Sparen en beleggen in de Europese Unie: de Europese Spaarrichtlijn voor niet-residenten
Inhoud
3
D E E UROPESE S PAARRICHTLIJN : EEN NIEUWE CONTEXT VOOR BUITENLANDS SPAARGELD
3
D E E UROPESE S PAARRICHTLIJN
IN DE PRAKTIJK
4 Welke landen passen het algemene principe van de informatie-uitwisseling toe? 5 Welke landen passen het overgangsregime van de bronheffing of de woonstaatheffing toe? 5 Tarief van de woonstaatheffing
6
W ANNEER
IS DE
E UROPESE S PAARRICHTLIJN
OP U VAN TOEPASSING ?
7 Welke rente-inkomsten vallen onder de Europese Spaarrichtlijn? 8 Wat is de belastbare grondslag voor de woonstaatheffing? 8 Kan een niet-resident aan de bank vragen om geen woonstaatheffing toe te passen op de rente-inkomsten die hij ontvangt bij ING België?
9
10
C ONCRETE
VOORBEELDEN
C ONCLUSIE 10 Hebt u specifieke vragen over de Europese Spaarrichtlijn?
De Europese Spaarrichtlijn: een nieuwe context voor buitenlands spaargeld Om een einde te maken aan de fiscale concurrentie tussen de verschillende EU-lidstaten inzake de belasting van renteopbrengsten uit spaargelden van niet-residenten, hebben de Europese ministers van Financiën de Europese Spaarrichtlijn goedgekeurd. De doelstelling van de richtlijn is erover te waken dat de uitbetaalde renteopbrengsten in een EU-lidstaat aan een resident van een andere lidstaat, belast zullen worden volgens de fiscale wetgeving van het land waar de begunstigde zijn fiscale woonplaats heeft. Om dat doel te bereiken voorziet de richtlijn in de oprichting van een automatisch systeem van informatie-uitwisseling over de uitbetaalde renteopbrengsten aan niet-residenten. Niettemin mogen België, Luxemburg en Oostenrijk in plaats van het systeem van informatie-uitwisseling, het regime van bronbelasting (inhouding van de belasting bij de uitbetaling van renteopbrengsten) toepassen, de zogenaamde woonstaatheffing. De Europese Spaarrichtlijn reikt verder dan de 25 EU-lidstaten, ze geldt ook voor renteopbrengsten die ontvangen worden in afhankelijke of geassocieerde gebieden (Jersey, het Eiland Man, …) of in een aantal derde landen (Zwitserland, Monaco, …). Met elk van die landen werd daarover een individueel akkoord afgesloten. Beide systemen werden van kracht op 1 juli 2005.
De Europese Spaarrichtlijn in de praktijk De richtlijn is van toepassing voor inwoners van de Europese Unie die rente-inkomsten ontvangen: • in een EU-lidstaat waar ze geen fiscaal resident zijn, of • in een van een EU-lidstaat afhankelijk of geassocieerd gebied of in een aantal derde landen waarmee de Europese Unie en België specifieke akkoorden hebben gesloten, en waar ze geen fiscaal resident zijn.
