Sociaal-Economische Atlas 2008
De economie in Zuidwest-Nederland
Sociaal-Economische Atlas Zuidwest-Nederland 2008 Colofon Redactie: Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland Contactpersonen: Juri Heise (Breda) en Rob Lucas (Middelburg) Vormgeving en druk: Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland Contactgegevens Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland: Kantoor Breda
Kantoor Middelburg
Mozartlaan 7
Buitenruststraat 225
Postbus 3182
Postbus 6004
4800 DD Breda
4330 LA Middelburg
T (076) 564 68 00
T (0118) 67 35 00
F (076) 564 69 76
F (0118) 67 35 47
E
[email protected]
E
[email protected]
Bronvermelding verplicht Bij het samenstellen van het rapport is de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht, voor eventuele onjuistheden of onvolledigheden wordt door de uitgever echter geen aansprakelijkheid aanvaard. De rapportage is ook te downloaden via: www.zuidwestnederlandincijfers.nl Prijs: € 15,-
Voorwoord Vanaf 1 januari 2008 is de fusie van de Kamers van Koophandel van West-Brabant en Zeeland een feit. De nieuwe Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland bestrijkt het gebied dat gevormd wordt door de provincie Zeeland en het westelijk deel van de provincie Noord-Brabant. Het werkgebied van de Kamer van Koophandel telt 1 miljoen inwoners verspreid over 28 gemeenten. Voor veel mensen is Zuidwest-Nederland een nog onbekende regio. Daarom heeft de Kamer van Koophandel besloten om een ‘Sociaal-Economische Atlas Zuidwest-Nederland’ op te stellen. Hiermee willen we deze regio letterlijk en figuurlijk op de kaart zetten. De Atlas bevat een schat aan gegevens over uiteenlopende onderwerpen op sociaal-economisch terrein. Daarmee is het mogelijk om snel inzicht te krijgen in de structuur en de actuele ontwikkelingen van het bedrijfsleven in ZuidwestNederland. Zuidwest-Nederland is een regio met een breed scala aan economische activiteiten. In de Nota ‘Pieken in de Delta’ ziet de minister van Economische Zaken vooral de sectoren industrie, logistiek en toerisme als kansrijk en kenmerkend voor deze regio. In de zeehavengebieden van Moerdijk, Terneuzen en Vlissingen zijn tal van vooraanstaande ondernemingen op het gebied van de procesindustrie en de logistiek gevestigd. De Noordzeekust is de belangrijkste toeristische trekker van de regio, maar ook elders in Zuidwest-Nederland zijn er volop toeristische mogelijkheden, zoals de watersportvoorzieningen en de historische binnensteden. De gunstige ligging ten opzichte van de havengebieden van Rotterdam en Antwerpen zorgt voor een extra impuls voor de economische ontwikkeling in Zuidwest-Nederland. Niet alleen op economisch terrein, maar ook op het gebied van wonen heeft Zuidwest-Nederland veel te bieden. Enerzijds boeiende steden met een hoog voorzieningenniveau op het gebied van onderwijs, zorg en cultuur, anderzijds ook uitgestrekte plattelandsgebieden met veel rust en ruimte en met veel nog authentieke dorpen. Kortom: Zuidwest-Nederland heeft geweldige potenties op het gebied van wonen, werken en recreëren! Deze Atlas geeft invulling aan de (regionale) kennis- en informatiefunctie van de Kamer van Koophandel. Bedrijven, ondernemersverenigingen, instellingen, studenten en overheden weten de Kamer van Koophandel steeds vaker te vinden als hét informatiecentrum over de regionale economie. De Atlas bevat slechts een bloemlezing van de gegevens die wij in huis hebben. Voor meer lokale en regionale informatie verwijzen we u graag naar www.zuidwestnederlandincijfers.nl. Daarnaast kunt u natuurlijk altijd contact opnemen met één van onze medewerkers voor aanvullende informatie en gegevens. Rest ons u veel leesplezier toe te wensen, Met vriendelijke groet, Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
dr.ir. R.J. van Renterghem algemeen directeur
mr. Chr.G.J. Rutten voorzitter
Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting .................................................................................................................I 1.
Inleiding.........................................................................................................................1
2.
Bevolking en woningvoorraad ....................................................................................3 2.1 Bodemgebruik......................................................................................................3 2.2 Bevolkingsontwikkeling........................................................................................5 2.3 Leeftijdsopbouw...................................................................................................8 2.4 Huishoudens......................................................................................................11 2.5 Inkomen ............................................................................................................13 2.6 Woningvoorraad ................................................................................................14
3.
Economische structuur en dynamiek.......................................................................17 3.1 Productiestructuur..............................................................................................17 3.2 Economische ontwikkeling.................................................................................17 3.3 Werkgelegenheidsstructuur ...............................................................................20 3.4 Startende ondernemingen .................................................................................22 3.5 Internationale oriëntatie .....................................................................................26 3.6 Innovatie ............................................................................................................28
4.
Sectoren nader onder de loep...................................................................................33 4.1 Procesindustrie ..................................................................................................33 4.2 Logistiek ............................................................................................................36 4.3 Detailhandel.......................................................................................................40 4.4 Toerisme en recreatie........................................................................................44
5.
Arbeidsmarkt ..............................................................................................................49 5.1 Aanbodkant arbeidsmarkt..................................................................................49 5.1.1 Beroepsbevolking ..................................................................................49 5.1.2 Werkloosheid .........................................................................................51 5.1.3 Uitkeringen.............................................................................................54 5.2 Vraagkant arbeidsmarkt.....................................................................................56
6.
Bedrijventerreinen......................................................................................................61 6.1 Voorraad bedrijventerreinen ..............................................................................61 6.2 Aanbod bedrijventerreinen.................................................................................61 6.3 Uitgifte bedrijventerreinen..................................................................................64
Bijlage Bijlage 1: Kengetallen Zuidwest-Nederlandse gemeenten
Samenvatting Bevolking en woningvoorraad Zuidwest-Nederland goed voor 11% van nationale oppervlak Zuidwest-Nederland beslaat een oppervlakte van 4.407 km2 (10,6% van heel Nederland). Ongeveer tweederde heeft betrekking op Zeeland. Driekwart heeft een agrarische bestemming. Zuidwest-Nederland meer dan een miljoen inwoners Zuidwest-Nederland telt ruim 1.006.000 inwoners. Circa 626.000 personen wonen in WestBrabant, 381.000 personen in Zeeland. Breda (bijna 171.000 inwoners) is de grootste gemeente. Bevolkingsgroei Zuidwest-Nederland vertraagt Sinds 2000 is het inwonertal van de regio met bijna 28.000 personen gegroeid, een toename van 2,9% (landelijk: +3,4%). De laatste jaren is de groei afgevlakt, in Zeeland zelfs bijna stilgevallen. In veel gemeenten daalt het inwonertal In een kwart van de gemeenten is de bevolking sinds 2000 gedaald, in 2007 zelfs in 40%. Bevolkingsomvang Zuidwest-Nederland stabiliseert de komende jaren De komende jaren zal de bevolkingsomvang van Zuidwest-Nederland vrijwel gelijk blijven. De Zeeuwse bevolking zal tot 2020 zelfs met 2,5% afnemen (West-Brabant: +1,7%). Zuidwest-Nederland telt relatief veel ouderen en weinig jongeren De aandelen 50- tot 64-jarigen en 65-plussers liggen in Zuidwest-Nederland hoger dan landelijk. De vergrijzing zal hierdoor de komende jaren extra sterk toenemen. Vooral Zeeland kent daarnaast relatief weinig jongeren. Ontgroening en vergrijzing gaan de komende jaren door. Door toenemende individualisering groeit aantal huishoudens sneller dan totale bevolking Tussen 2000 en 2006 groeide het aantal huishoudens in Zuidwest-Nederland met 5,7% (bevolking: +2,6%). Door toenemende individualisering (vooral vergrijzing) worden huishoudens steeds kleiner. Bij een stagnerende bevolking is dan toch behoefte aan extra woningen. Inkomensniveau Zuidwest-Nederland op landelijk niveau Het gemiddeld inkomen ligt in Zuidwest-Nederland op het landelijke niveau. De ‘rijkste’ gemeenten zijn Alphen-Chaam en Kapelle. Onderaan staan Vlissingen en Noord-Beveland. Groei woningvoorraad Zuidwest-Nederland blijft iets achter Zuidwest-Nederland telt in totaal ruim 431.000 woningen. Tussen 2000 en 2007 zijn er bijna 20.000 woningen bijgekomen. De groei (+4,9%) ligt lager dan het landelijke niveau (+6,4%). Het aandeel koopwoningen ligt in Zuidwest-Nederland (64%) hoger dan landelijk (58%).
Economische structuur en dynamiek Zuidwest-Nederland goed voor 6% van landelijke economie De Zuidwest-Nederlandse economie vertegenwoordigt een waarde (bruto toegevoegde waarde) van ruim 27 miljard euro, zo’n 6% van het landelijke totaal. Binnen de economie van ZuidwestNederland speelt de industrie met circa 30% van de toegevoegde waarde een belangrijke rol. Zuidwest-Nederland kent bovengemiddelde economische groei De prestaties van de Zuidwest-Nederlandse economie zijn goed. De gemiddelde jaarlijkse groei lag de laatste jaren hoger dan gemiddeld in Nederland. Dit geldt ook voor de omzetontwikkeling. Bijna de helft van alle vestigingen in zakelijke dienstverlening, detailhandel en landbouw Zuidwest-Nederland telt in totaal ruim 72.000 vestigingen, 7,4% van heel Nederland. De zakelijke dienstverlening, detailhandel en de landbouw tellen de meeste vestigingen. Sterke krimp aantal landbouwbedrijven Het aantal vestigingen is sinds 2000 met ongeveer 8.900 toegenomen, een groei van 14,1% (landelijk: +14,8%). Vooral het aantal bouwbedrijven is sterk gegroeid, de landbouw is gekrompen.
I
Industrie belangrijkste werkgever van Zuidwest-Nederland Zuidwest-Nederland is goed voor 474.000 werkzame personen, 6,1% van heel Nederland. De belangrijkste sectoren zijn de industrie (15,8%), zorg (14,6%) en detailhandel (11,9%). Sterke groei starters in West-Brabant, Zeeland blijft achter In 2007 werden er in Zuidwest-Nederland ruim 5.600 starters geregistreerd, een sterke stijging van +11,9% (+594 starters) ten opzichte van 2006, maar wel minder hard dan landelijk. Bedrijfsleven Zuidwest-Nederland relatief sterk internationaal georiënteerd In totaal haalde in 2007 bijna 16% van het bedrijfsleven een deel van zijn omzet uit het buitenland (landelijk: 14%). De export is goed voor een kwart van de totale omzet in Zuidwest-Nederland. België is belangrijkste import- en exportland Zowel bij de import als export staan België en Duitsland bovenaan als belangrijkste handelslanden. Bijna 13% van de importerende bedrijven doet zaken met China. Innovatief vermogen sterk in de lift, achterstand blijft In 2007 was 66,5% van de bedrijven in Zuidwest-Nederland innovatief, een verbetering ten opzichte van 2004 (56,9%). De achterstand ten opzichte van Oost-Brabant is kleiner geworden. Meeste innovaties hebben betrekking op de organisatie en op nieuwe producten/diensten.
Sectoren nader onder de loep Procesindustie Procesindustrie is zeer grootschalig De procesindustrie is goed voor 31.000 arbeidsplaatsen, 6,6% van de totale werkgelegenheid in Zuidwest-Nederland (landelijk: 3,9%). De procesindustrie is zeer grootschalig. Sterke daling werkgelegenheid in procesindustrie, toename aantal vestigingen Tussen 2000 en 2007 is het aantal vestigingen in de procesindustrie met 41 toegenomen (+5,0%). De werkgelegenheid is met bijna 4.000 arbeidsplaatsen afgenomen (-11,4%). Terneuzen grootste werkgever procesindustrie Terneuzen is de grootste werkgever binnen de procesindustrie. Andere gemeenten met veel procesbanen zijn Bergen op Zoom, Breda, Oosterhout en Moerdijk. Prima bedrijfsresultaten Zuidwest-Nederlandse procesindustrie In 2007 realiseerde de procesindustrie een nominale omzetgroei van 4,1%. Van alle bedrijven was 92% winstgevend en 72% was tevreden over het behaalde rendement. Prima resultaten. Logistiek Zuidwest-Nederland heeft gunstige randvoorwaarden voor logistieke activiteiten Door de strategisch ligging, goede infrastructurele verbindingen en de aanwezigheid van 3 zeehavengebieden heeft Zuidwest-Nederland goede randvoorwaarden voor logistieke activiteiten. Zeehavens zijn vooral importhavens In de havens van Zeeland Seaports werd in 2007 25 miljoen ton aangevoerd en ruim 8 miljoen ton via zee afgevoerd. Voor Moerdijk gaat het om 4 miljoen ton aanvoer en 1,3 miljoen ton afvoer. Ten opzichte van 2000 is in alle drie de havens een toename van de aan- en afvoer zichtbaar. Belang binnenvaart relatief groot De binnenvaart naar en van de havens is bijna even groot als de overslag per zeeschip. In Moerdijk is de rol van binnenvaart naar verhouding nog wat sterker. Logistieke sector in regio groter aandeel dan landelijk De logistiek is in Zuidwest-Nederland goed voor zo’n 2.500 vestigingen waar ruim 25.000 personen werkzaam zijn, 5,3% van het totaal aantal banen. Het merendeel is ‘goederenlogistiek’. Bovengemiddelde groei logistieke werkgelegenheid De werkgelegenheid in de logistiek is tussen 2000 en 2007 met zo’n 10% toegenomen (totaal bedrijfsleven: +2,5%). Het gaat om bijna 2.000 banen. De grootste groei is te zien bij de op- en overslagbedrijven. Het wegvervoer is maar beperkt gegroeid.
II
Winkelgerelateerde detailhandel Driekwart detailhandel heeft betrekking op winkels In totaal telt Zuidwest-Nederland zo’n 7.640 winkels. Binnen de totale economie hebben de winkels een aandeel van 10,6% in het aantal vestigingen en 9,2% in de totale werkgelegenheid. Aantal winkels en gerelateerde werkgelegenheid afgenomen Sinds 2000 is het aantal winkels in Zuidwest-Nederland met 411 afgenomen, een afname met 5,1% (landelijk: -2,2%). De aan winkels gerelateerde werkgelegenheid is eveneens gekrompen. Prima omzetresultaat detailhandel, maar wel kleine achterstand In 2007 groeide de omzet van de detailhandel in Zuidwest-Nederland met 2,3% (landelijk: +3,3%). Van alle bedrijven in de detailhandel was in 2007 zo’n 88% winstgevend. Breda telt veruit de meeste winkels Breda is goed voor 16% van het winkelaanbod in Zuidwest-Nederland. Middelburg heeft het hoogste winkelaandeel binnen het totaal aantal vestigingen, Baarle-Nassau kent het hoogste werkgelegenheidsaandeel. Bijna 2 miljoen vierkante meter winkelvloeroppervlak Zuidwest-Nederland is goed voor 1.860.000 winkelvloeroppervlakte (wvo), 6,6% van het landelijk totaal. 81% heeft betrekking op niet-dagelijkse goederen. Sinds 2000 is het aantal wvo met 27,1% gegroeid. Bij een daling van het aantal winkels duidt dit op een sterke schaalvergroting. Baarle-Nassau heeft relatief gezien meeste winkelvloeroppervlak De gemeente Breda heeft met bijna 350.000 m2 wvo meer dan 2 keer zoveel wvo als de nummer twee Roosendaal. Gerelateerd aan het aantal inwoners staat Baarle-Nassau op nummer één. Toerisme & recreatie Toerisme & Recreatie: een derde piek in de Delta Zuidwest-Nederland trekt veel toeristen aan door de combinatie van de Zeeuwse kust en de Deltawateren, ruimte en natuur met de nabijheid van historische steden. Toerisme & recreatie belangrijke economische pijler Met name in Zeeland zorgt de toerist voor werkgelegenheid en extra omzet. Niet alleen op de campings en in de hotels, maar ook andere sectoren profiteren (direct of indirect). Veere grootste werkgever toerisme In directe zin zorgt het toerisme voor zo’n 24.700 banen in Zuidwest-Nederland. De gemeente Veere is met ruim 2.400 arbeidsplaatsen de grootste werkgever binnen toerisme. Omvang toeristische markt Het aantal vakanties en overnachtingen in Zuidwest-Nederland laat een neerwaartse ontwikkeling zien. Zo’n één miljoen buitenlandse toeristen kiezen Zuidwest-Nederland als vakantiebestemming. Het marktaandeel binnen het aantal buitenlandse overnachtingen in Nederland bedraagt 15%. Bestedingen laten opgaande lijn zien De gemiddelde besteding van de Nederlandse toerist komt uit op zo’n 27 euro per dag. De bestedingen laten een opgaande lijn zien, maar liggen wel onder het Nederlandse gemiddelde. Sector onder druk door toenemende concurrentie De daling van de toeristenstroom heeft vooral te maken met toenemende concurrentie (goedkope charterbestemmingen) en hogere kwaliteitseisen. Het innovatief vermogen is vrij laag.
Arbeidsmarkt Groei beroepsbevolking hoger dan van totale bevolking De beroepsbevolking telde in 2007 zo’n 459.000 personen. Hiervan was 43% vrouw en 57% man. Tussen 2000 en 2007 groeide de beroepsbevolking met 4,9% (bevolkingsgroei: +2,7%). Arbeidsparticipatie laat stijgende lijn zien In 2007 kende Zuidwest-Nederland een bruto arbeidsparticipatie van bijna 69%, vergelijkbaar met het landelijk niveau. De participatiegraad van Zeeland blijft wat achter bij West-Brabant.
III
Sterke ‘vergrijzing’ beroepsbevolking Het aantal 45- tot 54-jarigen en vooral het aantal 55-plussers binnen de beroepsbevolking zijn de afgelopen jaren fors toegenomen. Dit leidt op de arbeidsmarkt tot een grote vervangingsvraag. Ontwikkeling beroepsbevolking vertraagt komende jaren Volgens prognoses zal de beroepsbevolking in Zuidwest-Nederland de komende jaren maar zeer bescheiden toenemen. In Zeeland komt de groei bijna helemaal tot stilstand. Beroepsbevolking Zuidwest-Nederland iets lager opgeleid Vergeleken met het landelijke beeld kent Zuidwest-Nederland relatief meer lager en middelbaar opgeleiden en minder hoger opgeleiden. Sterke daling werkloosheid in Zuidwest-Nederland Januari 2008 telde Zuidwest-Nederland bijna 23.700 niet-werkende werkzoekenden. Ten opzichte van 1 januari 2005 is de werkloosheid met 38% gedaald, iets sneller dan landelijk. Werkloosheid Zuidwest-Nederland onder landelijk gemiddelde In Zuidwest-Nederland is 5,2% van de totale beroepsbevolking werkloos, landelijk is dat 6,0%. In West-Brabant (5,3%) ligt de werkloosheid een fractie hoger dan in Zeeland (5,0%). Bijna helft van werklozen staat reeds langer dan 2 jaar inschreven Het werkloosheidspercentage van vrouwen ligt hoger dan van mannen (6,4% versus 4,2%). Bijna 44% van de werklozen is 50 jaar of ouder en het opleidingsniveau is over het algemeen niet hoog. Verder blijkt dat bijna de helft reeds langer dan 2 jaar staat ingeschreven. Aandeel uitkeringsgerechtigden in Zuidwest-Nederland onder landelijk gemiddelde In het tweede kwartaal van 2007 telde Zuidwest-Nederland ruim 74.000 personen met een uitkering. Dat is 11,1% van de potentiële beroepsbevolking (landelijk: 12,4%). Het aantal personen met een uitkering is in één jaar tijd met bijna 8.700 fors gedaald (-10,5%). Na aantal zwakke jaren begint de banenmachine weer op stoom te komen In de periode 2000-2007 zijn er in Zuidwest-Nederland ongeveer 11.400 banen bijgekomen, een groei van 2,5% (landelijk: +5,8%). Zeeland kende in deze periode nauwelijks groei (+0,8%). Zorgsector compenseert werkgelegenheidsverlies landbouw en industrie In de industrie zijn sinds 2000 bijna 7.800 banen verloren gegaan, in de landbouw 4.700 banen. Grote ‘winnaar’ is de gezondheidszorg (+14.000 banen).
