Eddon Software BV Rietveldenweg 82 5222 AS ‘s Hertogenbosch The Netherlands T F E W
+31 (0)88- 235 66 66 +31 (0)88- 235 66 77
[email protected] www.eddon.nl
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE
Block: Artikel software: Datum: Behorende bij release vanaf:
MS Reporting Services Integrator SE BSE001 19-11-2012 5
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................... 2 1
Inleiding ............................................................................................... 3
2
Uitgangspunten en randvoorwaarden ....................................................... 4 2.1 Systeemeisen server ....................................................................... 4 2.2 Systeemeisen clients ....................................................................... 4 2.3 Benodigde rechten .......................................................................... 4 2.4 Afhankelijkheden andere applicaties .................................................. 4 2.5 Technische uitgangspunten .............................................................. 4 2.6 Benodigde licenties ......................................................................... 4 2.7 Functionele uitgangspunten .............................................................. 4
3
Installatie MS Reporting Services Integrator SE ......................................... 5 3.1 Maatwerkmenu SE .......................................................................... 5 3.2 Installatie software ......................................................................... 5 3.3 Bijwerken database ......................................................................... 6 3.4 Installatie Microsoft Report Viewer .................................................... 7
4
Configuratie MS Reporting Services Integrator SE ...................................... 8 4.1 Beveiliging in Synergy ..................................................................... 8 4.1.1 Benodigde rol ‘Enabling add-on solutions’ vanaf batch 244 ............. 8 4.1.2 Benodigde functierechten ........................................................... 8 4.2 Onderhoud maatwerk ...................................................................... 8 4.3 Onderhoud Instellingen.................................................................... 9 4.3.1 Installatie licentiesleutel ............................................................ 9 4.3.2 Algemeen .............................................................................. 10 4.4 Registreren Microsoft Report Viewer ................................................ 10 4.5 Datasources definiëren .................................................................. 11 4.6 Rapportdefinitie opslaan in Synergy ................................................ 12 4.7 Rapporten onderhouden................................................................. 13 4.8 Rapportdefinitie onderhouden ......................................................... 15 4.8.1 Algemeen .............................................................................. 16 4.8.2 Basisgegevens importeren ....................................................... 17 4.8.3 Datasets toevoegen ................................................................ 18 4.8.4 Parameters toevoegen ............................................................. 18 4.8.5 Subrapporten koppelen............................................................ 27 4.8.6 Doorzoom rapporten koppelen .................................................. 28
5
Bekende meldingen ............................................................................. 30 5.1 DLL-bestanden geblokkeerd ........................................................... 30 5.2 ASP.NET session has expired .......................................................... 30
6
Termen onderhouden ........................................................................... 32 6.1 Nieuwe term toevoegen ................................................................. 33 6.2 Talen toevoegen ........................................................................... 33
7
Technische eigenschappen .................................................................... 34 7.1 Databasetabellen .......................................................................... 34
© Copyright Eddon 2012
Pagina 2 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE
1 Inleiding De MS Reporting Services Integrator SE is een bouwsteen gemaakt voor Synergy Enterprise. De bouwsteen integreert Microsoft SQL Reporting Services met Synergy. U bent in staat om vanuit medewerker-, relatie-, artikel- of projectkaarten op basis van gegevens van deze kaarten rechtstreeks rapportages op te starten die voldoen aan opgegeven criteria vanuit Synergy. Zo kunt u bijvoorbeeld direct vanaf de medewerkerkaart rapportages opvragen die betrekking hebben op die medewerker, op basis van zijn medewerkernummer. Ook algemene rapportages, die niet specifiek betrekking hebben op genoemde Synergy-entiteiten, kunnen worden opgevraagd. Rapportdefinities slaat u op als documenten in Synergy en kunnen daarmee centraal beheerd en beveiligd worden. Op basis van de standaard beveiligingsrechten die binnen Synergy zijn opgezet voor documenten, bepaalt u precies welke medewerkers de rapporten mogen opvragen. Rapporten die u heeft opgevraagd kunnen vanuit Synergy direct worden gemaild, of worden opgeslagen als PDF-, Excel- of Word-bestand.
© Copyright Eddon 2012
Pagina 3 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE
2 Uitgangspunten en randvoorwaarden 2.1
Systeemeisen server
Voor de server(s) zijn de standaard systeemeisen voor Synergy Enterprise van toepassing. Deze zijn te vinden op de Exact portal. 2.2
Systeemeisen clients
Voor de clients zijn de standaard systeemeisen voor Synergy Enterprise clients van toepassing. Deze zijn te vinden op de Exact portal. 2.3
Benodigde rechten
Voor de installatie zijn de volgende rechten van belang: System administrator (om de database te kunnen updaten en initialiseren) Synergy administrator (om rechten/rollen aan te maken) 2.4
Afhankelijkheden andere applicaties
2.5
Om een of meerdere bouwstenen te kunnen gebruiken moet men ook de bouwsteen ‘Eddon Software Maatwerkmenu’ hebben geïnstalleerd. Microsoft Report Viewer 2012 Redistributable Package wordt meegeleverd en dient geïnstalleerd te worden. Hiermee kunnen de rapporten bekeken worden. Om rapporten te bouwen dient u een report builder van Microsoft te gebruiken. Vanwege de gebruiksvriendelijkheid raden wij de gratis Microsoft SQL Server 2008 Reporting Services Report Builder 3.0 aan. Om rapporten te kunnen mailen dient u op de clients Microsoft Office Outlook geïnstalleerd te zijn. Technische uitgangspunten
Er is bij de ontwikkeling gebruik gemaakt van de ‘Software Development Kit’ (SDK) voor Synergy Enterprise. Deze werkwijze zorgt ervoor dat de bouwsteen zoveel mogelijk onafhankelijk van de standaard software kan functioneren. Hierdoor wordt het eenvoudiger om een update van de standaard software uit te voeren. Ondanks dat dient u toch contact met uw partner op te nemen wanneer u een update wilt uitvoeren naar een nieuwere versie van Synergy Enterprise. 2.6
Benodigde licenties
2.7
Tot en met batch 243 is de module ‘YA5300 - SDK Synergy Enterprise Client’ vereist in de Synergy Enterprise licentie. Vanaf batch 244 is de module ‘YA5301 - Enabling add-on solutions role’ vereist in de Synergy Enterprise licentie. Voor de bouwsteen MS Reporting Services Integrator SE is een licentiesleutel van Eddon Software vereist. Functionele uitgangspunten
Er wordt gebruik gemaakt van de standaard oplossing van Exact Synergy Enterprise. Eventueel kan dit uitgebreid worden met andere bouwstenen.
