Speelatelier De Bakermat Kinderdagverblijf
Pedagogisch beleidsplan
Februari 2016
0
Inhoudsopgave
0
Inhoudsopgave............................................................................. 2
1
Inleiding ...................................................................................... 4
2
Kunstzinnig opvoeden, veerkracht voor kinderen en leidsters ..... 5 2.1 2.2 2.3
2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5
3
Visie op het werken met kinderen ............................................................................... 5 Achtergrond en ontstaanswijze ................................................................................... 5 Bijzondere aspecten van onze van pedagogische benadering ................................... 6 Respect, eerbied en dankbaarheid ..................................................................................... 6 Wilsopvoeding en uitdaging ............................................................................................... 6 Ontwikkelen van de zintuigen ............................................................................................ 6 Rust, ritme en herhaling ..................................................................................................... 7 Nabootsing........................................................................................................................... 7
Praktische invulling binnen het Kinderdagverblijf ....................... 8 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
4
Vertaling naar de praktijk............................................................................................ 8 Dagritme ...................................................................................................................... 9 Jaarritme ................................................................................................................... 10 Wennen...................................................................................................................... 10 Relatie kind- leidster ................................................................................................. 10 Voeding en kleding ..................................................................................................... 11 Ziekte en medicijnen .................................................................................................. 11
De organisatie ............................................................................ 12 4.1 4.2 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6
Bestuurlijke organisatie ..............................................................................................12 Inschrijving, minimale afname, plaatsing, verandering en opzegging ......................12 Huishoudelijke regels .................................................................................................12 Stamgroepen...................................................................................................................... 13 Achterwacht ....................................................................................................................... 13 Organisatorische regels..................................................................................................... 13 Pedagogische regels .......................................................................................................... 13 Huishoudelijke regels m.b.t. veiligheid n.a.v. Risico Inventarisatie & Evaluatie .......... 15 Huishoudelijke regels m.b.t. gezondheid n.a.v. Risico Inventarisatie & Evaluatie ....... 17
4.4
Contact met ouders.................................................................................................... 27
4.5 4.6
Klachtenprocedure .................................................................................................... 28 Toezicht, veiligheid en hygiëne.................................................................................. 28
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.5 4.4.6 4.4.7 4.4.8
5
Intakegesprek .................................................................................................................... 27 Whiteboard en prikbord ................................................................................................... 27 Overdracht ......................................................................................................................... 27 Oudergesprek .................................................................................................................... 27 Ouderavond ....................................................................................................................... 27 Oudercommissie ............................................................................................................... 27 Nieuwsbrief ....................................................................................................................... 27 Jaarfeesten......................................................................................................................... 27
Personeelsbeleid ........................................................................ 29 5.1
Algemeen ................................................................................................................... 29
Speelatelier De Bakermat
2
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
6
Bijlagen ...................................................................................... 30 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
Procedure inschrijving en toelating .......................................................................... 30 Calamiteitenplan ........................................................................................................31 Formulier Toediening medicijnen ............................................................................. 32 Toestemmingsformulier ophalen door derden ......................................................... 33 Protocol zieke kinderen ............................................................................................. 34 Vierogenprincipe – beleid en uitwerking .................................................................. 35
6.8 6.9 6.10 6.11 6.12 6.13 6.14 6.15
Protocol kindermishandeling .................................................................................... 37 Protocol grensoverschrijdend gedrag ........................................................................ 39 Klachtenprocedure .................................................................................................... 42 Wijzigingsformulier/opzegformulier ........................................................................ 43 Ruilbeleid................................................................................................................... 44 Flexibele opvang ........................................................................................................ 46 Literatuur................................................................................................................... 47 Adressen .................................................................................................................... 48
6.6.1 6.6.2 6.6.3 6.6.4 6.6.5
Vierogenprincipe - Inleiding ............................................................................................ 35 Beleid van Speelatelier De Bakermat ............................................................................... 35 Praktische uitwerking vierogenprincipe met hulp van vrijwilligers .............................. 35 Vierogen vrijwilligers ........................................................................................................ 36 Contactgegevens leiding en leidsters (verwijderd uit dit openbare document) ............ 36
Speelatelier De Bakermat
3
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
1
Inleiding
Dit is het pedagogisch beleidsplan van Speelatelier De Bakermat. Een kinderopvang die een huiselijke en helende sfeer biedt, Pedagogie van de seizoenen, openheid en diversiteit, geborgenheid en duidelijkheid, in perspectief van het antroposofisch mensbeeld. Kinderdagopvang voor kinderen van 0 – 4. De opvang is gesitueerd in een zelfstandig gebouw naast het Bruishuis in de krachtwijk Malburgen in Arnhem-Zuid. Malburgen kent een grote diversiteit aan bewoners, deze rijkdom aan culturen is ook op De Bakermat te beleven. De Nederlandse taal die gesproken wordt en de Nederlandse liedjes die gezongen worden maken dat het dagverblijf een Bakermat is voor een gezonde taalontwikkeling van de kinderen. De Bakermat is voor elk kind toegankelijk, ongeacht geloof of levensovertuiging van ouders of verzorgers. De Bakermat stelt zich tot doel om kinderen, naast de gezinssituatie, een beschermde huiselijke omgeving te bieden waar ze kunnen spelen en zich ontwikkelen, en waar de opvoeding wordt ondersteund en met de ouders wordt gedeeld. Het verzorgen van de kinderen op de Bakermat vraagt visie, voor essentie van kunstzinnigheid voor opvoeding en diversiteit, dat brengt kwaliteit en professionaliteit. Door middel van dit plan willen wij over de ontwikkeling van onze praktisch kunstzinnige werkwijze, visie, graag in gesprek komen met ouders, collega’s en instanties. Wij vinden het belangrijk dat ons pedagogisch beleid regelmatig geëvalueerd en verbeterd wordt.
Ans Lodder.
Speelatelier De Bakermat
4
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
2 2.1
Kunstzinnig opvoeden, veerkracht voor kinderen en leidsters Visie op het werken met kinderen
De visie van de Bakermat op het opvoeden van kinderen kan als volgt worden omschreven: Ieder kind is een unieke persoonlijkheid die haar/zijn eigen levensweg zal gaan en op die manier zinvol zal bijdragen aan de wereld. We helpen het kind zelf haar/zijn eigen vaardigheden te ontdekken en te ontwikkelen door de wil te stimuleren opdat het later, als volwassene, het doorzettingsvermogen bezit om daadwerkelijk uit te voeren wat het zich tot doel heeft gesteld. Door dan ook door kunstzinnige aanpak bewust de omgeving van het kind vorm te geven. Door het kind te omringen met mooie, goede en waarachtige dingen, liedjes, spel enz. kan het kind een basisvertrouwen ontwikkelen dat de grondslag vormt voor een positieve levenshouding. Op de Bakermat geven wij dit gestalte door de aankleding van de ruimte en door te letten op de kwaliteit van het speelgoed en het voedsel. De vloer is van geolied hout en de meubels en het speelgoed zijn zoveel mogelijk van natuurlijk materiaal zoals hout, wol en katoen. De krijtjes zijn van was en natuurlijk pigment. Het voedsel is veelal biologisch en zeep, afwasmiddel en dergelijke zijn milieuvriendelijk. De leidsters zijn bewust van de essentie van creatief samenwerken, met elkaar en met de kinderen als groep en individueel. Dit alles om de zintuiglijke ervaring die kinderen hieraan opdoen zo puur en waarachtig mogelijk te laten zijn. Plezier en zelfvertrouwen in het leven maakt het gemakkelijker open te staan voor anderen en geeft de kracht en de inventiviteit om creatief om te gaan met problemen. In het samenzijn met andere kinderen leert het kind zich sociaal en emotioneel te ontwikkelen. De leidsters willen een goede band met elk kind opbouwen, zodat het zich veilig en vertrouwd voelt en zich optimaal kan ontwikkelen. We benaderen het dagelijks leven vrolijk en muzikaal. We zingen goed en vaak, zeker op praktische overgangsmomenten op de dag. Kinderen voelen en weten daardoor waar ze aan toe zijn, leren meegaan met de stroom, zingend. We zingen bij de kinderen als ze gaan slapen, nemen de tijd. Zorg voor andere kinderen, zelfredzaamheid en zelfstandigheid worden gestimuleerd. We weten de werking hiervan ook te hanteren als groepsleiding, als pedagogisch middel. Het spelmateriaal binnen en buiten nodigt uit om te leren spelen met speelgoed. Spel nodigt uit om de taal te leren spreken, te beleven, nodigt uit om het leven te oefenen, nodigt uit om te leren spelen met elkaar. We streven ernaar dat uw kind zich ontwikkelt tot een sociaal vaardige en veerkrachtige kleuter. We volgen met u de ontwikkeling van uw kind. Spelen is doen en leren. Spelen is leven en creëren, spelen is bewegen en sociaal contact maken. Spelen is voor kinderen, de volwassenen vanmorgen, van levensbelang !
2.2
Achtergrond en ontstaanswijze
Als moeder, Drama docent, en dochter van ‘de gymleraar van Zwammerdam’ voel ik (Ans Lodder, houder van de Bakermat) mij, via Paolo Freire en Freinet, met Pikler en Emilia thuiskomen in de vrije pedagogie. De Oostenrijkse filosoof Rudolf Steiner (1862-1925) heeft in 1923 zijn medewerking gegeven aan de oprichting van de eerste vrijeschool in Nederland te Den Haag. Antroposofie is te omschrijven als: het je bewust willen worden wat ‘mens-zijn’ is. Ik sta graag met De Bakermat midden in het leven in Malburgen Arnhem. Steiner beschouwt het kind als een spiritueel wezen. Individualiteit ontstaat niet pas met de geboorte maar komt mee vanuit de voorgeboortelijke wereld. Dit beschouwen heeft praktische consequenties: het opvoedingsproces zal erop gericht zijn dit individuele tot haar/zijn recht te laten komen in relatie tot de wereld om het kind heen, waarbij de opvoed(st)er, een voorwaardenscheppende rol heeft. Voor een meer grondige uiteenzetting verwijzen wij u door naar andere bronnen. Een literatuurlijst is als bijlage opgenomen.
Speelatelier De Bakermat
5
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
2.3
Bijzondere aspecten van onze van pedagogische benadering
Wij doen aan Opvoedkunde vanuit dit perspectief van Steiner, Steiner is herkenbaar aan een aantal aspecten die van belang worden geacht voor de ontwikkeling van het kind. Het gaat om: • Respect, eerbied en dankbaarheid • Wilsopvoeding en uitdaging • Ontwikkelen van de zintuigen • Rust, ritme en herhaling • Nabootsing
2.3.1
Respect, eerbied en dankbaarheid
Door volwassenen respectvol met de omringende wereld om te zien gaan leert het kind zijn eerbiedskrachten te ontwikkelen. Het ‘in de eigen waarde laten’ van mensen, dieren, planten en dingen kan hierdoor dagelijks geoefend worden. Er doen zich steeds weer gelegenheden voor waarnaar met verwondering, eerbied en aandacht gekeken kan worden. Dit gevoel wordt door het kind ervaren. Zo kan er een innerlijk gevoel voor dankbaarheid ontstaan. Dit geven wij o.a. vorm bij het beginnen van de maaltijd. Als iedereen na het handenwassen aan tafel zit zingen wij met elkaar de volgende tafelspreuk. De aarde doet het groeien De zonne doet het bloeien Rijp wordt het van de regen Drievoudig draagt het zegen Eet smakelijk allemaal. Deze spreuk, en ook de andere liedjes, worden steeds begeleid door zinvolle gebaren, die de kinderen van de leidsters nadoen, op natuurlijke wijze nabootsen. Zo kunnen de kinderen, ook als ze de taal nog niet spreken, de essentie meebeleven.
2.3.2
Wilsopvoeding en uitdaging
Het stimuleren van eigen activiteiten, het bieden van herhaling en regelmaat, het aanleren van goede gewoontes en het richten van aandacht op de omgeving zijn belangrijk voor de ontwikkeling van de wil en daadkracht. Een goed ontwikkelde wil is een stevige basis voor het geestelijk en lichamelijk prestatievermogen op latere leeftijd. In de eerste levensjaren worden het geheugen, het concentratievermogen en het doorzettingsvermogen ontwikkeld. De Bakermat probeert altijd speelgoed te hebben waar de kinderen van kunnen genieten en waarbij hun concentratievermogen en motoriek worden uitgedaagd.
2.3.3
Ontwikkelen van de zintuigen
Door middel van de zintuigen komt het kind in contact met zichzelf. Het kleine kind is nog een en al zintuig, alle indrukken komen ongefilterd binnen. Het heeft nog niet geleerd de verschillende zintuiglijke indrukken naar ‘waarde’ te schatten en de niet waardevolle te negeren. Alles wordt opgenomen. Bij De Bakermat proberen wij die onbevangenheid te behoeden door te waken over de kwaliteit van de zintuiglijke indrukken. Inrichting en kleurgebruik in de ruimte, voeding, geluiden, keuze van materialen en de hoeveelheid speelgoed en ook de praktische vrolijke en muzikale houding van de leidsters zijn daarop afgestemd. In de Rudolf Steiner pedagogie wordt bij het jonge kind bijzondere aandacht gegeven aan de betekenis van de tastzin, de levenszin, de bewegingszin en de evenwichtszin. Door deze zintuigen ervaren kinderen een fundamentele relatie tussen het lichaam en hun omgeving. De lichaamsgebonden zintuigindrukken leggen de basis voor psychische en geestelijke vermogens op latere leeftijd. Een goede ontwikkeling van de tastzin geeft op latere leeftijd vertrouwen in de wereld. Speelatelier De Bakermat
6
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
Een goed ontwikkelde levenszin vormt de basis om ‘gezonde’ of ‘zieke’ situaties in het sociale leven te kunnen onderscheiden. Ontwikkelt de bewegingszin zich goed dan kan een gevoel van vrijheid ontstaan en op latere leeftijd het vermogen om innerlijk ‘bewogen’ te raken en innerlijk mee te voelen met anderen. De evenwichtszin legt de basis voor innerlijk evenwicht en voor gevoel van evenwicht in overdrachtelijke zin.