Bedrijventerreinen Bedrijventerreinen goed voor 4% van totale grondoppervlak Zuidwest-Nederland kent een bruto voorraad bedrijventerreinen van 12.794 hectare (netto 8.846 hectare). Dit beslaat 4% van het totale grondoppervlak van Zuidwest-Nederland. Grote herstructureringsopgave Zuidwest-Nederlandse bedrijventerreinen Tussen de 25% en 30% van het totale bruto oppervlak kan als verouderd worden bestempeld. In totaal gaat het om ruim 3.500 hectare. Hier ligt de komende jaren voor de regio een grote opgave. Meer dan driekwart aanbod bedrijventerrein ligt in Zeeland Zuidwest-Nederland kende begin 2007 een bedrijventerreinenaanbod van 1.192 hectare. Hiervan is meer dan 77% te vinden in Zeeland. Van het aanbod is tweederde terstond uitgeefbaar. Veel aanbod zeehaventerreinen in Zuidwest-Nederland Het aanbod in Zuidwest-Nederland heeft vooral betrekking op zeehaventerreinen (39%), gemengde terreinen (34%) en zware industrieterreinen (22%). Uitgifte laatste jaren stabiel op relatief laag niveau De afgelopen jaren kende Zuidwest-Nederland een gemiddelde uitgifte van 85 á 90 hectare, lager dan het meerjarengemiddelde. De ongunstige conjunctuur en discrepanties tussen vraag en aanbod spelen hier een rol. In 25% van de gemeenten is in 2006 geen bedrijventerrein verkocht.
IV
1.
Inleiding
Op 1 januari 2008 zijn de Kamers van Koophandel West-Brabant en Zeeland gefuseerd tot de Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland. Om de nieuwe Kamer letterlijk en figuur op de kaart te zetten is een Sociaal-economische Atlas Zuidwest-Nederland samengesteld. De term ‘atlas’ wordt gebruikt, aangezien de gemeentelijke resultaten vooral in kaartvorm (‘hittekaarten’) worden gepresenteerd. Voorliggende rapportage geeft een analyserende beschrijving van de sociaal-economische situatie van de regio Zuidwest-Nederland. De volgende thema´s zijn o.a. in de rapportage terug te vinden: - Bevolking en wonen - Economische structuur en dynamiek - Speerpuntsectoren (logistiek, procesindustrie, recreatie/toerisme en detailhandel) - Arbeidsmarkt (vraag en aanbod) - Bedrijventerreinen Elk thema wordt aan de hand van verschillende indicatoren statistisch in beeld gebracht en beschreven. De resultaten worden zoveel mogelijk opgesplitst in West-Brabant en Zeeland en ook de gemeentelijke resultaten worden onder de loep genomen. De bijlage bevat een overzicht met de belangrijkste indicatoren op gemeenteniveau. De informatie is afkomstig uit diverse bronnen. In verband met de uniformiteit en vergelijkbaarheid van de gegevens is alleen gebruik gemaakt van bronnen/bestanden die voor alle gemeenten beschikbaar zijn. Werkgebied Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
1
2
2.
Bevolking en woningvoorraad
2.1
Bodemgebruik
Zuidwest-Nederland goed voor 11% van nationale oppervlak Zuidwest-Nederland beslaat een oppervlakte van in totaal 4.407 km2. De regio is daarmee goed voor 10,6% van het totale oppervlak van Nederland. Wanneer alleen naar het grondoppervlak wordt gekeken, dus exclusief water (binnen- en buitenwater), komt het oppervlak uit op 3.177 km2. Het aandeel binnen Nederland loopt dan iets terug tot 9,4%. Ongeveer tweederde van het totale oppervlak heeft betrekking op Zeeland, wanneer water buiten beschouwing wordt gelaten komt het Zeeuwse aandeel uit op 56%. Sluis is binnen Zuidwest-Nederland de grootste gemeente qua grondoppervlak. Met in totaal 280 km2 neemt deze gemeente 8,8% van het totale oppervlak voor haar rekening. Na Sluis volgen Terneuzen (251 km2), Schouwen-Duiveland (231 km2), Hulst (201 km2) en Moerdijk (159 km2). Sluis en Terneuzen danken hun grote omvang mede aan de gemeentelijke herindeling die begin 2003 heeft plaatsgevonden. De kleinste gemeenten van Zuidwest-Nederland zijn Etten-Leur (55 km2), Middelburg (49 km2), Kapelle (37 km2), Vlissingen (34 km2) en Geertruidenberg (27 km2). Driekwart grondoppervlakte heeft agrarische functie Wanneer naar het bodemgebruik wordt gekeken, blijkt dat bijna driekwart van het grondoppervlak een agrarische bestemming heeft. Vooral in Zeeland (78,5%) ligt dit aandeel hoog. Ter referentie, landelijk is iets meer dan tweederde agrarisch grondgebied. Verder heeft bijna 10% betrekking op ‘bos en open natuurlijk terrein’, 8% is bebouwd (o.a. wonen en bedrijventerreinen), 4% is verkeersterrein en de overige ruimte heeft betrekking op recreatieterrein (2,3%) en semi-bebouwd terrein1 (1,8%). Tabel 2.1 Bodemgebruik in Zuidwest-Nederland (2003) Bodemgebruik
Zeeland
WestBrabant
ZuidwestNederland
Nederland
1.787
1.389
3.177
33.756
4,3
3,7
4,0
3,4
- Bebouwd terrein (%)
5,8
10,8
8,0
9,7
- Semi-bebouwd terrein (%)
1,8
1,8
1,8
1,5
- Recreatieterrein (%)
2,3
2,2
2,3
2,8
- Agrarisch terrein (%)
78,5
68,3
74,1
68,3
7,3
13,1
9,8
14,3
2
Oppervlakte excl. water (km ) - Verkeersterrein (%)
- Bos en open natuurlijk terrein (%) Bron: CBS
Gemeente Sluis sterk agrarische signatuur, Vlissingen meest ‘verstedelijkt’ De gemeente Sluis kan met een aandeel van 89% in het bodemgebruik als meest agrarische gemeente worden bestempeld. Andere ‘agrarische’ gemeenten zijn Steenbergen (87%), Tholen (84%), Borsele (84%) en Baarle-Nassau (84%).
1
O.a. stortplaatsen, begraafplaatsen en bouwplaatsen.
3
Figuur 2.1 Aandeel bodemgebruik per gemeente met agrarische bestemming (2003) Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland Tholen
EttenLeur
Breda
Veere Middelburg
Goes
Bergen op Zoom
Rucphen Roosendaal Alphen-Chaam
Kapelle Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Aandeel agrarisch bodem gebruik (%)
Antwerpen
85 tot 90 78 tot 85 72 tot 78 50 tot 72 35 tot 50
Bron: CBS; bewerking Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
De gemeente Vlissingen kent met een aandeel van 36% het hoogste aandeel ‘bebouwd’. Op de tweede plaats volgt Breda met 26%, Geertruidenberg bezet de derde plaats met 25%. Het minst ‘verstedelijkt’ zijn Noord-Beveland, Alphen-Chaam en Baarle-Nassau. In deze drie gemeenten vormt het bebouwde gebied maar iets meer dan 2% van het totale grondoppervlak. Woendrecht is de meest ‘natuurlijke’ gemeente van Zuidwest-Nederland. Bijna 40% van het oppervlak heeft betrekking op ‘bos en open natuurlijk terrein’. Op relatief grote afstand volgen Bergen op Zoom (26%) en Alphen-Chaam (22%). Zuidwest-Nederland kent relatief lage bevolkingsdichtheid De inwoners van Zuidwest-Nederland hebben per persoon relatief veel ruimte ter beschikking. De bevolkingsdichtheid (excl. water) van Zuidwest-Nederland ligt in 2007 op 316 personen per km². Het landelijke cijfer ligt hier ruim boven met 485 personen per vierkante kilometer. De verschillen binnen Zuidwest-Nederland zijn relatief groot. West-Brabant ligt met 450 inwoners per vierkante kilometer maar iets onder het landelijke cijfer, Zeeland kent met 213 personen per km² een duidelijk lagere bevolkingsdichtheid. Op gemeenteniveau noteren Breda, Vlissingen en Middelburg de hoogste bevolkingsdichtheid. Deze gemeenten tellen respectievelijk 1.344, 1.318 en 974 inwoners per vierkante kilometer. De dichtheid van de gemeenten Noord-Beveland (84), Sluis (87) en Baarle-Nassau (88) vormt een schril contrast.
4
2.2
Bevolkingsontwikkeling
Breda veruit de grootste gemeente van Zuidwest-Nederland Op 1 januari 2008 telde Zuidwest-Nederland ruim 1.006.000 inwoners. Hiervan wonen ongeveer 626.000 personen in West-Brabant en 381.000 personen in Zeeland. In percentages uitgedrukt gaat het om respectievelijk 62,2% en 37,8%. Binnen Zuidwest-Nederland is Breda qua inwonertal veruit de grootste gemeente. Met bijna 171.000 inwoners is deze gemeente goed voor 27% van de WestBrabantse bevolking en 17% van heel Zuidwest-Nederland. Na Breda volgen Roosendaal (77.340), Bergen op Zoom (65.260), Terneuzen (55.130) en Oosterhout (53.790). De drie kleinste gemeenten zijn Alphen-Chaam (9.460), Noord-Beveland (7.290) en Baarle-Nassau (6.660). Tabel 2.2 Aantal inwoners en grondoppervlak in West-Brabant en Zeeland per gemeente (1 januari 2008) Gemeente Breda
Inwoners
Oppervlak
abs.
km
Gemeente
2
Inwoners
Oppervlak
abs.
km
2
170.990
126,8
Terneuzen
55.130
251,4
Roosendaal
77.340
106,5
Middelburg
47.300
48,6
Bergen op Zoom
65.260
80,1
Vlissingen
44.860
34,2
Oosterhout
53.790
71,5
Goes
36.750
92,9
Etten-Leur
40.480
55,4
Schouwen-Duiveland
34.010
231,1
Moerdijk
36.740
159,1
Hulst
27.930
201,4
Halderberge
29.480
74,6
Tholen
25.260
147,2
Drimmelen
26.570
96,0
Sluis
24.240
280,2
Steenbergen
23.210
146,6
Borsele
22.530
142,0
Rucphen
22.470
64,4
Veere
22.020
133,1
Woensdrecht
21.630
91,7
Reimerswaal
21.290
102,0
Zundert
20.920
120,4
Kapelle
12.050
37,1
Geertruidenberg
20.760
26,9
7.290
86,1
380.650
1.787,2
Alphen-Chaam
9.460
93,2
Baarle-Nassau
6.660
76,3
625.750
1.389,4
Totaal West-Brabant Bron: CBS
Noord-Beveland
Totaal Zeeland
Bevolkingsgroei Zuidwest-Nederland vertraagt Sinds 2000 is het inwonertal van de regio met bijna 28.000 personen gegroeid. Dit komt overeen met een toename van 2,9%. De groei ligt iets onder het landelijk gemiddelde (+3,4%). De bevolkingstoename was in de periode 2000–2003 het hoogst. De laatste jaren is de groei duidelijk afgevlakt. De bevolkingsgroei lag in de periode 2000-2008 in West-Brabant (+3,2%) iets hoger dan in Zeeland (+2,4%). De groeivertraging doet zich echter in beide regio’s voor. In 2007 is de bevolking van Zuidwest-Nederland met zo’n 1.300 personen gegroeid. Dit komt overeen met een groei van 0,1%. Landelijk is dat +0,3%. De groei lijkt zich in Zuidwest-Nederland te stabiliseren op een laag niveau. In Zeeland was er in 2007 nauwelijks sprake van groei. In totaal kwamen er slechts 150 personen bij. In West-Brabant was er een plus van 1.160 inwoners.
5
Figuur 2.2 Geïndexeerde bevolkingsontwikkeling in Zuidwest-Nederland en Nederland sinds 2000 (2000 = 100) 103,5
Zuidwest-Nederland
103,0
Nederland
102,5 102,0 101,5 101,0 100,5 100,0 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Bron: CBS
Etten-Leur snelst groeiende gemeente van Zuidwest-Nederland De gemeente Etten-Leur is in de periode 2000 – 2008 van alle gemeenten in Zuidwest-Nederland het snelst gegroeid. Het inwonertal is in deze periode met 9,3% toegenomen. Baarle-Nassau (+7,6%) en Kapelle (+7,4%) staan respectievelijk op de tweede en derde plaats. Absoluut gezien staat Breda met een bevolkingsaanwas van bijna 10.400 personen op nummer één. Een kwart van alle gemeenten wordt in de periode 2000-2008 geconfronteerd met een daling van de bevolking. Opvallende dalers zijn Steenbergen (-0,5%), Halderberge (-0,6%) en Geertruidenberg (1,8%). Steeds meer gemeenten hebben moeite om hun inwonertal op peil te houden. In 2007 meldt bijna 40% van alle gemeenten binnen Zuidwest-Nederland een krimp van de bevolking. Figuur 2.3 Bevolkingsgroei in de periode 2000-2008 per gemeente (%) Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland Tholen
EttenLeur
Breda
Veere Middelburg
Goes
Bergen op Zoom
Rucphen Roosendaal Alphen-Chaam
Kapelle Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Antwerpen
Bevolkingsgroei 2000-2008 (%) 6,0 tot 10,0 3,0 tot 6,0 0,0 tot 3,0 -0,5 tot 0,0 -2,0 tot -0,5
Bron: CBS; bewerking Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
6
Bevolkingsgroei in 2007 vooral dankzij positief geboortesaldo In 2007 is de bevolking van Zuidwest-Nederland zoals eerder gemeld met iets meer dan 1.300 personen gegroeid. Deze groei is voor 78% te danken aan een positief geboortesaldo. Het migratiesaldo (+290 personen) was zeer beperkt. In 2007 werden er per 1000 inwoners 9,9 levendgeborenen geteld en 8,9 sterfgevallen. Landelijk ligt het geboortecijfer op een vergelijkbaar niveau (10,1), het sterftecijfer ligt lager (7,4). 40% van gemeenten heeft negatief geboortesaldo, 50% heeft negatief migratiesaldo Op gemeenteniveau zijn er grote verschillen. Gemeenten als Borsele, Tholen en Reimerswaal kennen een relatief hoog geboortesaldo. Sluis, Baarle-Nassau en Hulst daarentegen zitten duidelijk in de min. In deze gemeenten is het geboortecijfer lager dan het sterftecijfer. Ongeveer 40% van alle gemeenten in Zuidwest-Nederland had in 2007 een negatief geboortesaldo. Ook de migratie kan veel impact hebben op de ontwikkeling van de bevolking. Ook hier zijn duidelijk ‘winnaars’ en ‘verliezers’ aan te wijzen. Verhoudingsgewijs hebben Goes, Woensdrecht en Oosterhout de meeste mensen van buiten weten aan te trekken. Goes en Woensdrecht hebben hiermee hun negatieve geboortesaldo ruimschoots kunnen compenseren. Gemeenten als Etten-Leur, AlphenChaam en Vlissingen hebben vooral inwoners zien vertrekken. Zij staan echter niet alleen. Precies de helft van alle gemeenten heeft een negatief migratiesaldo. Figuur 2.4 Geboortesaldo per 1000 inwoners per gemeente (2007) Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland Tholen
EttenLeur
Breda
Veere Middelburg
Bergen op Zoom
Goes
Rucphen Roosendaal Alphen-Chaam
Kapelle Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Antwerpen
Geboortesaldo per 1000 inw oners 4 tot 9 2 tot 4 0 tot 2 -2 tot 0 -5 tot -2
Bron: CBS; bewerking Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
7
Bevolkingsomvang Zuidwest-Nederland stabiliseert de komende jaren De komende jaren zal de bevolkingsomvang van Zuidwest-Nederland vrijwel gelijk blijven. Voor de periode 2007-2010 wordt geen noemenswaardige groei verwacht. Tot 2015 groeit het aantal Zuidwest-Nederlanders met slechts 0,1%. Vervolgens zal dit aantal tot 2020 min of meer stabiel blijven. De stagnatie van de bevolkingsgroei in Zuidwest-Nederland heeft vooral te maken met de ontwikkeling in de provincie Zeeland. De Zeeuwse bevolking zal tot 2020 met 2,5% afnemen. De West-Brabantse bevolking zal in dezelfde periode met naar schatting 1,7% toenemen. In absolute termen stijgt de Zuidwest-Nederlandse bevolking tot 2020 met ongeveer 900 personen. Dit is het saldo van een groei van 10.300 personen in West-Brabant en een krimp van 9.400 personen in Zeeland. De landelijke groeicijfers liggen een stuk hoger dan die van Zuidwest-Nederland. De Nederlandse bevolking zal tussen 2007 en 2020 met 2,7% toenemen. Zoals later in dit hoofdstuk zal blijken, heeft deze groeiachterstand vooral te maken met de leeftijdsstructuur van de regio. Figuur 2.5 Geïndexeerde bevolkingsprognose voor Zuidwest-Nederland in de periode 2007-2020 (2007=100) 104 Zeeland
103
West-Brabant
102
Zuidwest-Nederland
101
Nederland
100 99 98 97 96 2007
2010
2015
2020
Bron: CBS
2.3
Leeftijdsopbouw
Zuidwest-Nederland telt relatief veel ouderen De leeftijdsopbouw van de bevolking van Zuidwest-Nederland wordt gekenmerkt door een ondervertegenwoordiging van het aantal jongeren en een oververtegenwoordiging van het aantal ouderen. Vooral bij de leeftijdscategorie ’15 t/m 29 jaar’ is het verschil ten opzichte van het landelijk gemiddelde groot. In Zuidwest-Nederland is deze categorie goed voor 16,5% van de totale bevolking, landelijk is dat 18,1%. De aandelen 50- tot 64-jarigen en 65-plussers liggen in Zuidwest-Nederland duidelijk hoger dan landelijk. Dit betekent niet alleen dat de regio nu al meer vergrijsd is, maar ook dat de vergrijzing de komende jaren extra sterk zal toenemen. Zuidwest-Nederland kent immers een vrij omvangrijke groep 50- tot 64-jarigen. Deze groep kan als de voorhoede van de vergrijzing worden gezien. De ondervertegenwoordiging van de ‘vruchtbare’ leeftijdscategorie in combinatie met het grote aantal ouderen zorgt de komende jaren voor een relatief laag geboortesaldo. De leeftijdsopbouw van West-Brabant en Zeeland hebben duidelijke overeenkomsten. Beide regio’s tellen relatief veel ouderen. Kanttekening is wel dat West-Brabant dichter op het landelijk gemiddelde zit dan Zeeland. Het grootst is het verschil bij het aandeel 65-plussers. In Zeeland is deze categorie goed voor 17,3%, in West-Brabant voor 15,1%. Ook bij het aantal 30-49 jarigen is het verschil relatief groot (respectievelijk 27,9% en 30,0%).
8
Tabel 2.3 Leeftijdsopbouw van Zuidwest-Nederland en Nederland (1 januari 2007) Leeftijd
Zuidwest-Nederland Abs.
%
Nederland
Verschil
%
%
0 t/m 14 jaar
176.440
17,6
18,1
-0,5
15 t/m 29 jaar
166.110
16,5
18,1
-1,5
30 t/m 49 jaar
293.580
29,2
30,0
-0,8
50 t/m 64 jaar
208.480
20,7
19,4
+1,4
65 jaar en ouder
160.480
16,0
14,5
+1,5
1.005.090
100,0
100,0
0,0
Totaal Bron: CBS
Zuidwest-Nederland kent een bovengemiddelde grijze druk Het relatief hoge aandeel ouderen in Zuidwest-Nederland komt ook tot uitdrukking in de grijze druk. De grijze druk2 (de verhouding tussen het aantal 65-plussers en het aantal ‘productieve’ personen van 20 tot 65 jaar) komt voor Zuidwest-Nederland en Nederland uit op respectievelijk 26,8% en 23,6%. Zeeland scoort met 29,2% duidelijk hoger dan West-Brabant (24,2%). De groene druk3 (de verhouding tussen het aantal personen van 0-19 jaar en het aantal personen van 20-64 jaar) bedraagt voor Zuidwest-Nederland 39,2% en voor heel Nederland 39,4%. Het verschil is dus minimaal. Binnen Zuidwest-Nederland is het verschil wel groot. De groene druk ligt in Zeeland (40,8%) namelijk duidelijk hoger dan in West-Brabant (37,6%). Tabel 2.4 Groene en grijze druk per gebied (2007) Gebied
Groene druk (%)
Grijze druk (%)
West-Brabant
37,6
24,4
Zeeland
40,8
29,2
Zuidwest Nederland
39,2
26,8
Nederland Bron: CBS
39,4
23,6
Reimerswaal kent hoogste groene druk, Sluis heeft de hoogste grijze druk Van alle gemeenten binnen Zuidwest-Nederland kent Reimerswaal (51,4%) de hoogste groene druk. Deze gemeente kent dus verhoudingsgewijs de meeste jongeren. Andere gemeenten met een hoge groene druk zijn Tholen (47,9%), Kapelle (46,6%), Borsele (45,9%) en Veere (42,3%). De top 5 zijn allemaal gemeenten uit Zeeland. De gemeenten met de laagste groene druk zijn Noord-Beveland (33,5%), Rucphen (33,1%) en Baarle-Nassau (32,1%). De gemeente Sluis (36,4%) heeft de hoogste grijze druk. Deze gemeente is dus relatief gezien het meest vergrijsd. Andere gemeenten met relatief veel ouderen zijn Schouwen-Duiveland (33,1%), Veere (32,2%), Noord-Beveland (31,6%) en Terneuzen (30,8%). Ook hier geldt dat de eerste vijf posities worden ingenomen door Zeeuwse gemeenten. Hekkensluiters zijn Drimmelen (22,9%), Geertruidenberg (22,2%) en Etten-Leur (21,4%).