© Copyright Eddon 2012
Pagina 4 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE
3 3.1
Installatie MS Reporting Services Integrator SE Maatwerkmenu SE
Voor een correcte werking van de bouwstenen dient het Maatwerkmenu SE geïnstalleerd te worden. Het Maatwerkmenu is een aparte installatieset en voegt het “Add-on” menu toe aan Synergy. Hiervandaan kunnen meerdere maatwerkonderdelen worden aangeroepen.
3.2
Installatie software
Het maatwerk dient op de server geïnstalleerd te worden waar ook Synergy Enterprise staat. Door middel van het bestand ‘CSSetup_NL.exe’ kan de set-up van de bouwsteen opgestart worden. LET OP: Voor het installeren dienen alle gebruikers Synergy te verlaten.
Bij “Installatie soort” wordt gekozen voor ‘CD installatie’ Bij “Lokale installatiedirectory” moet worden gekozen voor de directory waar Synergy Enterprise in geïnstalleerd staat. Door te kiezen voor “OK” wordt de installatie gestart. Het volgende scherm verschijnt.
© Copyright Eddon 2012
Pagina 5 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE
Door te kiezen voor “Yes” wordt de installatie verder uitgevoerd. Wanneer de installatie voltooid is, wordt het onderstaande scherm getoond.
3.3
Bijwerken database
Na het installeren van de bouwsteen moet de database opnieuw geïnitialiseerd worden. Hierom zal automatisch worden gevraagd bij het opstarten van Synergy.
Door te kiezen voor “Bijwerken” wordt het initialiseren van de database uitgevoerd. * De instellingen bij het onderdeel ‘Login’ zijn afhankelijk van de beveiligingsinstellingen van de Synergy database. ** Iedere database dient apart bijgewerkt te worden.
© Copyright Eddon 2012
Pagina 6 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE 3.4
Installatie Microsoft Report Viewer
Om de rapporten te kunnen bekijken, dient u Microsoft Report Viewer 2012 Redistributable Package te installeren op de server waarop Synergy geïnstalleerd staat. Deze tool wordt meegeleverd met de MS Reporting Services Integrator en is te vinden in de map ‘Targets\Reportviewer’ in de installatiemap van de bouwsteen. Voer de installatie van de Report Viewer uit door dubbel te klikken op het bestand ‘Microsoft Report Viewer 2012 Runtime Redistributable v11.0.2802.11.msi’.
Klik op “Next”, vink de optie “I have read and accept the license terms.” aan en klik op “Install”. Klik tot slot op “Finish”. LET OP: Voor de Report Viewer is Microsoft System CLR Types for SQL Server 2012 benodigd. Wanneer deze niet geïnstalleerd is, zal de volgende melding verschijnen bij het installeren van Report Viewer:
Wanneer deze melding verschijnt, dient u de Microsoft System CLR Types fot SQL Server 2012 te installeren door, afhankelijk van uw besturingssysteem, te dubbelklikken op het bestand ‘SQLSysClrTypes_x64.msi’ of ‘SQLSysClrTypes_x86.msi’. Deze bestanden vindt u in de map ‘Targets\Reportviewer’ in de installatiemap van de bouwsteen. © Copyright Eddon 2012
Pagina 7 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE
4 4.1
Configuratie MS Reporting Services Integrator SE Beveiliging in Synergy
4.1.1 Benodigde rol ‘Enabling add-on solutions’ vanaf batch 244 Vanaf batch 244 dienen alle medewerkers die gebruik moeten kunnen maken van de Reporting Services Integrator, gekoppeld te zijn aan de licentierol ‘Enabling add-on solutions’ op niveau ‘Bedrijf’. Koppel hiervoor allereerst een willekeurige licentierol aan de medewerkers, waarmee bepaald wordt op welke Synergy-portal (ESS, CRM, etc.) ze kunnen inloggen. Hierna kunt u de rol ‘Enabling add-on solutions’ koppelen aan de gebruikers op niveau ‘Bedrijf’. Voor meer informatie over de rollenstructuur binnen Synergy Enterprise verwijzen wij u naar documenten 20.997.555 en 20.708.246 op de Exact Customer Portal. 4.1.2 Benodigde functierechten Bij de installatie van de Reporting Services Integrator is automatisch een nieuw functierecht aangemaakt. Deze is te vinden via het menupad “Systeem | Inrichting | Beveiliging: Functierechten”.
Bovenstaand functierecht moet gekoppeld worden aan een rol. Automatisch zorgt Synergy ervoor dat standaard de rol ‘Administrator’ de Reporting Services Integrator mag onderhouden. Door functierecht 1701000 te koppelen aan bepaalde rollen en die rollen vervolgens te koppelen aan medewerkers, kunt u zelf bepalen wie er verantwoordelijk is voor de inrichting van de bouwsteen. Na opnieuw inloggen kan de medewerker de bouwsteen verder onderhouden. 4.2
Onderhoud maatwerk
Klik in het topmenu op “Add-on”. De eerste keer dat een administrator dit doet, zal er gevraagd worden om de inloggegevens.
Vul uw gegevens in en klik op “Bewaren”. Dit is een eenmalige handeling en het wordt aangeraden dit onder het administrator account uit te voeren. Hiermee wordt het maatwerkmenu aangepast wanneer er een wijziging (update of toevoeging) heeft plaatsgevonden in het maatwerk. Wanneer u hierna opnieuw op “Add-on” klikt, verschijnt het volgende scherm:
© Copyright Eddon 2012
Pagina 8 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE
U heeft hier de mogelijkheid om connecties aan te maken naar databases waarop gerapporteerd wordt, rapporten in te richten en rapportdefinities vast te leggen. 4.3
Onderhoud Instellingen
Nadat de bouwsteen voor Synergy is geïnstalleerd moeten er een aantal instellingen ingevuld worden. De instellingen zijn te onderhouden via het menupad “Add-on | Inrichting | Reporting Services: Instellingen”. 4.3.1
Installatie licentiesleutel
Voor een correcte werking van deze bouwsteen is het noodzakelijk een licentiesleutel in te voeren. De licentiesleutel wordt via een tekstbestand verstrekt door uw leverancier. LET OP: De code dient te worden aangeleverd in een tekstbestand. Direct kopiëren en plakken in een e-mail leidt tot een verminkte code. Het tekstbestand heeft de volgende naamgeving: License_1701_[Naam bouwsteen]_[Naam klant in Exact]_[Einddatum]_[Aantal gebruikers].txt
Als u dit bestand opent met Kladblok, ziet u bijvoorbeeld onderstaande (fictieve) licentiesleutel:
De licentiesleutel is te onderhouden via het menupad “Add-on | Inrichting | Reporting Services: Instellingen”. U kopieert de licentiesleutel vanuit het tekstbestand en in de instelling “Algemeen: Licentiesleutel”.
