Slaap Waak Centrum
Snurken en het Slaapapneusyndroom Afspraak op het Slaap Waak Centrum Een slaapprobleem of een slaapgerelateerd probleem heeft vaak een brede aanpak nodig. In het Slaap Waak Centrum werken wij daarom met een multidisciplinair team. Dit houdt in dat verschillende zorgverleners vanuit hun eigen deskundigheid, zich bezig houden met uw probleem. U heeft niet met al deze zorgverleners een afspraak. Eén keer per week komt het team bij elkaar om alle patiënten te bespreken. Daarmee zijn wel alle zorgverleners bij uw probleem betrokken. De zorgverleners zijn onderdeel van verschillende poliklinieken en afdelingen binnen het Jeroen Bosch ziekenhuis. De intake, onderzoeken, uitslagen en behandelingen kunnen daardoor plaatsvinden op de volgende poliklinieken, afdelingen van het Slaap Waak Centrum: • polikliniek Longgeneeskunde; • polikliniek Neurologie; • polikliniek Keel-, Neus- en Oorheelkunde (KNO); • functieafdeling Longgeneeskunde; • Klinische Neurofysiologie; • medische psychologie. Verder werken wij samen met het TandheelkundigCentrum in Rosmalen en Vught. Kunt u niet naar uw afspraak komen? Als u niet kunt komen, geeft u dit dan zo snel mogelijk door aan de afdeling Klinische Neurofysiologie. We kunnen uw plaats dan gebruiken om een andere patiënt te helpen. Zo werkt u ook mee om de wachtlijsten zo kort mogelijk te houden! Het telefoonnummer van de afdeling is (073) 553 86 80.
Wat is snurken? Als u snurkt, maakt u bij het ademhalen tijdens het slapen een zagend, ruisend/ brommend geluid. Dit geluid is soms zo sterk dat een partner, huisgenoot of zelfs buren er last van kunnen hebben.
Deze informatie voor patienten is met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend. © Jeroen Bosch Ziekenhuis / www.jeroenboschziekenhuis.nl
(NEU-121, uitgave juni 2015)
Bij de ademhaling gaat de lucht via de neusholte, de keelholte en de luchtpijp naar de longen.
Zijaanzicht van de neusholte (1), de mondholte (2) de tong (3), het harde gehemelte (4) zachte gehemelte met in het midden daarvan de huig (5) de keelholte (6) met daaronder de stembanden (dit zijn twee witte slijmvliesplooien net onder het cijfer 7), de luchtpijp (8), die vóór de slokdarm (9) ligt en de adamsappel (10).
Aan het begin van de luchtpijp zitten de stembanden. Deze zitten ter hoogte van de adamsappel. Snurkgeluiden ontstaan door een vernauwing in de luchtweg tussen de ingang van de neus en de stembanden. Bij mensen die snurken is soms de neusholte te smal. Meestal komt het snurken door een vernauwing achter de huig. De huig is de overgang van de neus- naar de keelholte. Tot slot kan het geluid ontstaan in de keelholte áchter de tong (zie in de tekening het ovale gebied).
Door deze vernauwing ontstaat er bij het inademen een kracht in de keel. Hierdoor worden het gehemelte met de huig, de tong en de wanden van de keelholte naar elkaar toe gezogen. Dit gaat trillen en veroorzaakt het snurkgeluid.
Wie snurken er?
Snurken komt voor op alle leeftijden en neemt toe met de leeftijd. Op oudere leeftijd snurken meer mensen en is het snurkgeluid harder. Dit komt omdat het slijmvlies van de keelholte bij het ouder worden dikker wordt. Vetweefsel hoopt zich op in de keel, daardoor wordt de doorgang van de luchtweg kleiner. Ook worden slijmvliezen op oudere leeftijd slapper, net als de huid. Daardoor kunnen ze makkelijker gaan trillen.