2
3
De grijze druk geeft een indruk van het aantal ouderen (in principe niet meer werkend), dat moet worden onderhouden door de productiviteit van het (in potentie) werkende deel van de bevolking. De groene druk geeft een indruk van het aantal kinderen en jongeren (in principe niet werkend), dat moet worden onderhouden door de productiviteit van het (in potentie) werkende deel van de bevolking.
9
Figuur 2.6 Grijze druk (verhouding 65-plussers op aantal 20-65-jarigen) per gemeente in 2007 (%) Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland
EttenLeur
Tholen
Breda
Veere Goes
Middelburg
Rucphen
Bergen op Zoom
Roosendaal Alphen-Chaam
Kapelle Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Antwerpen
Grijze druk per gem eente (%) 31 tot 37 28 tot 31 25 tot 28 24 tot 25 20 tot 24
Bron: CBS; bewerking Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
Ontgroening en vergrijzing gaat komende jaren onverminderd door Tussen 2007 en 2020 zal het aantal 0- tot 20-jarigen in Zuidwest-Nederland met bijna 28.600 personen afnemen. Het aandeel van deze leeftijdscategorie zakt van 23,6% naar 21,4%. De grootste daling wordt tussen 2010 en 2015 verwacht. Ook de leeftijdscategorie ‘20-65 jaar’ zal in omvang kleiner worden. Tussen 2007 en 2020 gaat het om een verlies van zo’n 28.600 personen. Een schril contrast vormt de ontwikkeling van het aantal 65-plussers. Dit aantal stijgt van 158.100 personen in 2007 naar 210.100 personen in 2020. Dit is een toename van zo’n 52.000 personen. Het aandeel 65plussers in de totale bevolking van Zuidwest-Nederland stijgt van 15,8% in 2007 naar 21,0% in 2020. Tabel 2.5 Leeftijdsopbouw in Zuidwest-Nederland in de periode 2007 - 2020 Jaar
0-20 jaar Abs.
20-65 jaar %
65 jaar en ouder
Abs.
%
Abs.
%
Totaal* Abs.
%
2007
236.580
23,6
606.560
60,6
158.120
15,8
1.001.260
100,0
2010
230.950
23,1
602.880
60,2
167.340
16,7
1.001.170
100,0
2015
219.860
21,9
589.690
58,9
192.390
19,2
1.001.940
100,0
2020
214.070
21,4
578.010
57,7
210.120
21,0
1.002.200
100,0
2007-2020 -22.510 -9,5 -28.550 -4,7 52.000 32,9 940 0,1 * het gaat hier om een prognosebestand van oktober 2006. De omvang van de bevolking ligt volgens dit bestand lager dan de werkelijke bevolkingsomvang per 1 januari 2007. De gegevens zijn dan ook vooral richtinggevend. Bron: CBS
10
Verschil in vergrijzing tussen West-Brabant en Zeeland wordt kleiner Ook de komende jaren zal Zeeland relatief meer ouderen tellen dan West-Brabant. Wel wordt het verschil kleiner. In 2007 bedraagt het aandeel 65-plussers in West-Brabant en Zeeland respectievelijk 15,0% en 17,1%, in 2020 zal dat 20,6% en 21,7% zijn. De ontgroening en vergrijzing zullen veel impact hebben op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt, de woningmarkt en het voorzieningenniveau.
2.4
Huishoudens
Zuidwest-Nederland kent relatief veel meerpersoonshuishoudens met kinderen Zuidwest-Nederland telde in 2006 ruim 430.000 huishoudens. Daarvan heeft ongeveer 31% betrekking op eenpersoonshuishoudens, 33% op meerpersoonshuishoudens met kinderen en bijna 36% op meerpersoonshuishoudens zonder kinderen. Indien de samenstelling wordt vergeleken met het landelijke beeld valt op dat Zuidwest-Nederland minder eenpersoonshuishoudens kent en meer meerpersoonshuishoudens en dan vooral met kinderen. De verschillen tussen Zeeland en WestBrabant zijn niet noemenswaardig. Tabel 2.6 Aantal huishoudens in Zuidwest-Nederland naar type (2006) Huishoudtype
Zuidwest-Nederland Abs.
Nederland
%
%
Eenpersoonshuishouden
133.140
30,9
35,0
Meerpersoonshuishouden met kinderen
143.520
33,3
29,6
Meerpersoonshuishouden zonder kinderen
153.680
35,7
35,4
Totaal Bron:
430.340
100,0
100,0
Door toenemende individualisering groeit aantal huishoudens sneller dan totale bevolking De groei van het aantal huishoudens ligt hoger dan die van de bevolking. Tussen 2000 en 2006 groeide het aantal huishoudens in Zuidwest-Nederland met 5,7%, de bevolking komt niet verder dan een groei van 2,6%. Ook de komende jaren zal het aantal huishoudens bovengemiddeld groeien. Een belangrijke verklarende factor hiervoor is de toenemende individualisering, met name als gevolg van de vergrijzing. Figuur 2.7 Geïndexeerde ontwikkeling van het aantal huishoudens en de totale bevolking in Zuidwest-Nederland (2000=100) 114
Huishoudens
112
Bevolking
110 108 106 104 102 100 98 96 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
* Prognose Bron: CBS
11
2010*
2015*
2020*
Daling gemiddeld aantal personen per huishouden De toenemende individualisering is goed zichtbaar wanneer de ontwikkeling van het gemiddeld aantal personen per huishouden wordt bekeken. Deze laat een duidelijke dalende lijn zien. In 2000 bestond een gemiddeld huishouden nog uit 2,40 personen, in 2006 is dat 2,33 en in 2020 zal dat naar schatting 2,20 zijn. De gemiddelde huishoudgrootte in Zuidwest-Nederland ligt iets boven het landelijke gemiddelde (2006: 2,33 versus 2,29). Vooral de toenemende vergrijzing zal leiden tot steeds meer kleinere (eenpersoons)huishoudens. Dit geeft grote gevolgen voor de woningmarkt. Een en ander betekent dat ook bij een stagnerende bevolking er toch behoefte zal zijn aan extra woningen. Uiteraard heeft de individualisering wel consequenties voor het soort woning. Figuur 2.8 Ontwikkeling van het gemiddelde aantal personen per huishouden in Zuidwest-Nederland (2000 – 2020) 2,5 2,4 2,4 2,3 2,3 2,2 2,2 2,1 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2010*
2015*
2020*
* Prognose Bron: CBS
Reimerswaal meeste personen per huishouden, Vlissingen de minste Wanneer op gemeenteniveau wordt gekeken naar de gemiddelde huishoudgrootte blijkt dat Reimerswaal en Alphen-Chaam beide met een gemiddelde van 2,62 personen per huishouden bovenaan staan. Tholen (2,61) en Kapelle (2,60) volgen op de voet. Vlissingen heeft van alle gemeenten de kleinste huishoudgrootte. In deze gemeente wonen gemiddeld 2,08 personen in een huishouden. Ook Breda (2,16), Sluis (2,22) en Middelburg (2,23) scoren relatief laag. Over het algemeen geldt dat de gemiddelde huishoudgrootte in de meer stedelijke gemeenten lager ligt dan in de meer landelijke gemeenten.
12
Figuur 2.9 Gemiddelde huishoudgrootte per gemeente (2006) Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland Tholen
EttenLeur
Breda
Veere Middelburg
Goes
Bergen op Zoom
Rucphen Roosendaal Alphen-Chaam
Kapelle Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Gem iddelde huishoudgrootte per gem eente
Antwerpen
2,55 tot 2,65 2,45 tot 2,55 2,30 tot 2,45 2,25 tot 2,30 2,00 tot 2,25
Bron: CBS; bewerking Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
2.5
Inkomen
Inkomensniveau Zuidwest-Nederland op landelijk niveau Het gemiddeld inkomen van huishoudens in Zuidwest-Nederland ligt op hetzelfde niveau als landelijk. Het gemiddelde inkomen van een huishouden komt volgens de laatste meting van het CBS (2004) zowel voor Zuidwest-Nederland als voor Nederland uit op € 29.000. Gerekend naar het gemiddeld inkomen per inwoner scoort Nederland iets hoger (€ 12.600 versus € 12.300). Het gemiddelde huishoudinkomen ligt in West-Brabant (€ 29.500) hoger dan in Zeeland (€ 28.500). Tabel 2.7 Inkomen per huishouden en per inwoner in 2004 (x € 1.000) Gebied
Per huishouden
Per inwoner
West-Brabant
29.500
12.400
Zeeland
28.500
12.100
Zuidwest Nederland
29.000
12.300
Nederland
29.000
12.600
Bron: CBS
13
Alphen-Chaam heeft hoogste gemiddelde huishoudinkomen Op gemeenteniveau scoort Alphen-Chaam het hoogst. Deze gemeente had in 2004 een gemiddeld inkomen per huishouden van € 31.800. Kapelle volgt met € 31.700 en op plaats drie staat Drimmelen met € 31.100. Onderaan de lijst staan Vlissingen (€ 26.400), Noord-Beveland (€ 26.900) en Sluis (€ 27.200). Figuur 2.10 Gemiddeld inkomen per huishouden per gemeente in 2004 (x € 1.000) Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland Tholen
EttenLeur
Breda
Veere Bergen op Zoom
Goes
Middelburg
Roosendaal
Rucphen Alphen-Chaam
Kapelle Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Antwerpen
Gem iddeld huishoudinkom en (x € 1.000) 31,1 tot 32,0 30,3 tot 31,1 29,3 tot 30,3 28,0 tot 29,3 26,0 tot 28,0
Bron: CBS; bewerking Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
2.6
Woningvoorraad
Groei woningvoorraad blijft in Zuidwest-Nederland iets achter Zuidwest-Nederland telt in totaal ruim 431.000 woningen4. Ongeveer 61% hiervan is te vinden in West-Brabant en 39% in Zeeland. Tussen 2000 en 2007 zijn er in Zuidwest-Nederland bijna 20.000 woningen bijgekomen, een groei van 4,9%. Deze groei blijft iets achter bij de landelijke ontwikkeling (+6,4%). Binnen Zuidwest-Nederland lag de groei in West-Brabant (+5,5%) hoger dan in Zeeland (+3,8%).
4
Een woning is een tot bewoning bestemd gebouw dat, vanuit bouwtechnisch oogpunt gezien, bestemd is voor permanente bewoning door een particulier huishouden. Vakantiewoningen blijven dus buiten beschouwing.
14
Figuur 2.11 Geïndexeerde ontwikkeling van de woningvoorraad in Zuidwest-Nederland en Nederland tussen 2000 en 2007 (2000=100) 107
Zuidwest-Nederland
106
Nederland
105 104 103 102 101 100 99 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Bron: VROM
Hoogste groei woningvoorraad in Etten-Leur Absoluut gezien heeft Breda sinds 2000 de grootste groei in de woningvoorraad gerealiseerd. In totaal kwamen er in deze gemeente per saldo meer dan 5.000 woningen bij. Relatief gezien is Etten-Leur koploper. In deze gemeente groeide de woningvoorraad in de periode 2000-2007 met 12,6%. Breda is nummer twee met +7,2%, de derde plaats is voor Roosendaal met +5,7%. De hekkensluiters zijn Steenbergen(+2,5%), Sluis (+2,3%) en Terneuzen (+1,2%). Hoog percentage koopwoningen in Zuidwest-Nederland Zuidwest-Nederland kent binnen de totale woningvoorraad een hoog aandeel koopwoningen. In totaal gaat het om ruim 64%. Het landelijke gemiddelde bedraagt ongeveer 58%. Het aandeel koopwoningen ligt het hoogst in Zeeland. Hier heeft 68% betrekking op een koopwoning, in WestBrabant is dat 62%. Het aandeel koopwoningen zal de komende jaren verder stijgen. Volgens prognoses van het Ministerie van VROM zal het aandeel koopwoningen in Zuidwest-Nederland in 2020 boven de 70% uitkomen. Figuur 2.12 Aandeel koopwoningen binnen de totale woningvoorraad in Zuidwest-Nederland en Nederland (2007) 85 80 75 70 % 65 60 55 50 45 40 West-Brabant
Zeeland
Zuidwest-Nederland
Bron: VROM
15
Nederland
Zundert kent het hoogste aandeel koopwoningen Zundert kent binnen Zuidwest-Nederland met 81,4% het hoogste aandeel koopwoningen. Veere (81,0%) en Alphen-Chaam (79,3%) bezetten de tweede en derde plaats. Onderaan staan grotere steden als Breda (56,2%), Bergen op Zoom (55,0%) en Vlissingen (53,0%). Figuur 2.13 Aandeel koopwoningen binnen de totale woningvoorraad per gemeente (2007) Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland Tholen
EttenLeur
Breda
Veere Middelburg
Goes
Bergen op Zoom
Rucphen Roosendaal Alphen-Chaam
Kapelle Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Antwerpen
Aandeel koopw oningen per gem eente (%) 76 tot 82 72 tot 76 66 tot 72 60 tot 66 52 tot 60
Bron: VROM; bewerking Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
Meeste woningen binnen ‘sociale huursector’ in Geertruidenberg In Zuidwest-Nederland heeft ongeveer 34% van de totale woningvoorraad betrekking op de huursector. Ongeveer 78% van de huurwoningen krijgt het label ‘sociale huursector’. Binnen de totale woningvoorraad heeft dit segment een aandeel van ongeveer 28%. In West-Brabant (29,8%) ligt dit aandeel hoger dan in Zeeland (24,2%). Op gemeenteniveau kennen de gemeenten Geertruidenberg (36,0%), Oosterhout (34,6%) en Bergen op Zoom (33,7%) het hoogste aandeel sociale huurwoningen. Vooral in Alphen-Chaam (12,8%), Baarle-Nassau (12,8%) en Veere (11,2%) ligt dit aandeel beduidend lager.
16
3.
Economische structuur en dynamiek
3.1
Productiestructuur
Industrie belangrijke pijler onder economie Zuidwest-Nederland Zuidwest-Nederland heeft een aandeel van zo’n 6% binnen de Nederlandse economie. Dit vertegenwoordigt een waarde (Bruto Binnenlands Product5) van ruim 31 miljard euro. Dit cijfer dateert van 2005 en zal op dit moment zeker rond de 33 miljard euro liggen. Binnen de economie van Zuidwest-Nederland speelt de industrie een belangrijke rol. Circa 30% van de regionale toegevoegde waarde wordt door deze sector gegenereerd. Landelijk is dit nog geen 19%. Na de industrie volgen de zakelijke diensten (16%) en de handel (13%). Op nationaal niveau is de zakelijke dienstverlening met een aandeel van 20% koploper. Figuur 3.1 Bruto toegevoegde waarde (basisprijzen) in Zuidwest-Nederland en Nederland naar sector (2005) Zuidwest-Nederland
Industrie
Nederland
Zakelijke dienstverlening Handel Gezondheidszorg Overheid Vervoer/communicatie Bouwnijverheid Onderwijs Financiële instellingen Ov. dienstverlening Landbouw Toerisme 0
5
10
15
%
20
25
30
35
Bron: CBS
3.2
Economische ontwikkeling
Zuidwest-Nederland kent bovengemiddelde economische groei Wanneer naar de economische groei van Zuidwest-Nederland wordt gekeken, blijkt dat de regio prima presteert. In 2004 en 2006 bleef Zuidwest-Nederland iets achter, in 2002, 2003 en 2005 had de regio een (duidelijke) voorsprong. De gemiddelde jaarlijkse groei in de periode 2002-2006 lag in ZuidwestNederland (+1,6%) net iets hoger dan gemiddeld in Nederland (+1,5%). Het meest recente cijfer van de economische groei is van 2006. Toen was Zuidwest-Nederland goed voor een groei van 2,9%, landelijk was dat 3,0%. Zeeland en West-Brabant realiseerden toen precies dezelfde groei.
5
Het Bruto Regionaal Product (BRP) is de som van alle toegevoegde waarde die gevormd is in de bedrijfstakken van een regio. Het verschil tussen de productiewaarde en de waarde van het intermediair verbruik vormt de bruto toegevoegde waarde tegen marktprijzen.
17
Figuur 3.2 Economische groei in Zuidwest-Nederland en Nederland in de periode 2002-2006 3,5
Zuidwest-Nederland
3,0
Nederland
2,5 %
2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 2002
2003
2004
2005*
2006*
Gemidd. 2002-2006
Bron: CBS
Omzetontwikkeling in Zuidwest-Nederland boven landelijk gemiddelde Volgens gegevens van de Kamer van Koophandel was het bedrijfsleven6 in Zuidwest-Nederland in 2007 goed voor een omzet van meer dan 45 miljard euro. Ook hier geldt dat dit 6% is van het landelijk totaal. Wanneer naar de omzetontwikkeling wordt gekeken, blijkt dat Zuidwest-Nederland de afgelopen jaren bovengemiddeld heeft gepresteerd. In de periode 2000-2007 kende ZuidwestNederland een gemiddelde jaarlijkse groei van 2,7%, op nationaal niveau was dat 2,5%. Opvallend is wel dat Zuidwest-Nederland in 2007 duidelijk achter blijft. Landelijk groeide de omzetwaarde in 2007 met 5,1%, in Zuidwest-Nederland ‘slechts’ met 3,5%. Zowel in West-Brabant (+3,4%) als in Zeeland (+3,9%) blijft de omzetontwikkeling in 2007 achter. Over een langere periode bezien, scoort Zeeland iets beter dan West-Brabant. Zo bedraagt het jaargemiddelde van de periode 2000-2007 voor Zeeland +3,3%, voor West-Brabant +2,5%. Figuur 3.3 Omzetontwikkeling (nominaal) in Zuidwest-Nederland en Nederland in de periode 2000-2007 8 Zuidwest-Nederland
7
Nederland
6 %5 4 3 2 1 0 -1 -2 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Bron: ERBO, Kamer van Koophandel
6
Het gaat hier alleen om bedrijven die staan geregistreerd in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Dit betekent dat grote delen van de landbouw, niet-commerciële diensten en de zogenaamde vrije beroepen (o.a. accountants, notarissen, belastingadviseurs, journalisten, advocaten) niet zijn meegenomen.
18
Winstgevendheid weer duidelijk in de lift In 2007 was 88% van de bedrijven in Zuidwest-Nederland winstgevend. Dit is één procentpunt lager dan het landelijk gemiddelde. In de periode 2000-2003 daalde de winstgevendheid in ZuidwestNederland en in Nederland onder invloed van de ongunstige conjunctuur in snel tempo. Daarna is er sprake van een duidelijk opgaande lijn. Landelijk werd deze lijn pas een jaar later ingezet, echter wel met een hogere groei-intensiteit. De winstgevendheid ligt in Zeeland (92%) op een hoger niveau dan in West-Brabant (86%). Figuur 3.4 Aandeel winstgevende bedrijven in Zuidwest-Nederland en Nederland in de periode 2000-2007 92
Zuidwest-Nederland
90
Nederland
88 %
86 84 82 80 78 76 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Bron: ERBO, Kamer van Koophandel
Investeringsuitgaven blijven in Zuidwest-Nederland sterk achter Het investeringsniveau in Zuidwest-Nederland blijft structureel achter bij het landelijke niveau. Landelijk laat het aandeel investerende bedrijven sinds 2003 weer een stijgende trend zien, in Zuidwest-Nederland pas sinds 2005. Zowel landelijk als regionaal maakt het investeringsniveau in 2007 een pas op de plaats. Landelijk investeerde 66% van de bedrijven, in Zuidwest-Nederland 57%. Het investeringsniveau ligt in West-Brabant (58%) iets hoger dan in Zeeland (56%). Kanttekening bij deze cijfers is dat ze niets zeggen over de ontwikkeling van het investeringsvolume. Kleinere en grotere investeringen wegen dus even zwaar. Figuur 3.5 Aandeel investerende bedrijven in Zuidwest-Nederland en Nederland in de periode 2000-2007 70 Zuidwest-Nederland
68
Nederland
66 %
64 62 60 58 56 54 52 50 2000
2001
2002
2003
2004
2005
Bron: ERBO, Kamer van Koophandel
19
2006
2007
3.3
Werkgelegenheidsstructuur
Bijna de helft van alle vestigingen in zakelijke dienstverlening, detailhandel en landbouw Zuidwest-Nederland telt in totaal ruim 72.000 vestigingen, 7,4% van de totale bedrijvigheid in Nederland. Ongeveer 55% van de vestigingen heeft betrekking op West-Brabant. De zakelijke dienstverlening telt de meeste vestigingen. Deze sector is goed voor ruim 14.000 vestigingen, oftewel 19,8% van het totaal. De detailhandel en landbouw volgen met respectievelijk 10.900 vestigingen (15,1%) en 9.100 vestigingen (12,6%). Deze drie sectoren zijn tezamen goed voor bijna de helft van alle vestigingen. Wanneer de structuur van West-Brabant en Zeeland met elkaar wordt vergeleken, blijkt dat WestBrabant relatief veel vestigingen telt in de bouw, groothandel en zakelijke dienstverlening, Zeeland heeft relatief veel vestigingen in de landbouw, toerisme en financiële dienstverlening. Vergeleken met het landelijke beeld, vallen vooral de oververtegenwoordiging van de landbouw (12,6% versus 8,9%) en de ondervertegenwoordiging van de zakelijke diensten in Zuidwest-Nederland (19,8% versus 22,8%) op. Tabel 3.1 Aantal vestigingen in Zuidwest-Nederland naar sector (2007) Sector
Vestigingen Abs.