DE EUROPESE SPAARRICHTLIJN GELDT VOOR NATUURLIJKE PERSONEN die als niet-resident rente-inkomsten uit spaargelden ontvangen in1:
met woonplaats in:
1
•
een EU-lidstaat
•
een geassocieerd of afhankelijk gebied
EN
•
een EU-lidstaat
•
een geassocieerd of afhankelijk gebied
•
bepaalde derde landen
Zie bijlage: lijst van betrokken landen op pagina 10
Het grondbeginsel van de Europese Spaarrichtlijn bepaalt dat informatie over ontvangen renteopbrengsten wordt doorgegeven aan de lidstaat waar de spaarder of belegger zijn fiscale woonplaats heeft. Op die manier kan die lidstaat zelf de renteopbrengsten belasten volgens haar wetgeving. Wanneer intresten worden uitbetaald aan een niet-resident, zal het land waar de intrestbetaling plaatsheeft, de volgende informatie overmaken aan de belastingoverheid van het land waar de spaarder zijn fiscale woonplaats heeft: • zijn identiteit • zijn woonplaats • zijn rekeningnummer • het bedrag en andere gegevens over de intrestbetaling
3
Bijvoorbeeld: een belegger met fiscale woonplaats in België gaat intresten ontvangen van een in 2003 uitgegeven euro-obligatie in een Nederlands bankkantoor. Hij ontvangt die intresten zonder woonstaatheffing te betalen. De Nederlandse bank zal de uitbetaling van de intresten doorgeven aan de belastingadministratie van Nederland die op haar beurt de informatie van de intrestuitbetaling zal doorgeven aan de Belgische belastingadministratie.
Inwoner België ontvangt intresten in Nederland
Info
Fiscus Nederland
Info
Fiscus België
Welke landen passen het algemene principe van de informatie-uitwisseling toe? Deze EU-lidstaten passen het systeem van informatie-uitwisseling toe:
Finland Zweden Estland
Ierland
Verenigd Koninkrijk
Letland Denemarken
Nederland
Litouwen Polen
Duitsland Tsjechië Slovakije
Frankrijk
Hongarije Slovenië Portugal Spanje
Italië
Griekenland Cyprus
Malta Landen die het systeem van informatie-uitwisseling toepassen Landen die het overgangssysteem toepassen (België, Luxemburg, Oostenrijk)
Een aantal afhankelijke of geassocieerde gebieden passen het systeem van informatieuitwisseling toe: • Anguilla • Aruba • Kaaimaneilanden • Montserrat
4
Welke landen passen het overgangsregime van de bronheffing of de woonstaatheffing toe? Gedurende een overgangsperiode mogen drie EU-lidstaten, met name België, Luxemburg en Oostenrijk in plaats van het systeem van informatie-uitwisseling een bronbelasting vorderen, de zogenaamde woonstaatheffing. Verschillende afhankelijke of geassocieerde gebieden (Jersey, Guernsey, het Eiland Man, Turks- en Caïcoseilanden, de Nederlandse Antillen en de Britse Maagdeneilanden) zullen eveneens die bronheffing toepassen. Het grootste deel van de heffing (75%) zal door de staat die de belasting int, doorgestort worden aan de staat van de begunstigde, in overeenstemming met de doelstelling die de richtlijn nastreeft. Om kapitaalvlucht te vermijden, is de Europese Unie met een aantal fiscaalvriendelijke derde landen, met name Zwitserland, Monaco, Liechtenstein, San Marino en Andorra, overeengekomen dat zij gelijkaardige maatregelen toepassen voor fiscale residenten van een EU-lidstaat of van een geassocieerd of afhankelijk gebied1. Die derde landen kiezen voor het overgangsregime van woonstaatheffing en zullen dus geen informatie uitwisselen. Opgelet, de inwoners van die derde landen die in een EU-lidstaat buitenlandse renteinkomsten ontvangen, vallen daarentegen niet onder de richtlijn. Het is de bedoeling dat die landen op termijn ook overstappen naar het systeem van informatie-uitwisseling. Er werd echter nog niet bepaald wanneer het overgangsregime van de woonstaatheffing zal eindigen. Elk land kan overigens op elk moment zelfstandig beslissen om over te schakelen naar het systeem van informatie-uitwisseling.
Tarief van de woonstaatheffing Gedurende de eerste drie jaar zal een woonstaatheffing van 15% worden gehanteerd die vanaf 1 juli 2008 stijgt tot 20%. Vanaf 1 juli 2011 loopt de woonstaatheffing zelfs op tot 35%.
1-07-2005
1-07-2008
1-07-2011
15%
20%
35%
De Europese bronheffing of woonstaatheffing is niet bevrijdend. De spaarder of belegger moet dus ook in de lidstaat waar hij woont zijn buitenlandse inkomsten aangeven.