Waardoor gaat u meer snurken? • Slapen op de rug. Hierdoor zakken het zachte gehemelte, de huig en de tong naar achteren. • Als u van uzelf een lang en vrij slap zacht gehemelte en huig heeft. • Verslapping van de spieren van het zachte gehemelte, de huig en de tong. Dit kan komen door oververmoeidheid en door ouder worden. Ook alcohol en bepaalde medicijnen (slaapmiddelen, kalmerende middelen) verminderen de spanning in deze spieren waardoor ze verslappen. • Voortdurende irritatie van de keel. Dit kan komen door roken of brandend maagzuur. Hierdoor kan de wand van de keelholte dikker worden en de doorgang vernauwen. • Overgewicht. Hierbij worden ook de wanden van de keelholte dikker. • Dikke keel- en/of neusamandel. Dit komt vooral bij kinderen voor. • Een te nauwe neusholte oftewel neusverstopping. Dit kan komen door verkoudheid en allergie, door poliepen of doordat het neustussenschot scheef staat. Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 2 van 5
Kunt u snurken voorkomen? Met bepaalde maatregelen kunt u het snurken mogelijk verminderen: • drink geen alcohol vanaf twee uur voor u gaat slapen; • eet niet te zwaar voordat u gaat slapen; • stoppen met roken; • zorg dat u niet te zwaar wordt, door gezond te eten en voldoende te bewegen; • zorg voor een regelmatig leefpatroon.
Wat is het slaap-apneusyndroom? Apneu is een medisch term voor ademstilstand. Bij een apneu stopt de ademhaling meer dan tien seconden. Bij een klein deel van de snurkende mensen is de keelholte zo nauw, dat de luchtweg helemaal wordt afgesloten. Uw ademstilstand kan dan wel dertig seconden of langer duren. Mogelijke oorzaken worden genoemd in het hoofdstuk ‘ Waardoor gaat u meer snurken?’ Als dit te vaak optreedt, spreken we van een slaapapneusyndroom. Door zo’n afsluiting bestaat er géén gevaar voor verstikking! De hersenen geven namelijk een alarmsignaal af, waardoor u minder diep gaat slapen of zelfs wakker wordt. Door al deze apneus en alarmsignalen uit de hersenen lukt het u niet om diep genoeg te slapen. Wat zijn de verschijnselen van het slaap-apneusyndroom • ’s Nachts ontwaken met ademnood. • ’s Nachts overmatig transpireren. • Snurken. • Extreme moeheid of slaperigheid overdag. • Concentratieproblemen en vergeetachtigheid. • ’s Morgens hoofdpijn. • Prikkelbaarheid, stemmingswisselingen, depressiviteit. • Impotentie/onregelmatige menstruatie. • Vaak nachtelijk plassen. • Rusteloze benen. • Hart- en vaatziekten. • Problemen met stofwisseling.
Hoe onderzoeken we de oorzaak van snurken en slaapapneu? U wordt doorverwezen naar het Slaap Waak Centrum. Daar krijgt u een slaaponderzoek om te bepalen of u slaapapneu heeft en/of snurkt. De resultaten van dit onderzoek worden besproken op een multidisciplinair overleg, waarbij een longarts, KNO-arts en een neuroloog aanwezig zijn. Het kan zijn dat u als aanvullend onderzoek een slaapendoscopie krijgt. Meer informatie hierover kunt u lezen in de folder ‘Slaapendoscopie’.
