&
Snelste Adequate Hulp PZR 27 jun 2014
Kpt. Koen Vanderzwalm
TC maart 2014
V 1.0
Blauwdruk op hoofdlijnen (juni 2012) In de ‘blauwdruk op hoofdlijnen’ is over het principe van de snelste adequate hulp het volgende vastgelegd: “Het principe van Snelste Adequate Hulp regelt de dringende dienstverlening aan burgers: bepalend is welke brandweerpost het snelste ter plaatse kan zijn, welke post bevoegd is, is minder relevant. Het principe van de snelst adequate hulp zal worden toegepast op de spoedeisende interventies binnen een logisch en herkenbaar verzorgingsgebied. De werkelijke uitruktijden van de posten zullen periodiek worden geëvalueerd met Track & Trace. De uitruk zal complementair zijn waarbij de snelste vertrekt met 1 autopomp (bouwsteen) en de bevoegde met één autopomp en ondersteunende voertuigen (eenheid). Het leidinggevende personeel zal zo worden opgeleid dat ze met dezelfde kennis en procedures op het terrein staan. De bevelvoerder van het bevoegde korps komt steeds ter plaatse. Beide posten maken het verslag op. Preventie en preparatieve taken blijven de verantwoordelijkheid van het bevoegde korps. Voorafgaande interventieplannen worden uniform opgemaakt en komen op de zonale server zodat deze door alle korpsen raadpleegbaar zijn.” Voorstel Om te komen tot een implementatie van het principe van de snelste adequate hulp als vastgelegd in het KB van 10-11-2012 wordt het volgende voorgesteld: Stappenplan voor implementatie SAH:
A. Overeenkomsten2sluiten2 Snel overeenkomsten laten afsluiten waarin snel de nieuwe werking wordt bevestigd. In een begeleidend schrijven duidelijk maken dat dit een tijdelijke oplossing is waardoor de huidige werkwijze een juridische basis krijgt en dat er gewerkt wordt aan een daadwerkelijke oplossing. Voor deze laatste zijn immers ingrijpende wijzigingen nodig (o.a. materieel, bepakking, centrale dispatching, enz.). Een eerste versie van de overeenkomst is bijgevoegd (deze is ooit in het kader van de OPZacties als voorbeeld rondgestuurd). Twee soorten overeenkomsten: a. Intern zone Rand b. Tussen gemeenten/korpsen in Rand en gemeenten/korpsen buiten Rand
Fusie&van&kracht!&
&
www.zonerand.be
Stappenplan: Stap Opstellen tekst Controle tekst Voorstel naar Prezonecollege en –raad Ondertekening intern zone rand Afstemming omliggende zones/korpsen Ondertekening overeenkomsten omliggende gemeenten/korpsen
Uitvoering door
Planning
Via bgm’s in PZC?
met
B. Procedures uitruk Er zullen procedures worden ontwikkeld en geïmplementeerd met als doel het dubbel uitrukken zoveel als mogelijk vermijden en het optreden kwalitatief te borgen: er komt een uitruk- en inzetprocedure voor het gezamenlijke optreden (snelste en bevoegde) met bijhorende afspraken over de bemanning van een voertuig (opleiding en aantal). De basis voor deze procedure is gelegd in het KB van 7 december 2012 en de omzendbrief van 10 juli 2013. Het principe van de Snelste Adequate Hulp geldt voor deze interventies. In de bijlage is een lijst met de soorten interventies opgenomen waarvoor het principe van SAH van toepassing is. Er wordt in 3 fasen gewerkt naar een implementatie van het principe van SAH: 0. Een AP is in zone Rand bij een interventie altijd bemand 0/1/51. Tot 7 december 2015 mag de bevelvoerder een korporaal zijn met het brevet sergeant. Blijkt bij een alarmering van een post dat deze post een voertuig niet kan leveren (door gebrek aan de juiste bemanning), dan verwittigt deze post direct een andere post. Zijn deze problemen structureel (bijvoorbeeld tijdens kantooruren) dan maken posten onderling op voorhand afspraken over wie welke voertuigen levert. Voor voertuigen waarover een korps/kazerne niet beschikt wordt ook op voorhand afgesproken vanuit welke post deze wagen(s) dan wel vertrekt/vertrekken. 1. Fase 1: De snelste post rukt uit met 1 AP (bemand met 0/1/5) en de bevoegde met een korpsspecifieke uitruk. De snelste post stuurt dus altijd 1 multifunctionele AP. Een uitzondering op deze regel kan gemaakt worden voor technische interventies: tijdelijk mag hiervoor een Snelle Hulp en een AP tegelijk uitgestuurd worden (samen bemand met 0/1/5). ‘Tijdelijk’ dient hier opgevat te worden als ‘tot 31-122017’ (zie ook omzendbrief over de toepassing van het KB 10-11-2012). Voor alle interventies zorgt de bevoegde steeds voor een officier ter plaatse, uitgezonderd ‘bijstand ziekenwagen’. 1