West-Brabant
Zeeland
Nederland
%
%
% 8,9
%
Landbouw en visserij
9.140
12,6
10,8
14,9
Industrie
4.050
5,6
5,9
5,2
5,7
Bouwnijverheid
6.680
9,2
10,2
8,1
9,9
Groothandel
5.740
7,9
8,5
7,2
7,7
Detailhandel
10.880
15,1
15,3
14,8
16,1
Toerisme
3.960
5,5
4,1
7,1
4,7
Vervoer/opslag/communicatie
2.990
4,1
3,6
4,8
3,6
Financiële instellingen
1.860
2,6
1,5
3,8
2,0
14.290
19,8
21,4
17,8
22,8
240
0,3
0,3
0,4
0,4
Onderwijs
1.840
2,5
2,6
2,4
2,8
Gezondheids- en welzijnszorg
3.940
5,5
6,0
4,8
5,9
Overige diensten
6.650
9,2
9,8
8,5
9,4
Totaal 72.260 Bron: RIBIZ, SES West-Brabant en LISA
100,0
100,0
100,0
100,0
Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur en overheid
Sterke krimp aantal landbouwbedrijven Het aantal vestigingen is tussen 2000 en 2007 met ongeveer 8.900 toegenomen, een groei van 14,1%. Dit is vergelijkbaar met de landelijke ontwikkeling (+14,8%). De groei lag in West-Brabant (+14,7%) een fractie hoger dan in Zeeland (+13,4%). Sectoraal zijn er grote verschillen in groeiintensiteit. Vooral het aantal bouwbedrijven is in de genoemde periode explosief gegroeid. Zowel in Zuidwest-Nederland als landelijk gaat het om een groei van circa 50%. Het gaat hier vooral om zogenaamde zzp-ers (zelfstandigen zonder personeel). Andere snelle groeiers zijn de zakelijke dienstverlening (+38,2%) en de overige diensten (+30,8%). De zakelijke dienstverlening is in absolute termen koploper (+3.945 vestigingen). Een minder gunstige beeld laten de overheid (-16,6%) en de landbouw (-12,0%) zien. Bij de landbouw gaat het om een krimp van meer dan 1.200 vestigingen. Vergeleken met de landelijke ontwikkeling valt vooral de groei van de financiële dienstverlening in Zuidwest-Nederland (+17,3%) op, waar landelijk een duidelijke afname zichtbaar is (-11,5%).
20
Tabel 3.2: Ontwikkeling aantal vestigingen in Zuidwest-Nederland en Nederland per sector (2000-2007) Sector
Landbouw en visserij Industrie Bouwnijverheid
Zuidwest-Nederland Abs.
%
-1.240
-12,0
West-Brabant
Zeeland
%
%
-15,2
-8,9
Nederland % -15,3
420
11,6
6,8
18,9
2,3
2.230
50,1
57,5
40,2
48,3
Groothandel
290
5,3
1,8
10,9
4,6
Detailhandel
360
3,5
4,8
1,7
5,6
10
0,2
-4,3
3,6
1,3
Toerisme Vervoer/opslag/communicatie
150
5,4
8,9
2,5
6,1
Financiële instellingen
270
17,3
-13,9
41,8
-11,5
3.950
38,2
37,3
39,4
39,5
Openbaar bestuur en overheid
-50
-16,6
-15,3
-17,9
-18,9
Onderwijs
320
21,2
27,3
14,0
15,6
Zakelijke dienstverlening
Gezondheids- en welzijnszorg
650
19,8
22,8
15,5
22,9
Overige diensten
1.560
30,8
34,5
25,9
29,2
Totaal
8.920
14,1
14,7
13,4
14,8
Bron: RIBIZ en SES West-Brabant
Industrie belangrijkste werkgever van Zuidwest-Nederland Zuidwest-Nederland is goed voor ongeveer 474.000 werkzame personen. Dit is 6,1% van de totale werkgelegenheid in Nederland. Het regioaandeel bij het aantal vestigingen (7,4%) ligt een stuk hoger. Dit betekent dat het bedrijfsleven van Zuidwest-Nederland relatief kleinschalig is. Het grote aantal landbouwbedrijven zal hier zeker een rol spelen. De belangrijkste werkgever in Zuidwest-Nederland is de industrie. Met ruim 75.000 arbeidsplaatsen is deze sector goed voor 15,8% van het totaal. Op de tweede plaats staat de gezondheidszorg (14,6%) en op de derde plaats volgt de detailhandel (11,9%). West-Brabant telt ten opzichte van Zeeland relatief meer werkgelegenheid in de industrie, groothandel en zakelijke dienstverlening. Zeeland heeft verhoudingsgewijs meer landbouw en toerisme. Ten opzichte van het landelijke beeld vallen vooral de hoge aandelen van de industrie en landbouw op. De zakelijke dienstverlening blijft achter. Tabel 3.3 Procentuele verdeling aantal banen in Zuidwest-Nederland en Nederland per sector (2007) Sector
Zuidwest-Nederland Abs.
West-Brabant
Zeeland
Nederland
%
%
%
%
Landbouw en visserij
25.400
5,4
4,2
7,2
3,4
Industrie
75.050
15,8
16,5
14,7
12,2
Bouwnijverheid
30.040
6,3
6,1
6,7
6,3
Groothandel
30.480
6,4
7,2
5,1
6,5
Detailhandel
56.350
11,9
11,6
12,4
11,4
Toerisme
24.510
5,2
4,1
6,9
4,2
Vervoer/opslag/communicatie
29.410
6,2
6,2
6,1
6,3
9.540
2,0
1,8
2,5
3,3
Zakelijke dienstverlening
54.280
11,4
12,5
9,6
14,9
Openbaar bestuur en overheid
26.090
5,5
5,6
5,3
5,7
Financiële instellingen
Onderwijs
25.650
5,4
5,3
5,5
6,4
Gezondheids- en welzijnszorg
69.050
14,6
14,6
14,5
14,9
Overige diensten
18.500
3,9
4,2
3,5
4,6
Totaal 474.350 Bron: RIBIZ, SES West-Brabant en LISA
100,0
100,0
100,0
100,0
21
Goes en Bergen op Zoom hebben omvangrijke zorgsector Op gemeenteniveau zijn er grote verschillen in de werkgelegenheidsstructuur. Gemeenten als Zundert (27,6%) en Baarle-Nassau (26,5%) kennen een zeer hoog werkgelegenheidsaandeel van de landbouw. Ter vergelijking, in de gemeente Vlissingen is dit nog geen 1%. Bij de industrie zijn Woensdrecht (26,8%), Vlissingen (26,7%) en Etten-Leur (25,8%) koplopers. De gemeente Veere (3,0%) is het minst geïndustrialiseerd. Rucphen (16,5%) en Borsele (14,4%) kennen een vrij omvangrijke bouwsector, in Veere (29,3%) en Noord-Beveland (24,3%) ligt de nadruk op toerisme, Woensdrecht (25,1%) heeft een prominente overheidssector (in verband met vliegbasis) en in Goes (23,4%) en Bergen op Zoom (23,3%) is de gezondheidszorg een belangrijke werkgever. Figuur 3.6 Werkgelegenheidsaandeel van de industrie per gemeente (2007) Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland Tholen
EttenLeur
Breda
Veere Middelburg
Goes
Bergen op Zoom
Roosendaal
Rucphen Alphen-Chaam
Kapelle Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Antwerpen
Werkgelegenheidsaandeel industrie (%) 25 tot 27 18 tot 25 12 tot 18 9 tot 12 3 tot 9
Bron: RIBIZ, SES West-Brabant
In hoofdstuk 5 (arbeidsmarkt) komt de werkgelegenheidsontwikkeling aan bod.
3.4
Startende ondernemingen
Sterke groei West-Brabant, Zeeland blijft achter Sinds 2003 zit het aantal startende ondernemingen in Zuidwest-Nederland duidelijk in de lift. Deze groei werd ook in 2007 gecontinueerd. Volgens cijfers van de Kamer van Koophandel werden er vorig jaar bijna 5.600 starters geregistreerd, dit is een stijging van maar liefst 11,9% (+594 starters) ten opzichte van 2006. Het groeitempo lag in 2007 ook iets hoger dan in 2006 (+11,1%). Ondanks de sterke groei blijft de groei in Zuidwest-Nederland wel iets achter bij de landelijke ontwikkeling (+14,2%).
22
Binnen Zuidwest-Nederland zien we grote regionale verschillen. In West-Brabant groeide het aantal starters in 2007 explosief (+17,0%), terwijl Zeeland slechts een bescheiden groei (+2,5%) laat zien. Van alle starters in Zuidwest-Nederland heeft 67% betrekking op West-Brabant, 33% op Zeeland. Figuur 3.7 Ontwikkeling van het aantal starters in Zuidwest-Nederland tussen 2000 en 2007 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Bron: Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
Meeste starters in de bouw Indien de verdeling van het aantal starters over de verschillende sectoren wordt bekeken, blijkt dat de bouw koploper is met 1.020 starters. Dit komt overeen met 18,3% van het totaal. Het gaat hier vooral om zzp-ers. De adviesdiensten7 (14,9%) en de persoonlijke diensten8 (13,7%) completeren de top 3. Tezamen zijn deze drie sectoren goed voor 47% van alle starters. Sectoren als het toerisme, de landbouw en de financiële sector tellen aanzienlijk minder starters. Figuur 3.8 Aantal starters in Zuidwest-Nederland per sector (2007) Bouw Adviesdiensten Persoonlijke diensten Detailhandel Facilitaire diensten Algemene diensten Groothandel Industrie Vervoer Toerisme Landbouw en visserij Financiën
0
200
400
600
800
1000
1200
Bron: Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
7
8
Het gaat hierbij onder andere om rechtskundige en administratieve diensten, economische diensten (o.a. onderzoeksen adviesbureaus), ingenieursbureaus en reclamebureaus. Onder andere onroerend goed, cultuur/recreatie, wasserij/stomerij, kappers en schoonheidsverzorging.
23
Relatief veel starters in bouw en algemene diensten Ook wanneer het aantal starters wordt gerelateerd aan de omvang van een bepaalde sector, staat de bouw bovenaan. Per 1000 vestigingen telt de bouw 127 startende ondernemingen. De sector ‘Algemene diensten’ (vooral zorg en welzijn) kent met 123 starters per 1000 vestigingen ook relatief veel starters. Andere sectoren met relatief veel starters zijn de facilitaire diensten (o.a. ICT, schoonmaakbedrijven, beveiliging), persoonlijke diensten en de adviesdiensten. Het gaat bij deze sectoren over het algemeen om vrij laagdrempelige activiteiten. Sectoren als industrie, horeca, landbouw, groothandel en financiële diensten kennen verhoudingsgewijs weinig starters. Figuur 3.9 Aantal starters per 1000 vestigingen in Zuidwest-Nederland in 2007 per sector Bouw Algemene diensten Facilitaire diensten Persoonlijke diensten Adviesdiensten Detailhandel Vervoer Industrie Landbouw en visserij Toerisme Groothandel Financiën 0
25
50 75 100 starters per 1000 vestigingen
125
150
Bron: Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
Breda kent veruit de meeste starters Binnen Zuidwest-Nederland telt de gemeente Breda veruit de meeste starters. In 2007 ging het in totaal om bijna 1.250 nieuwe ondernemingen, 22,4% van de gehele regio. Op de tweede plaats volgt Roosendaal (425 starters) en de derde positie wordt ingenomen door Bergen op Zoom (388 starters). De minste starters zijn geregistreerd in Kapelle (55), Alphen-Chaam (53), Baarle-Nassau (48) en Noord-Beveland (31). Vooral Breda heeft met een groei van bijna 26% in 2007 een spectaculaire groei gekend.
24
Tabel 3.4 Top 10 gemeenten met meeste starters in 2007 Gemeente
1 Breda
Starters
% binnen
Abs.
regio
Abs.
Groei 2006-2007 %
1.247
22,4
256
2 Roosendaal
425
7,6
36
25,8 9,3
3 Bergen op Zoom
388
7,0
43
12,5
4 Oosterhout
277
5,0
16
6,1
5 Etten-Leur
224
4,0
31
16,1
6 Schouwen-Duiveland
208
3,7
19
10,1
7 Middelburg
202
3,6
11
5,8
8 Vlissingen
193
3,5
0
0,0
9 Moerdijk
188
3,4
8
4,4
10 Goes 186 3,3 Bron: Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
12
6,9
Bergen op Zoom kent relatief gezien de meeste starters Wanneer het aantal starters gerelateerd wordt aan het aantal bedrijven in de gemeente dan heeft Bergen op Zoom met 89,4 starters per 1000 vestigingen het grootste aandeel starters. De gemeente Vlissingen (89,3) en Breda (88,7) volgen op de voet. De laagste score wordt gehaald door de gemeenten Moerdijk (57,4) en Noord-Beveland (48,3). Voor heel Zuidwest-Nederland wordt een waarde van 76,7 berekend (West-Brabant 77,7, Zeeland 74,1). Figuur 3.10 Aantal startende ondernemingen per 1000 vestigingen per gemeente (2007) Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland Tholen
EttenLeur
Breda
Veere Middelburg
Bergen op Zoom
Goes
Rucphen Roosendaal Alphen-Chaam
Kapelle
Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Antwerpen
Aantal starters per 1000 vestigingen 87 tot 90 77 tot 87 71 tot 77 62 tot 71 48 tot 62
Bron: Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
25
3.5
Internationale oriëntatie
Bedrijfsleven Zuidwest-Nederland relatief sterk internationaal georiënteerd Zuidwest-Nederland is relatief sterk op het buitenland georiënteerd. In totaal haalde in 2007 bijna 16% van het totaal aantal bedrijven9 een deel van zijn omzet uit het buitenland. Het gaat hierbij om ruim 3.300 bedrijven. Ter vergelijking, voor heel Nederland geldt een percentage van zo’n 14%. Het aandeel exporterende bedrijven ligt in West-Brabant (17%) iets hoger dan in Zeeland (13%). Figuur 3.11 Aandeel exporterende bedrijven in Zuidwest-Nederland en Nederland (2007) 20 18 16 % 14 12 10 8 6 4 2 0 West-Brabant
Zeeland
Zuidwest-Nederland
Nederland
Bron: ERBO, Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
Hoe groter een bedrijf, hoe groter de kans dat deze zaken doet met het buitenland. Van het ZuidwestNederlandse MKB (bedrijven met minder dan 50 werkzame personen) exporteert circa 15%, van de grotere bedrijven is dat 46%. Bijna kwart omzet afkomstig uit export Het aandeel van de bedrijven in Zuidwest-Nederland dat exporteert is niet alleen hoger, het gaat ook om relatief grotere volumes. In totaal vertegenwoordigt de export door de bedrijven in deze regio in 2007 een waarde van ongeveer 11 miljard euro. Dit betekent dat bijna een kwart van de totale omzet in Zuidwest-Nederland tot stand komt via buitenlandse afzet. In Nederland is dit nog geen 20%. Vooral in Zeeland ligt het exportaandeel in de omzet met 43% erg hoog. De vestiging van enkele grote bedrijven, die vooral op de buitenlandse markt zijn gericht, speelt hier een belangrijke rol. Industrie belangrijkste exporteur Ondernemers in de industrie doen veruit het meest zaken over de grens. Zij halen ongeveer 7,2 miljard euro omzet uit het buitenland. Dit is 64% van de totale export van het bedrijfsleven in Zuidwest-Nederland. Door de industriële bedrijven in Zeeland wordt gemiddeld bijna 78% van hun omzet in het buitenland afgezet, bij de industriële bedrijven in West-Brabant is dat met 39% duidelijk minder. In Zeeland zijn het vooral de chemie (94%), de voedings- en genotmiddelenindustrie (69%) en de papier- en grafische-industrie (53%) die veel omzet halen uit de export. Van de overige bedrijfssectoren is vooral de groothandel met een exportwaarde van ongeveer 2,7 miljard euro relatief sterk internationaal georiënteerd. Deze sector kent een exportaandeel binnen de totale omzet van 21%. Sectoren als de dienstverlening, maar vooral de bouw en detailhandel doen nauwelijks zaken met het buitenland. Vergeleken met het landelijke beeld, exporteert in ZuidwestNederland vooral de industrie veel, de groothandel blijft iets achter. 9
Het betreft hier bedrijven met 2 of meer werkzame personen
26
Figuur 3.12 Aandeel van de export in de totale omzet per sector in Zuidwest-Nederland en Nederland (2007) Zuidwest-Nederland
Industrie
Nederland Bouw Groothandel Detailhandel Dienstverlening Totaal bedrijfsleven 0
10
20
30 %
40
50
60
70
Bron: ERBO, Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
Export draait in 2007 goed maar blijft wel achter bij landelijke ontwikkeling De export en vooral de waarde daarvan in euro’s wordt sterk beïnvloed door de internationale conjunctuur. De ontwikkeling van de export laat dan ook door de jaren heen een sterk fluctuerend karakter zien. Indien de periode 2001-2007 wordt bekeken, blijkt dat Zuidwest-Nederland tot en met 2005 beter heeft gepresteerd dan het Nederlandse gemiddelde. In 2006 maar vooral in 2007 heeft de regio een achterstand opgelopen. In 2007 groeide de exportwaarde in Zuidwest-Nederland met 3,5%, landelijk met 5,2%. Het verschil in groeitempo wordt vooral veroorzaakt door West-Brabant (+1,6%). Zeeland (+5,1%) scoort rond het landelijke gemiddelde. Figuur 3.13 Ontwikkeling van de exportwaarde in Zuidwest-Nederland en Nederland in de periode 2001-2007 7 Zuidwest-Nederland
6
Nederland
5 4 %3 2 1 0 -1 -2 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Bron: ERBO, Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
België is belangrijkste exportland Van alle exporteurs doet 88% zaken met België. Op de tweede plaats staat Duitsland met 53%. Frankrijk (36%) en het Verenigd Koninkrijk (32%) volgen op enige afstand. De cijfers laten zien dat de afstand tot het exportland drempelverlagend werkt. Iets meer dan 12% van de exporterende bedrijven haalt omzet uit de Verenigde Staten. Landen als China spelen op exportgebied nog maar een beperkte rol. Van alle exporteurs doet slechts 5% zaken met China. De exportrelaties van WestBrabantse en Zeeuwse bedrijven laten geen grote verschillen zien.
27
Tabel 3.5 Top 10 exportlanden voor Zuidwest-Nederlandse exporteurs Landen
Bedrijven met export (%)
1 België
87,7
2 Duitsland
53,3
3 Frankrijk
35,8
4 Verenigd Koninkrijk
32,4
5 Spanje
19,9
6 Italië
15,0
7 Denemarken
14,1
8 Luxemburg
12,5
9 Portugal
12,3
10 Verenigde Staten van Amerika Bron: HIS, Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
12,2
Bijna 13% van bedrijven importeert uit China De top 4 van belangrijkste importlanden is gelijk aan die van de export. Van alle importeurs haalt 64% producten of diensten uit België. Ook Duitsland scoort met 57% hoog. China staat op een 8ste plaats met een percentage van 12,6%. China is dus veel meer een importland dan een exportland. Het aantal bedrijven dat handel drijft met China, maar ook met andere opkomende economieën (bijv. India), zal de komende jaren ongetwijfeld verder toenemen. Tabel 3.6 Top 10 importlanden voor Zuidwest-Nederlandse importeurs Landen
Bedrijven met import (%)
1 België
64,4
2 Duitsland
57,1
3 Frankrijk
29,3
4 Verenigd Koninkrijk
25,8
5 Italië
17,7
6 Verenigde Staten van Amerika
16,5
7 Spanje
14,1
8 China
12,6
9 Zwitserland
6,2
10 Denemarken Bron: HIS, Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
3.6
5,6
Innovatie
Innovatief vermogen Zuidwest-Nederland op landelijk niveau In 2007 gaf tweederde (66,5%) van de bedrijven in Zuidwest-Nederland aan de afgelopen 3 jaar innovaties te hebben gepleegd. Het innovatieve vermogen ligt hiermee op een vergelijkbaar niveau als landelijk (66%). Wel is er ten opzichte van Midden-Brabant (74,6%) en Oost-Brabant (74,7%) een duidelijke achterstand. De innovatiegraad van West-Brabant (66,3%) en Zeeland (66,9%) liggen dicht bij elkaar. De bedrijfsgrootte heeft duidelijk impact op het innovatief vermogen van een bedrijf. Bedrijven met minder dan 10 werkzame personen hebben een innovatiegraad van 64%, de grotere (10+) bedrijven komen uit op 78%.