2.3.4
Rust, ritme en herhaling
Rust, ritme en herhaling dragen bij aan de ontwikkeling van een gevoel van veiligheid en zelfvertrouwen. Een kind gedijt goed in een sfeer van rust. Dat betekent niet dat het helemaal stil moet zijn, dat er geen activiteit zou moeten zijn of dat alles heel langzaam gedaan zou moeten worden. Het gaat erom dat het kind de gelegenheid krijgt om in het tijdloze te zijn, om ongestoord in het nu te zijn zonder opgeschrikt, afgeleid of opgejut te worden. Het is daarom van belang dat er momenten zijn waarop een kind ongestoord kan spelen zonder dat het van buiten af gestuurd, geleid of afgeleid wordt. Zo kan het de wereld om zich heen verkennen, ontdekkingen doen, vaardigheden oefenen, indrukken opdoen en verwerken. In deze ongestoorde, dromerige sfeer van rust kan de ontdekkingsdrang, nieuwsgierigheid en verwondering van het kind zich uitleven. Voor de dagelijks terugkerende handelingen en de daarbij behorende overgangen kan het kind veel steun, houvast en herkenning ontlenen aan een vaste volgorde, een vaste dagindeling en vaste gewoontes en rituelen. Ritme is voor het kind een steun om thuis te raken in zijn lichaam, om de levensprocessen goed op gang te helpen, om een evenwichtige energiehuishouding op te bouwen en om veerkracht te ontwikkelen. Een dag bij De Bakermat is ritmisch opgebouwd en kent momenten van inspanning en ontspanning. Door herhaling van de handelingen ontstaat herkenning bij het kind en dat geeft houvast. Het biedt emotionele veiligheid en vertrouwen. Ook ontstaan door de herhaling de goede gewoontes die alleen in de kinderjaren verworven kunnen worden.
2.3.5
Nabootsing
Onze visie op het 0-7 kind : Tot aan het zevende levensjaar staat het kind eigenlijk nog volledig open voor de wereld en laat deze in het volste vertrouwen binnenstromen. Het kind treedt haar met een actieve belangstelling tegemoet. Het kind is gevoelig voor stemmingen van buiten en ontvankelijk voor de intenties en de innerlijke houding van waaruit de opvoed(st)er handelen. Vanuit de inleving in een ander mens beweegt het kind als het ware mee met de bewegingen die van de ander uitgaan. Wanneer een kind een gebaar of een intonatie van een ouder of verzorger nabootst, komt dit omdat het kind volledig leeft in het gebaar van de betreffende persoon en er een mee is. Het nabootsen van het kind is niet een passief kopiëren, maar een activiteit waarbij het gehele organisme actief betrokken is, het is een eigen nieuwe schepping van het kind zelf. De wil van het kind wordt daarmee gevormd, geleid en opgevoed. Nabootsing van de bewegingen bij liedjes en het meezingen vormen de basis voor een gezonde taalontwikkeling. De rol van de opvoed(st)er is dus niet alleen om dingen aan te leren, uit te leggen of opdrachten te geven, maar om er vanuit de totale persoonlijkheid te zijn, het kind voor te leven, dingen met aandacht te doen, zodat het kind vanuit enthousiasme mee wil doen.
Speelatelier De Bakermat
7
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
3 3.1
Praktische invulling binnen het Kinderdagverblijf Vertaling naar de praktijk
In de eerste 7 levensjaren, vooral ook in de fase van 0 – 4 jaar, bouwt het kind aan zijn lichaam, dit is ons voertuig voor de rest van ons leven. Als deze basis goed wordt aangelegd heeft dat een goede invloed op zijn verdere ontwikkeling. Voor het kleine kind houdt dit bijvoorbeeld in dat de levenskrachten nog voor een groot deel door ons als volwassenen behoed en verzorgd dienen te worden. Een teveel aan prikkels, te zware voeding en bijvoorbeeld warmteverlies, gaan ten koste van groei en ontwikkeling. Een harmonieus vormgegeven omgeving, biologisch(e) (-dynamische) voeding en adequate kleding van natuurlijk materiaal zijn daarbij een grote hulp Vertrouwde thema’s en handelingen uit de belevingswereld van het kind geven aanleiding tot het nabootsen van allerlei bezigheden. Het vegen van de vloer, poetsen van de tafel, verzorgen van tuin en plein en het bouwen van een huis worden bewust goed voorgedaan door de leidsters zodat de kinderen ze vanuit hun fantasie met een minimum aan speelgoed kunnen nabootsen. De houding van de leidsters en de inrichting van de ruimte dragen bij, samen met de aard en de kwaliteit van de activiteiten, tot het zich geborgen voelen. De belangrijkste aspecten in de ontwikkeling van kinderen – beweging, schepping en nabootsing- worden hierdoor ondersteund en gevormd. Iedere activiteit biedt specifieke mogelijkheden om de ontwikkeling van het kind te stimuleren en waar nodig het individuele kind extra ondersteuning te bieden. De ontwikkeling van sociaal-emotionele, motorische en cognitieve aspecten, taalontwikkeling, zelfredzaamheid en gevoel voor het kunstzinnige en ambachtelijke komen zo aan bod. Voorbeelden van zulke activiteiten zijn: Geleid spel baby en dreumes samen spreken van vingerspelletjes zingen met schootspelletjes samen opzeggen/zingen van rijmpjes, versjes en verhalen vrij spel, dat ook begeleid wordt met een liedje soms bouwen met blokken rijden met de poppenwagen ‘eten maken’ spelen met de houten dieren/ en met blokken creëren (be)spelen (van) met muziekinstrumenten spelen , doen met lappen lezen van een boek rijden met de auto’s hobbelen op het paard rond rijden met het ‘wielenpaard’ Vrij spel dreumes en peuter fantasiespel in huisje/met poppen pannen en lappen bouwen met de grote blokken spelen met auto en trein met poppenhuis spelen spelletje/puzzels doen leggen van rails en rijden met de trein rijden en ‘werken’ met de auto’s varen met de boot in en uitladen… hutten bouwen met kisten, planken en lappen
Speelatelier De Bakermat
8
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
Geleide spelvormen voor vaardigheden bewegingsapparaat voorstellingsvermogen, belevingsvermogen, vreugde, spel met emoties, samenspel. Poppenspel kijken en meedoen, Zelf vinger poppenspel nabootsen zang gebarenspelen beweging en zang expressie tekenen, boetseren, bijenwas vormen kralen rijgen Samen brood, koekjes bakken Praktische huishoudelijke handelingen zelf jas en tas ophangen handen wassen samen afwassen tafel deken vloer vegen tafel stoelen helpen afnemen speelgoed schoonmaken peutergym op de baker mat Buitenspel dreumes en peuter graven en bakken in de zandbak meehelpen in de tuin mattenkloppen vrij spel fantasie met paarden rennen, klimmen bergen en kuilen graven in het hout fietsen, wandelen met elkaar plein vegen speelgoed weer terug in de schuur brengen Al deze activiteiten worden in een dagritme en een seizoens- of jaarritme herhaald. Kinderen zijn blij dat ze mee kunnen doen met opruimen, alles weer weg in de schuur.
3.2
Dagritme
Het is van belang om het kind enerzijds tegemoet te komen in zijn behoefte om in alle rust tijdens zijn spel de wereld te ontdekken en in zich op te nemen en anderzijds van buiten af een duidelijke structuur aan te bieden van ritme en regelmaat. Baby’s volgen hun eigen dagritme. Als het kind er aan toe is (in het algemeen voor het einde van het eerste levensjaar) gaat het over naar het ritme van de groep. Een dag heeft een vast ritme, de overgangsmomenten van spelen naar eten, zingen leidsters, Opruimen is ook als spelen te beleven. Een dagverloop ziet er als volgt uit: ‘ 07.30-09:00 uur Kinderen worden gebracht, (in de leefruimte Isis, later gaan de peuters naar ‘de andere kant’ Sofia) Ouders spelen 5-7 minuten met hun kind ‘op de mat’ Ouder draagt het kind (eventueel fysiek) over aan leidster Vrij spel, aan het werk, zingen en voorlezen Opruimen 09.00 uur In beide leefruimten gaan kinderen aan tafel voor eten en drinken (crackers en sap, thee of melk Zangspelletjes bij baby dreumes aan de tafel… De Kabouterschool, komt daarna in de krin, voor Goedemorgen, poppenspel, lichaamszang en -spel, luisteren naar beeldende vertelling van seizoen…dit gaat Speelatelier De Bakermat
9
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
10.45 uur 11.30 uur
gepaard met rituele handelingen waarbij kinderen ‘helpen’, het vuurmannetje uitblazen, een boek ophalen en terugleggen, de kaars uitblazen… Toilet- en verschoonronde Vrij spel, aan het werk, zingen en voorlezen Opruimen. Fruit eten Beeldende vorming, tekenen, boetseren, brooddeeg kneden.. Naar buiten. Naar binnen en aan tafel voor de broodmaaltijd.
12.15-13.00 uur
Ochtendkinderen worden gehaald en middagkinderen worden gebracht
12.45 uur 13.00 uur 14.45 uur 15.00 uur 15.30 uur
Toilet- en verschoonronde, kinderen worden naar bed gebracht Middagrust, de kinderen slapen, rusten of spelen rustig Toilet- en verschoonronde Gezamenlijk aan tafel Vrij spel, aan het werk buiten of binnen, Vanaf deze tijd kunnen kinderen opgehaald worden. Korte mondelinge overdracht van leidster aan ouders. Op het white board praktische overdracht. Verschoonronde Warm sap, thee, of water…een koekje, rijstwafel, liedje, grapje, boekje. Spelen kinderen Sluiting
09.45 uur 10.30 uur
16:45 uur 17:05 uur 17:30 uur 18.30 uur
3.3
Jaarritme
We leven in ons Jaarritme, met de seizoenen mee. De natuur sterft, kiemt, groeit en bloeit en sterft enz. alle eeuwen al. Zoals we leven met een dagritme, leven we ook met het jaarritme. We beleven en genieten samen met de kinderen van wat de verschillende seizoenen ons bieden. Jaarfeesten en seizoenen komen tot uitdrukking in de liedjes, verhalen, spelletjes en knutsels. Ook de huiskamer en de seizoensplekjes worden versierd in de bijbehorende stemming en sfeer opdat de kinderen zich goed kunnen verbinden met de natuur en wat zich daarin uitdrukt. Op een natuurlijke manier laten we seizoenen meespreken binnen en buiten. Seizoenen zijn er voor ons allemaal; we moeten ons in Nederland warm aankleden als het koud is, als het regent zoeken we vaak beschutting, de wind waait voor iedereen, net zoals de warmte van de zon voor ons allen is. Natuur beleven biedt altijd aanknopingspunten voor bijvoorbeeld verhalen, liedjes en tekeningen. Onze buitenspeelplek, De Kaboutertuin, is een plaats om te ravotten, te spelen, te mogen helpen met in de tuin werken, te wroeten en een plek om de seizoenen te ervaren. Ook de tuin is een fijne plek. De seizoenen verbinden alle mensen en alle kinderen. Het maakt niet uit waar je wortels liggen. Van een opkomend krokusje of een badende mus kunnen we allemaal genieten. En samen zaadjes planten en kijken wat er opkomt, is voor alle kinderen altijd weer een feest.
3.4
Wennen
In overleg met de ouders wordt voor ieder kind individueel bekeken wat de beste manier is om in te stromen. Meestal komen ouder en kind op een rustig afgesproken moment even de sfeer proeven en kennismaken. De eerste keer wennen komen ouders mee om met het kind samen te spelen en te voelen. De tweede keer wennen ook, maar dan gaan de ouders na ongeveer tien minuten en komen na enkele uren weer terug.
3.5
Relatie kind- leidster
Een goede kind- leidster relatie is de basis van kwalitatief goede opvang. Elk kind heeft hechtingsfiguren in zijn/haar leven nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Vanuit de gehechtheidrelatie met de leidsters ervaart het kind de veilige basis die nodig is om op eigen houtje dingen te durven ondernemen. Als het kind zich niet zo prettig voelt kan het terugvallen op deze Speelatelier De Bakermat
10
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
volwassene. De grootte van de groep is hierop afgestemd en bedraagt maximaal 13 kinderen (baby, dreumes en peuter) waarvan maximaal 6 baby’s en dreumesen) met in principe 2 vaste leidsters. Soms is er als extra ondersteuning een stagiaire of vrijwilligster als groepshulp aanwezig. De leidsters proberen door middel van hun eigen gedrag het kind te laten merken dat: zijn/haar aanwezigheid op prijs gesteld wordt; elkaars eigenheid gerespecteerd wordt; er vertrouwen is in elkaar; er vriendelijk met elkaar wordt omgegaan; er rekening wordt gehouden met elkaar; geprobeerd wordt elkaar te begrijpen.
3.6
Voeding en kleding
Baby’s brengen hun eigen voeding mee tot ze met de pot kunnen mee-eten. De voeding op het kinderdagverblijf is biologisch en zonder suiker. Kleding beschouwen we als belangrijk als omhulling van het kinderlichaam, met name voor de regulering van het warmteorganisme. Het kleine kind kan het warmteorganisme nog niet zelf hanteren. Warme kleding houd een kind ook ‘rustiger’ in zichzelf, lekker in het spel te komen en te blijven. Warme kleding is van essentieel belang. Praktisch houdt dit bijvoorbeeld in dat er in de zomer zonnehoedjes nodig zijn, in de winters wollen of wol-zijden onderkleding, waterdichte laarsjes of schoenen en een skipakje. Regenkleding bij regenweer. De ouders verzorgen voor hun kind(eren) een set met reservekleding, deze gaan in een eigen mandje. Daarin gaan eventueel ook knuffels, slaapzakken e.d..
3.7
Ziekte en medicijnen
Zieke kinderen kunnen De Bakermat niet bezoeken. Dit in het belang van het kind zelf, maar ook in het belang van de in de groep aanwezige kinderen. Van een bezoek aan de arts willen wij een bericht via email, nodig bij een kinderziekte, vlekjes, uitslag, hoofdluis…alles wat besmettelijk kan zijn. De besmetting is altijd een feit…dat gaat nou eenmaal door, maar we hebben hierin een verantwoordelijkheid naar elkaar als gemeenschap. Wij schrijven mededeling in de hal. Bij geval dat 4 of meerdere kinderen tegelijk besmet zijn is de Bakermat verplicht hiervan melding te doen bij de GGD. Bij twijfel aan de aard of aan de besmettingsgraad zal De Bakermat zij zich aan de hand van haar waarnemingen altijd oriënteren en laten adviseren door de GGD of door een arts. Anonimiteit is bij deze raadpleging van arts of GGD gegarandeerd. Een kind is ziek als: • het koorts heeft (38,5 °C of hoger); • het ondertemperatuur heeft (36,0 °C of lager) • het zich niet meer kan handhaven in de groep omdat het zich niet lekker voelt; • er sprake is van een besmettelijke ziekte, zoals bof, diarree, hoofdluis, impetigo/krentenbaard, geelzucht, loopoor, waterpokken (totdat ze zijn ingedroogd), mazelen, wormen, kinkhoest, besmettelijke huidinfecties. Zie hiervoor het protocol zieke kinderen in de bijlagen van dit beleidsplan. Medicijntoediening: Soms kan het wenselijk zijn dat een kind medicijnen toegediend krijgt gedurende zijn verblijf op De Bakermat. Dat is een grote verantwoordelijkheid. Wij maken heldere afspraken. Er moet op toegezien worden dat het kind zijn medicijnen op tijd krijgt en ook in de juiste hoeveelheid. Zie hiervoor het formulier toediening medicijnen in de bijlagen van dit beleidsplan.