Zonder deze licentiesleutel zal de MS Reporting Services Integrator SE niet functioneren. Zodra een rapport wordt gegenereerd, zal een foutmelding worden weergegeven. © Copyright Eddon 2012
Pagina 9 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE U kunt de bouwsteen alleen gebruiken in uw eigen Synergy Enterprise omgeving: de licentiesleutel wordt namelijk uitgegeven op naam zoals die in uw Exact Synergy Enterprise licentie is vastgelegd. In de volgende gevallen wordt een foutmelding getoond: 1. Verlopen van de einddatum. Dit geldt voornamelijk voor proeflicenties. 2. Foutieve / verminkte licentiesleutel. Indien de licentiesleutel ontbreekt of niet overeenstemt met de gegevens uit uw Exact licentie, wordt hier melding van gemaakt. 4.3.2 Algemeen
Licentiesleutel Toon email knop
Reporting Services Integrator licentiesleutel, zie paragraaf 4.3.1. Hiermee bepaalt u of de knop “E-mail” beschikbaar is bij rapporten, dus of u een rapport kunt mailen of niet. Aangevinkt = knop beschikbaar Uitgevinkt = knop niet beschikbaar LET OP: Wanneer u gebruik maakt van deze optie, dient u op de clients een aantal instellingen in Internet Explorer aan te passen. Ga naar “Extra | Internetopties”, tabblad “Beveiliging” en klik op “Aangepast niveau”. De instellingen ‘ActiveX-besturingselementen die niet zijn gemarkeerd als veilig initialiseren en uitvoeren in scripts’ en ‘ActiveXbesturingselementen zonder handtekening downloaden’ dient u op “Vragen” te zetten. Het is tevens aan te raden om de Synergy-URL toe te voegen aan de ‘Vertrouwde websites’.
4.4
Registreren Microsoft Report Viewer
Het Microsoft Report Viewer object dient in Synergy geregistreerd te worden, zodat de rapporten in Synergy kunnen worden weergegeven. U gaat hiervoor naar “Add-on | Inrichting | Reporting Services: Registreer reportviewer”.
Gebruik de inloggegevens van een gebruiker die rechten heeft om het bestand ‘web.config’ in de installatiemap van Synergy te wijzigen. Wij raden aan dit onder het administratoraccount op de server te doen. Er wordt hiermee een zogenaamde ‘HTTPHandler’-regel toegevoegd aan het bestand ‘web.config’. © Copyright Eddon 2012
Pagina 10 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE LET OP: Nadat u MS Reporting Services Integrator voor de eerste keer heeft geïnstalleerd, maar ook na een update van Synergy naar een nieuwe batch, dient u altijd de Microsoft Report Viewer te registreren. 4.5
Datasources definiëren
Een datasource bevat de connectiegegevens van de database waarop gerapporteerd zal worden. De Reporting Services Integrator ondersteunt naast de eigen lokale Synergy-database ook allerlei andere type databases: SQL Server, MySQL, Oracle, Pervasive en ODBC-databases. Zo kunt u dus vanuit Synergy bijvoorbeeld ook van een aparte Exact Globe database rapportages opvragen of zelfs op een databases van geheel andere informatiesystemen. Datasources onderhoudt u via het menu “Add-on | Inrichting | Reporting Services: Datasources”. Wanneer u op de lokale Synergy-database rapporteert, is de inrichting van de bijbehorende datasource zeer eenvoudig. Geef de datasource een willekeurige “Omschrijving” en kies ‘[local]’ bij “Type”.
Onderstaand een voorbeeld om in Synergy te rapporteren op een aparte Exact Globe database op SQL Server.
U vult een “Omschrijving” in en kiest het “Type” database. Vul de naam van de database-“Server” in en de naam van de “Database”. Bij “Gebruiker” zult u de gebruikersnaam van een medewerker die voldoende rechten heeft om de gegevens uit de database op te vragen; over algemeen is dit de databaseadministrator. Wanneer u het “Wachtwoord” heeft gevuld en de datasource heeft opgeslagen, zal het wachtwoord automatisch worden gecodeerd (zoals u in bovenstaande schermafdruk kunt zien).
© Copyright Eddon 2012
Pagina 11 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE Voor de types MySQL, Oracle en Pervasive is de inrichting identiek als het voorbeeld hierboven. Voor overige databases die ODBC ondersteunen, krijgt u de mogelijkheid om een “Connectie String” in te voeren. Zie het volgende voorbeeld van een Interbase datasource:
4.6
Rapportdefinitie opslaan in Synergy
De Reporting Services Integrator ondersteunt Microsoft-rapportdefinities. Een rapportdefinitie kunt u aanmaken met Microsoft SQL Reporting Services, Visual Studio (meegeleverd met Microsoft SQL Server), maar vanwege het gebruiksgemak raden wij Microsoft SQL Server 2008 Reporting Services Report Builder 3.0 aan. Deze tool download u gratis van http://www.microsoft.com/downloads. Een rapportdefinitie slaat u op als RDL- of RDLC-bestand en dit bestand dient u in Synergy op te slaan als bijlage van een Synergy-document. Het is mogelijk om het onderwerp van het document te gebruiken voor de omschrijving van het rapport. Aan de hand van het beveiligingsniveau van het document bepaalt u welke gebruikers het rapport mogen bekijken. Door het beveiligingsniveau laag genoeg in te stellen, is het ook mogelijk om rapporten op de dealer- en/of klantenportal beschikbaar te maken.
Het document dient van een bepaald documenttype te zijn. Documenttypes maakt u aan in Synergy via “Documenten | Inrichting | Onderhoud: Document: Types”. Het documenttype koppelt u vervolgens via “Add-on | Inrichting | Reporting Services: Document types”.
© Copyright Eddon 2012
Pagina 12 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE
U krijgt een overzicht van alle geactiveerde documenttypes. Deze kunt u verwijderen of nieuwe toevoegen via de knop “Nieuw”.
Kies via het loepicoon het betreffende “Document type” waaronder de rapportdefinities worden opgeslagen en klik op “Bewaren”. 4.7
Rapporten onderhouden
Algemene rapporten kunnen via het Maatwerkmenu worden opgevraagd, maar het is ook mogelijk om rapporten te koppelen aan de verschillende entiteiten (relaties, medewerkers, projecten, artikelen en verzoeken) binnen Synergy. Op de kaarten van deze entiteiten zal een knop “Rapporten” staan, waarmee u specifiek voor die relatie of die medewerker rapporten kunt opvragen. Welke rapporten er op te vragen zijn op welke plaatsen en op welke manier de rapporten getoond moeten worden, kunt u opgeven via “Add-on | Inrichting | Reporting Services: Rapporten”.
