Domo: For a great start in life Kaasmakers in Workum maken steeds meer kaas Met iFarm de wereld over
December 2012 Spark is het personeelsblad van FrieslandCampina
Spark nr.4
2 Spark
December 2012
December 2012
Column
Op naar 2013 2009, 2010, 2011, 2012...vier jaar zijn we al samen als Royal FrieslandCampina. En wat hebben we in die vier jaar met elkaar al veel bereikt! De fusie afgerond, een centraal kantoor ingericht, een nieuwe manier van werken geïntroduceerd en de strategie geformuleerd: route2020. Met route2020 zijn we als het ware ‘samen op weg‘ om ons bedrijf vorm te geven. Aan het begin van de fusie heb ik met jullie gedeeld dat we de meest succesvolle, professionele en attractieve zuivelonderneming ter wereld kunnen worden. We hebben toen ook aangegeven dat we wilden groeien op een duurzame manier. Dat zijn natuurlijk mooie woorden. We zijn nu vier jaar verder en we kunnen naar aanleiding van onze prestaties in 2012 concluderen dat we goed op weg zijn. Wanneer we in maart de jaarresultaten bespreken zullen we hier ruim verslag van doen. In de afgelopen twee maanden ben ik in Nigeria, Singapore, Indonesië, Aalter, Steenderen, Beilen, Bedum, Borculo en bij Kievit in Meppel geweest. Door kantinebijeenkomsten en in gesprekken met medewerkers zie ik overal bevestigd wat ook uit de over2you-enquête komt...de motivatie en de betrokkenheid bij ons bedrijf is enorm hoog - de experts hadden zelden zulke uitslagen hierop gezien. Het is ook voor iedereen duidelijk waar we naar toe willen als bedrijf. Prachtige uitslagen! Natuurlijk zijn er ook een aantal verbeterpunten. Doordat we een groter bedrijf zijn geworden, moeten we nog meer aandacht besteden aan communicatie. We gaan dat zeker aanpakken! Binnen enkele weken laten we 2012 achter ons. We kunnen dit jaar in velerlei opzichten goed afsluiten en ik wil ieder van jullie graag bedanken voor de enorme bijdrage daaraan. Door het fundament dat we met elkaar hebben gelegd kunnen we als FrieslandCampina 2013 ondanks de huidige economische vooruitzichten met vertrouwen tegemoet zien!
Buiten de zakelijke beslommeringen, heeft ieder zijn persoonlijke redenen om 2012 een mooi of minder mooi jaar te vinden. Als executive team hebben we zakelijk een goed jaar achter de rug, maar we blijven ernstig bezorgd om de gezondheidstoestand van enkele van onze collega’s waaronder onze collega en vriend Kapil Garg. De aankomende eindejaarsperiode kan een periode van reflectie zijn waarin omkijken en vooruitkijken ons laat zien wat echt belangrijk is in ons leven: gezondheid en liefde. Daarom wens ik een ieder een zeer voorspoedig 2013 toe maar bovenal gezondheid en liefde.
Cees ‘t Hart CEO Royal FrieslandCampina
8 24
Spark 3
8
Nieuw kantoor in Beijing
4
Lock out, tag out, hoe werkt het?
14
SEANUTS: groot onderzoek onder kinderen in Azië
16
Frisian Flag Indonesia viert jubileum
26
Veilig werken in Bornem (B)
11 Bij de voorpagina: Domo: For a great start in life. Baby’s hebben recht op de beste voeding. Dat was de boodschap die Domo aan de medewerkers meegaf tijdens een groot event. Op de foto een van de bezoekers van het event, Dinand Nijhuis. Lees zijn verhaal op pag. 6 en 7
Continu verbeteren in 24 & 18 Lummen (B) en Nigeria Waarom is er een 32 SUMMITplus? Laatste kaas uit 38 Varsseveld (NL)
16
Colofon: Spark is het internationale personeelsblad van Royal FrieslandCampina en verschijnt in een oplage van 20.000 exemplaren in het Nederlands, Engels en Duits. Redactie: Helma de Waardt. Redactionele bijdragen: Suzanne van Hattum, Johan Boonen, Esther Krijgsman, Ronella Bleijenburg, Miriam Vijge. Vertalingen: Bosch&Bosch, Amsterdam (Nederland), Norbert Zänker & Kollegen, Berlijn (Duitsland), Lisé Nijman, Arnhem (Nederland) en HSM Vertaalbureau, BerkelEnschot (Nederland) Ontwerp: WAT ontwerpers, Utrecht (Nederland) Druk: Albe de Coker, Hoboken (België) Overname van artikelen is toegestaan onder bronvermelding.
4 Spark
December 2012
December 2012
Ingredients
Ingredients
Spark 5
Veilig werken met Fred van den Hoven, productie manager bij Creamy Creations in Rijkevoort: ‘Hoe wordt veiligheid op andere afdelingen beleefd, hoe ver zijn ze er mee? Ook de openheid van de deelnemers om te praten over ongevallen of bijnaongevallen in hun organisatie is een teken dat veiligheid en bewust handelen leeft binnen de organisatie. Het is belangrijk dat de onderneming nadrukkelijk uitspreekt dat veilig werken van het grootste belang is voor de mensen. Wat mij betreft zou zo’n dag vaker mogen worden gehouden, daar leer je voortdurend van met elkaar.’
‘Lock out, tag out’ Wat vonden zij ervan?
Sander Leijte, production/QC manager FrieslandCampina Nutrifeed: ‘In feite is iedereen ervan overtuigd dat we deze procedure moeten invoeren voor de veiligheid van medewerkers. Het is wel een complex onderwerp, maar alle informatie van deze dag gaf ons de energie om ermee aan de slag te gaan. Collega’s willen ervaringen met elkaar delen en het onderwerp oppakken. Dat merkte je duidelijk. Het was een waardevolle ontmoeting.’
Medewerkers van de business group Ingredients hebben zich de ‘lock out, tag out’ procedure eigen gemaakt. Een groep van zo’n 40 collega’s uit de productiebedrijven van Ingredients kregen informatie, wisselden ervaringen uit en oefenden met de procedure. De reacties waren positief. ‘We bekijken hoe we dit een vervolg kunnen geven’, aldus Roger van Vroenhoven, plant manager Food Systems bij DMV en Annelies Barten, manager Continuous Improvement bij Domo. Ze willen best even laten zien hoe je dat nou doet, een machine ‘op slot’ zetten. In de instructieruimte bij DMV in Veghel voeren Annelies en Roger een demonstratie uit. ‘Dit zijn afsluitkappen bijvoorbeeld, daarmee kun je een kraan afsluiten. Met deze slotbeugel zet je andere onderdelen aan een lijn of aan een kranenblok vast. Als die erom heen zitten, kun je de lijn niet aanzetten.’ De ‘lock out, tag out’ procedure is het hart van het veiligheidsbeleid in de fabriek. Niet de makkelijkste procedure, wel de beste. Steeds als er onderhoud of reparatie aan een lijn of een machine is, moeten operators en monteurs een risico-inventarisatie maken. Afhankelijk van de
Roger van Vroenhoven (l) en Annelies Barten laten zien hoe het werkt: lock out, tag out! Foto: Studio van Assendelft
risico’s besluiten zij om een lijn helemaal of gedeeltelijk op slot te zetten’, legt Annelies Barten uit. Roger van Vroenhoven kent de gevaren. ‘De operators die in de besturingsruimte zitten, kunnen de werkplek van de monteur niet constant zien. Als de installatie niet op slot zit, geeft dat zonder meer risico’s als er aan die installatie gewerkt wordt.’ Risico’s Alle reden om de ‘lock out, tag out’ procedure breed te introduceren. Over aanpassingen in de software van de besturing van een machine, over producten om een lijn mee op slot te zetten, over systemen om een risico-inventarisatie mee uit te voeren. ‘Maar de praktijk vond men
minstens zo belangrijk. Wij kunnen hier in deze ruimte in alle rust oefenen. Dat is heel prettig als je moet leren hoe zo’n procedure werkt’, aldus Roger. Bij alle inspanningen om veiliger te werken, zal deze procedure van belang blijken. Daarvan is Annelies Barten overtuigd. ‘Onze grootste vijand is: snel werken en productie willen draaien. We zijn allemaal gefocust op produceren, hard werken, waarbij niet altijd voldoende wordt stilgestaan bij de risico’s van het werk. Een goede voorbereiding levert echter vaak tijd op, juist omdat er niets mis kan gaan. Deze procedure is een wezenlijk onderdeel van veilig werken.’
Lock out, tag out (LOTO) of lock and tag is een veiligheidsprocedure, die in de industrie veel wordt gebruikt. Lock and tag moet ervoor zorgen dat gevaarlijke machines goed afgesloten worden en niet opnieuw opgestart kunnen worden als er aan de machine wordt gewerkt. Zo moet ook de energievoorziening worden stilgelegd, stoomleidingen afgesloten enzovoort, voordat er met reparatie of onderhoud wordt begonnen.
6 Spark
December 2012
December 2012
Ingredients
Ingredients
Domo: for a great start in life…
SYLVIA DE JONG, KEY ACCOUNTMANAGER BIJ DOMO IN PARAMUS, USA
Herman Ermens (l) reikt de cheque uit aan vertegenwoordigers Frank Asser en Hanna Emmering van het Rode Kruis.
Kindervoeding: is er een product te bedenken dat met meer toewijding gemaakt moet worden? Baby’s zijn kwetsbaar, net als hun ouders in de zorg om hun kinderen. Domo wil dat kinderen gezond groot worden. Een boodschap die medio november aan alle FrieslandCampina Domomedewerkers is meegegeven. ‘Onze rol in het leven van miljoenen en miljoenen kinderen maakt ons sterk en kwetsbaar tegelijk’, aldus managing director Herman Ermens van FrieslandCampina Domo. Ruim 800 medewerkers van Domo uit Beilen, Workum, Dronrijp, Borculo, Bedum, Wageningen en Amersfoort kwamen bij elkaar om te horen, zien en ervaren wat hun rol is bij de ‘great start in life’ voor baby’s. Geen boodschap met cijfers en feiten, met winstdoelstellingen of te behalen omzetten, maar een boodschap die verpakt werd in verhalen, in ervaringen. Herman Ermens: ‘Ieder kind heeft het recht om gezond groot te worden. Borstvoeding is het beste wat een baby kan krijgen. En als dat er niet is, de best mogelijke kindervoeding die we kunnen maken. Ouders moeten ervan uit kunnen gaan dat de producten die wij maken altijd van de allerhoogste kwaliteit zijn. Wij maken voeding voor hun kinderen, een groter vertrouwen kunnen ouders ons niet schenken. Sta stil bij onze rol in de levens van ouders en kinderen en besef dat we ons geen fouten mogen en kunnen veroorloven.’ Domo ‘For a great start in life’ is echt een bewust gekozen slogan die Domo in een vernieuwde huisstijl heeft opgenomen. De serieuze boodschappen werden niet alleen verpakt in persoonlijke verhalen, maar ook in een kindervoedingsquiz met Domo-medewerkers
‘Ik was echt onder de indruk van wat hier vanmiddag gebeurde. Het is zo belangrijk dat onze producten altijd en overal aan de hoogste eisen voldoen. Dat werd heel goed geïllustreerd aan de hand van de verhalen die hier werden verteld. Ik denk dat iedereen hier vanmiddag iets geleerd heeft, iets wat ze voorheen niet wisten. Wij maken niet zomaar een product, wij maken producten voor de meest kwetsbare consumenten. Ieder kind heeft het recht om gezond groot te worden. Geen cadeau maar geld naar 3FM Serious Request? Ik vind het geweldig!’
Foto’s: William Hoogteyling
en een optreden van een ‘zandtovenaar’, die een dag uit het leven van een Domo-collega in zand uittekende. Cheque Dat het Domo ernst is met de ‘great start in life’ van baby’s bleek toen Domo als eerste binnen FrieslandCampina een cheque van € 10.000 uitreikte aan Frank Asser van het Nederlandse Rode Kruis in het kader van 3FM Serious Request. Domo financierde de cheque door het bedrag dat anders aan een presentje voor medewerkers zou zijn besteed, aan de actie ter beschikking te stellen. ‘Zijn jullie het daarmee eens?’, vroeg Herman Ermens aan de medewerkers. Met luid geklap lieten zij weten dat ze het er helemaal mee eens waren.
Spark 7
DINAND NIJHUIS, TECHNOLOOG IN BORCULO
JACOB STARRENBURG, MANAGER TECHNISCHE DIENST IN BEILEN
‘Ik vond het indrukwekkend, wat een goede presentaties! Hartstikke leuk dat ik mee mocht doen aan de quiz. We hebben vandaag gezien waar het echt om gaat: over betrouwbare kindervoeding, met voorbeelden van verhalen over het echte leven. Het gaat om bewustwording: je hoeft maar één ding fout te doen… Ik ga in mijn werk altijd van mezelf uit, van wat ik goed vind voor mijn eigen kleinkinderen. Ik ben al 33 jaar in dienst en heb de ontwikkeling van bulkproductie naar ingrediënten voor kindervoeding helemaal meegemaakt. Ik ben trots op waar we vandaag staan met Domo.’
‘Mooie bijeenkomst, met herkenbare verhalen van collega’s die kinderen hebben en weten wat voor zorgen er altijd bij ouders spelen om de gezondheid van hun kinderen. En dan zoveel mensen bij elkaar uit de verschillende locaties die allemaal aan hetzelfde werken: voeding voor baby’s. We hebben allemaal hetzelfde doel. Over de actie van 3FM Serious Request tegen babysterfte die past helemaal bij Domo. Ik ben er eigenlijk best trots op dat wij aan die actie meedoen en dat er vandaag al een cheque is overhandigd.’
JEROEN SLEURINK, SHE-MEDEWERKER IN BEILEN ‘Deze middag was fantastisch opgezet. Op allerlei manieren is de FrieslandCampina Domo medewerker duidelijk gemaakt waar wij als Domo voor staan en vooral hoe verantwoordelijk onze taak is. De baby als kwetsbare afnemer van ons product. Het was schitterend, ik zal mij dit nog lang heugen. Ik vind het super om te zien dat er vanuit Domo een bijdrage komt aan 3FM Serious Request. FrieslandCampina Domo, ga zo door!’
