Introductie / Introduction
Biografie of autobiografie, zou een van de denkbare ondertitels kunnen zijn van het boek dat voor u ligt. Nadat het verhaal geschreven was, de foto’s gemaakt en geplaatst en de feitelijke productie gestart kon worden was dat nog een van de overwegingen die ik had. Het is een boek geworden met een mijns inziens eigen gezicht. In alle facetten heb ik getracht het ’mijn boek’ te maken. Met al z’n onvolkomenheden, gedachtenkronkels en zijsporen. In het verhaal bijgestaan, en soms gecorrigeerd, door Harrie Flaton; een jeugdvriend die vanaf de zijlijn mijn levensloop, als kunstenaar maar ook als persoon, volgde en er tevens onderdeel van was. Ik heb ernaar gestreefd de leesbaarheid zo zuiver als mogelijk te houden, het verhaal te ontdoen van valse romantiek om u als lezer een zo compleet mogelijk beeld te geven van de mens/kunstenaar Richard Smeets. Natuurlijk zijn gedane uitspraken soms gechargeerd, altijd subjectief en misschien ook wel eens aanmatigend. Ik hoop echter dat u met de nodige tolerantie en humor de betrekkelijkheid van ’mijn waarheid’ zult lezen. Naast het boek, waarvan de laatste hoofdstukken betrekking hebben op het werk van de laatste jaren, verschijnt er tevens een dvd met muziek van Nard Reijnders en Bart Jan Baartmans. Composities naar aanleiding van de door mij geschilderde partituren; uitgevoerd door o.a. het Nederlands Blazers Ensemble, en een film, een impressie van het hele project, gefilmd en samengesteld door Hugo Thomassen. Een woord van dank voor al diegenen die dit alles mogelijk hebben gemaakt. Niet in de laatste plaats aan al die mensen die reeds in de beginjaren bereid waren werk van mij te kopen en daardoor, onbewust misschien, de basis vormden voor het boek, een biografie in woord en beeld, dat voor u ligt.
Biography or autobiography could be one of the possible subtitles of this book. After the story had been written, the pictures made and placed and the actual production could be started, that remained one of my considerations. It has become a book with a face of its own according to me. I have tried to make it ‘my book’ in all aspects, with all its imperfections, twisted thoughts and sidetracks. Harry Flaton, a long time friend who has followed my life as an artist and as a human being and has participated in it, has assisted and sometimes corrected me. I have tried to make my book readable and pure, to avoid false romanticism in order to provide you, the reader, with as complete a picture of Richard Smeets both as a man and an artist. Of course some things I say are charged, always subjective and maybe sometimes even presumptuous. However, I hope you will read the relativity of ’my truth’ with some tolerance and humour. The final chapters of the book present the work I made the last couple of years. The book is accompanied by a DVD with music that Nard Reijnders and Bart Jan Baartmans composed inspired by my painted scores. Among the performers is the Nederlands Blazers Ensemble. The movie on the DVD gives an impression of this project. It is filmed and compiled by Hugo Thomassen. Finally, I would like to thank all people who have made this possible, not in the least all those people who were willing to buy my work when I had only just started and who are, without realizing it perhaps, at the basis of this book, a biography in words and pictures.
