bewegers, obstakels, bewegende voorwerpen. (LO 1.2) • kunnen met een eenvoudig bewegingsantwoord snel reageren op auditieve, visuele en tactiele signalen (LO 1.6) • kunnen een gepast bewegingsantwoord geven op eenvoudige speltaken, bewegingsopdrachten, afspraken en regels. (LO 1.32) Sensorische prikkels • kunnen gerichte aandacht opbrengen voor sensorische prikkels en deze rustig laten inwerken. (LO 1.39) • kunnen binnen een eenvoudige spelvorm één tot twee spelregels opvolgen. (LO 3.12) Nederlands - Luisteren De kleuters • kunnen een mondelinge boodschap, - eventueel ondersteund door gebaar, en/of mimiek, - met betrekking tot een concrete situatie begrijpen. (Ned 1.1) • kunnen voor hen bestemde vragen in concrete situaties begrijpen. (Ned 1.2) • kunnen een mondelinge, voor hen bestemde boodschap, ondersteund door beeld en/of geluid, begrijpen. (Ned 1.3) • kunnen door de kleuteronderwijzer gegeven opdrachten, met betrekking tot activiteiten in de klas of op school, begrijpen. (Ned 1.4) • kunnen een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen. (Ned 1.5)