SINT-PAULUSKRANTJE 24e jaargang nr. 3 juni 2014 EUCHARISTIEVIERINGEN SINT-PAULUSKERK zondag 10u30 Hoogmis WIJKKAPEL Londenstraat 44 zaterdag 18u00 zondag 10u00 weekdagen 18u00 PAROCHIESECRETARIAAT Sint-Paulusstraat 22 – 2000 Antwerpen 03/231.33.21 maandag, dinsdag en donderdag van 10u00 tot 12u00 PASTOOR Paul SCHEELEN dagelijks bereikbaar tussen 09.45 en 10u30 op tel. 03/233.81.24 (St.Joris) dinsdag en donderdag van 10u45 tot 12u45 St-Paulusstraat 22 Antwerpen
[email protected] KERKFABRIEK ST.-PAULUS voorzitter Walter Vrinssen tel. 03/231.31.48 of 0477/500190
[email protected] ONTHAAL - pastoraal gesprek, doop, huwelijk, uitvaart: Pastoor Paul Scheelen 03/233.81.24 - public relations, kerkgebouw en crypte: Walter Vrinssen 0477/500190 - concerten en evenementen: Leo Van achter 0473/978336
[email protected] - toerisme en rondleiding Sint-Paulusvrienden: Robert Vanherp 0495/570292 Walter Geluyckens 0494/448253
EUCHARISTIEVIERINGEN JUNI 2014 Zo 01/06 Zo 08/06 Do 15/06 Zo 22/06 Do 29/06
10.30U 10.30U 10.30U 10.30U 10.30U
Orgelmis voorgegaan door Z.E.H. M. Van Bostraeten Orkestmis voorgegaan door pastoor Paul Scheelen Orgelmis voorgegaan door Z.E.H. Louis Soetewey Orkestmis voorgegaan door pastoor Paul Scheelen Koormis voorgegaan door pastoor Paul Scheelen
Zondag 8 juni 2014 PLECHTIGE EUCHARISTIEVIERING Voorgegaan door Pastoor Paul Scheelen Ter gelegenheid van het
HOOGFEEST VAN PINKSTEREN UITVOERING VAN DE KRÖNUNGSMESSE C-dur KV 317 VAN W.A. MOZART ORGEL VOOR DE MIS : INTREDE : TUSSENZANG : OFFERTORIUM : COMMUNIE : NA DE ZEGEN : NA DE MIS : UITVOERDERS :
J.S. Bach: Praeludium in C BWV 547 L. N. Clérambault: Suite du deuxième ton N. De Grigny: Hymne 'Veni Creator': Plein jeu+ Dialogue sur les grands jeux L. Cherubini – Ave Maria gastsoliste: Katerina Groeeva (sopraan) N. De Grigny: Hymne 'Veni Creator': fugue + duo D. Buxtehude: Komm, Heiliger Geist, Herre Gott J.A. Kozeluh: Veni, Sancte Spiritus J.S. Bach: Fuga in C BWV 547 (2) Charlotte Cromheeke, sopraan Inez Carsauw, alt Ivan Goosens, tenor Wilfried Van den Brande, bas
Hans Cammaert, concertmeester Musici Dominicanorum Cantabile (voorbereid door dirigente Anne Halffman) Nicolas De Troyer, organist-titularis o.l.v. Joxe Migel Etxebarria en Pascale van Os, masterstudenten aan het Kon. Conservatorium Antwerpen bij Kapelmeester Ivo Venkov.
