SED VITAE DISCIMUS zelfstandige gymnasia in beweging
SHZG Ingeborg Kromhout
Non scholae sed vitae discimus “We leren niet voor school, maar voor het leven”
SED VITAE DISCIMUS zelfstandige gymnasia in beweging
“Ik denk dat ik vijftien of zestien was toen ik me realiseerde dat al die dingen die je op school leert, dat is pas het eerste hoofdstuk van een heel lang boek. Dat kun je omslaan, daar zit nog een wereld achter. Achter die schoolstof zit een verborgen wereld. En het mooie vond ik dat ik toch ook wel een paar docenten had die eigenlijk, ik zou zeggen, dat decor weg lieten vallen en ineens zeiden: wacht even, ik kan je vast een vergezicht laten zien. Dat waren voor mij misschien wel de belangrijkste leermomenten, dat ik ineens dat uitzicht zag.” Robbert Dijkgraaf (in interview met Gerda Hoekstra voor film over gymnasia, www.gymnasia.nl)
4
Inhoud Ten geleide Voorwoord Tex Gunning Inleiding Interviews met rectoren
5 6 8 10
Visie Docentrollen Leerdoelen Leerinhoud Leeractiviteiten Bronnen en materialen Leeromgeving Groeperingsvorm Tijd Toetsing
12 14 21 25 30 35 39 43 45 48
Begeleiding en ondersteuning De rol van de leerling
50 56
Hoe nu verder?
58
Overzicht gymnasia
59
Aanbevolen Literatuurlijst Dankbetuiging Aantekeningen
79 83 84 85
Ten geleide Waarom een boek over de onderwijskundige ontwikkelingen van de 38 zelfstandige gymnasia? Een toelichting voor degenen die niet werkzaam zijn op een van deze scholen. Al jarenlang proberen de zelfstandige gymnasia op vele gebieden hun krachten te bundelen: hoe ga je om met de richtlijnen vanuit het ministerie; hoe borg je de positie van de klassieke talen; wat doe je met de functiemix en het entreerecht, en ga zo maar door. De belangrijkste vragen die de gymnasia met elkaar delen, hebben echter betrekking op het primaire proces: hoe bieden wij de gymnasiast het onderwijs dat uitdagend en inspirerend is en dat uitnodigt tot nieuwsgierigheid? Methoden schieten daarbij vaak te kort voor het type leerling dat je veelal op het gymnasium tegenkomt. Begaafd, meerbegaafd, hoogbegaafd: een gymnasiumklas is nooit homogeen en met al die verschillen in intelligentie, begaafdheden en talenten moet je als docent wel om kunnen gaan. De meeste docenten maken eigen materiaal: uren worden besteed om verdiepende en verrijkende opdrachten en leermiddelen te maken. Al jaren geleden zijn de gymnasia in het Pegasus-project gestart met het uitwisselen van deze materialen, eerst op conferenties, de afgelopen jaren digitaal. De laatste tijd groeit de behoefte om ook over zaken als toetsing, leeractiviteiten, de rol van de docent en omgaan met hoogbegaafden met elkaar van gedachten te wisselen. Via het bureau van de SHZG, Stichting Het Zelfstandig Gymnasium, waarvan alle zelfstandige gymnasia lid zijn, worden conferenties en themabijeenkomsten georganiseerd om de onderwerpen met elkaar te bespreken, beleid te ontwikkelen en van elkaar te leren. Om een goed overzicht te krijgen waar de gymnasia per school de nadruk op leggen, zijn interviews afgenomen met de rectoren. De bevindingen van deze gesprekken zijn samengevat in dit boek, waarbij nadrukkelijk zij opgemerkt dat op alle gymnasia veel meer onderwijskundige activiteiten en projecten plaatsvinden dan u in deze samenvatting aantreft!
Wat is de SHZG? In december 2009 is het jarenlange samenwerkingsverband tussen de Vereniging Rectoren Zelfstandige Gymnasia en het Landelijk Steunpunt Zelfstandige Gymnasia opgegaan in de Stichting Het Zelfstandig Gymnasium. Alle 38 zelfstandige gymnasia in Nederland zijn lid van deze stichting. Samenwerking op gebied van onderwijs en kwaliteit vormt de pijlers van deze stichting: zo hebben de gymnasia hun eigen benchmark, de gymnasiale enquête waarin bijvoorbeeld in-, door- en uitstroomgegevens en eindexamenresultaten van de gymnasia vergeleken worden. Het gymnasiale onderwijsproject Pegasus is in 2005 gestart en heeft geleid tot formulering van het profiel van het gymnasium, de docent en de leerling én van het gymnasiale materiaal. De Stichting Het Zelfstandig Gymnasium heeft een bureau – bemenst door de directeur, het hoofd onderwijs en de secretaresse – dat zorg draagt voor het door de rectoren geformuleerde beleid. Vele onderwerpen staan structureel op de agenda: visitatieprojecten in het kader van kwaliteitszorg; hoogbegaafdheid en excellentie; de ontwikkeling van een Gymnasium cum Laude; de ontwikkeling van de Gouden Standaard in samenwerking met de gymnasiale afdelingen van scholengemeenschappen; de positie van de klassieke talen; verlagen van (imaginaire) drempels van potentiële leerlingen van niet-Westerse afkomst; personeelsbeleid. Deze onderwerpen komen aan bod op rectorenconferenties (2x per jaar), conrectorenconferenties (1x per jaar) en themabijeenkomsten per onderwerp. Daarnaast reageert de SHZG op actuele onderwerpen, behartigt zij de gymnasiale belangen en onderhoudt zij contact met onderwijsgerelateerde instanties (OCW, universiteiten, VSNU, VO Raad, pedagogische centra, Stichting Kennisnet etc.). Meer informatie vindt u op www.gymnasia.nl Gerda Hoekstra directeur SHZG
5
Ik wil dat mijn kinderen begeleid worden in hun ontwikkeling zodat ze gelukkig kunnen worden in de wereld van morgen. Tex Gunning
Voorwoord Tex Gunning Groeien, in beweging zijn, ontwikkelen tot 21e-eeuws onderwijs: wat betekent dat, waar bent u naar op weg? Mij wordt vaak gevraagd naar mijn visie op ontwikkeling van organisaties, maar naar mijn stellige overtuiging kun je alleen mensen laten groeien, die vervolgens organisaties laten groeien. Door een medewerker in eerste instantie te zien als een medemens die net als u en ik graag een “waarde-vol” leven wil leiden dat meer waarde omvat dan economische waarde alleen. Een leven dat zin geeft. Dat we kunnen leven in gemeenschap en interactie met anderen, waar zorg is voor elkaar en waar integriteit, respect en mogelijkheden voor zelfontplooiing centraal staan. Het huidige onderwijs laat hier in zekere zin een gat vallen. Ondanks alle intenties tot verandering lijkt ons onderwijssysteem nog steeds erg gericht op het klaarstomen van beroepsbevolking en niet op het tot ontwikkeling brengen van mensen. Er is nog steeds sprake van een overmatige focus op kennisoverdracht terwijl, in de exponentiële tijden waarin wij leven, kennis overal beschikbaar is en uitermate snel veroudert. Een groot deel van onze kinderen gaat straks een beroep uitoefenen dat vandaag nog niet eens bestaat. Als we niet oppassen, leiden we onze kinderen op om succesvol te worden in de wereld van gisteren. Ik wil dat mijn kinderen begeleid worden in hun ontwikkeling zodat ze gelukkig kunnen worden in de wereld van morgen. Als we iets verder durven te kijken dan de waan van de dag en onze ogen openen voor “the inconvenient truth”, zien we bovendien dat we afstevenen op een energiecrisis, een grondstoffencrisis en een klimaatcrisis. Dit zijn mondiale problemen van een omvang en een complexiteit die wij als mensheid nog niet eerder kenden, laat staan opgelost hebben. Er is geen precedent, geen handleiding. Een ding is duidelijk: we kunnen niet doorgaan op de ingeslagen weg. We hebben een wereld gecreëerd die in zijn huidige vorm volkomen onhoudbaar is. We moeten met elkaar de uitdaging aangaan om serieus na te denken over de wereld van morgen. En daar moeten we vervolgens aan gaan bouwen! De transitie naar een duurzame wereld vraagt om een nieuwe definitie van het begrip “waarde”. We zullen af moeten van de grondhouding waarbij wij ons onvoorwaardelijk laten leiden door het begrip economische
6
waarde. Maar we zullen ook tot een herwaardering moeten komen van de begrippen “groei” en “succes”. En als de volgende generatie haar zekerheden niet meer kan halen uit economisch geluk en meer groei, dan zullen we die generatie moeten helpen hoe ze op een andere manier persoonlijke zekerheid en geluk kan ontwikkelen. U begrijpt dat dit een enorme cultuurverandering betekent. Deze nieuwe cultuur vraagt om een generatie leiders die niet alleen verantwoordelijkheid nemen voor zichzelf maar ook voor deze wereld en zij vraagt om een generatie die niet alleen empathie toont, maar ook haar eigen verbondenheid kan zien met de rest van deze wereld. Een generatie die kan zien dat persoonlijk welzijn en welvaart alleen kunnen bestaan in co-existentie met anderen en met de natuur. Ook vraagt deze nieuwe cultuur om een generatie die actief onderzoekt wat zingeving voor haar persoonlijk betekent en een die in alle opzichten duurzaam denkt. Het onderwijs zal hierbij een cruciale rol moeten spelen. In een tijd waarin de discussie over veranderingen in het onderwijs gedomineerd wordt door bezuinigingsopgaven, prestatieafspraken en andere controlemechanismen waarmee tevergeefs getracht wordt te sturen op output, heb ik mijn hoop gevestigd op een steeds groter wordende groep leiders binnen het onderwijs, die begrijpen welke verantwoordelijkheid op hun schouders rust. Docenten, directeuren en bestuurders die begrijpen dat we onze kinderen alleen goed kunnen voorbereiden op de wereld als we dat doen vanuit universele, menselijke waarden. Vanuit een systeem van waardegedreven onderwijs waarin, naast voor het overdragen van kennis, ruim aandacht is voor waarden als empathie, verantwoordelijkheid, integriteit en authenticiteit. En uiteraard voor sociale en communicatieve vaardigheden. In dit boek over de ontwikkelingen in het gymnasiaal onderwijs komt u hen tegen, deze pioniers. Laat u zich inspireren zodat we van elkaar kunnen leren hoe we samen invulling kunnen geven aan de wereld van morgen. Tex Gunning lid van de Raad van Bestuur AkzoNobel Tex Gunning
7
Inleiding In het voorjaar van 2011 besluiten de zelfstandige gymnasia een nieuwe stap te zetten in het samen ontwikkelen van leermateriaal: het spinnenweb van Van den Akker (2003), aangereikt door de SLO, wordt het fundament onder de onderwijskundige samenwerking van de zelfstandige gymnasia. In mei 2011 ben ik op pad gegaan om 38 rectoren en conrectoren van de zelfstandige gymnasia te interviewen en zo te komen tot een overzicht van wat men waar voor welk knooppunt ontwikkelt, ontwikkeld heeft of van plan is te gaan ontwikkelen.
Leerdoelen Leerinhoud
Toetsing
Leeractiviteiten
Tijd Visie
Leeromgeving
Groeperingsvormen
Docentrollen
Bronnen en materialen
Van den Akker, 2003 uit: SLO, Leerplan in ontwikkeling, 2009
8
De interviews leverden een schat aan informatie en inspiratie op. Geen gestructureerd en helder overzicht van wat men waar doet, geen overzichtelijke kruisjeslijst per knooppunt, maar meer een inkijk in de betrokkenheid bij het leren, de bezorgdheid over het leren, het leiding geven aan leren, de inspiratie tot het leren. Wat doen wij als gymnasia om alle facetten van het leren zoals in het spinnenweb weergegeven, vorm te geven? Hoe brengen wij de bij de wet vastgestelde exameneisen samen met onze ambities ten aanzien van de gymnasiale waarden? Hoe doen wij daarbij recht aan al die verschillen in talenten van leerlingen? Hoe laten wij onze docenten groeien in het (laten) leren? Dit boek beoogt • Een beeld te geven van wat er op de verschillende scholen gebeurt; • Docenten en schoolleidingen te inspireren met krachtige voorbeelden uit de praktijk; • Een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van typisch gymnasiale trending topics als gymnasium cum laude, gouden standaard en hoe om te gaan met hoogbegaafden; • De nadruk te verleggen van onderwijs geven naar samen leren en laten leren. Met veel plezier heb ik geluisterd naar het enthousiasme en de bevlogenheid waarmee de rectoren hun gymnasium schetsten, heb ik de trots gezien die uitgesproken en onuitgesproken aanwezig was in elk gesprek. Trots ten aanzien van de docenten die met enorme inzet, vakkennis, expertise en betrokkenheid “er voor gaan”, trots ten aanzien van docenten én leerlingen die het gymnasium maken tot wat het moet zijn: een broedplaats van talent en intellect, van creativiteit en ontplooiing, een sportschool voor de ziel, de geest, het karakter en het brein: de mens.
In de afgelopen twee jaar heb ik op gymnasia, maar ook daarbuiten, veel inspirerende woorden opgetekend, interessante keynotespeakers gehoord, filmpjes gezien en tips meegekregen. VO-Raad, Kennisnet, Wikiwijs, Digischool, trainers en sprekers van de APS-gymnasiumdag, docenten op regiobijeenkomsten, Pegasus-ambassadeurs, de conferentie “De Verdieping” op het Gymnasium in Schiedam, Prof.dr. Henk Schmidt, gastspreker op de najaarsconferentie 2011 van de rectoren en vele anderen leverden stof tot nadenken. In dit boek vindt u uitgewerkte voorbeelden van projecten of verwijzingen daarnaar, intrigerende uitspraken, links, tips en alles wat u als schoolleider of u als docent zou kunnen inspireren en boeien. Het boek is tegelijk een naslagwerk en een startdocument, met ruimte voor tips, ideeën ook van “buitenaf”, voor uw eigen aantekeningen, ideeën en bevindingen. Ik wens u veel inspiratie. Dank voor uw meepraten en meedenken. Ingeborg Kromhout Juni 2012
Spindraad is een relatief zeer sterk materiaal dat zijn eigenschappen nog niet volledig heeft prijsgegeven. Spinrag van sommige soorten is sterker dan staaldraden van gelijke dikte. Men ziet dan ook veel mogelijke toepassingen voor dit unieke materiaal. Wikipedia
9
What sculpture is to a block of marble, education is to a human soul. Joseph Addison (1672-1719) Engels politicus, schrijver en dichter
Interviews met rectoren Waar hadden we het over? • Leren en onderwijs: hoe verhouden die twee zich tot elkaar? Heeft goed onderwijs met goed leren te maken? Is onderwijs geven hetzelfde als laten leren? Wat is kennisoverdracht? Zijn we het eens met Sir Ken Robinson, wereldberoemd expert op het gebied van onderwijs en creativiteit, die stelt dat écht alles anders moet, willen we weer ruimte hebben voor creativiteit, voor creatief denken, voor laten bloeien van talenten, voor lef om te leren? Is er een middenweg? • Leren en toetsen/eindexamens: zijn toetsen/eindexamens een hinderlijke onderbreking van het leren? Remmen ze door hun vastgestelde termijn de (hoog)begaafden in hun ontwikkeling? Is standardized testing de dood in de pot? En wat doen we er dan aan? • Leren en tijd? Leren en 1040 uur? Onderwijs en 1040 uur? Is lestijd hetzelfde als leertijd? Hebben we allemaal hetzelfde nodig? Wat doet het met de leerling om in hetzelfde tempo als die ander te moeten leren, kennis te moeten opdoen? Kan dat ook anders? • Leren en docenten: weten we wat onze docentrol is? Weten we hoe we laten leren? Mogen we doen wat we willen, kunnen we autonoom zijn als we kunnen laten zien dat het wérkt! • Leren en leerlingen: hoe verhouden die zich tot elkaar? Vragen we leerlingen eigenlijk wel eens wat ze nodig hebben om te leren? Wat kunnen wij van hen leren? • Leren en leeractiviteiten: verandert of verbetert het leren door het inzetten van andere leeractiviteiten?
Van het wat naar het hoe Al deze vragen speelden een belangrijke rol in de gesprekken. In die zin sluiten de vraagstukken van de gymnasia naadloos aan bij wat de SLO schrijft in Leerplan in Ontwikkeling (p.13): “Traditioneel kreeg de leerstof (inhoud) vaak de meeste aandacht. De laatste jaren blijken nieuwe inzichten en opvattingen over leren vaak een inspiratiebron voor vernieuwing.” Het curriculaire spinnenweb dat als basis dient voor het gymnasiale curriculum, telt negen knooppunten die met elkaar verbonden worden door de visie. Niet alle negen knooppunten zijn even uitvoerig aan bod geweest in de gesprekken. De hoe-vragen zijn voor veel gymnasia op dit moment belangrijker dan de wat-vragen. Toch worden alle negen onderdelen van het web hier besproken, de een derhalve minder diepgaand dan de ander. Bij de bespreking worden gymnasia waar
10
Om de leesbaarheid te vergroten, noem ik de gymnasia bij eerste vermelding met de volledige naam, maar neem daarna mijn toevlucht tot plaatsnaam of schoolnaam. Bovendien is het belangrijk te weten dat het, als een gymnasium genoemd wordt als de school waar een bepaalde activiteit plaatsvindt, niet per definitie betekent dat dit de énige school is waar men deze activiteit aantreft.
dat zo uitkomt, met name genoemd. In het algemene overzicht achterin wordt kort aangegeven waar elk individueel gymnasium het accent legt op dit moment. Drie (knoop?)punten zijn er in deze bespreking aan toegevoegd: omgaan met hoogbegaafden, begeleiding en ondersteuning, en last but not least: de rol van de leerling. Dit boek heeft niet de intentie een complete beschrijving te zijn van alle facetten die deel uitmaken van het onderwijs, van scholen en van leren. Het is een bloemlezing uit mijn verslagen van de gesprekken. Het is bedoeld om te inspireren, om nog meer te delen en van elkaar te leren.
True happiness involves the full use of one’s power and talents. John W. Gardner
11
Visie Elk interview heb ik afgesloten met de vraag om in één of twee zinnen kort en krachtig de visie van de school weer te geven. Dat was voor veel rectoren geen gemakkelijke opgave. Bespiegelingen over wat men wil bereiken, begonnen vaak met het aanbrengen van kennis, het laten behalen van een goed diploma en breidden zich uit tot een “bredere” variant waar vaak de gesprekken over waar men met de school mee bezig was, al de voorbode van waren. Opvallend was dat veel rectoren de visie niet beperkten tot de ontwikkeling van de leerlingen, maar van alle medewerkers van de school.
Ï
Waartoe leren de leerlingen?
(én de medewerkers!)
Kennisconstructie Ontwikkeling talenten Leren denken Ontplooien en excelleren Toerusten op de toekomst Houding en plaats in de maatschappij, goed burgerschap Opleiden voor de universiteit, voor het bedrijven van wetenschap • Ontwikkeling van creatieve intelligentie en van het vermogen tot innovatie • Rendement ondergeschikt aan maatschappelijke opdracht • Gymnasium voor iedereen die aan de eisen voldoet, dus ook voor de allochtoon, de leerling uit de achterstandswijk en de leerling met de rugzak
• Groeien in professionaliteit • Groeien in kennis • Groeien in didactisch handelen, in laten leren • Toerusten op de toekomst: ontplooien en excelleren • Plezier op de werkvloer
• • • • • • •
12
Visie
Ð
Hieronder een poging om de gymnasiale rode draad in de visie weer te geven. Schematisch en met open plekken zodat en opdat men kan aanvullen waar men wil …
leiderschap
creativiteit
filosofisch
waarden
professionele ruimte houding staketsel
kwaliteiten
cultuur
eeuw
betekenisvol wereldburger normen sociale klimmers eigen initiatief maatschappelijke opdracht onverschrokken ontwikkeling veiligheid uitmuntend multicultureel
rendement
gymnasiaal betrokken
meebewegen uitdagend
leren gebeurt overal
lef om te leren
maximale ontplooiing
vasthouden
dimensie
samen
sportief
in gesprek
bewering
activerende werkvormen
leren
denkvaardigheden
duurzaamheid lef Bildung verrijking baanbrekend school is gemeenschap
21e verantwoordelijkheid
vakoverstijgend
ondernemerschap
kenniseconomie multidisciplinair
onderwijsprestaties
onderscheidend binden en boeien kennis variëteit in aanbod kennis vergaren kunst in alle vakken hoge cijfers schaal van verdienste talentontwikkeling beoordelen intellectueel
kunst en cultuur
fouten maken mag/moet
begeleiding
vertrouwen
motiveren onderzoekende excelleren
verbinden
historische
keuzevrijheid
wetenschappelijk dialoog
feedback
loslaten
verbreding
professioneel
criteriumgericht
en denken
hoogbegaafden
internationaal
nieuwsgierigheid
verdieping
inspirerend
goed in het leven staan
talenten
inzicht
autonomie
denken eigenaarschap differentiëren discipline curriculum stimuleren
13
Education is not the filling of a pail, but the lighting of a fire. William Butler Yeats (1865 - 1939) Ierse dichter, toneelschrijver en mysticus
Docentrollen Hoe ziet de rol van de docent eruit bij het leren van de leerling? In een regiobijeenkomst van acht gymnasia op het Sint-Oelbertgymnasium in Oosterhout was de conclusie van de schoolleiders – na een gesprek over nut en toegevoegde waarde van ICT in het onderwijsproces – dat de rol van de docent cruciaal is en blijft. Elk gymnasium stelt bij de werving en selectie van nieuwe docenten hoge eisen aan opleiding, kennis en docentvaardigheden, aan kwaliteit. Bij het zoeken naar antwoorden op onderwijskundige vragen als hoe ga je om met verschillen; hoe laat je talenten ontwikkelen; hoe motiveer je leerlingen, zijn docenten de aangewezen professionals om met elkaar aan de slag te gaan. Zij zijn immers degenen die het “hoe” van het leren van hun leerlingen (mede) bepalen. Zoals het de rol is van de docent om eisen te stellen aan de ontwikkeling van de leerlingen, zo is het de rol van de schoolleider om eisen te stellen aan en ruimte te bieden voor de ontwikkeling van de docent. Veel rectoren zijn bezig met de vraag hoe je de docent kunt laten groeien. POP-gesprekken, functioneringsgesprekken, de functiemix, studiemiddagen, gesprekken met de benen op tafel, nascholing, regiobijeenkomsten Pegasus, coaching door collega’s of externen: allerlei middelen worden aangegrepen om de docent te stimuleren, in beweging te laten blijven, zich te laten ontwikkelen. Vragen aan docenten variëren daarbij:
“Wat voor mij een heel belangrijke ervaring was op het gymnasium was toch de enorme kwaliteit van de docenten en het feit dat ze, dat velen, toch met één been al in die wetenschappelijke wereld stonden. (...) Die ervaring, een soort wetenschappelijke kwaliteit: het zit hem niet zozeer in de geleerdheid van de docenten, dat vind ik niet zo belangrijk, maar meer in de bevlogenheid, de onderzoekende houding ... (...) Dat was voor mij heel erg motiverend.” Robbert Dijkgraaf (in interview met Gerda Hoekstra voor film over gymnasia, www.gymnasia.nl)
14
• • • • • • • • • • • •
Wat is voor jou gymnasiale vorming? Wat heb je nodig om jou als docent succesvol te maken? Hoe onderscheid jij je van anderen? Waarin ben jij baanbrekend? Wat doe je anders dan vroeger? Waarom? Wat levert het op? Hoe reageren je leerlingen? Wat is een goede docent? (Deze vraag wordt regelmatig óók aan leerlingen gesteld!) Welke bijdrage kun jij leveren aan het waarmaken van onze visie? Welke standaard hanteren wij: waaraan moet een docent voldoen? Vinden leerlingen jou een goed docent en zo ja, waarom? Weet je wat beter zou kunnen? Wat kun je leren van je collega’s? Wat kun jij je collega’s bieden? Wat is voor jou professionele ruimte? Wat doe je er mee? Hoe ziet voor jou begeleiding er uit? Ben je in staat je leerlingen te coachen? Wat doe je dan?
uit Constructivist Philosophy of Education
De vragen zijn gebaseerd op stellingen en uitgangspunten, opgetekend op de verschillende gymnasia: • • • • • • • • • •
Ook de docent heeft zijn eigen leerweg. Talentontwikkeling van docenten: minstens zo belangrijk als van leerlingen. Ons uitgangspunt is: onze leerlingen leren omdat docenten leren. Je blijft altijd in ontwikkeling, niemand is gearriveerd. Je probeert als schoolleider docent en leerling in de eigen kracht te zetten. Als we maar bewegen, in ontwikkeling zijn en vooral ook: in gesprek! Iedereen groeit als er lef is om te leren, als iedereen nieuwsgierig blijft. Een goede docent voelt zelf aan waar hij de school een dienst mee bewijst: die zit niet te wachten op een order! Er is talent nodig om talent te laten bloeien. Leren doe je met elkaar en van elkaar en dat geldt dús ook voor docenten.