Deze wijze van noteren verwijst naar het aantal officieren, bevelvoerders en brandweermannen dat een voertuig bemant. 0/1/5: geen officier, 1 bevelvoerder en 5 brandweermannen. Pagina 2 van 14&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&
&2
www.zonerand.be
Voor de interventies ‘bijstand ziekenwagen, ladder’ geldt dat de snelste een AL en een AP (samen 0/1/5) stuurt. De bevoegde stuurt geen voertuigen en wordt enkel door HC100 in kennis gesteld. Voor de interventie ‘bijstand ziekenwagen, mankracht’ geldt dat de snelste een AP stuurt. De bevoegde stuurt geen voertuigen en wordt enkel door HC100 in kennis gesteld. ‘Wespen dringend’ geldt als een dringende interventie waarvoor de snelste zou uitrukken. Voor zone Rand wordt gekozen voor een uitruk door de bevoegde. De snelste wordt alleen verwittigd door HC100. Het verschil met de huidige werkwijze is dat momenteel niet ieder als ‘snelste gealarmeerde’ korps uitrukt met alleen maar een AP. Soms wordt meer uitgestuurd. 2. Fase 2: De snelste en bevoegde post rukken uit in een zonale standaard uitruk. De snelste stuurt 1 AP; de bevoegde stuurt die voertuigen uit die conform de zonale afspraken nodig zijn (de gehele, zonaal vastgestelde, trein). Voor alle interventies is steeds een officier ter plaatse, uitgezonderd ‘bijstand ziekenwagen’. De OVD komt ter plaatse conform procedures of op afroep. Dit is geregeld in een zonale OVD-regeling. Ook hier geldt de uitzondering op deze regel voor ‘bijstand ziekenwagen, ladder’. Bij dit type interventies stuurt de snelste een AL en een AP (samen 0/1/5). De bevoegde stuurt geen voertuigen en wordt enkel door HC100 in kennis gesteld. Voor de interventie ‘bijstand ziekenwagen, mankracht’ geldt dat de snelste een AP stuurt. De bevoegde stuurt geen voertuigen en wordt enkel door HC100 in kennis gesteld. ‘Wespen dringend’ geldt als een dringende interventie waarvoor de snelste zou uitrukken. Voor zone Rand wordt gekozen voor een uitruk door de bevoegde. De snelste wordt alleen verwittigd door HC100. Deze stap vergt een verregaande uniformisering van voertuigen en materieel. Voor fase 1 en 2 geldt de volgende uitzondering: er zijn gebieden in de zone waar een ander korps dan het bevoegde veel sneller kan arriveren. Voor die gebieden kan onderling afgesproken worden dat de snelste meer uitstuurt dan alleen een AP, met als doel de brand of het ongeval niet te laten escaleren. 3. Fase 3: Een zonale standaard uitruk vanuit een netwerk van posten. Bij een interventie kunnen voertuigen uitgestuurd worden vanuit diverse posten, volgens zonale uitrukprocedures. Leidend is om zo snel mogelijk de gewenste zonale trein ter plaatse te hebben. Voor alle interventies is steeds een officier beschikbaar, uitgezonderd ‘bijstand ziekenwagen’. De OVD komt ter plaatse conform procedures of op afroep. Dit is geregeld in een zonale OvD-regeling.
Pagina 3 van 14&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&
&2
www.zonerand.be
Deze stap kan alleen vormgegeven worden als een zonale dispatching operationeel is. Belangrijk bij de vormgeving van deze stap is dat !
de kans dat een ander voertuig dan de 1e AP als eerste arriveert bij een incident minimaal is;
!
bij interventietypen waarvoor standaard 2 AP’en uitgestuurd worden deze bij voorkeur vanuit verschillende posten komen (als de opkomsttijden dit toelaten). Zo wordt de kans op laat arriveren door wegversperringen, files en andere vormen van hinder beperkt.