Speelatelier De Bakermat
11
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
4 4.1
De organisatie Bestuurlijke organisatie
Speelatelier De Bakermat is een zelfstandige onderneming. De houder van Speelatelier De Bakermat is Ans Lodder, moeder van twee dochters, Docent Drama, projectleider kunstprojecten Stichting Beleven Arnhem. Speelatelier De Bakermat heeft momenteel een vergunning voor 26 kindplaatsen KDV. Het KDV staat geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang onder nummer 184131947. Speelatelier De Bakermat werkt samen met het consultatiebureau Graslaan in Malburgen, er is regelmatig overleg met de verpleegkundige. Indien nodig is er overleg met een orthopedagoge en met het Therapeuticum Aquamarijn. Als er specifiek therapeutisch of pedagogisch advies gevraagd wordt dan gebeurt dit na toestemming van de ouders. Meer algemene adviezen kunnen ook geanonimiseerd worden gevraagd. Ouders kan geadviseerd worden om, in het belang van het kind, therapeutische of opvoedkundige ondersteuning voor hun kind aan te vragen.
4.2
Inschrijving, minimale afname, plaatsing, verandering en opzegging
Iedere ouder/verzorger kan zich online inschrijven op de website www.SpeelatelierdeBakermat.nl. Voorafgaand aan of direct na de inschrijving wordt een kennismakingsgesprek afgesproken. Kinderen vanaf 3 maanden oud kunnen worden geplaatst. Het einde van de opvang is i.h.a. als het kind 4 jaar wordt. Indien nodig voor het overbruggen van een periode dat het kind nog niet naar de basisschool gaat is opvang tot de leerplichtleeftijd, dus tot de 5 e verjaardag in principe mogelijk. De ouder heeft dan nog steeds recht op kinderopvangtoeslag. De minimale opvang is 3 dagdelen, dit zodat het kind een gezonde vertrouwensband kan opbouwen. Hechting, vertrouwen en herhaling zijn belangrijke elementen voor deze leeftijdsfase. Opvang gedurende slechts een dag per week is voor het kind onvoldoende voor een gezonde ontwikkeling, zo is ons gebleken. Wanneer De Bakermat een kindplaats kan aanbieden wordt er telefonisch contact opgenomen om te overleggen welke dagen beschikbaar zijn. Daarna wordt er een contract opgestuurd en wanneer dit contract ondertekend is door beide partijen kan het kind op de afgesproken datum starten. Er worden afspraken gemaakt over het wennen. Veranderingen en opzeggingen van dagen dienen per e-mail te worden gedaan. Naast de wijzigingen ook duidelijk de ingangsdatum en einddatum vermelden. De opzegtermijn is 1 maand. Wanneer de leidsters en/of de groep een kind niet aankunnen wegens moeilijk gedrag dan kan De Bakermat na drie gesprekken hierover met de ouders het contract, met inachtneming van de opzegtermijn van een maand, opzeggen. De Bakermat kan wegens bedrijfstechnische omstandigheden contracten opzeggen met een opzegtermijn van 1 maand. De Bakermat streeft er echter naar de ouders 6 maanden van tevoren te informeren.
4.3
Huishoudelijke regels
Regels gebruiken we om kinderen en ouders/verzorgers te laten weten waar ze aan toe zijn. Bij het naleven van de regels wordt het kind zoveel mogelijk op een niet bestraffende manier benaderd. Voor kinderen die dat nodig hebben worden echter zeer duidelijk de grenzen aangegeven. De leidster biedt het kind een alternatief aan of komt fantasievol te hulp, afhankelijk van de leeftijd van het kind en of het kind vaak over grenzen gaat of niet. Voor het wennen van ouders zal de eerste twee maanden iemand aangewezen worden die je welkom heet en wegwijs helpt maken, die je een keer belt, hoe gaat het. Die de nieuwe ouders zelf ook aan kunnen spreken, bellen. Het naleven van huisregels voor brengen, halen, contact over kindzorg, is een zorgpunt waar we als gemeenschap met elkaar en elkaars kinderen te maken hebben, in de cultuur en gewoonten van het pedagogisch beleidsplan. Speelatelier De Bakermat
12
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
4.3.1
Stamgroepen
De Bakermat is gestart in oktober 2010. Er is één verticale stamgroep (0 – 4 jaar) van maximaal 16 kinderen. Op de ochtenden gaan de oudere kinderen (2 – 4 jaar) met een leidster naar de naastgelegen ruimte, dit is de ruimte voor de peutergroep. Hier is de kabouterschool met een eigen programma voor de peuters. Op de meeste dagdelen wordt er gewerkt met twee leidsters, een voor de baby’s en dreumesen en een voor de peuters. De kind-leidster ratio is opgenomen in de software van ons kindadministratiesysteem en volgt de richtlijnen zoals die gehanteerd worden in het rekentool van de overheid, dat te vinden is op www.1ratio.nl.
4.3.2
Achterwacht
Bij ziekte of andere calamiteiten van de leidster is er een achterwacht aanwezig in het gebouw of zodanig bereikbaar dat deze binnen 15 minuten aanwezig is. De achterwacht is geregeld in de opvang aanwezig zodat de kinderen deze ook kennen en daardoor geen vreemde voor hen is.
4.3.3
Organisatorische regels
Er is een vast dagritme, zodat de herkenningsmomenten voor de kinderen duidelijk zijn. Ouders brengen hun kind, groeten leidster, en komen ook (7 min.) binnen, met hun kind mee. Dan neemt ouder afscheid, draagt kind over aan leidsters. Er wordt alleen aan tafel gegeten en er worden geen snoep, koekjes e.d. van thuis meegenomen. Er wordt onder toezicht buiten op de speelplaats gespeeld. Wandelen geschiedt alleen maar in de directe omgeving van De Bakermat onder begeleiding. Bij het ophalen zorgen de ouders dat de kinderen hun jas en tas e.d. meenemen en de leidsters een groet geven ten afscheid zodat het duidelijk is dat de verantwoordelijkheid is overgedragen. Afmelden Afmelden voor het KDV per e-mail of telefonisch via telefoonnummer 026 – 737 0215, 06 – 3613 9517. Ophaalformulier Wanneer iemand anders het kind ophaalt dan de ouders/verzorgers dient dit van tevoren gemeld te zijn, anders kan het kind niet meegegeven worden. Er zijn formulieren (zie bijlage) over het ophalen door derden wanneer uw kind vaak door een ander wordt opgehaald. Incidentele extra opvang is alleen mogelijk wanneer dit minstens een week van tevoren is gevraagd en de samenstelling van de groep dit toelaat. Voor de extra dagdelen opvang wordt later een extra rekening gestuurd. Vakantie melding In de maand voorafgaande aan een vakantieperiode graag melden of kinderen dan wel of niet komen. Medicijnformulier Bij het toedienen van medicijnen door een leidster dient van tevoren het formulier toediening medicijnen te worden ingevuld en ondertekend (zie bijlage). Ziek zijn is niet fijn Wanneer kinderen tijdens aanwezigheid bij de opvang ziek worden wordt er gehandeld volgens het protocol zieke kinderen (zie bijlage).
4.3.4
Pedagogische regels
We proberen een kind te leren dat: het soms op zijn/haar beurt moet wachten; het op haar/zijn gemak mag spelen, eten je dingen soms moet delen; je naast elkaar kan spelen, elkaar moet kunnen verdragen; het niet leuk is een ander te plagen of pijn te doen; je geen lelijke woorden mag zeggen je niet aan spullen van de leiding komt of spullen van andere kinderen pakt; je moet leren stil te zijn als er gezongen of verteld wordt; gillen en schreeuwen niet prettig is; je niet mag rennen of glijden in de huiskamer; Speelatelier De Bakermat
13
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
je niet op je sokken mag lopen maar sloffen of schoenen moet dragen; opruimen erbij hoort; is er iets gemorst dan zelf opruimen; deuren niet om mee te spelen zijn; schoenen niet op de bank horen; voor de maaltijd was je je handen; eten gebeurt aan tafel; binnenspeelgoed binnen blijft; de WC en de wastafel niet om te spelen zijn; na toiletbezoek was je je handen; je zorgvuldig omgaat met speelgoed; de schuur niet is om in te spelen; je niet botst met rijdend materiaal;
Speelatelier De Bakermat
14
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
4.3.5
Huishoudelijke regels m.b.t. veiligheid n.a.v. Risico Inventarisatie & Evaluatie
De Bakermat hecht aan een veilige omgeving voor de kinderen en de leidsters. Ook vinden wij het belangrijk om de veiligheidsaspecten en afspraken, ook al lijken ze soms heel vanzelfsprekend, duidelijk op te schrijven. In dat kader wordt minimaal jaarlijks een (wettelijk verplichte) risico inventarisatie en evaluatie gedaan van alle ruimtes (binnen en buiten) van de Bakermat. De huishoudelijke regels die wij hanteren om de veiligheidsrisico’s zo veel mogelijk te verkleinen of zelfs te vermijden staan hieronder genoemd. Eventuele wijzigingen of aanpassingen worden in een afzonderlijk plan van aanpak benoemd. Veiligheidsafspraken met kinderen (hier wordt dagelijks door de leidsters op toegezien) Niet rennen in de gang / binnenruimten. Niet botsen met rijdend speelgoed.
Risico dat verkleind dan wel vermeden wordt Kind / medewerker glijdt uit of botst Kind en/of medewerker valt door glas in of naast de deur of door ruit van raam.
Uitkijken met spelen in de buurt van ruiten Drink thee rustig aan tafel
Kind krijgt hete thee over zich heen Kind of medewerk(st)er struikelt over speelgoed Lamp wordt stuk gegooid en glas valt naar beneden
Ruim speelgoed na gebruik op Binnen niet gooien met voorwerpen
Veiligheidsafspraken met pedagogisch medewerkers (worden dagelijks uitgevoerd) Kind blijft met kleding aan knop van het bed hangen
Laat geen spenen aan koorden om de nek hangen Sluit de keuken af voor kinderen door een hekje voor de keukendeur te plaatsen en deze consequent te sluiten. Plaats de oven buiten het bereik van kinderen. Plaats geen opstapmogelijkheden in de buurt van kranen waar kinderen niet hoeven te komen of worden gewassen Plaats de waterkoker zo dat een kind er niet makkelijk bij kan, bijvoorbeeld hoog of ver naar achteren Drink geen thee als kinderen op schoot zitten
Kind brandt zich aan de oven(ruit) Kind brandt zich aan heet water of warmwaterkraan Kind krijgt heet water uit de waterkoker over zich heen Kind krijgt hete thee over zich heen
Gebruik theekopjes met goede oortjes
Kind krijgt hete thee over zich heen
Maak geen thee klaar in de buurt van de kinderen
Kind krijgt hete thee over zich heen
Zet theekopjes ver op tafel /aanrecht
Kind krijgt hete thee over zich heen Kind en/of medewerker glijdt binnen uit op gladde of natte vloer. Kind of medewerk(st)er glijdt bij het naar binnen gaan uit op een gladde of natte vloer Kind of medewerk(st)er struikelt over speelgoed dat op de grond is gevallen
Verwijder direct afval op trappen en vloeren. Droog bij nat weer de vloer nadat de kinderen weer binnen zijn gekomen. Controleer de vloer regelmatig op speelgoed en andere voorwerpen Berg lotions e.d. hoog op, zodat kinderen op de aankleedtafel er niet bij kunnen Berg lucifers / aansteker altijd op na gebruik, in een kast of lade met slot Berg trapje op of klap het in Het kind mag niet alleen de trap op klimmen. Houd toezicht op de trap Kijk eerst of er geen kinderen onder de aankleedtafel zitten voordat de hoogte van de aankleedtafel wordt aangepast Blijf altijd bij het kind dat op de aankleedtafel ligt Leg vooraf alle benodigdheden klaar Begeleid het kind bij het naar boven en beneden klimmen
Speelatelier De Bakermat
15
Kind heeft toegang tot lotions en alcohol Kind heeft toegang tot lucifers / aansteker Kind klautert op een onbewaakt moment op de aankleedtafel Kind klautert op een onbewaakt moment op de aankleedtafel Kind komt onder de in hoogte verstelbare aankleedtafel bekneld te zitten Kind valt van de aankleedtafel doordat het zich van de aankleedtafel afdraait Kind valt van de aankleedtafel doordat het zich van de aankleedtafel afdraait Kind valt van het trapje van de aankleedtafel voor of na het verschonen
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
Houd altijd toezicht
Kind klimt vanaf het bed uit het raam en valt of kan uit bed en via een stoel uit het raam klimmen Kind komt klem te zitten tussen het matras en de bedombouw Kind valt uit bed doordat het de spijlen, zijwand of dakje zelf kan verwijderen Kind valt uit bed of bed valt om
Medicijnen mogen niet bereikbaar zijn
Kind krijgt medicijnen binnen
Berg schoonmaakmiddelen hoog op
Kind krijgt schoonmaakmiddelen binnen
Berg schoonmaakmiddelen op in een afgesloten kast
Kind krijgt schoonmaakmiddelen binnen
Sluit kastdeur altijd af
Kind krijgt schoonmaakmiddelen binnen
Verwijder direct sigaretten(peuken) op het terrein Sluit de keukenlade af door een slot aan te brengen en deze consequent te sluiten
Kind eet of pakt sigaretten(peuk)
Leg kinderen in een bed waar ze niet uit kunnen Sluit het spijlenhek goed er zorg dat er geen beddengoed tussen komt te zitten Sluit alle sluitingen goed
Kind snijdt zich aan een mes
Kind snijdt zich aan kantoorartikelen of kind krijgt toner van kopieermachine binnen Kind stopt kleine voorwerpen (kraaltjes, Controleer regelmatig op kleine voorwerpen steentjes etc.) in mond, neus of oren Als groot en klein samenspelen, dan met speelgoed van de kleintjes of Kind stopt kraaltjes of ander klein speel zelf mee speelgoed in de mond, neus en oren Kind stopt kraaltjes of ander klein Laat grotere kinderen hun speelgoed na gebruik goed opruimen speelgoed in de mond, neus en oren Berg plastic zakken op in kantoor met hek en sluit dit consequent Kind trekt plastic zak over het hoofd Kind valt tijdens het in of uit een hoge Laat kinderen onder begeleiding de stoel in en uit klimmen (kinder)stoel klimmen Plaats de beweeglijke kinderen naast de pedagogisch medewerker Kind valt uit de hoge (kinder)stoel Sluit de kantoorruimte af voor kinderen door een hekje te plaatsen voor het kantoor en deze consequent te sluiten
Zet (beweeglijke) kinderen vast met een tuigje
Kind valt uit de hoge (kinder)stoel Kind wordt aan de handen opgetild en elleboog raakt daardoor uit de kom
Til kinderen niet aan de handen op
Veiligheidsafspraken met pedagogisch medewerkers (worden wekelijks uitgevoerd) Houd het kind in de gaten of het eventueel slecht ziet of motorische problemen heeft Controleer spenen regelmatig op scheurtjes Controleer regelmatig of stopcontacten nog voorzien zijn van stopcontactbeveiligers. Controleer of stiksel van speelgoedbeest niet los laat Controleer speelgoed en verwijder speelgoed dat stuk is
Kind botst tegen een object of een ander kind Speengedeelte wordt van fopspeen afgebeten en kind krijgt deze achter in de keel Kind komt in contact met elektriciteit door kapotte snoeren of stopcontacten Kind krijgt koordje om de nek Kind verwondt zich aan speelgoed (scherp speelgoed of splinters)
Veiligheidsafspraken met pedagogisch medewerkers (worden maandelijks uitgevoerd) Controleer speelgoed regelmatig of het nog heel is of scherpe randen heeft Controleer meubilair regelmatig op splinters Vervang spenen regelmatig
Speelatelier De Bakermat
16
Kind verwondt zich aan speelgoed (scherp speelgoed of splinters) Kind stoot zich tegen of bezeert zich aan meubilair Speengedeelte wordt van fopspeen afgebeten en kind krijgt deze achter in de keel
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
4.3.6
Huishoudelijke regels m.b.t. gezondheid n.a.v. Risico Inventarisatie & Evaluatie
Ook hygiëne is in de Bakermat van het grootste belang voor de gezondheid van de kinderen en van de leidsters. De aanwijzingen en regels van de Hygiënecode voor kleine instellingen in de kinderopvang, uitgebracht door de MO-groep (maart 2008) worden nageleefd. Jaarlijks wordt een risico inventarisatie en evaluatie gedaan, gericht op de gezondheidsrisico’s. De huishoudelijke regels van de Bakermat met betrekking tot hygiëne staan hieronder genoemd voor de 82 mogelijke risico’s die jaarlijks geëvalueerd worden. Waar mogelijk worden verbeteringen aangebracht en in een plan van aanpak opgeschreven. In de navolgende opsomming staan soms woorden als regelmatig (iets vervangen of schoonmaken). Er zijn voor het dagelijks gebruik werkplannen en schoonmaaklijsten opgesteld waarin de frequentie of het tijdstip specifiek benoemd zijn. Gezondheidsrisico’s door overdracht van ziektekiemen 1.