1
De Kaaimaneilanden, Anguilla en de Turks- en Caïcoseilanden passen de Europese Spaarrichtlijn niet toe voor hun fiscale residenten die in het buitenland rente-opbrengsten ontvangen.
5
Wanneer is de Europese Spaarrichtlijn op u van toepassing? Als u als spaarder of belegger rente-inkomsten ontvangt in het land waar uw fiscale woonplaats is, dan is de Europese richtlijn niet op u van toepassing. U valt dan gewoon onder de nationale wetgeving. Een persoon die fiscaal resident is in België en die zijn rente-inkomsten ontvangt in België, valt dus niet onder de richtlijn. De Europese Spaarrichtlijn is op u als belegger of spaarder wel van toepassing, als u aan de volgende drie criteria beantwoordt: 1. U bent een natuurlijke persoon. 2. Uw fiscale woonplaats bevindt zich in een lidstaat van de Europese Unie of in een van een EU-lidstaat afhankelijk of geassocieerd gebied (exclusief de Turks- en Caïcoseilanden, Anguilla en de Kaaimaneilanden). 3. U ontvangt als niet-inwoner rente-inkomsten van uw spaargeld in een EU-lidstaat, of in een van een EU-lidstaat afhankelijk of geassocieerd gebied, of in een aantal derde landen.
Eerste criterium: u bent een natuurlijke persoon De richtlijn is enkel van toepassing op natuurlijke personen en geldt dus niet voor rechtspersonen zoals onder meer NV’s, BVBA’s, VZW’s, …
Tweede criterium: uw fiscale woonplaats bevindt zich in een lidstaat van de Europese Unie of in een van een EU-lidstaat afhankelijk of geassocieerd gebied (exclusief de Turks- en Caïcoseilanden, Anguilla en de Kaaimaneilanden) Cliënten die de nationaliteit hebben van een van de 25 Europese lidstaten, maar wiens fiscale woonplaats buiten de Europese Unie of een geassocieerd gebied is gelegen, vallen niet onder de Europese spaarfiscaliteit als zij een attest van fiscale woonplaats kunnen voorleggen. De cliënt zal dat attest moeten aanvragen bij de bevoegde overheid van zijn woonstaat. Het attest is geldig voor een periode van drie jaar.
Uitzondering: gelijkgestelde niet-residenten Diplomaten, bepaalde buitenlandse kaderleden en bepaalde Europese en NAVO-ambtenaren verblijven in het land waar ze werken. Die groepen hebben echter een bijzonder fiscaal statuut en worden door de Belgische overheid gelijkgesteld met niet-residenten. Ze zijn dus slechts onderhevig aan de Europese Spaarrichtlijn als zij de nationaliteit hebben van een Europese lidstaat of van een van de tien geassocieerde gebieden (met uitzondering van Turks- en Caïcoseilanden, Anguilla en de Kaaimaneilanden). Als zij echter een attest kunnen voorleggen waaruit blijkt dat hun fiscale woonplaats buiten de Europese Unie of de geassocieerde gebieden is gelegen, geldt de Europese Spaarrichtlijn niet voor hen.
Derde criterium: u ontvangt als niet-inwoner rente-inkomsten van uw spaargeld in een EU-lidstaat, in een van een EU-lidstaat afhankelijk of geassocieerd gebied of in een aantal derde landen Hoewel ze niet tot de Europese Unie behoren, hebben ook een aantal derde landen (Zwitserland, Andorra, Monaco, San Marino en Liechtenstein) aanvaard om gelijkaardige maatregelen toe te passen voor niet-residenten die hun fiscale woonplaats hebben in een EU-lidstaat.
