Solution Builder Portal SE. Installation & Configuration Guide

Solution Builder Portal SE Installation & Configuration Guide

©2015, Eddon Software B.V., ‘s-Hertogenbosch. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook en evenmin worden opgeslagen in een databank met als doel een terugzoek mogelijkheid te verschaffen aan derden zonder voorafgaande toestemming van Eddon Software B.V. Eddon Software B.V. Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 32154395

Add-on Artikel software Behorende bij release vanaf Datum Auteur

Solution Builder Portal SE BSE103 2.0.0 28-09-2015 Bregje Elemans

Eddon Software BV | Solution Builder Portal SE | 1 oktober 2015 | pagina 2 van 51

Inhoudsopgave 1

Uitgangspunten en randvoorwaarden ................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1.1 Systeemeisen server en client ..................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1.2 Benodigde rechten....................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1.3 Afhankelijkheden andere applicaties .......................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1.4 Technische uitgangspunten ......................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1.5 Benodigde licenties ...................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1.6 Functionele uitgangspunten ........................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

2

Installatie Solution Builder Portal SE ................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2.1 Installatie DMZ-server ................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2.2 Add-on Maatwerkmenu SE .......................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2.3 Installatie software ...................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2.4 Bijwerken database ..................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2.5 Configuratie IIS Manager ............................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2.5.1 Website.............................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2.5.2 Virtual Directory ................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2.6 Programmatuuromgeving............................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

3

Noodzakelijke inrichting Solution Builder ........................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.1 Solution Builder ........................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.2 Artikelen....................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

4

Configuratie Solution Builder Portal SE ............................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.1 Beveiliging in Synergy .................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.1.1 Benodigde rol ‘Enabling add-on solutions’........ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.2 Onderhoud Add-on Maatwerkmenu ........................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.3 Instellingen................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.3.1 Installatie licentiesleutel.................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.4 Rollen ........................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.5 Portaal .......................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.5.1 Portaal ............................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.5.2 Lay-out ............................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.5.3 Beveiliging.......................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.5.4 Delegatie............................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.5.5 Synergy gebruiker .............................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.5.6 Email (SMTP)...................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.5.7 Horizontaal menu en Verticaal menu................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.5.7.1 Entiteit aanmaken...................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.5.7.2 Entiteit zoeken ........................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.5.7.3 Relatiekaart ................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.5.7.4 Relaties zoeken .......................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.5.7.5 Verzoeken zoeken ...................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.5.7.6 Documenten zoeken .................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.5.7.7 Document .................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.5.7.8 Rapport ...................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.5.7.9 URL ............................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.


4.6 4.7

Email templates ........................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Portaal toegang............................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.7.1 Toegang verlenen .............................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.7.2 Toegang ontnemen ........................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.7.3 Wachtwoord resetten door beheerder ............. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.7.4 Wachtwoord resetten door gebruiker .............. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.7.5 Delegatie............................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.8 Pagina beveiligingsinstellingen .................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.9 Applicatie log ............................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 5

Reseller functionaliteit binnen het portaal.......................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 5.1 Entiteiten zoeken en bekijken ..................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 5.2 Entiteiten aanmaken.................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 5.3 Documenten en verzoeken zoeken en bekijken .......... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 5.4 Menuopties .................................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 5.4.1 Menuoptie Document ....................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

6

Styling ............................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

7

Bekende meldingen ........................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 7.1 Wachtwoord niet gecodeerd ....................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

8

Termen onderhouden ........................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 8.1 Nieuwe term toevoegen .............................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 8.2 Talen toevoegen .......................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

9

Technische eigenschappen ................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 9.1 Databasetabellen ......................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.


Inleiding Solution Builder Portal SE is een relatie portaal waarmee u de mogelijkheid heeft om Solution Builder gegevens aan te maken of te wijzigen. Ook kunt u gekoppelde documenten en verzoeken inzichtelijk maken en kunt u MRS rapportages op starten. Relaties krijgen via een contactpersoon toegang tot het portaal, op basis van een emailadres/wachtwoord authenticatie. De SB portal kan ook worden ingezet als een dealer portal. Hierbij heeft een dealer inzicht in alle gekoppelde relaties. Tevens kan de dealer ook inzien welke Solution Builder gegevens zijn aangemaakt. Daarnaast kan de dealer ook Solution Builder gegevens aanmaken namens één van zijn gekoppelde relaties. Het ook mogelijk om relaties te koppelen aan elkaar. Denk hierbij aan een holding waaraan één of meerdere werkmaatschappijen is gekoppeld. De Solution Builder SE is een zeer uitgebreide add-on gemaakt voor Exact Synergy Enterprise. Met deze add-on bent u in staat om Synergy volledig aan te passen aan uw wensen en eisen. Het toevoegen van bedrijfs- en branchespecifieke processen wordt hiermee zeer eenvoudig gemaakt. U krijgt hierbij de beschikking over uitgebreide opties om de entiteiten volledig naar uw eigen wensen in te richten met behulp van knoppen, velden, tabbladen, etc.


1

Uitgangspunten en randvoorwaarden

1.1

Systeemeisen server en client

Voor de server(s) en clients zijn de standaard systeemeisen voor Exact Synergy Enterprise van toepassing. Deze zijn te vinden in document 21.372.564 op de Exact Customer Portal.

1.2

Benodigde rechten

Voor de installatie zijn de volgende rechten van belang:  System administrator (om de database te kunnen updaten en initialiseren)  Synergy administrator (om rechten/rollen aan te maken)  Solution Builder SE functierechten (om onderhoud te kunnen plegen op de Solution Builder Portal SE)

1.3

Afhankelijkheden andere applicaties   

Om een of meerdere add-ons te kunnen configureren en/of gebruiken moet men ook het Add-on Maatwerkmenu SE hebben geïnstalleerd. De add-on Solution Builder SE dient geïnstalleerd te zijn. U heeft de mogelijkheid om rapporten die gemaakt zijn met de MS Reporting Services Integrator te tonen in de Solution Builder Portal SE. Deze add-on dient hiervoor geïnstalleerd te zijn.

LET OP: U dient altijd de recente commerciële versie van de bovengenoemde add-ons te installeren.

1.4

Technische uitgangspunten

Er is bij de ontwikkeling gebruik gemaakt van de ‘Software Development Kit’ (SDK) voor Exact Synergy Enterprise. Deze werkwijze zorgt ervoor dat de add-on zoveel mogelijk onafhankelijk van de standaard software kan functioneren. Hierdoor wordt het eenvoudiger om een update van de standaard software uit te voeren. Ondanks dat dient u toch contact met uw partner op te nemen wanneer u een update wilt uitvoeren naar een nieuwere versie van Exact Synergy Enterprise.

1.5

Benodigde licenties   

1.6

Module ‘YA5301 - Enabling add-on solutions role’ in de Exact Synergy Enterprise licentie. Voor de Solution Builder Portal SE is een licentiesleutel van Eddon vereist. Voor de authenticatie dient u 1 professional licentierol + enabling add-on licentie rol te koppelen welke gebruikt wordt voor de registratie van mutaties vanuit het portaal.

Functionele uitgangspunten

Er wordt gebruik gemaakt van de standaard oplossing van Exact Synergy Enterprise vanaf batch 251. Eventueel kan dit uitgebreid worden met andere add-ons en maatwerk.


2 2.1

Installatie Solution Builder Portal SE Add-on Maatwerkmenu SE

Voor een correcte werking van de add-ons dient het Add-on Maatwerkmenu SE geïnstalleerd te worden. Het Add-on Maatwerkmenu is een aparte installatieset en voegt het “Add-on” menu toe aan Synergy. Hiervandaan kunnen meerdere add-ons en maatwerkonderdelen worden aangeroepen.