Aan de Prezoneraad wordt voorgesteld om actie te ondernemen zodat: -
De interventies ‘bijstand ziekenwagen ladder’ en ‘bijstand ziekenwagen mankracht’ niet aanzien worden als een opdracht waarbij het principe van SAH van toepassing is. In praktisch alle gevallen betreft dit ondersteuning aan de medische discipline waarbij de patiënt eerst gestabiliseerd wordt.
-
Indien de interventies ‘bijstand ziekenwagen ladder’ en ‘bijstand ziekenwagen mankracht’ alsnog niet van de lijst met SAH-opdrachten kan worden geschrapt, zone-overschrijdende afspraken te maken zodat (conform de richtlijnen van zone Rand) bij deze interventie nog enkel vanuit de snelste post wordt uitgerukt.
-
Een buffertijd in de toepassing van het SAH-principe wordt ingebouwd. De uitruktijden zijn weliswaar statistisch onderbouwde tijden maar in werkelijkheid zorgen diverse factoren ervoor dat op de grenzen van de uitrukgebieden het uitsturen van 2 posten (vanaf 1 seconde tijdverschil in de uitruktijd) niet rendeert. Met de invoering van een bandbreedte (bijvoorbeeld in de ordegrootte van 1 of 2 minuten) worden deze nutteloze dubbele uitrukken gefilterd en komt men tot een realistisch verantwoorde uitruk waarbij het SAH principe zinvol kan worden toegepast.
C. Verzorgingsgebieden bepalen – registratie van uitruktijden Het bepalen van het verzorgingsgebied wordt beïnvloed door de nauwkeurigheid van het kaartmateriaal en door de nauwkeurigheid van de uitruktijden. Kaartmateriaal De indruk bestaat dat het gehanteerde model om te komen tot de grenzen van de verzorgingsgebieden niet altijd juist is. Dit lijkt onder andere verband te houden met rijsnelheden op bepaalde wegen. De korpsen die aanwijzingen hebben over deze onnauwkeurigheden zullen deze situaties verzamelen en deze inclusief onderbouwing aanragen bij de logistiek coördinator. Deze zal verder onderzoek uit laten voeren (in samenwerking met HC100). Uitruktijden Momenteel wordt door technische problemen bij het HC100 regelmatig een tijdsverschil in alarmering tussen het snelste en het bevoegde korps gemeten van 1 tot enkele minuten. In situaties waar iedere seconde telt en daar waar korpsen zich inspannen om de uitruktijd te verkorten met seconden, wordt hier onevenredig veel
Pagina 4 van 14&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&
&2
www.zonerand.be
tijd verloren. Aan de Prezoneraad wordt gevraagd deze problematiek bij het HC100 aan te kaarten en aan te dringen op een zeer snelle oplossing van dit probleem. Uit de registratie van de uitruktijden kunnen vervolgens verzorgingsgebieden gaan bepaald worden. Voor deze registratie gelden volgende afspraken: In de ministeriële omzendbrief van 10 juli 2013 betreffende de toepassing van het koninklijk besluit van 10 november 2012 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen, worden onder meer volgende aspecten vermeld: -
Tot 7 december 2015 mag de bevelvoerder van de eerste autopomp een korporaal zijn met het brevet sergeant.
-
Tot 31 december 2017 mag de bezetting van een multifunctionele autopomp (0/1/5) in landelijke gebieden vervangen worden door het gelijktijdig laten vertrekken van twee multifunctionele autopompen (0/1/3). De zone mag echter niet structureel georganiseerd zijn op basis van deze uitzondering. Wanneer de eerste 4 intervenanten ter plaatse komen, zijn hun acties immers beperkt.
-
De prezone dient statistische gegevens te verzamelen over uitruktijden van elke post.