Kind komt in contact met ziektekiemen via ongewassen handen van groepsleiding Handen worden gewassen na contact met lichaamsvochten zoals speeksel, snot, braaksel, ontlasting, wondvocht of bloed Handen worden gewassen na contact met vuile was of afval Handen worden gewassen na het afvegen van de billen van een kind Handen worden gewassen na het verschonen van een kind Handen worden gewassen na hoesten, niezen en snuiten Handen worden gewassen na toiletgebruik Handen worden gewassen voor het aanbrengen van zalf of crème Handen worden gewassen voor het aanraken van voedsel Handen worden gewassen voor het eten of helpen met eten Handen worden gewassen voor wondverzorging
2.
Kind komt in contact met ziektekiemen via onzorgvuldig gewassen handen van groepsleiding De zeep wordt over de gehele handen verdeeld Handen worden met een schone handdoek (of papier) gedroogd Handen worden met water en vloeibare zeep gewassen Handen worden na het wassen goed schoongespoeld
3.
Kind komt in contact met ziektekiemen van zieke groepsleiding Medewerkers weten wanneer men een arbo-arts moeten raadplegen Medewerkers zijn op de hoogte van de ziek- en herstelmeldingsprocedure Zieke medewerkers besteden extra aandacht aan een goede handhygiëne
4.
Kind komt in contact met pus of vocht uit blaasjes/wondjes van ander kind Bij kinderen die aan wondjes en/of blaasjes krabben, wordt extra aandacht aan handhygiëne besteed Er wordt voorkomen dat een kind met een koortslip anderen zoent Handen worden na aanraking van pus of wondvocht gewassen Materialen en oppervlakken die verontreinigd zijn met pus of wondvocht worden direct met een reinigingsmiddel schoongemaakt Pus/wondvocht wordt voordat het gaat lekken met bijvoorbeeld een wattenstaafje gedept Speelgoed waarmee een ziek kind heeft gespeeld, wordt gereinigd voordat andere kinderen het gebruiken Wondjes worden afgedekt Zieke kinderen krijgen een eigen beker en bestek Zieke kinderen krijgen eigen speelgoed
Speelatelier De Bakermat
17
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
5.
Kind komt in contact met ziektekiemen door aanhoesten of niezen door groepsleiding Pedagogisch medewerkers dragen zorg voor een goede hoesthygiëne Pedagogisch medewerkers wassen de handen, wanneer die na het hoesten of niezen zichtbaar vuil zijn
6.
Kind komt in contact met ziektekiemen door aanhoesten of niezen door ander kind Aan kinderen wordt geleerd tijdens hoesten of niezen het hoofd weg te draaien of het hoofd te buigen Kinderen moeten de handen wassen, als blijkt dat de handen na het hoesten of niezen zichtbaar vuil zijn Kinderen worden er op gewezen dat ze tijdens het hoesten of niezen de hand voor de mond moeten houden
7.
Kind komt in contact met ziektekiemen door aanhoesten of niezen door ander kind Kinderen wordt geleerd regelmatig hun neus te snuiten
8. Kind komt door gezamenlijk gebruik van een zakdoek in contact met ziektekiemen Voor ieder kind wordt per keer een schone papieren zakdoek gebruikt 9.
Kind komt via spuugdoekje of slab van ander kind in contact met ziektekiemen Kinderen hebben hun eigen spuugdoekje of slab
10. Kind komt via een washandje waarmee handen of monden van meerdere kinderen ‘gewassen’ worden in contact komt met ziektekiemen Gebruikte washandjes worden direct opgeruimd Voor ieder kind wordt een schone washand gebruikt 11. Kind raakt besmet met ziektekiemen via een ander kind dat met ongewassen handen van toilet komt is Pedagogisch medewerkers zien er op toe dat kinderen na ieder toiletbezoek hun handen wassen 12. Kind raakt besmet met ziektekiemen via een ander kind dat met onzorgvuldig gewassen handen van toilet komt is Aan kinderen wordt geleerd hun handen goed te wassen Kinderen drogen hun handen met een schone handdoek Pedagogisch medewerkers zien er op toe dat kinderen altijd vloeibare handzeep gebruiken 13. Kind komt door gebruik van grote closetpot in contact met ontlasting/urine Peutertoiletten zijn geplaatst en worden gebruikt door de kinderen 14. Kind komt door aanraken vuil potje in contact met ontlasting/urine Er worden geen potjes gebruikt 15. Kind komt door het aanraken van een vuile luier in contact met ontlasting/urine Vuile luiers worden direct weggegooid
Speelatelier De Bakermat
18
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
16. Kind komt door een verontreinigde verschoontafel/aankleedkussen in contact met ontlasting/urine De verschoonplek wordt na ieder kind gereinigd of er wordt steeds een nieuwe onderlegger gebruikt Het aankleedkussen wordt vervangen zodra het tijk beschadigingen vertoont 17. Kind komt door on(zorgvuldig)gewassen handen van groepsleiding in contact met ontlasting/urine Was handen na verschonen van kinderen of het afvegen van de billen 18. Kind komt via het afdrogen van handen aan een vuile handdoek of gebruik vuile kraan in contact met ziektekiemen Bij zichtbare verontreiniging én minimaal elk dagdeel wordt een schone handdoek gebruikt De kraan (handcontactpunt) wordt minimaal dagelijks gereinigd 19. Kind komt via speelgoed dat wordt meegenomen naar het toilet in contact met ziektekiemen Pedagogisch medewerker ziet er op toe ziet dat er geen speelgoed mee naar het toilet genomen wordt 20. Kind komt door poetsen met zichtbaar vuile tandenborstel in contact met ziektekiemen N.v.t. Er worden geen tanden gepoetst. 21. Kind komt door gebruik andermans tandenborstel in contact met ziektekiemen of bloed N.v.t. Er worden geen tanden gepoetst. 22. Kind komt via onhygiënisch opgeborgen tandenborstel in contact met ziektekiemen of bloed N.v.t. Er worden geen tanden gepoetst. 23. Kind krijgt ziektekiemen binnen door het eten van onhygiënisch bereide voeding Er wordt schoon keukenmateriaal gebruikt Restjes worden niet hergebruikt Voedsel wordt in een schone omgeving bereid Voedselbereiding en verschonen gebeurt op gescheiden plaatsen 24. Kind krijgt gifstoffen of ziektekiemen binnen door het eten van bedorven voeding De houdbaarheidsdatum van producten wordt voor ieder gebruik gecontroleerd Een interne verbruikdatum (ivd) wordt na de ontvangst, de bereiding of het ontdooien van producten genoteerd Gekoelde producten die langer dan dertig minuten buiten de koelkast zijn geweest worden weggegooid Gekoelde producten worden na aflevering of aankoop direct in de koelkast opgeborgen Gekoelde producten worden onder 7°C bewaard Producten worden vlak voor gebruik uit de koelkast gehaald Zuigelingenvoeding en moedermelk worden onder 4°C bewaard Ouders worden geïnstrueerd geen bederfelijke voedingsmiddelen mee te nemen die langer dan 30 minuten buiten de koelkast zijn geweest
Speelatelier De Bakermat
19
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
25. Kind krijgt gifstoffen of ziektekiemen binnen door ongekoeld meegebrachte borstvoeding Eenmaal ontdooide moedermelk wordt binnen 24 uur verstrekt Ouders ontvangen een instructie over de behandeling van afgekolfde moedermelk Gekolfde moedermelk wordt door ouders gekoeld vervoerd 26. Kind krijgt ziektekiemen binnen door meegebrachte (thuis)bereide poedermelk Er wordt alleen zuigelingenvoeding in poedervorm geaccepteerd 27. Kind krijgt ziektekiemen binnen via onhygiënisch bereide flesvoeding Bevroren moedermelk wordt in de koelkast of onder de kraan met stromend water van ongeveer 20°C ontdooid Flesvoeding staat tijdens het voeden niet langer dan één uur buiten de koeling Resten flesvoeding worden weggegooid Voor zuigelingenvoeding die voor de hele dag bereid wordt, wordt gekookt water (dat voor gebruik afgekoeld is) gebruikt 28. Kind krijgt ziektekiemen binnen krijgt via onzorgvuldig gereinigde fles/speen De schone flessen worden in de koelkast bewaard Flessen van kinderen jonger dan zeven maanden worden na elke voeding gesteriliseerd Flessen en spenen worden dagelijks gesteriliseerd Ieder kind heeft een eigen fles 29. Kind krijgt door gebruik van andermans drinkbeker of bestek ziektekiemen binnen Drinkbekers en bestek worden na ieder gebruik afgewassen Kinderen hebben per maaltijd hun eigen servies 30. Kind komt door aanraken van afval in contact met ziektekiemen De afvalbakken worden dagelijks leeggemaakt 31. Kind komt via een vuile vaatdoek in contact met ziektekiemen Bij zichtbare verontreiniging, na vuile kluisjes én minimaal elk dagdeel een schone vaatdoek wordt gepakt De vaatdoek na gebruik met heet stromend water wordt uitgespoeld 32. Kind krijgt door gebruik van een vuile of andermans fopspeen ziektekiemen binnen Fopspenen worden gescheiden van elkaar opgeborgen Fopspenen worden in schone bakjes opgeborgen Fopspenen worden minimaal wekelijks gesteriliseerd 33. Kind komt via gezamenlijk gebruikt beddengoed in contact met ziektekiemen Dekbedden en dekens worden minimaal één keer per maand gewassen Groepsleiding ziet er op toe dat kinderen een eigen slaapzakjes hebben Kinderen slapen op een eigen onderlaken of er worden bij gedeelde bedjes persoonsgebonden hoofdluiers gebruikt Zichtbaar vuil beddengoed direct wordt verschoond
Speelatelier De Bakermat
20
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
34. Kind komt via vuil speelgoed in contact met ziektekiemen Groepsleiding vervangt beschadigd speelgoed direct Speelgoed dat in de mond genomen wordt, wordt dagelijks gereinigd Speelgoed voor binnen en buiten wordt gescheiden gehouden Zichtbaar verontreinigd speelgoed wordt direct gereinigd Speelgoed wordt wekelijks schoongemaakt 35. Kind komt via vuile verkleedkleren in contact met ziektekiemen, allergenen of huisstofmijten De verkleedkleren worden op 60°C gewassen of verkleedkleren die op 40°C gewassen worden, worden na het wassen in de droger gedroogd Verkleedkleren worden maandelijks gewassen Wanneer zieke kinderen met verkleedkleren spelen, worden de kleren extra gewassen 36. Kind komt via onzorgvuldig of niet gewassen stoffen speelgoed / knuffels in contact met ziektekiemen Knuffels en stoffen speelgoed worden maandelijks gewassen Er worden alleen stoffen speelgoed en knuffels aangeschaft die op 60°C gewassen kunnen worden of speelgoed en knuffels die op 40°C gewassen worden, worden na het wassen in de droger gedroogd Wanneer zieke kinderen (met bijvoorbeeld een koortslip) met de knuffels voor algemeen gebruik spelen, worden de knuffels direct extra gewassen 37. Kind komt via met ontlasting vervuild zwemwater in contact met ziektekiemen N.v.t. Er is geen zwembadje 38. Kind komt door zichtbaar vervuild zwemwater in contact met ziektekiemen N.v.t. Er is geen zwembadje 39. Kind krijgt ziektekiemen binnen doordat waterspeelgoed aanzet tot het drinken van zwemwater N.v.t. Er is geen zwembadje 40. Kind komt door eten, drinken / snoepen in het zwembadje in contact met ziektekiemen N.v.t. Er is geen zwembadje 41. Kind komt via (uitwerpselen van) ongedierte in contact met ziektekiemen Afval (buiten) wordt in gesloten containers of zakken opgeborgen Etensresten worden afgesloten bewaard en kruimels worden opgeruimd Uitwerpselen van ongedierte worden direct opgeruimd Bij overlast van vliegen wordt een vliegenlamp gemonteerd op de plaats waar vliegen het gebouw binnen komen 42. Kind komt door bijten of krabben van een dier in contact met ziektekiemen Pedagogisch medewerkers zijn alert op het voorkomen dat kinderen door een dier gebeten of gekrabd worden Bij bezoek aan dieren is er steeds voldoende begeleiding aanwezig Als dieren gevoerd worden, let de pedagogisch medewerker op dat dit voorzichtig gebeurt
Speelatelier De Bakermat
21
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
Gezondheidsrisico’s als gevolg van het binnenmilieu
43. Kind verblijft in bedompte ruimte Er wordt extra geventileerd tijdens bewegingsspelletjes Gedurende de nacht wordt geventileerd Ramen of ventilatieroosters zijn geopend of de mechanische ventilatie staat voldoende hoog 44. Kind verblijft in een te koude ruimte De temperatuur wordt regelmatig gecontroleerd en is in de verblijfsruimte niet lager dan 17°C 45. Kind verblijft in een te warme ruimte De ramen en deuren worden wijd opengezet, als de temperatuur binnen oploopt boven de 25°C De temperatuur in de verblijfsruimte wordt op 20°C ingesteld en het ventilatiegedrag wordt aangepast wanneer de temperatuur oploopt Op warme dagen wordt ’s nachts geventileerd om het gebouw af te koelen 46. Kind verbljft in een muf ruikende (vochtige) ruimte. In de verschillende ruimtes worden temperatuurverschillen van meer dan 5°C voorkomen Ventilatiegedrag wordt aangepast als de activiteit daarom vraagt De luchtvochtigheid wordt regelmatig gecontroleerd en ligt tussen de 40% en 60% 47. Kind verblijft in een te droge ruimte Controleer de luchtvochtigheid regelmatig, streef naar een luchtvochtigheid tussen de 40% en 60% De was wordt in de ruimte op een wasrek te drogen gehangen 48. Kind komt via stoffering van verblijfsruimtes in aanraking met allergenen Er worden alleen kortpolige vloerkleden gebruikt Gordijnen worden periodiek gewassen Niet wasbare textiel (zoals kussens of matrassen) wordt van een mijtenwerende hoes voorzien Textiel wordt op minimaal 60°C gewassen 49. Kind verblijft in een ruimte met rook Er wordt extra geventileerd tijdens het branden van kaarsen Kinderen wordt toegang tot ruimtes waar gerookt verboden. Er wordt binnen niet gerookt. 50. Kind verblijft in stoffige ruimte De vloer en het meubilair wordt dagelijks gereinigd Droogbloemen, knutselwerken en dergelijke die niet gereinigd worden, worden na een maand verwijderd Hoger gelegen oppervlakken worden wekelijks gereinigd Planten met harige bladeren (geraniums of Kaapse viooltjes) worden verwijderd Verticale oppervlakken worden maandelijks gereinigd Er wordt stofvrij schoolkrijt gebruikt Schoolborden worden met een vochtige doek schoongemaakt Wekelijks wordt stof van stengels en bladeren van kamerplanten gespoeld
