Simonne Aid
Simonne Moras (68) uit Berlaar-Heikant vloog zopas voor de 21ste keer naar Sri Lanka. Met een container hulpgoederen en een spaarpot vol sponsorgeld voor haar 200 adoptiekinderen. Goedele vloog mee met een eenpersoons-hulporganisatie.
49
Andrea Dijkstra en Goedele Liekens Foto’s Jeroen van Loon
GOE_0410_048_REG_REIS_YOL.indd 48-49
24-03-2010 13:44:20
“Amai, wat zijn ze chic!”, roept Simonne uit. We zijn gestopt bij een stenen huis waarvoor een man en een vrouw staan te wachten met vier meisjes in roze jurkjes. ‘Welcome Mama Simonne’, juicht een geel spandoek tegen de gevel. Enkele weken geleden nam het gezin Silva hier zijn intrek. Vandaag komt Simonne hun nieuwe huis officieel inhuldigen. “Ik had ze niet herkend. Afschuwelijk zoals die mensen vorig jaar nog woonden”, ratelt de voormalige diamantsnijder in haar Kempens dialect, terwijl ze op beige sandalen op hen toe stapt. Twee van de dochtertjes hangen ons halskettingen van geurige witte lelies om, waarna ze knielen en onze voeten kussen. Simonne lacht om mijn ongemakkelijke houding en legt uit dat dit in Sri Lanka een gangbare manier is om respect te tonen. Met een schaar knipt ze plechtig het lint voor de deur door, waarna we binnen proosten met cola. “Een koekje en een banaan, dat is traditie.” Simonne wijst naar de schalen op tafel. Terwijl ze de moeder een plastic tas met kleding aanreikt, vertelt ze over de volle container die ze naar Sri Lanka heeft verscheept. “Met nog drie rolstoelen in en kleine zakjes met troetelbeertjes om alles in evenwicht te houden. Bovenop heb ik de matjes gelegd. Vrienden van ons hebben een winkel voor verf, behangpapier en tapijt, en van de overschotjes hebben ze matten gemaakt om voor de deur te leggen.” Opeens begint ze hard te lachen. “En
GOE_0410_048_REG_REIS_YOL.indd 50-51
helemaal boven in de container heb ik een kunstbeen gelegd. Als ze de container openmaken en dat kunstbeen zien liggen, schrikken ze zich dood!”
Een foto voor de sponsor
Boven: Vader Nanda, moeder Tilaka, dochtertje Leka (11) en zoontje Rafenu (7) in hun nieuwe huis, betaald met de opbrengst van de Wieneravond. Links: Tilaka en Leka voor hun oude hut, die ze nog altijd gebruiken als keuken. Rechts: Papa Silva verdient als kokosnotenplukker zo’n drie euro per dag.
Werner Rijkx komt binnen. De 52-jarige gepensioneerde mijnwerker woont sinds 2005 in Sri Lanka en is een goede vriend van Simonne. “Tien jaar geleden zaten we per toeval naast elkaar in het vliegtuig. ‘Wie bent u, wat doet u hier?’ Direct koekenbak.” Elke maand bezoekt Werner een aantal adoptiekinderen voor wie Simonne in Vlaanderen foster-ouders heeft gevonden. Hij checkt hoe het met hen gaat en of ze wel naar school gaan. Tegelijk kijkt hij of er nieuwe gezinnen in aanmerking komen voor financiële steun. “De Werner is ne gouden mens”, zegt Simonne. Werner glimlacht verlegen, waarop hij voorstelt nieuwe bewijsfoto’s te nemen. Simonne springt op. Met haar analoge cameraatje maakt ze van de vier meisjes apart een foto terwijl ze schuchter voor een witte muur poseren. “Veur die foster parents in Bels”, legt Simonne uit. Werner maakt een foto van Simonne die aan de vader én de moeder vier briefjes van 50 euro geeft. “Sommige mensen willen dat als bewijs”, legt Werner uit. De foto’s zijn vooral symbolisch, aangezien de helft van de 100 euro per kind op een spaarboekje belandt voor hun achttiende verjaardag. De andere helft deelt Werner uit in maandelijkse schijfjes, voor de zorg voor de kinderen en dingen als schoolboeken. “Het is niet de bedoeling dat de ouders van gesponsorde kinderen