8 Spark
December 2012
December 2012
Ingredients
Nieuw kantoor voor collega’s van Ingredients in China
Eén systeem, één template, één team voor master data Ze is nog jong (bestaat sinds 1 april) en ze is nog klein. Toch beheert deze afdeling eind dit jaar al meer dan veertigduizend gegevens, die FrieslandCampina wereldwijd regelmatig gebruikt. En dat aantal groeit de komende jaren flink. Tijd voor een kennismaking met Shared Service for Master Data in Amersfoort (Nederland). ‘Wij beheren centrale master data voor bedrijfsonderdelen van FrieslandCampina, die werken met de nieuwe SAP-template’, legt afdelingsmanager Annet Borgstede uit. Ze huist met vier collega’s in het pand waar het Summit-projectteam werkt. Summit standaardiseert de komende jaren processen en systemen van veertien ERP-systemen naar één gedeeld SAP-systeem, de zogenaamde One Backbone. ‘Als gevolg daarvan, zijn wij ontstaan’, verklaart Annet. ‘Eén systeem, één template en één team dat master data bijhouden.’
Vijf werkmaatschappijen van de business group Ingredients delen nu een kantoor in Beijing, in China. Het nieuwe kantoor, dat in september is geopend, is onderdeel van de zogenaamde LG Twin Tower in het centrum van Beijing. ‘We kunnen nu echt als een eenheid optreden. We zijn al eerder gestart met ‘One face to the customer’. Nu we ook een kantoor delen, is het veel gemakkelijker om samen te werken’, vertelt managing director Leon Coolen.
Business group director Ingredients Roelof Joosten (r ) en landbouwattaché Mr. Marinus Overheul met de traditionele dansende leeuwen. Foto: FrieslandCampina
Alle collega’s die op sales afdelingen werken voor FrieslandCampina Domo, DMV, Kievit, DFE Pharma en Nutrifeed werken nu samen voor de ‘business to business’ klanten. ‘We kunnen een veel betere service bieden en sneller op de wensen van onze klanten ingaan’, legt Leon Coolen uit, die erg blij is met de nieuwe locatie. ‘Het heeft echt de uitstraling van FrieslandCampina die je ook in ons kantoor in Singapore ziet. We doen goede zaken in China en we hebben ambitieuze plannen voor 2013. Hier samenwerken, in een inspirerende werkomgeving zal ons helpen om samen een sterk team te vormen en onze doelen te realiseren.’ Als een team Customer management officer Tracy Han vertelt; ‘Om de verhuizing te vieren en om ons als verenigd team te presenteren aan onze klanten in
China, hebben we ongeveer 40 vertegenwoordigers van klanten uitgenodigd (inclusief ondernemingen die aan zuivel gerelateerd zijn), de landbouwattaché van de Nederlandse ambassade en regeringsvertegenwoordigers van AQSIQ en CAIQ, (overheidsinstanties die toezicht houden op de voedselveiligheid in China) evenals de voorzitter van de Chinese Zuivelindustrie Associatie. Ook business group director Roelof Joosten en de medewerkers van onze vestiging waren van de partij. Collega’s van Consumer Products International die ook in Beijing gevestigd zijn en voor baby- en kindervoeding werken, zijn in de LG Twin Tower gehuisvest.’ Leon Coolen: ‘We delen een verdieping om kosten uit te sparen door vergaderkamers, een keuken en ICT-diensten te delen. Bovendien stimuleert het interactie tussen collega’s.’
Wat is ‘centrale master data’ eigenlijk? Annet definieert: ‘Dat zijn gegevens van klanten, leveranciers, materialen of financiële data, die vaak gebruikt én gedeeld worden met andere bedrijfsonderdelen.’ Isabella Lammens, data steward, geeft een voorbeeld: ‘Neem de business groups Cheese, Butter & Milkpowder en Consumer Products Europe; die leveren beide aan supermarkt Albert Heijn. Gegevens als naam, adres, woonplaats en bankrekeningnummer komen bij elk bestel- of orderproces terug. Wij passen gegevens één keer hier aan en bedrijfsonderdelen beschikken direct overal over de juiste data.’ Niet alle data worden centraal bijgehouden. Specifieke verkoopcondities of stuklijsten van fabrieken worden door iemand ter plekke in hetzelfde systeem beheerd.’ Klanten, leveranciers en medewerkers gebruiken data ‘gewoon’; ze merken niet veel van wat deze afdeling doet. Maar door met één systeem (goedkoper) en een enkel-
voudig proces voor het aanmaken, wijzigen en verwijderen van data (simpeler en slimmer) te werken, verbetert de datakwaliteit door heel het bedrijf. ‘Data worden consistenter omdat gegevens samenkomen’, legt Annet uit. Isabella noemt telecomaanbieder KPN als voorbeeld: ‘Bij dataovernames controleren we op dubbele vermeldingen. KPN zat er zes keer anders in. Dat veroorzaakt misverstanden.’ Met de uitrol van het nieuwe systeem, krijgt Shared Service for Master Data meer data in beheer en groeit de afdeling. Annet: ‘Dit jaar naar ruim veertigduizend items voor Butter & Milkpowder, Financial Services, Kievit en Trading Shanghai.’ Volgens plan komen daar volgend jaar Beilen en Export bij. ‘We volgen de uitrolplanning van het Summitproject’, zegt Annet. ‘Over vier jaar, als One Backbone standaard is binnen FrieslandCampina, beheren we bijna zeven keer zoveel gegevens: 276.000.’
Spark 9
Shared Service for Master Data De afdeling valt onder Corporate Finance & Reporting. Hoofdtaak is het aanmaken van nieuwe gegevens en het wijzigen en verwijderen ervan op aangeven van gebruikers. Centraal beheer maakt gedeelde en vaak gebruikte data binnen FrieslandCampina vollediger, accurater, en consistenter. De afdeling is geen systeemhelpdesk, wel een kenniscentrum voor Master Data en analyses. Voor vragen daarover e-mail naar:
[email protected], bel +31 33 7133806 of kijk op intranet: FrieslandCampina/Shared Services/Shared Service for Master data Daarop staan aanvraagformulieren voor master data, definities en werkinstructies. Achter van links naar rechts: Luke Disbury, Annet Borgstede. Voor van links naar rechts: Isabella Lammens, Janine Schutte, Lingyun Fang. Foto: Marcel Bekken.
10 Spark Draait het voor de winkelende consument – de ‘shopper’ – in deze economisch moeilijke tijden alleen nog maar om de laagste prijs? Het lijkt er op. In de supermarkten buitelen de aanbiedingen over elkaar heen. Maar met lage prijzen alleen kun je de shopper niet binden aan je winkel, en ook niet aan je product, stelt Lies Ellison-Davis. Zij is verantwoordelijk voor ‘shopper marketing’ in het ‘Customer Development and Shopper Marketing’ team van FrieslandCampina. ‘We moeten de beleving van het winkelen verbeteren.’
Lies Ellison. Foto: William Hoogteyling
December 2012
Focus op de ‘shopper’ Als het aan Lies Ellison-Davis ligt, leidt ‘shopper marketing’ tot een win-winsituatie voor producent, winkelier en de shopper zelf. ‘We weten dat consumenten veel keuzes pas maken als ze daadwerkelijk voor het schap in de winkel staan, ook al hebben ze van tevoren nagedacht over wat ze nodig hebben. Vaak besluiten ze in de winkel uiteindelijk welk product, merk, smaak of welke verpakkingsgrootte ze in hun winkelwagen of winkelmandje doen. Dat betekent dat je in de winkel veel invloed kunt uitoefenen op de aankoopbeslissingen van de consument. Wordt het op de juiste plaats, tegen de juiste prijs, met de juiste verpakking aangeboden? Valt ons product voldoende op en verleidt het de shopper vervolgens om het te kopen? Dat is in feite waar shopper marketing (ook wel trade of customer marketing genoemd) om draait, een vakgebied waar we nog veel winst mee kunnen behalen.’ Verleiden Stel je een gemiddelde supermarkt voor: zelfbediening. Je zoekt je eigen weg, je eigen product, je eigen maaltijd. ‘Daarbij hanteren winkeliers meestal een product- of merkgedreven indeling; groente staat bij groente, zuivel in een koelschap, vlees apart, en een ieder van die schappen is vervolgens op merk of prijsklasse ingedeeld. Dat verleidt de shopper niet tot het doen van meer aankopen. Je zou producten ook naar leeftijd van de consument kunnen groeperen: producten voor kinderen, producten voor ouderen. Of naar gebruiksmoment: producten voor het lekkerste ontbijt, producten voor een avond genieten. Je kunt producten toespitsen op etnische groepen: Aziatisch koken, Italiaans koken, de Turkse keuken, de mogelijkheden zijn eindeloos. Waarbij in plaats van prijs, veel meer de beleving van het product centraal moet staan: zien, proeven, ruiken. Zo breng je de emotie en het plezier
December 2012
Via ‘shopper marketing’ verschaffen producenten en winkeliers zich inzicht in het gedrag van ‘shoppers’ in de winkels. Die kennis wordt gebruikt om beter in te spelen op de behoeften van shoppers. Hoewel cijfers per productcategorie en land verschillen, wijst het meeste onderzoek naar soortgelijke aantallen:
Een ‘wereld’ team Het global Customer Development & Shopper Marketing team staat onder leiding van Jan Hordijk. Het team is actief voor Consumer Products Europe, Consumer Products International en Cheese, Butter & Milkpowder. Het team bestaat uit Eric van Blanken, Joost Schaaff, Ronald Holzer, David Heijkoop en Luc Wong in Europa; Kylie Gleeson en Michelle Sangiuliano in Azië, en Lies Ellison-Davis die wereldwijd werkt.
terug in de winkel, waarbij shoppers automatisch minder naar prijs gaan kijken. En dat leidt ertoe dat shoppers met een voller wagentje de winkel uitgaan.’ Lies Ellison realiseert zich heel goed dat lage prijzen voor shoppers aantrekkelijk zijn. En voor sommigen ook broodnodig. ‘Maar niet voor alle shoppers is een lage prijs doorslaggevend. Teveel focus op lage prijzen is slecht voor de branche. Bij wasmiddelen zie je dat heel sterk. Er is zo lang gestunt met merk-wasmiddelen, dat shoppers op den duur nog maar zelden de volle prijs voor een wasmiddel betaalden. Dat heeft een gewenning aan lage prijzen opgeleverd en uiteindelijk gezorgd tot een dramatische verlaging van de winstgevendheid van de categorie zelf. Deze trend zie je nu ook in de meeste andere productcategorieën – waaronder zuivel. ’ Shopper kennis Alle kennis over het verleiden van de shopper begint met inzicht in het waarom, waar en wan-
Spark 11
neer hij of zij boodschappen doet, en hoe er keuzes worden gemaakt. Niet alleen op de winkelvloer, maar ook via internet. ‘Steeds meer supermarktketens experimenteren met virtueel boodschappen doen. Tesco (een grote supermarktketen uit het Verenigd Koninkrijk) biedt aan vakantiegangers een app aan waarmee ze een basisassortiment boodschappen kunnen bestellen zodat de koelkast niet leeg is bij thuiskomst. Tesco is heel ver in het nadenken over behoeften van shoppers. Het integreren van zulke kennis in het commerciële denken bij FrieslandCampina staat centraal in de missie van ons team. De strategieën die wij daaruit ontwikkelen, richten zich niet alleen naar de huidige situatie, maar ook op hoe het boodschappen doen er in de toekomst uit gaat zien en hoe we daar nu al op in moeten spelen’. Het team van ‘shopper marketing’ werkt wereldwijd en leidt of ondersteunt op dit moment tal van projecten; van strategische samenwerking met winkelketens in Hongkong
tot uitbreiding van distributie onder kleine winkeliers in Indonesië. Hierbij staat de goede samenwerking tussen het wereldwijde ‘shopper team’ en de lokale teams centraal. ‘Er is een enorme behoefte onder collega’s om gezamenlijk beter te presteren op de winkelvloer. Dat gebeurt niet van de ene op de andere dag. We denken na over waar we in 2020 willen staan. En daar werken we nu aan.’
Rond 70 procent van alle keuzes voor een bepaald product, merk of variant wordt pas voor het winkelschap gemaakt. Rond 60 procent van supermarktaankopen wordt gedaan zonder dat men dat van plan was, impulsief dus. Rond 5 procent van de consumenten kiest altijd voor hetzelfde merk in elke productgroep.
12 Spark
December 2012
Cheese Factory Volendam De ‘Cheese Factory’ is een belevenis op zich. Foto‘s: FrieslandCampina
‘We zijn de grootste kaasproducent van Europa en we staan met onze merken symbool voor de beste kwaliteit Nederlandse kazen. Met al het goede van melk, puur natuur en op authentieke wijze gemaakt’, vertelt Mathilde van der Vliet, international marketingmanager bij Cheese Specialties. ‘Er worden voornamelijk grote groepen toeristen ontvangen, maar de winkel is natuurlijk open voor iedereen. In de kelder is een kaasmakerij en een museum. Consumenten kunnen daar van alles te weten komen over kaas, kaas kopen en ze vinden er natuurlijk bijna het hele assortiment aan kaas van de merken Royal Hollandia en ‘A Dutch Masterpiece’, die we voornamelijk buiten Nederland verkopen. De winkel fungeert echt als vlaggenschip. Een plek waar wij consumenten kennis kunnen laten maken met de wereld van kaas, maar waar we ook andere belangstellenden mee naar toe kunnen nemen. Een bezoek aan deze winkel is een heel andere manier van kennis maken met kaas en kaas kopen. Wij proberen kaas op een heel andere manier te presenteren en het bijzondere van dit product over te dragen op de bezoeker.’
Een andere winkel, zo kun je ‘Cheese Factory’ in Volendam rustig noemen. Een belevenis op zich. In dit toeristische dorp aan de oevers van het Markermeer, heeft World of Delights (de organisatie achter de succesvolle keten van winkels op Schiphol Airport) een kaaswinkel geopend. FrieslandCampina is een strategische partner in deze samenwerking.
‘Een melkveehouder maakt een live verbinding met de iPad en laat in realtime zijn boerderij zien aan klanten ‘aan de andere kant’. Zij zien en leren over de koeien, de kwaliteit van het voer en hoe de melk wordt geproduceerd. Door de iPad mee te nemen door het bedrijf, ‘lopen’ klanten digitaal door de boerderij en ervaren ze de kern van onze organisatie’, zegt Nektarios Misios, senior brand manager IFT (baby & kindervoeding) bij FrieslandCampina Export.