6
ING België past de woonstaatheffing toe op intrestopbrengsten voor niet-residenten met fiscale woonplaats in één van de hieronder vermelde landen:
EU-LIDSTAAT
AFHANKELIJK OF GEASSOCIEERD GEBIED1
Cyprus
Ierland
Polen
Guernsey
Denemarken
Italië
Portugal
Eiland Man
Duitsland
Letland
Slovenië
Jersey
Estland
Litouwen
Slowakije
Montserrat
Finland
Luxemburg
Spanje
Britse Maagdeneilanden
Frankrijk
Malta
Tsjechië
Aruba
Griekenland
Nederland
Verenigd Koninkrijk
Nederlandse Antillen
Hongarije
Oostenrijk
Zweden
Welke rente-inkomsten vallen onder de Europese Spaarrichtlijn? De Europese Spaarrichtlijn definieert “renteopbrengsten” ruimer dan de Belgische wetgever. Hieronder vindt u een overzicht.
OPBRENGSTEN DIE ONDER DE RICHTLIJN VALLEN •
Zowel uitgekeerde als gekapitaliseerde rente-inkomsten verworven vanaf 1 juli 2005 uit schuldvorderingen (private en publieke obligaties, nulcouponobligaties, kasbons, gestructureerde obligaties, …) en deposito’s (spaarboekjes, zichtrekeningen, termijnrekeningen, …).
•
Dividenden van uitkeringsbeveks die voor minimum 15% zijn belegd in renteproducten zoals gedefinieerd in de Europese Spaarrichtlijn. Alleen het gedeelte van het dividend dat betrekking heeft op de uitgekeerde intresten verworven vanaf 1 juli 2005 zal de woonstaatheffing ondergaan.
•
Meerwaarden op aandelen van zowel kapitalisatie- als uitkeringsbeveks die voor minimum 40% (25% vanaf 1 juli 2011) belegd zijn in renteproducten zoals gedefinieerd in de Europese Spaarrichtlijn. Alleen het gedeelte van de meerwaarde dat betrekking heeft op de gekapitaliseerde intresten verworven vanaf 1 juli 2005, zal de woonstaatheffing ondergaan.
OPBRENGSTEN DIE NIET ONDER DE RICHTLIJN VALLEN • Dividenden
van aandelen.
• Dividenden
en meerwaarden van kapitalisatiebeveks die voor minimum 60% (75% vanaf 1 juli 2011) belegd zijn in
aandelen. • Dividenden
en meerwaarden van distributiebeveks die voor minimum 85% belegd zijn in aandelen.
• Levensverzekeringsproducten • Obligaties
(tak 21 & tak 23) en verzekeringsbons.
of andere schuldvorderingen die vallen onder de zogenaamde “grootvaderclausule”. Het gaat om obli-
gaties of andere schuldvorderingen die werden uitgegeven vóór 1 maart 2001. • In
sommige gevallen vervalt het statuut van de grootvaderclausule:
1. Als een vervolgemissie werd uitgegeven na 1 maart 2002 door een publieke overheid, vervalt het statuut van de grootvaderclausule voor zowel de oorspronkelijke als de vervolgemissie en vallen ze dus wel onder de richtlijn.
2. Private vervolgemissies van obligaties uitgegeven na 1 maart 2002 profiteren niet van de grootvaderclausule. De oorspronkelijke private emissie behoudt echter naar grootvaderclausule.
7
1
De geassocieerde of afhankelijke gebieden Turks- en Caïcoseilanden, Anguilla, en Kaaimaneilanden passen de Europese Spaarrichtlijn niet toe voor hun fiscale residenten die in het buitenland renteopbrengsten ontvangen.