U definieert door middel van de knop “Toevoegen” per tabblad (entiteit) eerst de secties waaronder de rapporten geordend moeten worden.
© Copyright Eddon 2012
Pagina 13 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE
Kies eventueel nog de juiste “Categorie” en geef een logische “Titel + Term ID” op en klik “Bewaren”. U kunt de naam van uw secties en rapporten taalonafhankelijk maken door middel van terms. Een term ID is een nummer dat aan een bepaalde term is gekoppeld. Deze term is in meerdere talen aanwezig. Zie voor meer informatie over termen hoofdstuk 6. Klik op de naam van een sectie om vervolgens de rapporten toe te voegen.
Klik op de knop “Toevoegen”.
Vink “Zichtbaar” aan om het rapport zichtbaar te maken in de betreffende sectie. Koppel verplicht het “Document” waarin de rapportdefinitie (RDL- of RDLCbestand) als bijlage is gekoppeld. Wilt u dat de omschrijving van het document moet worden gebruikt voor de omschrijving van het rapport, vink dan de optie “Document onderwerp als titel?” aan. Vinkt u de optie uit, dan heeft u de mogelijkheid om zelf een “Titel + Term ID” in te vullen. Klik op “Bewaren” en open het rapport opnieuw. Nu kunt u op “Definitie” klikken om de rapportdefinitie in te richten.
© Copyright Eddon 2012
Pagina 14 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE 4.8
Rapportdefinitie onderhouden
De instellingen voor het opvragen van de gegevens van een rapport legt u vast in de rapportdefinitie. U opent deze door op de knop “Definitie” te klikken in het onderhoudscherm van het rapport. TIP: De rapportdefinitie kunt u ook openen door op het i-icoon rechtsboven in het rapport te klikken.
Per rapport definieert u algemene instellingen, datasets, parameters, subrapporten en doorzoom rapporten.
© Copyright Eddon 2012
Pagina 15 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE 4.8.1 Algemeen Het is mogelijk om hyperlinks in uw rapport op te nemen. Zo kunt u bijvoorbeeld vanuit een rapport met alle verzoeken van een bepaald type naar een van de verzoeken navigeren door op het verzoeknummer te klikken. In Report Builder klikt u met de rechter muisknop op het betreffende veld en kiest u voor “… Porperties”. Ga naar “Action” en selecteer bij “Enable as a hyperlink” de optie ‘Go to URL’. In bovenstaand voorbeeld definieert u de “Select URL” als volgt: ="http://vm-ute/synergy/docs/WflRequest.aspx?BCAction=1&ID={" & Fields!ID.Value.ToString & "}" Veld ID moet dan zijn opgenomen in de dataset van het RDL-rapportbestand.
Bepaal in de rapportdefinitie in Synergy waar de nieuwe pagina geopend moet worden door bij “Hyperlink Target” een van de volgende opties in te vullen: _new _top MainWindow
De pagina wordt geopend in een nieuw browserscherm. De pagina opent in hetzelfde browserscherm. De pagina opent in hetzelfde browserscherm, waarbij het linker- en topmenu van Synergy blijven bestaan.
Vink de optie “Automatisch genereren” aan om ervoor te zorgen dat het rapport bij openen automatisch gegenereerd wordt. U hoeft nu niet eerst op “Actualiseren” te klikken om de resultaten te kunnen zien.
© Copyright Eddon 2012
Pagina 16 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE Bij “Aantal zoekvelden per rij” bepaalt u hoeveel zoekvelden er op 1 regel komen te staan bij het onderdeel ‘Criteria’ van het rapport. Bijvoorbeeld de waarde ‘1’:
4.8.2 Basisgegevens importeren Per rapport dienen datasets, parameters, subrapporten en doorzoom rapporten gedefinieerd te worden. Deze basisgegevens zijn al vastgelegd in het RDLrapportbestand en kunnen gemakkelijk worden geïmporteerd in Synergy middels de knop “Importeren” in de rapportdefinitie.
U krijgt een overzicht te zien van welke gegevens toegevoegd kunnen worden vanuit het rapportbestand. Kies ten minste de betreffende datasources voor de ‘Datasets’. Houd er rekening mee dat bij ‘Doorzoom rapporten’ rapportdocumenten gekoppeld moeten worden, dus de RDL-rapportbestanden van de doorzoom rapporten dienen ook te zijn opgeslagen als bijlage van Synergy-documenten. Worden gegevens niet goed geïmporteerd of wilt u bijvoorbeeld parameters toevoegen, dan kunt u dit handmatig doen middels de “Nieuw”-knoppen bij de verschillende onderdelen in de rapportdefinitie. Wanneer in het RDL-rapportbestand nieuwe parameters bijvoorbeeld heeft toegevoegd, kunt u via “Importeren” de nieuwe parameters toevoegen aan de rapportdefinitie. Zijn alle basisgegevens reeds geïmporteerd, dan wordt daar melding van gemaakt:
© Copyright Eddon 2012
Pagina 17 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE 4.8.3 Datasets toevoegen Een rapport bevat één of meerdere datasets. Een dataset bevat een SQL-query waarmee het rapport wordt opgebouwd en instellingen voor de manier waarop deze query wordt uitgevoerd en het resultaat wordt getoond.
Alle datasets van een rapport dienen in Synergy in de rapportdefinitie geconfigureerd te worden. Dit kan door ze te importeren, maar u kunt de datasets ook handmatig toevoegen. Bij het onderdeel ‘Datasets’ in de rapportdefinitie klikt u op “Nieuw” om een nieuwe dataset aan het rapport toe te voegen.
U vult verplicht bij “Naam” precies de naam in zoals die in het RDLrapportbestand is vermeld. Koppel de dataset vervolgens aan een “Datasource”. 4.8.4 Parameters toevoegen Een rapport kan verschillende parameters bevatten. Door middel van parameters definieert u zoekvelden, zodat u in uw rapporten op specifieke gegevens kunt zoeken en alleen die gegevens kunt tonen die aan de opgegeven criteria voldoen.
© Copyright Eddon 2012
Pagina 18 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE
In Synergy worden de parameters uit bovenstaande schermafdruk als volgt gebruikt:
Parameters worden automatisch bij het importeren toegevoegd, maar kunnen ook handmatig gedefinieerd worden middels de knop “Nieuw” bij onderdeel ‘Parameters’ in de rapportdefinitie. De volgorde van de parameters, en daarmee de locatie van de zoekvelden in het rapport, bepaalt u via de pijltjes.
