Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen vzw Aromagebouw / Vooruitgangstraat 323 bus 6 (3de verdieping) / 1030 Brussel / tel. 02-204 06 50 / fax : 02-204 06 59
[email protected] / http://www.vlaams-netwerk-armoede.be
Sociale maatregelen drinkwater 28 maart 2012 i. inleiding Op vraag van de Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur dachten enkele verenigingen waar armen het woord nemen na over mogelijke sociale maatregelen voor het drinkwater. Samen werkten we dit standpunt uit, na overleg met de gehele overleggroep wonen, water en energie. Hiervoor hanteerden we dezelfde uitgangspunten die we ook eerder formuleerden1, namelijk 1. Water is een grondrecht. Mensen moeten steeds over water kunnen beschikken 2. Water moet betaalbaar zijn: er moeten maatregelen genomen worden om de waterprijs (in zijn geheel) extra te drukken voor mensen in armoede 3. Uniformiteit tussen waterleveranciers is nodig. Klanten hebben geen vrije keuze in verband met de leverancier, dus moeten hun rechten overal dezelfde zijn 4. Procedures moeten maximaal dezelfde zijn bij water als bij gas en elektriciteit 5. Extra sociale bescherming voor kwetsbare klanten is nodig Het rapport ‘scenario’s voor uniforme sociale correcties voor de drinkwatercomponent van de integrale waterfactuur in Vlaanderen’ biedt enkel antwoord op het extra drukken van de waterprijs voor mensen in armoede. Bovendien zou deze regeling slechts gelden voor de drinkwatercomponent, waardoor voor de gemeentelijke saneringsbijdrage nog steeds geen sociale maatregelen gegarandeerd zijn. Cijfers van de Vlaamse Milieumaatschappij tonen nochtans aan dat het vooral die gemeentelijke saneringsbijdrage is die zorgde voor de verhoging van de waterfactuur2. Aangezien water een grondrecht is, gaan wij uit van gegarandeerde minimumlevering voor water. Hoe hoog de schulden ook zijn en ongeacht of mensen op dat ogenblik betalen voor water. Een minimumlevering moet garant staan voor de hoogste noden op menselijk vlak, afsluiting kan enkel bij een onveilige situatie, leegstand of aangetoonde fraude. Dat in 2011 1 2
Verticaal Permanent Armoede-overleg, verslag als bijlage Watermeter 2011, VMM
120328/sociaal tarief water/TC
Pagina 1
4.497 gezinnen3 werden afgesloten van drinkwater wegens wanbetaling vinden wij dan ook onaanvaardbaar! Bovendien pleiten wij dat procedures voor water, gas en elektriciteit zo veel mogelijk op elkaar zijn afgestemd. De werking van de lokale adviescommissie (LAC) blijft op verschillende vlakken anders voor water dan voor gas en elektriciteit. Zo blijft bij water “klaarblijkelijke onwil” een reden om over te gaan tot afsluiting, of moet een advies nog steeds na 14 dagen, terwijl deze termijn bij elektriciteit en gas naar 30 is gebracht. Algemeen willen wij dat deze procedures dringend op elkaar worden afgestemd en er ook over de gemeentes heen meer gelijkheid komt in deze LAC-werking. Bovendien wijzen wij er op dat wij reeds geruime tijd (o.a. in Vlaams Actieplan Armoedebestrijding, in dossiers schuldhulpverlening of tijdens verticaal armoede-overleg ) vragen om een grondige evaluatie en bijsturing van deze LAC-werking. Wij vragen dat de minister hier samen met de Vlaams minister van welzijn en de minister van energie, in overleg met alle betrokken partijen, werk van maakt.4 Steeds meer mensen krijgen problemen met de watermaatschappij, in 2011 werden 19.902 aanvragen tot afsluiting ingediend bij een LAC. Daarnaast kiezen sommige watermaatschappijen ervoor niet af te sluiten, maar via de rechtbank een invorderingsprocedure te starten. Deze verschillen in procedures vinden wij alvast geen goede zaak. Vast staat dat heel wat klanten duidelijk problemen ondervinden. Daarom is het hoogtijd voor extra sociale bescherming voor kwetsbare klanten. Wij vragen meer dan een korting, wij vragen extra aandacht voor deze groep. Door invoering van een bepaald statuut (naar analogie met statuut beschermde klant voor elektriciteit en gas) kan men voorkomen dat het aantal problemen blijft toenemen. Voor