stoppen met werken, maar dat ze hun kinderen naar school kunnen sturen”, zegt Werner. Voor deze kinderen werden gesponsord, gingen ze zelden naar school. De vader is kokosnotenplukker en verdient daar 500 roepie (3,20 euro) per dag mee. Als het regent, verdient hij niets omdat de palmbomen te glad zijn om in te klimmen. Volgens Werner verdienen de meeste mensen in Sri Lanka een schamele 3,5 à 4 euro per dag. “Arme mensen kiezen er vaak voor hun kinderen thuis te houden. De scholen zijn gratis, maar het vervoer en de lunch kosten geld.” Mijn aandacht wordt getrokken door een plankje aan de muur met een oranje boeddha erop, ingepakt in doorzichtig plastic. “Afgedekt tegen het stof”, zegt Werner. “Hun geloof is heel belangrijk. Zo bidt mijn vrouw Mallika drie keer per dag voor ons beeldje en telkens zet ze er vers vruchtensap bij of een banaan. Bij volle maan zit ze de hele dag in de tempel.” Hij voegt er snel aan toe dat hij daar niet aan meedoet. Aan de vader en de moeder van het gezin geeft Simonne een lijst met stijve foto’s van het Vlaamse koppel dat hun nieuwe huisje heeft gefinancierd – vrienden van Simonne en haar man Rudolf, die op la-
tere leeftijd zijn getrouwd en geen kinderen hebben. “Ze zijn allebei redelijk bemiddeld en willen deze mensen graag steunen.” In totaal heeft het stel maar liefst 10.500 euro bijgedragen. De Sri Lankaanse vader en moeder kijken verrukt naar de foto’s en zetten het lijstje op de eettafel, naast de bananen. “Voor deze mensen is dit een lot uit de loterij”, zegt Simonne. Buiten klampt een oude vrouw haar aan. Ze wil ook hulp en een nieuw huis. “We kunnen niet alles doen”, moppert Simonne terwijl ze de auto instapt. Het begint me te dagen hoe goedbedoeld maar willekeurig Simonnes hulp is. En dat ze flink wat afgunst en onrust kan veroorzaken in een gemeenschap. Zo vertelt Werner dat dit gezin op een andere plek moest gaan wonen. “Hun buren pikten het niet niet dat het nieuwe huis in hun straat gebouwd werd.”
In 1996 kon Simonne mee op reis naar Sri Lanka met Foster Parents Plan. “Wat ik daar zag, greep mij zo aan dat ik dacht: Simonne, daar kan jij toch ook iets aan doen”
‘Goedele? Ken ik niet!’ Een maand eerder ontmoet ik Simonne voor het eerst in Berlaar-Heikant, waar ze met haar man in een vrijstaand huis woont – de inrichting doet me denken aan mijn eigen ouderlijk huis. De huiskamer puilt uit van de barokmeubelen, bijzettafeltjes vol gouden fotolijstjes en met porseleinen beeldjes bezaaide kastjes. Boven de enorme open haard staan grote Jezus- en Mariabeelden onder glazen stolpen. Onder een kroonluchter de eettafel vol enveloppen, paperassen en dossiers van Sri Lankaanse families die Simonne en Rudolf voor de aankomende reis aan het ordenen zijn. In elk dossier staan de geboortedatum en de naam van ➻
24-03-2010 13:44:29
Kebab en kappers In navolging van Simonne Moras hebben ook Werners zus Hilda Rijkx (65) en haar man Maurice Schoofs (66) een netwerk van adoptiekindjes opgebouwd in Sri Lanka. In maart 2009 hebben ze het land voor het eerst bezocht. Ze ontfermen zich over 24 foster-kindjes met sponsorouders uit het Limburgse Lummen en omgeving. Ook van de Turkse gemeenschap krijgen ze veel steun: geld ingezameld met spaarpotjes in kebabzaken en bij kappers. Op de markt verkopen ze tweedehandskleding en zelfgemaakte gsm-zakjes, de opbrengst gaat naar Sri Lanka.