Het spreekt voor zich dat de vragen en de stellingen in vergelijkbare, maar toch verschillende contexten geuit worden. Hoe ga je er dan mee aan de slag? Voor ontwikkeling, beweging, professionalisering is het volgende (in ieder geval) nodig: • Zicht op waar je heen wilt met elkaar: een visie die gedragen wordt. • Tijd: de meeste docenten maken veel uren en ervaren een grote werkdruk. • Ruimte: docenten willen geen keurslijf, maar ruimte om te ontdekken wat werkt, wat goed is en wat anders kan/moet. Loslaten moet. • Behoefte: ik zie dat mijn leerlingen meer nodig hebben, iets anders nodig hebben. Wat doe ik daaraan? Ik ben verantwoordelijk. Hieronder benoem ik een aantal factoren die ontwikkelingen op gang hebben gebracht binnen de gymnasia. Specifieke vragen van deze tijd (laten excelleren, differentiëren, omgaan met hoogbegaafdheid) zijn een belangrijke
“Constructivism is very different from the prevailing educational philosophy of behaviorism found in traditional public and parochial schools. The “filling of the pail” (behaviorism) in such schools comes from a stimulus-response phenomenon focusing on accumulating pre-set facts and skills, where students are rewarded or punished for their mastery of the given material. Constructivism, on the other hand, is rooted in the recognition that human learning is an internal, mental process focusing on concept development, deep understanding, and creativity. This internal activity is where the “lighting of the fire” occurs. Simply, constructivism is based on learning from internal process rather than by external circumstance (behaviorism). Constructivism necessitates students’ development and use of autonomy and creative problem solving, which greatly contrasts with the heteronomy (obedience) expected and required of students in behaviorist schools. In traditional schools, behaviorist philosophy can be seen in classes that are usually driven by “teachertalk” and depend heavily on textbooks or workbooks/worksheets for the structure of the course. There is a fixed world of knowledge that the student must come to know. Teachers serve mainly as pipelines for transferring the curriculum to the mind of the student that is an empty vessel, a tabula rasa to be filled. There is little room for student-initiated questions, independent thought or interaction between students. This approach is largely passive, teacher-directed and controlled. The goal of the learner is to correctly complete assignments and pass tests where the accepted explanation or methodology has been expostulated by the teacher. Constructivist teachers, on the other hand, play the role of a “midwife in the birth of understanding”. Their role is not to dispense knowledge of a fixed curriculum but to provide students with a variety of opportunities and impelling incentives to construct knowledge mentally in direct relationship with meaningful and relevant experiences with the world of objects, nature, people, and ideas. Constructivist teachers help students to explore, think, ask questions, make guesses, experiment, discover, make connections, be creative, use their multiple intelligences, take risks, do primary research from a wide variety of materials, from people, and from their mistakes, rather than to follow.” www.delsolschool.org
15
Marianne Boogaard Guuske Ledoux WLG op Expeditie Samenwerking tussen docenten en onderzoekers in onderwijsinnovatie; Amsterdam, Kohnstamm Instituut Onder het motto “Toptalent uitdagen tot topprestaties” deed het Willem Lodewijk Gymnasium in Groningen mee aan de Expeditie Durven Delen Doen, een innovatieproject van de VO Raad (2006-2011). De algemene onderzoeksvraag luidde: Wat zijn goede en effectieve manieren om getalenteerde leerlingen te laten presteren naar het maximum van hun kunnen? Welke bijdrage hieraan leveren strategieën als het aanbieden van keuzemogelijkheden, het prikkelen van de leergierigheid, zeggenschap over eigen leren en reflectie op eigen ontwikkeling en keuzes? (p.4) Docenten en onderzoekers werkten in een flink aantal samenwerkingsprojecten samen om op deze vraag, uitgewerkt in deelvragen, een antwoord te vinden. Het boek is een helder verslag van de projecten en de bevindingen en bevat bijdragen als Gebruik die grijze cellen! Breinvriendelijk leren bij economie (Nanda Stijntjes) (p. 53) en Kiezen is een kunst,Hoe begeleid je talentvolle leerlingen bij hun profielkeuze? (Jochem van Kammen) p. 75. Opvallend is de constatering van oud-leerlingen – die overigens zeer lovend zijn over hun tijd op het WLG – dat ze pas na hun schooltijd talenten ontdekten of ontwikkelden waar zij op het WLG nog geen weet van hadden: sport, muziek, schilderen, schrijven, communicatieve vaardigheden, zelfreflectie, samenwerken, techniek, organisatorische en leiderschapskwaliteiten. (p.85) In het hoofdstuk “Wat vinden leerlingen motiverend en uitdagend onderwijs? geven leerlingen duidelijk aan dat lessen waar je veel van leert, gevarieerd zijn. Goede uitleg, zo stelt het boek (p.89) kan in vele vormen, maar biedt bij voorkeur ruimte voor interactie: de docent laat de leerlingen meedenken. Een leerling licht toe: Onze economiedocent legt heel levendig uit. Op zo’n manier dat je eigenlijk zelf meedoet aan de uitleg”. En uitleg door medeleerlingen werkt vaak beter, zo stellen de leerlingen! De Expeditie heeft veel opgeleverd. Belangrijk is de constatering op p. 135 dat Innoveren een eeuwig durende Expeditie is. Je bent altijd onderweg!
16
impuls om in beweging te komen. Antwoorden vinden op deze vragen heeft altijd te maken met het onderzoeken van de eigen lespraktijk, met ervaren wat anderen doen, met leren en innoveren. Op veel gymnasia zijn deze vragen dan ook de sleutels in het contactslot. Rectoren en docenten zien niet altijd heil in nascholing door externen. Externe deskundigheid wordt zeker gewaardeerd, maar het rendement vindt men nogal eens laag. Soms is het -zo is de ervaring- na een jaar behoorlijk weggezakt. Over het algemeen wordt er van een grotere “opbrengst” gesproken als docenten – bijvoorbeeld in samenwerking met een universiteit – aan de slag gaan met het eigen functioneren. Dit kan inhoudelijk zijn (bijvoorbeeld Bèta Excellentie ontwikkelen voor de hoogbegaafden i.s.m. de TU), of meer liggen op het gebied van experimenteren met nieuwe lesvormen (WLG op Expeditie, Kohnstamm Instituut, zie kader). Als een vernieuwingstraject eenmaal op gang is, vindt externe deskundigheid vaak beter aansluiting (behoefte is gecreëerd). Zo werkte het Cygnus Gymnasium in Amsterdam drie jaar lang met het APS aan “onderzoekend leren” en zet men de training (voor bijvoorbeeld nieuwe docenten) zelf voort door de “oude” docenten daarvoor in te zetten. De dinsdagmiddag is de werkmiddag waarop men met elkaar leert, traint en materiaal ontwikkelt (plaatsen in Moodle). Simon Ettekoven (APS) ging op het Johan de Witt-gymnasium in Dordrecht aan de slag met activerende werkvormen. Gedeelde visie: het uitgangspunt dat “er veel variatie is in populatie en dat er dus veel variatie moet zijn in het aanbod” is de leidraad op het Barlaeus. Er zijn groepen samengesteld om interdisciplinair te brainstormen over hoe je dat doet. Iedere leerling op het Barlaeus moet aan het eind van de les kunnen zeggen: ik heb iets geleerd. Soms ontstaat de angst dat men de professionele vrijheid kwijtraakt als men samen ontwikkelt en afstemt. Het helpt dat men het eens is met de grondgedachte. De functiemix wordt vaak heel inhoudelijk ingezet om docenten te stimuleren zich te ontwikkelen. Voor de verschillende functies wordt duidelijk aangegeven welke eisen er gesteld worden aan de docent. In de gesprekken komen het primair proces, de persoonlijke ontwikkeling en talenten aan de orde. Zo krijg je in Amersfoort op het Johan van Oldenbarnevelt een LD-functie als je een uitdragend expert bent. Op het Gymnasium Apeldoorn is de functiemix-procedure opgezet met
Antwoorden van leerlingen op de vraag wat een goed docent is:
als bouwstenen: een goede voorbereiding en voorlichting, veel openheid, een getrainde BAC, portfolio’s van kandidaten, sollicitatiegesprekken in een sfeer van vertrouwen en veiligheid. Afgewezen kandidaten hebben duidelijk meegekregen wat ze moeten doen / ontwikkelen om wél de volgende stap te halen. Het hele proces heeft veel energie vrijgemaakt. De onderwijskundige criteria in Apeldoorn waren: begeleiding van leerlingen, samenwerken met de sectie, inzicht in studieproces van de leerling, onderwijskundige ontwikkeling. Een belangrijke vraag: Vertel van een leermiddel dat jij ontwikkeld hebt, waar je trots op bent.
• Iemand die streng is zonder te hoeven dreigen met straf • Iemand met natuurlijk gezag, uitstraling en persoonlijkheid • Iemand met humor • Iemand die je dingen zelf laat uitzoeken • Iemand die je net zo lang vragen stelt tot je zelf bij het antwoord komt • Iemand die je stimuleert om te denken • Iemand die simpel kan uitleggen • Iemand die verbanden kan laten zien • Iemand die contact heeft met de klas • Iemand die zorgt voor discussie, interactie en nieuwe gezichtspunten
Resultaten zijn een ander middel om in gesprek te komen met docenten, niet zozeer per individu, maar meer als team. Wat zijn onze resultaten, hoe verhouden die zich tot andere gymnasia, wat kunnen we verbeteren, wat betekent dat voor mijn les? Is mijn materiaal op orde, is het op het niveau van de leerling, hoe kan ik mijn eigen didactiek aanpassen,verbeteren? Met deze vragen gaan docenten, binnen of buiten secties met elkaar aan de slag. Een “sense of urgency” (we scoren onder de maat) kan de behoefte om dit soort gesprekken te voeren sterk vergroten. Het behoeft geen toelichting dat dé enquête, de enige echte enquête zelfstandige gymnasia, ontwikkeld door Ger Smit (oud-rector van het Gymnasium in Haarlem en tot 2010 directeur van de voorloper van de SHZG, de Vereniging van Rectoren Zelfstandige Gymnasia) een krachtig middel is. Kwaliteitszorg: Op het Celeanum in Zwolle leidde een aantal jaren geleden Q5 (een kwaliteitsinstrument van de VO-raad) tot groots opgezette intervisie: ieder zocht een maatje (bij voorkeur van een andere leeftijd en uit een andere sectie) en ging bij z’n maatje in de klas kijken – met video. Twee sessies waren verplicht; 25 duo’s gingen vaker bij elkaar kijken. De intervisie loopt inmiddels drie à vier jaar. Ook op het Vossius in Amsterdam werden er twaalf koppels gevormd (vrijwillig) om – ook over de grenzen van het eigen vak – te kijken hoe het zit met differentiëren. Wat doen we met de drie groepen leerlingen: hoog / midden / zwak? Men ging bij elkaar in de klas kijken en er volgden rapportages over: Wat zien we, welke didactiek hanteren we? De rapportages werden vervolgens gebruikt om het gesprek aan te gaan op studiemiddagen. Dit werd als waardevol ervaren, als gesprek, als zoektocht. Als achtergrond werden de gymnasiale kenmerken uit het SHZG-vademecum gebruikt. Een al dan niet verplicht opgelegd onderwijsdoel kan onverwachte gevolgen hebben: zo leidde de Leonardoklas op het
“Als je wilt leren, geef dan les” Marcus Tillius Cicero (106 - 43 v. Christus) Romeins staatsman en schrijver,
17
Een goed docent is een leer-kracht.
Willibrord Gymnasium in Deurne tot vergroting van kennis op het gebied van hoogbegaafdheid en talentontwikkeling. De speciaal voor deze klas opgeleide docenten ontdekten dat de gehanteerde didactiek ook heel goed paste bij de “gewone” klassen. Het leidde tot nadenken over hoe kinderen eigenlijk leren. Het onderwerp wordt verder uitgediept en besproken door het hele team op een studiedag. De lijn voor de toekomst is uitgezet: hoe laten we Leonardo en regulier elkaar aanvullen en bevruchten? (Inmiddels is de relatie met de Leonardostichting stopgezet, maar niet het onderwijs aan de hoogbegaafde leerlingen. De effecten die Leonardo heeft gehad op het didactisch handelen blijven hetzelfde!) Op het Felisenum in Velsen merkt men dat de manier van werken in verrijkings- en verbredingsmodules tot een discussie leidt over de manier van werken in de eigen les. Leerlingen leren op basis van eigen keuze, op basis van een andere manier van denken. Terug naar het primaire proces, naar ons didactisch en pedagogisch repertoire, naar wat we doen en wat we zouden willen. Een onrustige periode voor een school wordt soms afgesloten met en door de komst van een nieuwe rector (bijvoorbeeld het Erasmiaans in Rotterdam) die na een jaar verheugd is over stap 1: we hebben het weer over onderwijs! Nieuwe docenten: vers van de opleiding, een rugzak vol met inspirerende werkvormen en dan tegen een muur lopen op je nieuwe school, je aanpassen. En na een half jaar het lef hebben om je eigen weg te gaan, andere docenten mee te krijgen en een vraagbaak te worden! Op Gymnasium Beekvliet in Sint-Michielsgestel, op het Johan de Witt in Dordrecht, op Gymnasium Haganum in Den Haag en op andere gymnasia: er is veel waardering voor de “jonge honden” die vol energie op hun eigen manier ontwikkeling in gang zetten. “Nieuwe“ leermiddelen kunnen ook inspireren tot ontwikkelingen op didactisch gebied: een steeds groter aantal docenten zet moderne media en technologie in bij hun onderwijs. Uitwisselen van good practices binnen de school en daarbuiten (regiobijeenkomsten) leidt tot enthousiasme. Zo zetten ook laptop- (bijvoorbeeld Nijmegen, Arnhem, Gouda) of Ipadprojecten (Erasmiaans) weer aan tot gesprekken over inhoud, didactiek en de ontwikkeling van digitale leermiddelen. Ook nieuwe gebouwen (een wat minder makkelijk te verkrijgen middel!) kunnen leiden tot vernieuwing. In Leiden is na
18
Hoe het niet moet, volgens de leerling .. en dan vraag ik de docent om mij iets uit te leggen, komt er vervolgens een lang verhaal, met de geschiedenis van dat bepaalde probleem in de wiskunde en na twintig minuten ben ik de draad volledig kwijt!
de splitsing (oud en nieuw gebouw) weer alle aandacht terug naar het onderwijs, waarbij excelleren en omgaan met verschillen een grote rol spelen. In Breda geeft een nieuw gebouw een “boost” aan het denken over onderwijs net als op het Cygnus in Amsterdam. Professionalisering op het terrein van verschillende leerstijlen gebeurt daar (mede) via een uitwisselingsprogramma met Deense en Belgische scholen.
Sommige docenten kan het niet schelen wat je doet. Ze houden hun verhaal alleen maar voor zichzelf … Het is zo vervelend en saai als docenten uitleggen wat er in het boek staat. We kunnen toch lezen? Soms krijg je drie lessen over hetzelfde onderwerp terwijl je het al na een kwartier snapte. Op de vraag: heb je een tip voor je docenten, was het antwoord: hou je vooral niet aan het boek!
Ook het Utrechts Stedelijk Gymnasium merkt dat “een nieuw gebouw helpt”. Met als uitgangspunt “de vervulde leerling” werken de docenten met vernieuwd elan aan het “hoe” van het leren: activerende werkvormen, good practices bij elkaar bekijken, schijnwerpers zetten op de pedagogische aanpak. De financiële impuls: in Amsterdam bleek geld te zijn voor een E-learning project waarin verschillende scholen voor VO in Amsterdam participeren. Op het Sint-Ignatiusgymnasium, het 4e Gymnasium en het Cygnus wordt digitaal materiaal voor Engels en Klassieke Talen verzameld en gelabeld én zelf ontwikkeld. Er is behoefte aan goed materiaal omdat de behoeften van de individuele leerling verschillen. Coaching: veel gymnasia zetten coaches (uit eigen gelederen) in om collega’s te ondersteunen en nieuwe docenten in school te begeleiden. Netwerkleren: op het Trinitas Gymnasium in Almere is een professionaliseringstraject van start gegaan in samenwerking met het Ruud de Moor Centrum. De leerling geeft richting: steeds vaker gaat men op de gymnasia het gesprek aan met de leerling: wat heb je nodig? Sommige rectoren sturen hier heel bewust op. Op Gymnasium Bernrode in Heeswijk-Dinther wordt de voorbeeldfunctie van schoolleiding en coördinatoren sterk aangezet. Ook op deze voorbeeldfunctie moet je als rector sturen! Bewust inzetten op en benoemen van de professionele cultuur: zo doen wij dat hier! Kernwoorden als eigen verantwoordelijkheid, autonomie en eigenaarschap, ruimte geven spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van docenten. Op het Coornhert Gymnasium in Gouda wordt nadrukkelijk gebouwd aan een professionele cultuur waarin “medewerkers elkaar
La semplicità è l’ultima forma della sofisticazione. Leonardo Da Vinci (1452 - 1519)
19
Uit: Vademecum SHZG (2009): De gymnasiumdocent: • heeft een academisch werk- en denkniveau • toont in zijn lessen een geactualiseerd hoog kennisniveau • beschikt over relevante didactische en pedagogische kwaliteiten en blijft deze ontwikkelen • draagt zorg voor het (vakoverstijgend) onderwijs in alle leerfasen • heeft een visie op de onderwijsbehoefte van de gymnasiumleerling • levert binnen en buiten de les een bijdrage aan de ontwikkeling van het gymnasiale onderwijsconcept • levert een bijdrage aan de culturele en/of sociale vorming van de leerling • ontwikkelt in de loop der jaren een aantoonbare expertise in zijn vakgebied • heeft als standaard een LC-functie • heeft een loopbaanperspectief omdat hij de mogelijkheid heeft uit te groeien tot een LD-docent
positief en coachend stimuleren om zich binnen de beschreven kaders te ontwikkelen”. Nieuwe docenten worden goed begeleid in het functioneren binnen deze cultuur. Het in beweging zijn, de groei en ontwikkeling van iedereen in de school, het leren van elkaar en het in gesprek zijn met elkaar vormen vaak een doel op zich. Stappen worden gezet op basis van de uitgangspunten, van de waarden van het gymnasiale onderwijs, niet zozeer op basis van gestelde doelen. Samen groeien in de richting die men in de gesprekken, in het onderzoek en het uitproberen bepaalt. Een van de uitgangspunten is het – al dan niet expliciet gehanteerde – profiel van de gymnasiumdocent zoals verwoord in het Vademecum SHZG. In het kader vindt u ze terug. Op veel gymnasia zijn criteria opgesteld om docenten te kunnen beoordelen. Het gymnasiale profiel is in zo’n model verder uitgewerkt ten behoeve van de verschillende docentfuncties (LB, LC en LD): bijvoorbeeld bij het Barlaeus / OSZG. In bovenstaande heeft u een flink aantal voorbeelden kunnen lezen van de manieren waarop scholen bewust aan de slag gaan met de rol van de docent. Omdat de informatie verzameld is in gesprekken met rectoren ligt de focus wellicht wat zwaar op de rol van de schoolleider. Ik eindig dit hoofstuk dan ook graag met een verwijzing naar de cruciale rol die de docent in de vernieuwing en de vooruitgang speelt: zijn ambitie om de talenten van de leerling zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen is het belangrijkste ingrediënt.
Any teacher that can be replaced by a computer, deserves to be. David Thornburg, Amerikaans futuroloog en schrijver
20
Leerdoelen Waarheen leren de leerlingen? Non scholae sed vitae discimus ... Je zou zeggen: leren voor het leven, dat moet voldoende zijn. Het is een samenvatting van de in de visie verwoorde opvatting dat we als gymnasia de leerling méér willen meegeven dan een goed en waardevol diploma. Leren voor het leven, wat houdt dat anno 2012 eigenlijk in? Zoals de rector van het Haganum het uitdrukte: als een leerling hier met diploma de school uitloopt, moet hij voor de rest van zijn leven in staat zijn alle katernen en bijlagen van kwaliteitskranten te lezen en begrijpen, op alle terreinen. Zijn collega van het Coornhert noemt de kennis, opgebouwd in de gymnasiumtijd, het staketsel dat hem leert zelfstandig de bouwstenen in te zetten in een denkproces. Beide opvattingen geven aan dat dat bouwwerk geen statisch geheel is, maar dat het door de dwarsverbanden, de inzichten en de kennis de gymnasiast-voor-het-leven in staat stelt om nieuwe terreinen te verkennen, te integreren in het bouwwerk en om zelfstandig nieuwe ontdekkingen te doen, creatief te zijn. Als dat een weliswaar beknopte, maar toch een fundamentele samenvatting is van gymnasiale leerdoelen, dan betekent dat dat schoolleiders en docenten van de gymnasia de verantwoordelijkheid hebben om dat bij alle gymnasiasten te ontwikkelen.
Leidraad rector Bernrode, Wim Harmsen:
Handel zo dat je de menselijkheid, zowel in je eigen persoon als in die van ieder ander, altijd tevens als doel, nooit alleen maar als middel gebruikt. Uit het Duits: Handle so, dass du die Menschheit, sowohl in deiner Person, als in der Person eines jeden andern, jederzeit zugleich als Zweck, niemals bloss als Mittel brauchest. Bron: Grundlegung zur Metaphysik der Sitten (1786) Immanuel Kant (1724 - 1804), Duits filosoof
In de interviews worden de leerdoelen in verschillende bewoordingen geformuleerd: • • • • • •
Focus op de toekomt, reflectie op het verleden Begrip van en gevoel voor kunst en cultuur Onderzoeks- en denkvaardigheden Vertrouwen in eigen kunnen Ontdekken waar de eigen talenten liggen Flexibel leren denken
21
Op een dag wist ik het, Op een dag wist ik, Dit ben ik, zó moet ik zijn Zó ben ik bedoeld Deze zinnen vormen het begin van het gedicht dat hoort bij het kunstwerk in de aula van het Baken Trinitas Gymnasium in Almere. Het bronzen beeld heeft de vorm van een omgekeerde boom en wordt “Neergroeien” genoemd. Het is het symbool van de zoektocht naar talenten van leerlingen en medewerkers, naar de vervulling van ieders innerlijke wens. Vanuit dat gezichtspunt wil het Baken Trinitas leerlingen en medewerkers uitdagen en de ruimte geven om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Creatief denken Kritisch denken Wetenschappelijk denken Reflecteren op eigen kunnen, op eigen werk Nieuwsgierig zijn en blijven Lef om te leren Begrijpen dat fouten maken waardevol is, je verder helpt De wil om te onderzoeken wat jouw bijdrage aan de maatschappij zou kunnen zijn Goed burgerschap Verantwoordelijkheid durven nemen Ervoor zorgen dat leerlingen hun talenten ook wíllen ontwikkelen Het vermogen ontwikkelen om onderscheid te maken tussen goed en kwaad Compassie ontwikkelen Eigen initiatief en ondernemerschap ontwikkelen Verbinding met de maatschappij en met de wetenschap weten te leggen: wereldburger en wetenschapper “Out of the box” denken Innovatief zijn Kennis, ontplooiing, vriendschap (motto Nijmegen) Ontwikkelen van leiderschap
Deze leerdoelen, veel meer dan de door de wet voorgeschreven doelen en eisen, zijn niet gemakkelijk te vertalen in een lespakket, module of leerlijn. Het zijn doelen die veel vragen van docenten. We gaan er vaak van uit dat het werken aan deze doelen in het onderwijsproces is verweven. Een aantal voorbeelden van gymnasia waar men juist expliciet aan deze doelen werkt: • Op Bernrode wordt in samenwerking met Nyenrode een speciaal programma “ondernemerschap” aangeboden voor vierde- en vijfdeklassers.