Binnen de PTC wordt gewerkt aan richtlijnen voor het verzamelen van deze uitruktijden op provinciaal niveau, m.a.w. de 5 zones dienen op identieke wijze hun uitrukgegevens te verzamelen. Hierbij is het vanzelfsprekend van belang dat er binnen de zone Rand ook afspraken worden gemaakt zodat de track & tracé gegevens daadwerkelijk als betrouwbare en vergelijkbare informatie kan gebruikt worden. Gelet op de afspraken van de PTC, de goedgekeurde richtlijnen en afspraken zoals vermeld in de blauwdruk en de bepalingen van de MO van 10 juli 2013, is volgende procedure binnen zone Rand van kracht sedert 1 november 2013: -
-
-
-
In elke post vertrekt bij een datastring voor brand steeds een (multifunctionele) autopomp als eerste voertuig met een bezetting 0/1/5. De bevelvoerder mag hierbij een korporaal zijn met het brevet sergeant. Om redenen van veiligheid voor zowel de burger als de brandweermannen wordt er steeds naar gestreefd om met 0/1/5 uit te rukken. Het systematisch oproepen van een tweede post om met een configuratie van 2 x 0/1/3 tegelijk uit te rukken kan hierdoor geenszins de bedoeling zijn. Wanneer een post evenwel merkt dat er na voldoende lang wachten nog steeds onvoldoende manschappen zijn opgedaagd, kan er door de bevelvoerder en op zijn verantwoordelijkheid beslist worden om uitzonderlijk met een aangepaste bezetting te vertrekken. Bovendien dient het vertrek met deze alternatieve bezetting door de dienstchef toegelaten worden. In de uitzonderlijke gevallen dat een post met 0/1/3 dient uit te rukken (vanwege onvoldoende manschappen en in afwachting van de aankomst van een tweede autopomp 0/1/3 of 0/1/5) zijn hun acties beperkt tot hetgeen bepaald zal worden in een aangepaste procedure, aangepast aan deze situatie. Deze situatie is hierdoor nadelig voor de hulpbehoevende(n) en dient maximaal vermeden te worden. Van zodra deze procedure gekend is dient deze ook geoefend te worden. Bij elke interventie waarbij er bij een datastring ‘brand’ wordt afgeweken van de beoogde bezetting 0/1/5, dient dit telkens en zo spoedig mogelijk via mail aan de logistiek coördinator te worden gemeld. Deze uitruktijd wordt vervolgens niet mee opgenomen in de statistiek.
Pagina 5 van 14&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&
&2
www.zonerand.be
-
De logistiek coördinator verwerkt op basis van de gegevens van track & 6racé en van het HC100 deze uitruktijden volgens statistische richtlijnen, welke nog door de PTC dienen bekrachtigd te worden.
Posten welke bovenstaande richtlijnen niet opvolgen genereren hierdoor uitrukgegevens welke vanzelfsprekend niet mee opgenomen kunnen worden in de berekeningen van de uitruktijden. Voorgesteld wordt om jaarlijks de uitruktijden te evalueren en de tijden voor te stellen aan de Prezoneraad. Tevens zullen hierbij eventuele wijzigingen in de uitruktijden worden voorgelegd aan de Prezoneraad welke hierover dient te beslissen. De door de posten aan de Prezoneraad voorgestelde uitruktijden kunnen daarmee als prestatienorm gezien worden. Op basis van een juiste registratie wordt inzicht gekregen over de gerealiseerde uitruktijden en de kosten en inspanningen die nodig zijn om deze tijden te kunnen realiseren. De volgende tabel per post zou uiteindelijk periodiek aan de Prezoneraad voorgelegd moeten kunnen worden: Uitruktijd cfr Track&trace
Aantal opgeroepen medewerkers
Aantal opgekomen medewerkers
Bezetting 1e AP (0/1/5)?
Uiteindelijk kan op basis van deze tabel steeds een afweging gemaakt worden of het aantal opgeroepen medewerkers in verhouding is tot de bereikte uitruktijd en of het aantal opgeroepen medewerkers nog in verhouding is tot het aantal naar de interventie vertrokken medewerkers.
D. Vakbekwaamheid:2opleiding2en2oefening2 Alle posten verbinden zich ertoe hun personeel op te leiden en te oefenen zodat de interventies professioneel verlopen. De wijze van opleiden en oefenen zijn beschreven in de nota ‘opleiding en oefenen’. Het is immers van essentieel belang dat de uitgestuurde hulpwagens over degelijk en uniform opgeleide manschappen beschikken om op adequate wijze hulp te bieden. Ook zullen de uitgestuurde medewerkers een zelfde manier van werken moeten kennen om de samenwerking tijdens de interventie zo soepel mogelijk te laten verlopen. Het is dus een onontbeerlijke sleutel tot succes voor het samenwerken tussen verschillende posten. Ook dragen zij zorg voor het opleiden van voldoende personeel per brevet zodat de uit te sturen voertuigen altijd vertrekken met juist opgeleid personeel en met de juiste aantallen. Pagina 6 van 14&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&
&2
www.zonerand.be
Zeker in fase 3 zal een goede onderlinge samenwerking en afstemming nodig zijn om te komen tot een vlotte afhandeling van de interventie. Gezamenlijk oefenen en oefenen aan de hand van zonale procedures is dan ook nodig.