GOE_0410_048_REG_REIS_YOL.indd 52-53
elk kindje en zitten foto’s en informatie over de ouders. In een schoolschriftje houdt Simonne bij of alle sponsorouders hun jaarlijkse bijdrage hebben betaald – ze haalt die altijd persoonlijk op. “Wauw, je mag mijn secretaresse worden, zo netjes georganiseerd!”, lach ik. “Het is een hele onderneming. Een dagtaak. Ze zeggen: neem een computer. Maar in Sri Lanka heb ik geen elektriciteit, en hier kan ik er ook niet mee uit de voeten”, antwoordt Simonne. De toon wordt serieus. Dat het zo’n onderneming zou worden had ze nooit gedacht. Haar huwelijk met Rudolf bleef kinderloos en begin jaren 90 begonnen ze via Foster Parents Plan met het steunen van een jongetje in Sri Lanka. Toen ze in 1996 de kans kreeg om mee op reis te gaan naar de kindjes, twijfelde ze geen moment. “Ik wilde weleens zien waar wij onze centen in staken. Dat heeft mij toen zo aangegrepen, dat ik dacht: goh Simonne, daar kan jij toch ook iets aan doen. En zo is de bal langzaam aan het rollen gegaan, en die sneeuwbal is nu vrij groot geworden. Je ziet al mijn enveloppes. Dit jaar ga ik voor de 21ste keer.” Ik denk terug aan de eerste keer dat ik haar dossier onder ogen kreeg, als juryvoorzitster van de Nivea-awards. Een prijs voor vrouwen die hun tijd, energie en hart investeren in anderen. Al die adoptiekindjes, weeshuizen en scholen, dat is te veel voor één persoon, schoot het door mijn hoofd. Dus belde ik haar op en kreeg als eerste antwoord: “Sorry mevrouw, ik ken geen Goedele.” Simonne lacht. “Ik was van slag. Ons hondje was drie dagen voordien ingeslapen en je verwacht toch niet
Links: De Sri Lanka-reis van Simonne brengt een hele administratie met zich mee. Boven: Mama en papa Silva met Dinushika (11), Tharushi (6), Shanti (8) en Upeksha (anderhalf) en een foto van het Belgische koppel dat hun nieuwe huis sponsorde. Rechts: De kleuters van het schooltje voeren een Bollywood-dansje op voor Simonne.
dat je Goedele Liekens aan de lijn krijgt.” Toen ze doorhad met wie ze sprak, was het enkele seconden stil. Waarna ze losbarstte over hoeveel fosterkindjes ze steunt, en schooltjes en weeshuisjes, en dat ze containers opstuurt met kleding in bananendozen – “want daar hebben ze ginder nog wat aan” – en dat ze alles eerst wast en strijkt. Zoals mama Simonne maken ze ze niet meer. Dat is vooroorlogse kwaliteit. Toen ik haar in Brussel op het podium riep, huilde ze. “Ik had nooit verwacht te winnen. Er waren 4871 kandidaten! Ik raakte bijna niet van mijn stoel, mijn benen waren verlamd. In Brussel heb ik direct Werner gebeld. Werner, joh, ik heb daar gewonnen! Drieduizend euro. Ik stuur het op en dan kan je onmiddellijk alles laten maken!”
Koningin van de kleuterschool Simonne gaf Werner in Sri Lanka de opdracht om met het geld van de Nivea-award een omheining op te trekken rond een kleuterschooltje dat ze in 2007 gebouwd hebben met de opbrengst van een sponsorloop. “Omdat het op een helling staat, spoelde er telkens aarde naar beneden als het regende”, vertelt Werner als we bij het schooltje aankomen. “We hebben het
uitgegraven en gestut met een wand. Aan de achterkant hebben we een speeltuintje aangelegd en aan de voorkant een weg.” Bij de ingang van het schooltje worden we verwelkomd door kleutertjes in paars-geel uniform – sommigen met een zwarte stip tussen de wenkbrauwen – die ons elk een bloem geven. De directrice schudt ons hartelijk de hand, maar loopt er met zichtbare vetrol in haar goudkleurige jurk bij als een koningin. Tot mijn grote verbazing blijkt ze de schoonzus van Werner en is de andere onderwijzeres haar schoondochter. Een akelig gevoel bekruipt mij: dat Werner vooral zijn schoonfamilie loopt te sponsoren. En ik vraag me af of een kleuterschool wel een topprioriteit is in het arme Sri Lanka. Binnen zit Simonne glunderend naar tien kleuters in roze jurkjes te kijken die een Bollywood-dansje opvoeren. Haar assistent Nalin legt me uit dat in Sri Lanka de kleuterscholen – in tegenstelling tot de basis- en middelbare scholen – geld kosten. Alleen de rijken sturen hun kinderen naar een kleuterschool, waardoor ze een flinke voorsprong hebben op hun armere leeftijds genoten als die op hun zesde naar de basisschool gaan. “De schoonzus van Werner heeft hem daarom gevraagd hier een gratis kleuterschool te bouwen. Samen met haar schoonzusje heeft ze een opleiding tot kleuterjuf gevolgd – ze geven hier nu allebei les.” Later vertelt Werner dat de twee dames vroeger huisvrouw waren – ze verdienden alleen wat geld met het
maken van muskietennetten. Wat een bizarre welvaartssprong moeten zij gemaakt hebben?! Toch kan ik me best voorstellen dat je in zo’n arm land als westerling je schoonfamilie probeert te helpen. “Kijk daar.” Simonne is bij me komen staan en wijst naar een groot vel papier vol streepjes dat met punaises aan de wand hangt. “Zo leren de kindjes Engels schrijven. Door hun eigen krullerige bloemetjeshandschrift kunnen ze niet recht schrijven.” Ik moet lachen om haar zoveelste grappige opmerking en verbaas me over de twee nette klaslokalen met prachtig gekleurde houten stoeltjes en tafeltjes. “Die heb ik in twee maanden gemaakt”, vertelt Werner trots. “Ik had ze ook kunnen kopen, maar dit scheelt veel geld.”