22
• Op andere gymnasia (bijv. Gymnasium Schiedam, Utrechts Stedelijk, Gymnasium Trevianum in Sittard) wordt ondernemerschap binnen de eigen school gestimuleerd: leerlingen regelen zelf de techniek bij voorstellingen e.d., doen de horecavoorziening, regelen en organiseren de musical of een debatfestival. • Andere scholen hebben onderwijskundige projecten waarin een groot beroep gedaan wordt ondernemerschap: Olie in Oman (Haganum). • Het Gemeentelijk Gymnasium Hilversum biedt de leerlingen een algemene leiderschapstraining aan in de 3e klas. • Wat heb je de school gebracht? Dus niet alleen: wat heb je op school gehaald? De beste leerling krijgt de Schaal van Verdienste (Haganum). • Het Stedelijk Gymnasium Nijmegen werkt aan het doel om kunst en cultuur in alle vakken te verweven. • Op het Stedelijk Gymnasium Haarlem bouwt een groep leerlingen een eigen “duurzame” auto en neemt deel aan een wedstrijd (Shell Eco marathon). • Vrijwel elk gymnasium maakt veel werk van maatschappelijke stages. • Op het Johan van Oldenbarnevelt in Amersfoort begint men heel bewust al in de eerste klas met het aanleren van wetenschappelijk denken. • Op een aantal gymnasia is filosofie een belangrijk onderdeel van het curriculum, soms ook eindexamenvak. • Op het Gymnasium Felisenum in Velsen zijn de extra keuzevakken muziek, filosofie, wiskunde D en Natuur, Leven en Techniek (NLT) ingevoerd. Onderzoeksvaardigheden Uit een onderzoeksenquête (2011) door Hanneke Bartelds (WLG) en Hans van der Linden (Marnix Gymnasium) blijkt dat op de meeste gymnasia het trainen van onderzoeksvaardigheden nog geen expliciet onderdeel van het curriculum is. Veel docenten hebben behoefte aan scholing op dit gebied. Een aantal scholen heeft de onderzoeksvaardigheden tot speerpunt van ontwikkeling gemaakt: • Op het Christelijk Gymnasium Beyers Naudé in Leeuwarden werd er op basis van een aantal constateringen (hiaten in aanleren onderzoeksvaardigheden; gebrek aan een doorlopende leerlijn op dit gebied; tegenvallend niveau PWS
The tree of knowledge is not the tree of life. Lord George Byron (1788-1824), Engels dichter
23
Opzet onderzoeksvaardigheden Beyers Naudé Leeuwarden (gedeelte uit het verslag van de regiobijeenkomst Noord waar het CGBN een workshop hield over dit onderwerp) Module onderzoeksvaardigheden: drie modules van 5 blokuren, aangeboden in caroussel in de periode januari – zomervakantie: 1. Onderzoeksopzet 2. Empirisch onderzoek 3. Literatuuronderzoek
(profielwerkstuk)) een module onderzoeksvaardigheden ontwikkeld die wordt aangeboden in het BNA (Beyers Naudé Atelier). Voor de opzet zie het kader.
Dit is voorbereiding op het PWS. Er is verteld hoe de lessen eruit zagen en wat de ervaringen waren.
(NB Drie jonge docenten hebben dit nu opgepakt om te bekijken hoe je iets dergelijks kunt inzetten vanaf klas 1)
Informatie: Rachid Belakhdar en Erik Wessels (CGNB)
• Binnen het Praedinius Gymnasium in Groningen is het mogelijk, naast het gymnasium curriculum, Technasiumonderwijs te volgen. Er zijn geen klassikale lessen: het onderwijs wordt in projectvorm aangeboden. Het Technasium koppelt denken aan doen. Niet alleen theorie, maar ook praktijk. Kennis construeren naast kennis consumeren. Onderzoeksvaardigheden leren in de praktijk: door het werken in groepjes en de relatieve vrijheid bij de uitvoer van opdrachten, leren leerlingen zichzelf en elkaar goed kennen. Ze leren samenwerken, plannen, kritisch denken, inventief zijn en conflicten oplossen. • In Amersfoort op het Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt ligt het accent nadrukkelijk op de ontwikkeling van de onderzoeksvaardigheden en het wetenschappelijk denken. De nadruk ligt nu nog veel bij de bètavakken (denk aan project Water in klas 1 (na,sk,bi en ak)) maar men streeft naar verdere uitbouw naar de gammavakken. • Op het Stedelijk Gymnasium ’s-Hertogenbosch is een leerlijn praktische opdrachten voor klas 1 t/m 6 “under construction”. • Ook op het Vossius is men op zoek naar afstemming tussen de verschillende vakken op het gebied van onderzoeksvaardigheden en inhoud. Men zoekt naar een vorm om dit in een studiedag met elkaar te inventariseren en met elkaar te verbinden. Het Stedelijk Gymnasium Arnhem zoekt naar een leerlijn onderzoeksvaardigheden.
Vossius Gymnasium: raam in hal met onderschrift: “Heb je nooit gemerkt dat meningen die zonder echte kennis tot stand zijn gekomen altijd waardeloos zijn?” Plato, Grieks filosoof
24
Leerinhoud Wat leren de leerlingen?
Education’s purpose is to replace an empty mind with an open one. Malcolm Forbes (1919-1990), uitgever Forbes magazine
In de gesprekken met de rectoren is dit onderdeel wellicht het minst aan de orde geweest, d.w.z. als het woord “leerinhoud” gekoppeld wordt aan de definitie “wat leer je per vak”. De SLO laat zich in Leerplan in Ontwikkeling (2009) als volgt uit over het “wat” van het leren: “Het gaat om scherpe keuzes gebaseerd op heldere argumenten. Maar welke argumenten doen ertoe? In de literatuur over leerplanontwikkeling is gezocht naar een rationale (visie) van waaruit men keuzes over doelen en inhouden kan maken. In grote lijnen is men het erover eens dat onderwijs zich zou moeten richten op drie typen doelen en inhouden: • kennisverwerving en cultuuroverdracht • maatschappelijke toerusting • persoonlijke ontplooiing.” (p. 15) Uit deze formulering blijkt wel dat er misschien een wat vage scheidslijn ligt tussen doelen en inhouden. Omdat zowel onder visie, als onder leerdoelen de drie typen voldoende beschreven zijn (d.w.z. op basis van de interviews), gaat dit hoofdstuk verder over de vakinhoudelijke kant en de verticale samenhang, de leerlijn. Het gymnasiale … Leerinhoud op een gymnasium: je ontkomt niet aan de vraag wat de leerinhoud gymnasiaal maakt. Diepte? Breedte? Moeilijkheidsgraad? Beroep op het hogere denken? De verwevenheid van de klassieke talen in alle vakken? Een filosofisch en cultureel karakter? Blik op de toekomst met reflectie op het verleden? Alle aspecten vind je terug bij de gymnasia. De gymnasia streven naar een “plus” of “extra” op de vwo-variant dat niet zozeer tot uitdrukking komt in gerichtheid op taal (tweetalig vwo), techniek (Technasium), sport- of cultuur-accenten, maar dat in alle vakken verweven is. Klassieke talen/cultuur verweven in leerinhoud: veel rectoren vinden het van belang dat het gymnasium niet een atheneum is waar twee op zichzelf staande vakken worden gegeven: Latijn en Grieks. Klassieke cultuur, gedachtegoed, filosofie vormen de rode draad van de gymnasiale opleiding. Romereizen, vakoverstijgende projecten rond een klassiek thema,
25
Griekse tragedies, bestudering bouwstijlen: juist in het vakoverstijgende zoekt men naar mogelijkheden om deze rode draad vast te houden. Soms wordt er bewust op gestuurd om ook binnen de inhoud van andere vakken de draad vast te houden. In gesprekken met docenten wordt in dat geval expliciet gevraagd naar de rol van de klassieke taal en cultuur in hun vak. Bij de ontwikkeling van de Gouden Standaard (zoals aanbevolen en toegelicht in het Eindrapport van de Verkenningscommissie Klassieke Talen, Het Geheim van de Blauwe Broer (2010)) is dit een moeilijk onderwerp. Uitgangspunt zou in ieder geval moeten of kunnen zijn dat alle andere vakken in ieder geval heel goed op de hoogte zijn wat de klassieke talen inhouden, wat hun waarde is, hun belang. Wat gebeurt er eigenlijk bij die vakken? In dat kader zoeken ook veel rectoren naar nieuwe vakinhouden: zo leidt op het Stedelijk in Leeuwarden het vak Klassieke Culturele en Filosofische Vorming (gegeven in Domusverband, zie onder Leeromgeving) in het vierde leerjaar tot de vakken KCV en filosofie. Alle docenten zijn bij KCFV betrokken. Ook dit komt voort uit het gegeven dat voorheen de klassieke talen het domein waren van twee docenten. Nu bouwt iedereen mee aan dit gymnasiale aspect van de school. Er worden veel vakken aangeboden buiten de reguliere examenvakken. Soms, zoals gezegd, in de vorm van verbreding en verdieping als buitenlesactiviteit (cursus, module), maar ook als vak waarin men examen kan doen of vakken die facultatief in het curriculum worden aangeboden (zonder examen). Zo worden er in Hilversum uit principe géén vakken aangeboden als BAC-activiteit (buitenschoolse activiteit). Alle vakken die geboden worden, zijn onderdeel van het curriculum (leiderschapstraining in de derde klas) of leiden tot een examen: Chinees en Spaans. Pegasus Deze zoektocht naar het gymnasiale extra was een aantal jaren geleden de aanzet tot het Pegasusproject, een project waarin de gymnasia er naar streven om met elkaar materialen, leermiddelen en inhouden te vinden, die recht doen aan de begaafdheden van de gymnasiast. Van gewone (havo/)vwo methodes zakt de gymnasiast onderuit, raakt verveeld en wordt -op zijn zachtst gezegd- niet uitgedaagd, laat staan aan het denken gezet.
26
VO CONTENT
PEGASUS
RIJ
KE
Elke docent besteedt heel veel tijd aan en steekt heel veel energie in het zoeken naar extra materiaal, aansprekende en uitdagende opdrachten die de gymnasiast scherp houden. Uitwisselen van kennis en ideeën, en van didactische aanpak leek een belangrijke stap: kennis delen vergroot immers de kennis. In het hoofdstuk bronnen en materialen leest u het vervolg. Compendia In de zoektocht van de gymnasia naar gymnasiale leermiddelen is steeds geproken over de kapstok waaraan deze leermiddelen opgehangen zouden moeten worden om ze effectief te laten zijn. Een losse verzameling van leermiddelen, van rijke opdrachten, zou zonder die kapstok van weinig waarde zijn. Zo ontstond de roep om compendia, heldere en beknopte “leerinhouden” per vak die als een soort boom de leermiddelen zouden kunnen dragen, maar die ook op zichzelf van groot belang zouden zijn als naslagwerk voor de leerling en als document voor de hoogbegaafde om topdown te kunnen leren. De initiatiefnemers, het Coornhert in Gouda en het Stedelijk Gymnasium Leeuwarden, vonden medeontwikkelaars in de Amsterdamse en Leidse gymnasia. Er is een start gemaakt om met docenten de mogelijkheden tot het gezamenlijk schrijven van dergelijke compendia voor de vakken klassieke talen, aardrijkskunde, Frans en wiskunde te onderzoeken. Inmiddels heeft het Coornhert een compendium voor wiskunde bijna afgerond; de andere vakken bevinden zich nog in een startfase. Verdieping De meeste gymnasia bieden hun leerlingen de mogelijkheid om hogere kwalificaties te behalen in bepaalde vakken: internationaal erkende certificaten gekoppeld aan het ERK (Europees Referentie Kader) zoals Cambridge, Goethe en DELF. Op een enkel gymnasium wordt door leerlingen de C2-status (near-native) bereikt! In het overzicht van de gymnasia is het aanbod weergegeven. Uiteraard vindt ook in de bètavakken veel verdieping plaats, vaak in samenwerking met universiteiten of het Platform Bèta Techniek. Verbreding Veel gymnasia bieden hun begaafde en getalenteerde leerlingen – en zijn ze dat niet allemaal in dit type onderwijs? – de mogelijkheid om naast de reguliere vakken, naast de vakken van de profielkeuze, extra vakken in hun pakket op te nemen.
WEB
IT’S
BASIS - COMPENDIUM
NIEUWS SITES
O
LOKAAL PAPIER PDF
TEN
H AC
R PD
IT’S
WEB
Wat is een (gymnasiaal) compendium? Het compendium: 1. is de verzameling van kennis en vaardigheden die de leerling moet aanleren om een vak op het gewenste gymnasiale niveau te beheersen (de CEVO- eisen uitgebreid met een verdiepingsslag); 2. bevat alleen de absoluut noodzakelijke illustraties; 3. bevat geen oefenmateriaal; 4. is logisch opgezet en goed ontsloten; 5. vormt een handboek en naslagwerk tegelijk. Welke vorm heeft een compendium? Sommige scholen zullen het compendium graag in een echte boekvorm zien, omdat het bij uitstek een boek moet zijn dat de leerling na afloop van zijn schoolcarrière zal willen behouden. Aangezien het gemakkelijk is om dit soort boeken te laten drukken via systemen als “print on demand”, verhoudt het zich goed met de behoefte om dit compendium juist ook digitaal te hebben. Dat maakt het eenvoudig om het regelmatig bij te stellen. Het is dus ook goed aan de behoeften van een individuele school aan te passen. Het is ook uit te breiden met verwijzingen naar verschillende types uitleg.
▶ 27
Waarom een (gymnasiaal) compendium per vak? 1. Een compendium vormt een stabiele, duurzame maar aanpasbare basis van de leermiddelenmix; 2. Een gymnasiaal compendium is meer dan de huidige methoden op gymnasiaal niveau en kan door de gymnasiale samenwerking ook dusdanig worden geijkt – een begin van een Gymnasiaal Referentie Kader! 3. Een gymnasiaal compendium past prima bij het concept van “blended learning”; de kale stam wordt door docenten aangevuld met een arrangement van verwerkingsopdrachten (digitale en papieren folia, naar niveau en leerstijl). Dit arrangement kan web-based (Pegasus, VO-content, uitgevers) worden aangevuld tot een verrijkte en verdiepte leermiddelenmix. 4. Een totaal overzicht van de stof over een aantal leerjaren komt tegemoet aan het beeld dat veel van onze gymnasiumleerlingen behoefte hebben aan “ topdown-learning” – vanuit het geheel werken naar de delen. Bovendien is stof uit eerdere jaren toegankelijk voor remediëring. 5. Een compendium is altijd beschikbaar: op een laptop, op papier, zowel op school in een klassenset als thuis, voor nu en later. Het uitvallen van de internetverbinding of een vergeten boek hoeft dan geen belemmering voor leren meer te zijn…
Zo doen veel leerlingen in meer vakken examen: we kennen allemaal de voorbeelden van leerlingen met veertien vakken en bijna allemaal negens en tienen. Verbreding en verdieping worden echter ook gezocht in modules: op het Beyers Naudé Atelier worden 32 keuzevakken aangeboden (bijv. archeologie, acrobatiek/circus, technisch design). Leerlingen van klas 1 tot en met klas 5 kiezen op basis van hun belangstelling en komen daardoor in wisselende groepen per leerjaar terecht. De leerlingen krijgen een rapportcijfer voor het keuzevak en de cijfers tellen mee voor de overgang. Alle activiteiten die in de Tweede Fase met succes zijn afgerond, worden vermeld op een testimonium dat aan het diploma wordt toegevoegd. Een dergelijk testimonium wordt door veel scholen uitgereikt: het geeft het belang aan dat de school hecht aan de extra leerinhoud, aan de extra doelen die de leerling gehaald heeft.
Hoe komen we tot gymnasiale compendia? Een schrijverscollectief van drie à vier gymnasiumdocenten: a. Komt tot de precieze definitie van een compendium voor het betreffende vak; b. bepaalt of één of twee compendia (onderbouw/ bovenbouw) nodig zijn – de aard van het vak zal dat bepalen; c. komt tot een conceptcompendium voor het betreffende vak – dat kan via een wikipedia-achtige manier van werken. Door het concept op een wiki-manier beschikbaar 2. te stellen aan een grote kring gymnasiumdocenten wordt de inhoud onder regie van het schrijverscollectief aangepast. Het vrijgegeven definitieve compendium kan ver3. volgens lokaal worden aangepast en gebruikt. 1.
Marco Oehlenschläger rector Coornhert Gymnasium Gouda
28
Verbredingsprojecten zijn meestal persoonlijk: de leerling kiest. Het Marnix Gymnasium in Rotterdam biedt projecten van een jaar: de een schrijft een roman, de ander neemt interviews af op de TU over modellenbouw. Daarnaast bestaan op dit gymnasium verplichte verrijkingsmodules: in de eerste klas wordt er o.a. internationale oriëntatie geboden, waarbij bezoeken gebracht worden aan wijkcentra (Marokkaans, Chinees). Klas 2 en 3 kiest (door elkaar) twee à drie modules: muziek, fotografie, schaken, Mens & Maatschappij, recht. De dinsdagmiddag is ingeroosterd als verrijkingsmiddag (vaak met externe docenten/begeleiders). Opvallend in de evaluaties was dat leerlingen de aanpak zoals ze die in de verrijkingsmodules geboden kregen, ook graag terug wilden zien in de reguliere lessen! Een aantal scholen komt tegemoet aan de wens van scholieren om leerinhoud niet slechts uit boeken / docenten / computers te halen, maar om ook te leren door te doen, door met de handen bezig te zijn. Zo maakten op het Stedelijk in Utrecht leerlingen het tuinontwerp. Op (o.a.) het Trevianum verzorgen leerlingen al 25 jaar horeca en techniek, en zijn ze verkeersregelaar en gastheer en gastvrouw bij ontvangsten. Ze leren daarbij omgaan met mensen. Versnelling In een enkel geval gaat een (hoogbegaafde) leerling via een individuele leerlijn door school: de inmiddels landelijk
bekende Erik van der Boom behaalde op het Stedelijk Gymnasium Schiedam op dertienjarige leeftijd zijn gymnasiumdiploma. Versnelling is een thema dat regelmatig ter sprake komt en dat duidelijk voor- en tegenstanders kent. Individuele leerlijnen, onderwijs op maat, kijken wat bij die éne leerling past (niet alleen cognitief, maar ook sociaal) maakt onderwijs passender! Olympiade Ik heb er geen onderzoek naar gedaan, maar het zou mij – en vermoedelijk velen met mij – niet verbazen als blijkt dat een zeer groot percentage deelnemers aan Olympiades van een gymnasium komt. In ieder geval hoor en zie ik op alle gymnasia namen van prijswinnaars bij Olympiades en bij de KNAW. Er zijn gymnasia die zich al gecertificeerd Olympiadeschool mogen noemen. Hierbij ontstaat steeds meer de roep om vooral onze trots op deze leerlingen – én hun docenten – te laten zien. Op de website van de gymnasia (www.gymnasia.nl) is al een virtuele prijzenkast ingericht, maar ook op scholen begint men na te denken om meer body, meer cachet te geven aan Olympiadedeelname bijvoorbeeld door een speciale middag voor prijswinnaars te organiseren (Nijmegen).
29
Much education today is monumentally ineffective. All too often we are giving young people cut flowers when we should be teaching them to grow their own plants. John W. Gardner
Leeractiviteiten Hoe leren de leerlingen? De draad tussen de knooppunten docentenrollen en leeractiviteiten is een heel stevige. De docent let bij het didactisch handelen op wat de leerling nodig heeft om goed te kunnen “leren”. Daarbij is de afgelopen jaren in het onderwijs veel aandacht uitgegaan naar de werking van het brein, naar wat “leren” bevordert. Je zou kunnen zeggen dat de basis onder het studiehuis de gedachte was dat leerlingen veel meer zelfstandig kennis moeten construeren, hun eigen plant moeten laten groeien. Passief luisteren, consumeren, leidt tot minder rendement in de leerdoelen die we ons als gymnasia gesteld hebben (al is dat niet altijd zichtbaar in de eindexamencijfers). Nieuwsgierig maken: hoe doe je dat? Leerlingen moeten geprikkeld worden: uitgedaagd om te wíllen weten. Ze moeten a.h.w. een sterke behoefte voelen om de volgende stap te zetten, om zich iets eigen te maken. Willem Jan Renger (programmaleider research & design Applied Game Design aan de Hogeschool voor de Kunsten, Utrecht) laat zien dat gaming zo’n voorbeeld is waarbij de speler veel fouten maakt, gefrusteerd raakt, maar daarbij meer dan honderd procent gemotiveerd is om wél de volgende stap te kunnen zetten. Dit principe kan uitstekend vertaald worden tot een onderwijskundig principe. Op de APS-Gymnasiumdag van 5 oktober 2011 werden de hele dag door workshops gehouden waarin docenten en leerlingen gezamenlijk probeerden lesmateriaal in een dergelijk gaming principe om te zetten. Het beste ontwerp kwam overigens van de hand van leerlingen van het Coornhert. Prof.dr. Henk Schmidt, rector magnifus van de Erasmus Universiteit en hoogleraar psychologie, bracht als gastspreker op de rectorenconferentie (december 2011) de rectoren ertoe een lange reeks van getallen zonder enige moeite te onthouden – velen van ons weten de reeks nu nog! – en deed met ons een experiment (al eerder uitgevoerd met zijn studenten) op het gebied van psychologie. Hoewel het van niemand van de aanwezigen het speciale vakgebied was, werden wij allen ongeduldig en gefrustreerd toen we – na het doen van het onderzoekje – niet de bevindingen, niet de oplossing voorgeschoteld kregen. Doel van het experiment: ons te laten zien hoe je door het aanbod van de “leerstof” alle aanwezigen op het puntje van de stoel kunt krijgen, kunt motiveren om te weten, om kennis te vergaren. Op zoek dus naar de “glimmende oogjes”….
30
Al veel langer weten we van het belang van de actieve leerling. We weten dat we als docenten bij de leerlingen de knop moeten kunnen omzetten: use your brains! Vijf jaar gaf ik leiding aan een museum en altijd was het een feest als je schoolkinderen (i.p.v. een rondleiding te geven), vijftig (!) vragen liet maken bij een beeld. In groepjes. Het leverde prachtige en vaak zelfs verhitte discussies op. Gedichten, tekeningen of zelfs muziek laten maken bij of naar aanleiding van die beelden leidde tot kunstwerken op zich… Activeren en motiveren Methodes bieden vaak handreikingen om leerlingen aan de slag te laten gaan. Zoals al eerder opgemerkt, zoeken gymnasiumdocenten vaak naar het plusmateriaal dat zij vervolgens zelf moeten maken. Het vereist een behoorlijke mate van creativiteit en inventiviteit om op z’n henkschmidts leermiddelen te maken die de leeractiviteit bevorderen. Op het Stedelijk Gymnasium Arnhem laat de docent scheikunde zijn leerlingen problemen oplossen via “hardop denken”. Zie kader. Rol van ICT en sociale media in het activeren van het leren: Beginfase of gevorderd stadium: elk gymnasium is zich ervan bewust dat de huidige ontwikkelingen op technologisch gebied vragen om inbedding in het onderwijssysteem. Leerlingen die opgroeien in een wereld met computers, Ipads, smartphones, Facebook, Twitter en noem maar op, kunnen en willen niet zonder deze middelen leren. Buiten school leren ze immers voortdurend via deze media. Voor ons is het zaak om goed te bezien hoe de middelen effectief kunnen worden ingezet. Het gaat daarbij niet om het “opleuken” van materiaal, van lesstof, maar om de juiste stimuli tot serieus leren. Zo beschreef Willem Jan Renger de pogingen om een som een ICT-sausje te geven, waarna de leerling toch weer de vervelende som tegenkomt, als chocolate covered broccoli.
HARDOP DENKEN?? Wat heeft hardop denken te maken met problemen oplossen? Hoe activeert hardop denken het leren? Leerlingen van het Gymnasium Arnhem gingen o.l.v. hun scheikundedocent, Panos Alexiou, in tweetallen – probleemoplosser en luisteraar - aan de slag met problemen via de Thinking Aloud Pair Problem Solving techniek (Whimbey & Lochhead 1999). In vijf stappen helpt de probleemoplosser zichzelf -hardop denkend- naar een oplossing van een complex probleem. Hij wordt daarbij ondersteund door een luisteraar die hem helpt inzicht te krijgen in waar hij mee bezig is, zonder hints te geven voor de oplossing! Citaten van leerlingen: “Ik volg wat ik doe en leg het aan mezelf uit, dan snap ik wat en hoe ik het doe. Zo controleer je jezelf ook meteen als het ware.” “Het is niet saai als een gewone les, dit zorgt ervoor dat ik mijn concentratie er bij kan houden.” Panos Alexiou deed onderzoek naar de effecten van TAPPS in het kader van zijn Masteropleiding voor het NiME (Nederlands Instituut voor Masters in Educatie): “Probleemoplossen is een essentiële eenentwintigste-eeuwse vaardigheid. Met dit onderzoek wordt ernaar gestreefd om een nieuwe werkvorm te ontwikkelen waardoor het probleemoplossen als vaardigheid in de lessen behandeld kan worden.” Lees meer over zijn onderzoek en zijn toepassing van TAPPS in zijn lespraktijk op www.gymnasiumarnhem.nl.