KRÖNUNGSMESSE Even reizen in de oneindigheid. Nadat hij achttien maand op reis is geweest, onder andere naar Parijs en Mannheim - op zoek naar werk maar zonder veel succes - werd Mozart op voordracht van zijn vader benoemd tot hoforganist en kapelmeister van de kathedraal van Salzburg. Hij voltooide er meteen zijn mis KV 317 op 23 maart 1779, op 4 april klonk ze voor het eerst in de kathedraal. Een ‘missa brevis’ – ze mocht van aartsbisschop Colloredo, die een rationeel, functioneel concept van de liturgie had, beslist niet langer duren dan drie kwartier. De mis werd later vermoedelijk ook uitgevoerd bij de kroning van keizer Leopold II tot koning van Bohemen in Praag en bij de kroning van Frans II tot keizer van Oostenrijk in 1792, onder leiding van Antonio Salieri. Het bezorgde haar daarmee de bijnaam ‘Krönungsmesse’. “Deze Mozartmis vertoont een duidelijke verwantschap met zijn operawerken”, vertelt kapelmeester Ivo Venkov. “In het midden van de ‘Kyrie’ zingt de sopraan een mooi motief dat ook opduikt in een aria van Fiordiligi in ‘Cosi fan tutte’. Er is ook de prachtige verwijziging naar de aria van de gravin, ‘Dove sono’ uit ‘Le Nozze di Figaro’ in het Agnus Dei.” “In het hele werk kan je een structuur van Drievuldigheid opmerken. Er is ook een perfecte brug tussen het begin en het einde: het Kyrie en het Agnus Dei zijn sterk met elkaar verbonden”, hetzelfde thema weerklinkt. “Boeiend is ook dat het eerste deel van de Mis een structuur heeft in de stijl van de vroegere Franse ouverture (ook een driedelige vorm), met een kort instrumentaal slot. Misschien was het geïnspireerd door Mozarts verblijf in Parijs. Er is ook het plechtige openingstempo, Andante Maestoso. waarin gebruik wordt gemaakt van overgepunteerde ritmes en sterke dynamische verschillen.” “Er zijn erg felle contrasten in de Krönungsmesse. Van dramatisch naar lyrisch, snel veranderend, ook qua tempo en dynamiek. Voor mij is er
een ritmisch netwerk dat weerklinkt in heel het muzikale beeld. Specifieke kenmerken die in het Kyrie, daarna ook in het Gloria en Credo verschijnen.” “In het Gloria toont de jonge operacomponist zich ten voeten uit. Er zijn de opvallende, symbolische, stijgende motieven, die een echte apotheose vormen, triomferende drieklank in Do groot: Cum sancto spirito in gloria Dei Patris! Amen!.” “Het Credo is het meest ingewikkelde en uitgebreide deel van de mis, met een prachtig begin: de unisono in alle stemmen. Het ‘Et Incarnatus est’ is zo verinnerlijkt, een stil, dramatisch punt in een traag tempo, in een transparante, bijna pijnlijke atmosfeer. Gevolgd door dat gebroken, ernstige Crucifixus. Maar dan volgt het Et resurrexit, het derde element, met een licht polyfone structuur. Met het Amen zitten we opnieuw in de stralende Do groot tonaard, die het majestueuze karakter sterk onderstreept.” “In het Sanctus verwondert ons opnieuw de charme in Franse stijl, in een langzaam tempo met overgepuncteerde kleine ritmische accenten. In de maat van ¾ (drie als drievuldigheid), in een stralende sterke dynamiek die eindigt met een Allegro Assai met het Gloria in Excelsis’.” “Het Benedicitus betovert als een hemels symbool van liefde. Een prachtig kwartet, de operacomponist doet zich opnieuw voelen. 4 solo stemmen die samen deze perfectie gestalte geven.” “Verbazend zacht en stil – het lijkt wel het tweede deel van een instrumentaal concerto – begint het Agnus Dei, ingezet door de sopraan. In een dialoog vervoegen de andere solisten haar en leiden uiteindelijk naar een Allegro con spirito, het prachtige Dona nobis pacem. “Met haar feestelijkheid, haar stralende perfectie, is de Krönungsmesse, één van de best denkbare muzikale schilderijen. Even reizen in de oneindigheid”. Wilfried Van den Brande in gesprek met kapelmeester Ivo Venkov.
Wil je op de hoogte blijven van wat reilt en zeilt in Sint-Paulus … Raadpleeg dan onze website: www.sint-paulusparochie.be. www.muziekinsintpaulus.be. U kunt ook sponsor worden van de Orkestmissen. Aarzel zeker niet om contact op te nemen met intendant Wilfried Van den Brande (
[email protected]) indien u hier graag nog een woordje uitleg bij heeft.