December 2012 Consumer Products International
Spark 13
Foto links: het ‘iFarm-team’ met van links naar rechts: Nektarios Misios, boer Bart Holtrop, Miriam Contreras Fernández, Patrick Duin en
iFarm:
Karina de Vries. Foto onder: Melkveehouder Bart Holtrop presenteert zijn koeien graag aan klanten overal ter wereld. Foto‘s: Ewout Staartjes
het van gras tot glas verhaal gaat ‘live’ de wereld over ‘We hebben iFarm nu uitgeprobeerd in Mexico en Panama. Het was een groot succes’, zegt Patrick Duin, regionaal manager Americas voor IFT/DBB/Branded Cheese. ‘In Panama hadden we een merkintroductie van Friso waarbij medische opinieleiders aanwezig waren. We lieten hen iFarm zien, wat leidde tot enthousiaste reacties. Ze realiseerden zich dat het blik Friso wat ze aan moeders aanbevelen en in de supermarkten en apotheken zien, niet alleen een poeder is, maar een natuurlijk product. Niet zomaar een product, maar een product waar hard werk aan vooraf gaat, wat onze leden-melkveehouders vol passie doen.’ Lid-melkveehouder Bart Holtrop werkt graag mee aan iFarm: ‘Het is super om mijn koeien en mijn boerderij aan anderen van over de hele wereld te laten zien. Door iFarm realiseer ik me dat ik niet zomaar liters melk produceer, maar dat mijn melk belangrijk is voor de groei en ontwikkeling van kinderen wereldwijd! Ik ben hier erg trots op en het maakt mijn dagelijkse werk nog waardevoller.’
tot glas verhaal zien aan onze klanten. Onze leden-melkveehouders laten hun werk en product direct zien, wat vertrouwen en geloofwaardigheid creëert. We verbinden dit continu aan onze communicatie over hoe de koeien voor ons onverteerbaar gras omzetten naar een glas vol waardevolle voedingsstoffen. Met onze productie in de hele keten onderscheiden we ons van onze concurrenten. Dit helpt ons om sterke posities op te bouwen in (nieuwe) markten.’ De volgende stap Nektarios heeft het idee van iFarm ook al gepresenteerd aan collega’s in Azië. ‘Ze zijn erg enthousiast. iFarm kan flinke toegevoegde waarde voor de merken daar bieden. Dit wordt waarschijnlijk de volgende stap voor FrieslandCampina Export!’
Over FrieslandCampina Export De missie van de werkmaatschappij FrieslandCampina Export is het positioneren van merken voor zuivelproducten voor consumenten in markten in landen buiten Europa, waar FrieslandCampina nog niet lokaal aanwezig is met een organisatie. Sinds juni 2012 is de FrieslandCampina Exportorganisatie gevestigd in Wolvega. Vanuit Wolvega worden consumentenproducten naar meer dan 100 landen wereldwijd geëxporteerd.
Kijk op intranet voor meer informatie over iFarm! Je vindt hier meer achtergrondinformatie, foto’s
Van gras tot glas Karina de Vries, marketing manager IFT, vertelt: ‘Met iFarm laten we het van gras
en video’s: http://our.frieslandcampina.biz/projects/ iftglobalcategory/iFarmdemo/default.aspx
14 Spark
December 2012 Consumer Products International
SEANUTS:
Onderzoek onder kinderen naar voeding en gezondheid in Zuidoost-Azië
SEANUTS staat voor South East Asia Nutrition Survey. Het is voor het eerst dat zo’n uitgebreid onderzoek is gedaan naar de eetpatronen van kinderen in Zuidoost-Azië en de voedingsstoffen die zij binnenkrijgen. Anne Schaafsma, manager nutrition & clinical trials IFT (Infant and Toddler Nutrition), vertelt over de omvangrijke studie.
Tekort aan vitamine D en calcium: ‘verborgen honger in Maleisië’. In Maleisië blijken kinderen een tekort te hebben aan vitamine D en calcium: 1 op de 2 kinderen heeft een vitamine D tekort (gebaseerd op de Recommended Nutrient Intake (RNI) zoals bepaald door het Maleise Ministerie van Gezondheid) De helft van de kinderen heeft een tekort aan calcium Vitamine D en calcium zijn belangrijke stoffen voor sterke botten en tanden. Vitamine D zorgt ervoor dat je botten calcium opnemen. De belangrijkste bron van vitamine D is zonlicht: onder invloed van zonlicht wordt de stof in je huid aangemaakt Calcium krijg je vooral binnen door zuivelproducten te eten zoals melk en kaas Foto‘s: Shutterstock
Hoe het begon De studie vond plaats onder ruim 16.000 kinderen in vier landen: Indonesië, Maleisië, Thailand en Vietnam. Het onderzoek is uitgevoerd door lokale universiteiten, met financiële steun van Friesland– Campina (zie kader voor meer kenmerken). Een grootschalig onderzoek in vier landen onder kinderen, dat organiseer je niet zomaar. Anne Schaafsma vertelt over hoe het begon: ‘We zijn al eind 2008, begin 2009 begonnen met de opzet. Het besef dat we in veel markten onze producten afzetten, maar tegelijkertijd weinig kennis hebben van de voedingspatronen en de behoeften drong toen steeds meer door. Vanuit dat besef ontstond het idee om, met het oog op kindervoeding, een onderzoek op te zetten in Maleisië.’ ‘In Maleisië konden we in samenwerking
met het UKM (zie kader) een project starten. Al snel bleek dat ook universiteiten in andere landen interesse hadden. Zo konden we het onderzoek uitbreiden naar de drie andere landen in Zuidoost-Azië. Met een klein team hebben we de klus geklaard. Daarbij verdienen Panam Parikh en Ilse Tan-Khouw een eervolle vermelding! Zij hebben hard meegewerkt aan de strategie, controle van data, publicatie, organisatie van de congressen, etc. Dat we het onderzoek nu aan de buitenwereld presenteren, is natuurlijk spannend en ook iets om trots op te zijn.’ Resultaten ‘In het onderzoek kijken we vooral naar voedingsstoffen die kinderen binnen krijgen. We zien bijvoorbeeld welke stoffen ze te weinig innemen; de zogenaamde deficiënties. Voorbeelden daarvan zijn vitamine D en calcium (zie pagina 14). Ook kijken we naar elementen als gedrag en hersenontwikkeling: hoe lang kunnen kinderen zich concentreren en hoe actief zijn ze? We hopen hier natuurlijk verbanden tussen te ontdekken, waar we ook in onze producten wat mee kunnen.’ ‘Naast de tekorten zien we in Zuidoost-Azië ook een toename van overgewicht en obesitas.’ Globalisering en verstedelijking zijn waarschijnlijk belangrijke oorzaken. Waardevolle data ‘Wat het onderzoek ons vooral biedt, is een enorme schat aan informatie. We hebben nu heel veel data verzameld, wat nooit eerder op deze schaal in die regio is gedaan. Een onderzoek met vergelijkbare omvang, tegelijkertijd uitgevoerd in vier landen, is er volgens mij niet.’ ‘Ook overheden en NGO’s (non-gouvernementele organisaties) zijn blij met de studie. De inzichten kunnen ze gebruiken voor beleid, voedingsstrategieën en voorlichting over gezonde voeding. De komende jaren zullen we verder werken met de data en zullen wij, maar naast ons ook de landelijke en lokale overheden, er nog veel meer uit halen.’ Investeren in gezondheid ‘Onze aspiratie is dat we wereldwijd mensen willen voorzien van belangrijke voedingsstoffen uit natuurlijke zuivel. Als voedselproducent investeren we in gezonde voeding en willen we mensen helpen gezond te blijven.
December 2012 Consumer Products International
Spark 15
En: meten is weten, en als je weet wat er speelt, moet je er ook iets mee doen.’ ‘Deze studie biedt ons belangrijke informatie waarmee we onze producten kunnen verbeteren. Ideeën voor nieuwe producten leven ook al volop. Marketing zal met de resultaten van SEANUTS aan de slag gaan. Ook willen we SEANUTS als aanleiding gebruiken om in contact te blijven met overheden, NGO’s, de gezondheidswereld en wetenschap.
‘Meten is weten, en als je weet wat er speelt, moet je er ook iets mee doen’ Maar we zijn wel terughoudend met het delen van de uitkomsten; want ook de concurrentie staat te trappelen om de resultaten in te zien.’ SEANUTS2? Anne ziet het liefst in de toekomst een dergelijk onderzoek, of op iets beperkte schaal, ook in andere landen waar FrieslandCampina actief is. ‘SEANUTS2, maar dan in Afrika, Oost-Europa of het Midden-Oosten. Graag!’
Kenmerken van de studie:
Leeftijd van de kinderen Grootte van de steekproef Universiteit Onderzoeksleider
Indonesië
Maleisië
Thailand
Vietnam
0.5 – 12 jaar
0.5 – 12 jaar
0.5 – 12 jaar
0.5 – 11 jaar
7200
3304
3100
2880
PERSAGI (Persautuan Ahli Gizi Indonesia)
UKM (University Kebangsaan Malaysia)
MAHIDOL (Mahidol University Thailand)
Vien Dinh Duong (National Institute of Nutrition)
Dr. Sandjaja MPH
Dr. Poh BK
Dr. Rojroongwasinkul N
Dr. Bao Khanh LN
16 Spark
December 2012 Consumer Products International
90 jaar Frisian Flag gecondenseerde melk in Indonesië Frisian Flag, het merk voor zuivelproducten van FrieslandCampina in Indonesië, viert zijn 90e verjaardag. Frisian Flag is deel geworden van het leven in Indonesië. De gezoete gecondenseerde melk heeft een stevig marktaandeel in het land. De verjaardag van Sweetened Condensed Milk werd gevierd in zeven grote steden in Indonesië voor consumenten, distributeurs, verkopers en winkels.
nog steeds bekend onder de mensen, al generaties lang. Verbeterd Om aan de wensen van de consumenten tegemoet te komen, wordt gecondenseerde melk steeds verbeterd. Niet alleen in verpakkingen, maar ook in voedingswaarde en smaak. Negen van de tien moeders kiest Sweetened Condensed Milk (SCM) van Frisian Flag om het hele gezin van gezonde voeding te voorzien. Er zijn drie varianten op de markt, SCM Gold, SCM Chocolate en Sweetened Condensed Milk. SCM Gold is een premium product met een hoge voedingswaarde, waarbij het gebruik van verse melk van lokale boeren een belangrijke pre is. FrieslandCampina Indonesia is een echt Indonesisch zuivelbedrijf, met een marktaandeel van ruim 30 procent in het land. In de categorie SCM leidt het de markt met maar liefst een twee derde marktaandeel.
De viering van het jubileum in zeven grote steden was een feestelijke gebeurtenis. Foto: FrieslandCampina
Gezoete gecondenseerde melk onder het merk Frisian Flag kwam in 1922 voor het eerst op de markt en wel in de stad Batavia. In 1968 sloot de toenmalige Coöperatieve Condensfabriek Friesland een samenwerking met een lokaal bedrijf en in 1969 startte men met de bouw van de fabriek in Pasar Rebo. Die fabriek begon in 1971 met de productie van gezoete, gecondenseerde melk voor de consumentenmarkt in Indonesië. Het product werd ter plekke bekend als ‘Soesoe Tjap Bendera’. In de afgelopen 90 jaar bleef gecondenseerde melk uitstekend overeind. Niet alleen vanwege de unieke kwaliteiten van de producten, maar ook door de marketingstrategie en de vernieuwende manier van promotie voeren. De jingle ‘Susu Saya Susu Bendera’ van de reclame is
Veel gasten Het jubileum werd gevierd met duizend business partners, van consumenten tot aan grote winkels. In zeven grote steden zijn in de laatste week van september en de eerste weken van oktober activiteiten geweest om aandacht te schenken aan het 90-jarig bestaan. In Medan, Palembang, Bandung, Yogyakarta, Surabya, Makassar en Jakarta. De succesvolle samenwerking en de harmonie tussen FrieslandCampina Indonesia en haar business partners zal hopelijk tot nog meer resultaten leiden.
Een recente studie laat zien dat Vietnamese kinderen hun analytische vaardigheden en probleemoplossend vermogen meer zouden moeten ontwikkelen. Dit inspireerde onze collega’s in Vietnam om Dutch Lady School Smart te introduceren – de eerste vloeibare melk op de Vietnamese markt met waardevolle voedingsstoffen zoals Omega 3 en Omega 6, die belangrijk zijn voor de cognitieve ontwikkeling van kinderen*.
December 2012 Consumer Products International
Vietnam: klaar voor een slimmere generatie Een studie van het Vietnamese Institute for Educational Research (IER) in mei 2012 toonde aan dat ‘meer dan 80% van de Vietnamese leerlingen nog steeds niet voldoende beschikt over analytische vaardigheden en probleemoplossend vermogen’. Dit wordt toegekend aan het onderwijssysteem waar lesgegeven wordt uit tekstboeken, waardoor de informatie-uitwisseling vooral bestaat uit eenrichtingsverkeer. Dit moedigt kinderen niet aan om hun observatie en denkvermogen te vergroten. Wanneer ze later in het echte leven problemen tegenkomen, zijn Vietnamese kinderen vaak niet in staat adequaat te reageren en niet flexibel genoeg. Aan de andere kant, speelt ook voeding een belangrijke rol bij de cognitieve ontwikkeling (cognitief is het vermogen om te leren. red.) van kinderen. Voeding als oplossing Onze collega’s van FrieslandCampina Vietnam zijn ingesprongen op dit probleem en hebben Dutch Lady School Smart geïntroduceerd - de eerste melk op de Vietnamese markt waaraan waardevolle voedingsstoffen zoals Omega 3 en Omega 6 zijn toegevoegd, die belangrijk zijn voor de cognitieve ontwikkeling van kinderen. Het product is zeer geschikt voor ouders die een passende manier zoeken om hun kinderen deze waardevolle voedingsstoffen te bieden.
Een online speeltuin ‘Ai Ben Nhay Hon?’ is de naam van de eerste nationale online game in Vietnam waarmee kinderen hun alertheid en intelligentie kunnen testen. De online game, bedacht door Dutch Lady School Smart en Hội Đồng Đội (een landelijke jeugdorganisatie), is een praktische speeltuin waar kinderen kunnen oefenen en wedstrijdjes kunnen spelen. Ze gebruiken dan niet alleen hun kennis uit tekstboeken, maar juist ook hun probleemoplossend vermogen en hun analytische vaardigheden. Zeven weken voor de introductie van Dutch Lady School Smart, deden al 83.000 kinderen van 2.388 basisscholen in het hele land mee aan de online game! Doe ook mee en daag je kinderen uit om hun alertheid en intelligentie te testen op www.aibennhayhon.com (website is in het Vietnamees).