Verschillende instanties houden zich bezig met ondersteuning op dit vlak: zo hebben de gymnasia al sinds 2009 ondersteuning van Kennisnet en heeft het APS de meest recente gymnasiumdag geheel gewijd aan het Gymnasium 2.0. Bij het inzetten van ICT als didactisch middel moet je je steeds de vraag blijven stellen of en hoe het leren door inzet van dit middel geactiveerd wordt. Wordt er daadwerkelijk verbinding gelegd met leren? Dat daarbij verschillende fases horen, spreekt voor zich: in de onderste regionen van de taxonomie van Bloom (zie kader op pagina 32) kan digitaal interactief
31
Bloom’s Taxonomy of Learning (new Version)
Creating Evaluating
Applying Understanding Remembering
Increasing difficulty
Analyzing
computermateriaal een belangrijke rol vervullen: inslijpen van constructies, woordjes leren. De computer geeft de benodigde feedback, kan bijvoorbeeld uit de al dan niet snelle reactie van de leerling opmaken of het woord opnieuw aangeboden moet worden en geeft resultaten en vorderingen door aan de leraar. Voor de hogere regionen van Bloom, ook wel het hoger-orde-denken genoemd, kunnen allerlei ICT-middelen worden ingezet: het maken van een documentaire of een film over een onderwerp; het opzoeken en vergelijken van standpunten op internet en het tot eigen conclusies komen. Op het Haganum vraagt de rector voor zijn biologieles de leerlingen zelf te komen met Youtube-filmpjes die betrekking hebben op het onderwerp dat hij gaat behandelen. Leerlingen moeten kunnen aangeven waarom het ene filmpje de voorkeur verdient boven het andere. Actief leren in projecten En hoe denken leerlingen over actief leren? Ze vragen erom! Net zoals de verrijkingsmodules op het Marnix Gymnasium in Rotterdam de leerlingen enthousiast maken (juist ook vanwege de “activiteit”), zo maken (vaak vakoverstijgende) projecten leerlingen tot enthousiaste en gemotiveerde leerlingen. Op elk gymnasium vind je dit soort projecten terug. Een kleine greep: Gymnasium Beekvliet: gammaproject vierde klas: onderzoek naar bijvoorbeeld ontwikkelingssamenwerking (opbrengst: filmpjes, krant, website etc); in het kader van het vak ANW krijgen leerlingen de opdracht met elkaar een disco in te richten (met alles erop en eraan, vergunningen, toiletten e.d.). Christelijk Gymnasium Sorghvliet: heel veel projecten (een reden waarom hoogbegaafden “binnenboord” blijven!), ook vaak buiten de deur, zoals in klas 5 de PO (praktische opdracht) voor aardrijkskunde: fietsen in Engeland, en de PO voor biologie op de Wadden. Ook de onderbouw kent veel projecten buiten de deur, bijvoorbeeld Kleurrijk Den Haag: klas 2 twee dagen Den Haag in. Praedinius Gymnasium: in klas 4 vindt het Arbeidservaringproject plaats, waarbij de leerlingen een week lang ongeschoolde arbeid verrichten en daarbij kennis maken met de arbeidsmarkt en hun eigen ambities en talenten.
32
Christelijk Gymnasium Beyers Naudé: in klas 2 gaan leerlingen in het project Crime Scene Investigation: moord op het CGBN (leergebied: Mens en Natuur, Deelnemende vakken: biologie, Engels, wiskunde) naar aanleiding van een moordzaak op zoek naar de dader. Sporenonderzoek, forensisch onderzoek en verschillende scenario’s leiden tot een aantal verdachten. Maar wie is de werkelijke dader? Daar moeten de leerlingen achter komen via gedegen speurwerk. De opdrachten worden in groepsverband uitgevoerd. Stedelijk Gymnasium J. van Oldenbarnevelt: in klas 2 Viva(t) Roma: project van een week om de motivatie voor de klassieken te vergroten. Geen standaard didactiek, veel maak- en doe-opdrachten: kunst, cultuur, maken van toneelkleding, antieke sporten, kookworkshops met antieke recepten, excursie Archeon, bronnenonderzoek. Op het Sint-Ignatiusgymnasium is een project van vier maanden gehouden met een buitenlandse school, waarbij gebruik werd gemaakt van mailen, chatten, skypen en videoconferenties. Belangrijk hierbij was juist ook uit te zoeken hoe deze communicatievormen bijdragen aan het leren. Er was een controlegroep. Op het Stedelijk Gymnasium ’s-Hertogenbosch is na een onderzoek over de toekomst van het onderwijs op het gymnasium besloten tot vakoverstijgende projectmiddagen en -dagen in de onderbouw. Uitgangspunt was het gegeven dat de gewone lessen veelal frontaal en klassikaal gegeven worden; door de projecten krijgen de leerlingen een andere kijk op vakken. Voorbeeld: Grieks en geschiedenis laten de leerlingen een hoorspel maken over bijvoorbeeld Socrates. Veel gymnasia bieden kunst en cultuur (ook) in projecten aan: in de meeste gevallen gaat het niet om passief consumeren (theaterbezoek), maar juist om een samenspel van activiteiten waardoor op veel gebieden geleerd wordt. Eigen toneel- of muziekavonden worden niet alleen door de leerlingen gebracht, maar ook georganiseerd, en van a tot z verzorgd, tot en met de sponsoring. Op het Erasmiaans Gymnasium, waar 85 procent een bètaprofiel kiest, is een project gestart waarbij in de vijfde klas alle leerlingen bij elkaar worden gezet om vakoverstijgend te kunnen werken (wi, na, sk, bi).
33
Wetenschappers die hun wijsheid alleen uit boeken hebben moet men op de boekenplank zetten. Uit het Duits: Wissenschaftler, die ihr Wissen nur aus Büchern haben, sollte man ins Regal stellen. Wolfgang Eschker (1941) Duits schrijver en aforist
De reden voor het Stedelijk Gymnasium Nijmegen om kunst en cultuur meer accent te geven binnen alle vakken heeft ook te maken met leeractiviteit: juiste de creatieve kant mee laten spelen in de verwerking van de stof (taxonomie van Bloom). Vakoverstijgende projecten bevorderen het samenwerkend leren: één van de belangrijke uitgangspunten voor het Marnix Gymnasium om in projectvorm te werken, zoals Het weer en grafieken in klas 1 (aardrijkskunde en wiskunde). In de JdW-uren biedt het Johan de Witt- gymnasium aan eersteklassers op maandagmidag drie verschillende modules: creatief, sportief en filosofisch (hersenbrekers). Op het Stedelijk Gymnasium Haarlem hebben leerlingen op de universiteit meegewerkt aan een onderzoek over antibiotica en zelf antibiotica gekweekt en onderzocht. Niet in een project en niet in de reguliere les: Op het Stedelijk Gymnasium Leeuwarden biedt De Manege letterlijk en figuurlijk ruimte voor anders opgebouwde leeractiviteiten. In de onderwijstijd die niet door de klassikale lessen wordt gevuld, werkt de leerling in zijn eigen Domus (huis) in De Manege (gemiddeld acht uur per week). Er zijn vier “huizen” in de manege met elk een nestor, een vaste begeleider. Elke klas is in vieren gedeeld en wordt zo over de huizen verdeeld. Op die manier treffen leerlingen uit verschillende leerjaren elkaar. Het eerder genoemde KCFV (zie onder leerinhoud) vindt plaats in Domusverband. Rectoren geven aan dat docenten niet zelden klagen over het feit dat er veel lestijd “verloren” gaat vanwege de projecten. “Zo krijg ik mijn stof niet af”. Op zich kan men de bezorgdheid van deze docenten waarderen, maar het feit blijft dat in veel projecten véél geleerd wordt: in breder verband, in samenwerking met anderen, door actief met elkaar naar een helder doel te werken. Leerlingen geven vaak aan dat ze de aanpak in de projecten graag vertaald zien naar de reguliere les. Vooral het “doe”-aspect speelt daarbij een belangrijke rol!
34
Bronnen en materialen Waarmee leren de leerlingen? We hebben al geconstateerd dat de docent een cruciale rol speelt bij het leren van de leerlingen. De docent maakt daarbij gebruik van bronnen en materialen. Had men vroeger daarbij alleen toegang tot de eigen kennis en het boek, in de afgelopen decennia is het scala verbreed: niet alleen is er een grote keuze uit methodes, maar ook is de toegang tot allerlei digitale bronnen oneindig. Koppel dit gegeven aan het feit dat elke leerling anders leert, een eigen leerstijl heeft, en je staat als docent voor een bijna onmogelijke opgave om de juiste keuze te maken voor de juiste bron en het meest geschikte materiaal. Daarbij wil je ook nog eens voorkomen dat de leerling van alles krijgt voorgezet en op die manier gereduceerd wordt tot consument. Bovendien wil, kan en moet de gymnasiumleerling uitgedaagd worden: niet alleen tot het verteren van de meest moeilijke stof, maar vooral ook tot het zelfstandig, kritisch en creatief denken. Hij moet leren te abstraheren uit datgene wat hem geboden wordt. Dit is het vraagstuk waarmee elke docent geconfronteerd wordt en dit is ook het vraagstuk waar de educatieve uitgeverijen niet zelden – juist voor de gymnasiumleerling – de plank misslaan. Bij de discussie over gymnasiale leermiddelen komt onvermijdelijk de vraag op tafel: wat maakt een leermiddel gymnasiaal? Een vraag waar het antwoord niet zo gemakkelijk op te geven is. Een belangrijke basis voor een beschrijving van het gymnasiale is te vinden in het boekje De Vlucht van Pegasus (2008), een nog steeds belangrijk document in de historie van Pegasus. In deze “tussenstand van het project Pegasus” staat waar onderwijs aan gymnasiasten aan moet voldoen, waar de gymnasiast behoefte aan heeft en wat voor materiaal werkgroepen van de verschillende vakgroepen ontwikkeld hebben om aan deze eisen en behoeften te voldoen. Ook theoretische onderbouwing, mede geleverd door het APS, ontbreekt niet. Zo is door Pegasus en het APS het HEUCK-model ontwikkeld dat voor een aantal gymnasia expliciet als uitgangspunt voor hun onderwijs geldt:
35
de leerling de docent H
helderheid
weet wat er wordt verwacht • over het eind van de opdracht • over de beschikbare tijd • over de beschikbare middelen
stelt de kaders
E eigenaarschap krijgt vertrouwen activeert heeft hoge mate van zelfsturing in het leerproces reflecteert over wat er is geleerd U uitdaging werkt naar een open einde (niemand weet het antwoord) gaat verder dan de vorige keer werkt aan een complexe opdracht
zaait twijfel
C context plaatst het geleerde in een breder kader gaat de dialoog aan en begrijpt waarom dingen gedaan worden levert dilemma’s denkt na over waar “we” mee bezig zijn K keuze kiest onderwerp, biedt keuzes plaats waar de opdracht wordt uitgevoerd, werkwijze, presentatievorm tijdstip waarop aan de opdracht wordt gewerkt samen met wie bron: De Vlucht van Pegasus (2008)
36
Uit SHZG Vademecum, 2009: Pegasuswerkgroepen: gymnasiaal materiaal Alle werkgroepen hebben criteria voor goed gymnasiaal lesmateriaal en een voorbeeld van een geslaagd project opgetekend. Om een indruk te geven: de criteria van de werkgroep bètavakken met wat lijnen naar andere werkgroepen:
In het Vademecum (2009) van de in 2009 opgerichte Stichting Het Zelfstandig Gymnasium (SHZG) vat Agnes Schaafsma, rector van het WLG en een van de grootste aanjagers van Pegasus, de historie van Pegasus inclusief doelstellingen en verwoording van het gymnasiale bij leerlingen, docenten en materiaal, samen. In het kader een stuk uit deze samenvatting: Pegasuswerkgroepen: gymnasiaal materiaal. Van de genoemde criteria in het kader kunnen sommige zo ondergebracht worden in de al eerder aangehaalde taxonomie van Bloom. Omgekeerd zou het een idee zijn om juist deze taxonomie met als onderliggende basis het geciteerde artikel over “gymnasiaal materiaal” te hanteren bij de beoordeling van leermateriaal. Omdat we juist de gymnasiast, die meer dan gemiddeld begaafd is, de hoogste (cognitieve) doelen willen laten behalen, zou het aanbeveling verdienen om – bijvoorbeeld in regiobijeenkomsten – materiaal (eigen of van anderen) te bezien in het licht van deze criteria. Nog spannender wordt het om bestaand materiaal gezamenlijk met deze leidraad op te plussen naar gymnasiaal materiaal. Digitaal uitwisselplatform Het knooppunt bronnen en materialen is misschien wel het minst aan de orde geweest in de gesprekken met de rectoren. Bespreken, delen, uitwisselen van materialen en bronnen vindt plaats in de Pegasus regiobijeenkomsten van docenten. Sinds een jaar of twee is het mogelijk om leermiddelen digitaal uit te wisselen via de Pegasus Community die met steun van Kennisnet voor de gymnasia werd geopend in Digischool. Om het uitwisselen laagdrempelig te houden werd besloten om de leermiddelendatabase alleen toegankelijk te laten zijn voor docenten van de zelfstandige gymnasia. Op dit moment is ruim een kwart van de docenten van de gymnasia lid van de community en zijn er zo’n 280 leermiddelen geplaatst. Buitenstaanders noemen dat een mooi resultaat, maar de docenten van de gymnasia zijn al gauw teleurgesteld als ze een kijkje nemen. Als je voor je eigen vak tussen de tien en twintig leermiddelen vindt, is dat simpelweg niet genoeg. Op de ambassadeursbijeenkomst najaar 2011 bleek er onvrede te bestaan over de community. Juist het feit dat het moeilijk is toegang te krijgen, als gevolg van de beslotenheid van de leermiddelendatabase, werkt nu averechts. De wens wordt uitgesproken om met één klik rond te kunnen neuzen in een zo breed mogelijk bestand waarin de materialen van de zelfstandige gymnasia makkelijk te vinden zijn.
• leerlingen een complex probleem aanbieden, zodat kennis van verschillende terreinen nodig is om tot een oplossing te komen (dit vinden andere werkgroepen ook belangrijk – leerlingen laten puzzelen en leren snel overzicht te verwerven, zegt de werkgroep klassieken) • een aan de praktijk ontleende context, die de actualiteit raakt en leerlingen uitdaagt om zich in te leven in een concrete situatie (in het voorbeeld van de bètawerkgroep geven de leerlingen een advies aan een burgemeester die zijn stad wil profileren als de groenste stad van Nederland; in het voorbeeld van de werkgroep kunsten schrijven leerlingen een compositie voor het ASKO-Schönberg Ensemble) • een beroep doen op verschillende vaardigheden tegelijk, bijvoorbeeld onderzoek verrichten, communiceren met elkaar en met deskundigen, feedback geven aan elkaar, een debat voeren • gymnasiaal materiaal is veelzijdig, met aandacht voor verschillende invalshoeken, en stimuleert het zoeken naar verbanden (historische, culturele, maatschappelijke, economische, technologische). Ook verbanden tussen vakken spelen bij veel voorbeelden een rol: zo ligt in het project van de werkgroep Nederlands (Odysseus in de jeugdliteratuur) samenwerking met de klassieke talen direct voor de hand • ruimte voor keuze wordt ook door alle werkgroepen als belangrijk motiverend punt ingebracht: inspelen op verschillen tussen leerlingen (intellectuele en creatieve mogelijkheden, interesses, nieuwsgierigheid, zelfstandigheid, leerstijlen, sociale vaardigheden) • werken aan bewustwording van waarden, stimuleren van het denken over het oplossen van maatschappelijke problemen, kritisch kijken naar de werkelijkheid en een eigen oordeel leren vormen – dat noemt ook de werkgroep Mens- en Maatschappijvakken als uitgangspunt voor het project “criminaliteit volgens de journalistieke insteek”.
37
Deze wens heeft geleid tot aansluiting bij Wikiwijs: hierin worden alle leermaterialen omgezet zodat ze in het najaar 2012 – herkenbaar aan een soort identiteitskaart of keurmerk – te vinden zijn. Zodra die stap gezet is, kunnen docenten • breed zoeken en gericht zoeken; • ook materiaal vinden van niet-gymnasiumdocenten en het – mits voor gymnasiumdoeleinden geschikt – voordragen voor het label “aanbevolen door de zelfstandige gymnasia”; • zelf materiaal uploaden onder het zelfstandig-gymnasium-label. Met elkaar, docenten onderling, communiceren via een daartoe ingerichte LinkedIngroep zal, zo is de verwachting, tot meer resultaat leiden dan het forum op de Pegasuscommunity. Een bijkomend voordeel is dat vakoverstijgende projecten gemakkelijker te vinden zijn omdat men op allerlei trefwoorden kan zoeken. Ook deze publicatie zal hier te vinden zijn, wat het volgen van de links vergemakkelijkt! VO Content De gymnasia zijn – uiteraard – niet de enige die op zoek zijn naar digitaal lesmateriaal dat ook nog te plaatsen is in een traject, een curriculum, een leerlijn. We zien hetzelfde gebeuren bij bijvoorbeeld Montessorischolen en Reformatorische scholen. Het zal niemand verbazen dat voor de eerste groep de didactische kant van het materiaal een belangrijke rol speelt, terwijl voor de tweede groep juist de inhoudelijke kant voor de identiteit van belang is. Daarnaast wordt, vanuit de VO-Raad, digitaal materiaal ontwikkeld door VO-Content, dat een kwaliteitskeurmerk heeft. Een van de belangrijkste eisen aan dit materiaal is dat er sprake moet zijn van volledige leerlijnen per leerjaar. Inmiddels is voor verschillende vakken op verschillende niveaus materiaal ontwikkeld dat in augustus 2012 toegankelijk zal zijn. De collecties, Stercollecties geheten, zijn – voor die scholen die lid zijn van VO-Content – vrij toegankelijk en arrangeerbaar: d.w.z. dat de docent het materiaal naar eigen goeddunken kan aanpassen. Voor niet-leden is het materiaal toegankelijk, maar is het niet mogelijk te arrangeren. Vanuit VO-Content is er grote belangstelling voor de ontwikkelingen bij de gymnasia: men zou graag een beroep doen op de expertise van de gymnasiumdocenten om Stercollecties nog een extra dimensie te geven: de gymnasiale.
38
Leeromgeving Waar leren leerlingen? De leerling van de 21e eeuw leert overal. In zijn baantje bij de AH, bij zijn computerspellen thuis, in de schaakclub, op het hockeyveld, op zijn maatschappelijke stage, in de les, bij het debattoernooi, op de Romereis, bij het maken van decors voor de musical, bij het ziekbed van zijn oma, op Facebook en Twitter, bij zijn pianoles, of bij het sleutelen aan zijn scooter. En: lees voor zijn ook overal haar. We kunnen en willen er – gelukkig – niet meer omheen. We leren niet voor de school, maar voor het leven en we leren niet alleen in de school maar in het leven … Als we ons dat goed realiseren, kunnen we het leren steeds betekenisvoller maken. Verbindingen leggen met de maatschappij, met bedrijven, met welzijnsinstellingen, met universiteiten, met stageplaatsen, met de natuur, met de media, met liefdadigheidsinstellingen, met de kunstenaar, met het buitenland, met het internet, met kunst en cultuur, buiten het klaslokaal, met de basisschool … Met de basisschool? Ja, op sommige gymnasia stappen juist de gymnasiasten de basisschool in om leerlingen – de hoogbegaafden – te tutoren (Schiedam). Leerlingen uit Schiedam zijn ook “maatjes“ van basisschoolleerlingen met een taalachterstand (maatschappelijke stage). En onderwijzen is leren. Leeromgeving kun je grofweg in vier categoriën verdelen: 1. Het klaslokaal 2. De school 3. Het internet 4. De maatschappij (met alle verschillende kanten zoals hierboven genoemd) 1. Het klaslokaal Veel van het “schoolse” (geen kwalificatie, maar een locatie-aanduiding) leren vindt traditiegetrouw plaats in het klaslokaal, met dien verstande dat zo langzamerhand de meeste lokalen de wereld via het smartboard binnen kunnen halen. Zo wordt de leeromgeving (nog) contextrijker, groter.
39
2. De school Gymnasia die gebouwen uitgebreid en gerenoveerd hebben en gymnasia die nieuwbouw betrokken hebben, hebben de school als leeromgeving uitvoerig op de agenda gehad: hoe kan het gebouw bijdragen aan leren? Wat is er dan nodig? In het Gymnasium Schiedam zie je naast de lokalen werkpleinen waar leerlingen vanuit de les plaats kunnen nemen om in een groepje te werken i.p.v. bijvoorbeeld naar instructie te luisteren. Ook in het nieuwe gebouw van Utrecht (Stedelijk) en Leiden (locatie Socrates) zijn veel sfeerrijke plaatsen waar leerlingen alleen, met elkaar of met de computer aan de slag gaan. Overigens geldt deze opzet ook vaak voor docenten: waar ruimte is, worden werkplekken/werkkamers voor secties of vakgroepen ingericht. Zoals een docente in Leiden mij vertelde: het feit dat er nu werkkamers waren (in het geval van Leiden per vakgroep), maakte dat er ook onderling (Moderne Vreemde Talen) contact was over hoe men eigenlijk bepaalde dingen aanpakte. Op deze manier voelt de school als het werk- en leerterrein, waar je dus – ook buiten je feitelijke lesuren – aan de slag bent, met elkaar overlegt en leert. Uit mijn eigen onderwijspraktijk herinner ik mij dat de lesroosters vaak de aanwezigheid van de leraar bepaalden. Zelfs een tussenuur kon een moment zijn om even thuis koffie te drinken. Drie maanden gaf ik les op een highschool in Cincinnati, Ohio, waar je – ondanks je vier uur les – van ’s morgens half acht tot ’s middags vier uur aanwezig was. Voor mij toen (inmiddels bijna dertig jaar geleden) een eye-opener. De mediatheek (ook wel “het kloppend hart van de school genoemd”), spreekkamers en vaak ook de aula zijn onderdeel geworden van de leeromgeving. De mediathecaris vervult een belangrijke rol als spin in het web in de ondersteuning bij alle leeractiviteiten waar boeken, bronnen en internet een rol spelen. Dat ook leerlingen vaak nog wegwijs gemaakt moeten worden in de wirwar van aanbod, vergeten we nog wel eens. De mediathecaris van het Barlaeus ontwikkelt in samenwerking met de schoolleiding beleid voor mediawijsheid en heeft in de loop der jaren een enorme expertise opgebouwd over wat er op dit gebied nodig is in scholen. 3. Het internet Vanuit de mediatheek is het stapje naar internet snel gemaakt. Een virtuele leeromgeving die overal toegankelijk is. Gecontroleerd in de klas met smartbord of computer (vaak is gebruik van (smart)phone of Ipad niet toegestaan); gecontroleerd
40
Bernrode B.V. ( uit het Hermes programma. Thema: ondernemerschap)
in de computerruimten en de mediatheek; open via de verbindingen buiten de school. Voor het internet als leeromgeving hebben leerlingen vaardigheden nodig, onderzoeksvaardigheden, die hen in staat stellen om bronnen en materialen te kunnen vinden, beoordelen en in een context te plaatsen. 4. De maatschappij ofwel: de leeromgeving buiten het schoolgebouw In voorgaande hoofdstukken zijn al vele voorbeelden gegeven van leren dat buiten de muren van het klaslokaal plaatsvindt. Van reizen naar en uitwisselingen met het buitenland, standaard gekoppeld aan een cultureel/educatief/maatschappelijk doel, tot maatschappelijke stages, tot vakoverstijgende projecten in samenwerking met universiteit of bedrijfsleven, tot culturele avonden of museumbezoek. Heel bewust wordt door scholen het contact gezocht met de “buitenwereld” omdat de gymnasiale doelen, de vertaling van de visie naar de praktijk, anders niet haalbaar zijn. En omdat de leerling, veel meer dan in de vorige eeuw, met beide benen en met zijn digitale verbindingen midden in die wereld, die maatschappij staat! De contacten met Pre-University en andere voorlopers van het wetenschappelijk onderwijs worden steeds intensiever: op veel gymnasia krijgen leerlingen de kans om zich sneller te ontwikkelen in een vak dan het gymnasiumcurriculum toestaat. Op universiteiten of op Junior Colleges kunnen ze modules volgen die beter aansluiten bij hun behoefte aan uitdaging, aan kennis opdoen, aan wetenschappelijk bezig zijn. De ene leeromgeving wordt ingewisseld voor de andere en juist de hogerliggende lat geeft voldoening en plezier. Helaas, zo vinden velen, niet meer dan dat! Het is vaak nog niet mogelijk om daar behaalde resultaten mee te laten wegen in andere trajecten. Ze bieden bijvoorbeeld niet de mogelijkheid om bij de overstap naar de universiteit in een Honoursprogramma te stappen. Op de najaarsconferentie is de afspraak gemaakt om met de VSNU te gaan praten om te bezien wat in de toekomst op dit vlak wél gedaan zou kunnen worden om de behaalde resultaten enig effect te geven in het vervolg van de wetenschappelijk loopbaan. Vooralsnog zoekt men de oplossingen op school om bijvoorbeeld het geleerde te gebruiken als basis voor het profielwerkstuk. In het kader: een kort verslag “uit de losse pols” van de rector over Ondernemerschap Bernrode in samenwerking met Nijenrode.