Thushara, voor altijd verstoten
Op de hoek van de straat staan borden met een grote golf en een pijl die aangeeft in welke richting je moet vluchten bij een naderende tsunami
Simonne vertelt dat de salarissen van de twee onderwijzeressen – per maand samen 18.000 roepie (115 euro) – worden betaald van de opbrengst van de Wieneravonden, die Simonne en Rudolf elk jaar organiseren. “Dit jaar hebben die helaas weinig opgeleverd”, zegt ze. Door de plotse sneeuwval was een groot deel van de 650 gasten weggebleven. “Velen hadden niet op voorhand betaald. Spijtig hè.” Op de terugweg dommelt Simonne in. Haar mond zakt open en haar hoofd danst mee op de bewegingen van de auto. Werner kijkt vertederd opzij. “In het vliegtuig heeft ze niet kunnen slapen. Ze is al meer dan vijftig uur op.” De volgende dag vertelt Simonne dat ze ’s avonds nog ➻
24-03-2010 13:44:38
54
Links: Simonne met een kleuter van het schooltje, dat met de opbrengst van een marathon werd betaald. “Wat een schone mensen, hè!” Boven: Goedele in de ‘badkamer’ van de familie Vishmika. Rechts: De nieuwe speeltuin waarin Simonne het geld van haar Nivea-Award investeerde.
in haar dagboek heeft geschreven en paperassen uitgezocht. Ondanks de vermoeidheid. “Dit is mijn levenswerk. Ik word van niets gelukkiger, behalve van mijn ventje”, lacht ze. Haar man Rudolf – die duivenmelker is – heeft Simonne nog nooit vergezeld naar Sri Lanka. “Dat vind ik heel jammer. Maar Rudolf heeft vliegangst, hij kan zijn duiven niet alleen laten, en qua hygiëne is het echt niet mogelijk.” Thuis is Rudolf een grote hulp. In tegenstelling tot haar broer en zus, die allerminst blij zijn met de tweede carrière van Simonne. “Ze zeggen: ‘Nu geeft ons Simonne haar laatste geld aan die zwarte mannen.’” We passeren een dorpje met op bijna elke straathoek een enorme witte boeddha, behangen met bloemenkettingen, aan zijn voeten eetwaren en drank. Bij een tempel stopt de chauffeur om geld in een gele collectebus te steken. “Ze geloven dat het voorspoed brengt”, zegt Werner. “Het zijn allemaal arme mensen. En het is een kastenvolk, hè”, verzucht Simonne. “Ook onze Thushara draagt zijn stempel.” Ze heeft het over haar oudste adoptiekind, dat ze ziet als haar eigen zoon. De 31jarige jongen blijkt een product van een buitenechtelijke relatie tussen een rijk meisje en een arme jongen. “Toen ze zwanger raakte, hebben ze haar opgesloten
GOE_0410_048_REG_REIS_YOL.indd 54-55
in een kamer tot het kindje geboren was. Was het een meisje geweest, dan zouden ze haar ter plekke doodgeknepen hebben. Maar omdat het een jongen was, hebben ze hem moeten laten leven. Toen hij kon stappen, hebben ze Thushara bij valavond op weg naar het weeshuis gezet, met een koordje om zijn hals met daarop zijn naam en geboortedatum.” In dat weeshuis in de Sri Lankaanse stad Kandy trof Simonne hem jaren later aan. De directrice overtuigde haar ervan de jongen financieel te steunen omdat hij volgens haar erg pienter was. Daardoor kon hij accountant worden en heeft hij nu een goede baan bij een bank. Maar zijn afkomst blijft hem achtervolgen, vertelt Simonne. Zo werd hij op zijn 23ste verliefd op een meisje aan de universiteit. “Maar ja, dat zijn allemaal rijke mensen.” Toen hij door haar ouders werd uitgenodigd en ze hem vroegen waar zijn ouders waren, antwoordde hij dat die in België wonen. “Aha, dachten die, dat zijn rijke mensen.” Waarop ze vroegen waar ze voordien in Sri Lanka hadden gewoond. Hij zei dat hij in een weeshuis was opgegroeid en werd stante pede op straat gezet. Het meisje is tegen wil en dank getrouwd met een andere jongen en is zwanger nu. “Thushara heeft het daar heel moeilijk mee.”