Richard Smeets, Heijen, oktober 2012
binnenwerk DEFINITIEF.indd 5
29-07-12 22:42
In die tijd, ik heb het dan over de begin jaren tachtig, waren er gelukkig altijd mensen die vol overtuiging mijn werk volgden en een ongelooflijke stimulans waren voor mij als schilder. Niet in de laatste plaats omdat ze van tijd tot tijd werk van me kochten, maar toch vooral omdat ze me het gevoel bezorgden met iets wezenlijks bezig te zijn. Steeds meer kreeg ik het gevoel de verworvenheden van mijn studietijd beter op hun waardes te kunnen schatten en daardoor ruimte te creëren voor nieuwe ideeën en inzichten. De onzekerheden waar ieder creatief denkend mens mee te maken heeft, werden een natuurlijk onderdeel van mijn bestaan en bieden daarom immer nog, ruimte tot verwondering. H: Het werk uit die tijd wordt gekenmerkt door lichte heldere kleuren, ogenschijnlijk snel en met trefzekere hand geschilderd. Was het niet juist daarom dat critici het werk als ‘lichtvoetig’ omschreven? R: Nu begrijp ik die kritiek wel, maar het toont ook het ongeduld en de vooringenomenheid van de critici aan. H: Die waren toch meer bezig met de hoofdstromingen in die tijd: de Neue Wilden; de Muhlheimer Freiheit’! Kunstenaars die confronterend werkten. Jij acteerde vanuit een puur persoonlijk perspectief, altijd een eigen spoor volgend; niet de gemeenschappelijkheid met andere kunstenaars. Je ging na je academietijd immers ook terug naar Gennep. Je zocht bewust de luwte van het platteland op. Zo behield je je onafhankelijkheid. Een verfrissend alternatief voor het versteende kunstlandschap in de stad! Ik herken dat ook in je periode op de middelbare school: je zat in een groep, maar volgde ook je eigen spoor. R: Eigenzinnigheid was jou ook niet vreemd! Hoewel de collectieve gedachte een grote rol speelde in die tijd, waren we denk ik toch ook met z’n alle op zoek naar die individuele persoonlijkheid waarmee je je wilde manifesteren als individu, binnen de groep. Één front vormend tegen de gevestigde orde( de schoolleiding), onder de begeesterde leiding van Willem van Lieshout (leraar geschiedenis), vlogen we elkaar toch met enige regelmaat in de haren!
12
Fortunately, at that time, the early 1980s, there were always people who followed what I did because they believed in me and that was an incredible stimulus to me as a painter, not only because they bought a painting from time to time but especially because they gave me the feeling that I was doing something essential. More and more I felt I was able to appreciate my time at the academy and because of that I could create room for new ideas and insights. The uncertainties every creative person is confronted with became a natural part of my existence and even now those uncertainties still offer room for amazement. H: your work of that period is characterized by light, bright colours, seemingly painted quickly and confidently; was that not the reason why critics described your work as being graceful? R: I understand why they thought so now, but at the same time it shows the critics’ impatience and prejudice. H: They were more preoccupied with the main stream of art in that period: the ’Neue Wilden’; the ’Muhlheimer Freiheit’! Artists who wanted to confront. You acted from a purely personal perspective, always going your own way: you did not belong to a collectivity of other artists. After the academy you returned to Gennep, after all. You consciously looked for the lee of the countryside. In that way you maintained your independence which was a refreshing alternative to the petrified art scene of the cities. I also noticed that in the time you were still at secondary school: you were a member of a group, but at the same time you followed your own course. R: you were self-willed as well! Though the thought of collectivism played a major role in that time, I think all of us were looking for our individual personality with which you wanted to manifest yourself as an individual within the group. We formed one front against the establishment (school management) inspired by Willem van Lieshout (history teacher), yet we went for each other’s throats on a regular basis!
spelende honden 1987 oil on canvas 130 x 160 cm
12
binnenwerk DEFINITIEF.indd 12
29-07-12 22:43
Nu terugkijkend, had ook het einde van het tijdperk ‘Krikhaar’ eigenlijk voor mij bepaalde voordelen. Gingen eerst al mijn werken bijna automatisch naar Krikhaar. Hij verkocht immers elk werk van mij binnen enkele dagen; en was ik ‘wereldberoemd’ in zijn circuit, daarbuiten lag dat anders. Sinds 1985 had ik nergens anders meer geëxposeerd. Ook mijn contacten in het buitenland liepen via Herman. Dit betekende dat ik in een rijtje van ‘nicht zu haben’ terecht was gekomen en dit ogenschijnlijke voordeel dreigde zich nu tegen mij te keren.