Zondag 22 juni – 750 jaar Sacramentsdag, 50-jarig priesterjubileum van Z.E.H. Paul Scheelen, tevens 15 jaar pastoor van St.-Paulusparochie. Om 10.30U plechtige eucharistieviering voorgegaan door pastoor Paul Scheelen in aanwezigheid van Mgr. Paul Van den Berghe.
Uitvoering van de “Grosse Messe c-Moll” van W.A.Mozart, door het Vlaamse radio koor, orkest “Musici Dominicanorum” en de solisten EliseGäbele, Emilie De Voght, Vincent Lesage, en Joris Derder. Aan het orgel Nicolas De Troyer, organist-titularis. Algemene leiding kapelmeester Ivo Venkov.
Zondag 29 juni jaarlijkse eucharistieviering oor de broederschap St.-Petrus en St.-Paulus van het diamantbedrijf., voorgegaan door pastoor Paul Scheelen. Muzikale omlijsting door het koor “Lyra Antiqua”
LIEF EN LEED IN ONZE GEMEENSCHAP Gedoopt: 24 mei
Gehuwd: 17 mei 31 mei
Overleden: 24 mei
Cristina Paredes Marcel Mouling
Wim Raws met Annouk Pauwels Peter Kuterna met Svetlana Burmensky Laurent Poschet met Adelheid Ceulemans
Jeanne Smet
GELOVIGE BEZINNING NA DE VIERING …
De jazz-legende Jack Van Poll opende ‘Jazz at St.Paul’s’. Als klein jongetje kwam Jack Van Poll regelmatig op zondag vanuit Rozendaal naar ... Sint-Paulus en leerde daarna als jonge musicus de Antwerpse jazz-scène kennen.
Hij heeft Tutu Pouane ook vanuit Zuid-Afrika in België geïntroduceerd.
RELIGIEUZE NUMISMATIEK 14. Nu de communiemaand mei voorbij is, wil ik daar nog eens op terugkomen en jullie herinneren aan een mooi gebruik dat in de mode was in de tweede helft van de 19de eeuw tot laat in de 20ste eeuw. Op de dag van de 1ste communie werd aan de communiekant een medaille geschonken die gepersonaliseerd werd met naam en datum van deze gebeurtenis. Ook was er plaats voorzien voor de aanduiding van de datum van de geboorte, het doopsel en het vormsel. Het voorwerp van de maand zijn twee medailles voor dezelfde gelegenheid gemaakt. De eerste is een groot exemplaar hoogte 5.50cm - breedte 4.00 cm. Het is een zilveren medaille en er zijn kleuren op aangebracht in emaille. Op de buitenste ovaal zijn de woorden Naissance 18.., Bapteme 18.., Prem-comm. 18.. Confirmat 18..,aangebracht dus duidelijk nog de 19de eeuw. De datums voor geboorte,doop,1ste communie en vormsel zijn niet vervolledigd. Op de zwarte band binnen staat een tekst : “Qui.manducat.meam.carnem.et.b ibit.meum.sanguinem.in.me.mane t.et.ego.in.eo”( wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in mij en ik in hem) woorden van de Heer op het Laatste Avondmaal. Rechts leidt een engel een meisje en links een jongen, beiden als communicant gekleed, naar het altaar waarop een grote kelk staat met daarboven een heilige hostie in een stralenkrans. Onder het altaar zien we een Maria-monogram. Bovenaan is er een wimpel met links de naam: Antoinette en rechts van het oog de naam d’Ursel, gans onderaan is er de mogelijkheid om een wapenschild te graveren. Verder zijn er nog 4 witte rozen aangebracht en onderaan twee takken met lelies.
