Inhoud Sociaal statuut van vennootschapsmandatarissen Luc Eliaerts Line Hellemans advocaten Stappers, Eliaerts & Thiers CVBA Hoofdstuk 1. Inleiding § 1. Begrip vennootschapsmandataris § 2. Primauteit van het werknemersstelsel § 3. Dualiteit van functies § 4. Grensoverschrijdende simultane werkzaamheden I. EU, EER, Zwitserland II. Landen buiten EER (Zwitserland uitgezonderd) Hoofdstuk 2. Sociaal statuut der zelfstandigen § 1 Wettelijke bepalingen en situering § 2. Grondwettelijk Hof en binnenlandse mandatarissen § 3. Hof van Justitie en andere EU-mandatarissen § 4. Het weerlegbaar vermoeden van zelfstandige beroepsbezigheid sinds 1 juli 2014 I. Toepassingsvoorwaarden A. Vennootschap of vereniging die zich bezighoudt met een exploitatie of verrichtingen van winstgevende aard B. Vennootschap of vereniging naar recht of in feite C. Mandataris D. Aanstelling of uitoefening van mandaat zonder aanstelling II. Tegenbewijs § 5. Het weerlegbaar vermoeden van een werkzaamheid in België sinds 1 juli 2014 § 6. Toepassing in de tijd § 7. Hoofdelijke gehoudenheid van de rechtspersoon Hoofdstuk 3. Sociaal statuut van werknemers § 1. Algemeen I. Definitie en constitutieve bestanddelen van de arbeidsovereenkomst II. Kwalificatie van de arbeidsrelatie § 2. Toepassing op vennootschapsmandatarissen I. Voorafgaande principes
1 3 3 4 6 8 8 12 13 13 18 20 22 24 24 27 30 35 37 40 45 46 47 47 47 49 60 60
Actuele problemen van het socialezekerheidsrecht
A. Is de mandataris ad nutum afzetbaar? B. Is er een orgaan dat werkgeversgezag kan uitoefenen over de mandataris? C. Wat is de wil van partijen? II. Mandataris en het sociaal statuut van werknemers A. Onbezoldigd mandaat B. Bezoldigd mandaat C. Sociale mandataris D. Dualiteit van functies E. Toepassing in concreto 1. Bestuur in een naamloze vennootschap a. Raad van bestuur 1. Bestuurder in ondergeschikt verband? 2. Duale functie b. Orgaan van dagelijks bestuur c. Directiecomité 1. Mandaat als werknemer 2. Duale functie 2. De zaakvoerder in de BVBA 1. Mandaat in ondergeschikt verband 2. Duale functie 3. De bestuurder van een CVBA 1. Bestuur in ondergeschikt verband 2. Duale functie 4. De vaste vertegenwoordiger van een bestuurder rechtspersoon 5. De managementvennootschap Hoofdstuk 4. Conclusie Wat voor een relatie? Ah een arbeidsrelatie! Lieven Lenaerts kamervoorzitter arbeidshof Brussel eerste voorzitter en voorzitter Nederlandstalige kamer Administratieve Commissie ter regeling van de Arbeidsrelatie Hoofdstuk 1. Over grenszones en grensconflicten Hoofdstuk 2. De samenstelling van de Administratieve Commissie Hoofdstuk 3. De taken en de werkwijze van de Administratieve Commissie Hoofdstuk 4. Onontvankelijke vragen Hoofdstuk 5. Bij wijze van afsluiter: een persoonlijke bedenking
XII
62 62 64 66 66 66 67 68 68 69 69 69 71 73 76 76 78 78 78 80 80 80 81 81 82 83
85 87 92 93 98 100
Inhoud
Analyse van de beslissingen van de Administratieve Commissie ter regeling van de Arbeidsrelatie Kim Van den Langenbergh gastprofessor Universiteit Antwerpen docent Arteveldehogeschool Anne Van Regenmortel hoogleraar Universiteit Antwerpen advocaat balie Antwerpen 103 Inleiding 105 Hoofdstuk 1. Onzekerheid over gezagsrelatie alom aanwezig 107 Hoofdstuk 2. Groot aantal onontvankelijke aanvragen 108 § 1. Gronden van ontvankelijkheid in de wet voorzien 108 I. Overschrijding van termijn 108 II. Hangend onderzoek of hangende of afgehandelde procedure 109 § 2. Gronden van ontvankelijkheid die niet in de wet worden