Speelatelier De Bakermat
22
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
51. Kind wordt blootgesteld aan vluchtige stoffen Er worden geen sterk geurende producten gebruikt Er worden geen wasbenzine, terpentine, verfafbijtmiddelen of andere chemicaliën met oplosmiddelen gebruikt Er wordt alleen lijm op waterbasis gebruikt Er wordt geen verf, vlekkenwater of boenwas gebruikt waar kinderen bij zijn In ruimtes met kinderen worden geen spuitbussen (verf, haarlak en luchtverfrissers) gebruikt 52. Kind wordt blootgesteld aan gassen uit (open) verbrandingstoestellen In de leefruimte en slaapruimte is geen verbrandingstoestel aanwezig 53. Kind verblijft in ruimte met asbest Voor de ingebruikneming is alle asbest uit het gebouw verwijderd door een gecertificeerd bedrijf 54. Kind krijgt schadelijke stoffen binnen via de ventilatievoorziening Ventilatieroosters worden minimaal 3-maandelijks gereinigd Verontreinigde lucht komt niet via de ventilatievoorzieningen in de binnenruimte terecht 55. Kind wordt blootgesteld aan lawaai Bij geluidsoverlast worden passende maatregelen genomen Luidruchtige werkzaamheden worden zo gepland dat geluidsoverlast voorkomen wordt 56. Kind drinkt water uit loden leiding N.v.t. Er zijn geen loden leidingen aanwezig in het gebouw, voor de ingebruikneming is het leidingstelsel vernieuwd 57. Kind verblijft in een ruimte met (huis)dieren die een allergie kunnen oproepen Dieren worden alleen toegelaten na overleg met de ouders Groepsleiding ziet er op toe dat kinderen na contact met dieren hun handen wassen Kinderboerderijen worden alleen bezocht na overleg met de ouders 58. Kind verblijft in een ruimte met planten die een allergie kunnen oproepen Potgrond wordt jaarlijks verschoond Potten en schotels met schimmelvorming worden direct vervangen of gereinigd 59. Kind verblijft in een vervuilde ruimte doordat schoonmaak ontoereikend is De ruimtes worden dagelijks en wekelijks schoongemaakt Zichtbaar verontreinigde ruimtes worden direct schoongemaakt 60. Kind verblijft in een ruimte tijdens schoonmaakwerkzaamheden Als er in het bijzijn van kinderen wordt gestofzuigd met een stofzuiger zonder HEPAfilter, worden de ramen wijd opengezet. De stofzuiger heeft een HEPA-filter. Bij handmatig stofwissen worden stofbindende doeken gebruikt 61. Kind komt in contact met allergenen via het beddengoed Dekbedden en dekens worden maandelijks gewassen (Hoes)lakens worden wekelijks gewassen Bij gedeelde bedjes voor kinderen vanaf twee jaar worden persoonlijke hoofdluiers gebruikt, die goed kunnen worden ingestopt
Speelatelier De Bakermat
23
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
62. Kind komt in contact met allergenen of huisstofmijten via verkleedkleren of speellappen Verkleedkleren en speellappen worden maandelijks gewassen De verkleedkleren en speellappen kunnen op 60 °C gewassen worden 63. Kind komt in contact met allergenen of huisstofmijten via knuffels Knuffels en stoffen speelgoed worden maandelijks gewassen Knuffels en stoffen speelgoed kunnen op 60 °C gewassen worden
Gezondheidsrisico’s als gevolg van het buitenmilieu
64. Kind wordt blootgesteld aan stuifmeel van gras, onkruid of bomen die een allergie kunnen oproepen Er worden geen planten aangeschaft die allergeen stuifmeel verspreiden Tweewekelijks wordt de buitenruimte grondig gecontroleerd en onkruid wordt verwijderd 65. Kind komt via in zandbak aanwezige ontlasting (hond/kat) in contact met ziektekiemen Er wordt voorkomen dat kinderen eten of drinken in de zandbak Groepsleiding ziet er op toe dat kinderen hun handen wassen na het spelen in het zand Het zand wordt verschoond als uitwerpselen van honden of katten in het zand worden aangetroffen, die er langer dan 3 weken in hebben gelegen Indien nodig worden uitwerpselen van honden en katten met ruim zand uit de zandbak geschept Indien nodig wordt voorkomen dat honden en katten toegang hebben tot de zandbak 66. Kind wordt door een teek gebeten Groepsleiding ziet er op toe dat kinderen beschermende kleding dragen bij wandelingen in bossen Kinderen worden op teken en tekenbeten gecontroleerd als ze rondom struiken hebben gespeeld 67. Kind wordt door een bij of wesp gestoken Bij buiten drinken worden rietjes gebruikt om te voorkomen dat een bij of wesp in de mond of keel terecht komt Bij overlast wordt een hor voor raam of deur geplaatst om insecten te weren In de buitenruimte wordt zoet eten en drinken beperkt Plakkerige handen en monden worden bij buitenspelende kinderen direct schoongemaakt 68. Kind krijgt een zonnesteek Bij extreme hitte wordt de duur van het buitenspelen beperkt Bij extreme hitte wordt het spel aangepast, zodat grote inspanning wordt vermeden Groepsleiding ziet er op toe dat kinderen niet te lang in de zon spelen 69. Kind droogt uit Bij hoge temperaturen wordt extra drinken aangeboden
Speelatelier De Bakermat
24
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
70. Kind verbrandt door de zon Er wordt op toegezien dat kinderen zoveel mogelijk een T-shirtje en een zonnehoedje dragen als ze buitenspelen Er wordt voor kinderen anti-zonnebrandmiddel met een factor (SPF) van ten minste 20 en het middel beschermt zowel tegen uv-a-straling als tegen uv-b-straling Kinderen onder de twaalf maanden worden niet aan direct zonlicht blootgesteld Kinderen worden om de twee uur opnieuw ingesmeerd Kinderen worden van begin mei tot eind september op alle dagen dat het zonnig of half bewolkt is ingesmeerd; ook als ze in de schaduw spelen Tussen 12.00 en 15.00 uur wordt er op toegezien dat kinderen zoveel mogelijk in de schaduw spelen 71. Kind raakt onderkoeld Bij extreem lage temperaturen wordt de duur van het buiten spelen beperkt Er wordt voor goede kleding gezorgd als het erg koud is 72. Kind komt in contact met bestrijdingsmiddelen Er worden op de buitenspeelplaats geen voor kinderen schadelijke Bestrijdingsmiddelen gebruikt 73. Kind wordt blootgesteld aan chemisch vervuilde grond De bodemverontreiniging is voor de aanleg van de tuin en speelplaats onderzocht en er zijn geen verontreinigingen aangetroffen 74. Kind wordt blootgesteld aan verontreinigde buitenlucht Er is onder normale omstandigheden geen sprake van luchtverontreiniging
Gezondheidsrisico’s ten gevolge van (het uitblijven van) medisch handelen 75. Kind krijgt verkeerde medicatie toegediend Er worden alleen medicamenten verstrekt worden die al eerder thuis verstrekt zijn Er worden alleen medicijnen verstrekt als een schriftelijk voorschrift van een arts aanwezig is Er worden alleen medicijnen in de originele verpakking met bijsluiter verstrekt Er wordt een afvinklijst gehanteerd zodat wordt voorkomen dat een medicijn twee keer wordt toegediend Er wordt vastgelegd wie de medicijnen verstrekt Gezondheidskenmerken en bijzonderheden op dit vlak worden in het dossier van het kind vastgelegd Misverstanden worden voorkomen door een schriftelijke overdracht Vóór het verstrekken van het medicament wordt de bijsluiter gelezen Er is een afspraak gemaakt met een huisarts in de buurt, zodat in geval van calamiteiten hierop teruggevallen kan worden 76. Kind krijgt een bedorven medicament toegediend De houdbaarheidsdatum van het medicijn wordt voor toediening gecontroleerd Medicijnen worden in de originele verpakking met houdbaarheidsdatum bewaard Medicijnen worden zo nodig in de koelkast bewaard 77. Kind krijgt paracetamol krijgt zonder diagnose Pijnstillers of koortsverlagende medicijnen worden alleen op doktersadvies verstrekt
Speelatelier De Bakermat
25
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
78. Kind wordt niet of onjuist medisch behandeld door een onvolledig of onjuist medische dossier De dossiers worden actueel gehouden Er wordt voor elk kind een ‘medisch’ dossier bijgehouden Gegevens over allergieën en vaccinaties worden in het dossier opgenomen 79. Kind wordt ondeskundig medisch behandeld door personeel Bij onvoldoende bevoegd en bekwaam personeel, worden medische handelingen uitbesteed aan bijvoorbeeld de thuiszorg Er zijn schriftelijke instructies voor medicijnverstrekking opgesteld 80. Kind komt via een koortsthermometer in contact met ziektekiemen De thermometer wordt na ieder gebruik met water en zeep gereinigd De thermometer wordt voor en na ieder gebruik met alcohol 70% gedesinfecteerd Er worden hoesjes gebruikt om te voorkomen dat de thermometer verontreinigd raakt 81. Kind komt in contact met ziektekiemen via zalf of crème Er worden spatels, vingercondooms of rubber handschoenen gebruikt worden bij het gebruiken van crème of zalf Er wordt geen zalf uit potjes gebruikt, maar uit tubes of wegwerpflacons 82. Kind komt in contact met andermans bloed of wondvocht Bij bijtincidenten waarbij bloed vrij komt wordt binnen 24 uur contact opgenomen met de bedrijfsarts, huisarts of GGD Bij elk contact met bloed, wondvocht of lichaamsvochten die zichtbaar met bloed zijn vermengd worden wegwerphandschoenen gedragen De ondergrond wordt met water en zeep schoongemaakt Gemorst bloed wordt met handschoenen aan verwijderd Het oppervlak wordt daarna met ruim alcohol 70% gedesinfecteerd Het verontreinigde oppervlak wordt schoongespoeld en nagedroogd Met bloed bevuilde kleding en linnengoed wordt op 60°C gewassen Pleisters worden regelmatig (of wanneer ze doordrenkt zijn) verwisseld Wondjes worden met een waterafstotende pleister afgedekt
Speelatelier De Bakermat
26
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
4.4 Contact met ouders Wij hechten veel waarde aan goede contacten met alle ouders/verzorgers om zo te komen tot een optimale samenwerking. De middelen die we hiervoor gebruiken zijn:
4.4.1
Intakegesprek
In dit gesprek ontvangen ouders/verzorgers informatie over de gang van zaken in De Bakermat en krijgen dit pedagogisch beleidsplan toegelicht en kunnen het zelf volledig downloaden van de website. Eventuele vragen worden beantwoord, er wordt een rondleiding gegeven en er worden afspraken gemaakt over het wennen. Er wordt ouders gevraagd te vertellen over het kind in de thuissituatie en of er bijzonderheden zijn.
4.4.2
Whiteboard en prikbord
Op de borden in de hal worden belangrijke zaken vermeld zoals bijvoorbeeld de klachtenregeling en leden van de oudercommissie. Op het whiteboard in de leefruimte schrijven ouders bij het brengen de slaap- en eetgewoonten van de baby’s en dreumesen. De leidsters schrijven hierop de eet- en slaaptijden van die dag, zodat de praktische zaken bij het ophalen voor ouders duidelijk zijn.
4.4.3
Overdracht
Bij het brengen is er een korte mondelinge overdracht van de ouder naar de leidster. Voor de kinderen van 0 – 2 jaar is er ook een korte schriftelijke overdracht op het whiteboard. Bij het ophalen geeft de leidster een korte overdracht aan de ouder. Voor uitgebreidere vragen van ouders wordt gevraagd om te bellen tussen 13:30 en 14:30 uur naar De Bakermat of ’s avonds tussen 19 en 20 uur naar de directie.
4.4.4
Oudergesprek
Op aanvraag van ouders of leidsters kan er een oudergesprek plaats vinden. Bij het ophalen is er de mogelijkheid te informeren hoe de dag van het kind verlopen is. Bij een oudergesprek (20 minuten gesprek) wordt gebruik gemaakt van de signaleringslijsten die door ouders en leidsters afzonderlijk worden ingevuld. De overeenkomsten en vooral de verschillen vormen de basis voor het gesprek over het kind.
4.4.5
Ouderavond
Minimaal een keer per jaar wordt er een ouderavond georganiseerd waarbij het volgende aan de orde kan komen: de gang van zaken in de groep, uitdieping van een thema met betrekking tot de opvoeding, ruimte voor de oudercommissie.
4.4.6
Oudercommissie
De Bakermat heeft een oudercommissie. Wie de leden van de oudercommissie zijn staat vermeld op het whiteboard in de hal. Tevens is De Bakermat aangesloten bij BOinK (Belangenvereniging ouders in kinderopvang).
4.4.7
Nieuwsbrief
Maandelijks komt er een nieuwsbrief uit van De Bakermat.