2.2

Installatie software

De add-on dient op de server geïnstalleerd te worden waar ook Exact Synergy Enterprise staat. Door middel van het bestand ‘CSSetup_NL.exe’ kan de set-up van de add-on opgestart worden. LET OP: Voor het installeren dienen alle gebruikers Synergy te verlaten. Ook eventuele achtergrondprocessen dient u tijdelijk te stoppen.


Bij “Installatie soort” wordt gekozen voor ‘CD installatie’ Bij “Lokale installatiedirectory” moet worden gekozen voor de directory waar Synergy in geïnstalleerd staat. Door te kiezen voor “OK” wordt de installatie gestart. Het volgende scherm verschijnt.

Door te kiezen voor “Ja” wordt de installatie verder uitgevoerd. Wanneer de installatie voltooid is, wordt het onderstaande scherm getoond.

2.3

Bijwerken database

Na het installeren van de add-on moet de database opnieuw geïnitialiseerd worden. Hierom zal automatisch worden gevraagd bij het opstarten van Synergy.


Door te kiezen voor “Bijwerken” wordt het initialiseren van de database uitgevoerd.  

2.4

De instellingen bij het onderdeel ‘Login’ zijn afhankelijk van de beveiligingsinstellingen van de Synergy-database. Iedere database dient apart bijgewerkt te worden.

Technische inrichting Solution Builder Portal

In deze paragraaf staan beschreven hoe, na de installatie van de benodigde bouwstenen, de technische inrichting gerealiseerd moet worden. De installatie en configuratie van een DMZ-server is echter een complex proces. Wij adviseren u om voor dit gedeelte een technische consultant in te schakelen. Wij verlenen geen support op het inrichten van de DMZ server. Ook adviseren wij u om de instellingen in de Internet Information Service Manager (IIS Manager) voor de Solution Builder Portal en de inrichting van het portaal zelf, door een technisch consultant uit te laten voeren.

2.4.1

Installatie DMZ-server

Voor de Solution Builder Portal SE dient u een aparte virtual directory op te zetten. Als u daarnaast wilt dat de gegevens van buitenaf benaderd kunnen worden door niet-geauthentiseerde gebruikers, is het aan te bevelen om een aparte Synergy omgeving te installeren op een DMZ-server. De DMZserver staat los van de programmatuuromgeving en wordt ingesteld met beperkte rechten. Voor de installatie van de Solution Builder Portal SE in een DMZ-omgeving gelden de volgende aandachtspunten:  De DMZ-server dient onderdeel te zijn van het domein met domein-authenticatie.  Er dient een SSL-certificaat beschikbaar te zijn.  Van buitenaf dient de server te benaderen zijn via poort 443 (HTTPS).




2.4.2

Vanuit de DMZ-server dienen de standaard SQL-poorten beschikbaar te zijn (TCP 1433, eventueel UDP 1434). Wanneer gebruik gemaakt wordt van instances, dienen de corresponderende poorten van de betreffende instances geconfigureerd te worden.

Configuratie IIS Manager

Voor configuratie van de Solution Builder Portal SE binnen IIS Manager gelden een aantal aandachtspunten. Het is mogelijk om een website te gebruiken voor de Solution Builder Portal SE, maar u kunt het portaal ook als intern portaal gebruiken. Beide situaties dient u in te richten in IIS Manager. 2.4.2.1 Website Indien gebruik gemaakt wordt van een website voor het externe portaal, dient deze als zodanig geconfigureerd te worden. 1. Open de IIS Manager. Klik met de rechtermuisknop op “Sites” en kies voor ’Toevoegen website’. Er opent nu een scherm. Vul bij “Sitenaam” de naam in van de website die u voor het portaal wilt gebruiken. Bij “Fysiek pad” vult u het pad in op de server waar Synergy geïnstalleerd staat. Klik op “Ok”. LET OP: indien u de website verwijdert in de IIS manager, kan het zijn dat de hele installatiefolder verwijderd wordt. Wij adviseren u daarom om altijd een kopie te maken van de installatiefolder, voordat u de website verwijdert. 2. De “Verificatie”-instellingen dienen op ‘Anonieme verificatie’ te staan:

3. Het bestand ‘db.config’ in de map ‘C:\Gebruikers\Openbaar\Exact Synergy Enterprise\’ op de DMZ-server dient een verwijzing te hebben naar de website met de juiste database:


2.4.2.2 Virtual Directory Ten behoeve van de delegatiefunctie dient er tevens een Virtual Directory te worden geconfigureerd. Deze kan identiek zijn aan de Virtual Directory configuratie van het externe portaal, indien deze niet als aparte website wordt opgezet. 1. U klikt met uw rechtermuisknop op ‘Default Web Sites’ en kiest voor “Add Application”. Geef een naam op voor de virtuele directory en geef bij ‘Fysieke pad’ de locatie op waar de Solution Builder SE geïnstalleerd staat.

2. Controleer of de verificatie staat ingesteld op “Windows verificatie” en niet op “Anonieme verificatie”. 3. Het bestand ‘db.config’ in de map ‘C:\Gebruikers\Openbaar\Exact Synergy Enterprise\’ op de server dient een verwijzing te hebben naar de virtual directory met de juiste database:


2.4.3

Programmatuuromgeving

Op de DMZ-server dient een volledige installatie van Exact Synergy Enterprise te worden gedaan, inclusief de add-ons. Daarnaast dienen de aanpassingen die worden gedaan na een deployment van Solution Builder, Custom Selector en/of Trigger and Validation Manager ook te worden gekopieerd naar deze omgeving. Zie de volgende handleidingen voor uitleg over Deployment: Hoofdstuk 8 in de “Installation & Configuration Solution Builder” Hoofdstuk 4.6 in de “Installation & Configuration Custom Selector SE” Hoofdstuk 5.6 in de “Installation & Configuration Trigger and Validation Manager SE” Indien u verschillende omgevingen heeft voor het externe portaal en de virtuele directory ten behoeve van de delegatiefunctie, dient u deze omgevingen na aanpassingen te synchroniseren. U kunt deze synchronisatie uitvoeren via “Add-on | Inrichting | Add-on Menu: Virtuele directory synchronisatie”. Voor de gegevens voor de bronomgeving in, zoals hieronder beschreven. De bronomgeving is de omgeving waarin u de aanpassingen heeft gemaakt en van waaruit u wilt gaan synchroniseren naar een bestemmingsomgeving. [Naam] [Server] [Omschrijving] [Netwerkmap] [Domein] [Gebruikersnaam] [Wachtwoord]

Korte naam voor de brongegevens. De servernaam van de bronserver van waaruit u wilt synchroniseren. Geef zelf een omschrijving mee. De map waar de programmatuur in staat die u wilt gaan synchroniseren. Domein waar de server onderdeel van uit maakt. Gebruikersnaam van de gebruiker die minimaal leesrechten heeft op de bronlocatie. Wachtwoord horende bij bovengenoemde gebruiker


Klik op de knop “Nieuw” om een nieuwe bestemming toe te voegen. Gebruik een gebruiker die minimaal schrijfrechten heeft op de opgegeven netwerkmap voor de bestemming.

Bewaar de bestemming. U komt nu terug in het scherm met de bron en de bestemmingen. Vink de bestemming aan waarnaar toe u de gegevens wilt synchroniseren en klik vervolgens u op de knop “Synchroniseren”.


3

Noodzakelijke inrichting Solution Builder

Ten behoeve van het gebruik van het portaal dient u binnen Synergy Enterprise en Solution Builder een aantal instellingen toe te passen. Binnen Solution Builder dient u de beveiligingsniveaus van onderdelen op de relevante entiteittypes in te stellen op niveau 1 (‘Klanten’). Daarnaast dienen de artikelen en het bijbehorende assortiment op beveiligingsniveau 0 (‘Alle’) te staan.