voorzien 110 I. Onontvankelijkheid wegens onvolledige aanvraag 111 II. Onontvankelijkheid wegens beëindigde arbeidsrelatie 113 III. Onontvankelijkheid wegens onjuiste hoedanigheid van verzoekende partij 114 Hoofdstuk 3. Draagwijdte van de beslissingen van de Commissie 116 Hoofdstuk 4. Zoektocht naar de feitelijke realiteit via invulling van de algemene criteria 118 § 1. Algemene vaststellingen 118 § 2. Bevestiging van de juridische ondergeschiktheid als onderscheidend criterium 125 § 3. De in concreto-invulling van de algemene criteria 128 I. Wil van de partijen 128 II. Vrijheid van organisatie van werktijd 132 III. Vrijheid van organisatie van werk 133 IV. Mogelijkheid van hiërarchische controle 135 § 4. Algemene criteria versus specifieke criteria 136 § 5. Elementen die op zich niet volstaan 137 Hoofdstuk 5. Belang van vermoedens en wettelijke kwalificatie 138 § 1. Het weerlegbaar vermoeden van arbeidsovereenkomst 138 § 2. De vermoedens en de wettelijke kwalificatie, zoals vervat in artikel 332 Arbeidsrelatiewet 145 Afrondende beschouwingen 148
XIII
Actuele problemen van het socialezekerheidsrecht
Bring Your Own Device – een andere manier van werken De sociaalrechtelijke gevolgen Veerle Michiels senior juridisch adviseur Juridisch Kenniscentrum SD Worx Hoofdstuk 1. Situering Hoofdstuk 2. Juridische context – het RSZ-loonbegrip en de elektronische werkmiddelen § 1. Rechtsbronnen § 2. Wettelijke context I. Geen eigen wettelijke definitie II. Artikel 2 Loonbeschermingswet A. Recht op loon als tegenprestatie van de arbeid B. Loon ten gevolge van een andere rechtsbron dan de arbeid III. Uitsluiting uit het loonbegrip: de kosten om de arbeid uit te voeren A. Vanuit de aard van de arbeidsovereenkomst B. Vanuit artikel 20 Arbeidsovereenkomstenwet IV. RSZ-Uitvoeringsbesluit V. Kosten: voorwaarden, bewijslast en omvang A. Voorwaarden 1. Werkgever is gehouden tot terugbetaling 2. Uitgaven zijn reëel 3. Parameters zijn reëel 4. Geen dubbel gebruik B. Bewijslast C. Omvang van de waarde van het privévoordeel Hoofdstuk 3. Juridische probleemstelling Hoofdstuk 4. Analyse van de waardering van de voordelen en hun vergoeding § 1. Terbeschikkingstelling door de werkgever I. Algemeen: is er sprake van loon voor de sociale zekerheid? II. Toepassing op de verschillende elektronische communicatiemiddelen A. Persoonlijke computer B. Laptop C. Tablet D. Gsm en smartphones E. Internetaansluiting en -abonnement
XIV
173 175 177 177 179 179 179 180 182 183 183 184 185 186 186 187 187 188 188 189 193 193 194 194 195 195 195 197 198 201 203
Inhoud
§ 2. Bring Your Own Device – de eigen werkmiddelen van de werknemer I. Principe II. Toepassing op de verschillende elektronische communicatiemiddelen A. Pc B. Internet C. Gsm en smartphone § 3. Samenvattende schema’s
206 206 207 208 210 211 215
Twintig jaar Handvest van de sociaal verzekerde: een verjaardag die gevierd mag worden Enrico De Simone advocaat Progress Lawyers Network 217 Hoofdstuk 1. Inleiding 219 Hoofdstuk 2. Het toepassingsgebied (art. 2) 221 § 1. Sociale zekerheid (art. 2, eerste lid, 1°) 221 § 2. Instellingen van sociale zekerheid (art. 2, eerste lid, 2°) 223 § 3. Sociaal verzekerden (art. 2, eerste lid, 7°) 224 § 4. Beslissing (art. 2, eerste lid, 8°) 224 Hoofdstuk 3. De informatie- en adviesverplichtingen van de instellingen van sociale zekerheid (art. 3-7) 225 § 1. Verstrekken van dienstige inlichtingen (art. 3) 225 § 2. Verstrekken van advies (art. 4) 230 § 3. Doorstuurverplichting (art. 5) 231 § 4. Zich uitdrukken in begrijpelijke taal (art. 6) 231 § 5. De kennisgevingsverplichting (art. 7) 232 Hoofdstuk 4. De aanvraag en toekenningsprocedure (art. 8-12) 233 § 1. Toekenning prestaties (art. 8) 233 § 2. De aanvraag (art. 9) 235 § 3. De beslissings- en uitvoeringstermijn (art. 10 en 12) 237 Hoofdstuk 5. De inhoud en kennisgeving van de beslissing (art. 13-16) 239 § 1. De motiveringsverplichting (art. 13) 239 § 2. De verplichte vermeldingen (art. 14) 239 § 3. De verplichte vermeldingen in terugvorderingsbeslissingen (art. 15) 240 § 4. De kennisgeving (art. 16) 242
XV
Actuele problemen van het socialezekerheidsrecht
Hoofdstuk 6. De herzieningsprocedure (art. 17-19) 243 § 1. De herzieningsbeslissing (art. 17) 243 I. Verplichte herziening 243 II. Niet-retroactieve werking 244 III. Sociaal verzekerde wist of moest weten… 248 § 2. Nieuwe beslissing? (art. 18bis) 249 § 3. De termijn om een beslissing in te trekken (art. 18) 252 Hoofdstuk 7. De betaling van verwijlinterest (art. 20-21bis) 254 § 1. Betaling door de instelling van sociale zekerheid 254 § 2. Betaling door de rechthebbende-sociaal verzekerde 264 § 3. Aanpassingsbevoegdheid Koning 265 Hoofdstuk 8. Verzaking en voorzieningstermijnen (art. 22-23) 267 § 1. De afstand (art. 22) 267 § 2. De voorzieningstermijnen (art. 23) 269 Hoofdstuk 9. Conclusie 271 Werkhervatting na arbeidsongeschiktheid: mogelijkheden tot re-integratie in de uitkeringsverzekering voor werknemers en de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen Sofie Claeskens Wouter Van Damme Attachés (juristen), Directie reglementering en geschillen, Dienst voor uitkeringen van het RIZIV 273 Hoofdstuk 1. Inleiding Hoofdstuk 2. Het aspect ‘re-integratie’ bij de evaluatie van de staat van arbeidsongeschiktheid § 1. De uitkeringsverzekering voor werknemers I. Volledige onderbreking van elke werkzaamheid II. Verergering van de gezondheidstoestand III. Vermindering van het verdienvermogen met minstens twee derde § 2. De uitkeringsverzekering voor zelfstandigen I. Een ‘gepersonaliseerd’ begrip van arbeidsongeschiktheid II. De vereiste van de stopzetting van de beroepsbezigheid III. Het tijdvak van invaliditeit: de verplichte evaluatie van de mogelijkheid tot re-integratie in een andere beroepsactiviteit Hoofdstuk 3. De toegelaten werkhervatting als piste van re-integratie § 1. De uitkeringsverzekering voor werknemers I. Te vervullen voorwaarden om de toelating te verkrijgen en te behouden
XVI
275 276 276 276 278 279 281 282 283 284 285 286 287
Inhoud
II. Procedurele aspecten inzake de toegelaten werkhervatting 288 III. Invloed van het verworven beroepsinkomen 289 A. Kwalificatie van het beroepsinkomen 290 B. Mededeling van de verworven beroepsinkomsten 292 C. Concrete toepassing van de cumulatieregeling 292 D. Inkomsten verworven na de stopzetting van de toegelaten activiteit 294 1. Stopzetting van de toegelaten werkzaamheid wegens de verergering van de gezondheidstoestand 294 2. Stopzetting van de toegelaten activiteit wegens de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 295 § 2. De uitkeringsverzekering voor zelfstandigen 295 I. Korte historische schets: geleidelijke uitbreiding van de mogelijkheden inzake toegelaten werkhervatting tot 1 juli 2015 296 II. 1 juli 2015: invoering van een duaal stelsel van toegelaten activiteit 299 A. Karakteristieken van het nieuwe duale stelsel 299 1. De volledige re-integratie als doelstelling: de toelating ‘artikel 23’ 300 2. De volledige