Wat is de belastbare grondslag voor de woonstaatheffing? De woonstaatheffing wordt pro rata berekend op de renteopbrengsten in functie van de effectieve bezitsduur van de effecten. Aangezien de Europese Spaarrichtlijn alleen de intresten verworven vanaf 1 juli 2005 beoogt, is de woonstaatheffing niet van toepassing op het gedeelte van de renteopbrengsten verworven vóór 1 juli 2005. Voor een gemengde bevek, waarin zowel in obligaties als in aandelen wordt belegd, wordt de woonstaatheffing op de renteopbrengsten proportioneel geheven. Alleen het gedeelte van het dividend of van de meerwaarde dat betrekking heeft op opbrengsten uit renteproducten verworven vanaf 1 juli 2005, wordt belast. Wanneer er bij de verkoop een minwaarde geboekt wordt – de verkoopprijs is lager dan de oorspronkelijke aankoopprijs – is er geen enkele woonstaatheffing verschuldigd. Als de bank geen informatie bezit over de aankoopprijs, wordt de woonstaatheffing berekend op de gekapitaliseerde intresten verworven vanaf 1 juli 2005. Als de bank evenmin informatie bezit over de aankoopprijs én er bovendien geen gegevens beschikbaar zijn over de gekapitaliseerde intresten vanaf 1 juli 2005, ondergaat de totale opbrengst de woonstaatheffing. De belegger heeft er daarom alle belang bij om bewijzen van de aankoop van effecten te bewaren.
Kan een niet-resident van de Europese Unie, of van een afhankelijk of geassocieerd gebied, aan de bank vragen om geen woonstaatheffing toe te passen op de rente-inkomsten die hij ontvangt bij ING België? Dat is inderdaad mogelijk. Daartoe moet de niet-resident bij de bevoegde autoriteit van zijn woonstaat een fiscaal attest aanvragen. Zodra ING België in het bezit is van dat fiscale attest, zal er geen woonstaatheffing meer worden toegepast. Er bestaat geen model van het fiscale attest maar het moet wel ten minste volgende gegevens bevatten: • naam, adres en fiscale identificatienummer van de niet-resident (als dat fiscale identificatienummer niet beschikbaar is, moeten de geboortedatum en geboorteplaats vermeld worden); • vermelding van ING België, Marnixlaan 24 te 1000 Brussel als betalende instantie; • het ING-rekeningnummer van de niet-resident. De woonstaatheffing die geheven werd vóór de afgifte van het fiscale attest is niet recupereerbaar. Het fiscale attest is drie jaar geldig.
8
Concrete voorbeelden Met een aantal concrete gevallen toetsen we de Europese Spaarrichtlijn aan de praktijk. •
Mijnheer Vandevelde woont in België en int de coupon van zijn in 2003 uitgegeven euroobligatie in Nederland
Het betreft een natuurlijke persoon, woonachtig in een EU-lidstaat en die zijn renteinkomsten van een in 2003 uitgegeven euro-obligatie ontvangt in een andere EU-lidstaat. Deze Belgische spaarder valt onder de Europese Spaarrichtlijn Mijnheer Vandevelde krijgt zijn coupon uitgekeerd zonder dat er woonstaatheffing wordt afgehouden. De gegevens over de intrestbetaling en de belegger niet-resident worden door de Nederlandse bank aan de Nederlandse fiscus overgemaakt. Die laatste maakt de informatie van intrestbetaling over aan de Belgische fiscus. De Belgische spaarder moet dus zoals vroeger zijn buitenlandse rekening en zijn in Nederland ontvangen rente-inkomsten aangeven in zijn personenbelasting. •
Mijnheer Peeters woont in België en int de intrest op zijn spaarboekje in België
Het betreft een natuurlijke persoon, woonachtig in een EU-lidstaat en die rente-inkomsten ontvangt in dezelfde EU-lidstaat waar hij woont. Deze Belgische spaarder valt niet onder de Europese Spaarrichtlijn •