3.1

Solution Builder

Voor de inrichting van Solution Builder verwijzen wij u naar de Installation & Configuration Guide Solution Builder SE. Hieronder staat per onderdeel aangegeven in welke paragraaf u het terug kunt vinden in deze handleiding. 1. Aanmaken veld Contactpersoon, zie SB paragraaf 4.8: Kies bij “Add-on | Inrichting | Solution Builder: Velden” voor de knop ‘Nieuw’ en vervolgens voor ‘Referentieveld’. Maak een nieuw veld ‘Contactpersoon’ aan met een referentie naar “Relatie”. Zie paragraaf 4.5.4. 2. Groep, zie SB paragraaf 4.4: “Add-on | Inrichting | Solution Builder: Groepen”. Per entiteitgroep die u in het portaal wilt gebruiken, stelt u het beveiligingsniveau bij ‘Beveiliging: Aanmaken’ in op 1.


3. Voor de volgende onderdelen het beveiligingsniveau in op 1 bij het onderdeel “Algemeen: beveiligingsniveau”. Secties: “Add-on | Inrichting | Solution Builder: Secties” (SB 4.6). Velden: “Add-on | Inrichting | Solution Builder: Velden” bij “Standaardwaarden” (4.8). Knoppen: “Add-on | Inrichting | Solution Builder: Knoppen” (SB 4.9). Overzichten: “Add-on | Inrichting | Solution Builder: Overzichten” (SB 4.10). Tabbladen: “Add-on | Inrichting | Solution Builder: Tabbladen” (SB 4.11). Dit is niet verplicht, maar zorgt ervoor dat u de instellingen voor het beveiligingsniveau bij het aanmaken van nieuwe entiteiten niet handmatig voor elk type en elke status hoeft door te voeren. 4. Type, zie SB hoofdstuk 5: - “Add-on | Inrichting | Solution Builder: Types”. Per entiteittype stelt u het beveiligingsniveau bij ‘Beveiliging: Aanmaken’, ‘Beveiliging: Wijzigen’ en ‘Beveiliging: Lezen’ in op 1. Wij raden u aan het beveiligingsniveau voor ‘Beveiliging: Verwijderen’ niet op 1 te zetten, maar minimaal op 10 te laten staan.


5. Onderdelen op entiteittypes: Open de inrichting van een entiteittype en klik op de volgende knoppen: - Plaats op de entiteitkaart van elke entiteittype dat u binnen het portaal wilt gebruiken, de velden “IDCustomer” en “Contactpersoon” en maak deze verplicht, zie onderdeel 1 in deze paragraaf 3.1, paragraaf 4.5.4 en SB paragraaf 5.3.3.3. - De standaardwaarde van het veld beveiligingsniveau kunt u het beste op 3, ‘Klant (specifiek)’ zetten. Open via de knop “Velden” het veld ‘Beveiligingsniveau’ en vul ‘3’ in bij “Algemeen: Standaardwaarde”. Daarmee worden automatisch alle entiteiten opgeslagen met klantspecifieke beveiliging. Zie: SB paragraaf 5.3.3.3. - Statussen: Open elke status, stel het beveiligingsniveau bij ‘Beveiliging: Wijzigen’ (1) in op 1. Indien een status ook vervolgstatussen (2) heeft, dient u deze ook te openen en het beveiligingsniveau in de sectie “Beveiliging” (3) op 1 in te stellen. Zie: SB paragraaf 5.2.1.

-

Knoppen/knopsecties: Open de instellingen van elke gekoppelde knop. Stel de beveiliging voor ‘Zichtbaarheid: Bekijken’ en ‘Zichtbaarheid: Bewerken’ in op 1, zoals in onderstaand voorbeeld bij (1). Zie: SB paragraaf 5.3.2.


-

-

Betreft het een knopsectie, open dan ook de knoppen (2) onderaan de pagina die onder de knopsectie vallen en zet ook van deze knoppen de beveiligingsniveaus op 1. Velden/Veldsecties: Open de velden (1) en stel de beveiliging van de velden voor ‘Beveiliging: Zichtbaar’ en/of ‘Beveiliging: Wijzigen’ in op 1. De beveiliging van het veld ‘Beveiligingsniveau’ kunt u beter op een hoger niveau zetten. Zie: SB paragraaf 5.3.3.3. Stel de veldsecties (2) in op beveiligingsniveau 1, door de sectie te openen en de instellingen aan te passen. Zie: SB paragraaf 5.3.3.1.


-

-

Overzichten: Open de instellingen van elk gekoppeld overzicht. Stel de beveiliging voor ‘Zichtbaarheid: Bekijken’ en ‘Zichtbaarheid: Bewerken’ in op 1 voor elke status. Zie: SB paragraaf 5.3.4. Tabbladen: Open de instellingen van elk gekoppeld tabblad. Stel de beveiliging voor ‘Zichtbaarheid: Bekijken’ en ‘Zichtbaarheid: Bewerken’ in op 1 voor elke status. Zie: SB paragraaf 5.3.5.


3.2

Artikelen

Stel de beveiliging voor artikelen in op beveiligingsniveau 0. Ga naar “Logistiek | Overzichten | Zoeken: Artikelen”. Per artikel dat u in het portaal wilt gebruiken, stelt u het beveiligingsniveau (1) in op 0. Door op het assortiment te klikken op de artikelkaart (2), of via “Logistiek | Overzichten |Algemeen: Assortimenten” kunt u de beveiliging op het assortiment instellen op 0.


4 4.1 4.1.1

Configuratie Solution Builder Portal SE Beveiliging in Synergy Benodigde rol ‘Enabling add-on solutions’

Voor de authenticatie van de portaal-gebruikers wordt een Synergy-gebruiker ingesteld (zie paragraaf 4.5.6). Deze gebruiker dient een domein-gebruiker te zijn, zonder specifieke netwerkrechten. Binnen Synergy moet de gebruiker actief staan en de rollen ‘Professional’ en ‘Enabling add-on solutions’ op niveau ‘Bedrijf’ dienen gekoppeld te worden. Het beste is hier een aparte gebruiker voor aan te maken in Synergy.

4.2

Onderhoud Add-on Maatwerkmenu

Klik in het topmenu op “Add-on”. De eerste keer dat een administrator dit doet, zal er gevraagd worden om de inloggegevens.

Vul uw gegevens in en klik op “Bewaren”. Dit is een eenmalige handeling en het wordt aangeraden dit onder het administrator account uit te voeren. Hiermee wordt het add-on menu aangepast wanneer er een wijziging (update of toevoeging) heeft plaatsgevonden in de add-ons. Na het bijwerken, zal “Add-on | Inrichting” er als volgt uitzien:

U kunt de lay-out van het portaal definiëren, templates voor de te versturen emails met wachtwoorden bewerken en de gewenste contactpersonen toegang verlenen tot het portaal.


4.3

Instellingen

Nadat de add-on voor Synergy is geïnstalleerd moeten er een aantal instellingen ingevuld worden. De instellingen zijn te onderhouden via het menupad “Add-on | Inrichting | Solution Builder Portaal: Instellingen”.

4.3.1 Installatie licentiesleutel Voor een correcte werking van deze add-on is het noodzakelijk een licentiesleutel in te voeren. De licentiesleutel wordt via een tekstbestand verstrekt door uw leverancier. Sla het bestand op op uw computer of netwerklocatie. LET OP: De sleutel dient te worden aangeleverd in een tekstbestand. Het tekstbestand heeft de volgende naamgeving: License_1708_ Solution Builder Portal_[Naam klant in Exact]_[Einddatum]_[Aantal gebruikers].txt Als u dit bestand opent met Kladblok, ziet u bijvoorbeeld onderstaande (fictieve) licentiesleutel:

De licentiesleutel is in te lezen via het menupad “Add-on | Inrichting | Add-on Maatwerkmenu: Addon licenties”.