re-integratie vormt niet de doelstelling: de toelating ‘artikel 23bis’ 302 B. Cumulatie van de verworven beroepsinkomsten met de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen 303 1. De verzekerde oefent een activiteit via een toelating ‘artikel 23’ uit 303 2. De verzekerde oefent een activiteit via een toelating ‘artikel 23bis’ uit 303 3. De verzekerde oefent eerst een activiteit via een toelating ‘artikel 23’ uit en verricht vervolgens de activiteit op grond van een toelating ‘artikel 23bis’ 305 Hoofdstuk 4. De beroepsherscholing als piste van re-integratie 306 § 1. Wettelijk kader 306 § 2. Het programma van beroepsherscholing 308 I. Begrip 308 II. Fasen 308 III. Tenlasteneming van de kosten en toekenning van financiële stimuli 310 A. Kosten 310 B. Financiële stimuli 310 C. Overzicht 311
XVII
Actuele problemen van het socialezekerheidsrecht
IV. Bescherming voor de gerechtigde 312 A. Vermoeden van arbeidsongeschiktheid in de beide stelsels 312 B. Garantiemaatregel en mogelijkheid tot toepassing van de voortgezette verzekering in de uitkeringsverzekering voor werknemers 313 § 3. De nieuwe visie op re-integratie in het stelsel van de werknemers 313 I. Omschrijving van de referentieberoepen 313 A. De laatste uitgeoefende arbeid en de beroepencategorie waartoe de door de verzekerde laatste uitgeoefende beroepsactiviteit behoort (categorie 1) 314 B. De verschillende beroepen die hij heeft uitgeoefend of zou kunnen hebben uitoefenen uit hoofde van zijn beroepsopleiding (categorie 2) 314 II. De re-integratietrajecten 316 A. Inleiding 316 B. Nieuwe visie 316 C. De verschillende re-integratietrajecten 317 1. Niveau 1: terugkeer naar de laatste arbeidspost 317 2. Niveau 2: professionele rehabilitatie 317 3. Niveau 3: professionele heroriëntering 318 4. Samenvattende vergelijking tussen de professionele rehabilitatie (niveau 2B) en de professionele heroriëntering (niveau 3) 318 III. Re-integratietraject in functie van de evaluatie van de arbeidsongeschiktheid 320 § 4. Cumulatiebepalingen 321 I. Ratio legis 321 II. De regeling 322 A. De dienst voor beroepsherinschakeling voorziet geen cumulatieverbod 322 B. De dienst voor beroepsherinschakeling voorziet een volledig cumulatieverbod 322 C. De dienst voor beroepsherinschakeling voorziet een beperkte cumulatie 323 III. Overige cumulatiebepalingen in het kader van de beroepsherscholing 324 A. Het ontvangen voordeel wordt bepaald rekening houdend met het bedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering 324 B. Toepassing cumulatieregeling van artikel 136, § 2 ZIV-Wet 1994 of artikel 29 Arbeidsongeschiktheidsbesluit Zelfstandigen? 325
XVIII
Inhoud
Hoofdstuk 5. Aanbod van een socioprofessioneel re-integratieplan Hoofdstuk 6. Besluit
325 326
Uitwisseling van medische gegevens tussen artsen betrokken bij de sociale zekerheid Michiel Callens departementsdirecteur Onderzoek en Ontwikkeling, Landsbond der Christelijke Mutualiteiten (LCM) Michèle Morel stafmedewerker Onderzoek en Ontwikkeling, Landsbond der Christelijke Mutualiteiten (LCM) 329 Hoofdstuk 1. Inleiding Hoofdstuk 2. Medische gegevensuitwisseling: contexten en actoren § 1. Medisch onderzoek, diagnose en behandeling I. Informatie-uitwisseling tussen zorgverlener en patiënt II. Informatie-uitwisseling tussen betrokken zorgverleners A. Behandelend artsen in teamverband B. Collega-artsen en andere zorgverleners betrokken bij diagnose en behandeling § 2. Terugbetaling van medische kosten § 3. Uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid § 4. Werkhervatting na arbeidsongeschiktheid § 5. Toekenning van tegemoetkomingen en verhoogde kinderbijslag § 6. Subrogatie bij ongevallen en beroepsziekten § 7. Private verzekeringen § 8. Gezondheidsbeleid, onderzoek en registratie § 9. Gerechtelijke en tuchtprocedures § 10. Andere diensten en instellingen Hoofdstuk 3. De invloed van het digitale tijdperk: eHealth § 1. Opportuniteiten § 2. Bescherming van de privacy § 3. Overzicht van eHealth-ontwikkelingen in België I. eHealth-platform II. Hubs en metahub III. Vitalink en Inter-Med IV. Toekomst
331 332 333 333 334 334 335 336 336 336 337 338 338 339 340 342 342 343 343 346 346 348 348 349
XIX
Actuele problemen van het socialezekerheidsrecht
Hoofdstuk 4. Algemeen juridisch kader voor medische gegevensuitwisseling 349 § 1. Medisch beroepsgeheim 349 § 2. Privacywetgeving 354 § 3. Wet Patiëntenrechten 357 Hoofdstuk 5. Specifieke regels voor medische gegevensuitwisseling tussen artsen in de sociale zekerheid 359 § 1. Artsen en sociale zekerheid: Code van geneeskundige plichtenleer 359 § 2. Uitwisseling tussen sociale zekerheidsinstellingen: Kruispuntbank Sociale Zekerheid 362 § 3. Uitwisseling tussen adviserend geneesheren van ziekenfondsen en andere artsen 364 I. Opdrachten en statuut adviserend geneesheer: Ziekteverzekeringswet en KB 1967 364 II. Controle geneeskundige verstrekkingen 366 III. Controle arbeidsongeschiktheid 366 IV. Subrogatie bij ongevallen en beroepsziekten 368 § 4. Uitwisseling tussen behandelend artsen en geneesheren-inspecteurs van het RIZIV 370 § 5. Uitwisseling tussen behandelend artsen en raadsgeneesheren van de arbeidsongevallenverzekeraar, het Fonds voor Arbeidsongevallen of het Fonds voor Beroepsziekten 371 § 6. Uitwisseling tussen behandelend artsen en raadsgeneesheren van het Fonds voor Medische Ongevallen 372 Hoofdstuk 6. Besluit 374 Recente pensioenhervormingen voor werknemers en zelfstandigen: meer of minder verantwoordelijkheid voor de eigen pensioenopbouw? Yves Stevens professor, Instituut voor Sociaal Recht, Faculteit Rechtsgeleerdheid, KU Leuven directeur THEMIS-School voor Postacademische Juridische Vorming coördinator Bijzondere Leergang Pensioenrecht 377 Ten geleide Hoofdstuk 1. Pensioenhervorming, legitimiteit en recht Hoofdstuk 2. Verantwoordelijkheid § 1. Modulering van de arbeidsinzet § 2. Vooronderstellingen Hoofdstuk 3. Toetsing van de verantwoordelijkheid § 1. Verstrenging vervroegd pensioen
XX
379 379 383 383 385 387 387
Inhoud
§ 2. Verstrenging vervroegd pensioen (bis): overeenkomst van vervroegde uittreding § 3. Onbeperkt bijverdienen § 4. Invoering overgangsuitkering § 5. Eenheid van loopbaan § 6. Afschaffing bonus-malussysteem § 7. Het pensioenjaar telt mee § 8. Herziening en verstrenging van de gelijkgestelde perioden I. Principes en kentering II. Gelijkstelling als vorm van armoedebestrijding III. Eerste instrument van armoedebestrijding: het minimumrecht IV. Tweede instrument van armoedebestrijding: het minimumpensioen V. Dilemma in het pensioenbeleid Hoofdstuk 5. Conclusie
390 394 398 400 401 402 405 405 409 410 413 414 415