*
De regelgeving rondom voedingsclaims van
zuivelproducten is per werelddeel anders geregeld.
Spark 17
In de top 10 van de beste tv-reclames in Vietnam! Op de Vietnamese ranglijst ‘de 10 meest gewaardeerde tv-reclames’ staat de reclame van Dutch Lady School Smart in de top 10! Dit blijkt uit onderzoek van Nielsen Vietnam, een onderzoeksbureau voor media en consumentengedrag.
Bovenste foto: Huynh Nhat Huy – Klas 4/3 Cao Ba Quat basisschool, Phu Nhuan District, Ho Chi Minh City – houdt van het spelen van educatieve online games. Hij scoorde 100/100 in de ‘Ai Ben Nhay Hon?’ wedstrijd en werd winnaar van de week. Foto‘s: FrieslandCampina
18 Spark
December 2012
December 2012
Consumer Products International
Consumer Products International
Continu verbeteren in Nigeria:
Audit geslaagd ‘Een uitstekend resultaat’, zo luidde de beoordeling na de eerste audit die bij FrieslandCampina WAMCO Nigeria is gedaan in het kader van ‘Continuous Improvement’. De uitkomst van de audit was positief. De hernieuwde start van ‘continu verbeteren’ via WCOM is voortvarend aangepakt door de collega’s in Nigeria.
Om werkelijk succesvol te zijn met ‘continu verbeteren’, heb je alle medewerkers in een productiebedrijf nodig, dat realiseerde het management van WAMCO Nigeria zich goed toen besloten werd om ‘continu verbeteren’ nieuw leven in te blazen. Tot nu toe was het systeem wel in bepaalde afdelingen van de fabriek toegepast, maar niet door het hele bedrijf heen. De medewerkers zijn aan de slag gegaan met zes pilaren uit het WCOM-systeem. Autonoom management, Planmatig Onderhoud, Progressieve Kwaliteit, Gericht Verbeteren, Training & Opleiding en Safety. Die zes pilaren helpen bij het realiseren van de doelstellingen die het bedrijf zichzelf heeft gesteld, zoals het doorlopen van het ACE-traject (A Competitive Edge). Via het ACE traject werkt men aan de verlaging van de conversiekosten (alle kosten die nodig zijn om melk en/of ingrediënten te verwerken tot producten). In Nigeria heeft men te maken met een spectaculaire volumegroei van de omzet. Om aan de groeiende vraag te kunnen voldoen, vindt een flink investeringsprogramma plaats. Dat vraagt veel aandacht, net als verbeteren van de voedselveiligheid en de algemene veiligheid vraagt aandacht. Eigenaar WCOM is geen doel op zich, WCOM is een manier van werken, een middel
om doel van “World Class” te bereiken, aldus Harco de Jager, Program Manager Continuous Improvement Corporate Supply Chain, die de audit in Nigeria heeft afgenomen. De productie in Nigeria is geconcentreerd in de hoofdstad Lagos. De locatie telt als het ware drie verschillende fabrieken: een poederfabriek, een
blikfabriek en een fabriek voor geëvaporeerde melk onder de merknaam Peak. Peak is een belangrijk zuivelmerk in Nigeria. ‘Een van de doelen die men wilde halen was dat operators zich eigenaar gaan voelen van hun machine. Dat ze de verantwoordelijkheid nemen om hun machine schoon te maken, te onderhouden en waar nodig te verbeteren. Met ongeveer 1000 medewerkers in de productie, hebben ze de Autonoom Management Pilaar in drie verschillende delen gesplitst, voor elke fabriek een. Als je ziet hoe-
Audit in de plant in Lagos: voortvarend werk van de collega's in Nigeria. Foto's: FrieslandCampina
Spark 19
veel vaart er wordt gemaakt met het invoeren van Autonoom onderhoud, dan geeft dat vertrouwen in het doel dat WAMCO Nigeria hiermee wil bereiken.’ Kennis verbeteren In de LUPP afdeling, waar sachets met geëvaporeerde melk worden afgevuld, wordt duidelijk dat de medewerkers niet alleen in staat zijn om World Class in te voeren, maar ook om het in stand te houden. Daarnaast hebben de medewerkers van de EVAP-afdeling laten zien dat met goed onderhoud ook oudere machines nog goed kunnen blijven functioneren. ‘Vanuit het oogpunt van onderhoud was het een uitdaging om de machines terug te brengen in goede condities na de gebeurtenissen van het afgelopen jaar. Toen werd Nigeria geplaagd door overstromingen waar ook het bedrijf in Lagos door getroffen werd. De hele fabriek was door een overstroming voor 1,5 meter onder water gelopen en er was een enorme inspanning nodig om de fabriek binnen 16 dagen weer draaiende te hebben. De technische dienst werkt aan structurele verbeteringen. Dat brengt ook met zich mee dat medewerkers hun eigen kennis en vaardigheden moeten verbeteren. Vandaar dat de pilaar ‘Training & Education’ ook geïntroduceerd is en medewerkers verder opgeleid kunnen worden in ‘autonoom onderhoud’, vertelt Harco de Jager. Veilig werken WAMCO werkt intussen hard gewerkt aan het verbeteren van de veiligheidssituatie. Alle medewerkers zijn getraind op het gebied van ‘safety awareness’. ‘De veiligheidssituatie in het bedrijf is enorm verbeterd’, aldus Harco de Jager. ‘Maar in een land als Nigeria krijgt het begrip ‘veiligheid’ een andere dimensie, op dit moment is het op veel plaatsen helaas onveilig. Vandaar dat het bedrijf continu met veiligheid moet bezig zijn, zowel binnen als buiten de poort.’
20 Spark
WEI-team van FrieslandCampina ‘fruitbased’ maakt energie los voor energiebesparing
December 2012 Consumer Products International
Friesland Campina Thailand sponsort seminar Veel bezoekers bij het congres ‘The miracle of food and healthy lifestyle’. Foto: FrieslandCampina
Het was niet de minste gast die de opening verrichtte voor het 6e ‘Thailand Congress of Nutrition’: Prinses Maha Chakri Sirindhorn was aanwezig om het startsein te geven voor het congres over ‘The miracle of food and healthy lifestyle’. FrieslandCampina Thailand was een van de sponsoren van dit congres. Belangrijke sprekers leverden een bijdrage aan het programma dat vooral gericht was op het verspreiden van kennis over melk als een van de meest voedzame producten voor mensen. Ook de productieketen van melk kwam daarbij aan de orde, van de boerderij tot aan de productie. Managing director Chanin Archjananun van FrieslandCampina Thailand, was een van de sprekers. De 500 deelnemers aan het congres, academici, onderzoekers, vertegenwoordigers van landbouworganisaties, artsen, voedingskundigen en studenten, gaven zeer positieve reacties na afloop.
Uitreiking Toon van Hooijdonk Award in Thailand
Vlnr. Cees ‘t Hart, Chanin Archjananun, Toon van Hooijdonk en Jan Bles. Foto: FrieslandCampina
Chanin Archjananun, managing director van FrieslandCampina Thailand, mocht onlangs de ‘Toon van Hooijdonk’ Award in ontvangst nemen. De prijs werd toegekend aan de collega’s in Thailand voor de ‘Good Campaign’ die zij in Thailand hebben gevoerd. In 2011 hebben ze 1.6 miljoen Thaise consumenten bereikt met drie initiatieven: het ‘Foremost Health Check Caravan’, ‘The wonder of dairy’ en de Foremost Kids School Tour. De prijs wordt ieder jaar toegekend voor initiatieven die de boodschap van ‘Al het goede van melk’ uitdragen; projecten die zich bewegen op het snijvlak van gezonde voeding van duurzame zuivel in de hele productieketen. De prijs is genoemd naar professor Toon van Hooijdonk als een eerbetoon aan al het werk dat hij heeft verricht om het publieke bewustzijn over de goede eigenschappen van zuivel te vergroten. De prijs bestaat uit een glazen koe met een koeienbel om. Ieder jaar wisselt de prijs, maar de koeienbel met de naam van de winnaar erin gegraveerd, blijft bij de winnaars.
December 2012 Consumer Products Europe
Spark 21
De afspraak is met twee medewerkers in de fabriek van ‘Fruitbased’ in Ede. Als de deur van de vergaderruimte openzwaait, zit daar een gemêleerd gezelschap. Kenmerkend voor de manier waarop ze bij het productiebedrijf in Ede tot twintig procent energiebesparende maatregelen kwamen, legt medewerker Kwaliteit, Arbo en Milieu René Tielen uit: ‘Dat hebben we als team gedaan; dan dit interview erover ook.’ Tussen de zes mannen aan tafel ontbreekt Sylvia Boot, Utility beheerder bij de fabriek waar vruchtensappen en dranken worden geproduceerd, zoals Appelsientje en Extran. Sylvia is initiatiefneemster van dit Water Energie Impact-team (WEI-team). René over de aanleiding voor de oprichting: ‘Sinds 2005 gebruiken we zeven procent minder energie in Joule per geproduceerde liter sap. Dat had het dubbele moeten zijn, willen we de doelstelling van minus dertig procent in vijftien jaar tijd halen.’ Het besparingsresultaat werd gedrukt door 6.000 m2 nieuwbouw, die energie verslond. ‘Maatregelen, zoals een briefje bij de schakelaar om het licht uit te doen, hadden onvoldoende effect’, verklaart Wilco Berger, die in het distributiecentrum werkt. ‘Weinigen waren zich bewust van hoeveel energie we hier dagelijks gebruiken; laat staan van het doel te minderen.’ Jelle van der Weijgaert, controller: ‘Dit jaar spenderen we 1,8 miljoen euro aan water, gas en elektriciteit. Eén procent bespaart 18.450 euro.’ Iets moest anders, wist Sylvia, toen haar gevraagd werd het Energie Efficiency Plan (EEP) 2013-2016 te schrijven. Ze wilde het ‘samen met de medewerkers doen’. Dat werd het WEI-team;
Het WEI-team, zonder Sylvia Boot en Marcel Vorst, bij één van de sap afvulmachines op de productielocatie in Ede (Nederland). Foto's: William Hoogteyling
22 Spark
Mike Hooyer bij de stoomcondenspotten voor pasteurisatie. ‘Door afdekken en warmte vasthouden van de hoofdverhitter, en het vervangen van bepaalde stoomcondenspotten, is in dit proces naar schatting vier procent minder energie nodig.’ Een van de meest besparende maatregelen uit het plan.
December 2012 Consumer Products Europe
met mensen uit verschillende lagen en geledingen van de vestiging. Rond de tafel klinkt het: ‘Nu is er meer betrokkenheid bij de besparingsdoelstelling, bij het plan en alle voorgestelde maatregelen.’ Het nieuwe vierjarenplan belooft meer dan de normbesparing plus het inlopen van de achterstand. De installatie van het WEI-team begin 2012 was het startsein om overal in het bedrijf ideeën voor energiebesparende maatregelen op te halen. ‘Elk teamlid begeleidde een of meer afdelingen’, zegt Bob van Scherrenburg, projectmanager. ‘Hierdoor kwamen de ideeën los.’ Mike Hooyer, verantwoordelijk voor Processing, ging bij ploegwisselingen de productievloer op: ‘Ik introduceerde het WEI-team en legde uit dat we een EEP maakten, dat beter zou worden met hun hulp en ideeën.’ Via invulformulieren, e-mails, brainstormsessies en vergaderingen, werden suggesties opgehaald. Het leverde 460 ideeën op, vaak dezelfde, om op water en energie te besparen. Bob somt op: ‘Sensoren voor het licht in de kleedkamers en bij het water om handen te wassen.’ Mike noemt het isoleren of terugvoeren van restwarmte: ‘Elke dag ontsnapt er stoom uit de pasteurs en collega’s zagen besparingsmogelijkheden bij de stoomcondenspotten.’ ‘En natuurlijk de zonnepanelen op het platte dak’, glimlacht Wilco, ‘die zijn heel vaak genoemd.’ Eddy van Dijk, operator, wijst op het uitzetten van machines wanneer dat kan: ‘Bij langdurige storingen of productwissels blijven ze op hoge temperatuur draaien. Net als de ventilatoren voor de aanvoer van gefilterde lucht. Dat kan een paar uur duren, zonder dat er één pak sap uitkomt.’ Dat scheelt elektriciteit; dertien vullijnen stand-by zetten bij storingen of wachttijden. Bewuster Na het clusteren en ontdubbelen van alle suggesties, bleven er 290 over. Samen met een externe energieconsultant, stelde, selecteerde Sylvia per afdeling de maatregelen met de beste besparingsvooruitzichten. WEIteamleden vroegen elke afdelingsverantwoordelijke de vijf belangrijkste en meest realistische aan te geven. ‘De lijnmanagers zijn hier bewust bij betrokken’, geeft René aan. ‘Zij hebben straks een rol bij de uitvoering.’ De overgebleven maatregelen, 47, zijn in detail doorgerekend. Jelle over de criteria: ‘Energie-investeringen moeten binnen vijf jaar terugverdiend zijn. De opbrengst, energiereductie, moet minstens 0,1 procent zijn.’ ‘Zonnepanelen vielen daardoor meteen af’, zegt Wilco voor wie dat geen verrassing was. ‘Dat lijkt zo simpel en effectief. Maar 8600 m2 plat dak volleggen kost ruim 1,3 miljoen euro. Die investering terugverdienen, duurt te lang.’ Het EEP bevat vijftien topbesparingsmaatre-
December 2012 Consumer Products Europe
gelen om de komende vier jaar uit te voeren. René: ‘Het plan is goedgekeurd door de fabrieksleiding en het management team, en ingeleverd bij het central office. Het ligt ook ter goedkeuring bij de overheid, de gemeente Ede.’ Aan tafel blikt het team terug: ‘Water en energiebesparing staan echt op de agenda’, zegt Mike. Bob is verrast door het berekende besparingspotentieel: ‘Hoe kunnen we nog meer besparen, dacht ik, we deden al zoveel.’ De bottom-up aanpak maakt volgens hem het verschil. Eddy knikt instemmend. Wilco: ‘De kennis was er allang. Wij hebben die alleen opgehaald en verzameld, om er echt wat mee te doen.’ Wat het WEI-team betreft, kan de uitvoering van alle water- en energiebesparende maatregelen beginnen. ‘Maar niet perse dóór het WEI-team’, haast René zich te zeggen. ‘De lijn pikt dit nu op. Als we onszelf kunnen opheffen, zijn we geslaagd.’ Convenant De Nederlandse overheid en partijen in de zuivelindustrie hebben een convenant getekend om in 2020 dertig procent minder water en energie te verbruiken dan in 2005. De afspraken daartoe worden vastgelegd in een vierjarenplan, het Energie Efficiency Plan. De besparingsnorm is twee procent per jaar. Duurzaamheid staat aan de basis van FrieslandCampina, een fundament uit route2020: Minder energie verbruiken en klimaat neutraal groeien. FrieslandCampina Fruitbased, onderdeel van Consumer Products Europe, Branded Nederland/België, gaat de komende vier jaar voor minus twintig procent. Jelle: ‘In het budget van 2013 zijn de maatregelen al ingecalculeerd.’ In Ede zijn ze er klaar voor.