Via de knop “Browse” zoekt u de locatie op waar u het licentiebestand heeft opgeslagen en selecteert het tekstbestand. Druk op de knop “Uploaden”. De licentiesleutel wordt nu gevalideerd en opgeslagen bij de add-on Solution Builder Portal SE. Bij “Add-on | Inrichting | Solution Builder Portaal: Instellingen” kunt u de licentiesleutel zien, maar niet bewerken.

Zonder deze licentiesleutel zal de Solution Builder Portal SE niet functioneren.


U kunt de add-on alleen gebruiken in uw eigen Synergy-omgeving: de licentiesleutel wordt namelijk uitgegeven op naam zoals die in uw Exact Synergy Enterprise licentie is vastgelegd. In de volgende gevallen wordt een foutmelding getoond: 1. Verlopen van de einddatum. Dit geldt voornamelijk voor proeflicenties. 2. Foutieve / verminkte licentiesleutel. Indien de licentiesleutel ontbreekt of niet overeenstemt met de gegevens uit uw Exact licentie, wordt hier melding van gemaakt.

4.4

Rollen

Rollen voor de contactpersonen kunt u onderhouden via “Add-on | Inrichting | Solution Builder Portaal: Rollen”. Er worden twee rollen standaard meegeleverd: Gebruiker en Supervisor. U kunt desgewenst een nieuwe rol aanmaken via de knop “Nieuw”. De Supervisor kan (indien geconfigureerd) relatie- en contactpersoongegevens wijzigen en nieuwe contactpersonen aanmaken via het portaal en kan alle beschikbare informatie vinden. Hij kan dit ook via het algemene instellingen onderdeel ‘Beveiliging’ (paragraaf 4.5.4), waarbij alleen uitgegaan wordt van contactpersoon met rol Gebruiker. De Gebruiker kan (indien geconfigureerd) zijn eigen contactpersoongegevens wijzigen en/of nieuwe contactpersonen aanmaken en kan alleen zijn eigen gegevens zien als dat is ingesteld (paginabeveiliging, zie paragraaf 0).


4.5

Portaal

Via “Add-on | Inrichting | Solution Builder Portaal: Portaal” bepaalt u hoe het portaal eruit komt te zien voor de ingelogde gebruikers.

4.5.2

Portaal

Met de “Omschrijving” wordt de titel van het portaal meegegeven, die wordt getoond in de browser. Bij “Host naam” geeft u de URL van de website voor het externe portaal op. Het is mogelijk dat de programmatuurmap voor de interne omgeving dezelfde is als voor de portaal-omgeving. Zorg ervoor dat het portaal “Geactiveerd” is om er gebruik van te kunnen maken.


4.5.3

Lay-out

Startpagina

Loginpagina

Wachtwoord vergeten pagina

Synergy stylesheet

Bootstrap stylesheet

Login logo

Portaal logo

Een standaard meegeleverde ASPX-pagina. Uiteraard is het mogelijk om een eigen ASPX-pagina te gebruiken. U maakt hiervoor een kopie van de standaard meegeleverde pagina en past deze naar wens aan om het portaal aan te laten sluiten bij de look and feel van uw bedrijf. Vervolgens koppelt u bij “Startpagina” de nieuwe ASPX-pagina. Pagina voor het tonen van de inlogpagina. Door middel van het kopiëren van de standaard meegeleverde pagina en die aan te passen aan de look and feel van uw bedrijf, kunt u een eigen loginpagina tonen. Pagina om te tonen wanneer men op de link “Wachtwoord vergeten?” klikt. Door middel van het kopiëren van de standaard meegeleverde pagina en die aan te passen aan de look and feel van uw bedrijf, kunt u een eigen pagina voor “Wachtwoord vergeten” tonen. Wordt gebruikt voor het tonen van de Synergy-pagina’s. Door middel van het kopiëren van de standaard meegeleverde stylesheet en die aan te passen aan de look and feel van uw bedrijf, kunt u uw eigen stylesheet gebruiken in de portaalpagina’s. Wordt gebruikt voor het tonen van het linker- en top-menu. Door middel van het kopiëren van de standaard meegeleverde stylesheet en die aan te passen aan de look and feel van uw bedrijf, kunt u uw eigen stylesheet gebruiken in de portaalpagina’s. Dit is het logo dat u ziet in het inlogscherm. U kunt hier uw eigen bedrijfslogo selecteren.

Dit is het logo dat linksboven verschijnt op het portaal wanneer u ingelogd bent. U kunt hier uw eigen bedrijfslogo selecteren.


Document lay-out

Voor het tonen van documenten in het portaal kan een afwijkende “Document layout” worden gebruikt, om deze aan te laten sluiten bij de look and feel van het portaal. Document lay-outs worden aangemaakt via menu “Documenten | Inrichting | Lay-outs: Document”. Wanneer er geen lay-out staat ingesteld, wordt of de aan het documenttype gekoppelde lay-out gekozen (net als voor de interne medewerkers) of wordt er geen lay-out getoond.

Wanneer u gebruik maakt van een DMZ-omgeving (zie paragraaf 2.1) en u heeft bij bovenstaande instellingen uw eigen ASPX-pagina, stylesheets en logo’s gebruikt, dan dient u deze bestanden handmatig te kopiëren naar de DOCS-map in de programmatuurmap van Synergy op de DMZ-server.

4.5.4

Beveiliging

Met de optie “Controleer op contactpersoon ID” kan worden aangegeven of er binnen het portaal gecontroleerd moet worden of de ingelogde contactpersoon met de user-rol alleen zijn eigen gegevens mag zien. Gebruikers met de supervisor-rol mogen alle gegevens zien. Voor relaties wordt gebruikt gemaakt van het standaard veld ‘IDCustomer’. Dit veld dient te worden toegevoegd aan de betreffende entiteittypes. Omdat er voor contactpersoon geen standaard contactpersoonveld aanwezig is, dient u zelf een referentieveld hiervoor aan te maken. Bij “Entiteit contactpersoonveld” geeft u aan in welk referentieveld contactpersonen zijn gekoppeld aan de entiteiten. Dit veld dient op alle betreffende entiteittypes aanwezig te zijn.

4.5.5

Delegatie

Bij “Host naam” geeft u de naam op van de server waarop de Synergy Installatie staat voor intern gebruik. Bij “Virtuele directory” geeft u de naam op van de virtuele directory, zoals u deze genoemd heeft in de IIS Manager (zie 2.4.2.2).


4.5.6

Synergy gebruiker

De credentials worden technisch gebruikt om gegevens in Synergy aan te maken. In de systeem- en mutatielog wordt deze gebruiker ook getoond. De gebruiker dient de rollen ‘Professional’ en ‘Enabling add-on solutions’ te hebben (zie paragraaf 3.1.1). Ook heeft deze gebruiker Add-on toegang nodig voor Solution Builder SE. U kunt deze toegang verlenen via het Add-on Maatwerkmenu (zie SB paragraaf 4.1.3).


4.5.7

Email (SMTP)

Om ervoor te zorgen dat u emails kunt versturen, dient u een “Afzender mailadres” en “Afzender naam” mee te geven die getoond zullen worden bij de verstuurde email. Tevens geeft u de naam van de “Server” en de “Poort” op waarmee u de email wilt versturen, inclusief de inloggegevens. De emails worden direct aangemaakt en verstuurd wanneer:   

de contactpersoon portaaltoegang krijgt aangevinkt; de contactpersoon via het portaal de optie ‘Wachtwoord vergeten?’ selecteert; de contactpersoon via het portaal het wachtwoord wijzigt.

LET OP: Houd u er rekening mee dat de DMZ server toegang heeft tot de mailserver. Dit vereist vaak een aanpassing in firewalls en dergelijke. Wij adviseren u hiervoor een technisch consultant te raadplegen.