4.8.4.1 Algemeen
Bij “Rapport” staat het betreffende rapportdocument gekoppeld. Kies vervolgens een “Type”, waarmee u bepaalt wat voor soort zoekveld er getoond wordt bij de zoekcriteria in het rapport. U kunt kiezen uit de volgende type velden:
© Copyright Eddon 2012
Pagina 19 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE
InputField U vult de zoekwaarde in het invulveld in. Browsefield Selecteer de zoekwaarde via het loepicoon, of typ een waarde in het inveld. Combobox Kies de zoekwaarde uit een uitklapmenu. Checkbox Vink een zoekoptie aan of uit. AmountField Vul een bedrag of cijfer met twee decimalen in. DateField Zoek op een datum. DateRange Zoek op een datumtraject. IntegerField Zoek op een cijfer. CheckBoxList Vink één of meerdere opties aan of uit om op te zoeken. Multibrowser Selecteer via het loepicoon één of meerdere zoekwaarden in de pop-up die verschijnt.
De naam van de parameter zoals deze in het rapportbestand staat gedefinieerd, vult u in bij “Parameter”. Kiest u type ‘DateRange’ dan heeft u de velden “Parameter (Vanaf)” en “Parameter (T/m)” tot uw beschikking, waarin u de betreffende parameternamen invult. U geeft het zoekveld ook een “Titel + Term ID”. Zie voor
meer informatie over termen hoofdstuk 6.
© Copyright Eddon 2012
Pagina 20 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE Wanneer u “Verborgen” aanvinkt, zal deze parameter niet voor de gebruiker zichtbaar zijn. Zorg er dan voor dat u een standaardwaarde meegeeft. Met “Focus” aangevinkt, zal de cursor bij openen van het rapport direct in dit zoekveld geplaatst worden. Een gebruiker kan dan snel een zoekopdracht ingeven in het meest gebruikte veld. Met “Automatisch verversen” wordt na het wijzigen van de waarde in het zoekveld het rapport direct opnieuw gegenereerd worden, zonder dat u eerst op “Actualiseren” moet klikken. Wilt u dat het rapport alleen gegenereerd wordt wanneer er een waarde is ingevuld in het zoekveld, dan vinkt u “Verplicht” aan. Dit veld heeft u niet tot uw beschikking wanneer u type ‘Checkbox’ heeft gekozen. Een manier om parameters in het rapportbestand optioneel te maken, via de query-eigenschappen van de dataset:
Veld “Datumtraject” heeft u alleen tot uw beschikking wanneer u type ‘DateRange’ heeft gekozen. Vinkt u de optie aan, dan kunt u bij onderdeel ‘Standaardwaarden’ een “Datumtraject” kiezen, zoals dit jaar of deze week. Zie verderop voor meer informatie. 4.8.4.2 Standaardwaarden U heeft de mogelijkheid om aan een zoekveld een standaardwaarde mee te geven.
Zo’n standaardwaarde vult u in op basis van een SQL-query. Allereerst geeft u de “SQL Datasource” op, dus de database waaruit de gegevens opgehaald moeten worden. Definieer de query in het veld “SQL”. Bijvoorbeeld: Standaard wordt het zoekveld gevuld met de geboortedatum van medewerker 1. De query wordt dan: SELECT geb_ldat FROM humres WHERE res_id=1 © Copyright Eddon 2012
Pagina 21 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE Ook is het mogelijk om een parameter in de query op te nemen, bijvoorbeeld: SELECT geb_ldat FROM humres WHERE res_id=@P1 Het resultaat van deze query is dan afhankelijk van een ingegeven zoekwaarde. Wat er op de plek van ‘@P1’ moet komen, definieert u bij “SQL Parameters”. In dit voorbeeld is de parameter ‘humres.res_id’. U kunt meerdere parameters gebruiken, die u kommagescheiden definieert. In de query plaatst u vervolgens ‘@P1’ voor de eerste parameter, ‘@P2’ voor de tweede, enzovoort. Een parameter kan meerdere keren gebruikt worden in de query. Wanneer het zoekveld van type ‘DateRange’ is, moet het resultaat twee kolommen bevatten. Het is mogelijk om parameterwaardes te gebruiken uit de volgende bronnen: Databasetabel
Wordt het rapport bijvoorbeeld vanaf een medewerkerkaart opgestart, dan zijn alle gegevens van de betreffende medewerker beschikbaar uit databasetabel humres. Databasetabellen humres (medewerkers), cicmpy (relaties), items (artikelen), prproject (projecten) en absences (verzoeken) zijn beschikbaar per entiteit. Eerder vermelde query ‘SELECT geb_ldat FROM humres WHERE res_id=@P1’ met SQL-parameter ‘humres.res_id’ vult het zoekveld voor met de geboortedatum van de medewerker waarop gerapporteerd wordt. Een ander voorbeeld is een rapport met twee parameters, waarbij het eerste door de medewerker aangemaakte verzoek wordt voorgevuld in het zoekveld. De query ziet er als volgt uit: ‘SELECT TOP 1 id FROM absences WHERE syscreator=@P1 AND syscreated >=@P2 ORDER BY syscreated ASC’ met bijbehorende SQL-parameters ‘humres.res_id,humres.ldatindienst’.
Zoekvelden
Het kan voorkomen dat een parameterwaarde niet gevuld wordt bij het opvragen van het rapport, bijvoorbeeld wanneer u een medewerkerrapport vanaf een relatiekaart opent. In dit geval krijgen alle parameters beginnend met ‘humres.’ een NULL-waarde en levert het rapport geen resultaat op. U kunt dit oplossen door de parameter optioneel te maken met de query ‘SELECT TOP 1 geb_ldat FROM humres WHERE (res_id=@P1 OR @P1 is null)’ en SQL-parameter ‘humres.res_id’. Dit rapport zal nu alle medewerkers tonen. Parameters kunnen van elkaar afhankelijk worden gemaakt. Dit is mogelijk door middel van een prefix ‘report.’ gevolgd door een parameternaam zoals in het rapport gedefinieerd staat. Bijvoorbeeld: U wilt zoeken op een contactpersoon van een gekozen relatie. Allereerst definieert u een parameter ‘Relatie’ van type ‘BrowseField’ en browser-“Naam” (zie paragraaf 4.8.4.4) ‘AccountAll’. Zorg ervoor dat u “Automatisch actualiseren” aanvinkt. Definieer vervolgens een parameter ‘Contactpersoon’ met bijvoorbeeld de query ‘SELECT cnt_id, cnt_l_name, cnt_f_name, cnt_m_name FROM cicntp WHERE cmp_wwn=@P1 AND active_y=1 ORDER BY cnt_l_name’ met SQL-parameter ‘report.relatie’.