Spark 23
Op de foto rechts Wilco Berger van het WEIteam. Hij krijgt de nieuwe armaturen in handen van een monteur van de fa. Linthorst. Foto's: William Hoogteyling
‘Alle kennis was er allang. Wij hebben die verzameld om er echt wat mee te doen.’
24 Spark ‘Vroeger werd autonoom onderhoud meer van bovenaf opgelegd,’ zegt supply chain director Acronius Hettinga. ‘De nieuwe aanpak is gebaseerd op ‘eigenaarschap’. AM-teams zetten hun kennis en kunde in om met oplossingen en standaarden te komen waarvan ze weten dat ze in de praktijk ook haalbaar zijn. Medewerkers worden geprikkeld om mee te denken en voelen zich op die manier medeverantwoordelijk. Met de Total Clean Out en het opzetten van een AM-team is operatie Back on Track afgerond. Back on Track zorgde ervoor dat veiligheid weer topprioriteit werd, de kwaliteit weer voldeed aan de standaard en de prestaties sterk zijn verbeterd. Bovendien is er geïnvesteerd in de relaties op de werkvloer: hoe we met elkaar om willen gaan en hoe we dat gaan doen. De Way We Work-sessies hebben daar een belangrijke rol in gespeeld. Nu is het tijd de behaalde verbeteringen te borgen en verdere verbeteringen in te zetten. Onder die intentie heeft iedereen letterlijk zijn handtekening gezet.’
Foto’s Rob Oostwegel
December 2012
zal richten op de PE lijn 7, een productielijn waarmee alle producten worden afgevuld in 1-literflessen. De aanpak die voor die lijn wordt ontwikkeld – van schoonmaakstandaarden tot en met auditchecklists – zal de basis vormen voor de aanpak van alle productielijnen.
Consumer Products Europe
Lummen zet fors in op continu verbeteren Met de operatie ‘Back on Track’ hebben de medewerkers van de productielocatie in Lummen (België) de prestaties van het bedrijf sterk verbeterd. Nu richten ze zich op de volgende stap: dat continu blijven doen. Daarvoor is onder meer een Autonoom Management (AM)team opgezet, dat een pilot draait met één productielijn. Daarna worden ook de andere lijnen aangepakt. Een Total Clean Out, waarbij één lijn volledig wordt schoon gemaakt en kleine reparaties worden verricht, vormt de aftrap. Die wordt gecombineerd met de Process Kaizen Engineer (PKE) training. Al om zes uur ’s ochtends is de Total Clean Out van start gegaan. De medewerkers poetsen cilinders en veren, zemen ruitjes, spuiten transportbanden schoon. 24 uur lang wordt een complete productielijn onder handen genomen. Het doel is om op basis van de ervaringen schoonmaakstandaarden te ontwikkelen. De week na de oefening gaat die operatie van start. Parallel aan de Total Clean Out worden verbeterpunten in kaart gebracht. Vandaag is het de taak van de zeven deelnemers van de opleiding tot Process Kaizen Engineer, die leren hoe ze een AM-team kunnen begeleiden naar optimale prestaties. Ze komen van verschillende locaties: Aalter, Lutjewinkel, Limmen en Leerdam. Van de vestiging Lummen nemen Wim Delronge en Carlo Aerts deel. Zij zijn de teamleiders van het net opgerichte Lummense AM-team, dat zich met name
December 2012 Consumer Products Europe
Bevindingen vastleggen Na een korte instructie voegen de toekomstige PKE-ers, gewapend met checklists en camera’s, zich bij de schoonmakende collega’s. In vier groepjes – twee voor het vulgedeelte, twee voor het inpakgedeelte – letten ze bijvoorbeeld op welke onderdelen van de lijn moeilijk schoon te maken, te inspecteren of door te smeren zijn én maken ze een lijst van de bronnen van vuil. Daarbij moeten ze steeds ook aangeven wat mogelijke oplossingen zijn – op korte en op lange termijn - en wie verantwoordelijk is voor de uitvoering. Hebben ze een idee voor een One Point Lesson (een eenpuntsles), dan biedt een blanco pagina ruimte voor een instructietekening. Bovendien maakt elk team foto’s om de bevindingen te illustreren. Er wordt hard gewerkt en veel gediscussieerd. ‘Kan dat stoffige kapje er af? Waar komen deze roomrestanten vandaan? Hoe kunnen we voorkomen dat stof zich verzamelt?’ Het management van de plant, ook aanwezig, laat de verantwoordelijkheid aan de teams maar schrobt intussen net zo hard mee als de rest. ‘Continu verbeteren moet een vanzelfsprekend onderdeel zijn van ieders dagelijks werk,’ zegt Wim Delronge, naast AM-teamleider ook WCOM-coördinator in Lummen. Terug naar de bron De conclusies van de teams? Machines lijken vaak schoon, maar bij nadere beschouwing vind je dan toch stof of roomresten. Soms zitten veiligheid en handig schoonmaken elkaar in de weg. De trainer probeert iedereen steeds terug te brengen naar preventie: ‘Je kunt kijken hoe je een vuil onderdeel het beste schoonmaakt, maar beter is om te begrijpen hoe het kan dat het vuil wordt. Jullie hoeven niet alles op te lossen, als je maar probeert de oorzaak te achterhalen. Dan heb je een aanknopingspunt voor echte verbetering.’
Het productiebedrijf in Lummen is onderdeel van Consumer Products Europe en produceert lang houdbare (UHT) zuivelproducten voor de Europese markt voor foodservice en de consumentenmarkt. Voor de foodservice zijn dat onder meer klassieke en verbeterde room en desserts (met vanaf januari 2013 de nieuwe Mousse au Chocolat). Voor de consumentenmarkt slagroom in spuitbus (een Lummense uitvinding van Debic in 1972), meeneemflesjes Fristi en Cécémel en melkdrankjes en medische voeding in HDPE (thermoplastic) flesjes.
Spark 25
26 Spark
December 2012
December 2012
Consumer Products Europe
Consumer Products Europe
Bornem: ruim een jaar ongevallenvrij Ruim een jaar lang werd er op de productielocatie in Bornem (België), onderdeel van CPE, gewerkt zonder ook maar één ongeval met verzuim. Ghislain de Waele, SHE-manager en pilaarleider Veiligheid & Milieu, verklaart de succesingrediënten.
Operator Osie De Cock, lid van het verbeterteam Heffen & Tillen, bij het nieuw aangeschafte folie handling apparaat. Voorheen werden deze 35 kilo wegende rollen met de hand getild. Foto Kurt Vansteelant
‘We hebben zelf gepolst bij onze medewerkers: ‘Hoe komt het volgens jullie dat we het zo goed doen op het gebied van Safety? Dan horen we terug dat het heel erg helpt dat de leiding er veel meer dan vroeger mee bezig is. Van zonecoördinators en ploegleiders tot het management van de plant: ze hebben veiligheid op één staan.’ Observatierondes ‘Halverwege dit jaar zijn we gestart met observatierondes in nieuwe vorm. De medewerkers hebben de observatietraining gevolgd – vooral het oefenen met gesprekken vonden ze erg leerzaam - en er zijn doelen afgesproken. Elke week doet één plantteamlid volgens rooster minimaal vier observaties. De directe leidinggevenden één per maand per persoon. In die rondes kiezen we voor zoveel mogelijk variatie wat betreft werkplek en type werk. De doelstelling is nadrukkelijk: in gesprek gaan over waarom iemand iets op een bepaalde manier aanpakt. Sommige plantteamleden konden zo heel goede observaties doen op terreinen waar eigenlijk hun expertise niet ligt. De ‘geobserveerden’ voelen zo’n ronde eerder als betrokkenheid dan als bemoeienis. Inmiddels zijn er al ruim 100 observaties gedaan.’
Spark 27
Creativiteit ‘Onze veiligheidscampagne heet VIC, wat staat voor Veiligheid, Informatie, Communicatie. Die doelen worden gepersonifieerd door VIC, een levensgrote pop die op een paar plekken in de fabriek staat. Zo worden mensen steeds aan onze doelen herinnerd. Na een jaar campagne voeren willen we begin januari een grote quiz over veiligheid organiseren.’ Verbetervoorstellen ‘Met een speciaal VIC-formulier kunnen mensen verbetervoorstellen voor onveilige situaties indienen. Die wegen we op risico’s en bepalen wie het voorstel gaat uitwerken. Hoe groter het risico, hoe sneller iets uiteraard wordt aangepakt en hoe hoger de verantwoordelijkheid wordt gelegd. Er is flink wat budget vrijgemaakt voor verbeteringen in de fysieke werkomgeving, ook een signaal dat het ons ernst is. Bij de uitwerking van verbetervoorstellen spelen de verbeterteams binnen WCOM een belangrijke rol. Ik krijg zo’n tien voorstellen per maand binnen, en dat is een mooi aantal. We zinnen nog op goede manieren om te laten zien dat en hoe een verbeterpunt is aangepakt.’ Bedankjes ‘Toen we de 365 dagen haalden, hielden onze operations directeur Dirk Jan Hoekstra en onze plantmanager Lex André een speech waarin ze iedereen bedankten en complimenteerden. En uiteraard was er taart. Daarnaast kreeg iedereen een formulier mee om daarop een extra verbetervoorstel in te dienen, met twee bioscoopkaartjes of een veiligheidspakket als beloning. Bij de verbetervoorstellen duiken vaak dezelfde namen op. We proberen echter ook anderen nog actiever te betrekken. ’
28 Spark
December 2012
December 2012
Spark 29
Unilever en FrieslandCampina:
‘Partners to win’ Unilever en FrieslandCampina zijn overeengekomen dat zij nauw gaan samenwerken. Onlangs ondertekenden vertegenwoordigers van beide ondernemingen een zogenaamd Joint Business Development Plan. Op het gebied van productontwikkeling, innovatie, duurzame productie, het gebruik van verpakkingen en logistiek zullen Unilever en FrieslandCampina de komende jaren de krachten bundelen. FrieslandCampina is ‘preferred supplier’ geworden van Unilever voor zuivelingrediënten. Links Mark Taylor van Unilever en Roelof Joosten, business group director Ingredients ondertekenen het contract. Foto: William Hoogteyling
Jeroen van Esseveld is blij dat de handtekeningen zijn gezet. Daarmee is de samenwerking tussen Unilever en FrieslandCampina bezegeld. Unilever is niet over één nacht ijs gegaan als het gaat om die handtekening. Beide ondernemingen hebben de afgelopen jaren veel tijd en energie gestoken in deze overeenkomst. ‘Unilever heeft meer dan 100.000 leveranciers. Met
Eisen Jogé de Vries, kwaliteitsmedewerker bij Coöperatieve Zaken bij FrieslandCampina in Amersfoort, is nauw betrokken bij de beoordeling van melkveehouders van FrieslandCampina door Unilever. ‘Eerst is gekeken naar de overeenkomst tussen de zogenaamde sustainable agriculture code van Unilever en onze kwaliteitssystemen voor boerderijmelk. Die eerste beoordeling van twaalf melkveebedrijven gaf voldoende basis voor verdere stappen.’ Vervolgens werden willekeurig 116 melkveebedrijven van FrieslandCampina geselecteerd voor een zogeheten ‘selfassesment’. ‘In die beoordeling is de eigen code van Unilever naast Foqus planet gelegd (het systeem van FrieslandCampina) en naast de wettelijk eisen waar melkveebedrijven al aan moeten voldoen. De overeenkomsten zijn groot, maar op een aantal punten gaat de code van Unilever verder dan Foqus planet of de wettelijke eisen. Bijvoorbeeld op het gebied van biodiversiteit. Unilever wil graag weten wat onze melkveehouders op deze extra punten nu al presteren. Dat heeft geleid tot een lijst met veertig vragen. Die zijn door onze buitendienst aan de melkveehouders voorgelegd in een persoonlijk gesprek.’ Momenteel worden de gegevens uit deze enquêtes verzameld en verwerkt tot een rapport. De komende jaren zal Unilever de prestaties van melkveehouders van FrieslandCampina steekproefsgewijs blijven controleren. Ondertussen zal worden gewerkt aan een verdere afstemming tussen Foqus planet van FrieslandCampina en de code van Unilever. Jogé de Vries: ‘Het zou ideaal zijn wanneer beide systemen volledig op elkaar aansluiten. Zover is het echter nog niet.’
circa 40 van die 100.000 sluiten ze een Joint Business Development Plan af, een strategische samenwerkingsovereenkomst. Dat Unilever voor ons heeft gekozen, heeft voor een belangrijk deel te maken met het duurzaamheidsprogramma van FrieslandCampina. In de onderneming, maar vooral ook bij de ledenmelkveehouders’, aldus Jeroen van Esseveld. Als commercial director van Butter is Jeroen nauw betrokken geweest bij het afsluiten van deze overeenkomst. Hij is namelijk ook key account director voor Unilever. ‘FrieslandCampina heeft ervoor gekozen om in het business to business segment vijf grote klanten tot ‘key accounts’ te benoemen. Unilever is er daar één van. Vroeger werkten acht of negen werkmaatschappijen met Unilever. Dat hebben we via key accountmanagement samengebracht. Op hoofdlijnen werk ik samen met Unilever, maar FrieslandCampina Kievit bijvoorbeeld, doet zelf zaken met Unilever, net als de collega’s van andere werkmaatschappijen.’
kelen. Voor ons is dat aantrekkelijk omdat onze ingrediënten in Unilever’s producten verwerkt gaan worden. Hetzelfde geldt voor het verbeteren van verpakkingen en logistiek. Nu nog drogen wij zuivelstromen voor Unilever – zoals producten voor ijs – die vervolgens door Unilever weer opgelost worden. We kijken naar slimmere manieren om die ingrediënten bij Unilever te brengen. In de komende jaren willen we dat beide de omzet gaan verdubbelen. We willen als het ware de taart groter maken en een groter stuk van die taart krijgen.’