Veel galeries en potentiële klanten gingen van de veronderstelling uit dat ik onder contract stond bij Krikhaar of van een buitenlandse galerie, waardoor er na ‘88 een vacuüm dreigde te ontstaan met betrekking tot verdere commerciële activiteiten. Ik moest dus weer écht op zoek naar een nieuwe vertegenwoordiging en dan wel een waarbij ik de mogelijkheid vrij hield om met méérdere galeries te werken. Om zo vrij mogelijk te zijn in mijn keuze voor een galerie in Amsterdam, je moet in de randstad vertegenwoordigt zijn, koos ik eerst een galerie elders in het land. Kiezen betekent in dit verband, polsen, op bezoek gaan en proberen in te schatten of er sprake kon zijn van een langdurige en meer dan alleen zakelijke relatie; iets waar ik zeer aan hecht. Ik meen me te herinneren dat het via Herman Krikhaar was, dat ik contact kreeg met Jan Smulders, eigenaar van Cobra Gallery in Eindhoven. Hoewel, naar later bleek, deze galerie een kort leven beschoren was, had ik er in 1989 toch een zeer succesvolle tentoonstelling en presenteerde zij mij, met succes, ook voor de eerste keer, op de Kunstrai in Amsterdam. Dit kortstondig Brabants avontuur verschafte me nu de nodige rust om mijn keus voor een galerie in de randstad niet te hoeven overhaasten. Achteraf kun je stellen dat dit de afsluiting markeerde van de ‘periode Krikhaar’ en dan niet alleen in letterlijke zin maar ook inhoudelijk gezien. H: Wat me opvalt is dat je je in je verhaal erg focust op je positie als kunstenaar en ondernemer. Dat kom je in biografieën nauwelijks tegen. Het heeft ook iets dubbels, want je zegt dat het succes zich min of meer tegen je keerde. Hoe vind je dat commercie en kunstenaarschap zich verhouden? R: Het vormt altijd een dilemma, de kunstenaar in contact met wat hij maakt en in relatie met de wereld om hem heen; daarbij autonomie te verwerven en te behouden, en tevens proberen te voldoen aan de eerste vereiste van onze samenleving, financiële onafhankelijkheid!
Looking back now, the end of the ‘Krikhaar’ period did have its advantages. All my works used to automatically go to Krikhaar. After all, he sold every one of my paintings within days and I was ’world famous’ in his circle but beyond that it was a different story. Since 1985 I had only had exhibitions in Herman’s gallery in Amsterdam and my contacts abroad had also gone via him. This meant that people thought that I was unavailable and this seeming advantage threatened to turn itself against me now. Many galleries and potential buyers supposed that I was bound by contract to Krikhaar or some gallery abroad, so that after 1988 a vacuum threatened to arise with regard to further commercial activities. So I really had to start looking for a new agent, an agent who left me free to work together with various galleries at the same time. In order to be as free as possible in my choice for a gallery in Amsterdam, you must have an agent in one of the big cities, I first selected a gallery elsewhere in the country. In this connection selecting means approaching people, paying visits and trying to determine whether things could lead to a long-standing, not solely commercial relation. The latter is something I highly value. I think it was via Herman Krikhaar that I came into contact with Jan Smulders, the owner of Cobra Gallery in Eindhoven. Although it later turned out that this gallery was only short-lived, I still had a very successful exhibition there in 1989 and this same gallery also presented me successfully at the Kunstrai in Amsterdam for the first time. This short-lived Brabant adventure allowed me not having to rush my search for an agent in the big cities. Looking back you can say that this marked the end of the ‘Krikhaar period’, not only in a literal sense but also with respect to content. H: What strikes me is that you very much focus on your position as an artist and an entrepreneur in your story. Hardly anywhere do you come across this in biographies. It also has something ambiguous, for you are saying that your success turned itself against you more or less. What is your opinion of the relationship between commercial interests and being an artist? R: It is always a dilemma: the artist in contact with what he creates and the relationship with the world around him. To obtain and maintain his autonomy and at the same time to comply with the first requirement of our society, namely financial independence!
vrouw op bed van bloemen 1988 oil on canvas 200 x 180 cm 31
binnenwerk DEFINITIEF.indd 31
29-07-12 22:45
over rozen 2002 (3x) zeefdruk 16 x 16 cm 122
Wanneer ik zo terugduik in mijn herinnering komen al snel beelden bovendrijven van de vakanties; vroeger met mijn ouders. Met z’n alle samengepakt in een, soms twee auto’s, onderweg naar ons appartement in Spanje. Een reis die op niets lijkt op de manier van reizen zoals we dat nu plegen te doen. Drie dagen was je onderweg, ‘s morgens om 5 uur stapten we in en ‘s avonds om 6 uur, wanneer we geluk hadden, werd er gestopt om een slaapplaats te
Thinking back I see images of holidays together with my parents; all of us piled into a car, sometimes two, travelling to our apartment in Spain. It was a journey which in no way resembles the way that we travel nowadays. It took three days; at 5 in the morning we would get into the car and if we were lucky we stopped at 6 in the evening in order to find a place to sleep. France used to be expensive, so we spent the nights at camping sites in an old bungalow tent, on stretch beds that required great physical strength to assemble before being able to sleep on them uncomfortably. Those were exhausting days. We did not have any chairs with us, simply because of lack of space in the car. The following morning we would get up at 5 (again), pack our things silently and get into the car without breakfast. If you were lucky you could sleep a couple of hours; time passed more quickly that way and before you realized you would be at the next stop of that day, Perpignan or preferably Figueras, just across the border in Spain. The third and final day we would get up early as well and we would cross our fingers and pray that we would not get into a traffic-jam. We especially dreaded Barcelona. If we were lucky we would be able to dive into the swimming-pool by one or two o’clock in the afternoon.