Gans de medaille is mooi opengewerkt en de achterkant is verguld. Het is duidelijk geen goedkoop voorwerpmaar is bestemd voor de betere 19de eeuwse klasse. De tweede medaille is minder groot: hoogte 4.00 cm en breedte 3.00 cm. Hier is geen buiten-ovaal en er is enkel plaats voor doopsel- en vormseldatum op de zijdelinkse wimpels. De tekst, op zwarte achtergrond is dezelfde als op het vorig exemplaar en hier knielen alleen twee mooie gevleugelde engelen naast de kelk met daarboven de hostie met IHS monogram en met stralenkrans omheen. Onder de kelk staat : 1re communion en een datum 16 juillet 1882. Boven dit tafereel terug de naam Antoinette. Het is ook een zilveren exemplaar met email en de keerzijde is ook verguld. Boven de medaille zien we een haakje in de vorm van een duif die de heilige Geest voorstelt en een kruis met daarrond een stralenkrans. Achteraan is een haakje voorzie waarmee beide exemplaren afwisselend kunnen gedragen worden. Op deze haak staat : M Gueyton, de naam van de maker. Marc Gueyton was juwelier en edelsmid, hij was werkzaam van 1862 tot 1883. Het huis Gueyton werd gesticht in 1840 door zijn oom Alexandre en heeft bestaan tot 1908. Het was gevestigd in Parijs, Place de la Madeleine 8. De prachtige afwerking van de medailles getuigt van de hoogstaande kwaliteit, daarom nu nog de vraag: wie was Antoinette d’Ursel. Haar familienaam doet me denken aan het mooie gerestaureerde kasteel van d’Ursel in Hingene nu eigendom van de Provincie Antwerpen. Hier verzekert men mij dat zij een telg is uit het geslacht d’Ursel, vorige eigenaars. Gravin Antoinette d’Ursel is geboren in Brussel op 04.09.1870 en gestorven in Woluwe-Saint-Pierre op 09.09.1939, ze was de dochter van Auguste, graaf d’Ursel en van Marie de Croix. Haar grootvader Charles-Joseph, Graaf d’Ursel geboren in 1777en overleden in Hingene 1860 was staatsman en minister in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en in het latere België.
Ik voeg hier ook een foto van Antoinette bij, gemaakt omstreeks 1900, ik heb ze verkregen via Baudouin d’Ursel, historicus van de familie. Dat zij op 11 jarige leeftijd haar 1ste communie doet was gebruikelijk in die tijd, het is tijdens het pontificaat van Pius X(1903-1914) dat dit veranderd werd naar 7 jaar. Hij wilde daarmee het veelvuldig te communie gaan bevorderen.
Een prentje uit 1867 geeft ons een idee van de kleding in die tijd. Met dit artikel wil ik aantonen dat de studie van religieuze numismatiek uiterst boeiend is, we komen in aanraking met volkskunde en geschiedenis, godgeleerdheid, sociologie en numismatiek! Veel leesgenot. Jean Marie Wielemans
PREDIKHERENHOEVE TE REET Een kloostergemeenschap moet gevoed worden, moet kunnen wonen, moet de nodige levensmogelijkheden en bestaansmogelijkheden bezitten. Daarvoor is een sterke kloostereconomie nodig. Gezien de stad Antwerpen binnen zijn enge wallen geen gelegenheid gaf om een zelfstandig en gesloten economisch bestaan te vormen, werd door de Dominicanen in de omstreken van Antwerpen naar gronden , beemden en bossen gezocht om er zelf aan landbouw en veeteelt te doen en daardoor het nodige voedsel voor de 60 â 80 paters, broeders en gasten te kunnen aanbrengen. Zo hadden de predikheren van Antwerpen bekomen dat het “eerste visrecht te Oosterweel” aan hen werd toegewezen en dat ze in hetzelfde dorp een grote boerderij bemachtigden. Door dijkbreuken, overstromingen en oorlogen moet dit alles verloren zijn gegaan. Hetzelfde gebeurde trouwens met “Predikherenbosch” te Berendrecht. Alleen de predikherenhoeve te Reet zorgde gedurende honderden jaren voor voedsel tot ze door de Franse bezetting in 1798 werd afgenomen en verkocht. Voor de streek van Reet blijft dit een oude maar zeer boeiende historie. Het moet reeds begonnen zijn vóór 1473, want in de “Lenen van het Leenhof van Mechelen” vinden wij dat de Predikheren niet zo graag van deur tot deur gingen bedelen, maar liever met grondeigenaars contracten maakten, jaarlijkse renten opbouwden, stichtingen en fundaties lieten gebeuren of gunsten verkregen waardoor ze jaarlijks konden delen in de oogst van graan, tarwe en boekweit nodig voor de voedselvoorziening in het klooster. De procurator van het klooster volgde al deze activiteiten op. Zo schreef Cornelis Van den Broeck geschiedenis. Deze pater was een echte zakenman die verder zag dan de wekelijkse inkomsten en uitgaven. Er moest bestaanszekerheid komen voor jaren en