4.4.8 Jaarfeesten Ieder seizoen, vier keer per jaar, vieren we gezamenlijk met ouders en kinderen de jaarfeesten. Ouders maken kennis met de pedagogische werkwijze, en beleven aan den lijve de seizoensliedjes en de bewegingsspelletjes die hun kinderen op De Bakermat doen. De kinderen laten dat graag en fier zien aan hun ouders. Op een zaterdagochtend in de lente versieren we het hek rondom De Bakermat met narcissen, en in de zomer maken we bloemenkransen en we dansen op het plein. Er is koffie en sap en ouders bakken taarten. Op een donderdagavond in de herfst en in de winter, delen we een maaltijd van brood en door ouders gemaakte soep. In de herfst zingen we van de wind, de regen en van het lichtje in de storm, in de winter zingen we traditionele liedjes en vieren we geboorte in koude donkere nacht. Naast de dagelijkse feitelijke informatie-uitwisseling en de periodieke ontwikkelingsgesprekken zijn dit belangrijke ervaringen en ontmoetingen van ouders met De Bakermat en ook van ouders onderling. Speelatelier De Bakermat
27
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
4.5
Klachtenprocedure
Regels, afspraken en procedures kunnen helaas niet voorkomen dat ouders soms een klacht hebben. Klachten zijn altijd bespreekbaar en zullen professioneel behandeld worden volgens de klachtenprocedure die in samenspraak met de oudercommissie is opgesteld. De klachtenprocedure staat in de bijlagen van dit Pedagogisch Beleidsplan. Speelatelier De Bakermat is, op grond van hetgeen is bepaald in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, geregistreerd bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, waaraan tevens het Klachtenloket Kinderopvang is verbonden. Bij het Klachtenloket kunnen zowel de ouders alsook de oudercommissies, als er intern niet uit kan worden gekomen, terecht. Voor verdere informatie zie de website: www.degeschillencommissie. nl. Het reglement van de geschillencommissie ligt ter inzage voor ouders bij de ingang.
4.6 Toezicht, veiligheid en hygiëne De Bakermat dient te voldoen aan de regels zoals deze gesteld zijn in de wet kinderopvang. De GGD is het controlerende orgaan en zij doen verslag in een inspectierapport dat ter inzage ligt op De Bakermat. Als gevolg van wet- en regelgeving wordt het handelen met betrekking tot veiligheid en gezondheid uitgewerkt in risico-inventarisaties en protocollen. Protocollen horen niet alleen op schrift te staan maar het is belangrijk regelmatig stil te staan bij de wijze van handelen in geval van een brand of ongeval. Een jaarlijkse oefening van het personeel maakt dat iedereen weet waar die protocollen liggen, wat er in staat en hoe deze in de praktijk uitgevoerd moeten worden. Zodoende kunnen ze geëvalueerd en eventueel bijgesteld worden. Bijna alle medewerkers hebben een BHV (Bedrijfshulpverlening) en/of een kinder EHBO certificaat. Er is altijd minstens één persoon op De Bakermat aanwezig met deze vaardigheden. Van alle kinderen die een contract hebben met De Bakermat hebben de ouders een calamiteitenformulier ingevuld zodat De Bakermat op de hoogte is van relevante bijzonderheden van de kinderen en zo adequaat kan handelen in geval van nood. Ouders wordt gevraagd veranderingen schriftelijk door te geven aan De Bakermat. Het komt voor dat richtlijnen en regels in strijd zijn met andere regels of met de pedagogische uitgangspunten die De Bakermat hanteert. In zo’n geval zullen wij met de oudercommissie en betreffende instanties in overleg treden om zo de best mogelijke oplossing te vinden.
Speelatelier De Bakermat
28
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
5 5.1
Personeelsbeleid Algemeen
De eindverantwoordelijkheid voor het personeelsbeleid ligt bij de houder van De Bakermat. De houder draagt er zorg voor dat taken zoals ziekteverzuimbegeleiding, het voeren van functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken, coaching en begeleiding, werving en selectie uitgevoerd worden. Iedere dag is er, voorafgaand aan de aanvangstijd van de opvang, een kort praktisch en pedagogisch werkoverleg. Als de kinderen in bed liggen na 13.30 is er een terugblikken naar verloop van de ochtend. Om de twee weken is er een kinderbespreking en werkoverleg. Driewekelijks buiten de schoolvakanties is er een avond met het team. Een werkplaats voor het voortdurend ontwikkelen van een ervaringsgerichte leerwerkcultuur. Deze werkplaats wordt begeleid door een externe coach.
Speelatelier De Bakermat
29
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10 6.11 6.12
6.1
Bijlagen Procedure inschrijving en toelating Calamiteitenplan Formulier Toediening medicijnen Toestemmingsformulier ophalen door derden Protocol zieke kinderen Protocol kindermishandeling Klachtenprocedure Wijzigingsformulier Flexibele opvang Ruilen van opvangdagen Literatuur Adressen
Procedure inschrijving en toelating
Iedere ouder/verzorger kan zich online inschrijven op de website www.SpeelatelierdeBakermat.nl. Voorafgaand aan of direct na de inschrijving wordt een kennismakingsgesprek afgesproken. Kinderen vanaf 3 maanden oud kunnen worden geplaatst. Het einde van de opvang is i.h.a. als het kind 4 jaar wordt. Indien nodig voor het overbruggen van een periode dat het kind nog niet naar de basisschool gaat is opvang tot de leerplichtleeftijd, dus tot de 5 e verjaardag in principe mogelijk. De ouder heeft dan nog steeds recht op kinderopvangtoeslag. De minimale opvang is 3 dagdelen, dit zodat het kind een gezonde vertrouwensband kan opbouwen. Hechting, vertrouwen en herhaling zijn belangrijke elementen voor deze leeftijdsfase. Opvang gedurende slechts een dag per week is voor het kind onvoldoende voor een gezonde ontwikkeling, zo is ons gebleken. Wanneer De Bakermat een kindplaats kan aanbieden wordt er telefonisch contact opgenomen om te overleggen welke dagen beschikbaar zijn. Daarna wordt er een contract opgestuurd en wanneer dit contract ondertekend is door beide partijen kan het kind op de afgesproken datum starten. Er worden afspraken gemaakt over het wennen. Veranderingen en opzeggingen van dagen dienen per e-mail te worden gedaan. Naast de wijzigingen ook duidelijk de ingangsdatum en einddatum vermelden. De opzegtermijn is 1 maand. Wanneer de leidsters en/of de groep een kind niet aankunnen wegens moeilijk gedrag dan kan De Bakermat na drie gesprekken hierover met de ouders het contract, met inachtneming van de opzegtermijn van een maand, opzeggen. De Bakermat kan wegens bedrijfstechnische omstandigheden contracten opzeggen met een opzegtermijn van 1 maand. De Bakermat streeft er echter naar de ouders 6 maanden van tevoren te informeren.
Speelatelier De Bakermat
30
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
6.2
Calamiteitenplan
In geval van een calamiteit/ongeval: 1. blijf rustig en zorg voor de veiligheid van alle betrokkenen; 2. maak een inschatting van de situatie; 3. stel de kinderen gerust; 4. bepaal wat er moet gebeuren (kinderen evacueren, anderen alarmeren); 5. bel indien nodig de ouders, 112, ambulance, dokter; 6. bel indien nodig de achterwacht; 7. zorg dat achteraf iedereen (ouders, leiding) een goed verslag krijgt van het gebeurde. Het volgende moet in orde zijn: 1. aanmeldingsformulier is volledig ingevuld; 2. calamiteitenformulier is volledig ingevuld, up to date en goed bereikbaar; 3. inentingsgegevens zijn hierop bijgewerkt; 4. absentielijst is bijgewerkt aan begin van de dag; 5. ontruimingsplan hangt bij de brandhaspel; 6. EHBO doos staat boven het aankleedkussen; 7. telefoonboek ligt in de kast in kantoor; 8. alle medewerkers zijn op de hoogte van bovenstaande; In geval van een ongeval wordt als volgt gehandeld: Kleine wondjes en ongevallen worden door ons zelf verzorgd. De EHBO-doos hangt aan de muur bij de kindertoiletten. Bij een ernstig ongeval wordt het kind onmiddellijk naar de EHBO van het ziekenhuis gebracht, zo nodig met de ambulance. De leidster die achterblijft informeert zo snel mogelijk de ouders. Wanneer de nood niet zo hoog is (bijv. mogelijk gebroken arm) worden de ouders gebeld en gevraagd te komen en met hun kind naar het ziekenhuis te gaan. Als er een leidster met auto en extra persoon aanwezig is kan het kind door het personeel vervoerd worden. In een ander geval wordt een taxi gebeld. Belangrijke telefoonnummers: Ambulance: 112 Centrale huisartsenpost: Huisartsendienst Regio Arnhem 0900-1598 Elderhofseweg 51, 6842 CR Arnhem A.B.C. Taxicentrale: 026 – 325 0000 Spoed telefoonnummer Therapeuticum Aquamarijn 026 – 351 3719
Speelatelier De Bakermat
31
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
6.3
Formulier Toediening medicijnen
Soms kan het wenselijk zijn dat een kind medicijnen toegediend krijgt gedurende zijn verblijf op De Bakermat. Dat is een grote verantwoordelijkheid. Er moet op toegezien worden dat het kind zijn medicijnen op tijd krijgt en ook in de juiste hoeveelheid. Tijdens een drukke dag en met de zorg voor nog zoveel andere kinderen kunnen wel eens fouten gemaakt worden. Als de leid(st)er daarvoor de verantwoordelijkheid neemt is ze hoofdelijk aansprakelijk voor de gevolgen van deze gemaakte fouten. Om te voorkomen dat een leid(st)er van De Bakermat hiermee geconfronteerd wordt, hebben wij de volgende maatregelen genomen: Door de (huis)arts voorgeschreven medicijnen kunnen alleen worden toegediend als een schriftelijke verklaring van de (huis)arts aanwezig is op De Bakermat. De leid(st)er van de groep van De Bakermat kan het toedienen van medicijnen altijd weigeren. Als de leid(st)er bereid is medicijnen te geven, wordt aan de ouders/verzorgers gevraagd dit formulier te ondertekenen, waarmee zij zelf de verantwoordelijkheid nemen. Dit formulier dient ook te worden ingevuld en ondertekend bij zogenaamde zelfmedicatie. Paracetamol wordt niet gezien als zelfmedicatie en wordt alleen toegediend als er een voorschrift van de (huis)arts aanwezig is. Hierbij geef ik toestemming om medicijnen toe te dienen aan: Naam kind:
________________________________________
Naam medicijn:
________________________________________
Voorschrift:
________________________________________
Ik ben ervan op de hoogte dat De Bakermat zich niet aansprakelijk stelt voor eventuele gevolgen van het toedienen van dit medicijn. Ook nalatigheid m.b.t. het toedienen valt niet onder de verantwoordelijkheid van De Bakermat of de groepsleiding. Plaats, datum
________________________________________
Handtekening ouder
________________________________________
Speelatelier De Bakermat
32
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
6.4 Toestemmingsformulier ophalen door derden Bij deze geeft de ouder van: Voornaam kind:
________________________________________
Achternaam kind:
________________________________________
Geboortedatum:
________________________________________
toestemming aan De Bakermat dat bovengenoemd kind altijd opgehaald mag worden door: ________________________________________ ________________________________________ zonder dat dit van tevoren doorgegeven is aan De Bakermat. Wanneer dit eenmalig is mondeling of telefonisch doorgeven aan de betreffende groepsleiding.
Plaats, datum
________________________________________
Handtekening ouder
________________________________________
Speelatelier De Bakermat
33
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
6.5
Protocol zieke kinderen
Zieke kinderen kunnen De Bakermat niet bezoeken. Dit in het belang van het kind zelf, maar ook in het belang van de in de groep aanwezige kinderen. Een kind is ziek als: • het koorts heeft (38,5 °C of hoger); • het ondertemperatuur heeft (36,0 °C of lager) • het zich niet meer kan handhaven in de groep omdat het zich niet lekker voelt; • er sprake is van een besmettelijke ziekte, zoals bof, diarree, hoofdluis, impetigo/krentenbaard, geelzucht, loopoor, waterpokken (totdat ze zijn ingedroogd), mazelen, wormen, besmettelijke huidinfecties. Soms wordt een kind ziek wanneer het de groep bezoekt. Om de ouders in kennis te stellen maken we gebruik van de gegevens van het calamiteitenformulier. In de meeste gevallen zullen we vragen of de ouders het kind zo spoedig mogelijk kunnen ophalen, soms zal dat direct moeten gebeuren. In het geval dat ouders niet in staat zijn om direct hun kind op te halen of niet bereikbaar zijn, wordt een tweede adres gevraagd (bijv. grootouders, buurvrouw). Deze gegevens staan ook op het calamiteitenformulier. Richtlijnen voor overleg met de ouders indien het kind: 1. hangerig is 2 opvallend ander gedrag vertoont 3. uitslag/vlekken heeft 4. diarree heeft of moet overgeven De ouders worden over eventuele heersende infectieziekten geïnformeerd door een briefje op het prikbord. De regeling voor infectieziekten wordt gehanteerd zoals opgesteld door de GGD. Van een aantal ziekten wordt melding gemaakt bij de GGD. Wanneer een kind speciaal voedsel nodig heeft (dieet, overgevoeligheid e.d.) verzoeken wij de ouders/verzorgers dit voedsel aan het kind mee te geven of aan de groepsleiding te geven.
Speelatelier De Bakermat
34
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
6.6 Vierogenprincipe – beleid en uitwerking 6.6.1
Vierogenprincipe - Inleiding
Naar aanleiding van een zedenzaak in Amsterdam heeft de commissie Gunning in haar rapport de term vierogenprincipe geïntroduceerd. Het vierogenprincipe betekent dat altijd iemand moet kunnen meekijken of meeluisteren, uitgaande van onderstaande vertrekpunten. Het vierogenprincipe is voor convenantpartijen de basis voor veiligheid in de kinderopvang. De ondernemer, in dit geval Speelatelier De Bakermat, dient bij de invulling van het vierogenprincipe rekening te houden met de voorspelbaarheid, mogelijkheid en frequentie waarin een pedagogisch medewerker alleen op de groep of in het centrum is. Vertrekpunten van partijen zijn hiernaast: De uitvoering van het vierogenprincipe moet pedagogisch verantwoord en bedrijfseconomisch haalbaar zijn; De wijze waarop invulling wordt gegeven dient opgenomen te worden in het pedagogisch beleidsplan; Ouders en de oudercommissie worden jaarlijks geïnformeerd over de invulling van het vierogenprincipe (bijvoorbeeld via de website);
6.6.2
Beleid van Speelatelier De Bakermat
Bij Speelatelier De Bakermat wordt o.a. op de volgende manieren aan het vierogenprincipe voldaan: Alle ruimtes zijn open. Er wordt op de meeste dagen, met twee leidsters gewerkt. De eerste en de laatste anderhalf uur van de dag (d.w.z. van 07:30 – 09:00 uur en van 17:00 – 18:30 uur) zijn er meestal ouders op de groep waardoor een leidster niet alleen is. Ook kan de leidinggevende of een van de vaste vrijwilligers onaangekondigd binnenkomen. Op dagen dat er met één leidster gewerkt wordt is er een stagiaire, vrijwilliger (groepshulp, tuinhulp, kantoorhulp) of leidinggevende aanwezig. Bij het naar bed brengen van de kinderen blijven de slaapkamerdeuren open. Als dat voor het in slaap vallen van het kind beter is worden er slaapliedjes gezongen bij een bijna gesloten deur. Bij Speelatelier De Bakermat heerst een open, professioneel klimaat waarbij leidsters herhaaldelijk (bijvoorbeeld in teambijeenkomsten of tijdens individuele gesprekken) worden uitgenodigd om elkaar feedback te geven wat bijdraagt tot professioneel handelen. Leidsters weten dat als zij iets te moeilijk vinden om openlijk met een collega te bespreken, zij hier te allen tijden mee bij de directeur kunnen komen, en ook dienen te komen, in het belang van de kwaliteit van Speelatelier De Bakermat die telkens als belangrijkste uitgangspunt dient te worden genomen. De Oudercommissie van Speelatelier De Bakermat heeft op 11 juni 2013 positief geadviseerd over bovenstaand beleid.