Dag 1: Vijfentwintig vierde- en vijfdeklassers een dag naar introductiedag Nyenrode (samen met twee ouders) om daar de eerste beginselen van een goed businessplan te leren. Iedereen razend enthousiast. In het bijzonder Nyenrode zelf over de kwaliteit van de leerlingen. Mijn idee dat ietwat teruggetrokken, slimme leerlingen met name jongens dit zouden oppikken en oppakken komt volledig uit. Eénmaal in een “business” verdiept zijn ze opeens bevlogen, kunnen ze zomaar in het Engels de discussie op Nyenrode aangaan, etc. Middag 2: Bijeenkomst met alle leerlingen en zes ouders. Ouders hebben een elevator pitch gehouden over zichzelf. Op grond daarvan hebben groepjes en eenlingen ook op grond van hun concept-businessplan een ouder als coach gekozen die hen de komende maanden helpt bij problemen, adviezen geeft, bedrijfsbezoeken arrangeert, etc. Middag 3 t/m 7 Aansprekende en toonaangevende ondernemers uit het netwerk houden een voordracht over hun ondernemerschap, wat je daarbij tegenkomt aan lusten en lasten, inspiratie, kleine casus behandelen, etc. Tussendoor en daarna contacten met de coaches, bedrijfsbezoeken die passen bij hun businessplan, etc. Daarna op 2 april met zijn allen weer naar Nyenrode om daar een presentatie mee te maken van Annemarie Rakhorst (Search), toonaangevend internationaal bedrijf op het gebied van innovatie. Voor Nyenrode mogelijk gemaakt door één van onze ouders. Slotavond op 31 mei met presentatie van alle businessplannen en uitreiking Bernrode BV award + € 250,-. De jury bestaat uit alle ondernemers die de workshops hebben verzorgd. Het allermooiste hiervan vind ik het zwaan-kleef-aaneffect. Leerlingen trekken leerlingen mee, ouders trekken ondernemers aan, die worden weer aangetrokken door een
▶ 41
school met talentvolle en gedreven leerlingen, Nyenrode doet dan graag mee en over en weer ontstaat er een prettige afhankelijkheid die iedere keer weer nieuwe wegen opent naar bijvoorbeeld TU Eindhoven, de Has in Den Bosch en vandaar komt onze science-groep opeens in beeld die nu nog zonder hulp van ouders opereert, maar die ik daar snel bij ga betrekken, want ik sta ook paf hoeveel tijd en energie ouders die het al heel druk hebben hier toch in steken met vergaderingen ’s avonds, soms ‘s ochtends vóór school. En vooral het plezier dat ze hierin hebben, elkaar ook onderling vinden voor hun bedrijf enzovoorts. Ik zou het mooi vinden als we met alle gymnasia samen op veel meer gebieden een soortgelijke opzet als het bovenstaande kunnen vinden die resulteert in een Groot Gymnasium Congres in Vredenburg o.i.d. waar van alle gymnasia leerlingen elkaar ontmoeten, zich meten met en aan elkaar, de strijd aangaan, geïnspireerd worden, ontdekt worden, etc. Waar ook het netwerk van ouders ingezet wordt, waar het ondernemerschap van talentvolle leerlingen aangesproken wordt, waar veel dingen zomaar vanzelf ontstaan door niet alles te willen voorprogrammeren, mits er maar een voedingsbodem neergelegd wordt.
Het lijkt er nu misschien op dat voor alles wat niet “schools” is, we en masse het schoolgebouw verlaten. Niets is minder waar. Hoewel het leren buiten de deur, op locatie, hoog gewaardeerd wordt door alle betrokkenen, wordt ook vaak gebruik gemaakt van de mogelijkheid om “de maatschappij” het schoolgebouw in te halen. Presentaties in school van projecten aan bedrijven, gastsprekers vanuit bedrijven of universiteiten, alles is mogelijk. Zo haalt het Cygnus op donderdagmiddag “de wetenschap” in school in de vorm van gastcolleges en workshops door universitair medewerkers. Het Vossius biedt leerlingen uit de M-profielen acht lessen die niet gegeven worden op het VO, maar wel in het WO: rechten, psychologie en communicatiewetenschappen. Deze introductie wordt gegeven door de universiteit en kent vele invalshoeken (veelal praktisch). De lessen worden op het Vossius verzorgd.
In de plaats van toonaangevende ondernemers in bovenstaand plan kun je ook toonaangevende kunstenaars, musici, wetenschappers, politici, televisiemakers, etc. zetten in een over-all plan en wat er dan niet allemaal los kan komen! En hoe je dan het Gymnasium op de kaart kunt zetten!
Zes leerlingen uit klas 4 en 5 van het Gymnasium Juvenaat H. Hart bouwden een complete radio-en tv-studio in school en verzorgden 110 uur lang uitzendingen in het kader van De Glazen School. Er werd € 25.000 euro opgehaald.
Wim Harmsen Bernrode
Geen enkel gymnasium noemt dit knooppunt heel expliciet, maar in alle gesprekken is de leeromgeving uitvoerig aan de orde: belangrijk in het leren, belangrijk in de ontwikkeling van de gymnasiast tot goed en initiatiefrijk wereldburger.
42
Groeperingsvorm Met wie leren zij? Leerlingen leren met hun leeftijdsgenoten bijeengebracht in een lokaal. In tegenstelling tot een aantal decennia geleden treffen we jongens en meisjes bij elkaar in de klas aan. Zo leren zij. Tenminste, dat hebben we lang gedacht. Ken Robinson noemt dat de groepering op “productiedatum”. Maar laten we wel zijn: qua leeftijd en ontwikkeling van sociale intelligentie past die leeftijdsgroep redelijk bij elkaar. Toch? De hele groep? Nu ja, misschien de meisjes als groep en de jongens als groep. Uhh? Gaan we terug naar af? Discussies over het brein, over de ontwikkeling ervan bij jongens en bij meisjes, de eigen constateringen van scholen over de motivatie van meisjes, de motivatie van jongens, over verschillen in intelligentie, in begaafdheid: alles draagt bij aan die fundamentele vraag: Doen wij het eigenlijk wel goed met onze manier van groeperen …? We doen ons uiterste best om binnen klassenverband goed om te gaan met de verschillen die we zien. We proberen te groeperen naar snel en slim, naar gemiddeld en naar zwak. Of we groeperen naar leerstijl. Het is geen gemakkelijke opdracht om zo met je klas aan de slag te gaan. Hoewel (de zoektocht of de expeditie naar) differentiatie vaak onderwerp van gesprek was in de interviews, is – net als het woord leeromgeving – ook het woord “groeperingsvorm” niet of nauwelijks gevallen. Toch blijkt uit de vele voorbeelden van andere groeperingsvormen dat men wel degelijk de voordelen van een andere groeperingsvorm ziet en inzet. Er is in voorgaande hoofdstukken al een aantal voorbeelden genoemd: • De Domusindeling in De Manege (Stedelijk Leeuwarden); • Keuzemodules zijn over het algemeen leerjaardoorbrekend (bijv. Hermesprogramma Gymnasium Bernrode).
43
Zelfstandig leren op school betekent dat jongens ophouden met huiswerk Door Lydia Sevenster - van der Lelie Jongens doen het slechter dan meisjes op school en dat komt door de vrije onderwijsmethoden. Jongens zijn niet dommer dan meisjes. Toch halen in Nederland jaarlijks ongeveer drieduizend minder jongens dan meisjes een vwo-diploma, terwijl er vier procent meer jongens dan meisjes zijn in deze leeftijdscategorie. Dit is een zorgelijke ontwikkeling, want het betekent een bron van frustratie in persoonlijke levens en is een regelrechte verspilling van talent. De ontwikkeling speelt ook op de school waar ik docent ben, het Stedelijk Gymnasium in Haarlem. Minder jongens dan meisjes halen op dit gymnasium een vwodiploma, en de jongens blijven vaker zitten. Hoe kan dit? Maken de jongens wel hun huiswerk? Hoeveel tijd besteden ze daar dan aan? En doen de meisjes dat echt zoveel beter? Deze vragen hebben zes meisjes van de zesde klas van het Stedelijk Gymnasium onderzocht. Nieuwsgierig? Verder lezen met onderstaande link: http://vorige.nrc.nl/article2270545.ece
44
Jongens/meisjes In de gymnasiale volksmond heet het verschil in motivatie en inzet tussen jongens en meisjes: het jongensprobleem. Op de meeste gymnasia is het woord gevallen en vraagt men zich af wat te doen. Antwoorden zijn er niet of nauwelijks. Mooi onderwerp voor themabijeenkomsten. Twee leerlingen van het Stedelijk Leeuwarden, Hidde de Vries en Wessel Theun de Vries, maakten een filmpje over het jongensprobleem. De QR-code vindt u in het kader links. Lydia Sevenster, docente biologie op het Stedelijk Gymnasium Haarlem, is onderzoeker, spreker en publicist over onder andere aspecten van “Jongens in het onderwijs”. Zo schreef zij het artikel Zelfstandig leren op school betekent dat jongens ophouden met huiswerk (NRC 13-6-2009), zie kader links.
Tijd Wanneer leren zij? We veronderstellen dat leerlingen leren in lestijd. We wéten dat leerlingen, vaak ongestuurd of misschien wel onbewust, leren in hun vrije tijd! Leerlingen leren: • als ze ’s avonds via social media via medeleerlingen of buitenstaanders een probleem weten op te lossen ; • als ze ’s avonds aan tafel een moeilijk dilemma uit de geschiedenisles voorleggen aan de rest van de familie en in debat gaan; • als ze hun scooter op zaterdagmiddag uit elkaar halen en samen met de buurjongen weer in elkaar zetten; • als ze zichzelf of anderen vragen stellen bij wat ze zien, horen of lezen; • als ze nadenken over hun eigen handelen; • als ze een instrument bespelen; • als ze gamen; • als ze ……
RULE SEVEN The only rule is work. If you work it will lead to something. It’s the people who do all of the work all of the time who eventually catch on to things. John Cage, Amerikaans componist, 1912-1992 uit Some rules for students and teachers, zie kader pagina 82
De lijst kan nog veel langer worden, maar het is duidelijk dat we eigenlijk als docent, als gymnasium, erop uit zijn om ze altijd te laten leren, om ze altijd nieuwsgierig en kritisch te laten zijn. De vraag “wanneer leert de leerling” hangt dus nauw samen met de vraag hoe het met zijn nieuwsgierigheid, met zijn onderzoekende houding gesteld is. Laten we ons hier beperken tot de lestijd. Een leerling krijgt – overigens net als de docent – een rooster en zo weet hij, meestal voor de rest van het jaar, wat hij op dinsdag om 11.45 uur aan het doen is. Dat een dergelijke opzet niet altijd voor iedereen het gewenste effect oplevert. is geen nieuws. Voor een leerling kan een les een hinderlijke onderbreking zijn van zijn werken aan een profielwerkstuk of aan de voorbereiding van een proefwerk. Veel scholen zien dit probleem, of vergelijkbare problemen, en zoeken naar wegen om de leerling zijn leren (en dus ook de tijd) zelf te laten inrichten.
45
Daarbij is de gehanteerde lestijd een belangrijk gegeven maar ook de mogelijkheid om uit die lestijd en het rooster te “stappen” en aan andere leeractiviteiten deel te nemen. Gymnasia die het begrip “tijd” en het flexibel omgaan daarmee hoog op de agenda hebben staan, zijn: Schiedam: achtstegroepers krijgen op de website als volgt uitgelegd waarom het gymnasium heeft gekozen voor deze lesduur. Op het Stedelijk Gymnasium Schiedam duren de lessen negentig minuten. Dat heeft veel voordelen: • Je hebt maximaal vier lessen per dag, dat betekent meer rust; • Er is tijd voor diepgang en concentratie, waardoor je tijd hebt ergens bij stil te staan; • Er is tijd voor individuele aandacht; • Je leert beter plannen; • Je leert je eigen tijd in te delen. De bovenbouwleerling kan twee maal negentig minuten per week naar keuze aan een vak werken. Voor de hele school is er , schuivend tussen de lesuren door, veertig minuten ingeroosterd voor zaken als: mentorles, begeleidingsles, taal en rekenen, klassieke talen en beeldende vorming. Project Plus (voor hoogbegaafden) vindt ook in die tijd plaats. Er is meer ambitie op het gebied van lestijden: graag wil de school in de toekomst – ook met andere scholen samen – kijken naar flexibile roosters. Ignatius werkt met lessen van zeventig minuten, met als minimum honderdveertig minuten les per week voor de continuïteit. Vier keer per jaar wordt het rooster “vernieuwd”. Beyers Naudé waar lessen van vijfenveertig minuten zijn, nodigt docenten uit om op pad te gaan om bij andere scholen te onderzoeken hoe langere lestijden, bijvoorbeeld zeventig minuten, bevallen. De beslissing wordt nog even uitgesteld.
46
Flexibel omgaan met lestijden voor leerlingen die meer vakken of pre-university courses of plustrajecten volgen, kom je vrijwel op elk gymnasium tegen. Het belang van de keuze van de leerling telt. Soms wordt alle leerlingen de keuze voor extra vakken geboden (Bernrode) maar maken leerlingen zelf de afweging of ze lessen uit het reguliere roorster kunnen of willen missen.
I can’t understand why people are frightened of new ideas. I’m frightened of the old ones. John Cage, Amerikaans componist, 1912-1992
De veelbesproken 1040 uur wordt door effectief gebruik van talenten op die manier erg discutabel: leerlingen behalen meer doelen, meer leerinhoud in minder tijd. Wat zegt tijd dan precies over leren?
47
“The problem with standardized tests is that it’s based on the mistake that we can simply scale up the education of children like you would scale up making carburetors. And we can’t, because human beings are very different from motorcars, and they have feelings about what they do and motivations in doing it, or not.”
Toetsing
Sir Ken Robinson
Hoe wordt het leren van de leerlingen getoetst? Toetsen hebben op een aantal gymnasia een vaste plek in het jaarrooster gekregen: vier of vijf keer per jaar is er een toetsweek ingeroosterd. Daarbuiten vinden geen toetsen plaats. Over de voors en tegens van vaste toetsweken versus toetsen verspreid over het jaar is in de interviews niet gesproken. Wel is gesproken over de inhoud en de rol van de toetsen. Op het Gymnasium Celeanum in Zwolle is uitvoerig onderzoek gedaan naar de inhoud van de toets: welke aspecten (Bloom) passen in het format van een goede toets? Docenten hebben in sectieverband naar toetsen gekeken en naar de waardering/beloning. Overigens zijn leerlingen zeer nadrukkelijk bij dit onderzoek betrokken! Dat leverde onder meer op: • criteria waaraan een toets moet voldoen; • het inzicht dat men niet meer fouten gaat tellen, maar punten geeft voor goede antwoorden; • nadenken over hoe je ermee omgaat als de resultaten tegenvallen. Op elke studiemiddag wordt op dit gegeven teruggekomen. Op Sorghvliet is men bezig een zelfde soort onderzoek te doen met als toegevoegd onderdeel de analyse: wat leer je uit hoe de toets gemaakt is door een leerling. Zo kan bijvoorbeeld bij wiskunde een goede analyse van de toets zelf helpen bij het bepalen van een advies voor het kiezen van wiskunde A of B in de bovenbouw. Verschillende gymnasia (Trinitas, Cygnus, Willibrord e.a.) hechten er aan hun toetsen niet alleen intern, maar ook extern te bespreken. Trinitas en Cygnus willen gezamenlijk als jonge, startende gymnasia hun toetsen onder de loep nemen om met name het gymnasiale aspect te bekijken en om te bespreken hoe de toetsdruk voor leerlingen verlaagd kan worden. Er is een tendens, zo meldt het Cygnus, om zwaar en veel te toetsen en vooral streng te normeren. Gesprek over toetsing is nodig om docenten anders naar toetsing te laten kijken. Een gesprek hierover met andere gymnasia kan zeer zinvol zijn. Bij kleinere scholen wordt expertise van buiten de school ook op prijs gesteld bij bijvoorbeeld eenmanssecties. Hier kunnen regiobijeenkomsten van gymnasia weer een rol spelen.
48
Op het Coornhert wordt het accent gelegd op de rol van het toetsen. Hier gaat het niet zozeer om de kwaliteit, de inhoudelijke kant van het toetsen, maar meer om de vraag: Waarom toets je iets? Wat wil je bereiken? Wat zegt het resultaat je? Is de toets het belangrijkste in het proces? De opmerking die je nog wel eens in lessen hoort, heeft mede geleid tot deze vraag, dit onderzoek: Let goed op. Dit moet je weten voor de toets. Dit zou ik wel eens kunnen vragen. Vanuit een sterke persoonlijke gedrevenheid van de rector voor dit onderwerp wordt er op het Barlaeus criteriumgericht beoordelen ontwikkeld. Een holistisch systeem dat aan de hand van helder verwoorde criteria m.b.t. wat een leerling (of docent!) zou moeten kunnen, aangeeft waar en hoe er verbeterd kan worden. De ervaring (en een sessie met mindmappen) leert dat docenten heel goed weten waar ze op willen en kunnen beoordelen: het zit wel in de hoofden, maar is niet gestructureerd. Gezamenlijk wordt nu gewerkt aan het structureren van deze criteria om deze op een ontwikkellijn in te vullen. Het mooie van de sectiegesprekken hierover is dat men ontdekt veel meer ideeën hierover met elkaar te delen dan men van tevoren gedacht had!
49
Begeleiding en ondersteuning Horen begeleiding en ondersteuning thuis in het spinnenweb, bij de bouw van het gymnasiale curriculum? We vinden dit aspect zonder meer heel belangrijk in de schoolloopbaan van de gymnasiast, van elke leerling. Voor veel leerlingen maakt juist de begeleiding (variërend van de huiswerkklas op bijvoorbeeld het Murmellius Gymnasium in Alkmaar, mentoraten op alle scholen, ondersteuning bij de studiekeuze door de decaan) het leren makkelijker. Begeleiding en ondersteuning horen bij de rol van de docent en van al die medewerkers die binnen de school hun deskundigheid inzetten waar en wanneer dat nodig is. In een enkel gesprek is met name de begeleiding van de zwakkere leerling belicht: waar liggen onze grenzen en mogelijkheden? Wat kan wel en wat kan niet binnen de les? Zo werkt het Willem Lodewijk Gymnasium aan een meerjarenplan om ondersteuning en begeleiding, met name in de bovenbouw, meer en beter gestalte te geven. Ook bijvoorbeeld Bernrode geeft aan van oudsher sterk ingezet te hebben op de zwakkere leerling. Er is veel expertise ontwikkeld in het begeleiden van autistische kinderen. Er zijn voorbeelden van ondersteuning bij taalachterstanden, tutoring door leerlingen uit hogere klassen en extra aandacht voor de leerling uit de achterstandswijk. Daarnaast is de werkgroep Sociale Klimmers in het leven geroepen die zich richt op het vergroten van het aantal allochtonen en leerlingen uit achterstandswijken op de gymnasia. Niet alleen binnenhalen, maar ook: binnenhouden! In de interviews lag – mede gezien de vraag – het accent op de begeleiding van de leerling die zich aan de “bovenkant” bevindt, de hoogbegaafde. Omgaan met hoogbegaafden Wat doen de gymnasia met en voor de hoogbegaafde leerling? Veel! Het is geen nieuw onderwerp. Bij het verhuizen van de archieven van de VRZG (Vereniging Rectoren Zelfstandige Gymnasia), nu SHZG, stuitten we op gestencilde geschriften uit 1973 over “Wat doen we met de hoogbegaafde leerling?” En onge-
50
Gymnasium cum Laude Vrijwel alle zelfstandige gymnasia kennen programma’s voor leerlingen die meer aankunnen dan het gebruikelijke curriculum: verbredingsprogramma’s, hoogbegaafdenactiviteiten, Leonardoklassen. Daarbij wordt ook gebruik gemaakt van bestaande produkten buiten de scholen zoals de Cambridge-examens bij Engels, speciale opleidingen die universiteiten aanbieden.
twijfeld is er al eerder over geschreven. Er is geen kant-en-klaar antwoord op deze veelgestelde vraag en dat zie je terug in de veelheid van antwoorden uit de praktijk van de gymnasia. Hieronder volgt een keuze uit de veelheid aan ideeën en projecten die gymnasia uitvoeren om de kwaliteiten van hun extra begaafde leerlingen tot hun recht te laten komen. Er gebeurt veel, maar we willen meer. In het kader leest u over het Gymnasium cum Laude. Gymnasium cum laude Het enthousiasme waarmee de rectoren de opzet begroet hebben die gemaakt is door Gerda Hoekstra, directeur SHZG, en Marten Elkerbout, rector Barlaeus Gymnasium, doet vermoeden en hopen dat het ontwikkelen van een gymnasiumstroom speciaal voor die vijftien tot twintig procent hoogbegaafden tot een vruchtbare samenwerking zal leiden tussen de gymnasia. Het feit dat het ministerie geld beschikbaar stelt, bewijst het belang dat men ook in Den Haag hieraan hecht! WAT Plusprojecten, keuzemodules, extra vakken, masterclasses, topdownbenaderingen, versnelling, verdieping, verbreding, excellentprogramma’s, grote deelname (en winnaars) bij Olympiades: excelleren mag en moet! Opvallend is de schuivende lijn tussen hoogbegaafden, meerbegaafden, getalenteerden. Visie en aanpak verschillen per gymnasium: talentontwikkeling is voor iedereen; we willen het beste halen uit al onze begaafde leerlingen. Het woord hoogbegaafd wordt (soms) vermeden. Andere gymnasia willen juist – vaak via het begaafdheidsonderzoek van het CBO aan het begin van de eerste klas – de vijftien tot twintig procent hoogbegaafden (IQ van 130 of hoger) monitoren en op die manier ook voorkomen dat ze tussen de wal en het schip raken. De SHZG kent vijf gymnasia die zich BPS (BegaafdheidsProfielSchool) mogen noemen: het Stedelijk Gymnasium Leeuwarden, het Praedinius Gymnasium in Groningen, het Stedelijk Gymnasium Nijmegen, het Stedelijk Gymnasium Schiedam en het Stedelijk Gymnasium Utrecht. (Zie kader op pagina 52 voor de kenmerken van een BPS). De leerlingen op deze scholen krijgen binnen het reguliere programma ruimte voor eigen activiteiten.
Bij al die activiteiten staat de ontwikkeling van het talent van de leerling en zijn of haar vaardigheden centraal. Leerlingen onderzoeken, werken samen, schrijven artikelen, organiseren conferenties en houden presentaties. Ze gaan veel dieper op de stof in, of ze kiezen voor onderwerpen of activiteiten die in het normale gymnasiumprogramma niet voorkomen. Op dit moment zijn de gymnasia druk bezig al die activiteiten te bundelen onder de noemer ‘Gymnasium cum Laude’. We werken aan een kwalificatiestructuur, waarmee leerlingen aan kunnen tonen op welk niveau ze hebben gewerkt aan hun kennis en vaardigheden. De kwalificatiestructuur kent eisen binnen het normale vakkenpakket. Leerlingen van het Gymnasium cum Laude doen examen in veel vakken en op een hoog niveau. Daarnaast kunnen zij aan de slag met de ontwikkeling van hun talent. Ook voor de docenten aan het gymnasium brengt het Gymnasium cum Laude nieuwe uitdagingen met zich mee. Docenten worden opgeleid om leerlingen in dit proces te begeleiden. Ook de ontwikkeling van speciaal uitdagend materiaal krijgt extra aandacht. Momenteel is een groep docenten van de klassieke talen bezig met de ontwikkeling van modules voor het Gymnasium cum Laude. De ontwikkeling van een speciaal programma voor excellente leerlingen van de zelfstandige gymnasia vindt plaats in nauwe samenwerking met de universiteiten. Het is de bedoeling dat de honoursprogramma’s van gymnasia en universiteiten op elkaar aansluiten. Dat betekent dat er inhoudelijk samengewerkt wordt en dat het doorstromen van leerlingen met een Gymnasium cum Laude-achtergrond naar honoursprogramma’s van universiteiten eenvoudiger wordt. Gerda Hoekstra
51
www.begaafdheidsprofielscholen.nl citaat website BegaafdheidsProfielScholen voor voortgezet onderwijs. Deze scholen kenmerken zich door kwalitatief hoogwaardig onderwijs en begeleiding aan hoogbegaafde leerlingen. Dit is herkenbaar in: • een zorgvuldige intake en plaatsing van de leerling, mede gebaseerd op brede diagnostische kennis; • een ruim inhoudelijk aanbod binnen een flexibel programma voor dit type leerling; • zorgvuldige begeleiding van deze groep leerlingen; • bereidheid de aanwezige expertise te delen met ouders en met andere scholen in de regio.