jaren, met vaste inkomsten. Zijn bekwaamheid als financier was tot in Rome gekend en als er daar in de loop van 1491 klachten binnen kwamen over financieel wanbeheer in klooster van de dominicanessen te Hertoginnedal, beveelt de magister-generaal op 25 november 1491 aan Cornelis Van den Broeck de toestand te onderzoeken en orde op zaken te stellen. Comelius Van den Broeck werd geboren te Mortsel, trad ca. 1460 in het dominicanenklooster te Antwerpen, studeerde, zes jaar aan de universiteit van Leuven, was ongeveer 16 jaar werkzaam te Geel, werd in 1473 procurator van zijn klooster en superior in de jaren 1490 en 1491, viert in 1518 zijn 50 jaar kloostergeloften, ver in de tachtig komt hij getuigen in een proces tussen het klooster en het O.-L.-Vrouwkapittel. Hij sterft het jaar daarop op 2 juli 1526. Onder zijn beleid werd op 20 september 1479 te Reet van een zekere Willem de Lieu een hoeve gekocht met 16 bunder land en bos. Door een gerechtelijke tussenkomst werd hier op 3 juni 1508 nog 7 bunder bijgevoegd en een twintig jaar later- op 24 maart 1526-werden er door het klooster nog 6 “bunderen” verkregen. Over de plaats waar deze gronden te Reet gelegen waren, vernemen wij dat de op 31 maart 1535 aangekochte hoeve, nu “Predikherenhoeve” genoemd wordt. Men kan stellen dat het ganse domein van de Antwerpse Dominicanen in Reet ; predikherenhoeve ,landbouwgronden en bossen een 30 hectaren groot was. Om deze gronden rendabel te maken, verbleven in de predikherenhoeve een paar broeders uit het Antwerps klooster, zoals dat ook de gewoonte was bij de norbertijnen uit Sint-Michielsabdij van Antwerpen en bij de cisterciënzers met hun plaatselijke “schuren” waar het voedsel voor de abdij van Hemiksem verzameld en bewaard werd. Deze waren z.g. rentmeesters, die met behulp van de plaatselijke bevolking, door verstandig zaaien en wieden, door maaien en oogsten, door het
verzorgen van de veestapel, door het onderhoud van de bossen konden zorgen dat er dagelijks eten op tafel kwam, dat er hout was voor het keukenvuur en hout om de kloosterzalen te verwarmen. Zo’n kloosterhoeven- en Reet bezat er verschillende- waren ook voor het dorp een weldaad. Het waren kleinschalige bedrijven waar 20 â 30 man werk vond en voor de hele familie kost en inwoon verzekerde. Als we de verslagen van de prior, Cornelius Peltiers in 1787 lezen, waren er in Reet toen gronden met daarop twee boerderijen, met daartussen een “huysinghe ... gebout neffens de hoeve ... dienende tot verblijf en logiement van d ‘overste de directie hebbende over de gemelde annexe hoeven Er verbleven dus te Reet regelmatig een paar dominicanen, die het geheel bestuurden. Prior Peltiers schrijft hierover het volgende :” het klooster heeft potasie (voedsel, groenten enz.) uyt den hof van ons clooster als uyt den hof van Reeth voor een waarde van 400 gulden ‘s jaars.” Nu weten we ook waar de benaming “ de potasiepoort in de Nosestraat vandaan komt, de poort die op de groentetuin uitkwam. De twee hoeven in Reet ooit eigendom de Dominicanen van Antwerpen bestaan nu nog. De gronden werden verkaveld, de mooie woonwijk noemt trouwens de predikherenvelden. Van de kleine hoeve mocht ik van de bewoonster een paar foto’s maken, de grotere hoeve ( anno 1302) is in de loop van de eeuwen sterk verbouwd en staat momenteel te koop. Walter Geluyckens Met dank aan de heemkring Ten Boome ( Boom)
ALS DE VOS DE PASSIE PREEKT Uit de Handelingen van de Apostelen (Hand. 6, 1-7) in die dagen begonnen de Hellenisten tegen de Hebreeën te morren, omdat bij de dagelijkse ondersteuning hun weduwen achtergesteld werden. 2 De twaalf riepen nu de leerlingen in vergadering bijeen en zeiden: "Het past niet dat wij het woord Gods verwaarlozen door de zorg voor de ondersteuning. 3 "Ziet dus uit, broeders, naar zeven mannen uit uw midden, van goede faam, vol van geest en wijsheid. "Hen zullen wij dan met dit ambt bekleden, 4 terwijl wij onszelf zullen blijven wijden aan het gebed en de bediening van het woord."
