SI bij SMs ontwikkeling
De zintuigen. • 1) Ruiken, olfactorisch • 2) Zien, visuele systeem • 3) Horen, auditieve systeem • • • •
4) Proeven, gustatorisch 5) Voelen, tactiele systeem 6) Evenwichtorgaan, vestibulaire systeem 7) houdings- bewegings gevoel, Propriocepsis
6-11-2015
Cor Reusen
Schema ex-afferent, re-afferent Ex-afferente sensoriek
Sensoriek waarnemen
kind
Doelgericht Bewegen m.n. ADL en Spel
Re-afferente Sensoriek
6-11-2015
Motoriek Bewegen
Cor Reusen
De twee taken van de zintuigen • Waarschuwen voor gevaar • Richten van aandacht
• Herkennen van informatie
6-11-2015
Cor Reusen
Winnie Dunn, PhD, OTR/L: Model of Sensory Processing
6-11-2015
Cor Reusen
SP lijsten • Analysis of the sensory Profile in children with SMs 2012 34 personen – Indeling in de vier kwadranten • • • •
Low Registration 31 van de 34 veel meer dan anderen Sensory seeking 23 in veel meer dan anderen 5 in meer dan anderen Sensory sensitivity 19 veel meer dan anderen, 7 meer dan anderen Avoiding 23 veel meer dan anderen, 7 meer dan anderen
Opvallende uitkomsten sensorische processen • Vestibulair, tactiel, multi sensorisch, auditief afwijkend, veel meer dan anderen • Mond gebied vaak binnen het gewone • Processen in relatie tot tonus veel meer afwijkend • Modulatie en het effect op emotionele reactie veel meer
6-11-2015
Cor Reusen
Ingeleverde lijsten SMs dag in kwadrant • Ingeleverd 9 • Twee volwassenen in het gewone • Één Kind onder 4: uithoudingsvermogen tonus, emotionele reactie en oraal (mond gebied) • 6 personen vallen uit in 4 kwadranten meest in onder registratie, dan op gevoeligheid, prikkel zoekend en vermijdend is gelijk verdeeld
6-11-2015
Cor Reusen
Indeling alertheid SI • • • • •
6-11-2015
1 -Slapen 2 - Wakker en ongericht actief / passief 3 - Wakker en gericht actief 4 - Wakker en gespannen actief / passief 5 - Huilen of andere emotionele ontlading
Cor Reusen
Arousalfluctuaties o.i.v. zintuigelijke informatie (Sheet Wilbarger) Esther Fleurbaay
(zelf) Regulatie •
Activiteiten die door kind/ cliënt zelf worden ondernomen om de alertheid te veranderen of te behouden.
Co- regulatie •
6-11-2015
Activiteiten die door de omgeving van het kind/ cliënt worden ondernomen om het kind/ cliënt te helpen de alertheid te reguleren. Cor Reusen
Regulatie • Doel van de verandering van de alertheid kan zijn: – Verbeteren van de voorwaarde informatie te verwerken – Verbeteren welbevinden
6-11-2015
Cor Reusen
Hiërarchisch model
(Rietman)
• Archi niveau: alertheid van lichaam en geest (autonoom zenuwstelsel en hersenstam) • Paleo niveau: emoties en motivatie (limbisch systeem) • Neo niveau: cognitie en taal ( (frontale) hersenschors)
6-11-2015
Esther Fleurbaay
Sensorisch profiel SMs • Gevoeligheid op de verte zintuigen het zien en het horen waarbij het horen er meer uitspringt dan het zien. • Ondergevoeligheid op de dichtbij zintuigen het voelen, het evenwicht en het houding en bewegingsgevoel. Meer moeite met oprichten tegen de zwaartekracht en moeite met stabiliteit • Ondergevoeligheid tactiel is voor groot deel bepalend binnen de ontwikkeling van spel, ordening en verminderde praxis (handelingsplanning, inzicht en uitvoering) • Vertraagde verwerking 6-11-2015
Cor Reusen
voorzichtige hypothese • Gevoeligheid op de verte zintuigen heeft vooral te maken met het betekenis geven aan wat gezien en gehoord wordt. • Het (anders) betekenis geven heeft gevolgen voor de emotionele reactie op de prikkels • Door de vestibulaire ondergevoeligheid is er een slechter oprichten tegen de zwaartekracht, zowel in kracht als in duur en een grotere schommeling in de alertheid • Door de ondergevoeligheid op de dichtbij zintuigen is er een slechtere regulatie van de alertheid. Dit begint al in het mondgebied. • Door de ondergevoeligheid is er een slechtere stabiliteit te beginnen in het hoofd. • Door de ondergevoeligheid is het lastiger voor het kind om ervaringen op te doen. 6-11-2015