© Copyright Eddon 2012
Pagina 22 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE
Gebruikersvariabelen
U kunt ook gegevens opvragen die afhankelijk zijn van de in Synergy ingelogde gebruiker, bijvoorbeeld alle relaties die aan hem gekoppeld zijn. De volgende gebruikersvariabelen zijn beschikbaar: env.securitylevel
Hardgecodeerd
Beveiligingsniveau van de in Synergy ingelogde gebruiker. env.resourceid Medewerkernummer van de gebruiker waaronder de actie wordt uigevoerd. Er wordt rekening gehouden met het delegeren van medewerkers. env.realresourceid Medewerkernummer van de in Synergy ingelogde gebruiker die de actie uitvoert. env.customerid Relatienummer van de in Synergy ingelogd gebruiker, bijvoorbeeld via de customerportal. Wanneer een parameter geen databasetabel of gereserveerde prefix bevat, dan zal de ingevoerde waarde letterlijk worden overgenomen in de query. Bijvoorbeeld met de query ‘SELECT fullname FROM humres WHERE res_id=@P1’ met bijbehorende SQL-parameter ‘1013’ wordt de volledige naam van de medewerker met nummer 1013 opgevraagd.
In plaats van een SQL-query kunt u ook vaste “Tekst” invoeren als standaardwaarde. De ingevoerde tekst wordt dan letterlijk overgenomen naar het zoekveld. Een datum dient ingevoerd te worden als YYYY-MM-DD, dus bijvoorbeeld ‘2010-08-17’. Is de parameter van type ‘DateRange’ dan dient u twee waardes kommagescheiden op te geven, bijvoorbeeld ‘2010-08-17,201008-31’. Een andere mogelijkheid voor een standaardwaarde is het gebruik van voorgedefinieerde variabelen in veld “Voorgedefinieerd”. U hoeft op deze waardes niet te zoeken, dus u kunt deze parameters verborgen maken voor de gebruiker. Zo’n parameter dient dan slechts voor het meegeven van gegevens aan het rapport. U kunt bijvoorbeeld het rapport een titel geven op basis van het onderwerp waaronder het rapport is opgeslagen. Kies in het uitklapmenu een van de volgende opties: Reportname ReportDocumentID SynergyURL Username RealResourceID ResourceID CustomerID Fullname Securitylevel
© Copyright Eddon 2012
Het onderwerp van het document waaronder het rapportbestand is opgeslagen. Het nummer van het document waaronder het rapportbestand is opgeslagen. De URL van de Synergy-omgeving. Dit is bijvoorbeeld handig bij het gebruik van hyperlinks in het rapport. Deze URL is inclusief de ‘docs’-map, bijvoorbeeld: http://synery.bedrijf.nl/docs. De network gebruikersnaam van de in Synergy ingelogde gebruiker. Medewerkernummer van de in Synergy ingelogde gebruiker die de actie uitvoert. Medewerkernummer van de gebruiker waaronder de actie wordt uigevoerd. Er wordt rekening gehouden met het delegeren van medewerkers. Relatienummer van de in Synergy ingelogd gebruiker, bijvoorbeeld via de customerportal. Volledige naam van de in Synergy ingelogde gebruiker. Beveiligingsniveau van de in Synergy ingelogde gebruiker.
Pagina 23 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE Tot slot kunt u als standaardwaarde een “Entiteit” kiezen. Alle waarden van een entiteit uit de betreffende databasetabel kunnen in het zoekveld worden gevuld. Zo zijn voor medewerkerrapporten alle kolommen van databasetabel humres beschikbaar. Voor rapporten vanaf de relatiekaart kunt u de gegevens uit tabel cicmpy gebruiken. Roept u bijvoorbeeld vanaf een relatiekaart een rapport aan, dan kan het relatienummer via de waarde ‘cmp_code’ aan een van de rapportparameters worden gekoppeld. Alleen bij het openen van het rapport vanaf een relatiekaart zal dit een waarde opleveren. Vanaf bijvoorbeeld een medewerkerkaart zal er geen waarde gevuld worden. Veld “Datumtraject” komt alleen beschikbaar wanneer u type ‘DateRange’ heeft gekozen. Het datumtraject kunt u via deze instelling, mits ‘Algemeen’-veld “Datumtraject” is aangevinkt, voorvullen met een bepaald traject, bijvoorbeeld dit jaar of deze week. 4.8.4.3 Selectie Is de parameter van type ‘Combobox’ of ‘CheckBoxList’, dan heeft u de mogelijkheid om een selectie mee te geven. Zo kan de gebruiker bijvoorbeeld kiezen uit een beperkt aantal verzoektypes, of hij kan één of meerdere statussen aanvinken.
Selecteer de “SQL Datasource”, dus de database waaruit de gegevens voor de selectie opgehaald moeten worden. De query vult u in bij “SQL”. De query bestaat uit maximaal drie kolommen op de volgende manier: SELECT <waarde>,
, FROM De eerste en derde kolom zijn optioneel. De eerste kolom is de waarde die aan het rapport wordt doorgegeven. Als deze kolom niet wordt gebruikt, zal de titel als waarde gelden. Wordt er een derde kolom meegegeven, dan zal deze als TermID dienen. Hiermee kan een titel taalonafhankelijk worden opgesteld. Dit is eigenlijk alleen van toepassing wanneer een tabel ook een kolom termid heeft, anders worden er vreemde resultaten in uw rapport getoond. Bijvoorbeeld: De query ‘SELECT displaychar, description, termid FROM ddtests WHERE tablename=’pred’ AND fieldname=’gender’’ geeft het volgende resultaat:
© Copyright Eddon 2012
Pagina 24 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE In het rapport zal een checkboxlist er dan zo uitzien:
Een voorbeeld waarbij in een combobox een lijst met kostenplaatsen als selectie wordt gebruikt, waarbij de kostenplaatscode als waarde aan het rapport wordt doorgegeven. De titel is tevens de kostenplaatscode: ‘SELECT kstplcode FROM kstpl’.
