Semi-arts stage Intensive Care Isala Isala te Zwolle Met 24 erkende medisch-specialistische vervolgopleidingen en klinische βopleidingen behoort Isala tot de grootste algemene opleidingsziekenhuizen van het land. Het ziekenhuis is erkend als Teaching Hospital van het UMCG. Er werken ruim 150 arts-assistenten, waarvan er een kleine 100 in opleiding zijn. Het ziekenhuis heeft een actief opleidingsklimaat, dat bewaakt wordt door de Isala Academie, het leerhuis van Isala. Het is een unieke plek om het vak te leren.
1. Algemene informatie. Op een Intensive Care afdeling worden patiënten met stoornissen of dreigende stoornissen van vitale functies bewaakt. Tevens bestaat er de mogelijkheid om deze vitale functies te ondersteunen en indien noodzakelijk over te nemen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van complexe technische hulpmiddelen en van een gespecialiseerd medisch en verpleegkundig team. De patiëntenpopulatie bestaat uit patiënten met zeer uiteenlopende pathologie. Iedere patiënt met meervoudig orgaanfalen/-disfunctie dient op een afdeling Intensive Care behandeld te worden mits potentieel herstel van de disfunctionerende of falende vitale functie(s) mogelijk is en daarmee profijt van de opname gewaarborgd is. Intensive Care geneeskunde is een relatief jong aandachtsgebied waarvoor je vanuit diverse specialismen opgeleid kunt worden. In september 1997 ontvingen de eerste medisch specialisten na een tweejarige opleiding hun officiële aantekening in het aandachtsgebied Intensive Care. Daarvoor waren ruim 400 medisch specialisten retrograad erkend in het aandachtsgebied Intensive Care geneeskunde. De registratie in het aandachtsgebied wordt uitgevoerd door de verschillende wetenschappelijke verenigingen, welke zich laten adviseren door de Gemeenschappelijke Intensivisten Commissie (GIC). Momenteel kunnen internisten, anesthesiologen, chirurgen, cardiologen, longartsen en neurologen/neurochirurgen de opleiding in het aandachtsgebied volgen. Voor alle opleidingen geldt een totale opleidingsduur van 24 maanden waarin tenminste ervaring opgedaan moet worden in de Interne, Chirurgische, Cardiochirurgische en Neurologische/Neurochirurgische Intensive Care geneeskunde. Een stage Kinder Intensive Care is niet verplicht maar kan eventueel facultatief, afhankelijk van de opleiding, worden gedaan. De duur van de verschillende stages is 4-6 maanden. De opleiding in het aandachtsgebied dient binnen 2 jaar na registratie tot specialist aan te vangen en mag in principe niet langer dan 4 maanden worden onderbroken. 2. Stage locatie: De afdeling Intensive Care van de Isala beschikt over 36 operationele bedden en is onderverdeeld in 5 units, verdeeld over 2 verdiepingen; desgewenst kan er uitgebreid worden naar maximaal 48 bedden. De patiëntenpopulatie kan globaal verdeeld
1
worden in operatie-gebonden en niet-operatie-gebonden patiënten. De operatiegebonden patiënten zijn m.n. patiënten van de afdelingen neurochirurgie, algemene chirurgie en cardiochirurgie. Het betreft zowel opnames na electieve ingrepen (o.a. craniotomieën, uitgebreide gastro-intestinale bovenbuikchirurgie, CABG +/hartklepoperaties, longchirurgie) als na spoed-ingrepen. De niet-operatie-gebonden patiënten betreffen vaak spoedopnames (via de afdeling Spoed Eisende Hulp) vanuit de thuissituatie of vanaf de verpleegafdeling, post-reanimatie patiënten (thuis/verpleegafdeling), trauma’s en/of overnames vanuit andere ziekenhuizen. De (dienstdoende, dd.) intensivist bepaalt het beleid op de IC en beslist over opname of ontslag van een patiënt. Intensivisten worden geassisteerd door één/meerdere (opleidings-) arts-assistenten (AIO/ANIO’s) en ‘Physician Assistants’. 3. Capaciteit: Er kunnen maximaal 24 co-assistenten per jaar voor hun 4-weekse M2-stage bij de afdeling Intensive Care van de Isala terecht. Er kunnen minstens 8 semi-artsen per jaar voor hun 14 weekse M3-rompstage bij de afdeling Intensive Care van de Isala terecht. Een verdiepingsstage van 6 weken is bespreekbaar. Er kunnen 3 semi-artsen per jaar voor hun 20-weekse M3-wetenschapsstage bij de afdeling Intensive Care van de Isala terecht.