E. Opschaling2en2grootschalig2optreden2 Alle posten verbinden zich ertoe om de principes van opschaling en grootschalig optreden (zie nota ‘opschaling en grootschalig optreden’) toe te passen.
F. Specialismen2 Afspraken inzake opleiding, oefeningen, uitrusting en opkomsttijden van specialismen worden vastgelegd in de nota ‘specialismen’.
G. OVD2 Bij een interventie heeft de hoogste in rang de leiding over een interventie. Afhankelijk van het type interventie kan dit een sergeant of een officier zijn. Ongeacht het type interventie moet er altijd een officier beschikbaar zijn om ter plaatse te kunnen gaan. Momenteel is het niet in alle gebieden in de zone mogelijk om 24 uur per dag, 7 dagen per week een officier beschikbaar te hebben. In de nota ‘operationele leiding’ wordt de OVD-regeling beschreven evenals verdere principes van invulling inzake leiding geven in het kader van noodplanning (DIR BW, DIR CP-Ops). Tot het van kracht worden van de maatregelen als genoemd in die nota blijven de afzonderlijke korpsen verantwoordelijk voor het beschikbaar hebben van een officier (24 uur per dag, 7 dagen per week).
Pagina 7 van 14&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&
&2
www.zonerand.be
Bijlage bij stap 1 Concept overeenkomst SAH
Voorbeeld(overeenkomsten( Operationele prezone Rand Overeenkomst betreffende de snelste adequate hulp Doelstelling Tussen de steden en gemeenten welke deel uitmaken van de brandweerzone Rand, met name … wordt een overeenkomst gemaakt met betrekking tot het optreden van de verschillende brandweerposten welke op het terrein van de brandweerzone Rand actief zijn. Wettelijk kader Gelet op artikel 221 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid; Gelet op de ministeriële omzendbrief van 9 augustus 2007 betreffende de organisatie van de hulpverlening volgens het principe van de snelste adequate hulp; Gelet op de ministeriële omzendbrief van 1 februari 2008 ter aanvulling van de omzendbrief van 9 augustus 2007 betreffende de organisatie van de hulpverlening volgens het principe van de snelste adequate hulp; Overwegende dat de omzendbrief van 9 augustus 2007 stelt dat het aangewezen is om, wanneer de snelste brandweerdienst niet diegene is die territoriaal bevoegd is, toepassing te maken van het dubbel vertrek van de territoriaal bevoegde brandweerdienst en de snelste brandweerdienst; Overwegende dat de omzendbrief van 1 februari 2008 hieraan toevoegt dat niet systematisch gebruikt dient te worden gemaakt van een dubbele uitruk, en dat een uitdrukkelijke overeenkomst tussen de betrokken gemeenten voorrang heeft op de dubbele uitruk, op voorwaarde dat deze overeenkomst een efficiënte en afdoende hulpverlening waarborgt en deze in overeenstemming is met het principe van de snelste adequate hulp, Voorwerp van de overeenkomst Artikel 1. Deze overeenkomst heeft als doel de afspraken in het kader van de snelste adequate hulp tussen de gemeente met de snelste brandweerdienst en de gemeente met de territoriaal bevoegde brandweerdienst vast te leggen. Definities en toepassingsgebied
Pagina 8 van 14&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&
&2
www.zonerand.be
Artikel 2. De snelste dienst is de brandweerdienst die voor een specifieke geografische entiteit, op basis van de software van de 100-centrale van de provincie waar de territoriaal bevoegde brandweerdienst deel van uitmaakt, aangeduid werd als brandweerdienst die het snelst op de plaats van interventie kan zijn. De territoriaal bevoegde dienst is de brandweerdienst die voor een geografische entiteit als verantwoordelijke brandweerdienst aangeduid werd overeenkomstig de wet van 31 december 1963. Voor wat betreft deze overeenkomst, wordt de geografische entiteit waarop zij betrekking heeft, bepaald door het berekeningsmodel van het HC100 en aldus toepasbaar gemaakt op het terrein. Artikel 3. Deze overeenkomst is van toepassing op alle interventies waarop het principe van de snelste adequate hulp dient toegepast te worden, met uitzondering van de interventies in het kader van de dringende medische hulpverlening, en waarbij de snelste brandweerdienst niet dezelfde is als diegene die de territoriaal bevoegde brandweerdienst is. Artikel 4. De interventies waarop het principe van de snelste