Veel kennis Als ‘preferred supplier’ is FrieslandCampina een strategische partner geworden van Unilever als het gaat om zuivel en zuivelingrediënten ‘We realiseren het ons misschien niet altijd, maar FrieslandCampina heeft enorm veel inhoudelijke kennis in huis over zuivel en zuivelingrediënten. We zijn echt experts op dat gebied, bijvoorbeeld als het gaat om de kennis over vetten en eiwitten en de toepassingen daarvan. Unilever wil graag van die kennis gebruik maken om nieuwe producten te ontwik-
Duurzame productie Voor Unilever is duurzaam produceren een must. Het ‘Sustainable Living Plan’ van Unilever gaat niet alleen over het op grote schaal terugdringen van milieu-effecten, maar richt zich ook op gezondheid en ontwikkeling van consumenten wereldwijd. ‘Als wij als leverancier duurzaam werken en maatschappelijk verantwoord ondernemen nastreven, helpen wij ook onze klanten met hun doelstellingen op het gebied van duurzaamheid. We hebben in het afgelopen jaar 116 leden-melkveehouders, wil-
Leden-melkveehouders werken aan duurzaamheid en zetten zich o.a. in om energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Foto: FrieslandCampina
lekeurig gekozen, gevraagd om mee te werken aan een onderzoek. Zij hebben lijsten ingevuld met vragen over de manier waarop zij op hun boerderijen werken. Vrijwel alle melkveehouders hebben daaraan meegewerkt. Dat was geweldig. De uitkomsten van dat onderzoek hebben voor Unilever aangetoond dat de leden-melkveehouders inderdaad werken aan een duurzame productie en voldoen aan de Unilever eisen. Het feit dat onze leden dat doen, maakt het mogelijk om bijvoorbeeld een strategisch partnerschap met een groot concern als Unilever af te sluiten.’
FrieslandCampina is strategische partner en ‘preferred supplier’ van Unilever geworden. Daarmee wil FrieslandCampina de omzet aan Unilever verdubbelen. Het partnerschap gaat over: ontwikkeling, innovatie, de promotie van duurzame productie, verpakkingen en logistiek.
30 Spark Transparante melk en boter die niet spettert Voorbeelden van wat er zoal is bereikt op het gebied van Functionality zijn er volop. Neem melk, dat zijn witte kleur dankt aan het melkvet. Maar ook magere melk is nog altijd wit. ‘Dat komt door caseïnedeeltjes. We hebben een milde behandelingsmethode ontwikkeld waarmee we de kleur kunnen doen verdwijnen’, zegt Hans. ‘Dit opent mogelijkheden om transparante melkdranken te ontwikkelen, zonder dat de voedingswaarde wordt veranderd.’ Nog een voorbeeld: boter die niet spettert. Gerard: ‘Samen met FrieslandCampina Butter en met productontwikkelaars van merkboter hebben we voor bakken en braden een roomboter ontwikkeld die niet spettert. Ook hier is het een functionele oplossing die ervoor zorgt dat de boter niet spettert, terwijl de boter wel gelijkmatig in de pan smelt.’
‘Veel raakvlakken met andere benefit platforms’, zegt Hans Westerbeek, platformleader. Foto: William Hoogteyling
December 2012
December 2012
Spark 31
‘Baanbrekend onderzoek vult de innovatietrechter’ Wat maakt een zuiveldrankje goed drinkbaar? Hoe zorg je dat vetarme kaas toch de gewenste structuur en smaak houdt? Eigenschappen als mondgevoel, romigheid, drinkbaarheid en stevigheid zijn belangrijk om van zuivelproducten te genieten. Het benefit platform Functionality doet baanbrekend, innovatief onderzoek op dit terrein. Hans Westerbeek: ‘Wij leveren de bouwstenen voor de oplossingen.’ Vier benefit platforms zorgen binnen FrieslandCampina voor focus op innovatie. Daar waar de andere drie zich vooral op gezondheid en voeding richten, houdt Functionality zich bezig met eigenschappen als structuur en textuur van zuivelproducten. ‘Zulke eigenschappen zijn erg belangrijk en bepalen of de consument onze producten blijft kopen. We werken volop samen met de andere platforms, marketing, productontwikkelaars en externe experts’, zegt platformleader Hans Westerbeek. Hij leidt het benefit platform, dat begin 2011 is gevormd in het kader van route2020. De plaats waar veel onderzoek naar functionaliteit plaatsvindt, is de afdeling Food Structuring van FrieslandCampina Research in Deventer. ‘Ruim twintig medewerkers doen onderzoek naar de werking van melkingrediënten’, zegt group manager Gerard Robijn. ‘Het onderzoek richt zich vooral op eiwitten. Die component is sterk bepalend voor de eigenschappen van zuivel. Het gaat er uiteindelijk om dat we producten maken die zo lekker mogelijk zijn én die we zo efficiënt mogelijk kunnen produceren.’
Behoeften Het platform is breed georiënteerd, omdat functionaliteit ook een breed onderwerp is. ‘We werken onder meer voor zuiveldranken en merkkaas. Het kan in principe om elke productcategorie gaan. De acute en latente behoeften vanuit die productcategorieën is onze leidraad’, geeft Hans aan. ‘Er zijn ook veel raakvlakken met de andere benefit platforms, bijvoorbeeld Health & Wellness. Neem de ontwikkeling van een laagvette kaas. De consument wil minder vet, maar wil ook een kaas die net zo lekker is qua smaak en structuur; kortom het juiste mondgevoel.’ De onderzoekers gaan met dat soort vragen en behoeften aan de slag. ‘We onderzoeken hoe we ingrediënten op een andere manier kunnen gebruiken, met als doel bruikbare oplossingen te vinden. Het is een voortdurend samenspel tussen research, marketing en productontwikkeling’, zegt Gerard. ‘We denken na over de vraag of iets theoretisch mogelijk is en hoe je dat in de praktijk kunt toepassen. Dat vergt
kennis over interacties tussen moleculen. Bijvoorbeeld: hoe wordt iets dik en hoe beïnvloed je dat proces?’ Wanneer er een theorie ligt, volgen proeven op laboratoriumschaal en soms testen met behulp van sensorische panels: groepen mensen die producten proeven en beoordelen. ‘Als blijkt dat we een bepaald principe hebben bewezen, dan is de verdere ontwikkeling in handen van productontwikkelaars. Wij leveren de bouwstenen voor oplossingen’, zegt Gerard. Kennis ‘Doordat we veel weten, kunnen we veelal gericht onderzoeken en testen. Ook is een gevonden oplossing vaak interessant voor meerdere producten of productgroepen’, geeft Hans aan. ‘Belangrijk is dat we opgedane kennis zo vroeg mogelijk beschermen door middel van octrooien. Zo verkrijgen we het alleenrecht op het gebruik ervan. Jaarlijks vragen we enkele octrooien aan voor nieuwe technologieën, waarmee een superieure kwaliteit creëren door ingrediënten op een andere manier te gebruiken.’
De onderzoekers die voor het benefit platform werken, staan met hun oplossingen vaak aan de basis van nieuwe producten of efficiëntere productieprocessen, maar blijven ook relatief onzichtbaar. ‘Projectteams die een veelbelovend idee succesvol hebben uitgewerkt zetten we in het zonnetje’, zegt Gerard. ‘Jaarlijks reiken we de Feeding the Funnel-award uit. Die naam verwijst naar de ideeën die onze innovatietrechter vullen.’ Jaarlijks bekijkt de Innovation Governance Board van FrieslandCampina de voortgang binnen de benefit platforms. ‘Het belang van Functionality wordt erkend. Ook belangrijke klanten hebben grote belangstelling’, stelt Hans vast. ‘Door dit soort research bereiken we optimale synergie.’
Het benefit platform team: (vlnr) Marcel Paques, Ruud ter Haar, Gerard Robijn, Michiel Scheffer, Judith de Jong, William Kloek, Hannemieke Luyten, Anne van de Pijpekamp, Hans Nieuwenhuijse (met armen op railing), Yves Nicolas, Hesther Jellema. Foto: Ewout Staartjes.
32 Spark
December 2012
SUMMITplus: meer dan de som der delen Het meerjarenprogramma Summit heeft een nieuwe naam: SUMMITplus. Het doel is ongewijzigd: het standaardiseren van bedrijfsprocessen en – systemen binnen FrieslandCampina, maar de scope van het programma is verbreed en verdiept. Ignas de Grefte is de nieuwe programmadirecteur.
‘SUMMITplus is géén SAP-project’, helpt Ignas meteen een misvatting de wereld uit. ‘Het programma is bedoeld om FrieslandCampina te veranderen. Natuurlijk staat er een sterk en gezond bedrijf met goede resultaten. Toch komen die vooral voort uit initiatieven van individuele werkmaatschappijen. We hebben een verzameling sterke opco’s, maar wat er nog aan ontbreekt is dat het geheel meer is dan de som der delen. Weliswaar wordt er samengewerkt, maar we willen de opco’s nog dichter bij elkaar brengen.’ Verandering Op verzoek van de executive board is Ignas de Grefte programmadirecteur van SUMMITplus geworden. Hij werkt al 17 jaar bij (voorlopers van) FrieslandCampina, waarvan de laatste zeven jaar als managing director van FrieslandCampina Kievit. ‘In alle functies stond het veranderen van organisaties centraal. Dat is ook waar SUMMITplus om draait’, zegt Ignas. ‘Er is veel potentie’. Ons team wil de randvoorwaarden creëren om tot een meer geïntegreerde onderneming te komen.’ Eenheid smeden gaat in vier stappen, zegt Ignas. ‘Als eerste bekijk je het operating model; hoe koppel je fabrieken en verkooporganisaties aan elkaars supply chains? Als tweede en derde het standaardiseren van processen én data. Bijvoorbeeld: hoe maak je een offerte en hoe reken je je kostprijs uit? Pas als vierde – deze staat bewust aan het eind – komt de implementatie van één SAP-systeem.’ De implementatie van de wereldwijde ‘One backbone’ voor SAP is onderdeel van SUMMITplus, inclusief de verbetering van managementinformatie. ‘Informatie is de sleutel om als opco’s beter samen te werken’, zegt Ignas. ‘We faciliteren ook een verbeterde Sales & Operations Planning, zodat vraag en aanbod beter worden afgestemd. Zo kun je beter plannen, meer gericht op de lange termijn en op winstgevendheid.’
December 2012
De kracht van individuele opco’s combineren met de voordelen van een geïntegreerde multinational Scope Anderhalf jaar na de start is Summit deze zomer tegen het licht gehouden. ‘Toen is besloten om de scope te verbreden en te verdiepen; vandaar ook de nieuwe naam SUMMITplus’, zegt Ignas. ‘Verandermanagement heeft een hoofdrol gekregen in het programma. Enkele initiatieven die in dezelfde richting bewegen, zijn geïntegreerd binnen SUMMITplus. Zoals het MOMS-project; Manufacturing Operations Management Systems. Dat is gericht op automatisering in fabrieken. Maar ook SmartBuy: de gezamenlijke inkoop van niet-productiegerelateerde producten en diensten. Bepaalde accenten zijn dus verlegd.’ Dat betekent niet dat het eerdere Summitwerk voor niets was; integendeel. ‘De SAPimplementaties die geweest zijn bij Financial Services en Butter & Milkpowder waren prima. Daar zijn goede systemen ingericht. De livegang bij Kievit op 4 november was zelfs bijzonder succesvol. Daar ben ik erg trots op’, zegt Ignas. ‘De implementatie loopt nu bij het Amerikaanse deel van Domo, FrieslandCampina Export en de afdeling Dairy Sourcing & Trading. En we hebben ons vizier alweer op een aantal andere bedrijfsonderdelen gericht. Verder wordt er FrieslandCampina-breed gewerkt om MOMS te integreren.’ Meer werk Er zijn heldere afspraken over het budget en de looptijd van het programma. ‘Eind 2016 moet alles klaar zijn’, weet Ignas. ‘Omdat we geen geïsoleerd SAP-project willen zijn en écht inhoud willen geven aan verandermanagement, halen we extra mensen naar ons SUMMITplus-team. Dit zijn collega’s vanuit de werkmaatschappijen die een periode bij SUMMITplus worden gedetacheerd. Meer aandacht voor verandermanagement betekent ook dat het meer tijd kost. En een grotere scope zorgt ook voor meer werk. Maar als we daar een FrieslandCampina voor terugkrijgen waarbinnen we de kracht van individuele opco’s kunnen combineren met de voordelen van een geïntegreerde multinational, dan is het dat werk méér dan waard.’ ‘We willen echt inhoud geven aan verandermanagement’ Foto: Marcel Bekken
Spark 33
34 Spark
December 2012
Dora Molnar,
Innovation Awards 2012: aandacht voor samenwerking
Recruitment en Interne Communicatie Coördinator
Collega’s van research & development (R&D) werken volop aan innovatie; één van de belangrijke vaardigheden van route2020. De R&D teams zijn verspreid over heel FrieslandCampina en om in de markt het verschil te kunnen maken, is een goede samenwerking erg belangrijk. In november 2012 kwamen ze tijdens het R&D Event in het Scheepvaartmuseum te Amsterdam bij elkaar en zijn de Innovation Awards uitgereikt. Project Rheos van Kievit won de Golden Award.
De ambitieuze Dora Molnar werkt als recruitment en interne communicatie coördinator in Budapest, Hongarije. Ze vindt de combinatie van de twee werkvelden erg interessant: ‘HR en interne communicatie hebben elkaar nodig en zijn belangrijk voor veranderingen en ontwikkelingen binnen de organisatie.’ Hoe lang werk je al bij FrieslandCampina? ‘Ik ben in deze functie gestart in april 2011, maar werk sinds januari 2010 bij FrieslandCampina. Ik ben toen begonnen als HR-assistent. Ik ben erg blij dat ik nu bij een multinational werk. Dit past beter bij mijn persoonlijke ambities. Ook vind ik het een eer om voor bekende merken te mogen werken.’