mensen met dit statuut zou men sneller een betalingsplan kunnen voorstellen, kosteloze herinneringsbrieven invoeren enz. Tenslotte stellen wij ons vragen bij de algemene prijsstijging van het water in Vlaanderen. De invoering van de integrale waterfactuur zorgde voor een grote stijging van de algemene waterkost, waardoor de nood aan bepaalde sociale correcties hoog is. Hoewel wij dit initiatief tot sociale correctie aanmoedigen, blijven wij vragen stellen bij deze algemene prijsstijging. Waaraan zijn deze hoge prijzen te wijten, hoe kunnen we voorkomen dat de kosten voor productie, afvoer en zuivering blijven stijgen en vanwaar komen de grote verschillen tussen verschillende gemeentes? ii. algemene bemerkingen Bij de uitwerking van verschillende scenario’s gaat men uit van bepaalde principes. Zo wil men dat de kost van de sociale maatregelen voor bepaalde gezinnen wordt betaald door de gezinnen die niet van deze maatregelen kunnen genieten. Op zich kunnen wij ons vinden in dit principe. Wij vinden het echter onlogisch dat deze herverdeling wordt bekeken binnen het kader van de verschillende watermaatschappijen. Ons lijkt het logischer dit te 3
In 2009 werden 791 gezinnen afgesloten, in 2010 2363. Wij verwijzen hier o.a. naar ‘Leidraad voor een goede praktijk van de Lokale Adviescommissie’ van Samenlevingsopbouw provincie Antwerpen en het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding 4
120328/sociaal tarief water/TC
Pagina 2
organiseren op Vlaams niveau, om zo klanten die nu al meer betalen voor hun drinkwater niet extra te belasten en een zo groot mogelijk draagvlak te creëren waarop deze solidariteit is gestoeld. Bovendien vragen wij ons ook af in hoe verre bedrijven en andere waterverbruikers zullen betrokken worden bij dit systeem. Vervolgens neemt het rapport als uitgangspunt de categorieën van rechthebbenden die in aanmerking komen voor vrijstelling of compensatie van bovengemeentelijke bijdrage om sociale redenen. In het rapport staan ze uitgebreid opgesomd. Wij vinden deze categorieën te beperkt. In het rapport wordt aangegeven dat in 2009 zo’n 378.500 personen in Vlaanderen recht hadden op één van de tegemoetkomingen voor vrijstelling of compensatie. In de armoedemonitor Vlaanderen staat echter aangegeven dat in datzelfde jaar (2009) 730.000 Vlamingen worden geconfronteerd met een verhoogd risico op armoede. De sociale maatregelen moeten dus duidelijk een veel grotere groep mensen bereiken. Zelfs stellen wij voor de maatregelen te richten tot alle rechthebbende op het omnio-statuut en (om rekening te houden met het reële inkomen) ook iedereen betrokken in schuldhulpverlening. Aangezien het omnio-statuut nog niet automatisch wordt toegekend, vragen wij expliciet maatregelen voor alle rechthebbenden, en niet enkel de mensen die dit statuut effectief aanvroegen. (Uiteraard zou een automatische toekenning van het statuut nog beter zijn.) Het omnio-statuut is bedoeld voor alle personen met een laag inkomen, de inkomensgrenzen zijn duidelijk. Op deze manier wordt via één duidelijk criterium een aanzienlijke groep Vlamingen met verhoogd risico op armoede bereikt. iii. de verschillende scenario’s In het rapport worden verschillende scenario’s uitgewerkt, wij hebben ze een voor een bekeken. Vooreerst willen we benadrukken dat wij deze maatregelen zien als bijkomende maatregelen, die de bestaande maatregelen niet mogen vervangen (in dit geval: de gratis 15m3 voor iedereen). Naar analogie met de regelgeving voor de gratis elektriciteit, pleiten wij hier bovendien voor het invoeren van een gratis hoeveelheid water die wordt berekend per wooneenheid én per aantal gedomicilieerden. (bv. per wooneenheid: 15 m3 + 15m3/gedomicilieerde) a. Vrijstelling van de vaste vergoeding Hoewel deze maatregel voor klanten in bepaalde gebieden wel wat kan uitmaken, blijft het alsnog erg grote verschillen tussen de verschillende watermaatschappijen in de hand werken. Voor sommige klanten zal dit voordeel bijna verwaarloosbaar zijn, daarom lijkt deze optie ons niet wenselijk.