zoeken. Frankrijk was duur; dus overnachten deden we in het begin op een camping, een oude bungalowtent diende als onderkomen en geslapen werd er op stretchers die eerst onder spanning in elkaar diende worden gezet, alvorens we er uitgeput, ongemakkelijk op konden slapen. Stoelen hadden we niet bij ons, daar was geen plaats voor in de auto. De volgende ochtend weer om 5 uur op, alles in stilte opruimen en zonder koffie of ontbijt de auto weer in. Hopelijk kon je nog een paar uur slapen; dan ging de tijd wat sneller en bereikte je voor je gevoel in ieder geval, eerder de eindbestemming voor die dag, Perpignan of liever nog Figueras, net over de Spaanse grens. De derde dag, weer vroeg op en hopelijk vielen de files in Spanje mee en zorgde vooral Barcelona niet weer voor een gigantische vertraging. Nee wanneer het mee zou zitten, zouden we rond een uur of twee een verkoelende duik kunnen nemen in het zwembad. Ik moet tien of elf jaar geweest zijn toen we deze reis voor de eerste keer maakten. Tientallen malen hebben we de route gereden, eerst met m’n ouders, later met mijn eigen gezin. Meerdere malen per jaar togen we naar Spanje, waardoor ook mijn kinderen verknocht raakten aan het reizen, en aan dat prachtige land. Reizen moet dan vooral gelezen worden als ‘onderweg’ zijn. Niet het doel is belangrijk, maar de weg er naar toe!
40
binnenwerk DEFINITIEF.indd 40
I must have been ten or eleven when we made this trip for the first time. We have travelled that same route dozens of times; at first with my parents, later on with Thea and the children. We used to go to Spain a couple of times a year and my children fell in love with travelling and wonderful Spain, too. When I say travelling I mean being on the road. Not the goal is important but the journey to it!
Ᏸ my parents 1954 Ᏸ Spain 1967 Ᏽ my studio 1988 Ᏽ Heijen 2008
29-07-12 22:47
Al hadden we 6 kinderen kunnen krijgen; dat gevoel, dat gewisse etwas waardoor ieder kind speciaal wordt, zorgt ervoor dat je als vader of moeder, altijd in staat zult zijn die liefde te geven waarnaar een kind vraagt. Ook nieuw voor me was het gevoel, bewustzijn, dat we nú, Thea en ik, werkelijk geschiedenis hadden geschreven. Werkelijk een bijdrage hadden geleverd aan onze wereld, onze samenleving. Bewust van een soort oergevoel jezelf voortgeplant te hebben en daardoor je eigen onsterfelijkheid te hebben zekergesteld. Alles dat geen betrekking had op mij,Thea of de kinderen, verwerd tot bijzaak. En nog steeds voelt het zo, de kinderen zijn onze geschiedenis, ons heden en onze toekomst.
Even if we had had 6 children, that very special quality that makes every child unique, sees to it that as a parent you will always be capable to give a child the love it needs. What was also new to me was that I felt that not until then were Thea and I really part of history. We had really contributed something to the world and our society. I felt a sort of age-old feeling that by having offspring I had become more or less immortal myself. Everything that was not related to Thea, the children and me, became of minor importance. And it still feels that way. The children are our past, present and future.