4.5.8

Horizontaal menu en Verticaal menu

Alle beschikbare menuopties kunnen zowel horizontaal als verticaal in de navigatiemenu’s worden geplaatst. U sorteert de menuopties via de pijliconen. Klikt u op een -icoon, dan verandert deze in een ‘home’-icoon ( ). Hiermee geeft u aan welke pagina er geladen moet worden, zodra het portaal wordt opgestart. LET OP: Er kan slechts 1 menuoptie als ‘home’ worden gemarkeerd. In de sectie ‘Beveiliging’ kunt u voor de menuopties via een “Rol” en/of “Beveiligingsniveau” instellen wie deze menuoptie mag zien. Door een “Rol” en “Beveiligingsniveau” te kiezen, geeft u aan welk type Solution Builder Portal SE-gebruiker de menuoptie mag gebruiken (zie paragraaf 4.4). Wanneer er geen rol of beveiligingsniveau gekoppeld wordt, kunnen alle gebruikers de menuoptie opstarten. Via de knop “Nieuw” voegt u nieuwe menuopties toe:


4.5.8.1 Entiteit aanmaken

Met deze menuoptie kunnen gebruikers entiteiten aanmaken. Geef het menu een logische “Omschrijving + Term ID” (zie hoofdstuk 8 voor het onderhouden van termen). Door een “Rol” en “Beveiligingsniveau” te koppelen, geeft u aan welke gebruikers dit menu beschikbaar hebben in het portaal. Geef op binnen welke entiteit-“Groep” en eventueel welk entiteit-”Type” gebruikers mogen aanmaken via dit menu. 4.5.8.2 Entiteit zoeken

Geef ook hier een logische “Omschrijving” op. Geef op binnen welke entiteit-“Groep” gebruikers via dit menu de entiteiten mogen opzoeken en geef op in welke “Status” de gebruikers de entiteiten mogen zien (deze optie heeft u alleen tot uw beschikking wanneer u meerdere statussen heeft gekoppeld aan de entiteit(en) binnen de geselecteerde entiteitgroep. De zoekpagina toont altijd de mogelijke entiteittypen. Zijn er in een entiteitgroep meerdere entiteittypes aanwezig, dan kunt u ook een “Type” kiezen.


NB Indien u de type en status invult, heeft de gebruiker op het portaal geen mogelijkheid meer om zelf de status en type te filteren in het zoekscherm. Vink de optie “Knop ‘nieuw’ tonen op zoekpagina” wanneer u dat wilt. Met de optie “Tonen kindrelaties” kan worden aangegeven of ook de aan een kindrelatie gekoppelde entiteiten moeten worden getoond. Met de optie “Sorteren op” en “Aflopend sorteren” geeft u aan hoe u wilt dat de zoekresultaten getoond zullen worden. Bij “URL” ziet u welke URL gebruikt wordt om de zoekpagina te tonen. U kunt zelf parameters toevoegen door zelf te typen in het vak “Parameters” of door ze toe te voegen met de knop “Toevoegen” om te gebruiken in de URL. Bepaal welke gebruikers dit menu beschikbaar hebben door een “Rol” te koppelen en een “Beveiligingsniveau” te kiezen. Klik op “Bewaren” en open deze menuoptie opnieuw. U heeft nu de knop “Kolommen en zoekvelden: Instellingen” tot uw beschikking, waarmee u de kolommen en zoekvelden voor het zoekscherm en het zoekresultaat kunt definiëren. Een gebruiker heeft geen mogelijkheid om de kolommen en zoekvelden aan te passen.

U kunt in dit scherm alleen kiezen voor velden op beveiligingsniveau 1 (zie paragraaf 3.2.1). NB Hierbij wordt geen rekening gehouden of ook de secties waarin de velden staan op niveau 1 staan.


4.5.8.3 Relatiekaart

Met deze menuoptie kan de gebruiker van het portaal de relatiekaart van zijn bedrijf openen. Geef een logische “Omschrijving” en bepaal via “Rol” en “Beveiligingsniveau” welke gebruikers hun relatiekaart mogen opvragen. Bij de “Pagina beveiligingsinstellingen” kunt u definiëren welke velden er zichtbaar zijn op de relatiekaart, zie paragraaf 0. 4.5.8.4 Relaties zoeken Met de menuoptie “Relaties zoeken” krijgt u een zoekscherm, waarmee u relaties kunt zoeken. U kunt uw eigen relatiekaart opzoeken en uw dochterondernemingen.

Selecteer bij “Type” welke type relaties opgezocht mogen worden in het portaal. Met “Status” kunt u aangeven op welke statussen van de relaties gezocht mag worden. Met de optie “Sorteren op” en “Aflopend sorteren” geeft u aan hoe u wilt dat de zoekresultaten getoond zullen worden. Bij “URL” ziet u welke URL gebruikt wordt om de zoekpagina te tonen. U kunt zelf parameters toevoegen door zelf te typen in het vak “Parameters” of door ze toe te voegen met de knop “Toevoegen” om te gebruiken in de URL. Bepaal welke gebruikers dit menu beschikbaar hebben door een “Rol” te koppelen en een “Beveiligingsniveau” te kiezen. Eddon Software BV | Solution Builder Portal SE | 1 oktober 2015 | pagina 30 van 51

NB Indien u het type en status invult, heeft de gebruiker op het portaal geen mogelijkheid meer om zelf de type te filteren in het zoekscherm. De kolomindeling van de zoekschermen is vast. 4.5.8.5 Verzoeken zoeken

U geeft een logische “Omschrijving”. Bepaal via “Type” een of meerdere verzoektypes waarnaar gezocht mag worden. Alleen verzoeken op beveiligingsniveaus 1 en 3 (en daarmee gekoppeld aan de relatie) worden getoond. Bepaal in welke “Status” de verzoeken mogen staan om getoond te worden. Met de optie “Sorteren op” en “Aflopend sorteren” geeft u aan hoe u wilt dat de zoekresultaten getoond zullen worden. Bij “URL” ziet u welke URL gebruikt wordt om de zoekpagina te tonen. U kunt zelf parameters toevoegen door zelf te typen in het vak “Parameters” of door ze toe te voegen met de knop “Toevoegen” om te gebruiken in de URL. U bepaalt via “Rol” en “Beveiligingsniveau” welke gebruikers verzoeken mogen opzoeken. NB Indien u het type en status invult, heeft de gebruiker op het portaal geen mogelijkheid meer om zelf de status en type te filteren in het zoekscherm. De kolomindeling van de zoekschermen is vast.


4.5.8.6 Documenten zoeken

U geeft een logische “Omschrijving”. Met behulp van “Type” koppelt u een of meerdere documenttypes waarop gezocht mag worden. Alleen documenten met een beveiligingsniveau 0 en 1 en documenten die gekoppeld zijn aan de relatie en op beveiligingsniveau 3 staan worden getoond. Met de optie “Sorteren op” en “Aflopend sorteren” geeft u aan hoe u wilt dat de zoekresultaten getoond zullen worden. Bij “URL” ziet u welke URL gebruikt wordt om de zoekpagina te tonen. U kunt zelf parameters toevoegen door zelf te typen in het vak “Parameters” of door ze toe te voegen met de knop “Toevoegen” om te gebruiken in de URL. U bepaalt via “Rol” en “Beveiligingsniveau” welke gebruikers documenten mogen opzoeken. NB Indien u het type en status invult, heeft de gebruiker op het portaal geen mogelijkheid meer om zelf de type te filteren in het zoekscherm. De kolomindeling van de zoekschermen is vast. 4.5.8.7 Document

U kunt met deze menuoptie een document tonen, zoals de startpagina, nieuws- of helppagina’s tonen.