28
Figuur 3.14 Aandeel (%) bedrijven in Zuidwest-Nederland dat de laatste 3 jaar innovaties heeft gerealiseerd 75 70 %
65 60 55 50 West-Brabant
Zeeland
ZuidwestNederland
Provincie Noord-Brabant
Nederland
Bron: ERBO, Kamer van Koophandel
Innovatief vermogen West-Brabant in de lift Ten opzichte van 2004 is het innovatief vermogen van het bedrijfsleven in West-Brabant duidelijk verbeterd. In 2004 was 56,9% van de bedrijven innovatief, in 2007 is dit opgelopen naar 66,3%. WestBrabant is er in geslaagd om het gat met Oost-Brabant kleiner te maken. In West-Brabant steeg de innovativiteit ten opzichte van 2004 met 9,4 procentpunten, in Oost-Brabant met 3,5 punten. Voor Zeeland zijn geen referentiecijfers van 2004 beschikbaar. Industrie meest innovatieve sector, bouwnijverheid sterk in de lift De industrie in Zuidwest-Nederland is de meest innovatieve sector. Van alle industriële ondernemingen heeft 74% de laatste 3 jaar innovaties gepleegd. De groothandel staat met een score van ruim 71% op de tweede plaats. Het innovatieve vermogen van de dienstensector, detailhandel en de bouwnijverheid (alle 65%) blijven onder het regionale gemiddelde. Indien verder wordt ingezoomd op brancheniveau, blijkt dat de elektrotechnische industrie (87%) de meest innovatieve branche is. De chemie volgt met 81% en de grafische industrie (80%) staat op de derde plaats met 80%. Figuur 3.15 Aandeel (%) bedrijven in Zuidwest-Nederland dat de laatste 3 jaar innovaties heeft gerealiseerd per sector (2007) Industrie Bouw Groothandel Detailhandel Diensten 60
62
64
66
68
70
72
% Bron: ERBO, Kamer van Koophandel
29
74
76
Meeste innovaties hebben betrekking op de organisatie Innovatie wordt vaak geassocieerd met nieuwe producten en diensten. In de praktijk hebben innovaties echter vooral betrekking op veranderingen binnen de organisatie. Ruim 32% van de innovatieve ondernemers in Zuidwest-Nederland heeft op dit terrein innovaties door gevoerd. Op nummer twee staat het ontwikkelen van (nieuwe) producten en diensten (23%), het verbeteren van bestaande producten/diensten (22%) staat op de derde plaats. De verbetering van het productieproces (18%) wordt het minst genoemd. Figuur 3.16 Aandeel (%) innovatieve bedrijven in Zuidwest-Nederland naar type (2004 en 2007) Zuidwest-Nederland
Organisatie
Zeeland West-Brabant
Ontwikkeling producten/diensten Verbetering producten/diensten Bediening nieuwe markten
Samenwerkingsverbanden Verbetering productieproces 0
5
10
15
20
25
30
35
40
% Bron: ERBO, Kamer van Koophandel
West-Brabant innoveert het minst, maar wel het meest structureel De innovatievormen van Zeeland en West-Brabant komen grotendeels overeen. Opvallend is wel dat West-Brabant op bijna alle terreinen iets hoger scoort. Ook wanneer West-Brabant met de andere regio’s in Noord-Brabant wordt vergeleken, blijkt dat West-Brabant vooral op het gebied van de ontwikkeling en verbetering van producten en diensten maar ook bij de organisatieveranderingen koploper is. West-Brabant innoveert weliswaar minder dan de andere regio’s, maar de ondernemers doen dit wel het meest structureel (product in samenhang met markt en organisatorische innovatie). Meer dan driekwart van bedrijven zoekt steun bij innovatie Meer dan driekwart (78%) van de bedrijven in Zuidwest-Nederland zoekt steun en kennis bij innovatie. In West-Brabant wordt minder hulp (76%) van buitenaf ingeschakeld dan in Zeeland (81%). Bedrijven zoeken vooral steun bij collega-ondernemers, brancheverenigingen, financiële instellingen en bij de Kamer van Koophandel. De relaties met onderwijsinstellingen zijn beperkt. Grotere ondernemingen doen daarnaast ook meer een beroep op professionele adviesbureaus, universiteiten, hogescholen, Syntens en Senter/Novem. Aandeel bedrijven dat belemmeringen ervaart bij innovatie spectaculair toegenomen Meer dan driekwart (77,2%) van de bedrijven in Zuidwest-Nederland ervaart problemen bij innovatie. In Zeeland (79,7%) ligt dit percentage hoger dan in West-Brabant (75,6%). Het gemiddelde van Noord-Brabant bedraagt zelfs 81%. Het aandeel bedrijven dat belemmeringen ervaart is ten opzichte van 2004 fors gestegen. In West-Brabant gaat het om een stijging van 37% naar 76%. Uit de analyse van belemmerende factoren blijkt dat deze sterke toename voor een deel te maken heeft met de economische cyclus.
30
Figuur 3.17 Aandeel bedrijven (%) dat belemmeringen ervaart bij innovatie naar regio (2004 en 2007) 85 80 % 75
70 65 60 West-Brabant
Zeeland
ZuidwestNederland
Provincie NoordBrabant
Bron: ERBO, Kamer van Koophandel
Gebrek aan tijd belangrijkste belemmerende factor bij innovatie Bedrijven ervaren een gebrek aan tijd (of drukte) als belangrijkste belemmerende factor bij innovatie. Bijna 47% van de ondernemers in Zuidwest-Nederland heeft dit als oorzaak opgegeven. Op de tweede plaats staat de regelgeving van de overheid (30%), de derde plaats betreft een gebrek aan financiën (29%). Andere factoren die relatief veel worden genoemd zijn het gebrek aan gekwalificeerd personeel (26%) en de risico’s op de markt (21%). Ten opzichte van 2004 is sprake van een verschuiving. Bedrijven hebben door de hoogconjunctuur nu meer vlees op de botten, maar komen tijd tekort om goed afgewogen strategische beslissingen over innovatie te nemen. De beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel wordt in 2007 aanzienlijk meer genoemd dan in 2004. Bedrijven hebben als gevolg van de krappe arbeidsmarkt steeds meer moeite om aan geschikt personeel te komen. Figuur 3.18 Aandeel bedrijven in Zuidwest-Nederland dat belemmeringen ervaart bij innovatie per factor (2007) gebrek aan tijd of te druk regelgeving overheid gebrek aan financiën gebrek aan hekwalificeerd personeel risico's op de markt voldoende omzet/noodzaak ontbreekt hebben technologie of kennis niet noodzaak bescherming eigen kennis anders 0
5
10
Bron: ERBO, Kamer van Koophandel
31
15
20
25
%
30
35
40
45
50
32
4.
Sectoren nader onder de loep
In dit hoofdstuk worden vier sectoren c.q. branches nader in beeld gebracht. Het gaat hier om de procesindustrie, logistiek, recreatie en toerisme en winkelbranche. De eerste 3 sectoren vormen voor Zuidwest-Nederland de ‘Pieken in de Delta’, de winkelbranche is vanwege het economisch belang geselecteerd.
4.1
Procesindustrie
Procesindustrie: een ‘piek’ in de Delta De procesindustrie zorgt voor de basis van vrijwel alle materiële zaken in de maatschappij, uitgaande van ruwe grondstof tot de aflevering van tussenproducten. In incidentele situaties levert de procesindustrie direct producten aan de eindconsument. De procesindustrie is binnen ZuidwestNederland één van de ‘Pieken in de Delta’. De belangrijkste branches binnen de procesindustrie zijn de voedings- en genotmiddelenindustrie, de chemie, bouwproducten en de basismetaal. De afbakening die in deze paragraaf wordt gebruikt is afkomstig uit ´ProcessIt: Brabantse procesindustrie in beeld´ van ETIN Adviseurs. De kunststof- en rubberindustrie is niet meegenomen, aangezien in Zuidwest-Nederland de nadruk vooral op het ´maken´ ligt. De afbakening is voor discussie vatbaar. Procesindustrie is zeer grootschalig De procesindustrie kent relatief weinig vestigingen. In heel Zuidwest-Nederland gaat het om 864 vestigingen. Met bedrijven als Dow Benelux (Terneuzen), Philip Morris Holland (Bergen op Zoom), Sabic Innovative Plastics (Bergen op Zoom) en Shell Nederland (Moerdijk) is de procesindustrie zeer grootschalig. Alleen de 10 grootste bedrijven zijn al goed voor meer dan eenderde van de totale werkgelegenheid in de procesindustrie en zij behoren tot de grootste werkgevers van ZuidwestNederland. In totaal is de procesindustrie goed voor meer dan 31.000 arbeidsplaatsen, een gemiddelde van 36 arbeidsplaatsen per vestiging. De procesindustrie is hiermee goed voor 6,6% van de totale werkgelegenheid in Zuidwest-Nederland (7,2% in Zeeland en 6,2% in West-Brabant). Binnen de procesindustrie is de voedingsmiddelenindustrie met 419 vestigingen en bijna 10.000 banen het grootste segment. Het gaat om bijna de helft van alle vestigingen en 32% van de werkgelegenheid. Andere grote werkgevers zijn de chemie (29,7%) en in mindere mate de bouwmaterialenindustrie (10,4%). Deze laatste telt wel relatief veel vestigingen (23% van totaal). Tabel 4.1 Aantal vestigingen en banen in de procesindustrie in Zuidwest-Nederland per branche (2007) Branche
Vestigingen Abs.
Vervaardiging van voedingsmiddelen
Banen
%
Aandeel regio’s (%)
Abs.
%
West-Brabant
Zeeland
419
48,5
9.920
31,8
66,1
33,9
2
0,2
1.980
6,3
100,0
0,0
34
3,9
1.983
6,4
81,4
18,6
5
0,6
485
1,6
11,5
88,5
Vervaardiging van chemische producten
105
12,2
9.281
29,7
54,5
45,5
Vervaardiging van glas, aardewerk, cement- e.d.
Verwerking van tabak Verv. papier, karton en papier- en kartonwaren Aardolie- en steenkoolverwerkende industrie
199
23,0
3.256
10,4
74,6
25,4
Vervaardiging van metalen in primaire vorm
37
4,3
1.667
5,3
40,8
59,2
Productie en distributie van elektriciteit, gas
61
7,1
2.375
7,6
44,2
55,8
Winning en distributie van water
2
0,2
257
0,8
93,7
6,3
Totaal Bron: RIBIZ, SES West-Brabant
864
100,0
31.204
100,0
62,8
37,2
33
Ten opzichte van 2000 is het aantal vestigingen in de procesindustrie met 41 toegenomen, een groei van 5,0%. De werkgelegenheid laat een geheel andere ontwikkeling zien. In totaal is de werkgelegenheid in de procesindustrie sinds 2000 met bijna 4.000 arbeidsplaatsen afgenomen, een krimp van 11,4%. Vooral in de voedingsmiddelen en chemie zijn veel banen verloren gegaan. De daling van de werkgelegenheid is vooral het gevolg van automatisering en uitbesteding. De procesindustrie is er in geslaagd om met steeds minder mensen meer te produceren. Dit duidt op een groot innovatief vermogen. Tabel 4.2 Ontwikkeling van het aantal vestigingen en banen in de procesindustrie in Zuidwest-Nederland per branche (2000-2007) Branche
Vestigingen Abs.
Vervaardiging van voedingsmiddelen
Banen
%
Abs.
% -18,4
12
2,9
-2.234
Verwerking van tabak
0
0,0
42
2,2
Verv. papier, karton en papier- en kartonwaren
6
21,4
-118
-5,6
Aardolie- en steenkoolverwerkende industrie Vervaardiging van chemische producten Vervaardiging van glas, aardewerk, cement- e.d.
0
0,0
69
16,6
-19
-15,3
-1.535
-14,2
16
8,7
-14
-0,4
Vervaardiging van metalen in primaire vorm
0
0,0
-350
-17,4
Productie en distributie van elektriciteit, gas
39
177,3
171
7,8
Winning en distributie van water
-13
-86,7
-27
-9,5
Totaal Bron: RIBIZ, SES West-Brabant
41
5,0
-3.996
-11,4
Terneuzen grootste werkgever procesindustrie Binnen Zuidwest-Nederland kent de procesindustrie een aantal duidelijke concentratiegebieden. De gemeente Terneuzen is met bijna 5.100 arbeidsplaatsen de grootste werkgever binnen de procesindustrie. De aanwezigheid van Dow Benelux speelt hier een belangrijke rol. Andere gemeenten met veel banen binnen de procesindustrie zijn Bergen op Zoom (4.800 banen), Breda (2.800 banen), Oosterhout (2.500 banen) en Moerdijk (2.300 banen). Deze vijf gemeenten zijn goed voor 56% van de totale werkgelegenheid. Voor Terneuzen geldt dat bijna 18% van de totale werkgelegenheid in deze gemeente betrekking heeft op de procesindustrie. Voor Bergen op Zoom is dat 15,2%, Borsele komt uit op 12,5%. Binnen deze 3 gemeenten is de procesindustrie dus het sterkst vertegenwoordigd.
34
Figuur 4.1 Werkgelegenheidsaandeel van de procesindustrie per gemeente in 2007 (%) Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland
EttenLeur
Tholen
Breda
Veere Goes
Middelburg
Bergen op Zoom
Rucphen Roosendaal Alphen-Chaam
Kapelle Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Antwerpen
Werkgelegenheidsaandeel procesindustrie (%) 13 tot 18 9 tot 13 6 tot 9 3 tot 6 1 tot 3
Bron: RIBIZ, SES West-Brabant
Prima bedrijfsresultaten Zuidwest-Nederlandse procesindustrie De Zuidwest-Nederlandse procesindustrie draait prima. In 2007 realiseerden de bedrijven een nominale omzetgroei van 4,1%. Dit is hoger dan het gemiddelde van het totale bedrijfsleven (+3,5%), maar wel iets lager dan de gemiddelde groei in Nederland (+4,9%). In de periode 2004-2006 was de groei in Zuidwest-Nederland nog bovengemiddeld. Figuur 4.2 Ontwikkeling van de nominale omzet in Zuidwest-Nederland en Nederland (2000-2007) 14 Zuidwest-Nederland
12
Nederland
10 % 8 6 4 2 0 -2 -4 2000
2001
2002
2003
2004
2005
Bron: ERBO, KvK
35
2006
2007
Van alle bedrijven in de procesindustrie was 92% in 2007 winstgevend (totaal bedrijfsleven: 88%), 72% was tevreden over het behaalde rendement (totaal bedrijfsleven: 70%) en 69% van de bedrijven heeft investeringen gepleegd (totaal bedrijfsleven: 57%). De bedrijfsresultaten van de procesindustrie zijn over de volle breedte prima te noemen.
4.2
Logistiek
Logistiek: een speerpunt voor verdere ontwikkeling in Zuidwest-Nederland De logistieke bedrijven in Zuidwest-Nederland vormen een belangrijke sector in de regio. In het regionale actieprogramma “Pieken in de Delta” van het Ministerie van Economische Zaken wordt de sector als een van de drie ‘pieken’ voor Zuidwest-Nederland aangeduid. De sterke positie van logistiek in Zuidwest-Nederland is in belangrijke mate te danken aan de gunstige ligging in het Rijn Schelde Delta gebied, met goede infrastructurele verbindingen richting de grote bevolkingsconcentraties in West-Europa. Een goede ontsluiting van een gebied wordt niet alleen bepaald door een fijnmazig autosnelwegennet met goede verbindingen met bestemmingen in binnen- en buitenland. Voor de goederenlogistiek gaat het om het gehele aanbod aan multimodale voorzieningen: autosnelwegen, binnenvaart, railaansluitingen, pijpleidingen, (container-)terminals/lijndiensten en de beschikbaarheid van zeehavens. Daarnaast is de aanwezigheid van logistieke dienstverleners in een regio onmisbaar. Deze complete ‘logistieke infrastructuur’ vormt een belangrijke vestigingsplaatsfactor voor (inter-) nationaal opererende bedrijven in productie, handel, en dienstverlening. Zuidwest-Nederland heeft een goede logistieke infrastructuur en heeft hierdoor de afgelopen decennia haar positie op het gebied van logistiek verder kunnen versterken. Zeehavens zijn vooral importhavens Zuidwest-Nederland heeft drie zeehavengebieden. In het beheersgebied van Zeeland Seaports liggen de zeehavens van Terneuzen (Kanaalzonegebied) en van Vlissingen-Oost (Sloegebied). De enige Brabantse zeehaven ligt in Moerdijk. In deze havengebieden zijn belangrijke industriële en op- en overslagbedrijven gevestigd met tal van logistieke activiteiten. De afgelopen jaren zijn clustervorming (m.n. industriecomplexen rond Shell-Moerdijk, Dow-Terneuzen, BioPark Terneuzen) en containerlogistiek (grootschalige containerplannen in Sloegebied, kleinschaliger ontwikkelingen in Moerdijk en Kanaalzone) actuele thema’s in de zeehavengebieden. In de Zeeuwse zeehavens werd in 2007 25 miljoen ton goederen aangevoerd over zee, ruim 8 miljoen ton goederen werden via zee afgevoerd. Voor Moerdijk bedroegen deze cijfers 4 miljoen ton aanvoer en 1,3 miljoen ton afvoer. Per saldo zijn de zeehavens in Zuidwest-Nederland vooral importhavens. Dit hangt samen met het feit dat in de zeehavengebieden veel ondernemingen in de procesindustrie (chemie, voeding, metaal) zijn gevestigd. De overgeslagen goederen bestaan voornamelijk uit (droge en natte) grondstoffen voor deze ondernemingen, zoals aardolie, brandstoffen, mineralen, ertsen en chemische en landbouwproducten. Het containervervoer speelt zowel in Moerdijk als in de Zeeuwse havens nog een vrij bescheiden rol. In de havengebied van Vlissingen-Oost zijn er momenteel diverse initiatieven voor grootschalige containerop- en overslagfaciliteiten.
36
Figuur 4.3 Goederenoverslag in de zeehavens in Zuidwest-Nederland in 2007 20
Moerdijk
18
Terneuzen
(x miljoen ton)
16
Vlissingen
14 12 10 8 6 4 2 0 Zeevaart inkomend
Zeevaart uitgaand
Binnenvaart totaal
Bron: Nationale Havenraad
Doorvoer van goederen vooral via de binnenvaart De kwaliteit van de verbindingen naar het achterland is cruciaal voor de zeehavens, vooral de binnenvaart leent zich uitermate om betaalbaar en milieuvriendelijk grote ladingstromen naar het binnenland te vervoeren. De zeehavens in Zuidwest-Nederland zijn prima geschikt om goederen door te voeren via de binnenvaart. De binnenvaart naar en van Zeeland is met in totaal 30 miljoen ton bijna even groot als de overslag per zeeschip. Het merendeel van de goederen wordt afgevoerd naar het binnenland (21 miljoen ton, tegen 9 miljoen ton aanvoer). In Moerdijk is de rol van binnenvaart naar verhouding nog wat sterker. Ruim 8 miljoen ton wordt jaarlijks af- en aangevoerd per binnenvaart tegenover ruim 5 miljoen ton per zeevaart. Logistieke sector heeft in de regio een groter aandeel dan landelijk De logistieke bedrijven in Zuidwest-Nederland zijn goed voor zo’n 2.500 vestigingen waar ruim 25.000 personen werkzaam zijn (goederen- en personenvervoer), dit is 5,3% van het totaal aantal banen op de regionale arbeidsmarkt. Hiervan hebben zo’n 21.500 banen (4,6% van het totaal) betrekking op ‘goederenlogistiek’, gedefinieerd als vervoer en op- en overslag van goederen inclusief bijbehorende diensten. Landelijk bedraagt het werkgelegenheidsaandeel van bedrijven met goederenlogistiek als hoofdactiviteit 3,8% van het totaal aantal banen. Het werkgelegenheidsaandeel van de logistiek is met 4,6% in Zeeland en West-Brabant nagenoeg gelijk, wel is er een belangrijk verschil in aard van logistieke activiteiten. In West-Brabant (bijna 14.000 logistieke banen) is het goederenvervoer over de weg dominant (bijna 9.000 banen ofwel 64%) op afstand gevolgd door expediteurs/cargadoors/op- en overslag (4.000 banen). In Zeeland, met bijna 8.000 logistieke banen, is eveneens het wegvervoer het grootst, maar veel minder dominant (3.200 banen ofwel 41%). Sterke posities in Zeeland zijn er voor expediteurs/cargadoors/op- en overslag (bijna 2.500 banen), overige diensten (1.000 banen) en de binnenvaart (ruim 800 banen). Zeevaartbedrijven (rederijen, sleepbedrijven) zijn beperkt in Zuidwest-Nederland gevestigd (met name in Zeeland). Logistieke activiteiten bij bedrijven in bijvoorbeeld industrie, handel en dienstverlening zijn hier niet in begrepen. Veel van deze bedrijven voeren transport, distributie, op- en overslag in eigen beheer als nevenactiviteit uit.