Mevrouw Van Doren woont in België en int de coupon van haar in 2003 uitgegeven euroobligatie in Luxemburg
Het betreft een natuurlijke persoon, woonachtig in een EU-lidstaat en die rente-inkomsten ontvangt in een andere EU-lidstaat van een in 2003 uitgegeven obligatie. Deze Belgische spaarder valt onder de Europese Spaarrichtlijn. Mevrouw Van Doren krijgt haar coupon uitgekeerd na afhouding van 15% Europese woonstaatheffing. In Luxemburg geldt immers een overgangsregime. De Luxemburgse bank speelt geen informatie door naar de Belgische fiscus. De woonstaatheffing is echter geen bevrijdende heffing. Mevrouw Van Doren moet haar in het buitenland geïnde renteinkomsten aangeven in haar personenbelasting in België. •
Mijnheer Verbomen woont in Zwitserland en int de coupon van zijn in 2004 uitgegeven euro-obligatie in België
Het betreft een natuurlijke persoon, woonachtig in Zwitserland en die rente-inkomsten ontvangt in een lidstaat van de Europese Unie. Deze Zwitserse spaarder valt niet onder de Europese Spaarrichtlijn aangezien zijn woonplaats zich buiten de Europese Unie bevindt. •
Mijnheer Vermeulen woont in België en int de coupon van een privé-emissie uitgegeven in 1991 in Zwitserland
Het betreft een natuurlijke persoon, woonachtig in België en die rente-inkomsten ontvangt in een derde land dat akkoord gaat om de Europese richtlijn toe te passen. Er wordt geen woonstaatheffing geheven aangezien zijn euro-obligatie onder de grootvaderclausule valt. Mijnheer Vermeulen moet zijn in het buitenland geïnde rente-inkomsten aangeven in zijn personenbelasting in België.
9
Conclusie De inwerkingtreding van de richtlijn zorgt voor meer controle door de belastingoverheden van elke lidstaat op het buitenlandse spaargeld. Door de Europese Spaarrichtlijn zal het niet langer fiscaal voordelig zijn om in het buitenland rente-inkomsten uit spaargelden te innen. De landen die het systeem van informatie-uitwisseling toepassen
EU-LIDSTAAT Cyprus
AFHANKELIJK OF GEASSOCIEERD GEBIED Ierland
Slovenië
Anguilla
Denemarken
Italië
Slowakije
Montserrat
Duitsland
Letland
Spanje
Aruba
Estland
Litouwen
Tsjechië
Kaaimaneilanden
Finland
Malta
Verenigd Koninkrijk
Frankrijk
Nederland
Zweden
Griekenland
Polen
Hongarije
Portugal
De landen die het systeem van woonstaatheffing toepassen
EU-LIDSTAAT
AFHANKELIJK OF GEASSOCIEERD GEBIED
DERDE LANDEN
België
Guernsey
Zwitserland
Luxemburg
Eiland Man
Andorra
Oostenrijk
Jersey
San Marino
Britse Maagdeneilanden
Monaco
Turks- en Caïcoseilanden
Liechtenstein
Nederlandse Antillen
Hebt u specifieke vragen over de Europese Spaarrichtlijn? Wilt u weten of uw spaar- of beleggingsproducten al dan niet onder de richtlijn vallen? Ga dan langs in uw ING-kantoor of neem contact op met het ING Expat & Non-resident Contact Centre op 02 464 66 61. Zij helpen u graag verder. U kunt ook een mail sturen naar
[email protected]
10
Versie: juli 2005 De informatie van deze publicatie over de Europese Spaarrichtlijn is gebaseerd op de juridische situatie zoals we die vandaag kennen. Zodra er zich wijzigingen voordoen, wordt deze uitgave aangepast. De meest recente versie zult u steeds kunnen raadplegen op www.ing.be/beleggen onder producten/sparen&beleggen/Europese spaarfiscaliteit.
11
Verantwoordelijk uitgever: A. Biebuyck – Sint-Michielswarande 60, 1040 Brussel – Z45275N 07.05 ING België NV – Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel - BTW BE 0403.200.393 - BIC (SWIFT): BBRUBEBB - Rekening: 310-9156027-89 (IBAN: BE45 3109 1560 2789)