(R)evolutie in de ambtenarenpensioenen: meer of minder gelijk voor welke wet? Ria Janvier gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen 417 Hoofdstuk 1. Gelijkheid als toetssteen § 1. Are all animals equal? § 2. De lege lata en de lege ferenda Hoofdstuk 2. Rustpensioenen § 1. Etappes § 2. Toegang tot het rustpensioen I. Wettelijke pensioenleeftijd II. Vervroegd pensioen A. Opeenvolgende hervormingen B. Tijdsbonificatie voor diploma voor het pensioenrecht C. Verhogingscoëfficiënt voor de jaren met een voordeliger tantième III. Gelijke toegang tot het pensioen? § 3. Berekening van het pensioen I. Pensioenformules II. Tantième A. Vergelijking met de loopbaanbreuk voor de werknemers en de zelfstandigen
419 419 420 422 422 423 423 426 426 427 428 429 431 431 431 431
XXI
Actuele problemen van het socialezekerheidsrecht
B. Voordeliger tantièmes voor de berekening van het pensioen 1. Binnen het ambtenarenpensioenstelsel 2. In vergelijking met het werknemerspensioenstelsel III. Aanneembare diensten A. Gelijkstellingen B. Tijdsbonificatie voor diploma voor de berekening van het pensioen C. Tijdelijke en contractuele diensten IV. Referentiewedde A. Eindwedderegeling B. Middelloonregeling V. Minima VI. Maxima VII. Semiactuariële correcties VIII. Puntensysteem § 4. Betaling van het pensioen I. Toegelaten arbeid voor gepensioneerden II. Indexering en herwaardering § 5. Hervorming van de ziektepensioenregeling als een geval apart Hoofdstuk 3. Afgeleide rechten § 1. Algemeen § 2. Overgangsuitkering § 3. Pensioenrechten bij echtscheiding Hoofdstuk 4. More equal than others? § 1. Uitgestelde wedde als ultieme rechtvaardigingsgrond? § 2. Totale pensioenplaatje I. Wettelijk en aanvullend pensioen in de weegschaal II. Overheidscontractanten: de dupe van de historie? § 3. Normatief eindoordeel I. Toegang tot het rustpensioen II. Berekening van het rustpensioen III. Afgeleide rechten
XXII
433 433 434 436 436 438 440 441 441 443 444 445 446 448 449 449 449 450 453 453 454 455 456 456 457 457 458 460 460 462 465
Inhoud
De werkbereidheidsvereiste in de werkloosheidsreglementering, de RMIWet en de OCMW-Wet Daniel Cuypers gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen Dirk Torfs raadsheer arbeidshof Antwerpen 469 Hoofdstuk 1. Algemene beschouwingen 471 § 1. Opzet van deze bijdrage 471 § 2. Algemene beschouwingen inzake de contractualisering als instrument tot activering 471 § 3. Contractualisering in de rechtspraak 474 I. Contractualisering: inperking van open rechtsbegrippen 474 II. De beoordelingsmarge van de rechter beperkt? 475 III. Het dubbele gelaat van het activeringsdiscour 477 IV. Niet geschikt tot werken en toch werkbereid blijven? 483 Hoofdstuk 2. De werkbereidheidsvereiste in de werkloosheidsreglementering 487 § 1. Beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt als principieel uitgangspunt 487 § 2. Een voorbehoud dat de betrokkene onbeschikbaar maakt voor de algemene arbeidsmarkt 489 § 3. Passende dienstbetrekking 492 § 4. Verplichting actief te zoeken naar werk 495 Hoofdstuk 3. De werkbereidheidsvereiste in de RMI-Wet en de OCMW-Wet 500 § 1. Principe en uitzonderingen 500 I. Het principe 500 II. Vrijstelling om billijkheidsredenen 501 § 2. Toetsing van de werkbereidheid 503 § 3. Inspanningen van het OCMW 504 I. Aanbieden van een passende betrekking 505 II. Rechtspraak 507 § 4. Inspanningen van de aanvrager 509 I. Bewijzen van werkbereidheid: algemeen 510 II. Nederlandse les 514 III. Werkbereidheid bij samenwonende partners 517 § 5. Werkbereidheid en personen jonger dan 25 jaar 519 I. MIT 519 II. GPMI 521 § 6. Studenten 523 I. Billijkheidsredenen 524
XXIII
Actuele problemen van het socialezekerheidsrecht
II. Werkbereidheid voor studenten 528 Hoofdstuk 4. De werkbereidheidsvereiste en het recht op maatschappelijke dienstverlening 529 Conclusies 532
XXIV