37
Tabel 4.3 Werkgelegenheid in de ‘goederenlogistiek’ naar segment in Zuidwest-Nederland (2007) Segment
West-Brabant
Zeeland
Zuidwest-Nederland
abs
%
abs
%
Wegvervoer
8.840
64,3
3.171
41,2
12.011
55,7
Binnenvaart
505
3,7
817
11,7
1.322
6,1
Zeevaart
162
1,2
320
4,4
482
2,2
3.987
29,0
2.476
29,2
6.463
30,0
253
1,8
1.031
13,6
1.284
6,0
13.747
100,0
7.815
100,0
21.562
100,0
1
Op- en overslag
2
Overige diensten Totaal logistiek 1
abs
%
wegvervoer is incl. koeriers- en lokale postdiensten
2
op- en overslag is incl. cargadoorsactiviteiten, spoor- en luchtvervoer Bron: RIBIZ, SES West-Brabant
Bovengemiddelde groei logistieke werkgelegenheid De werkgelegenheid bij logistieke bedrijven in Zuidwest-Nederland is tussen 2000 en 2007 met zo’n 10% toegenomen. De totale regionale werkgelegenheid laat over deze periode een groei van 2,5% zien. In absolute cijfers uitgedrukt zijn de bedrijven met als hoofdactiviteit logistiek in ZuidwestNederland goed voor een groei van bijna 2.000 banen, ofwel voor 17% van de totale regionale werkgelegenheidsgroei. Dit is relatief veel voor een branche die 4,6% van de totale werkgelegenheid in de regio vertegenwoordigt. Figuur 4.4 Werkgelegenheidsgroei (%) in de goederenlogistiek in Zuidwest-Nederland naar segment (2000-2007) Op- en overslag Zeevaart Wegvervoer Binnenvaart Ov. diensten Totaal logistiek -30,0%
-20,0%
-10,0%
0,0%
10,0%
20,0%
30,0%
40,0%
50,0%
60,0%
Bron: RIBIZ, SES West-Brabant
Per groep van logistieke activiteiten zijn sterk verschillende ontwikkelingen te zien. De grootste groei binnen de logistieke activiteiten in Zuidwest-Nederland is te zien bij de op- en overslagbedrijven (incl. cargadoorsactiviteiten). In totaal groeide de werkgelegenheid hier sinds 2000 met 52%, oftewel met 2.200 banen. Zowel in Zeeland als in West-Brabant is in de op- en overslag sprake van een forse toename van de werkgelegenheid. Deze bedrijven zijn in Zeeland voornamelijk in het havengebied te vinden, in West-Brabant betreffen het enerzijds bedrijven in de (zee-)haven Moerdijk, anderzijds gaat het vooral om op wegvervoer gerichte distributiebedrijven. Het wegvervoer is in de betreffende periode maar beperkt gegroeid (+3%). Een minder rooskleurig beeld is te zien in de binnenvaart (-18%) en bij de ‘Overige diensten’ (-25%). Beide segmenten zijn goed voor een verlies van zo’n 700 arbeidsplaatsen.
38
Logistieke ‘hotspots’ in Zuidwest-Nederland Aan de hand van een specialisatie-index10 kan het relatieve aandeel van logistieke werkgelegenheid per gemeente worden uitgedrukt ten opzichte van het aandeel van de gemeente in de totale regionale werkgelegenheid. Sterke logistieke concentraties zijn vooral te vinden in de vier zeehavengemeenten Borsele, Vlissingen, Moerdijk en Terneuzen. Moerdijk heeft van alle gemeenten het grootste aandeel logistieke werkgelegenheid. Voor deze gemeente bedraagt de index 2,6. Overigens is er in de West-Brabantse steden Breda (3.400 banen) en Roosendaal (3.100 banen) absoluut gezien meer logistieke werkgelegenheid gevestigd dan in Moerdijk (2.700 banen). Andere belangrijke logistieke concentraties zijn de zeehavengemeenten in Vlissingen-Borsele (samen 2.100 banen) en Terneuzen (2.000 banen). Daarnaast heeft Hulst (1.100 banen) van oudsher een relatief sterke logistieke positie met enkele grote (postorder-)bedrijven. Sterke groei logistieke werkgelegenheid in Moerdijk Moerdijk is sinds 2000 de sterkst groeiende logistieke gemeente in Zuidwest-Nederland (+900 banen), en heeft daarmee een belangrijk aandeel binnen de totale groei van Zuidwest-Nederland (+2.100 banen). Ten opzichte van Moerdijk is de groei van logistieke werkgelegenheid in de Zeeuwse havens sinds 2000 maar matig (samen +150 banen). Vanaf 2000 is ook in de gemeenten Oosterhout (+250 banen) en Etten-Leur (+280 banen) het aantal logistieke arbeidsplaatsen relatief stevig gegroeid. In Zeeland zien we op een meer bescheiden schaal een relatief sterke groei in Reimerswaal (+200) en Kapelle (+110) en op Schouwen-Duiveland (+110). Figuur 4.5 Specialisatie-index van de logistieke sector per gemeente in 2007 Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland Tholen
EttenLeur
Breda
Veere Middelburg
Bergen op Zoom
Goes
Rucphen Roosendaal Alphen-Chaam
Kapelle
Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Antwerpen
Specialisatie-index logistieke sector 1,5 tot 2,6 1,1 tot 1,5 0,7 tot 1,1 0,5 tot 0,7 0,1 tot 0,5
Bron: RIBIZ, SES West-Brabant; bewerking Kamer van Koophandel 10
De specialisatie-index geeft de verhouding weer tussen het aandeel van een gemeente in de Zeeuwse / West-Brabantse logistieke werkgelegenheid en het aandeel van de betreffende gemeente in de totale werkgelegenheid in Zeeland / WestBrabant.
39
4.3
Detailhandel
Detailhandel belangrijke pijler van de economie De detailhandel in Zuidwest-Nederland is goed voor bijna 10.900 vestigingen en 56.400 banen. De sector is daarmee goed voor 15,1% van het totaal aantal vestigingen en 11,9% van de totale werkgelegenheid in de regio. Het economisch belang van de detailhandel is derhalve groot. In deze paragraaf wordt het winkelbestand binnen de detailhandel nader onder de loep genomen. Driekwart detailhandel heeft betrekking op winkels In totaal telt Zuidwest-Nederland zo’n 7.640 winkels. Hiervan is 54% te vinden in West-Brabant, 46% in Zeeland. Winkels zijn goed voor ongeveer driekwart van het totaal aantal vestigingen binnen de detailhandel. De ‘niet-winkel’ vestigingen hebben bijvoorbeeld betrekking op markt- en straathandel, postorderbedrijven (o.a. webwinkels), handel en reparatie van auto’s en benzinestations. De winkels bieden werk aan zo’n 43.600 personen. Binnen de totale economie hebben de winkels een aandeel van 10,6% in het aantal vestigingen en 9,2% in de totale werkgelegenheid. Landelijk gaat het om respectievelijk 11,0% en 8,9%. Aantal winkels en gerelateerde werkgelegenheid afgenomen Sinds 2000 is het aantal winkels in Zuidwest-Nederland met 411 afgenomen, oftewel een afname met 5,1%. Deze daling doet zich zowel in West-Brabant (-5,7%) als in Zeeland (-4,4%) voor. Ook landelijk daalt het aantal winkels (-2,2%). De aan winkels gerelateerde werkgelegenheid is eveneens gekrompen. Voor heel Zuidwest-Nederland gaat het om een daling van meer dan 2.000 arbeidsplaatsen (-4,4%). Deze daling wordt volledig veroorzaakt door Zeeland. Hier daalde de werkgelegenheid relatief fors met 2.440 banen (-12,6%), terwijl in West-Brabant een voorzichtige groei zichtbaar is (+420 banen of +1,6%). Figuur 4.6 Ontwikkeling van het aantal winkels en de gerelateerde werkgelegenheid tussen 2000 en 2007 6 4 2 0 % -2 -4 -6 -8 -10 -12 -14
aantal winkels banen
West-Brabant
Zeeland
ZuidwestNederland
Nederland
Bron: RIBIZ, SES West-Brabant
Speciaalzaken voedings- en genotmiddelen onder druk Het winkelbestand kent een grote diversiteit aan soorten en maten. Bijna tweederde van de winkels valt in de categorie ‘winkels gespecialiseerd in overige goederen’. Het gaat hier onder andere om kleding, schoenen, meubels, elektronica, doe-het-zelf, boeken, speelgoed, sport, tuincentra, etc. Supermarkten zijn goed voor ongeveer 6% van het totaal aantal winkels, gespecialiseerde winkels in voedings- en genotmiddelen (groente, vlees, vis, brood, tabak, drank, e.d.) voor bijna 13%. Wanneer naar het werkgelegenheidsbelang wordt gekeken, stijgt het aandeel van de supermarkten naar ruim eenderde. Vooral speciaalzaken op het gebied van voedings- en genotmiddelen hebben het moeilijk. Hun aantal daalde sinds 2000 met bijna 28%, de werkgelegenheid zelfs met 34%.
40
Tabel 4.4 Aantal winkels en gerelateerde werkgelegenheid naar soort winkel Soort winkel
Aantal
Aantal
winkels
banen
Abs.
Banen
%-winkels
%-banen
Abs.
%
Supermarkten en warenhuizen
473
6,2
14.669
33,7
-9,2
-0,6
Winkels in voedings- en genotmiddelen
985
12,9
3.775
8,7
-27,7
-34,2
Drogisterijen, apotheken en parfumeries
%
Groei 2000-2007 Winkels
392
5,1
2.844
6,5
2,1
18,4
Winkels gespecialiseerd in overige goederen
5.052
66,2
20.911
48,0
-0,6
-1,3
Winkels in tweedehands goederen en antiek
363
4,8
614
1,4
5,5
-8,6
Reparatie van consumentenartikelen
370
4,8
745
1,7
6,0
-10,2
7.635
100,0
43.558
100,0
-5,1
-4,4
Totaal Bron: RIBIZ, SES West-Brabant
Omzetresultaat detailhandel in de lift De ontwikkeling van de omzetwaarde in de detailhandel zit sinds 2005 weer in de lift. De periode hieraan voorafgaand toont een dalende lijn. In 2007 groeide de omzet van de detailhandel in Zuidwest-Nederland met 2,3%. Daarmee ligt de groei iets onder het cijfer van 2006 (+2,6%), maar ook ten opzichte van de landelijke ontwikkeling (+3,3%) is er een achterstand. Van alle bedrijven in de detailhandel was in 2007 zo’n 88% winstgevend. Ongeveer 64% gaf aan tevreden te zijn over het behaalde rendement. Figuur 4.7 Omzetontwikkeling van de detailhandel in Zuidwest-Nederland (2001-2007) 5 Detailhandel 4
Totaal bedrijfsleven
3
% 2 1 0 -1 -2 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Bron: ERBO, KvK
Breda telt veruit de meeste winkels Breda heeft binnen Zuidwest-Nederland een belangrijke winkelfunctie. Met 1.230 winkels is deze gemeente goed voor 30% van het winkelaanbod in West-Brabant en 16% van heel ZuidwestNederland. Na Breda volgen op grote afstand Roosendaal (550 winkels), Bergen op Zoom (500 winkels) en Middelburg (500 winkels). Ook qua werkgelegenheid heeft Breda een prominente positie. In deze gemeente zijn de winkels goed voor bijna 8.700 banen, 20% van heel Zuidwest-Nederland. Middelburg heeft relatief gezien de meeste winkels Wanneer het aantal winkels wordt gerelateerd aan het totaal aantal vestigingen binnen een gemeente verandert het beeld. Dan staat Middelburg met 14,6% op de eerste plaats. Ook Bergen op Zoom (13,6%) en Sluis (13,3%) kennen relatief gezien veel winkels. Ter vergelijking, Breda kent een percentage van 11,6%.
41
Bij het werkgelegenheidsbelang staat Baarle-Nassau op de eerste plaats. In deze gemeente zijn de winkels goed voor 16,0% van de totale werkgelegenheid. Ook in Hulst (15,8%) en Sluis (14,0%) hebben de winkels een belangrijke werkgelegenheidsfunctie. Bijna 2 miljoen vierkante meter winkelvloeroppervlak Het winkelbestand in Zuidwest-Nederland is goed voor bijna 1.860.000 winkelvloeroppervlakte (wvo), 6,6% van het landelijk totaal. Zo’n 59% heeft betrekking op West-Brabant, 41% op Zeeland. Het leeuwendeel (81,2%) van het totale oppervlak wvo betreft niet-dagelijkse goederen. In Zeeland (19,7%) ligt het aandeel van de dagelijkse boodschappen iets hoger dan in West-Brabant (18,2%). Wanneer het aantal wvo wordt gerelateerd aan het aantal inwoners, blijkt dat Zuidwest-Nederland hoger scoort dan gemiddeld in Nederland. Per 1000 inwoners telt Zuidwest-Nederland 1.848 m2, het landelijk gemiddelde bedraagt 1.717 m2. Zowel voor de niet dagelijkse als de dagelijkse goederen beschikt Zeeland over relatief meer vierkante meters wvo dan West-Brabant. Tabel 4.5 Omvang winkelvloeroppervlak (m2) in Zuidwest-Nederland (2008) 2
Gebied
Aantal wvo (m ) Niet dagelijks
West-Brabant Zeeland Zuidwest-Nederland Bron: Locatus, CBS
Dagelijks
% dagelijks
2
VWO (m ) per 1000 inwoners
Totaal
%
Niet dagelijks
Dagelijks
Totaal
1.105.810
18,2
1.445
322
1.767
148.370
753.580
19,7
1.590
390
1.980
350.050
1.859.390
18,8
1.500
348
1.848
904.130
201.680
605.210 1.509.340
Baarle-Nassau heeft relatief gezien meeste winkelvloeroppervlak De gemeente Breda heeft met bijna 350.000 m2 wvo meer dan 2 keer zoveel vierkante meters wvo dan de nummer twee Roosendaal (153.300 m2). De gemeente Breda is goed voor 18,7% van het totale oppervlak van Zuidwest-Nederland en is de zevende winkelstad van Nederland. De ZuidwestNederlandse top 5 wordt gecompleteerd door Bergen op Zoom (140.400 m2), Goes (107.100 m2) en Terneuzen (106.700 m2). Wanneer het winkelvloeroppervlak wordt gerelateerd aan het aantal inwoners verandert de top 5 radicaal. Baarle-Nassau staat dan op nummer één met 4.450 m2 per 1000 inwoners. Op relatief grote afstand volgen Sluis (3.100 m2), Goes (2.910 m2), Hulst (2.534 m2) en Schouwen-Duiveland (2.220 m2). Sluis is koploper wanneer alleen naar het winkelvloeroppervlak wordt gekeken met betrekking tot dagelijks goederen.
42
Figuur 4.8 Omvang winkelvloeroppervlak per 1000 inwoners (2008) Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland Tholen
EttenLeur
Breda
Veere Middelburg
Bergen op Zoom
Goes
Rucphen Roosendaal Alphen-Chaam
Kapelle Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Antwerpen
Wvo (m 2) per 1000 inw oners 2.500 tot 4.500 1.950 tot 2.500 1.350 tot 1.950 1.100 tot 1.350 800 tot 1.100
Bron: Locatus; bewerking Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
Winkelvloeroppervlak fors toegenomen Sinds 2000 is het winkelvloeroppervlak in Zuidwest-Nederland met bijna 400.000 m2 toegenomen. Dit is een groei van 27,1%. De groei komt bijna geheel voor rekening van de niet-dagelijkse winkels. Deze groeiden met 34,5% (+387.000 m2), de dagelijks winkels blijven steken op 2,8% (+9.500 m2). De groei van het aantal wvo’s lag in West-Brabant (+29,0%) in de betreffende periode hoger dan in Zeeland (+24,5%). De groei van het winkelvloeroppervlak vormt een schril contrast met de ontwikkeling van het aantal winkels (-5,1%) en de gerelateerde werkgelegenheid (-4,4%). Er is een duidelijke tendens tot schaalvergroting zichtbaar. De komende jaren zal het winkelvloeroppervlak in Zuidwest-Nederland verder toenemen. Diverse grootschalige projecten zitten in de pijplijn (o.a. in Breda, Etten-Leur, Terneuzen en Hulst). Sterke procentuele toename winkelvloeroppervlak in Hulst, Etten-Leur en Tholen In een aantal gemeenten is het winkelvloeroppervlak sinds 2000 explosief gestegen. Absoluut gezien was de toename het grootst in Breda (+75.700 m2), Bergen op Zoom (+43.600 m2), Roosendaal (+39.600 m2) en Etten-Leur (34.700 m2). Wanneer de procentuele groei wordt berekend ziet het beeld er anders uit. Dan staan Etten-Leur (+90%), Tholen (+82%) en Hulst (+72%) duidelijk bovenaan. In deze gemeenten is het winkelvloeroppervlak bijna verdubbeld. Zundert en Geertruidenberg zijn de enige gemeenten die sinds 2000 een daling van het winkelvloeroppervlak laten zien.
43
4.4
Toerisme en recreatie
Toerisme en recreatie: een derde piek in de Delta Zuidwest-Nederland trekt honderdduizenden toeristen aan door de combinatie van de Zeeuwse kust en de Deltawateren, ruimte en natuur met de aanwezigheid van historische steden als Breda, Bergen op Zoom, Middelburg, Veere en Zierikzee. Ook de diversiteit in het verblijfsrecreatieve aanbod en de uitgebreide mogelijkheden van waterrecreatie hebben een grote aantrekkingskracht op vakantiegangers. De sector toerisme en recreatie is belangrijk voor de economie van Zuidwest-Nederland. Met name in Zeeland zorgt de toerist voor veel werkgelegenheid en voor extra omzet. Niet alleen op de campings, in de hotels, in de horeca en in de watersportbedrijven, maar bijna in alle sectoren van het midden- en kleinbedrijf, zoals bijvoorbeeld de detailhandel, de bouw en de dienstverlening. Daarnaast levert de toeristisch-recreatieve sector een belangrijke bijdrage aan het op peil houden van het voorzieningenniveau en de leefbaarheid voor de lokale bevolking. Dankzij het toerisme beschikken nog veel kernen in met name Zeeland over een uitgebreid winkelbestand. Regionale verdeling toeristische branches In directe zin zorgt het toerisme voor zo’n 24.700 banen in Zuidwest-Nederland. Daarnaast zijn nog vele duizenden mensen werkzaam in sectoren die in indirecte zin profijt trekken van het toerisme. De sector toerisme is onder te verdelen in verschillende branches: hotels & pensions, kampeerterreinen, bungalowparken, overige verblijfsaccommodaties, restaurants, cafés, overige eet- en drinkgelegenheden en watersport. Zeeland biedt de meeste toeristische banen in met name de branches ‘hotels & pensions’, ‘kampeerterreinen’, ‘bungalowparken’ en de ‘watersport’. Dit is te verklaren doordat Zeeland een lange toeristische traditie heeft en door de aanwezigheid van zee, strand en duinen de vakantieganger veel te bieden heeft. Figuur 4.9 Verdeling banen in de regio Zeeland en West-Brabant per toerisme branche in 2007 (%) Zeeland
Totaal Toerisme
West-Brabant
Watersport Overige eet- en drinkgelhdn Café's Restaurants Overige verblijsacc. Bungalowparken Kampeerterreinen Hotels en pensions 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Bron: RIBIZ, SES West-Brabant.