6.6.3
Praktische uitwerking vierogenprincipe met hulp van vrijwilligers
Er zijn twee mogelijkheden voor de inzet van een vrijwilliger die als tweede volwassene een “bewaker” is van de leidster die met de kinderen werkt. Hierna worden deze twee mogelijkheden benoemd en de taken en verantwoordelijkheden van de vrijwilliger beschreven. Mogelijkheid 1. De vrijwilliger doet haar of zijn werk op de Bakermat en is in of direct rond het gebouw aanwezig. Het werk kan voor de Bakermat zijn (groepshulp, tuinhulp, kantoorhulp, stagiaire) en wordt aangestuurd door de leidster of de leidinggevende die in functie is. Het kan eigen werk zijn dat de vrijwilliger op kantoor of direct buiten het gebouw doet. De vrijwilliger is alleen maar aanwezig en heeft geen bemoeienis met de groep of de kinderen.
Speelatelier De Bakermat
35
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
Mogelijkheid 2. In het geval er niet een tweede volwassene in de Bakermat zelf aanwezig is vragen we vrijwilligers uit de directe omgeving, m.n. uit het Bruishuis. Dit zal vooral gedurende vakantieperioden nodig kunnen zijn. De houder, de tuinman en de administrateur kunnen onverwachts binnenkomen zodat de medewerkers te allen tijde gezien of gehoord kunnen worden. Taak vrijwilliger De taak van de vrijwilliger in het kader van het vierogenprincipe is om de veiligheid van de kinderen te waarborgen door af en toe (op onverwachte ogenblikken) met de leidster mee te kijken of te luisteren, zonder zich zelf met de groep of de kinderen te bemoeien. Als de “niet pluis antenne” van de vrijwilliger aan slaat dan meldt zij/hij dit direct (telefonisch) aan de leidinggevende en zij/hij houdt, totdat de leidinggevende of diens vervanger gearriveerd is, intensiever een oogje in het zeil. Slechts in geval van direct gevaar hoeft de vrijwilliger zelf in te grijpen. Voorwaarden voor een praktisch en goed functioneren van de vierogen vrijwilliger: De vrijwilliger dient over een VOG voor de Kinderopvang te beschikken. Als de vrijwilliger van buiten komt dan moet zij/hij een sleutel van het gebouw hebben. Als de leidster met de kinderen een klein uitstapje maakt dan moet zij de vrijwilliger informeren. De vrijwilliger kan de leidinggevende of diens plaatsvervanger eenvoudig telefonisch bereiken. 6.6.4
Vierogen vrijwilligers
Naam Ton Eland Marc Dekens
6.6.5
Rubriek Kantoor Tuinhulp
Wanneer Alle dagen Alle dagen
Opmerkingen Zie rooster Zie rooster
Contactgegevens leiding en leidsters (verwijderd uit dit openbare document)
Naam Ans Lodder Ton Eland Amanda Meijer Elif Bas Anne Cramer Anna Kollewijn Anne Cramer
Speelatelier De Bakermat
Rubriek Houder Kantoor Groepsleidster Groepsleidster Groepsleidster Groepsleidster Groepsleidster
36
Opmerkingen Zie rooster Zie rooster Zie rooster Zie rooster Zie rooster Zie rooster Zie rooster
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
6.8 Protocol kindermishandeling Onder kindermishandeling verstaan wij: Elke vorm van voor het kind bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen met wie het kind in een afhankelijkheidsrelatie staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan het kind in de vorm van fysiek letsel en/of psychische letsel. (Wet op de jeugdzorg, 2005) We hanteren het landelijk voorbeeldprotocol “Protocol Kindermishandeling” van JSO van juli 2013. Hieronder is een stappenschema weergegeven. De volledige beschrijving van het protocol is naast dit Pedagogisch Beleidsplan een onderdeel van het kwaliteitsbeleid van De Bakermat. Stappenschema Fase 1: De leidster heeft een vermoeden Observeer en leg vast Onderzoek naar onderbouwing Leg waarnemingen voor aan verzorger(s) Verantwoordelijkheid bij de leidster. Fase 2: De leidster bespreekt het onderbouwde vermoeden in een overleggroep Bespreken informatie (Eventueel) extra gegevens Plan van aanpak Verantwoordelijkheid bij de leidster en leidinggevende. Fase 3: Het uitvoeren van een plan van aanpak Consulteren AMK Praten met verzorger(s) (Eventueel) praten met kind Bespreken van de resultaten Verantwoordelijkheid bij de leidinggevende. Fase 4: Beslissing De vermoedens zijn na overleg met de betrokkenen niet bevestigd. Na gesprek(ken) met verzorger(s) is duidelijk dat verzorger(s) ook bezorgd zijn. Na overleg met verzorger(s) blijft er ernstige twijfel bestaan. Het vermoeden van kindermishandeling blijkt na het gesprek met de verzorger(s) gegrond. Er ontstaat een crisissituatie. Verantwoordelijkheid bij de (aangewezen verantwoordelijke in) overleggroep. Fase 5: Handelen Wanneer de vermoedens na overleg met de betrokkenen niet zijn bevestigd: vernietig de werkaantekeningen en sluit de zaak af. Wanneer na gesprek(ken) met verzorger(s) duidelijk is dat verzorger(s) ook bezorgd zijn, verwijs de verzorger(s) door. Wanneer er na overleg met verzorger(s) ernstige twijfel blijft bestaan spreek een extra observatieperiode af. Wanneer het vermoeden van kindermishandeling na het gesprek met de verzorger(s) gegrond blijkt, wordt er een melding bij het AMK gedaan. Wanneer er een crisissituatie ontstaat, wordt er gemeld bij: politie of crisisdienst bureau Jeugdzorg. Verantwoordelijkheid bij de (aangewezen verantwoordelijke in) overleggroep.
Speelatelier De Bakermat
37
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
Fase 6: Evaluatie Evalueer het proces en de procedure Stel zo nodig afspraken bij Registreer Verantwoordelijkheid bij de (aangewezen verantwoordelijke in) overleggroep. Fase 7: Nazorg Blijf alert op het welzijn van het kind. Blijf signalen en zorgen melden bij het AMK. Verantwoordelijkheid bij de leidster en (aangewezen verantwoordelijke in) overleggroep.
Enkele relevante telefoonnummers: Landelijk nummer Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), nieuwe naam: Veilig Thuis, telefoon 0800 – 2000 Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Gelderland: Arnhemsestraatweg 352 6881 NK Velp Tel: 026 – 442 4222 Jeugdbescherming Gelderland Velperweg 75 6824 HH ARNHEM 088-7121212
[email protected] http://www.jbgld.nl/
Speelatelier De Bakermat
38
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
6.9 Protocol grensoverschrijdend gedrag Datum vaststelling protocol: 26 oktober 2012 Speelatelier De Bakermatwijst alle vormen van grensoverschrijdend gedrag af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Speelatelier De Bakermatgrensoverschrijdend gedrag voorkomen en indien nodig aanpakken. Dit protocol is mede gebaseerd op de Wet bescherming persoonsgegevens, de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het Protocol kindermishandeling. Inleiding De maatschappij krijgt steeds meer te maken met vormen van grensoverschrijdend gedrag. Ook binnen de kinderopvang wordt regelmatig grensoverschrijdend gedrag door kinderen, ouders of medewerkers gesignaleerd. Denk maar eens aan het seksueel misbruik op kinderdagverblijf het Hofnarretje in Amsterdam, de agressieve ouder als niet op bepaalde wensen in kan worden gegaan of het gedwongen voeden van peuters door beroepskrachten. Hoe zijn aan deze vormen van ongewenst gedrag grenzen te stellen? Enerzijds door afspraken te maken en gedragsregels op te stellen. Anderzijds door elkaar aan te spreken of melding te doen bij leidinggevende of vertrouwenspersoon wanneer grensoverschrijdend gedrag geconstateerd wordt. De gedragsregels moeten zorgen voor een prettig klimaat binnen de kinderopvang. Openheid en respect voor elkaar moeten hoog in het vaandel staan en het moet duidelijk zijn dat voor machtsmisbruik, ongewenste intimiteiten, pesten en dergelijke geen plaats is. Elk kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang moet immers een veilige plek zijn voor allen die er vertoeven. Elkaar aanspreken of melding maken van grensoverschrijdend gedrag moet ervoor zorgen dat dit gedrag aangepakt wordt en in de toekomst wordt voorkomen. Gestreefd wordt naar een cultuur waarin het normaal is zowel positieve als negatieve feedback te geven. In dit protocol staat beschreven welke afspraken er binnen Speelatelier De Bakermat zijn gemaakt en hoe gehandeld moet worden als grensoverschrijdend gedrag wordt vastgesteld. Wat is grensoverschrijdend gedrag? Onder grensoverschrijdend gedrag wordt verstaan: “elke vorm van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard die de ene persoon ten opzichte van de andere persoon actief of passief opdringt, waardoor ernstige schade wordt of dreigt te worden toegebracht aan die persoon in de vorm van fysiek letsel of psychische stoornissen”. In gewoon Nederlands, het gaat bij grensoverschrijdend gedrag om situaties waarin iemand geestelijk of lichamelijk schade wordt toegebracht of in zijn ontwikkelingsmogelijkheden wordt geblokkeerd. Grensoverschrijdend gedrag kan onderverdeeld worden in: Lichamelijk geweld en verwaarlozing (fysieke agressie zoals slaan, schoppen, krabben, bijten of te weinig voeding, aandacht of verzorging) Geestelijk geweld en verwaarlozing (verbale agressie zoals dreigen, schreeuwen, schelden, pesten, stelselmatig negeren etc.) Seksuele mishandeling (seksuele intimidatie, verbaal of fysiek, aanranding en verkrachting) Vernieling van eigendommen van een ander en / of het zonder toestemming betreden van de binnen- en buitenruimten van de buitenschoolse opvang. Of grensoverschrijdend gedrag regelmatig of incidenteel plaatsvindt, het is in alle gevallen ontoelaatbaar. De vraag of iets wel of geen grensoverschrijdend gedrag is, kan alleen door het slachtoffer worden beantwoord. Als het slachtoffer iets als grensoverschrijdend ervaart, moet het ook als grensoverschrijdend worden aangepakt. Grensoverschrijdend gedrag kan plaatsvinden tussen : kind en kind ouder / verzorger en kind en vice versa medewerker (incluis vrijwilligers) en kind en vice versa medewerker en medewerker en vice versa ouder en medewerker en vice versa Speelatelier De Bakermat
39
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
Gedragsregels Speelatelier De Bakermatheeft haar gedragsregels vastgelegd in het document Pedagogisch Beleidsplan Speelatelier De Bakermat. Medewerkers (inclusief stagiaires en vrijwilligers) en ouders krijgen de gedragsregels bij aanvang van de dienstverleningsovereenkomst uitgereikt. Zij worden geacht de gedragsregels na te leven. Kinderen worden (spelenderwijs) op de hoogte gebracht van de inhoud van de gedragsregels. De gedragsregels zullen steeds opnieuw onder de aandacht worden gebracht bijvoorbeeld door regelmatig een thema’s centraal te stellen (pesten, seksualiteit, grenzen stellen etc.), of via nieuwsbrieven en presentaties. Medewerkers worden door opleiding en oefening getraind in het signaleren en aanpakken van overtredingen van de gedragsregels. Stappen bij grensoverschrijdend gedrag 1. Vermoeden: Inschatten van de situatie. Probeer vanaf het eerste moment van constateren vast te leggen wat voor grensoverschrijdend gedrag wordt geconstateerd. Wat is er gebeurd, wanneer is het gebeurd, wie waren erbij, wat is de ernst van het grensoverschrijdend gedrag etc. Houd het op feiten, trek niet direct conclusies. 2. Bespreekbaar maken: Spreek indien mogelijk meteen na constatering het kind, de ouder of de medewerker die het grensoverschrijdend gedrag vertoont aan op dit gedrag. Probeer door middel van gesprekken ervoor te zorgen dat het gedrag van de ander verbetert. 3. Overleg: Hulp of advies vragen. Bij onvoldoende resultaat of als het een ernstigere vorm van grensoverschrijdend gedrag betreft schakel dan zo spoedig mogelijk de interne contactpersoon of de externe vertrouwenspersoon in (zie a en b). a) Speelatelier De Bakermat heeft mevr. J.Lodder aangesteld als interne contactpersoon. Zij is telefonisch bereikbaar via telefoonnummer 026 – 737 0215 of per e-mail via e-mailadres
[email protected]. Alle vragen of klachten over grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling of tussen ouders en kinderen kunnen voorgelegd worden aan de interne contactpersoon. De interne contactpersoon probeert de vragen en klachten zelf af te handelen. Zij schakelt indien nodig of wenselijk de externe vertrouwenspersoon in. Bij ernstige vormen van grensoverschrijdend gedrag worden bij minderjarigen de ouders of verzorgers op de hoogte gebracht. Als er sprake is van strafbare feiten zal de politie ingeschakeld worden. b) Mevr. Frances Nijssen fungeert als externe vertrouwenspersoon. De externe vertrouwenspersoon staat los van de organisatie zodat er geen vermenging van belangen op kan treden. Zij is bereikbaar via e-mail
[email protected] of telefoon 06 - 2624 6068 en kan worden ingeschakeld bij grensoverschrijdend gedrag tussen medewerker en kind, tussen medewerkers onderling of tussen ouder en medewerker. De externe vertrouwenspersoon kiest altijd de kant van het slachtoffer, informeert en ondersteunt het slachtoffer (of diens wettelijke vertegenwoordiger). Ook ondersteunt zij de interne contactpersoon. 4. Plan van aanpak: Wegen van de situatie. Aan de hand van de vastgelegde feiten, het gesprek met betrokkene(n) en het advies van interne contactpersoon of vertrouwenspersoon kan bepaald worden of andere partijen ingeschakeld moeten worden zoals Veilig Thuis, het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en Huiselijk Geweld, een hulpverleningsinstantie, de politie of de geschillencommissie. Speelatelier De Bakermat is aangesloten bij de geschillencommissie. Voor meer informatie over deze klachtencommissie zie de website www.degeschillencommissie.nl 5. Handelen: Doorverwijzen of melden. Afhankelijk van de situatie wordt doorverwezen naar hulpverleningsinstantie, politie of de klachtencommissie. 6. Evalueren: Terugkoppelen vormen van grensoverschrijdend gedrag. Alle gemelde gevallen van grensoverschrijdend gedrag worden besproken in het team zodat de medewerkers ervan kunnen leren. Ouders en verzorgers zullen geïnformeerd worden over alle vormen van grensoverschrijdend gedrag die tot maatregelen hebben geleid.