4. Voorbereiding op de stage Zowel de arts-assistenten als de co-assistenten/semi-artsen wordt tevoren een instructieklapper ter hand gesteld. ‘The ICU Book’ van Paul L. Marino (4e druk, 2014) is een goed basisboek en is tevens het boek dat als basis dient voor het arts assistenten onderwijs. Aanschaf van dit boek wordt (m.n. voor de semi-arts stage) ten zeerste aanbevolen, maar is ook digitaal beschikbaar via het Documentatie-, Informatie en StudieCentrum (DISC) van Isala.
5. Inhoud van de stage: Globale dagindeling 08:00 – 08:45 uur: Overdracht door de arts-assistent en intensivist van de nachtdienst aan intensivist(en) en arts-assistent(en) dagdienst, waarbij stil gestaan wordt bij de actuele problematiek, bekeken wordt welke patiënten overgeplaatst kunnen worden, afgesproken wordt wie welke patiënten nakijkt, en een korte ronde langs de patiënten 08:45 – 09:15 uur: Radiologie bespreking 09:15 - 12:00 uur: Zaalvisite: nakijken/ontslaan van patiënten; bekijken röntgenfoto’s en laboratoriumuitslagen; bijschrijven decursus in het PDMS; voorstellen medicatie-aanpassingen, laboratorium-, röntgen- en eventueel aanvullend onderzoek; invullen van het behandelplan in het PDMS en dit bespreken met de IC2
verpleegkundige; overleg met fysiotherapie/diëtiste; eventueel 'klussen' (zie ook 14:00). 12:00 - 13:15 uur: Patiëntenbespreking: dagelijks Multi-Disciplinair Overleg (MDO). 14:00 - 16:00 uur: Laboratorium- en röntgenonderzoeken uitwerken, patiëntentransport, verrichtingen, contact consulenten, ontslaan van patiënten, nieuwe opnames, evt. spoedontslagbrieven, etc. 16:00 uur:
Overdracht: arts-assistent(en) en intensivist(en) dagdienst aan dd. intensivisten en arts-assistenten van de avonddienst
Verslaglegging patiëntendossier Dit geschiedt digitaal in het PDMS (Patient Data Monitoring System). Tijdens de dagdienst dient, afhankelijk van de klinische toestand van de patiënt, een uitgebreide(r) verslag plaats te vinden met hierin de vitale parameters, de belangrijkste bevindingen bij lichamelijk onderzoek, medicatie, relevante afwijkingen in het laboratoriumonderzoek, aanvullende diagnostiek, en/of uitkomsten van overleg met medebehandelaars. Tevens dienen de differentiaal diagnostische overwegingen vermeld te worden en voorstellen tot (wijzigingen in de) behandeling voor de komende 24 uur. E.e.a. zal tijdens het multidisciplinair overleg besproken en geaccordeerd worden. Belangrijke veranderingen in de toestand van de patiënt, dan wel diens behandeling, bevindingen van geconsulteerde medebehandelaars, uitslagen cq. consequenties van tussentijdse onderzoeken, etc. dienen eveneens in het PDMS gedocumenteerd te worden. Tevens dient het samenvattingsformulier aangevuld te worden. Consulten Consulten worden, na overleg met (dd.) intensivist, telefonisch aangemeld bij de desbetreffende specialist (of diens assistent); tevens dient aangegeven te worden binnen welke termijn men het consult verricht wil zien. Desgewenst wordt het consultformulier (afhankelijk van de afspraak met de consulent) via de afdelingssecretaresse naar de consulent gefaxt. De bevindingen en adviezen van de consulent (mondeling of in Eridanos) worden overgenomen in het PDMS en met de superviserend intensivist besproken alvorens ze ten uitvoer gebracht worden. Onderwijs Cursorisch onderwijs: wekelijks op dinsdag van 16.30 – 17.30 uur onderwijs aan artsassistenten, co-assistenten, semi-artsen. Er is een vaste onderwijscyclus met hierin ook PA/necrologie- en casusbesprekingen. Elke derde donderdag van de maand wordt er één/meerdere recent gepubliceerd(e) IC-artikel(en) gerefereerd. Deze referaten worden verzorgd door de arts-assistenten en semi-artsen.