44
Toeristische bedrijvigheid verschilt sterk per gemeente Binnen Zuidwest-Nederland is er een aantal concentratiegebieden te onderscheiden. Zo is in de gemeente Veere het toerisme met zo’n 2.400 banen de grootste werkgever. Ook SchouwenDuiveland (1.950), Sluis (1.550), Noord-Beveland (750), Drimmelen (450), Geertruidenberg (275), Alphen-Chaam (240) en Baarle-Nassau (290) zijn gemeenten met veel banen in het toerisme. Voor Veere geldt dat 30% van de totale werkgelegenheid betrekking heeft op het toerisme. Voor NoordBeveland is dat 27%, voor Sluis 15% en voor Schouwen-Duiveland komt dit uit op 13%. Het toerisme is voor al deze gemeenten dan ook een belangrijke economische pijler. Niet toevallig liggen deze vier gemeenten ook alle aan de Noordzeekust. Figuur 4.10 Het directe werkgelegenheidsaandeel van recreatie en toerisme per gemeente in 2007 (%) Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland Tholen
EttenLeur
Breda
Veere Middelburg
Goes
Bergen op Zoom
Rucphen Roosendaal Alphen-Chaam
Kapelle Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Antwerpen
Aandeel R&T binnen w erkgelegenheid (%) 8,5 tot 30,0 5,0 tot 8,5 4,0 tot 5,0 3,5 tot 4,0 2,0 tot 3,5
Bron: RIBIZ, SES West-Brabant; bewerking Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
Relatief meeste bedden in Veere, meeste cafés in Zundert en meeste restaurants in Sluis Ook wanneer gekeken wordt naar de relatieve vertegenwoordiging van het aantal bedrijven dat zich richt op de toeristische en recreatieve markt zien we grote verschillen tussen de gemeenten. De gemeenten met de hoogste concentraties toeristische bedrijven zijn vooral te vinden in Zeeland. Wanneer de top 5 per categorie wordt bekeken, zijn alleen bij het aantal cafés twee West-Brabantse gemeenten terug te vinden. Vooral de hoogte van het aantal bedden per 10.000 inwoners onderstreept het toeristisch karakter van veel Zeeuwse gemeenten. Opvallend is dat steden als Breda en Bergen op Zoom achter blijven bij de Zeeuwse kustgemeenten. Wanneer gekeken wordt naar het aantal restaurants en cafés is te zien dat niet enkel het toeristisch aspect van invloed is, maar dat ook culturele aspecten en volksaard mede de omvang hiervan lijken te bepalen. Vooral gemeenten langs de landsgrens scoren hoog.
45
Tabel 4.6 Verdeling van bedden, cafés en restaurants naar omvang van de bevolking per gemeente in de regio Zeeland en West-Brabant in 2007 Gemeenten
Cijfers per 10.000 inwoners bedden
Rucphen Bergen Op Zoom
cafés
restaurants
24,9
8,0
2,7
100,8
11,3
4,4
Etten-Leur
57,6
3,0
4,7
Steenbergen
10,8
10,8
4,7
Halderberge
149,3
8,8
4,7
Oosterhout
49,6
5,6
5,0
Geertruidenberg
10,6
9,6
5,3
Roosendaal
36,7
9,1
5,6
Moerdijk
109,2
7,3
5,7
Zundert
22,9
15,3
6,7
Drimmelen
88,4
7,2
7,2
Breda
84,1
8,3
7,3
Alphen-Chaam Woensdrecht Baarle-Nassau
23,3
7,4
8,5
129,9
6,9
9,7
72,1
9,0
10,5
West-Brabant
71,2
8,4
6,0
Borsele
26,2
4,9
4,4
Tholen
17,4
6,3
4,8
Kapelle
103,7
3,3
5,0
62,9
6,1
5,2
Reimerswaal Goes
101,5
8,2
7,6
Middelburg
94,5
6,8
8,0
Vlissingen
112,1
8,0
8,2
Terneuzen
156,5
8,3
9,4
43,3
14,0
11,8
Hulst Schouwen-Duiveland
593,3
9,4
17,9
1.228,9
10,0
19,1
Noord Beveland
203,0
11,0
21,9
Sluis
507,8
14,0
33,0
Zeeland
230,4
8,5
11,2
Zuidwest-Nederland
131,5
8,4
7,9
Veere
Nederland 123,6 6,3 6,6 Bron: Horeca in Cijfers, CBS, bewerking door Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
Omvang toeristische markt De laatste jaren wordt de ontwikkeling van het aantal vakanties en het aantal overnachtingen door Nederlanders gekenmerkt door forse schommelingen. De trend is duidelijk anders dan tot voor kort toen sprake was van een gestage groei van het toerisme. Het aantal vakanties van Nederlanders in eigen land en in de regio Zuidwest-Nederland neemt de laatste jaren af. De opkomst van buitenlandse bestemmingen blijkt een serieuze concurrent te zijn voor de van oudsher bezochte bestemmingen als Zeeland. Omdat het aantal overnachtingen sneller daalt dan het aantal vakanties is ook in Zeeland te zien dat de gemiddelde verblijfsduur per verblijf afneemt.
46
Figuur 4.11 Ontwikkeling aantal overnachtingen van Nederlanders (2003=100) 140 Zeeland
120
West-Brabant Nederland
100 80 60 40 20 0 2003
2004
2005
2006
2007
Bron: CVO, Kenniscentrum Toerisme Hogeschool Zeeland.
Een miljoen buitenlandse toeristen kiezen Zuidwest-Nederland als vakantiebestemming Ongeveer één miljoen buitenlandse toeristen kiezen jaarlijks Zuidwest-Nederland als vakantiebestemming. Het marktaandeel van Zuidwest-Nederland in het totale aantal buitenlandse overnachtingen in Nederland bedraagt zo’n 15%. Gemiddelde bestedingsniveau stijgt, maar ligt onder landelijk niveau De gemiddelde besteding van de Nederlandse toerist loopt binnen de regio nauwelijks uiteen. Zowel in West-Brabant als in Zeeland komt in 2007 de gemiddelde directe besteding van een toerist uit op zo’n 27 euro per dag. De gemiddelde bestedingen laten de laatste jaren een opgaande lijn zien. Niettemin liggen ze nog altijd onder het Nederlandse gemiddelde. Figuur 4.12 Ontwikkeling gemiddelde besteding per dag van een Nederlandse toerist in Nederland (2005-2007) 35
Nederland Zeeland
in euros
30
West-Brabant
25 20 15 10 2005
2006
2007
Bron: CVO, Kenniscentrum Toerisme Hogeschool Zeeland.
Nieuwe product-marktcombinaties nodig om concurrentiepositie te verbeteren Louter het gegeven dat een groot aantal binnen- en buitenlandse toeristen momenteel ZuidwestNederland weet te vinden als vakantiebestemming, betekent niet dat dit ook voor de toekomst geldt. De dalende lijn in de toeristenstroom heeft onder andere te maken met toenemende concurrentie vanuit goedkope charterbestemmingen in Zuid-Europa, een verdergaande differentiatie in type consumentengroepen, hogere eisen wat betreft luxe en comfort en de vraag naar diversificatie van producten en vormen van vrijetijdsbesteding. De toeristische ondernemers zullen nog adequater en sneller in moeten spelen op deze ontwikkelingen. Nieuwe product-marktcombinaties zijn nodig om nog meer te voldoen aan de wensen van de hedendaagse toerist.
47
48
5.
Arbeidsmarkt
5.1
Aanbodkant arbeidsmarkt
5.1.1 Beroepsbevolking Groei beroepsbevolking hoger dan van totale bevolking De beroepsbevolking van Zuidwest-Nederland telde in 2007 zo’n 459.000 personen. Hiervan was 43% vrouw en 57% man. Landelijk ligt het aandeel vrouwen 1 procentpunt hoger. De beroepsbevolking is de afgelopen jaren sneller gegroeid dan de totale bevolking. Tussen 2000 en 2007 groeide de beroepsbevolking met 4,9% (21.600 personen), terwijl de groei van de bevolking bleef steken op 2,7%. Deze snellere groei wordt veroorzaakt door een toenemende arbeidsparticipatie (vooral van vrouwen). Arbeidsparticipatie laat stijgende lijn zien. In 2007 kende Zuidwest-Nederland een bruto arbeidsparticipatie van bijna 69%. Dit is het aandeel van de beroepsbevolking op de totale bevolking tussen 15 en 64 jaar. De arbeidsparticipatie ligt in Zuidwest-Nederland op een vergelijkbaar niveau als landelijk. Binnen Zuidwest-Nederland blijft de participatiegraad van Zeeland (67,1%) wat achter bij West-Brabant (69,7%). Zoals gezegd laat de arbeidsparticipatie een duidelijk stijgende lijn zien. In 2000 was er een participatiegraad van 66,4%, in 2007 van 68,8% en in 2015 wordt een aandeel van 71,9% verwacht. Mocht het overheidsbeleid om ouderen langer aan het werk te houden vruchten afwerpen dan zal de arbeidsparticipatie in de toekomst wellicht nog hoger uitvallen. Figuur 5.1 Bruto arbeidsparticipatie in Zuidwest-Nederland en Nederland in 2000, 2007 en 2015 73
Zuidwest-Nederland
72
Nederland
71 70 %
69 68 67 66 65 64 63 2000
2007
2015
Bronnen: CBS, CPB, CWI; bewerking ETIN Adviseurs, 2007
Alphen-Chaam kent hoogste arbeidsparticipatie, Rucphen de laagste Er zijn duidelijke verschillen in arbeidsparticipatie per gemeente. Deze verschillen worden door de leeftijdsstructuur veroorzaakt maar ook door sociaal-culturele factoren. Dit laatste geldt vooral ten aanzien van de arbeidsparticipatie van vrouwen. Binnen Zuidwest-Nederland kent Alphen-Chaam (73,1%) de hoogste participatiegraad. Baarle-Nassau (72,7%), Etten-Leur (71,6%), Breda (71,6%) en Geertruidenberg (71,1%) zitten eveneens boven de 70%. Rucphen is met een participatiegraad van slechts 62,4% hekkensluiter. Andere gemeenten met een lage arbeidsparticipatie zijn Veere (64,6%), Sluis (64,6%), Vlissingen (65,5%) en Middelburg (66,2%).
49
Figuur 5.2 Bruto arbeidsparticipatie per gemeente (2007) Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland Tholen
EttenLeur
Breda
Veere Middelburg
Bergen op Zoom
Goes
Rucphen Roosendaal Alphen-Chaam
Kapelle Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Antwerpen
Bruto arbeidsparticipatie per gem eente (%) 71 tot 74 69 tot 71 68 tot 69 66 tot 68 62 tot 66
Bronnen: CBS, CPB, CWI; bewerking ETIN Adviseurs, 2007
Sterke ‘vergrijzing’ beroepsbevolking Van de totale beroepsbevolking is iets meer dan 12% tussen 15 en 24 jaar, 44% tussen 24 en 44 jaar, 28% tussen 45 en 54 jaar en 15% is ouder dan 55 jaar. De leeftijdsopbouw van Zuidwest-Nederland wijkt niet noemenswaardig af van heel Nederland. Tussen 2000 en 2007 zijn de leeftijdscategorieën ’15-24 jaar’ (-1,3%) en ’25-44 jaar’ (-5,9%) in omvang kleiner geworden. Het aantal 45- tot 54-jarigen (+10,3%), maar vooral het aantal 55-plussers (+72,1%) zijn fors toegenomen. Vooral de sterke groei van het aantal 55-plussers laat zien dat de komende jaren een grote groep mensen zal uitstromen. Dit zal een grote vervangingsvraag met zich meebrengen en een verdere verkrapping van de arbeidsmarkt. Tabel 5.1 Beroepsbevolking Zuidwest-Nederland naar leeftijd (2007) Leeftijd
Zuidwest-Nederland abs.
%
Nederland %
15-24 jaar
53.450
12,4
11,8
25-44 jaar
226.700
44,2
45,9
45-54 jaar
118.350
28,1
27,5
55-64 jaar Totaal
60.750
15,3
14,8
459.250
100,0
100,0
Bronnen: CBS, CPB, CWI; bewerking ETIN Adviseurs, 2007
50
Ontwikkeling beroepsbevolking vertraagt komende jaren Volgens prognoses zal de beroepsbevolking in Zuidwest-Nederland de komende jaren maar zeer bescheiden toenemen. Tussen 2007 en 2015 gaat het om bijna 5.000 personen, oftewel een groei van 1,1%. Landelijk (+3,0%) wordt een hogere groei geraamd. Vooral in Zeeland komt de groei helemaal tot stilstand. De groei van de beroepsbevolking ligt nog wel boven die van de totale bevolking (20072015: +0,1%). Vooral de leeftijdscategorie ’25-44 jaar’ laat een sterke daling zien. Dit is ook landelijk het geval. Aangezien deze groep wordt gekenmerkt door een hoge participatiegraad zal dit ook op de arbeidsmarkt voelbaar zijn. Het aantal 45-plussers laat een duidelijke toename zien. Tabel 5.2 Ontwikkeling van de beroepsbevolking in Zuidwest-Nederland en Nederland (2007-2015) Leeftijd
Zuidwest-Nederland Abs.
15-24 jaar
4.150
25-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar Totaal
West-Brabant
Zeeland
Nederland
%
%
%
% 7,7
7,3
8,4
5,4
-21.450
-9,5
-10,0
-8,5
-7,7
12.000
10,2
12,9
5,4
13,3
10.150
16,7
19,0
12,9
24,0
4.850
1,1
1,6
0,0
3,0
Bronnen: CBS, CPB, CWI; bewerking ETIN Adviseurs, 2007
Beroepsbevolking Zuidwest-Nederland iets lager opgeleid Van de totale beroepsbevolking is het grootste deel middelbaar opgeleid (mbo). In totaal gaat het om 47% van de totale beroepsbevolking. Ruim 25% is lager opgeleid (maximaal vmbo) en zo’n 28% is hoger opgeleid (hbo of wo). Vergeleken met het landelijke beeld kent Zuidwest-Nederland relatief meer lager en middelbaar opgeleiden en minder hoger opgeleiden. Vooral in Zeeland blijft het aandeel hoger opgeleiden duidelijk achter (Zeeland 26%, Nederland 32%). Figuur 5.3 Beroepsbevolking van Zuidwest-Nederland en Nederland naar opleidingsniveau (2007) 50
Zuidwest-Nederland
45
Nederland
40 35 % 30
25 20 15 10 5 0 basis
vmbo
mbo
hbo
wo
Bronnen: CBS, CPB, CWI; bewerking ETIN Adviseurs, 2007
5.1.2 Werkloosheid Sterke daling werkloosheid in Zuidwest-Nederland Januari 2008 telde Zuidwest-Nederland bijna 23.700 niet-werkende werkzoekenden (geregistreerd via CWI). Ongeveer 65% hiervan heeft betrekking op West-Brabant, 35% op Zeeland. De werkloosheid is in Zuidwest-Nederland, net als in heel Nederland, de afgelopen jaren sterk gedaald.
51
Op 1 januari 2005 werden er nog meer dan 38.000 werklozen geteld, zo’n 14.500 meer dan op januari 2008. Dit is een daling van 38%. De werkloosheid is iets sneller gedaald dan gemiddeld in Nederland (-35%). Vooral in West-Brabant (-41%) is het aantal nww-ers fors gedaald. Zeeland (-32%) blijft iets achter. Figuur 5.4 Geïndexeerde ontwikkeling (jan. 2005=100) van het aantal niet-werkende werkzoekenden in Zuidwest-Nederland en Nederland 105 100 95
Zuidwest Nederland Nederland
90 85 80 75 70 65 60 55 50 Januari
November
September
Juli
2006
Mei
Maart
Januari
November
September
Juli
Mei
Maart
Januari
November
September
Juli
Mei
Maart
Januari
2005
2007
Bron: CWI
Werkloosheid Zuidwest-Nederland onder landelijk gemiddelde Het werkloosheidspercentage ligt in Zuidwest-Nederland onder het landelijke gemiddelde. In Zuidwest-Nederland is 5,2% van de totale beroepsbevolking werkloos, landelijk is dat 6,0%. In WestBrabant (5,3%) ligt de werkloosheid een fractie hoger dan in Zeeland (5,0%). Beide regio’s zitten onder het landelijke gemiddelde. Figuur 5.5 Aandeel nww-ers op totale beroepsbevolking per regio (januari 2008) 6,2 6,0 5,8 %
5,6 5,4 5,2 5,0 4,8 4,6 4,4 West-Brabant
Zeeland
Zuidwest-Nederland
Bron: CWI, ETIN Adviseurs
52
Nederland
Vlissingen heeft het hoogste werkloosheidspercentage, Schouwen-Duiveland het laagste De gemeente Breda telt met ruim 5.300 nww-ers veruit de meeste werklozen. Roosendaal (1.930) en Bergen op Zoom (1.870) volgen op grote afstand. Relatief gezien is echter Vlissingen koploper. Deze gemeente heeft een werkloosheidspercentage van 8,0%. De top 5 wordt gecompleteerd door Terneuzen (6,6%), Breda (6,5%), Rucphen (6,2%) en Bergen op Zoom (6,2%). Vooral de meer landelijke gemeenten kennen een zeer lage werkloosheid. Schouwen-Duiveland heeft met 2,3% het laagste werkloosheidspercentage van Zuidwest-Nederland. Ook Alphen-Chaam (2,4%), Kapelle (2,9%), Borsele (3,0%) en Zundert (3,1%) kennen een laag werkloosheidspercentage. Figuur 5.6: Werkloosheidspercentage (niet-werkende werkzoekenden) per gemeente op 1 januari 2008 Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland Tholen
EttenLeur
Breda
Veere Middelburg
Bergen op Zoom
Goes
Rucphen Roosendaal Alphen-Chaam
Kapelle Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Antwerpen
Werkloosheidspercentage per gem eente (%) 6,3 tot 8,0 4,9 tot 6,3 4,1 tot 4,9 3,2 tot 4,1 2,2 tot 3,2
Bron: CWI, ETIN Adviseurs; bewerking Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
Bijna helft van werklozen staat reeds langer dan 2 jaar inschreven Van de bijna 23.700 werklozen in Zuidwest-Nederland is 53% van het vrouwelijk geslacht. Ter vergelijking, vrouwen hebben een aandeel van 43% in de totale beroepsbevolking. Dit betekent dus dat het werkloosheidspercentage van vrouwen hoger ligt dan van mannen (6,4% versus 4,2%). Van het werklozenbestand is bijna 44% 50 jaar of ouder. Dit percentage ligt in Zuidwest-Nederland en vooral in West-Brabant (44%) hoger dan gemiddeld in Nederland (38%). Het opleidingsniveau van de werklozen is over het algemeen niet hoog. Zo’n 55% van de werklozen heeft maximaal basisonderwijs of vmbo. Maar iets meer dan 10% is hoger opgeleid (hbo/wo). Dit beeld wijkt niet noemenswaardig af van het landelijke samenstelling. Verder blijkt dat bijna de helft van de werklozen reeds langer dan 2 jaar staat ingeschreven. Deze mensen zijn over het algemeen moeilijk bemiddelbaar.
53
Tabel 5.1 Niet-werkende werkzoekenden in Zuidwest-Nederland en Nederland naar kenmerk (1 jan. 2008) Kenmerken Totaal
West-Brabant
Zeeland
ZuidwestNederland
Nederland
15.497
8.198
23.695
458.032
5,3
5,0
5,2
6,0
Man
46,8
46,3
46,6
47,1
Vrouw
53,2
53,7
53,4
52,9
Werkloosheidspercentage (%) Geslacht (%)
Leeftijd (%) Jonger dan 23 jaar 23 tot 40 jaar
3,7
4,9
4,2
4,0
26,4
28,0
27,0
30,3
40 tot 50 jaar
25,4
25,4
25,4
27,5
50 jaar en ouder
44,5
41,6
43,5
38,3
Basis
25,1
21,0
23,7
25,9
Vmbo
31,0
30,6
30,9
30,4
Mbo / havo / vwo
31,4
36,5
33,1
30,2
9,7
9,4
9,6
9,7
Opleidingsniveau (%)
Hbo / bachelor Wo / master
2,7
2,4
2,6
3,8
Niet geregistreerd
0,0
0,0
0,0
0,1
00-12 maanden
37,0
38,6
37,6
34,2
12-24 maanden
13,1
14,5
13,6
13,9
>24 maanden Bron: CWI, ETIN Adviseurs
49,9
46,9
48,9
51,9
Werkloosheidsduur (%)
Daling van werkloosheid onder ouderen blijft achter Wanneer naar de ontwikkeling van het aantal nww-ers wordt gekeken in de periode 1 januari 2007 en 1 januari 2008 blijkt dat de daling zich binnen alle segmenten heeft voorgedaan. Opvallend is wel dat de daling van het aantal 50-plussers (-11,9%) wat achter blijft bij het gemiddelde (-19,8%). Ook de werklozen met alleen basisonderwijs (-10,1%) blijven iets achter. Wanneer wordt gekeken naar de ontwikkeling van de werkloosheidsduur, valt op dat vooral de categorie ’12 t/m 24 maanden’ (-37,1%) fors kleiner is geworden. Positief is ook dat er een duidelijk daling zichtbaar is van het aantal langdurig werklozen (-17,5%).