Wat kunt u zelf doen aan snurken en het slaap-apneusyndroom? Onderstaande adviezen kunnen uw klachten verminderen: • Zorg ervoor dat u afvalt. Zelfs een kleine vermindering van uw gewicht kan de ademhaling tijdens uw slaap verbeteren. U rust dan beter uit tijdens de slaap waardoor u overdag minder slaperig bent. • Drink geen alcohol voor u gaat slapen. Alcohol onderdrukt de ademhaling en verergert de klachten. Alcohol kan ook slaapapneu veroorzaken bij personen die anders alleen snurken. • Gebruik geen slaapmiddelen. Het gebruik van slaapmiddelen onderdrukt uw ademhaling, verslapt de keelPatientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 3 van 5
spieren en verergert het slaapapneu. Vraag advies van uw arts als u slaapmiddelen gebruikt en bekend bent met slaapapneu. • Medicijn gebruik eventueel aanpassen. Als u medicijnen gebruikt voor hoofdpijn, angst of andere problemen kunnen deze uw slaap en ademhaling beïnvloeden. Overleg hierover met uw arts. • Slaap op uw zij. Sommige mensen hebben alleen last van slaapapneu als zij op hun rug liggen. Het plaatsen van een kussen achter uw rug of het in uw pyjama of rugzakje naaien van een tennisbal kan voorkomen dat u in uw slaap toch op uw rug draait. • Verstopte neus. Als uw neus verstopt is, kunnen medicijnen die de verstopping opheffen. Een open neus helpt het snurken te verminderen en verkleint de kans op slaapapneu’s. Gebruik alleen medicijnen na advies van uw arts. • Laat lichamelijke problemen behandelen die invloed hebben op uw ademhaling tijdens de slaap. Deze problemen zijn vergrote amandelen of poliepen, neuspoliepen, scheef neustussenschot, misvormde onderkaak of misvorming van het weke verhemelte. Ze kunnen soms worden verholpen door een operatie. Neusoperaties kunnen worden gedaan om neusverstopping te verhelpen, maar zijn meestal niet effectief voor de behandeling van het slaapapneu. • Zorg voor een regelmatig leefpatroon. De folder Slapeloosheid kan u hierbij helpen. (zie www.jbz.nl)
Hoe kunnen wij het slaap-apneusyndroom en snurken behandelen? Er zijn verschillende behandelingen mogelijk. De juiste behandeling hangt af van de hoeveelheid ademstops per nacht en waar uw voorkeur naar uit gaat. Dit gaat in overleg met uw behandelend arts. Continue positieve luchtdruk (CPAP) Deze behandeling geeft hele goede resultaten. U draagt hierbij een neusmasker of neus/ mondmasker tijdens de nachtslaap. Het apparaat geeft via het masker lucht met een hogere druk, waardoor de luchtweg open blijft. Hierdoor treden er geen of minder ademstilstanden meer op en het snurken verdwijnt.
Welke klachten kunt u krijgen bij deze behandeling? • neusverstopping; • droge mond; • lekkage van lucht langs het masker; • geluidshinder; • vochtige, droge of rode ogen; • huidirritatie als gevolg van het masker; • opgeblazen gevoel. Deze klachten zijn vaak goed te verhelpen. Hiervoor kunt u terecht bij de OSASverpleegkundige. MRA Sommige patiënten kunnen geholpen worden met een prothese/beugel in de mond, de MRA. Een MRA bestaat uit een beugel die u vast klikt op de boventanden en een Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 4 van 5
beugel die vast klikt op de ondertanden. Wanneer deze met elkaar worden verbonden gaat de onderkaak automatisch naar voren. Hierdoor blijft uw luchtweg open. De MRA draagt u alleen wanneer u gaat slapen. Welke klachten kunt u krijgen bij deze behandeling? • veel speekselvorming; • kaakpijn; • het uitvallen van een tand. Uvulo Palato Pharyngo plastiek (UPPP) Bij deze operatie verwijdert de KNO-arts de keelamandelen en een reepje van het verhemelte en de huig. Deze kunnen de luchtweg tijdens de slaap blokkeren. Bij ongeveer de helft van de patiënten verminderde het aantal ademstilstanden na deze ingreep. Zelden verdwijnen de apneu’s helemaal. Er wordt onderzoek gedaan om na te gaan welke patiënten het meest voordeel hebben bij deze ingreep. Zie voor verdere informatie de folder ‘UPPP’.
Heeft u nog vragen? Dan kunt u deze stellen aan uw behandelend arts of aan de OSAS/longverpleegkundige. Zij zijn te bereiken via telefoonnummer (073) 553 30 46. Neemt u ook eens een kijkje op onze website: www.jbz.nl/slaapwaakcentrum
Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 5 van 5