Meer scholen hebben de ambitie geuit om zich te kwalificeren. Het Camphusianum in Gorinchem is aspirant-BPS. De school is uitgebreid met nieuwe lokalen en ook hier heeft een dergelijke vernieuwing andere onderwijsideeën op gang gebracht. Men is begonnen met een studiedag over het fenomeen BPS, heeft beleidspunten geformuleerd. Men wil ook het gebruik van sociale media een belangrijke rol geven binnen hun BPS-opzet. Op twee gymnasia wordt er met geselecteerde leerlingen in de eerste klas een apart traject gestart: Coornhert Gymnasium, Gouda. De Deltaklas is gestart in 2010-2011(soort Leonardo): team van elf of twaalf docenten die werken met een “inspirator” (Tijl Koenderink) om “out of the box” te denken. Samen is men gekomen tot de Tien van Tijl (creatieve oplossingen voor o.a. onderpresteren) Gymnasium Trevianum, Sittard. Naast drie gewone eerste klassen is er een Odysseeklas. De belangstelling en de ambitie van de leerlingen was zo groot, dat er uiteindelijk twee gestart zijn. De reguliere lessen zijn hetzelfde, maar er zijn extra lessen met bijzondere inhoud aan toegevoegd. Verder zijn gs, ak en kcv “samengepakt”. Docenten worden via teambuilding voorbereid. Willibrord Gymnasium in Deurne: De banden met de Leonardostichting zijn verbroken, maar niet het onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen! Met ingang van augustus 2012 volgen zij een gedeelte van de lessen regulier, maar daarnaast ook een aantal ingeroosterde lessen met andere hoogbegaafden. In de afgelopen twee jaar is veel ervaring opgedaan die men op een andere manier zal gaan inzetten. De goede aspecten van het Leonardo-onderwijs kunnen zo worden behouden. Belangrijk effect op docenten op de drie scholen: het is een veilige proeftuin en het werken op een andere manier heeft een vliegwieleffect op de andere lessen.
52
In plaats van hoogbegaafde kinderen in een aparte klas te plaatsen worden ze bijvoorbeeld in Den Bosch in de eerste klas geselecteerd om na de kerst deel te nemen aan het Project Atlas waarin ze zelf mogen bedenken wat ze gaan doen. Het liefst laat men ze in Den Bosch in duo’s aan de slag gaan met hun eigen onderzoeksvraag. In april wordt het project afgesloten met met een presentatie en een testimonium. Men overweegt de leerlingen te laten kiezen uit verschillende soorten presentaties, begeleid door verschillende leraren. Bernrode heeft nu, naast de aandacht voor de zwakkere, ook duidelijk de nadruk gelegd op de hoogbegaafde leerling: in het najaar is men begonnen met het Hermesprogramma dat een scala aan extra vakken biedt waar leerlingen er twee uit mogen kiezen. Ook is er een pilot gestart voor de begeleiding van onderpresteerders in onder- en bovenbouw door twee docenten, ondersteund door een externe deskundige. Op het Juvenaat bestaat het V-project waarbij hoog- of andersbegaafden in de onderbouw gedurende vijf uur per week met elkaar een project uitvoeren (een onderzoek doen of naar de universiteit gaan). HOE Het is interessant en het levert veel nieuwe ideeën als je als schoolleiders en docenten met elkaar deelt wat er op jouw school gebeurt met of voor hoogbegaafde leerlingen. Voor veel mensen is de vraag hoe dat gebeurt nog interessanter. In feite was het belangrijkste thema op de conferentie “De Verdieping” (ter gelegenheid van de opening van de nieuwe verdieping in Schiedam) het “hoe” van het lesgeven aan deze groep. In een workshop, verzorgd door Zeger van Hoffen van het CPS, leerden we dat het in de eerste plaats noodzakelijk is dat we ons bezighouden met het waarom? Waarom gaan we anders om met hoogbegaafden, wat is er dan zo anders aan die leerling? Pas als we het anders zijn erkennen en herkennen, zijn we in staat en bereid om de volgende stap – de stap van het HOE – te zetten. Zeger van Hoffen ontwikkelde in samenwerking met Jan van Os, hoogbegaafdheidsexpert van het Gymnasium Schiedam, een standaard voor de docent die lesgeeft aan hoogbegaafden. Wanneer ben je HB-proof? Er zijn vier hoofdcategoriën: herkennen, stimuleren, faciliteren en oprekken. Onder elk kopje staan eigenschappen die daar bij horen. In het volgend kader zijn ze weergegeven:
53
Geef het compliment voor het proces, niet voor het resultaat. Jan van Os, docent Stedelijk Gymnasium Schiedam
Een aantal voorbeelden van criteria waaraan de HB-proofdocent moet voldoen (CPS) STANDAARD HERKENNEN Een hb-gekwalificeerde docent • erkent verschillen tussen leerlingen als uitgangspunt voor professioneel pedagogisch en didactisch handelen • onderzoekt de specifieke leerbehoefte van hb-leerlingen • geeft leerlingen de ruimte om zelf ideeën aan te dragen en uit te voeren • is in staat eigen oordelen op te schorten en kritisch te (laten) onderzoeken STIMULEREN • beschikt over enthousiasme voor meer dan alleen zijn/haar eigen vak • heeft een brede belangstelling • beschikt over humor en kan humor effectief inzetten tijdens de les
54
FACILITEREN • • •
geeft ruimte voor vragen, het stellen van vragen en het durven maken van fouten stelt zelf vragen die prikkelen tot nadenken en onderzoeken is zelf leerbaar en voortdurend bezig met het ontwikkelen van eigen kennis en vaardigheden en toont dit ook in het lesgeven aan deze leerlingen
OPREKKEN • • • • •
prikkelt de nieuwsgierigheid van leerlingen stimuleert het stellen van (onderzoeks-) vragen laat leerlingen nadenken over de vraag achter de vraag bevordert creatieve denkprocessen en ongewone oplossingen stelt hoge eisen en formuleert in samenspraak met leerlingen hoge maar wel haalbare doelen
bron: CPS
Aansluiting gymnasium – primair onderwijs voor hoogbegaafde kinderen Hoogbegaafde kinderen op het primair onderwijs krijgen masterclasses, (hetzij op het gymnasium, hetzij in eigen school (Murmellius en Bernrode)); in Zwolle werkt het Celeanum samen met de basisschool om substantieel extra aanbod te bieden voor de hoogbegaafden (de academische basisschool). Er zijn plusprojecten die vooral veel doe-dingen bevatten. Gymnasium Camphusianum in Gorinchem is bezig met een pilot om structureel de banden met het primair onderwijs aan te halen: er worden modules gegeven op de basisschool waarbij de basisschoolleerkracht aanwezig is zodat beide partijen van elkaar leren over de andere didactiek, de andere mindset. Daarnaast komen uit verschillende basisscholen zo’n 120 leerlingen naar het Camphusianum voor de Plusklas. Hiernaast een foto van leerlingen uit groep 4(!) tot en met 8, bezig met een scheikundeprakticum waarin ze begeleid worden door leerlingen van de vijfde klas. Vierdeklassers verzorgen een reeks van tien lessen Grieks voor deze plusklasleerlingen.
55
De rol van de leerling Geen knooppunt in het web, maar de leerling is wel de spil om wie het draait! Steeds meer zijn we ons ervan bewust dat we niet moeten ontwikkelen, plannen, organiseren en doen zonder die leerling, die spil, erbij te betrekken. Zeker de gymnasiast kan komen met een “out of the box”-benadering die ons de ogen opent. Of met een evaluatie waar we veel van kunnen leren. Op het Willem Lodewijk gaan steeds vijf leerlingen met vijf docenten in gesprek over het primaire proces: Wat is een goede les? Wat zien we nu? Wat zien we graag? In Utrecht (Stedelijk) zitten leerlingen in de examencommissie waar ze verantwoordelijkheid en het bijbehorende vertrouwen krijgen, waar ze fouten mogen maken en creatief mogen zijn en waar ze serieus worden genomen. Er ligt op dit gymnasium een grote nadruk op de rol van de leerling. Leerlingen zijn gewend in de organisatie te participeren, maar hebben nu ook hun inbreng in het onderwijs zelf. Ook op het Barlaeus participeren leerlingen in gesprekken over onderwijs. Het mag van hen uitdagender, meer inspelend op hun behoefte. The Crew: al eerder is genoemd dat op een aantal scholen de leerlingen “bedrijfjes” binnen school hebben (techniek, horeca, gastheer en gastvrouwschap). Leerlingen coachen, zijn assistent-mentor (in Hilversum niet zomaar, pas na een sollicitatieprocedure) , leerlingen zijn “maatjes”van basisschoolleerlingen met een taalachterstand (Schiedam) en ouderejaars helpen onderbouwleerlingen bij het studeren (Trinitas, Johan van Oldenbarnevelt, Murmellius). Op het Murmellius geven leerlingen uit hogere klassen ter voorbereiding op de repetitieweek extra lessen aan onderbouwleerlingen. Steeds vaker wordt ook door externe deskundigen (bijvoorbeeld Suzanne Sjoers, APS-deskundige op het gebied van hoogbegaafdheid) de vraag gesteld: Heb je al aan de leerling gevraagd wat hij nodig heeft om goed te functioneren, goed te kunnen leren. Steeds vaker hoor je van docenten dat zij dit advies ter harte nemen en er profijt van hebben. De leerling, niet voor niets een graag geziene gast op de APS-gymnasiumdagen!
56
“Het is heel belangrijk dat je mensen bij elkaar zet die elkaar kunnen stimuleren. (Robbert Dijkgraaf vergelijkt hier het proces van leren met wielrenners in een peloton die elkaar tot grote hoogten brengen). Oh, kan dat gebeuren, dan ga ik mee, oh, is dat ook mogelijk? Daar word ik door geïnspireerd. Ik denk: de grootste docenten eigenlijk, op zo’n school, zijn de medeleerlingen die elkaar kunnen stimuleren. En hoe krijg je die chemische reactie op gang? Ja, dat vereist een docent met veel kwaliteiten.”
Onderwerpen die rectoren verder nog bezighouden …
Robbert Dijkgraaf (in interview met Gerda Hoekstra voor film over gymnasia, www.gymnasia.nl)
Naast financiën, goed bestuur, leiderschap, krimpregio’s, verbouwingsperikelen zijn er nog een paar lastig-onder-éénknooppunt-onder-te-brengen punten die ik hier toch even kort wil noemen: Uitstroom In vrijwel ieder gesprek is de zorg naar voren gekomen over de uitstroom in de onderbouw. Het leerjaar kan verschillen, de effecten zijn dezelfde. Men zoekt naar oorzaken en oplossingen. Is onze voorlichting goed? Is de begeleiding op orde? Zijn onze eisen en normen te streng? Vervelen de leerlingen zich? Dagen we de leerling wel voldoende uit? Antwoorden kunnen per school verschillen, maar gezamenlijk zoeken naar de oorzaak kan veel verhelderen. Motivatie bovenbouw Hoe houd je ze gemotiveerd, die vierde-, vijfde- en zesdeklassers? Het Trevianum heeft als motto: binden en boeien en daarna loslaten. Wanneer begint dat loslaten? De rector van het Stedelijk Gymnasium Breda vraagt de secties hoeveel tijd ze nodig hebben om de examenstof onder de pet te krijgen van leerlingen. Antwoord van een bètasectie: vier jaar. Wat kun je dan in de rest van de tijd doen? Het Stedelijk in Haarlem vraagt zich af of rectoren het probleem kennen van leerlingen die in de zesde wegblijven bij vakken: “Ik kan mijn tijd wel beter besteden. Desnoods haal ik de boel even op in een examentraining”. Het zijn niet zomaar een paar vragen en opmerkingen op de laatste bladzijde. Het zijn vragen die wezenlijk samenhangen met alle bovengenoemde punten.
57
“Dat is, denk ik, toch de kernkwaliteit van goed onderwijs: je continu blijven vernieuwen, want de wereld vernieuwt zich, nieuwe generaties komen daar, kennis vernieuwt zich, dus ook de instelling.”
Hoe nu verder?
Robbert Dijkgraaf (in interview met Gerda Hoekstra voor film over gymnasia, www.gymnasia.nl)
Wij, d.w.z. de regiegroep onderwijs, beschouwen dit document als een basis, een fundament voor verdere ontwikkelingen. Er liggen ideeën, er liggen vragen, er liggen aanknopingspunten: er zijn draden getrokken of blootgelegd tussen de gymnasia. Er is veel dat ons bindt: gymnasiaal vorm geven aan leren. Wij nemen graag het voortouw om meer verbindingen te leggen en samen te werken aan het web, het gymnasiale curriculum. De Regeling Prestatiebox Voortgezet Onderwijs noemt onder het kopje “Ambitie” onder meer het volgende: Op scholen is sprake van een ambitieuze leercultuur waar excellentie wordt gestimuleerd en hoogbegaafdheid wordt ondersteund.
Leden regiegroep Joke Gaasbeek-Luursema Stedelijk Gymnasium Schiedam Cees van Lent Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt , Amersfoort Yvonne Lommen Willibrord Gymnasium, Deurne Bernadette Pelgrum Christelijk Gymnasium Beyers Naudé, Leeuwarden Nic. Sterrenburg Trinitas Gymnasium, Almere Adviseur Margreet Vermeer Stichting Kennisnet
58
Het lijkt erop dat de gymnasia deze ambitie al volop waarmaken. Het lijkt erop dat we met de inzet op de gymnasia de streefdoelen in de regeling Prestatiebox zeker zullen halen. Het lijkt erop dat de wil en de ambitie om de eigen, bredere, gymnasiale doelen te halen daarbij een grote rol spelen. In het nu volgende overzicht van alle zelfstandige gymnasia kunt u zien wat elke school “bezielt”, kunt u zien wat er gebeurt, kunt u vergelijken. Kunt u zien waar u iets kunt halen, en waar u iets kunt brengen. Wij hopen dat de behoefte om verder bij de buren te gluren groeit! Ingeborg Kromhout
Overzicht gymnasia Alkmaar Murmelliusgymnasium 68 Amersfoort Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt 71 Amsterdam Barlaeus Gymnasium 78 Sint-Ignatiusgymnasium 66 Vossius Gymnasium 64 het 4e Gymnasium 63 Cygnus Gymnasium 75 Almere Trinitas Gymnasium 67 Apeldoorn Gymnasium Apeldoorn 78 Arnhem Stedelijk Gymnasium 69 Bergen op Zoom Gymnasium Juvenaat H. Hart 61 Breda Stedelijk Gymnasium 70 Deurne Willibrord Gymnasium 76 Dordrecht Johan de Witt-gymnasium 61 Gorinchem Gymnasium Camphusianum 74 Gouda Coornhert Gymnasium 73 Den Haag Gymnasium Haganum 69 Christelijk Gymnasium Sorghvliet 66 Groningen Praedinius Gymnasium 72 Willem Lodewijk Gymnasuim 71 Haarlem Stedelijk Gymnasium 77 Heeswijk-Dinther Gymnasium Bernrode 64 ‘s-Hertogenbosch Stedelijk Gymnasium 76 Hilversum Gemeentelijk Gymnasium 65 Leeuwarden Christelijk Gymnasium Beijers Naudé 65 Stedelijk Gymnasium 63 Leiden Stedelijk Gymnasium 60 Sint-Michielsgestel Gymnasium Beekvliet 74 Nijmegen Stedelijk Gymnasium 67 Oosterhout Sint-Oelbertgymnasium 60 Rotterdam Erasmiaans Gymnasium 62 Marnix Gymnasium 75 Schiedam Stedelijk Gymnasium 62 Sittard Gymnasium Trevianum 70 Utrecht Christelijk Gymnasium Utrecht 73 Utrechts Stedelijk Gymnasium 68 Velzen-Zuid Gymnasium Felisenum 77 Zwolle Gymnasium Celeanum 72
59
Sint-Oelbertgymnasium Warandelaan 3 4904 PA Oosterhout (postbus 212, 4900 AE)
telefoon e-mail website rector
0162 – 44 74 74
[email protected] www.oelbert.nl drs. H. (Hanneke) Blom-Postma
Motto
Stedelijk Gymnasium Locatie Athena Fruinlaan 15 2316 EP Leiden locatie Socrates Nieuwe Marnixstraat 90 2316 ES Leiden
telefoon e-mail website rector
071 – 512 13 65
[email protected] www.gymnasiumleiden.nl drs. B.T.J. (Bart) Vieveen (Athena) mevr. drs. J.M.H. (Annemarie) Thomassen MME (Socrates)
Het Oelbert, altijd een stap verder Motto Speciaal • Persoonlijk onderwijs: kleine school, flexibel , met differentiatie en keuzevrijheden, masterclasses, sprinturen, knipkaarten, steunlessen, huiswerkklas, tutorenhulp; • Klassiek en eigentijds in een digitale wereld: modern onderwijs in een klassieke bedding, een Klassieke Talenprogramma met steeds meer weblectures maar ook veel aandacht voor de bètavakken: 76% kiest een bètaprofiel; • Speciale aandacht en begeleiding: plusmentoraat, persoonlijke coach, huiswerkklas, studievaardigheidsteunlessen, hoogbegaafdheidprojecten, Engelbewaarders in eerste klassen, Volle Dag School; • Creatief en sportief: schooltoneel, Oelbert-on-Stage: muziek, dans en cabaret, film, Oelbertfestival, debatwedstrijden, sporttoernooien (Mission Olympic) , Meesterproef, aangeklede schoolfeesten; • Internationaal en naar buiten gericht: Cambridge Engels, Chinees, Digitaal-de-grens-over, Engelse gastgezinnen, hike Ardennen, Italiëreis, Griekenlandreis, RMO, Naturalis, Xanten, Aken, Lille, goede-doelen-acties etc.;, • Onderzoek en wetenschap: leren onderzoeken, ontwerpopdrachten ANW, samenwerking met Universiteiten, Rabobankprijs voor excellent onderzoek, KNAW-Onderwijsprijs, Olympiades, veldwerkweek Limburg; • Contacten met basisscholen: verrijkingsklassen voor groep 8 leerlingen, bijeenkomsten voor leerkrachten basisscholen, evenals uitwisseling tussen hen en mentoren klas 1, project verlengde schooltijd PO en VO; • Professionaliteit: Eigen leermiddelenontwikkeling, coachingstraject voor docenten (eigen docentcoaches), deelname aan projecten Distributed Leadership en Professionele Ruimte (i.s.m. APS).
60
Sapere aude Dit willen wij graag vertalen als: “durf zelf na te denken, wees kritisch”
Speciaal • Doorlopend eindexamentraject klas 5 en 6: geen zittenblijvers in klas 5 • Cambridge, DELF, Goethe • Science4U: wetenschap in de praktijk voor getalenteerde onderbouwleerlingen. Onderzoeksprojecten bij de universiteit of bij bedrijven • Internationaliseringsprogramma: uitwisselingsprojecten met Hongarije, België, Italië, Duitsland • SiS: project Science in Space • Lapp-top en Pre-University College • PreGymnasiumCollege voor 8e groepers. Les in klassieke talen en Scheikunde door Pregymtutoren, leerlingen van het gymnasium • LEMUN: ongeveer 100 gymnasiasten organiseren MUN in Leiden voor ongeveer 500 deelnemers
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag Na opsplitsing van het gymnasium in twee locaties nu weer volop aandacht voor onderwijs: • Excelleren en omgaan met verschillen • Internationale samenwerking (België en Denemarken: docenten ontwikkelen programma’s en • leerlijnen voor alle vakken) Worden wij een Olympiadeschool? • Toetsbeleid onder de loep • Geen rapportvergaderingen meer, maar leerlingbesprekingen: wat heeft de leerling nodig?
Gymnasium Juvenaat H. Hart Pater Dehonlaan 63 4615 DC Bergen op Zoom
telefoon e-mail website rector
0164 – 24 36 50
[email protected] www.juvenaat.nl G.A.M. (Geert) Derkse BA, BEd
Johan de Witt-gymnasium Stek 22 3311 XS Dordrecht
Motto
Motto
Cogita corde, conduce mundum Denk met je hart, leid de wereld
ΧΑΙΡΕ ΚΑΙ ΥΓΙΑΙΝΕ
telefoon e-mail website rector
078 – 648 26 26
[email protected] www.jdw.nl drs. J.A. (Hans) Dekker
Speciaal Speciaal • Thales-programma voor anders lerende leerlingen: 5 uur per week geen les in regulier vak, maar onderzoek of universiteit • Weblectures Latijn – instructie, les en rt op internet, samen met het Coornhert Gymnasium, Johan de Witt Gymnasium en het St-Oelbert Gymnasium • De Juvenaat-experience voor 8e groepers • Identiteitsdag gehouden met als opbrengst identiteitsbewijs: zo zijn we, dit beloven we de wereld. • Iedereen verbindt zich aan deze opdracht, aan de kernwaarden. • Docentgesprekken koppelen aan de kernwaarden: waarin ben jij baanbrekend, onverschrokken, onderscheidend, betrokken of uitmuntend? • Leerlingen organiseren DE GLAZEN SCHOOL (opbrengst € 25.000 voor school in Kenia) • Cambridge Engels, DELF Scolaire
• • • • • • • • • •
JdW- uren: creatief, sportief, filosofisch (klas 1) “Engineering” in klas 1, 2 en 3: samenwerking Techniek met BINASK Delta-project voor hoogbegaafde leerlingen onderbouw: aangepast lesprogramma School Best programma: Certamen Ciceronianum Arpinas, Olympiades, Privatissimumverdiepingsmodules. BiNaSk: sterk practicumprogramma Cambridge Engels: FCE en CAE Scenario denken (ism APS): pilotschool voor het ontwikkelen van instrument voor strategisch beleid op basis van “scenario-denken” Over een jaar naar nieuw gebouw: “Terug naar de Toekomst” Oudste gymnasium van Nederland sinds 1253 Zelfstandige “éénpitter”
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag
• Hoe kan een categoriaal gymnasium een hoge uitstroom beperken? • Onderzoek naar hoogbegaafdheid in de bovenbouw
• Verhogen onderwijskundige kwaliteit en verder verbeteren examenresultaten • Maatwerk bij ondersteuning verhogen didactische vaardigheden • School op weg naar 2020: versterken samenwerking met regionale bedrijfsleven, culturele instellingen en overheden
61
Stedelijk Gymnasium Valeriusstraat 31 3122 AM Schiedam
telefoon e-mail website rector
010 – 247 04 68
[email protected] www.stgs.nl mevr. drs. J.M. (Joke) Gaasbeek-Luursema MA
Erasmiaans Gymnasium Wytemaweg 25 3015 CN Rotterdam
Motto
Motto
Salite altius – Spring hoger!