Het is voor mij een alles overtreffend genot, een wereld te scheppen waarin twee mensjes zich onafhankelijk kunnen ontwikkelen en onbewust alles in zich dragen van wat Thea en ik zijn. Zoals ik steeds vaker de karaktertrekken, zwakheden, of tekortkomingen van mijn ouders in mezelf herken, zullen ook mijn kinderen dit op een gegeven moment ervaren. Er blij en soms gefrustreerd door worden. Deze wetenschap nu maakt dat ik met nog meer respect en liefde terug denk aan mijn eigen jeugd, wat mijn ouders voor mij betekend hebben, maar ook; wat zullen ze genoten hebben! Zij hadden 6 kinderen, alle 6 anders, maar alle 6 speciaal. Wat een rijkdom! De jaren negentig hadden alle ingrediënten in zich voor een slechte roman. Zakelijk ging het ons voor de wind, in die zin lachte het leven ons toe. Maar zoals het iedereen overkomt, op een gegeven moment wordt je geconfronteerd met het tijdelijke van ons bestaan. Thea’s vader stierf, mijn vader en mijn enige zus Charlotte stierven, we werden ook geconfronteerd met ziekten die een beroep doen op al je psychische en fysieke kracht om het te kunnen doorstaan en te kunnen overwinnen. Men zegt dat je er sterker uit komt, maar ik durf te stellen dat de tol hoog is. Veel kracht put je uit de vele vriendschappen, en daardoor het bewustzijn dat je er toe doet, dat je, ondanks je tekortkomingen, toch voor velen vaak onbewust een bijdrage levert aan het welbevinden van anderen. Ook dat is rijkdom!
binnenwerk DEFINITIEF.indd 43
To create a world in which two tiny human beings can develop independently and unconsciously carry within them Thea’s and my personalities is to me an incredible joy. I gradually come to recognize my parents’ traits, weaknesses or shortcomings in myself, and my children will once experience this same feeling. And it will make them feel happy and frustrated at times. This knowledge makes me think back of my own youth with even more respect and love, of how much my parents meant to me and how much they must have enjoyed it all. They had 6 children, all of them equally unique and special. My parents were tremendously fortunate people. The nineties on the other hand had every element of a bad novel in them. In financial respect we did really well. But, as happens to everyone, we were faced with the temporary nature of our existence. Thea’s father, my father and my only sister Charlotte all died. We had to deal with diseases that heavily appeal to all your mental and physical strength in order to endure and conquer. They say such things make you stronger, but I must say that the toll you pay is high. You can gain a lot of strength from having many friends that make you really feel you matter to them , that in spite of all your shortcomings and often without even being aware of it, you contribute to the well-being of other people. That is real wealth as well!
29-07-12 22:47
I began endless series of drawings. At first it was the result of all my writing, later on these drawings served as a motif for future paintings. Initially the paintings and drawings that I created were mainly based on representing a visual experience; later a series of works came into being stemming from emotional confrontations that had occurred during my journey. This led to three exhibitions, all titled ASIAN TOUCH, which referred to my journey. The first one took place in Eindhoven and mainly consisted of works on paper. That same year, 1991, my second exhibition at Jaski Art Gallery in Amsterdam took place and one year later the third one, which was held at Gallery Moderne in Silkeborg, Denmark. As turned out later, these three exhibitions would lead to a pleasant relationship with especially Jaski and Gallery Moderne which would last for years. On account of my cooperation with Jaski I was assured of an excellent representation at important fairs such as the TEFAF in Maastricht and the PAN in Amsterdam, and of course in the gallery itself. Various solo presentations would follow suit at both Jaski and Gallery Moderne. At Gallery Moderne my work has been part of the yearly PASKE, a group exhibition of the permanent/regular artists of the gallery. This cooperation with Gallery Moderne also led to my coming into contact with Herr Stüncke of Gallery Der Spiegel in Cologne in Germany. Until his death I was represented by his gallery. My short-lived contacts with Gallery Salla Gaspar in Barcelona and Jean Pollak of Gallery Ariel in Paris have never led to a longlasting cooperation since I have never been able to produce more than about 20 works a year.
Gedurende de volgende 2 jaar heb ik kunnen werken aan de tentoonstelling. Regelmatig vonden er vergaderingen plaats met de andere partners en langzaam maar zeker kreeg het geheel een zekere vorm. Het zou groots worden, er moest een boek gemaakt en de opening zou verricht worden door niemand minder dan de toenmalig minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, Loek Hermans. Buiten dit alles was het werk, inhoudelijk gezien, voor mij een grote terugblik op de voorafgaande periode. Ik heb geprobeerd grote levensvraagstukken ’klein’ te maken en terug te brengen naar mijn eigen wereld. Het ontstane werk is een verwijzing hiernaar, maar biedt geen algemeen geldend antwoord.
In the two years that followed I was able to paint for the exhibition. There were meetings with the other partners on a regular basis and slowly but surely the project was beginning to take shape. It would be grand. A book had to be published and the then Minister of Culture, Loek Hermans, would open the exhibition. Apart from all this, painting to me meant that I lived the previous period in my life in retrospective. I tried to make the big issues of life ‘small’ and reduce them to the size of my own world. The result was that my work was a reference to all that, yet it did not provide a generally valid answer.