Een ander voorbeeld waarbij het ID als waarde aan het rapport wordt doorgegeven en de code als titel voor de gebruiker zichtbaar is: ‘SELECT id, kstplcode FROM kstpl’. Ook bij onderdeel ‘Selectie’ kunt u gebruik maken van parameters. Vul in dat geval veld “SQL Parameters”. Zie paragraaf 4.8.4.2 voor meer informatie over het gebruik van parameters. Naast een query kunt u vaste “Tekst” aan de selectie meegeven. Een tekst stelt u als volgt op: <waarde>,,. Meerdere keuzeopties scheidt u met een puntkomma. De waarde is verplicht en wordt aan het rapport doorgegeven. Wanneer u geen titel meegeeft, zal de waarde als titel dienen. Met de termid kunt u de titel taalonafhankelijk maken. Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie over termen. Bijvoorbeeld:
levert bijvoorbeeld het volgende selectielijstje:
© Copyright Eddon 2012
Pagina 25 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE 4.8.4.4 Browser
Onderdeel ‘Browser’ komt alleen beschikbaar wanneer u de parameter type ‘Browsefield’ of ‘Multibrowser’ heeft gegeven. In dit onderdeel bepaalt uit welke gegevens er geselecteerd kunnenn worden na klikken op het loepicoon, bijvoorbeeld u kunt een keuze maken uit medewerkers of relaties. Kies, bij gebruik van ‘Browsefield’, in het uitklapmenu bij “Naam” het type zoekvenster dat voor de parameter van toepassing is, bijvoorbeeld ‘Resource’ (medewerkers), ‘Contact’ (contactpersonen) of ‘Item’ (artikelen). In veld “SQL” wordt automatisch de query ingevuld die hoort bij de gekozen browser. Dit veld is NIET aan te passen. LET OP: Komen er parameters in de query voor (bijvoorbeeld @P1 bij ‘DocumentCategory’), dan dient u deze voor een correcte werking over te nemen in veld “SQL Parameters”. Zie paragraaf 4.8.4.2 op welke manier parameters gedefinieerd kunnen worden. Bij gebruik van ‘Multibrowser’ heeft u geen “Naam”-veld. In het veld “SQL” dient u een SQL-query op te geven in de vorm: SELECT <waarde>, , FROM ORDER BY De eerste kolom is de waarde die aan het rapport wordt doorgegeven. LET OP: Deze mag geen kolom zijn die in de database voorloopspaties bevat. Een voorbeeld hiervan is ‘cmp_code’ uit de tabel ‘cicmpy’. Maak in dat geval gebruik van het ID in plaats van de code (bijvoorbeeld ‘cmp_wwn’). De tweede en derde kolom zijn optioneel. Wordt er een derde kolom meegegeven, dan zal deze als TermID dienen. Hiermee kan een titel taalonafhankelijk worden opgesteld. Dit is eigenlijk alleen van toepassing wanneer een tabel ook een kolom termid heeft, anders worden er vreemde resultaten in uw rapport getoond. Let op dat u altijd een ‘ORDER BY’ opneemt in de query. Bijvoorbeeld: De query ‘SELECT res_id, fullname FROM humres ORDER BY res_id’ toont in de browser een lijst met volledige namen van de medewerkers. Eventueel kunt u nog een “Selectie” meegeven aan het te gebruiken zoekvenster, bijvoorbeeld alle relaties van een type klant, maar zonder de zogenaamde ‘unknown debtor’: ‘c.cmp_type=’C’ AND c.debnr <> ‘000000’. Ook hier kunt u weer gebruik maken van parameters. LET OP: Wanneer in het SQL-veld al een parameter gedefinieerd staat (bijvoorbeeld @P1), dient u voor een nieuwe parameter in het selectieveld het opvolgende nummer te gebruiken, dus @P2.
© Copyright Eddon 2012
Pagina 26 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE 4.8.5 Subrapporten koppelen Met een subrapport kunt u een tweede rapport weergeven naast het hoofdrapport. Dit subrapport is in principe op geen enkele manier gekoppeld aan het hoofdrapport en kan zelfs volledig andere gegevens tonen die niets met het hoofdrapport te maken hebben. U krijgt gewoon twee rapporten op één pagina te zien. In Report Builder voegt u een subrapport aan het RDL-rapportbestand toe middels “Insert | Subreport”.
Het subrapport slaat u eveneens als Synergy-document op onder een in Reporting Services actief documenttype. Klik in de rapportdefinitie in onderdeel ‘Subrapporten’ op de knop “Nieuw” om een nieuw subrapport aan een rapport toe te voegen.
De “Naam” van het subrapport moet identiek zijn aan de naam zoals in het RDLrapportbestand is gedefinieerd. In dit voorbeeld ‘Voorbeeld subrapport’. Koppel vervolgens het Synergy-document in veld “Subrapport”. Bij het importeren van de gegevens in het hoofdrapport wordt de naamgeving al automatisch correct overgenomen.
© Copyright Eddon 2012
Pagina 27 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE LET OP: Stel voor het subrapport ook een rapportdefinitie in en koppel dataset(s) en eventuele parameters. 4.8.6 Doorzoom rapporten koppelen In plaats van twee rapporten naast elkaar op dezelfde pagina tonen, kunt u ook vanuit een hoofdrapport doorzoomen naar een ander rapport. De gegevens in het tweede rapport zijn dan gekoppeld aan de gegevens uit het hoofdrapport. U kunt op die manier bijvoorbeeld in een hoofdrapport een overzicht weergeven van alle medewerkers. Wanneer u doorklikt op de medewerker, zie u vervolgens een rapport van alle verzoeken die gekoppeld zijn aan die medewerker. In Report Builder koppelt u een doorzoomrapport aan een hoofdrapport door met de rechter muisknop op een veld te klikken en te kiezen voor “… Properties”. Ga naar “Action” en kies bij “Enable as a hyperlink” voor ‘Go to report’. Stel het rapport in en vergeet niet om relevante parameters toe te voegen.
Sla het RDL-rapportbestand van het doorzoomrapport ook op als bijlage in een Synergy-document onder een bepaald type. Stel voor dit rapport een rapportdefinitie in en voeg betreffende datasets en parameters toe. Koppel het doorzoomrapport vervolgens aan het hoofdrapport door in de rapportdefinitie bij onderdeel ‘Doorzoom rapporten’ te klikken op de knop “Nieuw”.
© Copyright Eddon 2012
Pagina 28 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE
Ook hier geldt dat de “Naam” van het rapport identiek moet zijn aan de naam zoals in het rapport is gedefinieerd, in dit voorbeeld ‘Voorbeeld doorzoomrapport’. Koppel tot slot het rapportdocument bij “Doorzoom rapport”. Bij het importeren van de gegevens in het hoofdrapport wordt de naamgeving al automatisch correct overgenomen.