Om eerlijk te zijn moet ik bekennen dat de inhoud van de eerste lezing enorm interessant is. Het is zelfs een aangename en goed verstaanbare tekst. We hebben ooit andere teksten te verwerken gekregen ...
Van bij het begin zag de jonge christelijke Kerk drie fundamentele taken: - de Gods Woord verkondigen, - biddend en vierend samenkomen en - dienstwerk verrichten voor mensen in nood. Aanvankelijk namen de apostelen alle drie die taken op zich. Maar in de eerste lezing horen we dat dit niet langer mogelijk is. Er ontstaan spanningen tussen joodse en niet- joodse christenen, de Hellinisten, (komen uit Griekenland) o.a. over de ondersteuning van de weduwen. Die spanningen moeten opgelost worden. Wat ook de reden was, dit speelt nu niet zo'n grote rol, maar er waren spanningen.
De twaalf zeggen heel beslist dat ze de verkondiging van Gods Woord niet willen verwaarlozen ten voordele van het dienstbetoon, maar tegelijk mag dat dienstbetoon niet achtergesteld worden. Daarom stellen ze voor dat de gemeenschap zeven mannen uit haar midden zou kiezen die voor het dienstbetoon zouden instaan. Zijzelf zouden zich op de verkondiging blijven concentreren. Mocht dit verhaal zich nu afspelen dan zou, onze pastoor en het PT zich bezig houden met de verkondiging en zeven mensen zouden verkozen worden voor het dienstbetoon. We komen hier seffens op terug. Want die 7 zijn er duidelijk meer dan 77. De manier waarop de apostelen te werk gaan, is eigenlijk fantastisch. Ze doen een voorstel en de gemeenschap mag zelf kiezen. Dus geen beslissing van bovenuit, maar democratie van hoog tot laag. Verder wordt ook duidelijk dat dienstwerk niet minderwaardig is ten opzichte van verkondiging, want de apostelen leggen, na een gebed, de zeven in een zegenend gebaar de handen op. Verkondigen, vieren en dienstbetoon: de eerste christenen zagen het als één geheel. Verkondigen, vieren en dienstbetoon zijn vandaag nog altijd de kerntaken van de Kerk. Maar anders dan bij de eerste christenen is er geen democratie meer. Een kleine bovenlaag van mannelijke geestelijken heeft door de eeuwen heen de macht naar zich toegetrokken, en wil verkondigen en vieren voor zichzelf voorbehouden. Volgens hen mogen leken bijvoorbeeld niet preken. en zeker niet voorgaan in de eredienst. Lieve mensen, die zeven over wie het vandaag in de eerste lezing gaat zijn de voorlopers van de miljoenen vrijwilligers die de Kerk in beweging houden. Van kosters over bloemschiksters, zangers en kerkpoetsers, parochieraden en parochieteams, kerkfabrieken en parochiale werkers, ziekenzorgers en catechisten, mensen die koken, mensen die tappen, die bouwen en onderhouden, mensen die begaan zijn met liefdadigheid, met welzijnszorg en broederlijk delen, mensen die altijd klaar staan voor de jeugd. voor de ouderen in de parochie. Mensen die anderen steunen in hun rouwperiode. Miljoenen vrijwilligers aan wie ik vandaag hulde zou willen brengen, want net zo goed als de geestelijkheid houden zij het schip van de Kerk op koers. Zonder hen zou het zonder meer zinken.