3
6. Kenmerken van de stage: Elke beginnende coassistent/semi-arts krijgt bij de aanvang van zijn/haar stage een mentor toegewezen die hem/haar gedurende de introductieperiode en daarna zal begeleiden. In het eerste gesprek met deze mentor zal ook aandacht besteed worden aan het door de coassistent/semi-arts meegebrachte logboek en de daarin verwoorde eisen wat betreft het formuleren van leerdoelen en de daaraan gekoppelde logboekbesprekingen, evenals over de planning van de beoordelingsmomenten (zie ook verder). Om de coassistent/semi-arts zo spoedig mogelijk wegwijs te maken op de afdeling en hem/haar een aantal praktische zaken aan te leren, is een inwerkprogramma opgesteld; onderdeel van dit programma o.a. is het kennismaken met consulenten en de belangrijkste verwijzers/samenwerkingspartners (incl. verpleging) waar de coassistent/semi-arts mee te maken krijgt. Tijdens de inwerkperiode worden de patiëntgebonden procedures uitgelegd en ontvangt hij/zij een uitnodiging voor deelname aan een reanimatie-instructie (vóór deze instructie svp. de reanimatierichtlijnen bestuderen [beschikbaar bij aantreden IC-stage]). De diverse onderdelen van dit inwerkprogramma dienen afgetekend te worden; na afloop hiervan en afhankelijk van de competenties en leerstijl van de coassistent/semi-arts bepaalt de (stage)opleider, wanneer hij/zij in staat is om (uiteraard onder strikte supervisie) zelfstandig werkzaamheden te verrichten. De coassistent/semi-arts is verantwoordelijk voor de opnames en ontslagen op zijn/haar unit, doet de visites en leidt het MDO’s van de desbetreffende patiënten onder supervisie van een intensivist. Van de semi-arts wordt gedurende de stage een referaat verwacht.
7. Stagebegeleiding: – Eén van de intensivisten zal als mentor/stagebegeleider fungeren. – Afhankelijk van de stageduur voert de begeleider gemiddeld éénmaal per week een leergesprek met de coassistent/semi-arts. In leergesprekken staat het leerproces centraal. De inhoud kan bestaan uit dagrapportages, casuïstiek- of thema-besprekingen, knelpunten van de coassistent/semi-arts of feedback van de opleider op observaties en afgenomen toetsen. – Dagelijks is er voor de coassistent/semi-arts overlegmogelijkheid over actuele medische zaken met de zaalsupervisor. – De begeleider beoordeelt de competenties van de coassistent/semi-arts conform het toetsplan van het opleidingsinstituut en het Individueel Opleidingsprogramma (IOP) van de semi-arts. De semi-arts is verantwoordelijk voor de planning. – De stagebegeleider en de zaalsupervisor van de afdeling waar de coassistent/semi-arts stage loopt hebben een observerende rol betreffende de communicatie tussen verzorgenden, verpleegkundigen en patiënten. De zaalsupervisor observeert de hem/haar regelmatig tijdens de verschillende werkzaamheden. Beiden hebben regelmatig overleg met de coassistent/semiarts. 4
– De stagebegeleider en/of zaalsupervisor observeren de coassistent/semi-arts regelmatig bij visites, patiëntenbesprekingen en woont familiegesprekken bij, om op die manier een goede indruk te krijgen over de competentieontwikkeling. – Zo nodig wordt er geholpen bij het vinden van een geschikte patiëntencasus als uitgangspunt voor de door de semi-arts te schrijven Klinische Les.
8. Inhoudelijke informatie en afspraken: Voor nadere inlichtingen kunt u terecht bij: Dr. H. Kieft, internist-intensivist (tel. 0384244784 [secretariaat] of sein: 038-4247107) e-mail:
[email protected] Bij maken van afspraken is het plezierig als u dit ook wilt overleggen met Bureau Onderwijs Co-assistenten te Zwolle (tel. 038-4243041) e-mail:
[email protected]
5