R
Snel starten Snel starten
GEBRUIKEN VAN DE ZENDER
Uw zender is voorzien van vier knoppen waarmee u het voertuig kunt vergrendelen en ontgrendelen en waarmee alle veiligheidssystemen kunnen worden geactiveerd. 1. Sleutel-ontgrendelknop Indrukken om de opgevouwen sleutel los te maken. 2. Vergrendelknop Eénmaal indrukken voor supervergrendeling. Ook worden het alarm, de interieurbeveiliging en de hellingshoeksensor geactiveerd. Twee keer indrukken voor supervergrendeling van alle deuren. Ook wordt het alarm geactiveerd. De interieurbeveiliging en de hellingshoeksensor worden echter niet geactiveerd. 3. Ontgrendelknop Eénmaal indrukken om het alarm uit te schakelen, de bestuurdersdeur te ontgrendelen en het stoel/spiegelgeheugen te activeren.
H6716G
4. Achterklep - knop Indrukken om de achterklep van slot te doen en uitsluitend de interieurbeveiliging uit te schakelen. Ingedrukt houden om het paniekalarm te activeren.
1
Voor meer informatie, zie ALARM-SYSTEEM, 28.
2 3 4 H6717G
7
L
Snel starten ZENDER - BEREIK/BATTERIJ
TOEGANG VIA ÉÉN DEUR (SPE - SINGLE POINT ENTRY)
De zender hoeft niet op het voertuig te worden gericht. Ook hoeft de zender zich niet binnen het bereik van het voertuig te bevinden. Als gevolg van storing veroorzaakt door fysieke en geografische factoren kan het bereik soms worden beperkt. Ook bijna lege batterijen hebben een invloed op het bereik. Op het hoofdberichtencentrum wordt het bericht "KEY BATTERY LOW" (SLEUTELBATTERIJ LAAG) weergegeven.
Dit is een faciliteit voor persoonlijke veiligheid waarmee het mogelijk is om de bestuurdersdeur van slot te doen. De andere deuren blijven op slot. Druk de ontgrendelknop éénmaal in om alleen de bestuurdersdeur van slot te doen. Druk de ontgrendelknop nogmaals in om de andere deuren van slot te doen. Voor meer informatie, zie Toegang via één deur (SPE - Single Point Entry), 33.
Voor meer informatie, zie Zender - batterij, 28.
De SPE (toegang via één deur) kan door een Land Rover dealer worden gedeactiveerd.
LUIE VERGRENDELING/ ONTGRENDELING Door met de zender de luie vergrendeling/ontgrendeling te activeren is het mogelijk om, als het voertuig wordt vergrendeld/ontgrendeld, ook de ramen en het zonnedak respectievelijk te sluiten of te openen. Hiervoor moet de vergrendel/ontgrendelknop op de zender ingedrukt worden gehouden. Voor aanvullende informatie over de manier waarop deze mogelijkheid kan worden gebruikt, zie Luie vergrendeling/ontgrendeling, 36. De luie vergrendeling/ontgrendeling kan door een Land Rover dealer worden gedeactiveerd.
8
R
Snel starten BEVESTIGING VAN BEVEILIGING
EEN BERICHT OPNEMEN
Ter bevestiging van de beveiliging van het voertuig en het feit dat het voertuig geheel is vergrendeld als de vergrendelknop wordt ingedrukt, zullen de zijmarkeerlichten gaan knipperen. Ook gaan de vergrendelknoppen omlaag en zal het waarschuwingslampje op de achteruitkijkspiegel gaan knipperen.
Als uw voertuig is voorzien van spraakherkenning kunt u berichten opnemen in het geheugen van het systeem. Die kunnen later weer worden afgespeeld.
Voor meer informatie over het waarschuwingslampje van het beveiligingssysteem, zie Diefstalalarm waarschuwingslampje, 32.
VERGRENDELING BIJ HOGE SNELHEDEN Door het beveiligingssysteem zullen alle deuren automatisch op slot worden gedaan als de snelheid van het voertuig boven de 16 km/u komt. De vergrendeling bij hoge snelheid kan worden geactiveerd/gedeactiveerd door een Land Rover Dealer.