Vandaag zegt Hij in het evangelie: 'In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen.' Misschien zouden we ons allen die woorden wat beter in ons hoofd en in ons hart moeten prenten. Dan zouden er meteen veel minder spanningen zijn binnen onze Kerk en zou wederzijds respect de boventoon voeren. En toch moeten we ook luisteren naar de redenen waarom zo velen, jong en oud, zich van het geloof afkeren. Niet alleen van het geloof en het kerkbezoek maar straks ook van het dienstbetoon. Er is natuurlijk de teleurstelling over een Kerk die de taal van deze tijd niet spreekt. over priesters die liefde preken en tegelijk dingen doen waar de kranten vol van staan, over kerkmensen die uitgeblust zijn, over kerkgangers waar niet de minste werfkracht van uitgaat... Ja en dit gaat misschien wel over ons. We tellen elke maand de afvalligen maar doen we er iets aan? Spreken we hen terug aan, zien ze aan ons dat we voort gaan, ondanks alles ... Zien ze onze geloofwaardigheid? Zien ze dat wij mensen aan God concrete handen en voeten en een gezicht geven? Wij geven God gestalte! Voelen ze ons uitnodigend gebaar? Als ik de krant lees en ik kom aan de bladzijde met de overlijdensberichten dan tel ik steeds hoeveel overledenen in een kerk begraven worden. Soms is dit 9 op 9. (zal misschien ook wel afhangen welke krant men leest) maar de verhouding is groot. Dienstbetoon betekent dan ook, zet uw kerk open voor elk moment. Hoeveel % van de eerste of plechtige communicanten zien we nog terug? Hoeveel jonge gezinnen tellen we nog onder de kerkgangers. Er is stof genoeg om er dringend iets aan te doen. Maar wat we ook uitvinden, we MOETEN ons uitnodigend opstellen. Een enorme taak, een prioriteit voor die 7 of voor die geloofsverkondigers? Ik denk voor allemaal. Voor het PT maar ook voor u en voor mij. Louis Soetewey
PAROCHIALE COÖRDINATIEKALENDER JUNI Zo
01
10.30U
Ma Di Do
02 03 05
Za Zo
07 08
Za
14
Zo Do Zo
15 19 22
11.00U 12.00U 10.30U 18.00U 10.30U
Di Zo
24 29
14.00U 10.30U
14.00U 10.00U 19.30U 14.00U 10.30U
Orgelmis Jaarlijkse bedevaart naar Scherpenheuvel Voorstelling nieuw boek van E.H. R.Mannaerts Vergadering St.Vincentiusconferentie Dagelijks Bestuur muziekkapel Vergadering kerkfabriek Huwelijksviering Eric Sivry met Victoria Inverzo Sinksen – Orkestmis – uitvoering van “Krönungsmesse” van W.A.Mozart Doopviering Henri De Backere Doopviering Maurits Strubbe Orgelmis Parochieraad in de St.Pauluscrypte Sacramentsdag – Gouden jubileum pastoor Orkestmis uitvoering “Grosse Messe” van W.A.Mozart Vergadering werkgroep “Nocturne” Koormis voor Broederschap St.Petrus en St.Paulus van het diamantbedrijf Herdenking van de overledenen der laatste maanden.
JULI Di Zo Zo Zo Do
01 06 13 20 24
Zo Di
27 29
14.00U 10.30U 10.30U 10.30U 14.00U 16.30U 10.30U 15.00U
Vergadering St.Vincentiusconferentie Orgelmis Orgelmis Orgelmis Vergadering werkgroep “Nocturne” Parochieteam Orgelmis Vrij concert door “Stroud Choral Society” (GB) teksten en afbeeldingen werden opgenomen zoals door de auteurs aan de redactie bezorgd
Verantwoordelijk uitgever: P. Scheelen, St.-Paulusstraat 22, Antwerpen Foto’s: Jean-Marie Wielemans, Paul Scheelen, Walter Geluyckens Redactie: J. Phlippo, Leo Van achter, P. Scheelen