Ᏼ wie let er op mijn rozen 2002 oil on canvas 250 x 130 cm commissioned by Steenks Rosen Baarlo
115
Ᏸ la danza 2007 oil on canvas 150 x 100 cm 166
Ᏽ la danza 2005/2006 oil on canvas 100 x 120 cm
Art on the Road 2007
Een klein artikel in de krant, de irritatie over de bijna onnozele aankondiging dat de verbouwing van het rijksmuseum in Amsterdam 200.000.000 euro duurder uitvalt als begroot! riepen bij mij de vraag op: ‘hoeveel mag exposeren kosten?’ In algemene zin; wat heb je nodig om je werk te kunnen laten zien? Terzelfder tijd was ik bezig voor een logistiek bedrijf een concept te bedenken hoe dit bedrijf zich zou kunnen onderscheiden. Ook was ik bezig een ontwerp te maken voor een buitenlandse relatie; het inrichten van een kantoorpand. Ik doe dat aan de hand van schaalmodellen, knip en plakwerk dus om een beter beeld te krijgen van wat een bepaald formaat op een bepaalde wand doet.
Deze drie dingen nu lagen die morgen voor me op tafel. Voeg ze samen en voilà het vrachtwagenproject was geboren. Samen met de firma WELSI uit Venlo besprak ik mijn plannen om een tiental vrachtwagens c.q. opleggers te willen gebruiken als rijdende expositie. Na een aantal gesprekken waarin de technische en financiële zaken aan de orde kwamen besloten zij mee te doen en een deel van de kosten voor hun rekening te nemen alsook 10 opleggers ter beschikking te stellen. Medio juni 2007 vond de fotoshoot plaats, op het Prins Clausplein bij Den Haag en werden de wagens voor het eerst gepresenteerd op het Floriadeterrein in Venlo.
Ᏸ Paul Beck, manager Floriade Venlo / Richard Smeets / Hubert Bruls (former mayor Venlo) Geert Schoolmeesters, owner Welsi bv / Han Neutgens, manager Welsi bv / Kees van Rooij, mayor Horst a/d Maas / Marlies de Loo (former mayor Gennep)
186
Na ambtelijk overleg leek alles rond, ook B&W van Boxmeer was enthousiast en wilde graag meedoen, echter waar niet aan voorbij gegaan kon worden was het advies van de Boxmeerse kunst commissie!
There was some official deliberation and it seemed as if everything was settled. Mayor and aldermen of Boxmeer were enthusiastic and would like to participate. However, it was obligatory to consult the local art council of Boxmeer.
Een ongemakkelijk gevoel bekroop me. Ik had gehoord dat er vanuit die hoek al vragen waren gekomen waarom deze opdracht bij mij terecht was gekomen zonder dat er een openbare aanbesteding had plaatsgevonden. Na enig overleg besloot ik de voltallige commissie uit te nodigen bij mij op het atelier. Na de hele gang van zaken uit gelegd te hebben, met de uitdrukkelijke bemerking dat er niets te verdienen viel voor mij, en dat het dus feitelijk ’liefdewerk oudpapier’ was veranderde de stemming; men vond eigenlijk dat ik mezelf tekort deed en deed de suggestie om er nog een paar elementen aan toe te voegen. Ze zegden toe dat er dan ook een redelijk budget beschikbaar zou zijn. We hebben nog een genoeglijke middag gehad, waarbij ik zelfs het meegebrachte eigen werk, van een van de commissieleden, op verzoek heb bekeken. Bij het afscheid werd ik bedankt voor het gastvrij onthaal; ik beloofde dat ik op korte termijn met een nieuw plan van aanpak zou komen.
This made me feel a bit uneasy. I had already heard that questions had been asked there: why I had been assigned this job without there having been a public tender. After some deliberation I decided to invite the entire council to my studio. After having explained the routine and remarked expressly that there was nothing in it for me as far as money was concerned and it was in fact an act of charity, the mood changed. In fact, they thought I was selling myself short and they even suggested to add a few elements. They actually promised a reasonable budget would be assigned. We spent a pleasant afternoon during which I even looked at the work of one of the council members, which he had brought along, at his request. During the goodbyes they thanked me for my hospitality and I promised to present a new plan of approach quite soon.