Echtgenoot Rudolf is Simonnes steun en toeverlaat, maar hij reist nooit mee. “Rudolf heeft vliegangst en bovendien kan hij zijn duiven niet aan hun lot overlaten”
Buiten de dorpjes glijden felgroene rijstvelden voorbij. We komen aan een azuurblauwe zee met een goudgeel palmbomenstrand waarop vissers in sarong een gigantisch sleepnet binnenhalen. “Na de tsunami was het hier verschrikkelijk”, vertelt Werner. “Alles was ➻
24-03-2010 13:44:46
Simonne maakt zich zorgen over de toekomst van haar levenswerk. “Ik zou iemand moeten vinden die het kan overnemen. Een vrouw met een moederhart”
GOE_0410_048_REG_REIS_YOL.indd 56-57
vernield en de stank van lijken was ondraaglijk.” Simonne organiseerde een kerkdienst om geld op te halen. Op aanraden van haar assistent Nalin liet ze in het kustdorpje Pandura drie huisjes bouwen en kocht ze een boot voor de gemeenschap. “In deze streek kwam er bijna geen hulp binnen van ngo’s of de regering”, zegt Nalin. “Bovendien trokken arme mensen uit het binnenland naar de kust voor hulp, terwijl ze helemaal niet waren getroffen door de tsunami.” Niet alle eigenaars gaan blijkbaar even netjes om met hun ‘tsunamihuisje’. Het eerste is veranderd in een bouwval met dichtgespijkerde ramen, volgekalkte muren en een vieze vloer. Geen spoor van het bordje waarop stond dat het gefinancierd is door de kerk gemeenschap van Berlaar. Enkel een lichte plek en twee spijkertjes zijn nog zichtbaar. Ietwat verloren in de huiskamer staat een jonge moeder met twee kinderen. Volgens de vrouw hebben buurtkinderen er een cricketbal tegenaan gekeild. Simonne gelooft er niets van. “You heft very good luck, krijgen house from me. En nu house is not very clean en it komt through you!”, roept ze woedend, terwijl Nalin zich opvallend afzijdig houdt. In volle consternatie wendt Simonne zich tot Nalin: “Zeg dat ik het huis afpak en het aan mensen geef die het waarderen.” De andere twee huisjes zijn wel netjes. Werner: “Je moet de mensen altijd goed screenen. Of de vader bijvoorbeeld niet verslaafd is aan alcohol.” Hij fluistert dat hij zich zorgen maakt over de gebieden waar hij niet komt. Daar is weinig toezicht op de mensen die
Links: Dulanjali werd gehandicapt geboren, maar kan goed uit de voeten met haar laptop. Ze zit zelfs op Facebook! Boven: Rita Perera van het tehuis voor gehandicapte kinderen met Mario, die in een rijstveld werd weggegooid. Rechts: Simonne en Goedele op het paradijselijke strand.
Simonne sponsort. “Simonne geeft ze in één keer 100 euro per kind. Maar je leert mensen niet kennen als je er maar één keer per jaar langsgaat.” Waarom krijgen de bewoners van de tsunamihuisjes geen fostersteun? Simonne zegt dat hun kinderen al uit huis zijn. “En het vrouwtje van het eerste huis doet niets dan liegen. Vorig jaar liet ze me zelfs niet binnen.”