Foto boven: Dora Molnar, met op de
Wat voor taken heb je en aan wat voor projecten werk je? ‘Om 08.30 uur begint mijn dag op kantoor in Budapest. Ik werk aan verschillende taken op HR gebied, zoals openstaande vacatures promoten, CV’s screenen, sollicitatiegesprekken houden en adviseren tijdens het selectieproces. Voor interne communicatie werk ik maandelijks aan een nieuwsbrief, een soort lokale miniSpark. Hierin staat bijvoorbeeld het laatste nieuws over onze grootste projecten, bedrijfsevenementen en prestaties en onze Hongaarse merken. Zo informeren we onze medewerkers hierover.’
achtergrond Pöttyös, een heel populair merk in Hongarije. Foto: FrieslandCampina
Wat is de belangrijkste taak waar je op dit moment aan werkt? ‘De laatste tijd was over2you, het internationale medewerkersonder
December 2012
Vijf vragen aan...
De awards vormden de bekroning van het R&D Event. Diverse teams probeerden de prijzen in de wacht te slepen. Vier teams werden beloond met een Innovation Award, uitgereikt door Emmo Meijer, corporate director research & development:
zoek, een belangrijk project. Ik was verantwoordelijk voor de lokale interne communicatie en voor de distributie van de vragenlijsten. Er zijn naast online vragenlijsten, ook aardig wat papieren vragenlijsten ingevuld. De distributie en daarna het verzamelen van alle vragenlijsten, was een flinke klus. Ook bij de volgende fase van dit project, de action planning, ben ik betrokken, dus ik blijf hieraan werken’. Hoe ziet het team eruit waarmee je samenwerkt? ‘‘We hebben een hoofdkantoor en een depot in Budapest en twee productielocaties in het land. De hoofdfuncties, zoals de HR-directeur, arbeidsvoorwaarden en training en opleiding, zijn gevestigd in Budapest – en ik ook. We hebben ook twee collega’s die op de productielocaties werken! Ons bedrijf biedt graag de mogelijkheid aan studenten die aan het afstuderen zijn, om hun afstudeerstage bij ons te doen. We hebben nu ook een trainee. Ik vind het
belangrijk dat studenten deze werkervaring op kunnen doen bij ons, want zeker in deze economisch mindere tijden kunnen ze die goed op hun CV gebruiken.’ Hoe blijf je op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen op jouw vakgebieden? ‘Ik lees veel artikelen in tijdschriften en online. We houden elkaar als collega’s ook op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen. Training en opleiding vind ik heel belangrijk, want persoonlijke ontwikkeling staat bij mij hoog in het vaandel. Zo heb ik bijvoorbeeld net de masteropleiding ‘Management and Leadership Human Resource Management’ afgerond, een studie van vier jaar. Deze studie heb ik gecombineerd met mijn baan bij FrieslandCampina, wat niet altijd makkelijk was. Ik ben er erg trots op dat ik nu afgestudeerd ben en ik hoop zeker gebruik te maken van mijn nieuwe kennis in mijn werk.’
Project BEAST van DMV (Gerard van Gils & team) liet zien dat door technologische kennis grote stappen gemaakt kunnen worden in meer efficiëntie en minder CO2-uitstoot van indampers. Het project Easy Digest van IFT (André Siemensma & team) toonde aan dat de manier waarop wij onze melk voor babyvoeding behandelen, bepaalt hoe goed baby’s het kunnen verteren. Ze ontdekten dat FrieslandCampina hier unieker in is dan gedacht.
Het platform NDC van Branded Cheese (Maud Goethals & team) liet zien dat innovatieve procestechnologie een wereld opent voor nieuwe producten die aansluiten op nieuwe consumentenbehoeftes. Vooral op dit project viel de nauwe samenwerking tussen R&D en Marketing op.
Emmo Meijer (l) met het winnende team: ( vlnr) Henk Vos, Willem Super, Jakob Kollen. Foto: FrieslandCampina
De winnaar van de Gold Award is project Rheos van Kievit (Willem Super & team). Dit projectteam is bij sproeidrogen nu eens niet uitgegaan van wat de industrie standaard gebruikt, maar van wat er voor het eindproduct nodig is. De uitkomst van dit ‘minder is meer’ denken: een sterk vereenvoudigd proces, minder roestvrij staal, 30% meer output, minder CO2-uitstoot en een betere productkwaliteit. De rode draad dit jaar was de waarde van het proces. Anders gezegd: de zorgvuldigheid waarmee wij in onze fabrieken met zuivel omgaan, maakt ons onderscheidend in de markt. De vier teams lieten alle vier zien hoe belangrijk samenwerking is om tot mooie innovatieve ideeën te komen.
Spark 35
Project Beagle Het R&D Event stond in het teken van Project Beagle. Dit project gaat over het zoeken naar gezamenlijke waarden en kansen tussen de R&D teams. Ondanks de verschillen in producten, markten en locaties zijn er veel overeenkomsten tussen de teams, zoals het streven naar een goede sfeer, inhoud en resultaat. Gezamenlijke kansen blijken vooral te liggen in de uitrol van innovatie. Gezamenlijke initiatieven op het gebied van openheid, focus en ondernemerschap zullen in de toekomst mooie resultaten opleveren.
36 Spark
Kaasmakers in Workum maken twee keer zoveel kaas! De kaasfabriek in het Friese Workum heeft de afgelopen anderhalf jaar een enorme verbouwing ondergaan: de productiecapaciteit is verdubbeld. Vanaf nu kan de fabriek jaarlijks 1 miljard kilo melk verwerken tot 120.000 ton kaas per jaar. De collega’s in Workum maken vooral kaas die rijpt in folie, maar ook natuurgerijpte kaas (traditioneel gerijpt op houten planken, red.), 30+ kaas, in ronde en rechthoekige vormen. De business group Cheese, Butter & Milkpowder zet in op het versterken van de posities van merkkazen, maar ook op een optimale en efficiënte manier van kaas produceren. Een verdubbeling van de capaciteit in Workum past dan ook naadloos in de strategie. En daarbij: de naastgelegen fabriek van Domo (onderdeel van de business group Ingredients) krijgt veel meer wei aangeleverd van een hoge kwaliteit. Domo gebruikt die wei om er baby- & kindervoeding van te maken.
Foto's Ewoud Staartjes
December 2012
December 2012
Cheese, Butter & Milkpowder
Cheese, Butter & Milkpowder
Tjalling Brouwer, projectmanager: ‘We hebben gestreefd naar een optimale fabriek met veel geautomatiseerde processen. Van de melkontvangst tot aan de nieuwe koelcellen is deze fabriek verbouwd. Als je de productiecapaciteit wilt verdubbelen, moet je alle afdelingen betrekken in die uitbreiding. Het hele project is opgesplitst in onderdelen en verschillende werkgroepen. Het bijzondere is dat we dat vooral met medewerkers vanuit de eigen organisatie hebben gedaan. De kennis en ervaring van de medewerkers in Workum hebben enorm geholpen om dit project op tijd en binnen budget af te ronden. We hebben ook geïnvesteerd in energiebesparing in de fabriek, in processen om warm en koud water te hergebruiken, in een energiebesparende stoomketel en zo meer. In zo’n grote fabriek zet dat beslist zoden aan de dijk.’ Roelof Smit, productiemanager, is verantwoordelijk voor alle processen vanaf de melkontvangst tot en met het pekellokaal. ‘Er is heel veel veranderd en toch doen we hetzelfde: veel kaas maken. De splinternieuwe kaasmakerij telt onder meer zes nieuwe wrongelbereiders en een casomatic, de machine waarin de wrongel in kaasvaten wordt afgevuld. Deze kaasmakerij is echt state of the art. Dat geldt ook voor het nieuwe pekellokaal, dat volautomatisch functioneert. Het inpakken van de foliekaas, de handling met robots, het is ingericht op efficiency en optimale processen. De kwaliteit van onze kaas en van de wei, is van hoog niveau. We leveren veel kaas voor de export en aan grote supermarktketens als Tesco. We voldoen aan alle kwaliteitseisen van onze afnemers, dat hebben we ook tijdens de nieuwbouw gedaan. Daarmee zet je je organisatie op scherp. Ook in tijden waarin er verbouwd en geproduceerd wordt, want de productie heeft nooit stilgelegen.’
Lammert Salverda, manager warehouse & packaging. ‘De bouw vantwee nieuwe koelcellen, een extra verpakkingsmachine en twee robots voor het palletiseren van de kaas zijn voor ons de grootste verandering. De kaas blijft tot 25 dagen bij ons in de koelcel. Foliekaas rijpt in de verpakking en staat in grote kisten in de koelcel, klaar voor verzending. Vroeger werd de kaas elders opgeslagen en dat zorgde voor veel extra transportkosten, die met deze investering tot het verleden behoren. De kaas gaat nu ‘af fabriek’ naar de klant. Een dikke 1.000 ton per week en dat kan groeien naar 1.200 ton per week. We hebben een transportronde minder. We zijn op dit moment nog bezig om de puntjes op de i te zetten. Na januari 2013 zullen alle externe medewerkers in de fabriek weg zijn, dan voelt het alsof de fabriek weer van ‘ons’ is.’ Wouter Demmer, procesoperator voorfabriek. ‘Vanaf het begin ben ik betrokken geweest bij de uitbreiding van de melkontvangst en de voorfabriek. Melk ontvangen, opslaan, standaardiseren (op het goede vetgehalte brengen), thermiseren (hittebehandeling), het gebeurt allemaal in de voorfabriek. Per dag gaat er 3 miljoen liter melk door onze afdeling. Er is veel tijd besteed aan een goede voorbereiding, veel nagedacht en gepland over de beste oplossingen. We werkten met korte en directe lijnen met elkaar. Het neerzetten van een installatie is een ding, maar dan begint het fijn afstellen, het ‘tunen’. Het is een tijdrovende klus voordat alles echt draait zoals het moet. Er zijn nog wat kinderziektes, maar we liggen goed op schema. Ik heb al eerder meegewerkt in projecten, maar dit was wel een hele mooie.’
Spark 37
Ronald van Noort, veiligheidscoördinator: ‘We hebben hier in de afgelopen 18 maanden 750 externe mensen aan het werk gehad. En er is niet één ongeluk met verzuim gebeurd, wel drie kleine incidenten, zonder verzuim. We hebben basisinstructies uitgereikt en alle mensen een instructiefilm laten zien. En verder: aanwezig zijn op de werkplekken. Ik probeer medewerkers te begeleiden in veiligheid. Je moet mensen volwassen benaderen, ze vragen hoe we het werk beter en veiliger kunnen doen. Coachen in veilig werken, dat vind ik belangrijk. Dan zien ze er zelf het nut van in.’
FrieslandCampina Workum verwerkt: 1,25 miljard kilo melk per jaar 3 miljoen kilo melk passeert elke dag de voorfabriek 1,25 miljard kilo wei wordt doorgeleverd aan de Domo-locatie in Workum Er werken 130 medewerkers bij Workum Cheese
38 Spark
December 2012 Cheese, Butter & Milkpowder
Kaasfabriek in Varsseveld sluit poorten
De karakteristieke kaasfabriek van FrieslandCampina in Varsseveld heeft in oktober na 115 jaar produceren de poorten gesloten. De vraag naar de kaas uit Varsseveld, zoals de Edammer broodkaas, en het feit dat het onmogelijk was om de fabriek uit te breiden, waren de belangrijkste redenen voor de sluiting. Een deel van de productie is inmiddels verplaatst naar het kaasproductiebedrijf in het Friese Workum. Van de 55 medewerkers heeft het merendeel een baan gevonden in een van de andere FrieslandCampina-vestigingen in de buurt. Jaarlijks werd er in Varsseveld zo’n 34.000 ton aan kaas gemaakt. Het gaat om ronde Goudse kaas, vierkante Goudse en Edam broodkaas. Voor Dennis Groen, plant manager én zijn medewerkers kwam het bericht van de sluiting niet helemaal onverwacht. ‘Onze fabriek ligt middenin het dorp. We kunnen niet uitbreiden. Het is voor FrieslandCampina efficiënter om de productie in andere fabrieken te laten groeien. Onze fabriek was met een jaarlijkse melkverwerking van 300 miljoen kilo een van de kleinere kaasfabrieken. Dat neemt niet weg dat een sluiting moeilijk is en blijft.’ Loyaal Bij de oprichting van de fabriek kreeg die de naam ‘de Volharding’ mee. Maar in het dorp is de fabriek vooral bekend als ‘De Botterfabriek’ (de boterfabriek). ‘Vroeger werd hier boter gemaakt, legt Dennis Groen uit. ‘ Later werd het een kaasfabriek. En één die het uitstekend deed. Zo heeft de kaasfabriek ook in het laatste jaar, met de sluiting in het vooruitzicht, netjes conform budget en zonder incidenten geproduceerd. Onze medewerkers zijn tot op het laatst loyaal en gemotiveerd gebleven. De medewerkers uit Varsseveld hebben in een moeilijke periode een enorme hoeveelheid doorzettingsvermogen laten zien.’
De laatste kazen rollen van de band in Varsseveld. ‘Medewerkers zijn tot het laatste loyaal gebleven’. aldus plant manager Dennis Groen. Foto: William Hoogteyling
Ander werk Voor de meesten van de 55 medewerkers is ander werk gevonden in de vestigingen in Lochem, Borculo, Steenderen, Balkbrug, Ede, Meppel of Amersfoort. Daarnaast heeft een aantal medewerkers voor de mogelijkheid tot vervroegd pensioen gekozen. ‘Voor een groep van negen medewerkers waren we bij het schrijven van dit artikel nog op zoek naar een oplossing. ‘ ‘Voor Varsseveld zal het wel even wennen zijn als er straks een ‘lege plek’ in het centrum van het dorp achterblijft’, voorziet Dennis Groen. ‘Zo’n fabriek zorgt toch voor een hoop bedrijvigheid.’ Op 1 april 2013 moet de fabriek ontmanteld zijn. Een groot deel van de installaties wordt elders hergebruikt. Eén ding is zeker: als straks de acht 200.000 liter-melktanks zijn verdwenen, zal de skyline van Varsseveld nooit meer hetzelfde zijn.