H5837
Houd de spraakherkenningstoets ingedrukt en wacht tot het bericht "STEM HERKENNING" verschijnt op het berichtencentrum. Geeft de spraakopdracht "Notitie opnemen" of "Notitieblok-opname" en begin met opnemen. U kunt maximaal 10 berichten van niet meer dan 30 seconden opnemen. Stop met de opname door de spraakherkenningsknop nogmaals in te drukken. Voor meer gedetailleerde informatie over het opnemen van berichten, zie GEBRUIKEN VAN NOTITIEBLOK, 118.
9
L
Snel starten DASHBOARD - BEDIENINGSORGANEN 1
2
3
4
5
6
INFO
20 18 16
22
20
24 26 28
22 24 26
18
28
16
60
55
5
15
45
50
10
DSC
20
40 35 30
9
8
25
7
H6440L
1. Koplampen en richtingaanwijzers bedieningsknoppen
6. Gevarenknipperlichten; waarschuwingslampje - schakelaar
2. Cruise control schakelaars
7. Contactschakelaar
3. Claxon-schakelaars
8. Stuurkolom - afstelling
4. Ruitenwissers/sproeiers - bedieningsknop
9. Hoofdverlichtingsschakelaar
5. Deurvergrendeling - schakelaar N.B. De exacte specificatie en positie van de bedieningsorganen kan variëren met de landelijke vereisten en ook van voertuig tot voertuig. Voor meer informatie over de bedieningsorganen op het dashboard wordt verwezen naar DASHBOARD - BEDIENINGSORGANEN, 73
10
R
Snel starten WAARSCHUWINGSLAMPJES
2
3 4 5
1
H6427L
7
6
1. Accu laden (ROOD).
5. Airbag-SRS (ROOD).
2. Lage oliedruk (ROOD).
6. Autogordel (ROOD).
3. Parkeerrem-systeem (ROOD).
7. Hoofdberichtencentrum.
4. Remsysteem (ROOD). Voorzichtig: Als één van deze rode waarschuwingslampjes gaat branden, wijst dit op een ernstige storing. Breng het voertuig tot stilstand en raadpleeg WAARSCHUWINGSLAMPJES, 101. N.B. Dit is een kort overzicht van de waarschuwingslampjes. Voor een volledige beschrijving van de waarschuwingslampjes en de functies, wordt verwezen naar WAARSCHUWINGSLAMPJES, 101.
11
L
Snel starten HOOFDVERLICHTINGSSCHAKELAAR - BEDIENING
1
De positie van de afgebeelde hendel is afhankelijk van het type koplampen en stadslichten van het voertuig. Deze kan zich aan weerskanten van de opening voor de gloeilamp van de koplamp bevinden.
2 3
A
4
H5742
1. Uit. 2. Stadslichten. 3. Koplampen aan. H6339G
4. Automatische verlichting.
Bi-xenon koplamp afgebeeld; halogeen koplamp vrijwel identiek.
N.B. Voor aanvullende informatie over de werking van de verlichting, zie VERLICHTING OP BUITENKANT VAN AUTO, 107 of RICHTINGAANWIJZERS, 111.
Verwijder het achterste toegangsdeksel van de koplamp. Zie Toegang tot gloeilamp, 276. De lichtstraal kan worden afgesteld door de hendel te bewegen.
KOPLAMPEN - AFSTELLEN VOOR REIZEN IN HET BUITENLAND
Herhaal de procedure voor de andere koplampeenheid.
Gedurende reizen in het buitenland waar door het verkeer aan de andere kant van de weg wordt gereden dan in het land waarin u gewoonlijk verblijft, moet u het "tourist" hefboommechanisme in iedere koplampeenheid gebruiken waardoor het lichtpatroon van de koplampen wordt veranderd. Hierdoor kan met het voertuig worden gereden zonder dat een gedeelte van het glas van de koplampen hoeft te worden afgeplakt.
N.B. Vergeet niet om, na terugkeer in eigen land, de koplampen opnieuw juist af te stellen. Standaard standen transmissiehendel
12
Xenon koplampen Rechter koplamp Linker koplamp
Omhoog Omhoog
Halogeen koplampen Rechter koplamp Linker koplamp
Omlaag Omhoog
R
Snel starten WISSERS EN SPROEIERS
Ruitensproeier - bedieningsknop
3 2 1 H4056
4
Achterruitwisser/sproeier
H5328
1. Interval-wissen
2
2. Wissen op normale snelheid.
1
3. Snel wissen. 4. Enkelslag.
H4867
Variabele interval-vertraging
1. Achterruitwisser. 2. Achterruitwisser en sproeier.
H3895
De schakelaar ronddraaien om de vertraging tussen de afzonderlijke slagen van de wissers te wijzigen.