Bij type geeft u aan welk type document u wilt tonen. U kunt per relatie een document aanmaken van dit type met beveiligingsniveau 3, met de relatie gekoppeld in het relatieveld, zodat het getoond kan worden in het portaal. Zo kunt u bijvoorbeeld een persoonlijke startpagina tonen. Indien er geen document van het type gevonden wordt voor de betreffende relatie, wordt het document gekozen dat u bij “Document” heeft staan. Het geselecteerde document dient op beveiligingsniveau 0 of 1 te staan. U bepaalt via “Rol” en “Beveiligingsniveau” welke gebruikers het document mogen zien. 4.5.8.8 Rapport

Indien u de add-on MS Reporting Services Integrator geïnstalleerd heeft, heeft u de mogelijkheid om te kiezen voor een menuoptie “Rapport”. Bij het uitklapmenu “Rapport” kunt u een van de in de add-on MS Reporting Services Integrator gedefinieerde rapporten kiezen. Het rapportdocument dient hierbij op beveiligingsniveau 1 te staan. Wanneer in een rapport parameters zijn opgenomen, kunnen deze worden gekoppeld aan de specifiek ingelogde contactpersoon en/of relatie. Wanneer u deze opties “Relatie parameter” respectievelijk “Contactpersoon parameter” leeg laat, wordt er niet op gefilterd. U bepaalt via “Rol” en “Beveiligingsniveau” welke gebruikers het rapport mogen zien. NB De betreffende parameter dient op “verborgen” te staan bij de rapportdefinitie. Zie hiervoor paragraaf 4.8.4.1 van de Installation & Configuration Guide MS Reporting Services Integrator. 4.5.8.9 URL

In de “URL” kunt u een verwijzing maken naar een ASPX-pagina in de virtual directory van het portaal. Het is ook mogelijk om desgewenst een externe URL in te vullen.


U bepaalt via “Rol” en “Beveiligingsniveau” welke gebruikers de URL-menuoptie mogen zien. NB Niet alle Synergypagina’s zijn benaderbaar. Niet alle externe URL’s kunnen in een frame getoond worden.

4.6

Email templates

Wanneer een contactpersoon wordt geregistreerd voor het portaal of wanneer hij zijn wachtwoord is vergeten, kunnen er emails worden verstuurd. U stelt de templates voor de emails in via “Add-on | Inrichting | Solution Builder Portaal: Email templates”. Standaard worden er twee emailtemplates meegeleverd.

Bijvoorbeeld de emailtemplate voor de registratie:


U kunt uiteraard een nieuwe template aanmaken. Dit is alleen zinvol wanneer u met meerdere talen werkt. U kunt niet meerdere templates op dezelfde taal aanmaken. Bij “Type” kiest u waar deze template voor bedoeld is: ‘Registratie’ of ‘Wachtwoord vergeten’. Geef ook aan of deze template de “Standaard” moet zijn. Met de optie “Taal” geeft u aan voor welke nationaliteit (op basis van de taal gekoppeld aan de contactpersoon) de email wordt verstuurd. Wanneer de aan de contactpersoon gekoppelde taal niet als template is gedefinieerd, wordt de template gekozen die bij de “Standaard”-template staat ingesteld. Met de optie “HTML” kan de emailopmaak in HTML worden gedaan, waarbij de HTML-code in het “Tekst”-vak moet worden ingegeven. Zo kunnen bijvoorbeeld afbeeldingen en andere hyperlinks worden meegestuurd. De afbeelding zelf dient wel fysiek in de portaal-website aanwezig te zijn. Bij “Tekst” kunt u uw eigen tekst plaatsen, waarbij u gebruik kunt maken van contactpersoon- en relatieparameters, middels de “Toevoegen”-knoppen achter ‘Relatie’ en ‘Contactpersoon’ onder in het scherm. Voor het doorgeven van het nieuwe wachtwoord gebruikt u de tag [Password]. Het wachtwoord wordt automatisch willekeurig gegenereerd. Wachtwoorden kunnen later door de gebruiker zelf gewijzigd worden. Zie hoofdstuk 4.7 voor meer informatie over het wijzigen en herstellen van wachtwoorden. De tags worden automatisch gevuld met de betreffende gegevens. De email van ons voorbeeld ziet er zo uit:


4.7

Portaal toegang

In de inrichting van het portaal kunt u contactpersonen toegang verlenen, ontnemen of de wachtwoorden resetten. Via “Add-on | Inrichting | Solution Builder Portaal: Portaal toegang” krijg u een overzichtsscherm van de contactpersonen. U kunt hier zelf ook in zoeken. In het overzicht ziet u in de kolom “Contactpersoon: portaal toegang” of een gebruiker toegang heeft tot het portaal.

LET OP: een emailadres is noodzakelijk om toegang te krijgen tot het portaal. Indien er bij een contactpersoon geen emailadres staat ingevuld, kunt u geen toegang verlenen aan deze persoon. Het gaat hierbij om unieke contactpersonen; de authenticatie gebeurt op basis van het emailadres. U kunt contactpersonen met hetzelfde emailadres maar één maal toegang geven. NB Indien de contactpersoon inactief wordt gezet, wordt automatisch de portaaltoegang geblokkeerd.


4.7.9

Toegang verlenen

U kunt op 2 manieren toegang verlenen aan contactpersonen. In bovengenoemd overzichtsscherm heeft u de mogelijkheid om meerdere contactpersonen tegelijk toegang te verlenen. Door de betreffende contactperso(o)n(en) aan te vinken, of alles aan te vinken via het selectievakje in de kopregel en vervolgens op de knop “Portaal toegang verlenen” boven in het scherm te klikken, wordt portaaltoegang toegekend aan uw selectie.

U krijgt de optie om het portaalwachtwoord van eventuele eerdere gebruikers te herstellen. Mocht een gebruiker in het verleden al toegang hebben gehad tot het portaal, dan kunt u hier kiezen of zijn oude wachtwoord bewaard wordt, of dat er een nieuw wachtwoord wordt aangemaakt. U kunt ook via de contactpersoonkaart portaaltoegang verlenen. Op de contactpersoonkaart is een sectie “Solution Builder: Toegang” zichtbaar.


Kies voor de knop “Bewerken” om de portaaltoegang te activeren en de rol Gebruiker of Supervisor te kiezen.

Ook als u gebruik maakt van deze methode, wordt u de mogelijkheid geboden om het oude wachtwoord te blijven gebruiken of om een nieuw wachtwoord te laten aanmaken. Bij het verlenen van portaaltoegang aan gebruikers worden direct emails gestuurd naar de gebruikers met het (nieuwe) wachtwoord, op basis van de gedefinieerde templates (zie 4.6). Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de email-instellingen in paragraaf 0.


4.7.10

Toegang ontnemen

Net zoals u toegang kunt verlenen aan contactpersonen, kunt u ook toegang ontnemen via 2 verschillende methodes. U kunt via “Add-on | Inrichting | Solution Builder Portaal: Portaal toegang” een selectie maken met de mensen van wie u de toegang wilt ontnemen. Plaats een vinkje in het selectievakje en klik bovenin het scherm op de knop “Portaal toegang ontnemen”.

Het groene vinkje bij “Contactpersoon: Portaal toegang” wordt veranderd in een rood kruisje. U kunt ook de contactpersoonkaart openen en bewerken en het selectievakje bij “Solution Builder: Toegang” uit te vinken. Er worden geen emails verzonden bij het ontnemen van portaaltoegang.

4.7.11

Wachtwoord resetten door beheerder

U kunt de wachtwoorden van bestaande gebruikers resetten via het add-on menu of via de kaart. Via “Add-on | Inrichting | Solution Builder Portaal: Portaal toegang” selecteert u de contactpersonen van wie u het wachtwoord wilt resetten. Vervolgens klikt u boven in beeld op de knop “Wachtwoord herstellen”.