Cor Reusen
Ontwikkeling • Motorische mijlpalen worden later gehaald • Door de tactiele en vestibulaire ondergevoeligheid is er een slechtere ontwikkeling van de spraak • Door de tactiele ondergevoeligheid is er een slechter lichaamsbesef • Door de slechtere oprichting zowel vestibulair als tactiel is er een verminderde tonus en een beperkter uithoudingsvermogen. 6-11-2015
Cor Reusen
Mond – hand, oog – hand ontwikkeling
6-11-2015
Esther Fleurbaay
Ontwikkeling • Mond verkent de wereld • Mond verkent de hand, hand verkent de mond • Mond en de hand verkennen de wereld oog kijkt er naar – Horen wat je ziet en voelt bewegen geeft primair begripsgestalte, start van de ordening – Ontwikkeling mondspieren kracht tonus en coördinatie
• Hand vervangt de mond – Ontwikkeling secundair begripsgestalte, spraak symbool voor voorwerp
• Oog vervangt ten dele de hand – Ontwikkeling praxis 6-11-2015
Esther Fleurbaay
Oraal • Eerste 6 mnd weinig problemen drinken gaat op basis van reflexen • Na zes mnd. te weinig coördinatie, tonus en kracht om drinken zelf te doen. • Overgang naar vast voedsel lastig • Lang de mond nodig om te onderzoeken
6-11-2015
Esther Fleurbaay
Middenlijn samenwerking • Voor – Achter • Boven – Onder • Links – Rechts • T.b.v. Stabiliteit, balans, evenwicht
6-11-2015
Esther Fleurbaay
SMs • Oprichten verminderd door vestibulaire ondergevoeligheid • Stabiliteit, voorzijde verminderd door verminderd voelen • Verminderde exploratie (onderzoeken) drang van oa. aftasten met handen van knieën en voeten waardoor verminderd lichaamsbesef ontstaat. door minder voelen brengen benen minder naar handen • Verminderde integratie alle informatie • Links recht samenwerking minder tot stand. • Verhouding stabiliteit en mobiliteit 6-11-2015
Esther Fleurbaay
6-11-2015
Cor Reusen
ZORG ERVOOR DAT HET KIND DE ZINTUIGPRIKKELS OPMERKT EN GEBRUIKT BIJ DOELGERICHTE ACTIVITEITEN
*
6-11-2015
Cor Reusen
Innerdrive De innerlijke drijfveer die kinderen aanzet om met hun omgeving tot interactie te komen. (ayres, 1979; Bundy 2002)
• Adaptive response • Adaptive behavior
6-11-2015
Cor Reusen
Spel • Adaptive response: - Autonomie - Competentie Door aan te sluiten bij de innerdrive van een kind, wordt de therapie kindgericht!! (Ayres, 1979) (Stagnitti, 2014)
6-11-2015
Cor Reusen
Wat is spel?
(Watts, Stagnitti, Brown, 2014; Bundy 2002)
Het is dat wat jij wil dat het is!!!!!
• Definitie: – Meer intrinsieke dan extrinsieke motivatie. – Zowel overstijgend als reflecterend aan werkelijkheid – Geïnitieerd door het kind – Meer gericht op proces dan op product – Veilig, plezier, onvoorspelbaar, spontaan
6-11-2015
Cor Reusen
• Verkennen van de omgeving door middel van bewegen en onderzoeken. • Alles omvattende activiteiten • Belangrijkste bezigheid in kinderleeftijd • Bevat motorische, zintuiglijke, cognitieve, perceptuele vaardigheden
6-11-2015
Cor Reusen
Play and SI
(Bundy, 2002; Stagnitti, 2014)
“The type of play often referred to during SI sessions is pretend play”
6-11-2015
Cor Reusen
Aandachtpunten ontwikkeling • Betekenis geven aan gedrag, aansluiten bij de beleving van het kind • Opbouw spierspanning en stabiliteit in het begin starten in het mondgebied • Aanbieden van ervaringen • Ondertitelen van wat gevoeld gehoord en gezien wordt • Oprichten vanuit het zien, oprichten tegen de zwaartekracht • Ontwikkelen van stabiliteit samenwerken voor achter, boven onder en links rechts • Helpen bij ordenen 6-11-2015
Cor Reusen
Vervolg • Aandacht voor communicatie: gebaren taal ter ondersteuning, soms picto’s (vaak tijdelijk) • Ondersteuning in de regulatie van de alertheid – – – – –
• • • •
Mondgebied Bewegen Horen Zien voelen
Sensorisch dieet Balans in de dag Samen spelen (Veronica Sherborn) Omzetten in cognitieve scripts
6-11-2015
Cor Reusen
Vragen
6-11-2015
Cor Reusen