Speelatelier De Bakermat
40
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
Verdeling verantwoordelijkheden Binnen het kinderdagverblijf zijn de verantwoordelijkheden als volgt verdeeld: Verantwoordelijkheden directie, bestuur, leidinggevende: Opnemen van het protocol grensoverschrijdend gedrag in het beleid van de organisatie Informeren van ouders, medewerkers en kinderen over dit protocol Ervoor zorgen dat alle medewerkers handelen volgens het protocol Ervoor zorgen dat de medewerkers voldoende deskundig zijn om grensoverschrijdend gedrag signaleren en aan te pakken De aanstelling van een interne contactpersoon De aanstelling van een externe vertrouwenspersoon Aansluiting bij een klachtencommissie Faciliteren van de contactpersoon in geld, tijd en scholing Ervoor zorgen dat de aandacht voor grensoverschrijdend gedrag continu geborgd wordt. Verantwoordelijkheden interne contactpersoon: Herkennen van signalen van grensoverschrijdend gedrag Beantwoorden van vragen van ouders, medewerkers en kinderen over dit protocol Aanspreekfiguur zijn bij grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling en tussen ouders en kinderen Overleg plegen met personen die grensoverschrijdend handelen of grensoverschrijdend gedrag constateren Vertrouwelijk en met respect voor alle personen om te gaan met de informatie die hij/zij krijgt Vastleggen welk grensoverschrijdend gedrag door wie wanneer is geconstateerd Indien gewenst overleggen met andere beroepskrachten , het AMK of het SHG Doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon bij grensoverschrijdend gedrag tussen medewerker en kind, tussen medewerkers onderling of tussen ouder en medewerker Alert blijven op het welzijn van het slachtoffer Evalueren van afhandeling aanpak grensoverschrijdend gedrag Periodiek bijstellen van dit protocol op basis van de evaluatie De directie en het bestuur jaarlijks op de hoogte te houden van door hem/haar uitgevoerde activiteiten Verantwoordelijkheden van de externe vertrouwenspersoon: Staat los van de organisatie zodat er geen sprake kan zijn van vermenging van belangen Informeert en ondersteunt het slachtoffer van grensoverschrijdend gedrag en geeft zo mogelijk adviezen met betrekking tot te nemen acties en de consequenties ervan Verwijst indien van toepassing door naar AMK, SHG of andere hulpverleningsinstantie Bespreekt de resultaten van de ondernomen stappen met de leidinggevende en de interne contactpersoon Verantwoordelijkheden van de externe geschillencommissie: Alle vragen en klachten in ontvangst te nemen en zorgvuldig af te handelen Hoor- en wederhoor toe te passen Adviezen te geven over hoe de vragen of klachten af te handelen Gevraagd en ongevraagd het bestuur en de directie te adviseren over te nemen maatregelen
Speelatelier De Bakermat
41
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
6.10 Klachtenprocedure Wij streven ernaar in moeilijke tijden bezwaren en klachten van ouders positief te benaderen. Het is in het belang van ouders en leidster, en daarmee van het kind en de leefgroep, om in een sfeer van overleg de klacht bespreekbaar te maken en samen naar een voor beide partijen bevredigende oplossing te zoeken. Hoe werkt de klachtenprocedure? Bij voorkeur bewandelen we eerst de weg van de interne klachtenprocedure en als deze niet naar een voor beide partijen bevredigende oplossing leidt dan gaat de externe klachtenprocedure van start.
Leidster
Houder
Extern vertrouwens persoon
Geschillen commissie
Stap 1 (Leidster) Neem contact op met degene in de organisatie die met de klacht te maken heeft. Wees openhartig over uw ontevredenheid; vaak biedt een eerlijk gesprek al een oplossing. Stap 2 (Houder) Als de eerste stap niet tot een bevredigende oplossing of antwoord leidt, zet dan uw klacht of vraag op papier en richt u tot de houder die de dagelijkse leiding heeft, Ans Lodder. Deze zal u dan uitnodigen voor een gesprek met de betreffende leidster. Stap 3 (Extern vertrouwenspersoon) Als de klacht de houder betreft dan kan dat besproken worden met de vertrouwenspersoon van De Bakermat. Mevr. Frances Nijssen fungeert als externe vertrouwenspersoon. De externe vertrouwenspersoon staat los van de organisatie zodat er geen vermenging van belangen op kan treden. Zij is bereikbaar via e-mail
[email protected] of telefoon 06 - 2624 6068. Stap 4 (Geschillencommissie) Bent u niet tevreden met de beslissing of het antwoord voortkomende uit stap 2 of 3, richt u zich dan tot de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Deze zullen uw klacht/vraag verder behandelen. Contactgegevens: Telefoon: 070 - 310 5310 maandag t/m vrijdag 9.00 - 17.00 uur Website: www.degeschillencommissie.nl/ Postadres: Postbus 90600 2509 LP Den Haag
Speelatelier De Bakermat
42
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
6.11 Wijzigingsformulier/opzegformulier Bij deze wil ik de volgende wijziging/opzegging doorgeven aan Speelatelier De Bakermat:
Datum: Naam kind waarom het gaat: Naam ouder:
Speelatelier De Bakermat
43
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
6.12 Ruilbeleid Speelatelier De Bakermat hanteert een klantvriendelijk opvangbeleid, ouders krijgen zo meer flexibiliteit in de opvangdagen. Er is nu de mogelijkheid voor 52 weken opvang, voor 48 weken opvang en voor 40 (school)weken opvang. Daarnaast kunnen er in beperkt mate opvangdagen geruild worden. Ruilen kan niet meer zo uitbundig als waar we begin 2015 mee gestart zijn. Het ruilen gaf toch teveel onrust op de groep en te weinig tevredenheid bij de ouders. Op de meeste dagen is de groep nu (najaar 2015) zo vol dat er geen ruimte is voor extra kinderen. Ruilvragen kunnen dan niet gehonoreerd worden, wat weer tot teleurstelling bij ouders leidt. Flexibele opvangdagen bijkopen blijft nog wel mogelijk. Ook hiervoor geldt dat dit lastiger is naarmate er meer kinderen op een dag zijn. In principe komen kinderen op vaste dagen naar de kinderopvang. Dit komt de stabiliteit van de groepen, het zich veilig voelen van kinderen en daarmee de pedagogische kwaliteit van de opvang ten goede. Het kan echter voorkomen dat ouders op andere dan de vaste dagen opvang nodig hebben voor hun kind. Speelatelier De Bakermat biedt deze mogelijkheid. Dit ruilbeleid gaat over ruildagen die tijdig zijn aangevraagd. Geplande opvangdagen die vervallen door ziekte of andere onverwachte gebeurtenissen vallen niet onder dit ruilbeleid. Ook nationale feestdagen kunnen niet geruild worden.
Samengevat is de ruilregeling als volgt. Er is geen plaatsingsgarantie op de gevraagde opvangdag. Ruilen kan alleen als er plaats is. De gevraagde opvangdag ligt binnen 4 weken van de te ruilen dag (naar voren of naar achteren). Tijdig betekent: Aanvraag voorafgaand aan de ruildag of de nieuwe opvangdag: < 10 dagen geen ruil meer mogelijk 10 dagen – 1 maand
administratiekosten € 5
> 1 maand
gratis
Per kalenderjaar: 4 ruildagen
bij 52 weken opvang
3 ruildagen
bij 48 weken opvang
2 ruildagen
bij 40 weken opvang
Aanvragen worden binnen drie werkdagen in volgorde van binnenkomst behandeld en beantwoord.
Hieronder een gedetailleerdere beschrijving van het ruilbeleid. Ruilvoorwaarden: 1.
Ouders vragen het ruilen tijdig per e-mail aan: minstens 1 maand vooraf. Onder een ruildag wordt verstaan: ruilen van een vaste opvangdag volgens contract. De ruildag (afwezigheid) en de uiteindelijke opvangdag worden na goedkeuring in de kindplanning en het werkrooster opgenomen. Er wordt geen tegoed aan ruildagen bijgehouden, d.w.z. ruilen is ruilen en geen sparen. Bij de aanvraag moet dan ook een gewenste opvangdag worden aangegeven, een tegoeddag is niet mogelijk. Nationale feestdagen kunnen niet geruild worden. De Bakermat is dan gesloten. Ouders betalen deze feestdagen wel, volgens de afspraken van het ministerie (minister Kamps) met de Kinderopvangbranche.
Speelatelier De Bakermat
44
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
2. Er kunnen per jaar 2 tot 4 opvangdagen geruild worden: voor 52 weken opvang is dit 4 dagen, voor 48 weken is dit 3 dagen en voor 40 weken is dit 2 dagen; 3. Een hele ruildag kan ook geruild worden tegen twee halve opvangdagen; 4. Als het tijdig (minstens een maand vooraf) is aangevraagd dan is dit een gratis extra service van de Bakermat. Er kan niet geruild worden als de aanvraag minder dan tien dagen voor de ruildag of gewenste opvangdag wordt gedaan. Bij een aanvraag tussen 10 dagen en een maand vooraf wordt € 5,- administratiekosten in rekening gebracht. 5. Er is geen plaatsingsgarantie voor de gewenste opvangdag. 6. ln alle gevallen waarin deze regels niet voorzien beslist de directie van de Bakermat.
Ruilaanvraagprocedure Aanvragen per e-mail naar
[email protected] met de volgende gegevens: Naam kind, ruildag datum en gewenste opvangdag datum (+ eventuele opties). Bij halve dagen moet het dagdeel of de dagdelen duidelijk zijn.
Speelatelier De Bakermat
45
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
6.13 Flexibele opvang Speelatelier De Bakermat hanteert een klantvriendelijk beleid voor flexibele opvang. In principe komen kinderen op vaste dagen naar de kinderopvang. Dit komt de stabiliteit van de groepen, het zich veilig voelen van kinderen en daarmee de pedagogische kwaliteit van de opvang ten goede. Het kan echter voorkomen dat ouders op andere dan de vaste dagen opvang nodig hebben voor hun kind. Speelatelier De Bakermat biedt daarvoor via het ruilbeleid al een grote mate aan flexibiliteit, echter zonder plaatsingsgarantie op de gewenste opvangdagen die geruild worden. Soms hebben ouders nog meer behoefte aan flexibiliteit in de opvang en tegelijkertijd een plaatsingsgarantie op de wisselende opvangdagen. Dit flexibele opvangbeleid gaat over flexibele (dus niet vaste) opvangdagen die tijdig zijn aangevraagd i.v.m. bijvoorbeeld een wisselend werkrooster van een van de ouders, een rooster dat wel tijdig bekend is. Stabiliteit van de groepen en het zich veilig voelen van de kinderen staan op gespannen voet met deze flexibiliteit. Maar als een kind voldoende vertrouwd is met de Bakermat en zich betrekkelijk gemakkelijk kan voegen in groepen met gedeeltelijk verschillende samenstelling dan is dit toch een verantwoorde optie. Om de veiligheid van de kinderen te garanderen en ook de bedrijfsvoering van de Bakermat gezond te houden gelden een aantal voorwaarden. Voorwaarden flexibele opvang met plaatsingsgarantie: 1. 2. 3. 4. 5.
6. 7.
De gevraagde opvang wordt minstens een maand van tevoren aangegeven, per email naar
[email protected]; Er wordt een vast aantal flexibele dagen per week afgesproken en gefactureerd; Het maandbedrag is gebaseerd op 52 weken, en op het uurtarief voor losse opvang vermeerderd met een bedrag van € 1,- per uur voor de plaatsingsgarantie; Meer opvang dan het vaste aantal dagen per week kan worden aangevraagd voor het losse opvangtarief zonder plaatsingsgarantie en wordt achteraf de volgende maand gefactureerd; Minder opvang dan het vaste aantal dagen per week wordt, mits een maand vooraf aangegeven (zoals b.v. voor een vakantie), achteraf gecrediteerd tegen het losse opvangtarief, tot een maximum van 4 weken per jaar; Een kind is voldoende bekend met en op de Bakermat als het al minstens 1.000 uur is opgevangen op de Bakermat; Een kind moet zich naar het oordeel van de directie veilig kunnen voelen in de verschillende groepen waarin de ouders een plaats wensen.
Speelatelier De Bakermat
46
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
6.14 Literatuur E. Anschütz B. Barz A.W. Boogert (red.) B. Britz-Credelius C. Carlgren A. v. Dijke H. de Gans-Wiggermans M. Glöckler e.a. M. Glöckler e.a. F. Jaffke H. Koepke
H. Köhler C. Kutik E. Schoorel R. Steiner
Speelatelier De Bakermat
: Omgaan met de jaarfeesten : Jaarfeesten vieren met kinderen : Spreuken, gedichten en liedjes voor kinderen : Kinderspel beslissend voor het leven : De Vrije School : Pedagogisch vernieuwen : Spelen is leren : Kinderspreekuur : Ouders en hun kinderen : Speelgoed zelf maken : Kind van zes : Kind van negen : Kind van twaalf : Over angstige verdrietige en onrustige kinderen : Leven met het jaar : De eerste zeven jaar, kinderfysiologie : Algemene menskunde als basis van de pedagogie : Menskunde en opvoeding : De opvoeding van het kind in het licht van de antroposofie : Lopen, spreken, denken
47
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016
6.15 Adressen Adres: Speelatelier De Bakermat Akkerwindestraat 19 6832 CS Arnhem
Postadres: Akkerwindestraat 1 6832 CR Arnhem
Ingang vanaf de Hortensiastraat Telefoon: E-mail: Website:
026 – 737 0215
[email protected] www.SpeelatelierdeBakermat.nl
Bruishuis Malburgen: Bruishuis Akkerwindestraat 1 6832 CR Arnhem Telefoon: 026 – 324 6470 Website: www.bruishuis.nl
Volhuisvesting Arnhem: Volkshuisvesting Arnhem Kadestraat 1 6811 CA Arnhem Telefoon: 026 – 371 2712 Website: www.volkshuisvesting.nl
Vrije School Arnhem: Parcivalschool Zwanebloemlaan 4 6832 HG Arnhem Telefoon: 026 – 321 3174 Website: www.parcivalschool.nl
Therapeuticum Therapeuticum Aquamarijn Centrum voor Antroposofische artsen en therapeuten Onder de Linden 21-9 6822 KG in Arnhem Telefoon: 026 – 351 2712 Website: www.therapeuticumaquamarijn.nl
Tandarts Antroposofisch tandarts Peter Borm Burgemeestersplein 13a 6814 DM Arnhem Telefoon: 026 – 351 5648 Website: www.tandartsborm.nl
Speelatelier De Bakermat
48
Pedagogisch Beleidsplan februari 2016