13
L
Snel starten Achterruitwisser - vertraging
1
2
3
H5318
1. Duw de kolomschakelaar naar voren. 2. Trek de kolomschakelaar onmiddellijk terug en wacht op de gewenste vertraging. 3. Duw de kolomschakelaar naar voren. De vertraging is nu ingesteld. N.B. Voor aanvullende informatie over de werking van de wissers en sproeiers, zie RUITENWISSERS, 113
14
R
Snel starten KLIMAATREGELING 4
1
5
4
9
7
10
8
H6507G
2
6
3
5. Ventilator - bediening.
1. Automatische functie:
6. Luchtverdeling - bedieningsknoppen.
Indrukken zodat het systeem geheel automatisch gaat werken.
7. Airco - regeling.
2. Ontdooien:
8. Luchtrecirculatie; regeling.
Indrukken om de voorruit te ontwasemen of te ontdooien.
9. Verwarmde voorruit. 10. Verwarmde achterruit.
3. Maximum airco:
N.B. Voor meer informatie over de werking van de klimaatregeling wordt verwezen naar KLIMAATREGELING, 127
Indrukken om het interieur van het voertuig snel af te koelen. 4. Temperatuur-regelknoppen.
VERWARMING ALS MOTOR NIET LOOPT Nadat u met het voertuig heeft gereden, is het mogelijk om de cabine te verwarmen door gebruik te maken van de residu-hitte die nog in de motor aanwezig is. Zet de motor af en druk op de "MAX" knop (3). De verwarming blijft nog maximaal 15 minuten werken.
15
L
Snel starten DASHBOARD-ROOSTERS TEMPERATUURREGELING
DEURSPIEGEL KANTELEN
H5314 H4811
De spiegel op de passagiersdeur kan, als achteruit wordt gereden, worden gekanteld door de spiegelselectieschakelaar naar de bestuurderskant te duwen. Hierdoor heeft de bestuurder zicht op de stoeprand (uitsluitend mogelijk als stoelen met geheugen zijn geplaatst).
Om, ongeacht de temperatuurinstelling, koele of warme lucht uit de dashboardroosters te laten stromen, moet het middelste duimwiel naar de blauwe punt voor koele lucht of naar de rode punt voor warme lucht worden gedraaid. Zie Middelste roosters in voetenruimten/dashboard, 125.
Voor meer informatie, zie Automatisch omlaag kantelen van de spiegel, 72.
16
R
Snel starten INSTAPHOOGTE
RESONANTIE BIJ GEOPENDE RAMEN Als resonantie of een dof dreunend geluid wordt gehoord terwijl alleen de achterramen open staan, kan deze situatie worden opgeheven door een voorraam ongeveer 25 mm te openen. De frequentie van de lucht die het voertuig in/uitstroomt wordt daardoor veranderd waardoor het dreunende geluid wordt verzwakt of opgeheven.
H4000
Teneinde in- en uitstappen te vergemakkelijken kan, voordat het voertuig tot stilstand wordt gebracht, de instaphoogte worden aangevraagd. Druk de schakelaar voor de instaphoogte in. Zodra de snelheid van het voertuig daalt tot onder een bepaalde drempelwaarde, wordt de rijhoogte verminderd. Voor meer informatie, zie Instaphoogte, 194.
17
L
Snel starten GELUIDSINSTALLATIE - WERKING
De geluidsinstallatie aanzetten
Stuurwiel - bedieningsorganen
1 2 3 4 5 6
INFO ICE1969 ENG
De geluidsinstallatie wordt aangezet door de audio aan/uit-knop in te drukken. N.B. Het aan/uit-waarschuwingslampje van de geluidsinstallatie zal even gaan knipperen. Vervolgens blijft het lampje, als het systeem is aangezet, branden. Het lampje gaat ook knipperen als de eenheid wordt uitgezet. Volumeregelknop H4092
1. Zender/track-omhoogtoets 2. Volume-omhoogtoets 3. Volume-omlaagtoets 4. Zender/track-omlaagtoets 5. Audio/telefoon-wisseltoets 6. Spraakherkenningstoets
INFO ICE1970 ENG
Het geluidsniveau wordt verhoogd/verminderd door de knop rond te draaien.