Op de contactpersoonkaart heeft u in de bewerkmodus van de kaart bovenin het scherm de beschikking over de knop “Wachtwoord herstellen” om het wachtwoord van deze contactpersoon te herstellen.

Via beide methodes worden direct emails verzonden naar de contactpersoon met het nieuwe wachtwoord.


4.7.12

Wachtwoord resetten door gebruiker

Een gebruiker kan ook zelf zijn wachtwoord resetten via het portaal. In het portaal gaat u hiervoor op de eigen relatiekaart naar de sectie met contactpersonen. U klikt hier op uw eigen naam, waarna de contactpersoonkaart wordt geopend.

Boven in beeld staan 2 knoppen voor het wachtwoord: “Wachtwoord wijzigen” en “Wachtwoord herstellen”. “Wachtwoord wijzigen” biedt u de mogelijkheid om zelf een wachtwoord in te geven. Er wordt geen email verzonden met het nieuwe wachtwoord.

“Wachtwoord herstellen” biedt u die mogelijkheid niet. Er wordt een nieuw wachtwoord gegenereerd en naar u toegestuurd per email.


4.7.13

Delegatie

Voor de beheerder is het mogelijk om via delegatie in te loggen op het portaal als de betreffende contactpersoon. Hiervoor dient de virtual directory voor delegatie ingericht te zijn. Zie hoofdstuk 4.5.5. Om in te loggen als een contactpersoon gaat u naar “Add-on | Inrichting | Solution Builder Portaal: Portaal toegang” en klikt u op het -icoon, naast een contactpersoon met portaaltoegang. Er wordt nu een nieuw venster opgestart, waarin u direct ingelogd bent als de betreffende contactpersoon.

Op deze wijze kunt u zien wat de contactpersoon kan zien of juist niet ziet, omdat u met zijn beveiligingsniveau bent ingelogd.


4.8

Pagina beveiligingsinstellingen

Op het portaal kunt u via menu-optie ‘Relatiekaart’ de relatiekaart en contactpersoonkaart opvragen. Via “Add-on | Inrichting | Solution Builder Portaal: Pagina beveiligingsinstellingen” kunt u aangeven welke velden beschikbaar moeten zijn op de betreffende kaarten en of deze wel of niet wijzigbaar zijn. Selecteer eerst de betreffende “Pagina”: Relatie of contactpersoon. Middels de vinkjes en kruisjes kunt u aangeven of de gebruikers rechten hebben om het veld te zien en/of te bewerken. Door bij de betreffende velden op het vinkje of kruisje te klikken, kunt u de rechten voor dat veld activeren of deactiveren.

Daarnaast kunt u bij het instellen van de rechten ook gebruik maken van het beveiligingsniveau. NB Als u een nieuwe rol aanmaakt, dient u de beveiligingsinstellingen na te lopen.


4.9

Applicatie log

Bij het werken in het portaal worden alle wijzigingen in Synergy verwerkt met de credentials zoals die bij “Synergy gebruiker” zijn ingevoerd (zie paragraaf 4.5.6). Alle gegevens staan hierdoor met dezelfde credentials in Synergy en in de systeem- en mutatielog. Via “Add-on | Inrichting | Solution Builder Portaal: Applicatie log” kunt u inzicht krijgen in de loggevens van het portaal, met daarin gegevens van de gebruiker en relatie van het portaal.


5

Reseller functionaliteit binnen het portaal

Het is voor resellers mogelijk om de gegevens van hun klanten in te zien en eventueel nieuw aan te maken of te bewerken via de Solution Builder Portal SE. Hiervoor is het op een aantal plaatsen in de Solution Builder Portal SE mogelijk om een beveiligingsniveau in te stellen. Er zijn binnen de Solution Builder Portal SE meerdere beveiligingsniveaus in te stellen. 0 – Alle 1 – Klanten 2 – Partners 3 – Klant (Specifiek) 4 – Partners (Specifiek) Portaalgebruikers van relaties die geen reseller zijn in Synergy Enterprise, kunnen entiteiten, documenten en verzoeken, waarvan het beveiligingsniveau ingesteld staat op 0 of 1, bekijken en bewerken in het portaal. Entiteiten, documenten en verzoeken met beveiligingsniveau 3 kunnen alleen worden ingezien door portaalgebruikers, wanneer hun relatie gekoppeld is aan de entiteit, het document of het verzoek. Deze portaalgebruikers kunnen menuopties zien die zijn ingesteld op beveiligingsniveau 0 en 1. Voor portaalgebruikers van relaties die wel reseller zijn in Synergy Enterprise, gelden aanvullende rechten. Portaalgebruikers van relaties die reseller zijn in Synergy, worden hieronder met ‘Reseller’ aangeduid.

5.1

Entiteiten zoeken en bekijken

Alle entiteiten die beveiligingsniveau 0, 1 of 2 hebben, mogen in het portaal worden ingezien door de Reseller. Indien de relatie van de entiteit gekoppeld is aan de relatie van de Reseller, mag deze contactpersoon ook entiteiten van beveiligingsniveau 3 zien. Beveiligingsniveau 4 mag bekeken worden wanneer de relatie van de Reseller zelf gekoppeld is aan de entiteit. In het zoekscherm wordt standaard gezocht op entiteiten van de eigen relatie. Wanneer u het referentieveld “Relatie” toevoegt aan de zoekvelden (zie 4.5.8.2), heeft een Reseller ook de mogelijkheid om te zoeken op de entiteiten van zijn klanten of, wanneer hij het zoekveld leeg maakt, van zichzelf, zijn klanten en zonder gekoppelde relatie.


5.2

Entiteiten aanmaken

Een Reseller mag entiteiten aanmaken voor zichzelf en voor de relaties waar hij reseller voor is.

Hiervoor selecteert hij in het referentieveld “Relatie” één van zijn klanten. Het veld “Relatie” moet wel zichtbaar op de kaart staan.

5.3

Documenten en verzoeken zoeken en bekijken

Alle documenten en verzoeken die beveiligingsniveau 0, 1 of 2 hebben, mogen in het portaal worden ingezien door de Reseller. Indien de relatie van het document of verzoek gekoppeld is aan de relatie van de Reseller, mag deze contactpersoon ook documenten en verzoeken van beveiligingsniveau 3 zien. Beveiligingsniveau 4 mag bekeken worden wanneer de relatie van de Reseller zelf gekoppeld is aan het document of verzoek.

5.4

Menuopties

Menuopties op het portaal met beveiligingsniveau 0 en 1 zijn zichtbaar en klikbaar voor iedereen. Indien u de beveiliging instelt op ‘2 – Partner’, is de menuoptie niet zichtbaar voor normale portalgebruikers, maar alleen voor Resellers. U kunt bijvoorbeeld de menuoptie “Relatie zoeken” alleen beschikbaar maken voor Resellers en verbergen voor normale portalgebruikers.


5.4.1 Menuoptie Document In paragraaf 4.5.8.7 staat aangegeven hoe u een klantspecifieke pagina kunt tonen in de Portal, zodat u een specifieke startpagina per relatie kunt instellen. Resellers hebben echter ook rechten op de documenten van beveiligingsniveau 3 van hun klanten. Voor resellers werkt deze functionaliteit niet. Zij krijgen via deze functie één van de documenten te zien waar ze rechten op hebben en dat kan een document zijn waar een klant gekoppeld zit in het relatieveld.


6

Styling

U kunt een eigen stylesheet koppelen aan het portaal bij het onderdeel Lay-out. Om de stylesheet aan te passen aan uw eigen huisstijl of wensen, kunt u als volgt te werk gaan. Open in Internet Explorer het portaal en login, of start een portaalsessie op via delegatie. Klik op F12; hiermee opent u de Developer Tools van Internet Explorer. Kies in het onderdeel Developer Tools in de menubalk “Find | Select element bij click”.