5.1.3 Uitkeringen Aandeel uitkeringsgerechtigden in Zuidwest-Nederland onder landelijk gemiddelde In het tweede kwartaal van 2007 telde Zuidwest-Nederland ruim 74.000 personen met een uitkering. Dat is 11,1% van de potentiële beroepsbevolking (alle 15- tot 64 jarigen). Landelijk (12,4%) ligt dit percentage iets hoger. In Zeeland (10,9%) ligt het aandeel uitkeringsgerechtigden iets lager dan in West-Brabant (11,2%). Van alle uitkeringen heeft 60% betrekking op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, 20% op een werkloosheidsuitkering, 19% op een bijstandsuitkering en bijna 1% op een IOAW- en IOAZ-uitkering (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of gewezen zelfstandigen). Vergeleken met de landelijke verdeling ligt het aandeel bijstandsuitkeringen in Zuidwest-Nederland iets lager (19% versus 24%), de overige uitkeringen hebben een iets zwaarder gewicht.
54
Figuur 5.7 Aandeel personen met een uitkering op de totale potentiële beroepsbevolking (aantal 15- tot 65-jarigen) 13,0 12,5 12,0 % 11,5 11,0 10,5 10,0 9,5 9,0 West-Brabant
Zeeland
Zuidwest-Nederland
Nederland
Bron: CBS
Rucphen telt relatief meeste uitkeringstrekkers, Alphen-Chaam de minste Binnen Zuidwest-Nederland telt de gemeente Rucphen (16,0%) relatief (in relatie tot het aantal 15- tot 65-jarigen) de meeste personen met een uitkering. Vlissingen (13,5%), Bergen op Zoom (13,0%), Goes (12,6%) en Sluis (12,4%) bezetten de plaatsen twee tot en met vijf. Helemaal onderaan staat Alphen-Chaam met slecht 6,9%. Ook in Veere (7,6%) en Kapelle (7,9%) hebben maar weinig personen met een uitkering. Figuur 5.8 Aandeel personen met een uitkering op de potentiële beroepsbevolking (2007) Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland
EttenLeur
Tholen
Breda
Veere Middelburg
Bergen op Zoom
Goes
Roosendaal
Rucphen Alphen-Chaam
Kapelle Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Antwerpen
Aandeel uitkeringen op pot. beroepsbevolking (%) 12,5 tot 16,0 11,5 tot 12,5 10,0 tot 11,5 8,5 tot 10,0 6,0 tot 8,5
Bron: CBS
55
Sterke daling van aantal personen met uitkering Het aantal personen met een uitkering is in Zuidwest-Nederland in één jaar tijd met bijna 8.700 fors gedaald. Dit is gelijk aan een daling van 10,5%. Een sterke daling is zichtbaar bij het aantal WWuitkeringen. De gunstige conjunctuur in combinatie met strengere richtlijnen zorgden voor een daling van 23,8%. Het aantal personen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering daalde met 5,1%, het aantal bijstandsuitkeringen kromp met 9,1%. Ook het aantal IOAW/IOAZ-uitkeringen daalde fors (25,3%), echter het gaat hier slechts om beperkte aantallen.
5.2
Vraagkant arbeidsmarkt
Na aantal zwakke jaren begint de banenmachine weer op stoom te komen De werkgelegenheid zit de laatste jaren weer duidelijk in de lift. Voor het tweede jaar op rij is er weer sprake van een duidelijk toename van het aantal banen. In de periode 2002-2005 was dit heel anders. Toen was er een krimp zichtbaar. In de periode 2000-2007 zijn er in Zuidwest-Nederland ongeveer 11.400 banen bijgekomen. Dit is een groei van 2,5%. Daarmee blijft Zuidwest-Nederland wel duidelijk achter bij de landelijk ontwikkeling (+5,8%). Vooral in Zeeland is de werkgelegenheid in de betreffende periode nauwelijks gegroeid (+0,8%). West-Brabant (+3,5%) komt hoger uit, maar blijft ook onder het landelijke niveau. In de periode 2006-2007 groeide de werkgelegenheid in Zuidwest-Nederland met 2,4%. Dit komt overeen met iets meer dan 11.000 banen. Landelijk (+2,2%) lag de groei een fractie lager. Vooral West-Brabant (+2,9%) kende een hoge groei-intensiteit. Zeeland (+1,6%) doet het rustiger aan. Figuur 5.9 Ontwikkeling van de werkgelegenheid in Zuidwest-Nederland (2001-2007) 3,0
Zuidwest-Nederland
2,5
Nederland
2,0 1,5 1,0 % 0,5 0,0 -0,5 -1,0 -1,5 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Bron: RIBIZ en SES West-Brabant
Zorgsector compenseert werkgelegenheidsverlies landbouw en industrie Vooral in de periode 2003-2005 was er sprake van een ongunstige werkgelegenheidsontwikkeling. Dit was is belangrijke mate toe te schrijven aan de ontwikkeling in de industriële sector. In de industrie zijn sinds 2000 bijna 7.800 banen (-9,4%) verloren gegaan. Ook de landbouw staat met een afname van 4.700 banen (-15,7%) duidelijk in de min. Andere krimpsectoren zijn de bouwnijverheid (-1.500 banen) en de financiële instellingen (-1.800 banen).
56
Grote ‘winnaar’ is de gezondheidszorg. In de periode 2000-2007 zijn er bijna 14.000 banen (+24,6%) bijgekomen. De zorgsector heeft daarmee het verlies van de landbouw en industrie kunnen compenseren. Ook de zakelijke dienstverlening was met een toename van 6.200 banen (+12,9%) een belangrijke banenmotor. In grote lijnen komt de ontwikkeling in Zuidwest-Nederland overeen met die van heel Nederland. Ondanks sterke groei aantal bouwbedrijven toch verlies werkgelegenheid Een opvallende ontwikkeling is de krimp van de bouwsector in Zuidwest-Nederland. Terwijl het aantal vestigingen met meer dan 50% is toegenomen, daalde de werkgelegenheid met bijna 5%. Dit heeft vooral te maken met de sterke groei van het aantal zzp-ers en het werkgelegenheidsverlies van een beperkt aantal grotere bouwbedrijven. Tabel 5.2: Ontwikkeling werkgelegenheid in Zuidwest-Nederland en Nederland per sector (2000-2007) Sector
Zuidwest-Nederland Abs.
%
West-Brabant
Zeeland
Nederland
%
%
%
Landbouw en visserij
-4.735
-15,7
-22,5
-7,6
-16,1
Industrie
-7.768
-9,4
-10,5
-7,1
-12,2
Bouwnijverheid
0,8
-1.549
-4,9
-5,2
-4,4
Groothandel
364
1,2
0,0
4,2
1,0
Detailhandel
-1.457
-2,5
2,7
-9,8
5,0
Toerisme
434
1,8
0,0
3,7
7,8
Vervoer/opslag/communicatie
645
2,2
5,5
-3,0
1,8
-1.826
-16,1
-20,9
-9,3
-3,8
Zakelijke dienstverlening
6.209
12,9
13,2
12,2
16,3
Openbaar bestuur en overheid
1.581
6,5
10,5
-0,2
5,9
Financiële instellingen
Onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Overige diensten Totaal
3.040
13,4
16,9
8,1
15,0
13.626
24,6
28,4
18,5
24,7
2.846
18,2
20,4
13,9
17,8
11.410
2,5
3,5
0,8
5,8
Bron: RIBIZ en SES West-Brabant
Moerdijk kent hoogste werkgelegenheidsgroei, Rucphen de laagste Van alle gemeenten binnen Zuidwest-Nederland kende de gemeente Moerdijk in de periode 20002007 de hoogste werkgelegenheidsgroei. In totaal nam de werkgelegenheid in deze gemeente met 12,4% toe. Het gaat hierbij in totaal om 2.210 arbeidsplaatsen. Andere snelle groeiers zijn Oosterhout (+10,3%), Middelburg (9,2%), Woensdrecht (+8,3%) en Roosendaal (+8,0%). Roosendaal heeft absoluut gezien de grootste werkgelegenheidstoename gerealiseerd (+2.950 banen). De gemeente Rucphen is binnen Zuidwest-Nederland hekkensluiter. In deze gemeente daalde de werkgelegenheid sinds 2000 met 9,0%. Andere gemeenten met een ongunstige werkgelegenheidsontwikkeling zijn Steenbergen (-7,9%), Zundert (-7,0%), Geertruidenberg (-5,2%) en Halderberge (-2,9%). In bijna de helft van alle gemeenten in Zuidwest-Nederland is de werkgelegenheid in de periode 2000-2007 gekrompen.
57
Figuur 5.10 Werkgelegenheidsgroei in de periode 2000-2007 per gemeente (%) Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland Tholen
EttenLeur
Breda
Veere Middelburg
Bergen op Zoom
Goes
Rucphen Roosendaal Alphen-Chaam
Kapelle
Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Antwerpen
Werkgelegenheidsgroei 2000-2007 (%) 7,5 tot 13,0 4,0 tot 7,5 -0,5 tot 4,0 -2,5 tot -0,5 -9,0 tot -2,5
Bron: RIBIZ en SES West-Brabant; bewerking Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
Zuidwest-Nederland heeft belangrijke werkgelegenheidsfunctie Zuidwest-Nederland heeft een sterke werkgelegenheidsfunctie. Dit blijkt uit de berekening van de zogenaamde ´werkgelegenheidsfunctie-index´ (werkgelegenheid / beroepsbevolking x 100). Een score boven de 100 duidt op een relatief grote werkgelegenheidsfunctie (meer banen dan beroepsbevolking). Zuidwest-Nederland komt uit op een index van 103,3. Er zijn dus meer banen dan mensen die deze banen zouden kunnen vervullen. Dit duidt op een positief inkomend pendelsaldo. Vooral Zeeland scoort met een index van 106,1 hoog. West-Brabant blijft met 101,7 onder het regiogemiddelde. Het landelijke gemiddelde komt uit op 101,5. Figuur 5.11 Werkgelegenheidsfunctie van Zuidwest-Nederland en Nederland (2007) 107 106 105 104 103 102 101 100 99 West-Brabant
Zeeland
Zuidwest-Nederland
Bron: RIBIZ, SES West-Brabant, CBS, CPB, CWI
58
Nederland
Goes heeft grootste werkgelegenheidsfunctie, Steenbergen de kleinste De gemeente Breda heeft van alle gemeenten veruit de meeste banen. Desalniettemin is de gemeente Goes koploper wanneer de werkgelegenheid wordt gekoppeld aan de omvang van de beroepsbevolking. Goes komt uit op een index van maar liefst 148. Andere gemeenten met een sterke werkgelegenheidsfunctie zijn Middelburg (123), Terneuzen (120), Moerdijk (120) en Breda (118). De gemeenten met de laagste werkgelegenheidsfunctie zijn Alphen-Chaam (66), Halderberge (65), Drimmelen (62), Rucphen (62) en Steenbergen (61). Deze gemeenten, alle gelegen in West-Brabant, hebben een relatief sterke uitgaande pendel. Figuur 5.12 Werkgelegenheidsfunctie (werkgelegenheid/beroepsbevolking*100) per gemeente (2007) Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland Tholen
Breda
EttenLeur
Veere Middelburg
Bergen op Zoom
Goes
Rucphen Roosendaal Alphen-Chaam
Kapelle
Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Antwerpen
Werkgelegenheidsfunctie per gem eente (%) 116 tot 150 106 tot 116 86 tot 106 66 tot 86 60 tot 66
Bron: RIBIZ, SES West-Brabant, CBS, CPB, CWI; bewerking Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
59
60
6.
Bedrijventerreinen
6.1
Voorraad bedrijventerreinen
Bedrijventerreinen goed voor 4% van totale grondoppervlak Zuidwest-Nederland kent een bruto voorraad bedrijventerreinen van 12.794 hectare. De netto voorraad (dus exclusief groen, infrastructuur, e.d.) komt uit op 8.846 hectare, oftewel 69% van het totaal. Van de bruto voorraad ligt 54% in West-Brabant en 46% in Zeeland. De totale voorraad bedrijventerreinen beslaat 4% van het totale grondoppervlak in ZuidwestNederland. In West-Brabant (5,0%) ligt dit ruimtebeslag iets hoger dan in Zeeland (3,3%). Van de totale bedrijventerreinenvoorraad is reeds 86% uitgegeven. Tabel 6.1 Voorraad bedrijventerreinen in Zuidwest-Nederland (1 januari 2007) Gebied
Bruto voorraad hectare
West-Brabant Zeeland Zuidwest-Nederland
6.912
Netto voorraad %
Hectare
Aandeel in grondoppervlak %
%
52,0
5,0
94,1
4.243
48,0
3,3
77,7
8.846
100,0
4,0
86,2
54,0
4.603
5.882
46,0
12.794
100,0
%
Aandeel reeds uitgegeven
Bron: IBIS
Grote herstructureringsopgave Zuidwest-Nederlandse bedrijventerreinen Volgens de jaarlijkse bedrijventerreinenenquête van de Provincies blijkt dat tussen de 25% en 30% van het totale bruto oppervlak als verouderd kan worden bestempeld. In totaal gaat het om ruim 3.500 hectare. Zeeland is goed voor bijna 1.800 hectare verouderd terrein (30% van totaal), in West-Brabant gaat het om z’n 1.740 hectare (25%). Wordt in West-Brabant het bedrijventerrein Moerdijk buiten beschouwing gelaten dan stijgt het aandeel verouderd bedrijventerrein naar circa 40%. Het mag duidelijk zijn dat hier een grote opgave ligt voor de komende jaren. Overigens wordt op diverse plaatsen reeds hard gewerkt aan herstructurering en revitalisering.
6.2
Aanbod bedrijventerreinen
Driekwart aanbod bedrijventerreinen ligt in Zeeland Zuidwest-Nederland kende op 1 januari 2007 een bedrijventerreinenaanbod van 1.192 hectare. Hiervan is 89% in handen van een gemeente of industrie-/havenschap. Van het totale aanbod in Zuidwest-Nederland is meer dan 77% te vinden in Zeeland, West-Brabant is goed voor 23%. Van het aanbod is tweederde (bijna 805 hectare) terstond uitgeefbaar. Het gaat hierbij om hectares die direct gereed zijn voor uitgifte, ontsloten en bouwrijp zijn. Zo’n 376 hectare bedrijventerrein is niet-terstond uitgeefbaar. Dit zijn hectares die pas op termijn gereed komen voor uitgifte. Ten opzichte van 1 januari 2006 is het aanbod in Zuidwest-Nederland met 88 hectare gedaald (-6,9%). De daling was het grootst in West-Brabant (-49 hectare).
61
Tabel 6.2 Voorraad bedrijventerreinen in Zuidwest-Nederland (1 januari 2007) Gebied
Totaal aanbod
Terstond uitgeefbaar
hectare West-Brabant
%
271,83
Zeeland Zuidwest-Nederland Bron: IBIS
hectare
22,8
229,61
920,40
77,2
1.192,23
100,0
Niet-terstond uitgeefbaar %
hectare
%
28,5
42,22
11,2
575,13
71,5
334,27
88,8
804,74
100,0
376,49
100,0
Grootste aanbod bedrijventerreinen in Terneuzen Het grootste aanbod bedrijventerrein is te vinden in de gemeente Terneuzen. In totaal gaat het hier om een aanbod van 484 hectare. Meer dan de helft van dit aanbod is echter nog niet terstond beschikbaar. Het gaat hier om het bedrijventerrein ‘Axelse Vlakte I’. Na Terneuzen volgen Vlissingen (174 hectare), Borsele (144 hectare), Halderberge (89 hectare) en Roosendaal (60 hectare). In de gemeenten Baarle-Nassau, Steenbergen en Zundert is geen terrein beschikbaar. Deze gemeenten moeten aan bedrijven dus nee verkopen. Ook in gemeenten als Woensdrecht, Geertruidenberg, Alphen-Chaam, Drimmelen, Veere en Rucphen is het aanbod minimaal. Figuur 6.1 Aanbod bedrijventerreinen, inclusief zeehaventerreinen, per 1 januari 2007 per gemeente (in hectare) Rotterdam
Schouw en-Duiveland Drim m elen
Moerdijk
Geertruidenberg Oosterhout
Steenbergen Halderberge
Noord-Beveland Tholen
EttenLeur
Breda
Veere Middelburg
Bergen op Zoom
Goes
Rucphen Roosendaal Alphen-Chaam
Kapelle Zundert
Vlissingen Borsele
Baarle-Nassau Reim ersw aal
Woensdrecht
Sluis Hulst Terneuzen
Antwerpen
Totaal aanbod bedrijventerreinen (ha) 100 tot 500 20 tot 100 5 tot 20 0,5 tot 5 0 tot 0,5
Bron: IBIS; bewerking Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
62
Meeste terrein direct uitgeefbaar in Haventerrein Sloe Per 1 januari 2007 was op het Haventerrein Sloe de meeste grond terstond uitgeefbaar (286,9 hectare). Dit aanbod is bijna gelijk verdeeld over de gemeenten Vlissingen (145,7 hectare) en Borsele (141,2 hectare). Andere terreinen in Zuidwest-Nederland met relatief veel terstond uitgeefbaar bedrijventerrein zijn Mosselbanken (80,0 hectare), Axelse Vlakte II (79,2 hectare) en Borchwerf IIA (56,7 hectare). Op het grote bedrijventerrein Moerdijk was begin 2007 ‘maar’ 15,1 hectare uitgeefbaar. Op termijn zal hier de restcapaciteit van Shell voor een verruiming van het aanbod kunnen zorgen. Tabel 6.3 Top 10 bedrijventerreinen met grootste aanbod terstond beschikbaar per 1 januari 2007 Naam terrein
Plaats
Bruto oppervlak
Netto oppervlak
Haventerrein Sloe
Vlissingen/Borsele
2.134,5
1.256,1
Terstond uitgeefbaar 286,9
Mosselbanken
Terneuzen
113,0
80,0
80,0
Axelse Vlakte II
Westdorpe
167,5
96,2
79,2
Borchwerf II A (Halderberge)
Oud Gastel
96,1
68,9
56,7
Recyclingzone
Terneuzen
61,0
45,0
41,0
Mortiere I
Middelburg
40,0
30,3
24,0
Logistiek Park Braakmanpolder
Terneuzen
27,0
27,0
16,6
Hoogeind III
Breda
Moerdijk
Moerdijk
Borchwerf II D (Halderberge) Bron: IBIS
Oud Gastel
25,0
20,0
15,5
2.600,0
1.185,0
15,1
34,3
20
14,3
Veel aanbod van zeehaventerreinen in Zuidwest-Nederland Van het totale aanbod in Zuidwest-Nederland heeft 39% (464,9 hectare) betrekking op zeehaventerreinen, 34% op gemengde terreinen (409,9 hectare), 22% (464,9 hectare) op zware industrieterreinen, 4% op hoogwaardige bedrijvenparken (44,2 hectare) en bijna 1% op distributieparken (6,7 hectare). Vooral het aanbod aan zeehaventerreinen en zware industrieterreinen is voor het grootste gedeelte te vinden in Zeeland. Zeeland kent een relatief laag aandeel gemengde terreinen (nog geen 20%). In West-Brabant ligt de nadruk juist heel sterk op gemengde terreinen (84%). Figuur 6.2 Totaal aanbod bedrijventerreinen in Zuidwest-Nederland naar type (1 jan. 2007) Zeeland
Zeehaventerreinen
West-Brabant
Gemengde terreinen Zware industrieterreinen Hoogwaardige bedrijvenparken Distributieparken 0
100
200
300 hectare
Bron: IBIS
63
400
500
6.3
Uitgifte bedrijventerreinen
Uitgifte laatste jaren stabiel op relatief laag niveau De afgelopen jaren werd er in Zuidwest-Nederland gemiddeld tussen de 85 en 90 hectare bedrijventerrein uitgegeven. Dit ligt duidelijk onder het gemiddelde van de periode 1999-2006 (circa 139 hectare per jaar). De relatief lage uitgifte van de periode na 2002 kan vooral worden verklaard door de ongunstige conjunctuur. Ook discrepanties tussen vraag en aanbod kunnen een rol gespeeld hebben. Van de totale uitgifte vanaf 1999 had 57% betrekking op bedrijventerreinen in West-Brabant. Figuur 6.3 Uitgifte bedrijventerrein in Zuidwest-Nederland in de periode 1999-2006 (in hectare) 300
West-Brabant Zeeland
250
hectare
200 150 100 50 0 1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
Bron: IBIS
Meeste uitgifte in 2006 in de gemeente Halderberge In 2006 is iets meer dan 85 hectare bedrijventerrein uitgegeven. Bijna 20% hiervan (16,7 hectare) heeft in de gemeente Halderberge plaatsgevonden. Het gaat hier vooral om de uitgifte van Borchwerf II. De top 5 van gemeenten met de meeste terreinuitgifte wordt gecompleteerd door Breda (10,0 hectare), Middelburg (9,0 hectare), Goes (5,4 hectare) en Roosendaal (5,0 hectare). In een kwart van alle gemeenten is in 2006 geen bedrijventerrein verkocht. In de meeste gevallen gaat het om gemeenten waar geen of bijna geen aanbod voorhanden is/was. Door de gunstige conjunctuur wordt verwacht dat de uitgifte in 2007 hoger zal liggen dan in 2006.
64
BIJLAGE
65