De afdeling Finance van Cheese Specialties/Branded Cheese ontwikkelde een nieuw rapportagesysteem waarmee meer dan voorheen achter de cijfers gekeken kan worden. Zijn er afwijkingen, dan valt in detail te achterhalen wat de oorzaak ervan is. En is meteen duidelijk wie actie moet ondernemen. Het werd mogelijk door heel gericht key performance indicatoren (kpi’s) te bundelen die financiële interne gegevens koppelen aan ontwikkelingen in de markt. Voorheen waren er weliswaar cijfers over prestaties beschikbaar, maar tastte men vaak in het duister over de oorzaak van bijvoorbeeld een teruglopende verkoop. Lag het aan de concurrentie? De prijsstelling? De marketing? In het nieuwe rapportagesysteem vertellen de kpi’s (variabelen waarmee je prestaties kunt meten) het verhaal áchter de cijfers. Naast ‘harde’ financiële kpi’s zijn ook kpi’s opgenomen op bijvoorbeeld het gebied van merk en consument/klant. Zo is het mogelijk steeds gedetailleerder in te zoomen. Er kan gekeken worden op accountniveau, maar ook een niveau lager – naar hoe de merken het doen. En daarbinnen naar het gedrag van de shoppers. Optimale beheersing ‘Branded Cheese is een van de speerpunten van route2020. Een optimale beheersing is cruciaal’, zegt Lucas Faase, finance director Cheese Specialties/Branded Cheese. ‘Met de juiste managementinformatie heb je een stevige input voor de ‘business review cycle’, de maandelijkse resultaatbespreking. De business units in de verschillende landen halen die informatie waar mogelijk uit hun systemen, en vullen de rest aan uit externe bronnen, bijvoorbeeld van onderzoeksbureaus Nielsen of GfK Group. Hoe gaat het op de verschillende niveaus? Welke issues liggen er? Tijdens die maandelijkse besprekingen wordt het totaalplaatje duidelijk en wordt een actielijst gemaakt om bij te sturen. Van de afwijkingen leren is daarbij belangrijk. Kennis die je over het ene merk opdoet, is wellicht ook toepasbaar op het andere. De business review cycle loopt nu, een jaar na invoering, goed. Nu streven we ernaar dat de marketing- en salesteams van de business units het systeem nog intensiever gebruiken om hun prestaties te verbeteren.’ Verantwoordelijkheid nemen Vooral op het bepalen van de doorslaggevende kpi’s werd sterk ingezet. Die vormen immers het hart van het systeem. Trainee Marc Coppens, samen met Lucas Faase verantwoordelijk voor het project, voerde uitgebreide gesprekken met alle leden van het managementteam. ‘Elk van hen kreeg dezelfde vraag voorgelegd: ‘Wat zijn binnen jouw vakgebied de belangrijkste kpi’s?’ Daar rolden er meer dan 100 uit.
December 2012 Cheese, Butter & Milkpowder
Spark 39
De wereld achter de cijfers
Uiteindelijk werden dertig kpi’s opgenomen in het systeem. Iedereen werd en wordt geprikkeld mee te denken, en volledige verantwoordelijkheid te nemen. Dat er een ander rapportagesysteem is gekomen, is niet het belangrijkste. Het belangrijkste is dat iedere business unit continu kritisch naar de eigen prestaties kijkt en als team bijstuurt.’
Lucas Faase (l)en Marc Coppens Foto: Bram Petraeus / Hollandse Hoogte
40 Spark
December 2012
December 2012
Cheese, Butter & Milkpowder
plat
Cheese, Butter & Milkpowder
Kaasverpakker IDB Belgium versterkt positie van FrieslandCampina Cheese Centraal in Europa, in het Belgische Genk, ligt IDB, een bedrijf dat gespecialiseerd is in het verwerken en verpakken van harde en halfharde kaas. Een bedrijf dat sinds kort deel uitmaakt van FrieslandCampina Cheese. ‘Met de overname van IDB Belgium, kunnen wij onze klanten beter tot dienst zijn en een breder pakker aan producten aanbieden. Zo versterken we onze positie. Dat past in onze strategie om te groeien in het segment van voorverpakte kaas’, vertelt Clemens Groot Koerkamp, financial director van Cheese.
Kaas raspen in allerlei diktes. Het bedrijf in Genk heeft veel mogelijkheden om kaas te versnijden of te verraspen. Foto: Rob Oostwegel
Spark 41
‘Bij IDB versnijden en raspen ze kaas in vormen die we bij FrieslandCampina niet kennen. Wij willen onze marktpositie in de supermarkten maar ook in het foodservice segment versterken. En daar helpen de mogelijkheden van IDB ons echt bij. Wij kunnen onze eigen kaas bij IDB laten versnijden tot allerlei vormen en raspen in allerlei diktes. Daarmee voegen we waarde toe aan onze ‘Dutch type’ kaas. We konden al plakken en stukken aanbieden, maar nu ook blokjes, staafjes of geraspte kaas. IDB is een hele mooie aanwinst voor FrieslandCampina Cheese. Overigens zal het bedrijf voortaan Yoko Cheese gaan heten. In het verleden heeft het die naam ook ooit gedragen.’ Kubusjes en staafjes Intussen draaien in de productiehal in Genk de lijnen door zoals altijd. Met een groeiend volume van 25.000 ton per jaar is er volop drukte in het bedrijf. Maar liefst 15 productielijnen telt het bedrijf. Op elke lijn komen verpakkingen van andere klanten voorbij. Frico-kaas van FrieslandCampina, stukjes kaas voor Auchan (een Franse supermarkt) of kaas in plakjes voor cateraar Sodexo. Op de witte muren worden de gegevens per lijn geprojecteerd: welke kaas er wordt verwerkt,
IDB Belgium, ofwel Yoko Cheese: verwerkt en verpakt 25.000 ton kaas per jaar heeft een totaalcapaciteit van 30.000 ton telt 3.500 gekoelde palletplaatsen en een volledig geautomatiseerde logistieke afdeling telt 170 medewerkers
42 Spark
December 2012 Cheese, Butter & Milkpowder
voor IFS (International Food Standard, een certificering voor de Duitse en Franse markt) en ACS, een Belgische standaard voor voedselveiligheid.’
Luc Lamberigts: ‘Wij zijn heel flexibel’. Foto: Rob Oostwegel
Kaas in plakjes, blokjes en geraspt gaat naar: supermarkten in heel Europa,zoals Colruyt (België), Mercadona (Spanje), Metro Group, Intermarché (Frankrijk) en vele, vele anderen Producenten van voedingsmiddelen (Kraft) en zuivelondernemingen zoals FrieslandCampina of cateraars, zoals Sodexo
voor wie, het rendement van de lijn: het is gemakkelijk te zien voor de bedienden (operators) die aan de lijn werken. Een verdieping hoger is de afdeling waar kaas wordt geraspt, van dunne sliertjes tot dikke staafjes. ‘Wij ontvangen Gouda-kazen, Emmentalers, Cheddar kaas, Maasdammer, Edammer, Mozzarella en een aantal specialiteiten. Wij verwerken die kaas tot blokken, kleine blokjes, plakjes en geraspt’, vertelt Luc Lamberigts, general manager. ‘In alle manieren van verwerken zijn wij heel flexibel, we kunnen kaas raspen in sliertjes van 2 mm tot aan 10 mm. We kunnen kaas verwerken tot kubusjes, staafjes, net wat de afnemer vraagt. Daarbij hebben we allerlei verschillende verpakkingen: van 25 gram tot 6 kilo. Kaas in blokken kunnen wij verwerken van stukjes van 150 gram tot 3 kilo, met de mogelijkheid van een hersluitbare verpakking.’ IDB Belgium levert de verpakte kaas door heel Europa. ‘Dat betekent ook dat wij voor alle supermarktketens gecertificeerd zijn. Voor ISO-9000, voor BRC (British Retail Consortium),
Dichter bij Parijs De brede oriëntatie van het bedrijf op het hele Europese continent, heeft te maken met het feit dat IDB Belgium altijd zijn eigen klanten heeft moeten zoeken. Luc Lamberigts: ‘Wij maken zelf geen kaas, wij verwerken kaas. Wij werken ook niet als verlengde van één kaasproducent. Wij opereren zelfstandig in Europa om klanten aan te trekken voor onze activiteiten. De afgelopen tien jaar is ons volume gegroeid van 18.000 ton naar bijna 25.000 ton. Wij hebben veel Franse klanten, ook al zijn wij in België gevestigd. We zitten dichter bij Parijs dan veel Franse aanbieders. Wij verwerken nog kaas van IDB, maar ook van FrieslandCampina en andere aanbieders. Daarbij proberen wij zoveel mogelijk aan de vragen van onze afnemers tegemoet te komen, of dat nu supermarktorganisaties zijn of professionele verwerkers van kaas. Wij gaan naar de klant met een totaaloplossing en met een hoge servicegraad. Een van onze sterke punten is een rechtstreekse lijn naar de klant.’ Van origine is IDB Belgium onderdeel van ‘Irish Dairy Board’, dat is opgericht als een Ierse staatsonderneming om Ierse zuivelproducten te exporteren. In 1973 is IDB een coöperatie geworden, los van de Ierse overheid. IDB heeft alles in het werk gesteld om de Ierse zuivelproducten zo rendabel mogelijk te maken voor de Ierse melkveehouder. ‘In 1988 hebben zij daartoe dit bedrijf overgenomen om verder te werken aan het versterken van de onderneming. We zijn altijd sterk marktgedreven geweest. Voor ons is de overname door FrieslandCampina positief. We hebben een sterk bedrijfspotentieel. Als onderdeel van FrieslandCampina zijn we in staat om te groeien en de maximale waarde uit het bedrijf te halen.’
Hoeveel verschillende types kaas zijn er? Onder welke merken biedt FrieslandCampina haar kazen aan? Hoe gezond is kaas en hoe snij je een kaaswiel eigenlijk aan? FrieslandCampina Cheese geeft al jarenlang kaascursussen aan haar klanten over de hele wereld. Om een nog breder publiek te bereiken heeft FrieslandCampina de aanpak van die cursussen veranderd.
December 2012 Cheese, Butter & Milkpowder
Spark 43
Vernieuwde Cheese Masterclass Om iedereen die in het kaasverkoopproces met de kazen van FrieslandCampina te maken krijgt op te leiden tot kaasexpert, organiseert FrieslandCampina kaascursussen bij klanten over de hele wereld. ‘Van inkoper tot distributeur en van winkelmanager tot verkopend personeel, iedereen moet weten hoe je met ons product om moet gaan en hoe je onze kaas optimaal aan klanten kunt presenteren, zodat we uiteindelijk allemaal meer gaan verkopen’, zegt Elien Zwart, Area Marketing Manager bij FrieslandCampina Export. Tot nu toe gingen exportmedewerkers naar klanten toe om ter plekke kaascursussen te geven. ‘Op deze manier kunnen we echter niet al onze klanten bedienen. Bovendien is het bereik van een jaarlijkse kaascursus voor een grote groep ter plekke niet optimaal.’ Daarom werd een Cheese Masterclass toolkit ontwikkeld die de klant helpt om ook zelf kaasexperts op te leiden.’ Toolkit De toolkit bestaat onder meer uit een Cheese Masterclass Guidebook en een Cheese Masterclass dvd waarin 12 modules worden behandeld, zoals het productieproces van kaas, verschillende kaastypes en merken, het snijden en het verpakken van kaas, hygiëne en salestechnieken. De modules zijn afzonderlijk van elkaar te bekijken en bestaan uit ongeveer vier minuten film. De totale film duurt ongeveer 45 minuten. ‘Klan-
ten kunnen met de toolkit zelf bepalen hoe en wanneer welk personeel wordt opgeleid. Het materiaal is continu beschikbaar en dus kan nieuw winkelpersoneel direct opgeleid worden tot kaasexperts.’ Samen Door de toolkit hoeven de exportmanagers van FrieslandCampina niet langer zelf de Masterclasses te geven, maar Elien Zwart benadrukt dat ‘samen’ het credo is en blijft. ‘Uit ervaring weten wij dat de consument graag geadviseerd wordt door toegewijd en professioneel winkelpersoneel. De toolkit geeft onze klanten een stukje zelfstandigheid in het opleiden van hun personeel tot kaasexperts, maar we zullen blijven samenwerken.’
SIAL De vernieuwde Cheese Masterclass werd tijdens de SIAL gepresenteerd aan de klanten. SIAL is de grootste voedingsmiddelenbeurs ter wereld en wordt tweejaarlijks in Parijs gehouden. Al decennia is FrieslandCampina Cheese Export prominent op deze beurs aanwezig omdat het een uitgelezen kans is tot relatiebeheer, zegt Selma Huisman, Marketing Officer. ‘Vrijwel al onze klanten wereldwijd komen naar Parijs.’ Naast de presentatie van de Cheese Masterclass, werd dit jaar ook de nieuwe Exportorganisatie (samenvoeging van International Markets en Export uit Leeuwarden) gepresenteerd aan de FrieslandCampina Export klanten én was er volop aandacht voor het redesign van Dutch Lady.
44 Spark Of het nu om de romigste yoghurt gaat of de heerlijkste desserts, Landliebe voldoet aan de verwachtingen van consumenten. Sinds 1980 is Landliebe aan een gestage opmars begonnen in de Duitse winkels. Destijds stond Landliebe voor ‘natuurlijke goedheid van het platteland’, met maar acht verschillende producten. Maar sinds het midden van de negentigerjaren verwerven producten van Landliebe steeds meer toegevoegde waarde en is het assortiment behoorlijk uitgebreid. ‘Tegenwoordig is Landliebe echt een bekend zuivelmerk in Duitsland en het grootste merk, als je kijkt naar de jaarlijkse omzet’, vertelt brand group manager Inka Weber bij FrieslandCampina Germany in Heilbronn. ‘Onder het Landliebe-merk bieden we desserts, yoghurt, boter, melk, griesmeelpudding, muesli met yoghurt aan: echt een compleet pakket producten. Consumenten vinden Landliebe sympathiek en betrouwbaar. We doen er ook alles aan om ervoor te zorgen dat de producten van Landliebe aan de hoogste eisen voldoen, maar bijvoorbeeld ook gemaakt worden van GMO-vrije melk. Dat is melk van koeien die alleen gen-vrij voer hebben gegeten dat door de Duitse melkveehouders zelf wordt verbouwd of anders elders in Europa wordt gekocht. Voor Duitse consumenten is dat heel belangrijk. De melk voor Landliebe producten wordt ook in een aparte melkstroom opgehaald en verwerkt in onze fabrieken. We maken geen gebruik van conserveringsmiddelen, smaakversterkers of kunstmatige kleurstoffen.’ Landliebe-producten zijn natuurlijk en authentiek. Geen wonder dat Landliebe ook in de Duitse vakpers vaak wordt geroemd en veel waardering krijgt van NGO’s (non gouvernementele organisaties). Zo kreeg het merk al vaker onderscheidingen en kreeg het in 2009, 2010 en 2011 de titel ‘Product van het jaar’ in het Duitse tijdschrift voor de voedingsmiddelenindustrie ‘LebensmittelPraxis’.
December 2012
Landliebe, natuurlijk en authentiek
Merken in Duitsland