Klik op een element in de portaalpagina, waarvan u de huidige lay-out wilt weten, bijvoorbeeld “Mijn info”. In de Developer Tools springt de cursor in de linkerhelft naar het betreffende element in de HTMLcode.

Een aantal regels daarboven treft u de “class” aan die de opmaak van het element bepaalt. In dit voorbeeld ziet u 2 regels hoger de tekst
staan. U klikt op deze regel met de klasse erin en in de rechterhelft verspringt de cursus naar de stijldefinitie van de klasse.

In deze rechterhelft kunt u nu zien welke stylesheet zorgt voor de lay-out van het gekozen element en welke stylesheet u kunt aanpassen of vervangen. In dit geval betreft het de stylesheet “CSNobEntPortalBootstrapOverwritePink.css” U vindt deze stylesheets terug in de ‘docs’-folder van de installatiefolder. LET OP: Wij verlenen geen support op het aanpassen van lay-out of het aanpassen van de ASPX pagina’s. Eddon Software BV | Solution Builder Portal SE | 1 oktober 2015 | pagina 47 van 51

7 7.1

Bekende meldingen Wachtwoord niet gecodeerd

Uw wachtwoord wordt normaal gesproken gecodeerd opgeslagen in de database. Zodra u de pagina opent, wordt uw wachtwoord weer gedecodeerd, om als sterretjes te tonen in het invoerveld. In een enkel geval is het voorgekomen dat het wachtwoord niet gecodeerd werd tijdens het bewaren. Het opnieuw openen van de pagina “Modules | Add-on | Inrichting | Solution Builder Portaal: Portaal” geeft dan een foutmelding, omdat het decoderen mislukt. Mocht u, na het invoeren van uw wachtwoord voor Synergy of email, deze pagina niet meer geopend krijgt, dan dient u het wachtwoord in de database leeg te maken en via Synergy opnieuw in te voeren op de pagina. U gaat in de database naar de tabel CSNobEntPortals. U zet de waardes voor de velden “SyneryUserPassword” en “MailSMTPPassword” op NULL. Via Synergy kunt u de wachtwoorden opnieuw invoeren.


8

Termen onderhouden

Voor add-ons kunt u maatwerktermen opgeven voor onder andere label- en omschrijvingvelden. Tevens is er een veld “Term ID” aanwezig in de verschillende onderhoudschermen van de add-on. Hierin vult u een nummer in. Dit nummer bepaalt de term die gebruikt moet worden voor het label of de omschrijving, maar dit bepaalt ook de taal waarin het label of de omschrijving verschijnt, afhankelijk van de taalinstellingen binnen Synergy. U kunt gebruik maken van termnummers die standaard in Synergy aanwezig zijn, maar u kunt ook eigen termen definiëren. Ook voor de onderhoudschermen van de add-on zelf zijn termen gedefinieerd, welke u desgewenst kunt aanpassen voor de verschillende talen waaronder u Synergy gebruikt. Termen onderhoudt u in Synergy via “Add-on | Inrichting | Add-on Maatwerkmenu: Termen”. LET OP: Om termen te komen onderhouden heeft u functierecht 439 nodig. Door dit functierecht te koppelen aan bepaalde rollen en die rollen vervolgens te koppelen aan medewerkers, kunt u zelf bepalen wie er verantwoordelijk is voor het onderhouden van de termen. Na opnieuw inloggen kan de medewerker de termen verder onderhouden. Het volgende scherm wordt geopend:

Kies bij “Taal” de taal waarin de term voorkomt, vink eventueel “Alle” aan of geef een waarde in bij “Termen”, “ID” en/of “Aangepast”. Klik op “Tonen” (of “Actualiseren”) om het overzicht van alle beschikbare termen te tonen die aan uw zoekcriteria voldoen. Open een term om wijzigingen aan te brengen. TIP: Over het algemeen zijn de maatwerktermen te vinden door te zoeken via het veld “Aangepast” met de optie “Alle” aangevinkt.


8.1

Nieuwe term toevoegen

Klik op de knop “Nieuw”. Het veld “ID” is standaard ingevuld met een nieuw nummer. U kunt nu een nieuwe term aanmaken. Vul de term bij de gewenste taal in. Wanneer u op “Bewaren” klikt, zal de term automatisch in de overige velden gevuld worden. U kunt desgewenst ook per taalveld de term invullen in de betreffende taal.

Wanneer u het nummer in het “ID”-veld aanpast en er bestaat al een term met dat nummer, dan zal die term weergegeven worden in de beschikbare talen zodra u de cursor in een van de taalvelden plaatst. U kunt nu desgewenst de termen per taal aanpassen.

8.2

Talen toevoegen

Bij termen wordt uitgegaan van actieve talen bij medewerkers en contactpersonen en talen die zijn toegevoegd aan de databasetabel ‘CSNobMnuLanguages’. Desgewenst kunt u talen toevoegen voor het gebruik van de maatwerktermen. Ga naar “Add-on | Inrichting | Add-on Maatwerkmenu: Termen” en kies een gewenste taal in het uitklapmenu bij “Taal”. Klik op “Toevoegen”. De nieuwe taal wordt aan alle aanwezige termen toegevoegd. U kunt nu bestaande termen zoeken en de nieuw toegevoegde taal vullen of nieuwe termen aanmaken in de nieuwe taal.


9 9.1

Technische eigenschappen Databasetabellen

Na installatie van Solution Builder worden in de database automatisch tabellen toegevoegd, welke alleen gebruikt worden wanneer u ook Solution Builder Portal SE heeft geïnstalleerd. Tabel CSNobEntPortalMailTemplates CSNobEntPortalMenuItemAccount CSNobEntPortalMenuItemDoc CSNobEntPortalMenuItemDocSrch

CSNobEntPortalMenuItemEntAdd CSNobEntPortalMenuItemEntSrch CSNobEntPortalMenuItemReport CSNobEntPortalMenuItemReqSrch

CSNobEntPortalMenuItems CSNobEntPortalMenuItemURL CSNobEntPortalRoles CSNobEntPortals

CSNobEntPortalSecurityPages CSNobEntPortalSecuritySettings

Omschrijving In deze tabel staat de definitie van de emailtemplates. Bevat de ID(‘s) van de menu-items “Relatiekaart”. Bevat de ID(‘s) van de menu-items “Documenten”, met een verwijzing naar het DocID. Bevat de ID(‘s) van de menu-items “Documenten zoeken”, met eventueel een verwijzing naar de documententypes (komma gescheiden) die opgegeven zijn in het menu-item. Bevat de ID(‘s) van de menu-items “Entiteit aanmaken”, met de code van de groep en eventueel het entiteittype. Bevat de ID(‘s) van de menu-items “Entiteit zoeken” en de instellingen die mogelijk zijn bij dit menu-item. Wordt momenteel niet gebruikt. Bevat de ID(‘s) van de menu-items “Verzoeken zoeken”, met eventueel een verwijzing naar de verzoektypes (komma gescheiden) die opgegeven zijn in het menu-item. Registratie van de horizontale en verticale menu’s. Bevat de ID(‘s) van de menu-items “URL” en de opgegeven URL. In deze tabel staan de gegevens uit “Add-on | Inrichting | Solution Builder Portaal: Rollen”. In deze tabel staan de gegevens uit de submenu’s ‘Algemeen’, ‘Delegatie’ en ‘Lay-out’ van “Add-on | Inrichting | Solution Builder Portaal: Portaal”. Beveiliging van de velden op het portaal van de relatiekaart en de contactpersoonkaart. Beveiliging van de velden op het portaal van de relatiekaart en de contactpersoonkaart.


Solution Builder Portal SE. Installation & Configuration Guide

Recommend Documents