120328/sociaal tarief water/TC
Pagina 3
b. Vermindering van de vaste vergoeding Voor deze maatregel gelden dezelfde opmerkingen als voor de gehele vrijstelling van de vaste vergoeding, alleen zal het verschil voor mensen die het nodig hebben nog kleiner zijn. Uiteraard vinden wij ook deze maatregel dus niet wenselijk. c. Extra 15 m3 gratis per persoon Deze maatregel wordt duidelijk positiever onthaald dan de voorgaande maatregelen. Dit verschil kan voelbaar zijn, zeker voor grote gezinnen. Dat wordt rekening gehouden met de grootte van het gezin, vinden wij een goede zaak. Anderzijds zien wij ook enkele gevaren. Dit systeem lijkt ons moeilijk te rijmen met de bedoelingen van het zuinig omgaan met water. Bovendien worden op deze manier vooral (grote) gezinnen bevoordeeld, terwijl er toch ook heel wat alleenstaanden in de problemen geraken. Deze maatregel is weinig flexibel, naar analogie met de reguliere, gratis 15 m3 zal het aantal gedomicilieerden op 1 januari allicht bepalen of je al dan niet recht hebt op deze extra tegemoetkoming. Gezinssituaties kunnen echter snel veranderen of komen niet steeds overeen met het officieel aantal gedomicilieerden. Op deze manier volgt de sociale maatregel de werkelijkheid niet of slechts met maanden vertraging. Bovendien zal een gedomicilieerde meer of minder een groot verschil maken, er is geen sprake van overgangsmaatregelen en eigenlijk volgt deze tegemoetkoming niet het werkelijke verbruik. Tenslotte biedt deze maatregel weinig structurele oplossingen. Eens de gratis hoeveelheid water is opgebruikt begint de teller opnieuw te lopen, en betaalt iedereen weer dezelfde tarieven. d. Toekenning van een gelijke tegemoetkoming als compensatie voor de drinkwatercomponent van de drinkwaterfactuur Deze maatregel lijkt ons minder wenselijk. Vooreerst houdt deze maatregel geen rekening met de gezinsgrootte, noch met het verbruik. Bovendien gaat de maatregel volledig voorbij aan de realiteit dat water in sommige gebieden veel meer kost dan in andere. e. Een sociale tariefstructuur met gelijk drinkwatercomponent van de waterfactuur
sociaal
tarief
voor
de
Deze maatregel draagt duidelijk onze voorkeur weg, en wel om verschillende redenen. De maatregel biedt een antwoord op verschillende van onze vragen, hij zorgt voor een lager tarief voor mensen in armoede, meer gelijkheid tussen de verschillende watermaatschappijen en er is een grote analogie met het bestaande systeem voor gas en elektriciteit (ook daar bestaat een “sociaal tarief”). Bovendien houdt deze maatregel, door de directe link met verbruik, rekening met de grootte van het gezin, terwijl zuinig omgaan met water nog steeds wordt gestimuleerd.
120328/sociaal tarief water/TC
Pagina 4
De ervaring bij elektriciteit en gas toont dat het niet onmogelijk is om dergelijk tarief in te voeren. Bovendien zou dit een kans bieden om de factuur voor de rechthebbenden zo duidelijk mogelijk te maken. iv. besluit In deze nota geven wij nog eens duidelijk onze vragen voor een socialer waterbeleid in Vlaanderen weer. De cijfers over niet-betaalde rekeningen en (dreigende) afsluitingen tonen aan dat de situatie ernstig is en de problematiek de laatste jaren blijft toenemen. Wij herhalen in deze nota enkele fundamentele eisen, waarvan de erkenning van water als grondrecht duidelijk prioritair is. Afsluitingen omwille van niet-betaalde rekeningen vinden wij onaanvaardbaar! Daarnaast maken wij doorheen de nota duidelijk dat wij een volwaardig sociaal beleid willen rond water, wat meer is dan enkel een korting voor een bepaalde groep. Wij willen dat wie het nodig heeft, een statuut beschermde klant krijgt, met aandacht voor communicatie op maat, snelle opsporing van betalingsproblemen en goedkopere tarieven. Wat betreft de verschillende scenario’s voor een uniforme sociale correctie van de waterfactuur, vinden wij een invoering van een sociaal tarief de beste optie. Daarnaast uiten wij onze bezorgdheid over de blijvende stijging van de integrale waterfactuur, waarvoor de drinkwatercomponent slechts deels verantwoordelijk is.
120328/sociaal tarief water/TC
Pagina 5