18
R
Snel starten RADIO - WERKING A/V Uit
Hoofdmenu Om Audio aan te zetten, druk op:
Instellingen
Navigatie Of selecteer een bron hieronder:
Weginformatie
Telefoon
4x4 info
Radio
Audio Video
CD
TV DVD
AUX
ICE2074 DUT
Als een andere geluidsbron wordt gebruikt is het ook mogelijk om het pictogram "Radio" van de hierboven aangegeven bron in te drukken.
ICE1764 DUT
Autostore (automatische opslag) B4450
>M40
1.1km
Radio
B4100 500m
M 4 0
2
FM
B4100 300m
GAYDON
B4450
>M40
B4100 Radio
CD
TV
2
3 1.5 km
h min
GAYDON
Band
BBC R4
BBC 3 FM
BBC R2
FM A
99.6
99.8
99.8
CD
TV DVD
FM
AUX
Blijf het pictogram "FM A" aanraken zodat het Autostore proces wordt gestart.
0.5ml
AUX
BBC 3 FM
ICE2076 DUT
Audio-mode M 4 0
Radio 1
BBC R2
Radio
1.1ml 500m
97.9
Radio 1
B4100 300m
De opgeslagen zender wordt bereikt door de knop met het nummer van de juiste geheugenplaats in te drukken.
ICE 2075 DUT
De radiofunctie wordt geactiveerd door het pictogram "Audio/Video" in het hoofdmenu aan te raken of door de "MODE" knop in te drukken en de draaiknop rond te draaien tot "Radio" wordt geaccentueerd.
19
L
Snel starten GEBRUIK VAN DE CD-SPELER
ICE1966 ENG
Houd het magazijn met de pijl aan de bovenkant. Trek de laden om beurten aan het lipje naar buiten en plaats een disc in iedere lade (met het label aan de bovenkant). Plaats de lade tegenover de evenwijdige gleuven en aan weerskanten van het magazijn. Schuif de lade geheel in het magazijn.
ICE2077 LHD
Een CD plaatsen
1
2
3 ICE1971 ENG
Steek het magazijn naar binnen in de richting van de pijl op de kast van het magazijn. Druk het magazijn geheel in de CD-wisselaar. Sluit het schuifdekseltje
ICE1972 ENG
De eenheid bevindt zich in het handschoenenkastje. Schuif het dekseltje (3) geheel open om het magazijn (2) te verwijderen. Druk de toets (1) in om het magazijn uit te werpen.
Er is een korte pauze zolang de speler de informatie leest op de disc. Die informatie wordt weergegeven op het scherm. Van de zojuist geplaatste disc zal het eerste nummer worden afgespeeld.
20
R
Snel starten Een CD afspelen
B4450
Track-selectie: Als een CD wordt afgespeeld kan - door de rechter knop in te drukken - de volgende track worden gekozen. Door de linker knop in te drukken, gaat u terug naar het begin van de vorige track. Blijf één van de knoppen indrukken tot de gewenste track is bereikt.
>M40
1.1km B4100 500m
M 4 0
2
B4100 300m
GAYDON
CD CD1
Tr 01
1
B4450
>M40
4
1.1ml
06 : 32
CD
2
CD
CD
5
MP3
3 6
MP3
CD
Geen CD
Audio-mode
B4100 500m M 4 0
Radio
CD AUX
2
3 1.5 km
h min
TV
Radio
0.5ml B4100
TV DVD
CD
AUX
ICE2081 DUT
300m
GAYDON
CD ICE 2079 DUT CD3 02 - Money For Noth~
Selecteer een CD als geluidsbron door de "MODE"-knop in te drukken. Dan verschijnt het "Audio-mode" pop-up scherm. Een bepaalde CD kan als geluidsbron worden gekozen door de draaiknop rond te draaien tot de CD is geaccentueerd.
1 4
Radio
CD
2
CD
5
MP3
CD
TV DVD
3 6
MP3
2
CD
4
CD
5
MP3
CD
TV DVD
3 6
MP3
CD
Geen CD
AUX
CD-selectie: Raak, nadat de CD is geselecteerd, het juiste pictogram aan zodat de gewenste CD in de wisselaar wordt gekozen. Beweeg heen en weer tussen mappen op een MP3 disc door het linker of rechter pictogram aan te raken.
06 : 32
CD
MP3
ICE2082 DUT
CD Tr 01
1
Radio
Nadat het magazijn is geplaatst en de discs zijn gelezen, zal track één van disc één worden afgespeeld.
CD1
02:16
Brothers In Arms
CD
Geen CD
AUX
ICE2080 DUT
21