adequate hulp van toepassing is worden vastgelegd in bijlage 1 van deze overeenkomst en zijn conform aan de nationale alarmeringscriteria van de hulpcentra. Informatie-uitwisseling Artikel 5. De partijen verbinden zich ertoe de informatie-uitwisseling tussen de snelste brandweerdienst en de territoriaal bevoegde brandweerdienst, zoals bepaald in de omzendbrief van 1 februari 2008, te bewerkstelligen en op regelmatige basis te actualiseren. Artikel 6. De partijen verbinden er zich eveneens toe een kopie van deze overeenkomst over te maken aan de betrokken 100-centrale. Artikel 7. De snelste brandweerdienst neemt bij het vertrekken naar een interventie meteen contact op met de territoriaal bevoegde brandweerdienst om zijn daadwerkelijk optreden te bevestigen. Dit contact verloopt via de radiogroep aangeduid door de territoriaal bevoegde brandweerdienst. De snelste brandweerdienst geeft radiofonisch de meest essentiële informatie door aan de territoriaal bevoegde brandweerdienst (o.a. aankomst ter plaatse en situatierapport). Complementaire uitruk Artikel 8. De partijen verbinden zich ertoe voor de interventies waarop deze overeenkomst van toepassing is, toe te werken naar een complementaire uitruk vanuit de respectievelijke brandweerkorpsen. Het stappenplan om te komen tot deze uitrukmethode is vastgelegd in de nota interventies/SAH, goedgekeurd door de Prezoneraad in de vergadering van .. Kwaliteitsborging
Pagina 9 van 14&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&
&2
www.zonerand.be
Artikel 9. De partijen verbinden zich ertoe een adequate hulpverlening te bieden conform de afspraken zoals vastgelegd in de nota interventies/SAH, goedgekeurd door de Prezoneraad in de vergadering van ..
! !
Pagina 10 van 14&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&
&2
www.zonerand.be
!
Bijlage bij stap B - fase 1. Type interventies die uitgevoerd worden als ‘SAH’ benaming datastring HC100
omschrijving / definitie
snelste post
bevoegde post
BR (brand)
BR algemeen
enkel te gebruiken bij onvoldoende informatie, de brandmelding kan niet onder een ander brandtype geplaatst worden, bv. persoon die zichzelf in brand steekt
AP
Korpsspec. uitruk
BR brand buiten
vrijstaande kleine structuur/object o.a.: vuilbak, container, speeltuig park, fiets, bromfiets, …
AP
Korpsspec. uitruk
BR brand gebouw
betreft alle type gebouwen uitgezonderd industrie o.a.: woning, appartement, school, ziekenhuis, RVT, hotel, horeca, winkelcentra, … en ook tuinhuis, chalet, caravan
AP
Korpsspec. uitruk
BR brand besloten plaats
o.a.: tunnel, metro, ondergrondse parking (opmerking: kelder van een gebouw = BR brand gebouw)
AP
Korpsspec. uitruk
BR brand gras/bos/heide
brand gras/bos/heide
AP
Korpsspec. uitruk
BR brand industrie
betreft industrie haven, tankparken, SEVESO evenals grote bedrijven en KMO
AP
Korpsspec. uitruk
BR brand gebouw schouw
betreft schouwbrand van woning, appartement (opmerking: schouwbrand van industriële complexen = BR brand industrie)
AP
Korpsspec. uitruk
Fusie&van&kracht!&
&
www.zonerand.be
benaming datastring HC100
omschrijving / definitie
snelste post
bevoegde post
BR brand voertuig
o.a.: auto, bus, vrachtwagen, tram, moto, landbouwvoertuigen, … (opmerking: brand auto in garage woning = BR brand gebouw) ook te gebruiken bij rookontwikkeling van voertuig
AP
Korpsspec. uitruk
BR brand vaartuig
brand op een vaartuig (schip, sloep, ponton, …)
AP
Korpsspec. uitruk
BR brand trein
brand op een trein
AP
Korpsspec. uitruk
BR brand vliegtuig
brand op een vliegtuig
AP
Korpsspec. uitruk
AP
Korpsspec. uitruk
AP
Korpsspec. uitruk
GS (gevaarlijke stoffen)
GS gasgeur/ontsnapping
GS explosie risico
binnen en/of buiten - lage druk en/of middendruk ook te gebruiken bij aardgasgeur (hoge druk = SI breuk ondergrondse pijpleiding) er is nog geen explosie geweest explosie gevaar (niet met gassen), er is nog geen explosie geweest. bijvoorbeeld: stoommachine (uitgezonderd gasgeur/ontsnapping = GS gasgeur/ontsnapping)
GS explosie
er heeft zich een explosie voorgedaan
AP
Korpsspec. uitruk
GS IGS
Incident gevaarlijke stoffen. Indien chemisch, radioactief of biologische gekend, toevoegen in opmerkingen. Als er geen gevaar is dan is het GS milieuvervuiling (vb. olie op beekje, mazoutlek niet op de openbare weg).