© Copyright Eddon 2012
Pagina 29 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE
5
Bekende meldingen
5.1
DLL-bestanden geblokkeerd
Bij het gebruik van de Reporting Services Integrator op een Windows 2008 R2 Server kan de volgende foutmelding verschijnen: Request for the permission of type 'System.Web.AspNetHostingPermission, System, Version=2.0.0.0, Culture=neutral, PublicKeyToken=b77a5c561934e089' failed., Application = WflSearch.aspx, Source = CSNOBWord.Extension, Function = Void AfterInit(), Stack = CSNOBWord.Extension.WflSearchWordMerge.AfterInit()
Deze melding heeft ermee te maken dat Windows de DLL-bestanden van de Reporting Services Integrator heeft geblokkeerd. De DLL-bestanden van de Reporting Services Integrator vindt u in de Bin-map van de Synergy installatiemap:
CSNobSrs.Core.dll CSNobSrs.Extension.dll CSNobSrs.Repository.dll
Wanneer u in de eigenschappen van de DLL-bestanden (klik met de rechter muisknop op de bestanden en kies “Eigenschappen”) de volgende melding ziet, dient u op “Unblock” te klikken om de DLL-bestanden te deblokkeren:
5.2
ASP.NET session has expired
Wanneer u gebruik maakt van load balancing kan de volgende foutmelding verschijnen in de Event Logs van Windows. Event message: An unhandled exception has occured. […] Exception message: ASP.NET session has expired or could not be found […] Deze melding heeft er vaak mee te maken dat de session state op ‘in process’ staat. Dit betekent dat iedere server zijn eigen sessie heeft.
© Copyright Eddon 2012
Pagina 30 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE
Het Microsoft Reportviewer component maakt gebruik van .NET caalbacks voor interactie binnen het rapport (bijvoorbeeld bij sortering). Bij zo’n callback bestaat er een kans dat deze door een andere webserver wordt afgehandeld dan de webserver die de intiële call heeft afgehandeld. De oplossing voor dit probleem is het gebruik van een session state waarbij de sessie gedeeld is tussen de verschillende servers (bijvoorbeeld ‘state server’). Meer informatie vindt u op: http://blogs.msdn.com/b/brianhartman/archive/2009/02/15/did-your-session-really-expire.aspx
© Copyright Eddon 2012
Pagina 31 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE
6
Termen onderhouden
Voor bouwstenen kunt u maatwerktermen opgeven voor onder andere label- en omschrijvingvelden. Tevens is er een veld “Term ID” aanwezig in de verschillende onderhoudschermen van de bouwsteen. Hierin vult u een nummer in. Dit nummer bepaalt de term die gebruikt moet worden voor het label of de omschrijving, maar dit bepaalt ook de taal waarin het label of de omschrijving verschijnt, afhankelijk van de taalinstellingen binnen Synergy. U kunt gebruik maken van termnummers die standaard in Synergy aanwezig zijn, maar u kunt ook eigen termen definiëren. Ook voor de onderhoudschermen van de bouwsteen zelf zijn termen gedefinieerd, welke u desgewenst kunt aanpassen voor de verschillende talen waaronder u Synergy gebruikt. Termen onderhoudt u in Synergy via “Add-on | Inrichting | Termen: Zoeken”. LET OP: Om termen te komen onderhouden heeft u functierecht 439 nodig. Door dit functierecht te koppelen aan bepaalde rollen en die rollen vervolgens te koppelen aan medewerkers, kunt u zelf bepalen wie er verantwoordelijk is voor het onderhouden van de termen. Na opnieuw inloggen kan de medewerker de termen verder onderhouden. Het volgende scherm wordt geopend:
© Copyright Eddon 2012
Pagina 32 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE Kies bij “Taal” de taal waarin de term voorkomt, vink eventueel “Alle” aan of geef een waarde in bij “Termen”, “ID” en/of “Aangepast”. Klik op “Tonen” (of “Actualiseren”) om het overzicht van alle beschikbare termen te tonen die aan uw zoekcriteria voldoen. Open een term om wijzigingen aan te brengen. TIP: Over het algemeen zijn de maatwerktermen te vinden door te zoeken via het veld “Aangepast” met de optie “Alle” aangevinkt. 6.1
Nieuwe term toevoegen
Klik op de knop “Nieuw”. Het veld “ID” is standaard ingevuld met een nieuw nummer. U kunt nu een nieuwe term aanmaken. Vul de term bij de gewenste taal in. Wanneer u op “Bewaren” klikt, zal de term automatisch in de overige velden gevuld worden. U kunt desgewenst ook per taalveld de term invullen in de betreffende taal.
Wanneer u het nummer in het “ID”-veld aanpast en er bestaat al een term met dat nummer, dan zal die term weergegeven worden in de beschikbare talen zodra u de cursor in een van de taalvelden plaatst. U kunt nu desgewenst de termen per taal aanpassen. 6.2
Talen toevoegen
Bij termen wordt uitgegaan van actieve talen bij medewerkers en contactpersonen en talen die zijn toegevoegd aan de databasetabel ‘CSNobMnuLanguages’. Desgewenst kunt u talen toevoegen voor het gebruik van de maatwerktermen. Ga naar “Ad-on | Inrichting | Termen: Zoeken” en kies een gewenste taal in het uitklapmenu bij “Taal”. Klik op “Toevoegen”. De nieuwe taal wordt aan alle aanwezige termen toegevoegd. U kunt nu bestaande termen zoeken en de nieuw toegevoegde taal vullen of nieuwe termen aanmaken in de nieuwe taal.
© Copyright Eddon 2012
Pagina 33 van 34
Installation & Configuration MS Reporting Services Integrator SE
7
Technische eigenschappen
7.1
Databasetabellen
Na installatie van de MS Reporting Services Integrator SE worden in de database automatisch tabellen toegevoegd. Tabel
Omschrijving
CSNobSrsDocTypes
Geactiveerde documenttypes waaronder RDLrapportbestanden worden opgeslagen. De datasources; connectiegegevens naar de databases waarop gerapporteerd moet worden. Algemene instellingen per rapportdefinitie. Datasets per rapportdefinitie. Doorzoom rapporten per rapportdefinitie. Subrapporten per rapportdefinitie. Parameters per rapportdefinitie. Categorie-indelingen met menukoppelingen. Instellingen per rapport.
CSNobSrsDatasources CSNobSrsReportSettings CSNobSrsDatasets CSNobSrsDrillthrough CSNobSrsSubreports CSNobSrsParameters CSNobSrsMenuSection CSNobSrsMenuReport
© Copyright Eddon 2012
Pagina 34 van 34