De volgende dag ontving ik een mooi boek over het Boxmeerse kunstbeleid en nog een bedankje. Ik heb het boek eigenlijk nooit meer goed ingekeken, want iets later die dag kreeg ik een telefoontje van de gemeente Gennep dat het project was afgeblazen, door een negatief advies van de Boxmeerse kunstcommissie! Goed de smoor in, vergeet ik het project en concentreer ik me weer op mijn normale werk. De brug wordt intussen mooi warm wit geschilderd..... Nog voor de brug goed en wel klaar is, word ik bij toeval voorgesteld aan de burgemeester van Boxmeer. Bij de kennismaking reageert hij met de opmerking ‘oh u bent de man van de brug!’ ik corrigeer hem met de mededeling ‘ik wás de man van de brug’ en vertel hem over de gang van zaken en dat het wat mij betreft over is. Na een korte stilte vraagt hij mij of ik er een probleem mee zou hebben wanneer we niet meer spreken over het ’kunstproject’ (!) de Maasbrug. In eerste instantie begreep ik niet wat hij bedoelde maar stemde in; het project was immers afgeblazen. ‘Oke’ zegt hij, dan dien ik morgen een verzoek in voor het decoreren van de Maasbrug. Geen kunstproject, geen kunstcommissie! Ik meen dat binnen een week alsnog het besluit werd genomen over het decoreren van de Maasbrug! Het geheel ziet er nog steeds prachtig uit. Alleen jammer dat het budget te klein was voor alle brugdelen en we ons hebben moeten beperken tot de twee buitenste.
Maasbrugproject 194
The following day I received a beautiful book on Boxmeer’s policy on art and a thank you note. I have never looked at it closely again, for later that day I was called by a representative of the local council of Gennep who told me that the project had been called off because Boxmeer’s art council had advised negatively. That really pissed me off. But I soon forgot about the whole thing and I concentrated on my usual work. In the meantime the bridge was being painted in a lovely warm white colour…. Well then, hardly had the bridge been finished painting, when I happened to be introduced to the mayor of Boxmeer. On hearing my name he remarks: ‘Oh, you are the man of the bridge’. I correct him and say: ‘Sorry, I was the man of the bridge’. I told him what had happened and that, as far as I was concerned, it was all over and done with. After a short silence he asked me whether I would mind not to talk about the Maasbrug ‘art’ project! At first I did not understand what he meant and of course I agreed. The project had been cancelled, had it not? Then he said: ‘Tomorrow I will submit a request for decorating the Maasbrug! No art project, no art council! I think the decision to decorate the Maasbrug was taken within a week’s time and it still looks gorgeous. It is a pity though that the budget was too small for all bridge parts and that we had to limit ourselves to the two side parts.
Streekmuseum Gennep 2010
200
Muziek, deel van mijn leven
Voor velen geldt dat muziek een niet weg te denken onderdeel is van je leven. Voor de een is het muziek als achtergrondgeluid om de stilte te verdrijven; voor de ander een levensbehoefte of een uit de kluiten gewassen hobby. Professionals even buiten beschouwing gelaten. Mijn ’kennis’ of liever gezegd bewustwording van de noodzakelijkheid van muziek vindt zijn oorsprong in de situatie thuis bij mijn ouders. Altijd was er muziek, alle genres, alleen meestal pas 5 jaar na de verschijningsdatum. Van een vriend van mijn ouders die in jukboxen deed voor de horeca, kregen we namelijk altijd oude singles. Een enkele keer werden er lp’s gekocht en dat was dan de meer moderne muziek. Buiten dat we vaak met de hele familie zaten mee te lallen, werd er ook veelvuldig gedanst. Ondanks dat er maar 2 vrouwen in huis waren, mijn moeder en mijn zus, kwam iedereen toch regelmatig aan de beurt. Zo leerde we van mijn moeder stijldansen, van mijn zus ‘de jive’ en de ‘rock and roll’, en van de buurmeisjes het schuifelen. Het was nog de tijd dat een gezin bestaande uit ouders met 6 kinderen, niet echt gerekend werd tot de