AP
Korpsspec. uitruk
TI bevrijding opgesloten dringend
wanneer de BRW een deur moet openen en er niet kan gewacht worden op een sleutelmaker = dringend = SAH o.a. bijstand ziekenwagen openen deur - patiënt achter deur, ouder heeft zich buitengesloten en kind is alleen in de woning, persoon heeft zich buitengesloten en kookpotten staan op het vuur of andere processen die gevaar op kunnen leveren zijn lopende (machines, …) (opmerking: niet dringende "deur openen" = TI algemeen)
AP
Korpsspec. uitruk
TI bevrijding beklemd
alle gevallen beklemd persoon behalve verkeersongeval o.a.: persoon beklemd onder brokstukken, beklemd in machine, … (persoon zit fysiek beklemd)
AP
Korpsspec. uitruk
TI (technische interventie)
Pagina 12 van 14&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&
&+
www.zonerand.be
benaming datastring HC100
omschrijving / definitie
snelste post
bevoegde post
TI redding hoogte/diepte
redding op hoogte redding uit ondergrondse/besloten ruimtes
AP
Korpsspec. uitruk
TI bevrijding voertuig
bevrijding beklemd persoon uit voertuig
AP
Korpsspec. uitruk
TI redding elektrocutie
redding elektrocutie
AP
Korpsspec. uitruk
TI CO-intoxicatie
redding slachtoffers CO-intoxicatie (geen slachtoffers = GS CO-meting)
AP
Korpsspec. uitruk
TI redding dreigt te springen
persoon dreigt te springen (voorkomen zelfmoordpoging)
AP
Korpsspec. uitruk
TI redding te water
oppervlakte redding en/of duikinterventie
AP
Korpsspec. uitruk
TI instortingsgevaar
stabiliseren gebouw en/of wegnemen gevaar
AP
Korpsspec. uitruk
TI wespen dringend
enkel te gebruiken bij een persoon in nood door wespen o.a. kleuter die in wespennest trapt in park en kinderen die aangevallen worden
geen uitruk
Korpsspec. uitruk
SI (speciale interventie) SI vliegtuig in nood
vliegtuig is niet neergestort of geen brand. Inlichten dat vliegtuig in nood is.
AP
Korpsspec. uitruk
SI vliegtuig neergestort
niet brand vliegtuig (brand op vliegtuig is BR brand vliegtuig)
AP
Korpsspec. uitruk
SI scheepvaartongeval
aanvaring tussen twee schepen, kade, brug … vb. varend schip met gevaarlijke stoffen container die lekt (aan de kade is GS incident gevaarlijke stoffen).
AP
Korpsspec. uitruk
SI breuk ondergrondse pijpleiding
betreft grote pijpleidingen
AP
Korpsspec. uitruk
SI treinongeval
aanrijding tussen twee treinen (brand op trein is BR brand trein)
AP
Korpsspec. uitruk
LO (logistiek)
Pagina 13 van 14&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&
&+
www.zonerand.be
benaming datastring HC100 LO bijstand ziekenwagen mankracht
omschrijving / definitie enkel mankracht
LO bijstand ziekenwagen ladder kan ook gebruikt worden wanneer politie enkel bijstand vraagt van een ladder
Pagina 14 van 14&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&&
&+
www.zonerand.be
snelste post
bevoegde post
AP
geen uitruk
AL + AP
geen uitruk