Ex pluribus unum Eenheid uit verscheidenheid
telefoon e-mail website rector
010 – 436 00 45
[email protected] www.erasmiaans.nl drs. P.J.L. (Paul) Scharff
Speciaal Speciaal • BPS Begaafdheids Profi el School : project Plus en P+P (Persoonlijk Plus Plan voor leerlingen met een individuele leerlijn zoals Erik van der Boom); junior Med school; olympiades; • VTO: Cambridge Engels, Goethe Duits en Frans DELF • beleid om sociale klimmers goed te begeleiden o Leerlingen “maatjes” van basisschoolleerlingen met taalachterstand (maatschappelijke stage) o Project Sirius (extra begeleiding) en huiskamerproject onder begeleiding van oudervrijwilligers • 90 minutenrooster met begeleidingsuren aan het begin van de dag (4 dagen 40 minuten) en twee keer 90 minuten aan het eind van de dag voor de bovenbouw naar keuze in te vullen • Lokalen rond profi elpleinen • The Crew: leerlingen verantwoordelijk voor activiteiten in school • Testimonium bij diploma • Go-project: docenten scholen op het gebied van de didactiek aan (hoog)begaafde leerlingen
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Hoogbegaafdheid: bewustworden van stimuleren. Leerlingen prijzen op het proces, niet op het resultaat (onderzoek Jan van Os). • formatief toetsen • individuele leerlijnen • onderzoekend leren als vak in de eerste klas
62
• Cambridge Engels • IPads in eerste klas
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Project Bètavakken: bètavakken in 5e klas bijeen op één hele middag. (Nog) geen vakoverstijgende aanpak. Op andere gymnasia wel? • APS (Suzanne Sjoers) traint op gebied van hoogbegaafdheid. • Praten over diff erentiatie opgeschort: er wordt wél weer gesproken over onderwijs en didactiek
Stedelijk Gymnasium Noorderweg 1 8911 ES Leeuwarden
telefoon e-mail website rector
058 – 880 12 00
[email protected] www.piterjelles.nl mevr. drs. A.M.M. (Annemie) van der Putten
het 4e Gymnasium Stavangerweg 902 1013 AX Amsterdam
Speciaal
Motto
• Begaafdheidsprofi elschool • De Manege en Manegetijd: gemiddeld 8 uur per week werkt de leerling hier zelfstandig, veelal aan projecten waarmee vaardigheden geleerd worden die nodig zijn voor het profielwerkstuk. De Thales-leerling (hoogbegaafd) kan ook tijd vanuit vaklessen inzetten. • In de Manege zijn vier huizen: iedere leerling maakt gehele schoolcarrière deel uit van dezelfde Domus (leerjaaroverstijgend). Elke Domus heeft een nestor. • KCFV Klassieke Culturele Filosofi sche Vorming: een vak waar alle docenten van de school bij betrokken zijn. Vroeger waren de KT van de docenten KT; door dit speciale vak is het gymnasiale aspect binnen de school verbreed. KCFV wordt gegeven in Domus-verband. • Iedere leerling eigen laptop; helpdesk gerund door (computer)slimme leerlingen • 9e lesuur multifunctioneel: PLUS klas, RT klas, huiswerk-niet-gemaakt –inhaalklas, etc. • Filmkunde en Hebreeuws facultatieve vakken • Cambridge Engels
Zonder pretentie – Vol ambitie
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Voor onderwijsontwikkeling kan een docent tot “docentontwikkelaar” bevorderd worden. • Jongens / meisjes problematiek (NB fi lmpje over dit probleem gemaakt door leerling (jongen) • Eersteklassers gevraagd naar hun behoefte wat extra vakken betreft: opvallend veel praktisch. (Docent Duits geeft nu kooklessen in Manegetijd)
telefoon e-mail website rector
020 - 584 90 10
[email protected] www.het4egymnasium.nl dr. J.H. (Hans) Verhage
Speciaal • Filmschool (met het vak Film van klas 1 t/m 6) • “Nieuwe elites” – leerlingendiversiteit in talent, culturele achtergrond en sociale afkomst: o Huiskamer (voor leerlingen die thuis geen rustige plek hebben) o Spitsklas (bijspijkercursus voor 8e-groepers die naar het gymnasium gaan) o Talent in West (4e-klassers worden buddy van 6e-groepers op “zwarte” basisscholen) o Cultuurclub (o.a. organisatie van Suikerfeest voor de hele school) • Projectonderwijs (3 maal per jaar meerdaagse projecten) • Fast Lane English stroom, Cambridge Engels • Opleidingsschool (samenwerking met de Universiteit van Amsterdam) • Acht+ projecten (talentontwikkeling voor leerlingen met hoge cijfers) • Speciale vakken: Drama (klas 1 t/m 6), Filosofi e (klas 1 t/m 6), Sterrenkunde (klas 1 en 4)
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Begeleiding nieuwe doelgroepen (o.a. allochtone leerlingen) samen met andere Amsterdamse gymnasia • Taalbeleid, schrijfvaardigheidsonderwijs, dyslexie • Bèta-excellent • Academische opleidingsschool • Vakinstructie via fi lmpjes (thuis te bekijken)
63
Gymnasium Bernrode Abdijstraat 36 5473 AG Heeswijk-Dinther
telefoon e-mail website rector
0413 – 29 13 4
[email protected] www.bernrode.nl drs. W.J.M. (Wim) Harmsen
Vossius Gymnasium Messchaertstraat 1 1077 WS Amsterdam
Motto
Motto
Talenten aanspreken grenzen verleggen inspireren
Traditie, tijdgeest en toewijding
telefoon e-mail website rector
020 – 662 09 34
[email protected] www.vossius.nl drs. J.W.H. (Jan) van Muilekom
Speciaal Speciaal • 8+ project voor meerbegaafde basisschoolleerlingen • Cambridge, DELF, Goethe • Hermes-programma voor leerlingen die meer willen of kunnen • Ondernemen op Bernrode
• Gericht aandacht (modules) voor Burgerschapsvorming en organisatie Vossius Parlement in klas 4 • Introductie van vakken als rechten, psychologie en communicatiewetenschappen door universitaire docenten (op Vossius) • VTO: Cambridge Engels op 3 niveaus, DELF en Goethe-examens voor Fr en Dui • Culturele Week met bijzondere projecten en uitstapjes • Onder schooltijd: hulplessen, verdiepingslessen in klas 1 en 2 ( Chinees, Spaans, Mindsetting etc), maatwerkprojecten voor Meer-getalenteerden onderbouw en Pre-University-College bovenbouw • Orkest, Big Band, Vocals, theatergroep ob en bb
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Verschuiving merkbaar: altijd veel aandacht voor de zwakkere leerling; nu ook nadruk op de hoogbegaafde leerling • Extra’s werden altijd buiten de les aangeboden (9e uur): nu verplaatsing naar de gewone lestijd: in principe mag iedereen iets anders kiezen binnen lestijd. Velen doen dat niet, anderen voelen zich uitgedaagd en halen meer uit zichzelf. • Ontwikkeling om leerling meer los te laten, zelf initiatief en verantwoordelijkheid te laten nemen. • Belangrijk: veel met elkaar in gesprek zijn! • Pilot: onderpresterende leerlingen (met deskundige) • Belangrijk om met leerling in gesprek te komen: wat heb je nodig / SL moet daarin het goede voorbeeld geven.
64
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Diff erentiëren in de les: op de 3 groepen hoog, midden en zwak. Onder andere koppels van docenten gevormd (over de vakken heen) om bij elkaar in de les te kijken: wat zien we, welke didactiek? • Zoeken naar afstemming tussen de vakken op het gebied van onderzoeks-, schrijf- en presentatievaardigheden • Gericht in beeld brengen vakinhouden secties in diverse leerjaren en zoeken naar raakvlakken tussen secties onderling • I.s.m. met drie andere gymnasia: taalbeleid. Taalvaardigheid verbeteren van onder meer allochtone leerlingen • Bevorderen van doorstroom (tegengaan uitstroom en doubleren)
Gemeentelijk Gymnasium Vaartweg 54 1217 SV Hilversum
telefoon e-mail website rector
035 – 624 11 81
[email protected] www.gymnasiumhilversum.nl drs. S.H.M.C. (Sjoerd) van de Berg
Christelijk Gymnasium Beyers Naudé telefoon Gymnasiumstraat 36 e-mail 8932 GW Leeuwarden website rector
058 – 212 44 71
[email protected] www.cgbn.nl mevr. B.M.T.G. (Bernadette) Pelgrum MBA
Motto
Motto
Virtus Quaerit Intellectum Deugd vraagt om inzicht
Lef om te leren. Hiermee willen we uitstralen dat volgens ons leren niet vanzelf gaat, maar iets van ons vraagt: een onderzoekende houding, de wil om vragen te stellen en een open blik naar de wereld om ons heen.
Speciaal Speciaal Onderwijs in mondiaal perspectief, toerusting op de muliticulturele samenleving: • Bètaprofi lering (Universumschool) • Chinees als examenvak; uitwisselingen met Chen Jinglun High School Beijing • Cambridge certifi caten FCE, CAE, Profi ciency • Leadership programma’s • Aandacht voor sociale competenties: Help ons de wereld te leren begrijpen • TOpAS masterclassdag met beeldbepalende professionals • Deelname PEEP: Pan European Educational Project en International Theatre Project • Schoolplanconferenties met docenten, leerlingen en ouders
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Integratie onderwijs Cambridge certifi caten in reguliere les • Invoering lessen voor Goethe Certifi caat • Ontwikkeling doorlopend programma voor leadership • Dienstbaar leiderschap. Vraag: hoe kan de school programma’s optimaliseren door de inzet van leerlingen? • Doorgaande leerlijn kunstvakken: 1 x per jaar (van klas 1 tot 6) theater, 1x excursie, 1x museum. Opvoeden in cultuur.
• Cambridge Engels • Beyers Naudé Atelier voor verbreding en verdieping: per leerjaar keuze door de leerling, klasoverstijgend, vakoverstijgend (totaal 28 BNA keuzevakken). • In leerjaar 1 tot en met 3 tweemaal per jaar thematische pro¬jectdagen waarin de leerlingen de samenhang tussen de vakken binnen een leergebied ontdekken: PoëZieN, Water, Beestenboel, Kunst op maat (klas 1), Forensisch sporenonderzoek, Anne Frank, project aardrijkskunde/wiskunde, project Archeon (klas 2), Internationalisering (Duitsland) en klassieken (klas 3). • Olympiades – landelijke wedstrijden voor vakken als wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie en aardrijkskunde. • Muzecoördinaat: per leerjaar kennismaking met een breed scala aan cultuuruitingen. Aantal leerlingen is cultureel ambassadeur. Zij verzorgen recensies. • Testimonium bij diploma.
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • In klas 4 en 5 krijgen alle leerlingen les in onderzoeksvaardigheden. • De module onderzoeksvaardigheden in klas 5 geldt als startpunt voor het profi elwerkstuk. • Doorlopende leerlijn vaardigheden vanaf klas 1. • Deugdethiek in leerjaar 1. • Samen met de Lerarenopleiding van de Rijksuniversiteit Groningen is in 2011-2012 een pilotproject gestart waarin wordt nagaan welke leerlingen onder het niveau van hun kunnen presteren. Een aantal docenten gaat in samenwerking met prof. dr. W. van de Grift, hoogleraar Onderwijskunde en hoofd Universitaire Lerarenopleiding Groningen, maatregelen ontwikkelen en uitproberen om te helpen voorkomen dat deze leerlingen wegzakken in een zesjescultuur.
65
Sint-Ignatiusgymnasium Jan van Eijckstraat 47 1077 LH Amsterdam
telefoon e-mail website rector
020 – 676 38 68
[email protected] www.ignatiusgymnasium.nl mevr. drs. A.M. (Anita) Swenneker
Christelijk Gymnasium Sorghvliet Johan de Wittlaan 22 2517 JR Den Haag
telefoon e-mail website rector
070 – 345 15 77
[email protected] www.gymnasium-sorghvliet.nl dr. H.R. (Hans) Rookmaaker
Motto
Motto
uitdagend, inspirerend en betekenisvol
Op Sorghvliet gebeurt meer
Speciaal
Speciaal
• 70 minuten rooster • aanleren van vaardigheden belangrijk: samenwerken, presenteren, onderzoeken, organiseren • in de onderbouw geïntegreerd bèta vak X8 met veel aandacht voor onderzoeken en ontwerpen • breed aanbod eindexamenvakken: tekenen, muziek, fi losofi e, wiskunde D en Natuur, Leven en Techniek (de laatste twee in samenwerking met andere scholen in de buurt en/of de beide universiteiten en hoge scholen van Amsterdam) • moderne vreemde talen: Goethe, DELF en Cambridge • Bèta Excellent school • gebouw ontworpen rond clustervakken, ruimtelijk ingericht om gediff erentieerd werken mogelijk te maken • veel vakexcursies • cultuurmiddagen • testimonium voor extra activiteiten
• Cambridge, DELF, Goethe, Universumschool • “Projectrijke” school, veel projecten buiten de deur: “leren doe je overal” • Flexibel omgaang met lestijd: alle tijd die je op school doorbrengt is nuttig bestede tijd • Internationale projecten • Gymnasium-plus • Docenten coachen elkaar
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Aandacht voor verschillen, bijv. jongens en meisjes • e-leaning project (i.s.m. andere scholen): verzamelen en labellen van materiaal • ontwikkeling digitaal lesmateriaal o.a. bij klassieke talen • taalbeleid • doorlopende leerlijn onderzoeksvaardigheden • beoordelingscyclus • opleidingsschool
66
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Docentrollen: onder leiding van CPS: 5 rollen van docent: gastheer, presentator, didacticus, pedagoog, afsluiter • Toetsing onder de loep: waar bestaat een toets uit en wat leer je uit hoe de toets gemaakt is? • Op zoek naar meer verscheidenheid in leer- en werkvormen
Stedelijk Gymnasium Kronenburgersingel 269 6511 AS Nijmegen
telefoon e-mail website rector
024 – 322 06 06
[email protected] [email protected] drs. R. (Ronald) van Bruggen
Trinitas Gymnasium Sas van Gentlaan 6 1324 CT Almere
telefoon e-mail website rector
036 – 845 24 11
[email protected] www.hetbaken.nl N. (Nic.) Sterrenburg
Motto
Motto
Kennis, ontplooiing, vriendschap
Gymnasiaal onderwijs met ruimte voor talent
Speciaal
Speciaal
• Begaafdheidsprofi elschool • Cambridge, DELF en Goethe • Olympiadeschool (gecertifi ceerd) • Convenant voor 3 jaar met Radboud Universiteit : docenten van 6 scholen en van de RU geven modules NLT (doorlopende leerlijn naar WO) • Internationale uitwisselingen: Duitsland, Frankrijk, Noorwegen (Comenius project) • Professionele opleidingsschool: voor zowel LIO’s als voor de school (docenten) nuttig • Aansluiting PO – Gymnasium: masterclasses op het gymnasium • Leren leren in de 1e klas: methode “Breingeheimen studievaardigheden” • We zijn een “maatschappijgymnasium”
• focus op leerweg van de leerling én op de leerweg van de docent • focus op talent ontwikkelen en jezelf vrijmaken van het keurslijf van de school • netwerkleren: project in samenwerking met Ruud de Moor Centrum (professionalisering docenten) • verplichte expertmodules in klas 1 en 2 (10 weken, bijv. Chinees, socratische gesprekken, PC als animatiestudio) • Frans: AIM (Accelerative Integrated method (Canada); Duits: Goethe • Verbredingsprojecten en denklessen
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Laptop project in klas 2 en 3: voldoende meerwaarde? Voortzetten? Diff erentiatie d.m.v. laptops? • Kunst- en cultuurbeleidsplan: accenten in meer vakken. Per vak toegevoegde module met creatieve kant? Mogelijk? Haalbaar? • BPS werkgroep docentexpertise: wat moet je als docent kunnen? Zien en waarnemen; omgaan met; motiveren en stimuleren om begaafdheid om te zetten in prestaties. • Eigen competentiemodel ontwikkeld voor LB,LC en LD. Inhoudelijke benadering: zorg voor beweging in je functioneren • Onderzoek naar uitstroom na klas 1 • Meer cachet aan Olympiades geven: speciale middag georganiseerd voor prijswinnaars
Onderzoek / onderzoeksvraag • toetsing (kwaliteit van de toetsen, inhoudelijk, opbouw, gymnasiale aspect -project met CITO) • streven om Begaafdheidsprofi elschool te worden • docentrollen: ontwikkelen in het leren leren • Klassieke reis: Rome als leslokaal • Aanleren academische vaardigheden • Ketengesprekken (gesprekken met ketenpartners van de school) rond het thema “hoog- en meerbegaafdheid”) • Contact VO – PO : hoe doe je dat (beter)?
67
Utrechts Stedelijk Gymnasium Ina Boudier-Bakkerlaan 7 3582 VA Utrecht
telefoon e-mail website rector
030 – 212 21 99
[email protected] www.usgym.nl mevr. drs. J.H.M. (Hanneke) Taat
Murmellius Gymnasium Bergerhout 1 1815 DA Alkmaar
telefoon e-mail website rector
072 – 527 20 72
[email protected] www.murmellius.nl drs. J.C.M. (Hans) van Niekerk
Motto
Speciaal
Uitdagend Samenwerkend Gymnasiaal
• Cambridge, DELF en Goethe onderwijs én examens. • Filosofi e als eindexamenvak (inclusief fi losofi esite Murmellius) • Deelname MUN en organisatie IMUNA • Buiten- en naschoolse activiteiten zoals : Zangklas op basis van de Complete Vocal Technique; toneel; debating met deelname landelijke competitie • Eerste tien weken verplichte opfriscursus spelling en cijferen • Maatschappelijke stage op maat • Internationalisering: leerlinguitwisselingen met Tata (Hongarije); Bergama (Turkije) en Pouzauges (Frankrijk); deelname Comeniusproject • Oudere leerlingen helpen jongere leerlingen (huiswerkbegeleiding; bijles)
Speciaal • Begaafdheidsprofi elschool • Leerlingen spelen belangrijke rol in school: participeren in organisatie: ze krijgen vertrouwen, verantwoordelijkheid, ruimte (ook om fouten te maken), om creatief te zijn (tuinontwerp voor nieuwe school) • Leerlingenverenigingen en teams: o.a. debatteam, technisch team, horecateam • Schoolbreed Cambridge Engels; DELF en Goethe in ontwikkeling • Klas 3: Algemene Vorming, bestaande uit de modules Kunst, Kritisch Denken, Biologie en Muziek • C&V: Compacten en Verrijken, een project voor leerlingen die meer kunnen. Opdrachten aangepast aan de belangstelling en de behoefte van de leerling. • Junior College Utrecht (UU), Bèta excellent, LAPP-Top, IIO Videolessen • Olympische spelen in klas 1, vakoverstijgend l.o., klassieke talen, kunst • Internationalisering: belangrijk om leerlingen te leren te bewegen in de wereld, in een internationale omgeving, ontwikkeling naar ELOS-school. • Schoolstrijd: wedstrijd van 2 dagen waarin klas 1 t/m 3 alle talenten in de klas kunnen inzetten om de beker ‘Vita brevis, ars longa’ te winnen. De vierde klas organiseert.
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Werken aan diff erentiatie, ook in kader van BPS. Uitgangspunt is de “vervulde leerling”. Onderwerpen: onderzoekend leren, activerende werkvormen, leerstijlen, intelligenties, good practices, pedagogische aanpak • Aandacht voor de rol van de leerling in de school, in het proces, het onderwijs.
68
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Hoe voorkom je uitval, met name tijdens en na de 3e klas? • Hoe zijn leerlingen beter te motiveren? • Opzetten ELO op maat.
Stedelijk Gymnasium Arnhem Thorbeckestraat 17 6828 TS Arnhem
telefoon e-mail website rector
026 – 320 98 40
[email protected] www.gymnasiumarnhem.nl mevr. drs. (Karin) M.K. Poerstamper
Gymnasium Haganum Laan van Meerdervoort 57 2517 AG Den Haag
telefoon e-mail website rector
070 – 346 92 43
[email protected] www.haganum.nl G.P.Th. (Goof ) Kloeg
Motto
Speciaal
Focus op de toekomst met reflectie op het verleden - “meebewegen naar morgen”
• Cambridge, DELF, Goethe, Universum Programma • LAPPtop en Pre-University college • Internationale uitwisselingen klas IV met scholen in Berlijn, Stockholm, Beziers en Riva del Garda • Project Olie in Oman in klas III ( vakoverstijgend alfa, bèta, gamma in het kader van JetNet) • Schaal van Verdienste voor beste leerling, niet qua cijfers, maar qua breedte opleiding en inzet voor de school • Thimun en HagaMun • Musical door 400 leerlingen opgevoerd • Leerlingen schrijven hun eigen verbeterplan bij onvoldoendes
Speciaal • Cambridge Engels, Goethe Duits, DELF Frans • Universum school, contact met bedrijfsleven en buitenlandse universiteiten • Onderwijsontwikkelmiddagen: Ad Fundum, 9x per jaar buigen alle docenten zich over onderwijsvraagstukken. • Nieuwe organisatiestructuur: horizontale jaarlaagteams per 2 jaar naast secties en leergebieden • Theater 5e klas: Grote Dionysia; zelfgeschreven Griekse tragedie en uitvoering door leerlingen • Aandacht voor leerlingen die meer aankunnen: verbredingsteam actief, contacten met universiteiten, deelname aan Olympiades en wedstrijden. Leerlingen doen een eigen project (organiseren bijvoorbeeld een studiereis naar Engeland die ook echt uitgevoerd gaat worden) • Open atelier in klas 1 en klas 2 in halve klassen; leerlingen doen drama, keramiek en robotica • “Het Vrije Veld” ; op de dinsdagmiddag organiseren verschillende vakken vakoverstijgende projecten of zetten onderwerpen op de agenda die minder goed in een 50 minuten structuur passen. • Open traject klas: een rustige plek voor leerlingen met een rugzak (cluster 4, autistisch spectrum) die even het klassikale niet aankunnen o.l.v. een professionele orthopedagoog. • Leerlingbemiddeling tussen bovenbouw- en onderbouwleerlingen bij kleine confl icten • Bovenbouwleerlingen als hulpmentoren • Bovenbouwleerlingen spijkeren onderbouwers bij als er kortlopend hiaten zijn.
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Sectiegesprekken met hele SL n.a.v. “pasfoto” over vakwerkplan en resultaten • FUWA functies voor: bètabeleid, ICT, internationalisering, cultuureducatie en burgerschapsvorming.
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • iPad: onderzoek naar eff ecten op motivatie, leeropbrengst, mogelijkheden tot diff erentiatie en een actieve werkhouding van leerlingen in iPad klassen t.o.v. klassen met traditioneel SGA onderwijs • Leerlijn onderzoeksvaardigheden • Eigen verantwoordelijkheid leerling stimuleren • Onderzoek naar rendement onderbouw, analyse van de toetsing en de eff ecten op de determinatie. • Materiaal ontwikkeling t.b.v. leerlingen die meer aankunnen.
69
Gymnasium Trevianum Bradleystraat 25 6135 CV Sittard (postbus 211, 6130 AE)
telefoon e-mail website rector
046 – 420 69 00
[email protected] www.trevianum.nl mevr. A.M. (Netty) Beckers-Schuwirth MEM
Stedelijk Gymnasium Nassausingel 7 4811 DE Breda
telefoon e-mail website rector
076 – 522 50 40
[email protected] www.gymnasiumbreda.nl drs. A.H.A. (Bertie) Moons (plv.)
Motto
Motto
Binden en boeien
Een moderne school met een klassieke traditie
Speciaal
Speciaal
• Cambridge Engels • Odyssee klas (onderbouw) werkt goed: iedereen wil inschrijven voor deze “bijzondere” klas. Er wordt commitment gevraagd van ouders. • Odysseeklas krijgt 2 uur extra drama, gegeven door leerlingen uit klas 6 vanuit hun eigen bedrijf. Deze leerlingen doen mee aan de teambuilding die de docenten van de Odysseeklas doen. • Ervaringen van docenten in Odyssee klas stimulerend voor het werken in de reguliere klassen. • Pre-University: levert “niks”op . Leerlingen gebruiken het nu als basis voor hun PWS • Crew: leerlingen zijn geheel verantwoordelijk voor horeca, voor techniek en voor de regeling van het verkeer. Ze krijgen er een opleiding voor en het is onderdeel van hun maatschappelijke stage. Dit bestaat al 25 jaar!
• verbreding over meerdere vakken; verplicht minimaal één extra vak in examen; • verdieping of verbreding binnen en buiten de vakken; • ook buiten het reguliere pakket om kan een leerling zich verrijken; koor, debat, sport, projecten, olympiades, leerlingenraad, commissies. • Cambridge Engels; DELF Frans; DELE Spaans • Nieuw gebouw in 2013: inzet voor verandering!
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Onderzoek naar beperking uitstroom klas 1 en 2: bovenbouw biedt leerlingen meer uitdagingen dan onderbouw. Start Odyssee klas.
70
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Onderwijs op onze school betekent dat wij de leerling centraal stellen en variatie aanbieden in het te volgen onderwijsprogramma. Wij zijn een school voor gymnasiaal onderwijs waarbij wij het beste uit onze leerlingen willen halen, dit betekent meer recht doen aan de individuele capaciteiten en kwaliteiten. Op welke wijze kunnen wij van docent-centraal naar meer leerlinggericht onderwijs bewegen? • Hoe creëren we een lerende cultuur niet alleen voor onze leerlingen maar ook voor onze medewerkers? En op welke wijze professionaliseren wij onze docenten en verbinden we ziel en zakelijkheid?
Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt Thorbeckeplein 1 3818 JL Amersfoort
telefoon e-mail website rector
033 – 461 39 44
[email protected] www.jvo.nl drs. C.A. (Cees) van Lent
Willem Lodewijk Gymnasuim Verzetsstrijderslaan 220 9727 CK Groningen
telefoon e-mail website rector
Speciaal
Motto
• Veel aandacht voor leerlingen die meer kunnen en willen dan minimaal nodig is in JvO-Olympos • bijzondere aandacht voor ontwikkelen wetenschappelijk denken en onderzoeksvaardigheden vanaf klas 1 • nadruk op culturele activiteiten • Cambridge, DELF en Goethe • Keuzemodulenprogramma in 4e klas (bij voorbeeld: kunstgeschiedenis, iconen, Japanse cinematografie, geschiedenis wiskunde, beginselen Russisch) • Contacten met universiteiten (colleges voor getalenteerde leerlingen) • De Loupe, geschiedenisclub: leerlingen organiseren 4x per jaar excursie voor extra cultuur voor de JvO’er • Cyclus van ontwikkelgesprekken met alle personeelsleden
“Ruimte voor talent: leerlingen èn docenten”
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Geïntegreerde kunstvakken in klas 3 • Onderzoek doen naar kwaliteit van toetsing • Onderzoek naar ELO / digitalisering van leermiddelen
050 – 526 20 94
[email protected] www.wlg.nl mevr. drs. A.A.M. (Agnes) Schaafsma
Speciaal • Uit de Kunst: culturele activiteiten voor iedereen het hele jaar door • Olympiadeschool met topresultaten in landelijke wedstrijden • Deltaklas voor anderslerende kinderen • Deelname aan projecten voor onderwijsinnovatie (o.a. Expeditie Durven Delen Doen) • Rhetorica: organisatie van bijzondere activiteiten door leerlingen voor leerlingen • Mens sana...: intensief sportprogramma het hele jaar door • Talentontwikkeling voor leerlingen èn medewerkers; personeelsbeleid met veel ruimte en hoge eisen; ontwikkeling is criterium voor loopbaanbeleid • Theater: jaarlijkse groots opgezette voorstelling met toneel, dans en muziek onder professionele begeleiding • Bijzondere vakken met modules naar eigen ontwerp: Kunstoriëntatie in klas 4, Natuur, Leven en Technologie als examenvak
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • De lessen als spil van het onderwijs: daarnaast enerzijds uitdaging voor wie meer kan, anderzijds ondersteuning voor wie daaraan behoefte heeft in het studiecentrum • Aandacht voor anderslerenden met natuurlijke voorkeur voor het inzetten van de rechterhersenhelft: wat werkt? • Ondersteuningsprofi el: grenzen en mogelijkheden • Doorlopende lijn in begeleiding en coaching van nieuwe en zittende docenten: 1e jaars, 2e jaars en het vervolg
71
Gymnasium Celeanum Zoom 37 8032 EM Zwolle
telefoon e-mail website rector
038 – 455 28 20
[email protected] www.celeanum.nl mevr. Drs. C.J. (Caren) Japenga
Praedinius Gymnasium Turfsingel 82 9711 VX Groningen (postbus 278, 9700 AG)
telefoon e-mail website rector
050 – 312 05 59
[email protected] www.praedinius.nl drs. M.H.C. (Maurice) van Daal
Motto
Speciaal
Traditie met toekomst!