grote gezinnen. Wij woonde in een straat waar 5 kinderen per gezin zo ongeveer gemiddeld was, waardoor het altijd een vol huis was. Tijdens de middelbare schooltijd werden de eerste lp’s gekocht en daar we met z’n zessen waren, was de stijl dus ook zeer divers. Alles werd er gedraaid, Stones, Beatles, soul, blues, noem een genre of er was wel iemand bij ons thuis die er wat van had. Geen uitgebreide collectie, maar toch. Klassieke muziek was nog niet echt ons ding, hoewel mijn moeder in die tijd probeerde vol enthousiasme, geluid uit een viool te persen dat op muziek moest lijken, werd zij meestal door mijn vader ingezet, wanneer hij vond dat het bezoek naar huis moest! Ik denk dat de eerste ’klassieke’ plaat een lp was van ’les rois des ziganes’ zigeunermuziek, met een hoofdrol natuurlijk voor de viool. Door deze mengelmoes van muziekstijlen ontwikkelde ik geen specifieke voorkeur, maar wel een tolerantie ten aanzien van de muziek in het algemeen. Ik kan nog steeds genieten van Pat Boone of Jim Reeves, Cole Porter of Sam Cooke. Maar ook van de Stones, Maria Dolores Pradera, Led Zeppelin of Brell. Ᏸ vleugel 2011 acrylic on paper 62 x 90 cm
Ook van de hedendaagse muziek kan ik genieten; ik ken alleen geen namen! Mijn eerste echte kennismaking met de klassieke muziek vindt eigenlijk veel later plaats. Dat was in de tijd dat ik in Maastricht studeerde en een vriendin had in zuid-Frankrijk die piano studeerde in Genève. Een keer per maand reisde ik voor enkele dagen naar het zuiden, en omdat mijn toenmalige vriendin zich niet de vrijheid kon veroorloven, zoals ik, om die dagen geen aandacht te geven aan haar opleiding, lag ik vele uren op het bed, te luisteren naar haar pianospel. Meestal was er een dag tijdens mijn verblijf, dat ze naar Genève moest, waar zij les volgde bij monsieur Hillbrand. Ik vergezelde haar dan en terwijl zij leskreeg van haar prof, verkende ik meestal de omgeving. Soms mocht ik bovenkomen en thuis bij monsieur Hilbrand de les volgen. Ook tijdens de zomervakantie gingen haar lessen door, vol overgave volgde ze ook de zomerstages die Hilbrand gaf in Thonon-Les-Bains. Doordat ik voor monsieur Hilbrand inmiddels geen onbekende meer was, mocht ik dan naast hem gaan zitten en in een verder lege concertzaal het verloop van de lessen volgen. Ik herinner me nog als de dag van vandaag het verloop van die week. Het stuk ‘Tzigane’ van Maurice Ravel werd ingestudeerd door diverse studenten (ook mensen uit Nederland!) en hoewel ik in het begin nog niets begreep van die tokkelende viool en de ritme-wisselingen genoot ik ieder moment van de ingrepen en instructies waarmee de professor ze vaak zeer fysiek uitlegde. Het gevolg was natuurlijk dat dat stuk voor mij na verloop van tijd ook steeds begrijpelijker werd en ik aan het einde van de stage wist dat de klassieke muziek voor mij veel meer zou gaan betekenen, dan dat ik voorheen ooit had kunnen bevroeden. Ook hier geldt weer dat ik namen en gegevens over de muziek meestal niet onthield. Ik kan weken dezelfde muziek afspelen in mijn atelier, er bewust naar luisteren zonder dat ik zou kunnen vertellen welk stuk het is of door wie geschreven of uitgevoerd. Gelukkig waren er wel altijd mensen in mijn omgeving die mij er op attendeerden dat ik eens moest luisteren naar een bepaalde componist of uitvoerend musicus, waarvan zij dan weer veronderstelde dat mij dat aan zou spreken. Bij gelegenheid kreeg ik dan een lp of later een cd toegeschoven met de mededeling ’hier echt iets voor jou’. Langzaam groeide zo mijn muziek-collectie, alsook mijn smaak en waardering voor de verschillende genres.
Ᏽ partiture 2011 oil on canvas 100 x 120 cm
274
binnenwerk DEFINITIEF.indd 274
06-09-12 15:16
Cole Porter 1996
Ᏸ if you want a future darling 1996 oil on canvas 100 x 120 cm 138
Ᏸif you want a future darling 1996 oil on canvas 130 x 85 cm
Ᏸif you want a future darling 1996 oil on canvas 180 x 130 cm commissioned by the municipality of Schijndel
binnenwerk DEFINITIEF.indd 286
06-09-12 15:24