Gooien met gehandicapten We lopen terug naar de auto. Er steekt een kaal straathondje over, waarop Simonnne tot ieders vermaak zegt: “Ochere, daar zou ik toch eens een nieuw frakske voor moeten breien.” Op de hoek staan borden met een grote golf en een pijl die aangeeft in welke richting je moet vluchten bij een naderende tsunami. Toch kan ik me in deze vredige straatjes moeilijk voorstellen wat voor een drama zich hier eind 2004 heeft afgespeeld – en in de toekomst misschien opnieuw. “Wat is er toch een ellende op de wereld”, verzucht Simonne tijdens ons bezoek aan het Rita Perara Home. In het tehuis – vol katholieke beelden en kruisen – zitten zo’n 75 lichamelijk en geestelijk gehandicapten van alle leeftijden. Uit schaamte worden veel gehandicapte kinderen in Sri Lanka meteen na de geboorte
verstoten. Zo ook de 8-jarige Mario, die duidelijk het lievelingetje is van Simonnne. “Marioke werd gevonden in het rijstveld. Weggegooid.” Als een klein aapje komt hij op zijn handen naar haar toe gerend, zijn stompjes onder zijn luier gevouwen. Directrice Rita Perera dankt Simonne hartelijk voor de gift van 2.600 euro, weer van een bevriend stel. Dulanjali – een 15-jarig meisje dat zonder armen geboren is – krijgt een extra toelage van 100 euro. “Een Vlaamse basisschool steunt haar”, zegt Simonne. Uitzonderlijk hoe het meisje met haar handicap heeft leren omgaan. Met haar tenen bedient ze moeiteloos het pookje van de elektrische rolstoel die ze vijf jaar geleden van een Duitse chirurg gekregen heeft. Ze spreekt vloeiend Engels, schrijft met haar tenen en kan er zelfs een laptop mee bedienen. In de auto slaakt Simonne een diepe zucht. Ze maakt zich zorgen over de toekomst van haar levenswerk. “Ik zou iemand moeten hebben die het overneemt. Iemand in België, een vrijwilliger die er tijd voor heeft en betrouwbaar is. Er staan zoveel mensen achter ons... Het is maar te hopen dat we nog lang gezond blijven. Anders vallen er straks veel mensen in een diepe put.” Simonne heeft nooit een vzw opgericht; ze zag op tegen de administratieve rompslomp en wilde niet dat er geld aan de strijkstok bleef hangen. Maar nu is er niets dat het voortbestaan van haar werk waarborgt. Een paar seconden later heeft ze zich herpakt. “Misschien meldt er zich wel iemand. Een jong gepensioneerde. Een vrouw met een moederhart.”
Gekraste parel
Sri Lanka wordt de groene parel van de Indische Oceaan genoemd. Met zijn natuurlijke schoonheid van stranden en tropische bossen en zijn rijke culturele erfgoed is het een populaire toeristische bestemming. Het eiland werd achtereenvolgens gekoloniseerd door Portugezen, Nederlanders en Britten, in 1948 onafhankelijk verklaard en in 1972 omgedoopt van Ceylon in Sri Lanka. De belangrijkste exportproducten zijn thee, kokosnoot, rubber, rijst, kaneel, koffie, cacao, edelstenen en parels. De grootste bevolkingsgroepen zijn de Singalezen (75%) en de Tamils (18%). Grofweg 70 procent van de Sri Lankanen is boeddhist, 15 procent hindoe, 7 procent moslim en 6 procent christen. Maar liefst 22,7 procent leeft onder de armoedegrens. Ook Sri Lanka werd op 26 december 2004 getroffen door de tsunami: meer dan 35.000 doden. In de jaren 80 flakkerde de strijd op met de Tamil Tijgers, die meer rechten en een eigen Tamilstaat nastreven. De bloedige burgeroorlog kostte al het leven aan tienduizenden burgers. Met een zwaar offensief in 2009 diende het regerlingsleger de Tamilrebellen een definitieve nederlaag toe. Duizenden mensen kwamen om. Maar het is nog altijd onrustig in het land. In het noorden worden gevluchte Tamils in kampen vastgehouden. Na de presidentsverkiezingen eind januari kwam er in Colombo een massa de straat op tegen de uitslag. Enkele dagen later werd de oppositieleider om onduidelijke redenen gearresteerd. De persvrijheid staat sterk onder druk; krantenredacties werden verzegeld en journalisten opgepakt.
24-03-2010 13:44:52