• Begaafdheidsprofi elschool • Technasium: koppeling van denken aan doen. Externe opdrachtgevers voor projecten. • PG+ : persoonlijke kennis en enthousiasme van eigen leraren (drama, psychologie, China, giro d’algebra, mode, fibonacci, statistiek, kunstgeschiedenis, jazz etc.) • Project: “verdubbel je talent” voor klas 1 • Opleidingsschool • Functiemix ingezet voor professionalisering • Participatie Cultuur in de Spiegel • Participatie in Beta excellent: beat topklas in klas 5 en 6; olympiades
Speciaal • Internationalisering: projecten met vijf andere landen: Noorwegen, Italië, Roemenië, Polen en Baskenland • Bètaprofi lering mede met NL&T en Wiskunde D • Het willers en kunners principe (zie website Celeanum) • Grote rol weggegelegd voor leerlingen om mee te denken over beleidszaken: zo is leerlingen gevraagd te onderzoeken waarom deelname aan vak NL&T terugloopt (gesteund door een goed protocol onderzoeksvragen). Structureel doen MaW-leerlingen klas 5 beleidsonderzoek • Relatie met academische basisschool: gymnasiumdocenten verzorgen extra aanbod en zijn de spil in het Cnopius-project voor hoogbegaafde basisschoolleerlingen uit de regio • Module Kunstgeschiedenis in klas 5 voor CM leerlingen met geschiedenis
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Onderzoek naar CE en SO cijfers, door docenten. • Toetsen en toetsing onderzocht (nadrukkelijk leerlingen erbij betrokken): heeft veel in beweging gezet. Slotdocument en presentaties beschikbaar! • Excellentieprogramma per sectie uitgewerkt. Beleidsdocument beschikbaar. • Onderzoek van Universiteit Utrecht afdeling ontwikkelingspsychologie naar verwachtingen van ouders, docenten over hoogbegaafdheid en excellentie in relatie tot de prestaties van de leerlingen. Meerjarig onderzoek. • Borging van onderwijskundige ontwikkelingen in vakwerkplannen
72
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • In kader van kwaliteitszorg: kijken naar resultaten, zoeken naar verbeteringen, terugkoppelen naar programma. Zo ook: haal meer van bovenbouw naar onderbouw. Wiskunde heeft programma onderbouw aangepast zodat leerlingen een betere keus kunnen maken • Benchmarking belangrijk: hoe doen wij het t.o.v. andere gymnasia? Nadenken over vak, inhoud, resultaten: doe ik het goed? • Volgende stap is het kijken naar de eigen didactiek: in gesprek gaan met elkaar, met andere secties. • Expliciete wens van secties: geen externe nascholing: met elkaar aan de slag! • Cultuurplan, vakoverstijgend in collegevorm • Ontwikkeling alfa topklas • Onderzoek Tablet in onderwijs
Foto: Marjan Versluijs
Coornhert Gymnasium Jan van Renesseplein 1 2805 GT Gouda
telefoon e-mail website rector
0182 - 59 95 17
[email protected] www.coornhert-gymnasium.nl drs. M.G.P. (Marco) Oehlenschläger
Christelijk Gymnasium Utrecht Koningsbergerstraat 2 3531 AJ Utrecht
telefoon e-mail website rector
030 – 284 30 00
[email protected] www.cgu.nl drs. J.M. (Hans) Buijze
Motto
Speciaal
Het Coornhert Gymnasium daagt je uit!
• Cambridge, DELF • Bijzondere vakken: Drama en Spaans • Elke week cultuurdag in klas één (samenwerking tussen vakken tekenen, drama en Nederlands) • Veel culturele activiteiten veelal georganiseerd door zelfstandige en zichzelf besturende leerlingenverenigingen • Cinetik (uitgebreid fi lm-educatieprogramma voor de bovenbouw, winnaar Nederlandse fi lmeducatieprijs) • Experimenteel programma’s inleiding natuurwetenschappen en media in klas 1 • BSA: Brede Schoolacademie op school. BSA biedt steun aan getalenteerde kinderen met een taalachterstand • Uitvoerig excursieprogramma • Duur van een les meestal 90 minuten • Contacten met universiteiten (colleges voor getalenteerde leerlingen) • Missie van de school met veel aandacht voor vaardigheden
Speciaal • Bewust werken aan en sturen op professionele cultuur • Verantwoordelijkheid leggen waar die hoort, zowel bij medewerkers als bij leerlingen • Competenties docent onder Missie en visie te vinden op website • Geen instituten binnen, maar samen ontwikkelen en elkaar coachen • Elke leerling een laptop • Delta Klas sinds 2010-2011: niet alleen voor hoogbegaafden, maar ook voor leerlingen bij wie de werkwijze en aanpak past • Beter Bèta: onderzoeksleerlijn en ontwerpleerlijn • Cambridge Engels • Leermiddelenbeleid – de boom – o.a. compendium voor wiskunde, Latijn, Nederlands in ontwikkeling • Werkt aan weblectures met een aantal andere gymnasia • Europese Referentie Kader voor MVT – o.a. meer formatief toetsen
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Diff erentiëren: tempo, niveau, leerstijl. Arche-types, handelingsrichtingen, eff ectiviteit? • Deltaklas is proeftuin met 11/12 docenten: hun werkwijze heeft eff ect op hun onderwijs in reguliere klassen • De Delta docenten werken met een inspirator die met hen creatief, outof the box denkt • Met Tijl Koenderink wordt gewerkt aan een oplossing voor onderpresteren: de tien van Tijl • Ontwikkelen leerlijnen: bèta vakken klaar, gammavakken in ontwikkeling (in samenwerking met Nederlands), schoolbreed taalbeleid • Onderzoek naar de rol van toetsen: waarom doe je het? • Onderwijsstuurgroep ontwikkelt en onderzoeksgroep onderzoekt eff ectiviteit
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Onderzoek naar verborgen curriculum van het gymnasium ihkv toegankelijkheid voor nieuwe Nederlanders • Ontwikkelingsrichting: inzetten ICT, meer maatwerk, andere opzet toetsing, deelname Gymnasium Cum Laude
73
Gymnasium Camphusianum Vroedschapstraat 11 4204 AJ Gorinchem
telefoon e-mail website rector
0183 – 62 23 88
[email protected] www.camphusianum.nl drs. J.C. (Hans) Ruitenbeek
Gymnasium Beekvliet Beekvlietstraat 4 5271 SM Sint-Michielsgestel (postbus 31, 5270 AA)
telefoon e-mail website rector
073 – 551 22 13
[email protected] www.gymnasiumbeekvliet.nl
Speciaal
Motto
• Internationalisering: deelname netwerk scholen(Groot Brittannië, Duitsland, Spanje, VS en Rusland) • Aspirant Begaafdheidsprofi elschool • Universum school • Twitteraccount van de school voor nieuws, schoolgids, roosterzaken etc. • Leerlingen Camphusianum verzorgen lesmodules op basisschool voor begaafde leerlingen (geldt als maatschappelijke stage voor gymnasiast) • Plusklas voor getalenteerde basisschoolleerlingen op Camphusianum: architectuur, Chinees, bodemonderzoek, gemeentepolitiek …
Ontwikkel je talenten, verleg je grenzen, voel je thuis
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Netbookklas : waar loop je tegenaan? Hoe beïnvloedt het de didactiek? • Inzet sociale media bij onderwijs
Speciaal • Cambridge Engels, DELF - Diplôme d’Etudes en Langue Française, Goethe Duits • Universum school • Comenius school: partnerscholen in Zweden, Polen, Duitsland en Schotland • Internationalisering: THIMUN en MUN Chicago, MUNUC • Verbreding, vanaf leerjaar 1 in overleg met het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek (CBO) van de Radboud Universiteit Nijmegen • Vakoverstijgende projecten • Contacten met universiteiten (colleges voor getalenteerde leerlingen) • Extra examenvakken in de leerjaren 5 en 6 • Maatwerkactiviteiten voor excellente en hoogbegaafde leerlingen: “compacten en verrijken”, “draaideurmodel”
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Resultaatgericht werken aan de verbetering van de opbrengsten en toetsen/schoolexamens. • Het gebruik van de analyse van de prestaties van de leerlingen bij de vormgeving van het onderwijs. • Systematisch evalueren van het onderwijsproces.
74
Marnix Gymnasium Essenburgsingel 58 3022 EA Rotterdam
telefoon e-mail website rector
010 – 244 50 44
[email protected] www.marnixgymnasium.nl mevr. drs. S.J. (Stytia) de Leeuw
Cygnus Gymnasium Linnaeushof 48 1098 KM Amsterdam
telefoon e-mail website rector
Speciaal
Motto
• Anglia, Goethe en DELF • Filosofi e eindexamenvak • Lapp-Top, Pre-University College, Junior Med School • Gymnasium Plus programma: verbreding en verdieping (veel externe docenten) • Verrijkingsprojecten: bijvoorbeeld in klas 1 (verplichte) keuze uit module theater, archeologie, internationale oriëntatie, kunsteducatie
Voor wereldburgers en wetenschappers
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Afgelopen jaren: themabijeenkomsten met externe expertise over omgaan met verschillen, zowel binnen als buiten de les (verbredingsprojecten) • Speerpunt: leerlingen samenhang laten zien en ervaren tussen de verschillende vakken • Studiemiddag over inzet sociale media • Werken aan vaardigheden: vakspecifi ek en vakoverstijgend.
020 – 468 88 80
[email protected] www.cygnusgymnasium.nl drs. E.P. (Edu) van Rijn
Speciaal • Multi-klassiek: naast aandacht voor de klassieke wereld veel aandacht voor alle wereldculturen • Lessenprojecten en uitwisselingen met buitenlandse gymnasia: internet als communicatiemiddel • Naast cijfers ook een portfolio om leren zichtbaar te maken • Leerwerk in eerste instantie in de les • Eigen Cygnus agenda met o.a. ruimte voor het “hoe” van het leren • Gastcolleges door docenten van universiteiten over allerlei onderwerpen: vast onderdeel op de donderdagmiddag • Docenten hebben samen materiaal ontwikkeld (in Moodle) • Leerlingen hebben eigen laptop • Samen werken aan gemeenschappelijke start in nieuw gebouw • Relatief veel zorgleerlingen • Online lessen voor 8e groepers: 8+ project • Bèta-partnersproject • Frans: AIM (Accelerative Integrated Method (Canada)) en Engels Cambridge en Anglia examinations
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Afgelopen 3 jaar ingezet op onderzoekend leren (APS) • Vermindering van toetsdruk: gedragsverandering bij docenten teweeg brengen
75
Willibrord Gymnasium Beukenstraat 80 5753 GD Deurne
telefoon e-mail website rector
0493 – 31 48 02
[email protected] www.willibrordgymnasium.nl drs. Y.A.I. (Yvonne) Lommen MME
Stedelijk Gymnasium ‘s-Hertogenbosch Mercatorplein 2 5223 LL ’s-Hertogenbosch
telefoon e-mail website rector
073 – 621 90 68
[email protected] www.stedgymdenbosch.nl ir. A.E.M. (Arie) de Kleijn
Motto Motto Non scholae sed vitae discimus – Wij leren niet voor de de school maar voor het leven Denk @nders! Speciaal Speciaal • Leerlingen uit Leonardo en reguliere groepen haken aan bij elkaars lessen. Met ingang van 2012-2013 zijn in leerjaar II en leerjaar III de lesgroepen geclusterd om bij enkele vakken op een andere manier onderwijs te kunnen blijven geven aan hoogbegaafde leerlingen. • Cambridge Engels, DELF • Jaarlijkse evaluatie cijfers CE – SO • Griekse week • Aandacht voor Bèta door aanbod van Wiskunde D, NLT en Science
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Lesgeven aan hoogbegaafden en reguliere leerlingen: wisselwerking/uitwisseling bevorderen • Studiemiddagen en onderzoek naar: hoe leren kinderen? • Passende zorg: hoe doen we dat in de toekomst?
• Olympiade school • Wekelijkse projectmiddagen voor klas 1-2 met vakoverstijgende projecten • Jaarlijkse projectdagen klas 1-2 met keuzeprojecten en excursies • Projectweek klas 3 met profi elprojecten en voorbereiding profi elkeuze • Taaldorp klas 3 voor de MVT • Grote Avond: jaarlijkse musicalvoorstelling met muzikale ondersteuning van eigen schoolorkest Mercator & Musica • LOS! (Leerling Organisatie Stedelijk): leerlingen denktank en activiteiten organisatie • Filmgala met animatiefi lms, fake-documentaires en korte speelfi lms van leerlingen • Actieve Oudervereniging, organiseert bijv. de Muziekavond en Spraakwater en … • Via Gymnasia: beeldende kunstwerkenroute in en om de school door leerlingen • Project Atlas voor meerpresteerders: geselecteerde onderbouwleerlingen kiezen in kader zelf een onderwerp en werken in duo’s aan onderzoeksvraag in periode december – april • Ludi Romani en PompeHellade: klassieke activiteitenmiddagen • LOB (Loopbaanoriëntatie en Begeleiding) verplicht vak in klas 4,5, en 6 in de vrije ruimte
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag • Speerpunt klassieken: geef de klassieken de kracht van de vanzelfsprekendheid • Project Mercurius: meerpresteerders programma voor bovenbouwleerlingen • Leerlijn praktische opdrachten voor klas 1 t/m 6 “under construction” • Docentenprofi el Stedelijk Gymnasium: kwaliteitsverbetering door professionalisering
76
Stedelijk Gymnasium Prinsenhof 3 2011 TR Haarlem
telefoon e-mail website rector
023 – 512 53 53
[email protected] www.stedelijkgymnasiumhaarlem.nl mevr. drs. Z. (Zoë) Kwint
Gymnasium Felisenum Van Hogendorplaan 2 1981 EE Velsen-Zuid
telefoon e-mail website rector
0255 – 54 57 10
[email protected] www.felisenum.nl dr. K.S. (Karel) Kits
Speciaal
Speciaal
• CAE (alle leerlingen), Goethe, DELF en DELE • MUN (Model United Nations) • Jaarlijkse poëziewedstrijd voor alle jaarlagen • Shell Eco-marathon • Beide klassieke talen verplicht t/m 4e jaar • Vakken naast regulier pakket: Spaans, fi losofi e, CKV, tekenen, NLT en wiskunde D • Testimonium bij diploma • Pre University en Lapp top
• Cambridge, DELF, Goethe • Filosofi e examenvak • Veel aandacht voor het bèta-onderwijs om het beeld van het bèta onderwijs te verbeteren • Onderzoeksprojecten voor leerlingen met onderwerp naar keuze: om te verbreden en te verdiepen (in principe voor iedereen, behalve voor hen die moeite hebben) • Project van 10 weken in klas 3 en 4: iedere sectie ontwikkelt 10 lessen capita selecta. De mentor helpt de leerling bij de keuze. De docent kan riscoloos experimenteren en ook dat is goed voor de ontwikkeling (van de docent).
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag
Onderzoek / ontwikkeling / onderzoeksvraag
• Brugklasonderzoek naar welbevinden leerlingen
• NLT: geen gemakkelijk vak om te geven. Geen methodes, maar modulen. Modulen zijn interdisciplinair en niet ieder bètadocent beheerst alle facetten. • Graag in gesprek met andere gymnasia over (resultaten ) klassieke talen, over hoogbegaafdheid, over de ELO
77
Gymnasium Apeldoorn Kastanjelaan 10 7316 BN Apeldoorn
telefoon e-mail website rector
055-5213024
[email protected] www.gymnasium-apeldoorn.nl drs. L. H. (Louise) Beernink
Barlaeus Gymnasium Weteringschans 31 1017 RV Amsterdam (postbus 15578, 1001 NB)
telefoon e-mail website rector
020 – 626 33 96
[email protected] www.barlaeus.nl drs. M.F. (Marten) Elkerbout
Motto
Speciaal
Beatus homo qui invenit sapientiam
• grote aandacht voor en deelname aan kunst en cultuur • alles is gymnasiaal tenzij het tegendeel bewezen is • meebewegen met kinderen die zich ontwikkelen • Barlaeus-standaard: leerling die naar de vierde klas bevorderd wordt, gaat dús het eindexamen halen! • uitvoerige informatie, achtergronden en ondersteuning per vak op voor iedereen toegankelijke website • fi losofi e eindexamenvak • klassentoernooi
Speciaal • Cambridge Engels • Erkend Olympiadeschool • Functiemix belangrijk instrument bij professionalisering docenten (onderwijskundige insteek) • Resultaten diff erentiatieproject (zie onder) per vak • Tutoraat: bovenbouwleerlingen begeleiden eersteklassers • Debatclub • Minerva-programma: extra (vak)hulp waar het nodig is, extra waar het kan.
Onderzoek /ontwikkeling /onderzoeksvraag • Met KPC ontwikkelplan opgezet per team: individuele docent stelt eigen doel ten dienste aan teamthema • Thema voor de hele school: verschil jongens – meisjes • Klassieke vorming, academische voorbereiding en internationale oriëntatie zijn de drie pijlers die in het schoolplan en de teamplannen centraal staan in de komende jaren. Binnen teams en secties worden deze thema’s verder ingevuld. • Diff erentiatie binnen de les, gericht op hoog- en meerbegaafde leerling, maar ook op de leerling die er hard voor moet werken. • Visitatieproject (gericht op diff erentiatie) met Gymnasium Amersfoort: feedback krijgen op wat je doet (schooljaar 2012/2013)
78
Onderzoek / ontwikkeling /onderzoeksvraag • ontwikkelen criterium gericht beoordelen • “uitdaging en motivatie” heeft beleidsagenda bepaald voor de komende jaren • Met elkaar ontwikkelen: veel variatie in populatie dus veel variatie in aanbod (bewust vermijden van het woord differentiatie) • ontwikkelen onderzoeks- en ICT vaardigheden
Aanbevolen In dit onderdeel vindt u links naar in de tekst genoemde sprekers en/of wetenschappers, artikelen en filmpjes. Er is op het gebied van onderwijs en onderwijsvernieuwing, over de werking van het brein, over hoogbegaafdheid, over didactiek en leren heel veel materiaal te vinden. Letterlijk te veel om op te noemen.
If you’re not prepared to be wrong, you’ll never come up with anything original. Sir Ken Robinson
In dit korte overzicht heb ik – naast de in de tekst genoemde mensen – ook een paar andere inspirerende, geestige en boeiende sprekers opgenomen. Hierbij heb ik mij beperkt tot digitale bronnen. Er zijn er veel meer. Suggesties? Vul aan! Waarom geen aanbevolen literatuur? Een keuze maken uit de enorme hoeveelheid literatuur is een onmogelijke opgave. Maar ook hier geldt: aanbevelingen en tips graag op de digitale versie van dit boekwerk. Tex Gunning Lid van de Raad van Commissarissen Akzo Nobel - Auteur voorwoord. http://www.nivoz.nl/site_files/uploads/value-based-education-lezing-tex-gunning-13-oktober-2011-nivoz.pdf Sir Ken Robinson Sir Ken Robinson (born 4 March 1950, is an author, speaker, and international advisor on education in the arts to government, non-profits, education, and arts bodies. He was Director of The Arts in Schools Project (1985–89), Professor of Arts Education at the University of Warwick (1989–2001), and was knighted in 2003 for services to education. www.sirkenrobinson.com www.youtube.com/watch?v=s80WxO01t7k www.youtube.com/watch?v=_h8QGAUXaEM Michel van Ast Trainer / consultant, APS, The Crowd @thecrowdnl, onderwijs&ict, leermiddelen, exact&wiskunde, digibord, ipad, T3 Nederland. http://www.youtube.com/watch?v=8PeydCn6phc www.youtube.com/watch?v=PSNBKtBeNN0
79
Willem Jan Renger Programmaleider research & design Applied Game Design at Hogeschool voor de Kunsten, Utrecht www.youtube.com/watch?v=2H2EOgwqFJI Dan Meyer Dan Meyer (born April 7, 1957) is an American performance artist, inspirational/motivational speaker, comedy entertainer, Guinness World Record holder, America’s Got Talent contestant, Stan Lee’s Superhumans, and professional sword swallower best known for swallowing swords underwater in a tank of sharks and stingrays for Ripley’s Believe It or Not. Meyer is also internationally recognized as the world’s foremost authority in the field of sword swallowing as an award-winning author Ig Nobel Prize winning Laureate , science lecturer, and President of the Sword Swallowers Association International (SSAI) (bron: Wikipedia). http://www.youtube.com/watch?v=NWUFjb8w9Ps Derek Cabrera Derek Cabrera (born 1970) is an educational theorist, systems thinking expert, inventor, and cognitive scientist. He is best known for formulating the DSRP theory and method of thinking (bron: Wikipedia). http://www.youtube.com/watch?v=dUqRTWCdXt4 Daniel H. Pink Schrijver en voormalig speech-schrijver van Al Gore. Dan Pink onderzoekt het raadsel van de motivatie: http://www.ted.com/talks/lang/nl/dan_pink_on_motivation.html Animatiefilmpje Pegasus Wat is het Pegasusproject eigenlijk? http://www.youtube.com/watch?v=nfNnRnJsXSQ&feature=player_embedded#! Pegasusfilmpje, ook te vinden op www.gymnasia.nl, onderwijs, Pegasus, onderaan de bladzijde!
80
Filmpje “Jongens” Link naar filmpje “Jongens” van Wessel Theun de Vries en Hidde de Vries (Stedelijk Gymnasium Leeuwarden) http://www.youtube.com/watch?v=uME8j3nyhwc
In de tekst genoemde instanties en organisaties: Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (SLO) www.slo.nl
Bij wijsheid hoort het doorgronden met het intellect van wat eeuwig is; bij kennis het rationeel begrijpen van wat tijdelijk is. Augustinus, Romeins filosoof (354 - 430) theoloog en Kerkvader
Platform Bèta Techniek www.platformbetatechniek.nl Europees Referentiekader www.erk.nl BPS www.begaafdheidsprofielscholen.nl Pedagogische centra www.aps.nl www.cps.nl www.kpc.nl Stichting Kennisnet www.kennisnet.nl
81
Some rules for students and teachers RULE ONE Find a place you trust, and then try trusting it for a while. RULE TWO General duties of a student - pull everything out of your teacher; pull everything out of your fellow students. RULE THREE General duties of a teacher - pull everything out of your students. RULE FOUR Consider everything an experiment. RULE FIVE Be self-disciplined - this means finding someone wise or smart and choosing to follow them. To be disciplined is to follow in a good way. To be self-disciplined is to follow in a better way. RULE SIX Nothing is a mistake. There’s no win and no fail, there’s only make. RULE SEVEN The only rule is work. If you work it will lead to something. It’s the people who do all of the work all of the time who eventually catch on to things. RULE EIGHT Don’t try to create and analyze at the same time. They’re different processes. RULE NINE Be happy whenever you can manage it. Enjoy yourself. It’s lighter than you think. RULE TEN “We’re breaking all the rules. Even our own rules. And how do we do that? By leaving plenty of room for X quantities.” HINTS Always be around. Come or go to everything. Always go to classes. Read anything you can get your hands on. Look at movies carefully, often. Save everything - it might come in handy later. John Cage, Amerikaans componist, 1912-1992 bron: http://www.alisant.net/cca/sitespecific/cage.html
82
Leermateriaal vinden www.wikiwijs.nl www.vo-content.nl/stercollecties
Meer tips Kahnacademy Khan Academy is een non-profitorganisatie gecreëerd door Salman Khan die een innovatief leerplatform vrij ter beschikking stelt op het internet. De website beschikt over een gratis onlineverzameling van meer dan 2150 lesfragmenten die met video bijeen zijn gebracht op YouTube. De videolessen behandelen tot nog toe wiskunde, geschiedenis, financiën, fysica, chemie, biologie, astronomie en economie als onderwijzende vakken (bron: Wikipedia). www.khanacademy.org http://www.khanacademie.nl/ www.youtube.com/user/khanacademy Remind Waarom besteden we zoveel tijd aan ‘wat’ je moet leren en zo weinig aan ‘hoe’ je kunt leren of ‘waarom’ je leert? Uit de zoektocht naar het antwoord op deze vragen is Remind (voorheen MindSet) ontstaan: een groep studenten die leerlingen helpt betere schoolresultaten te behalen door ze te ‘leren leren’ en ze bewust te maken van hun eigen doelen en motivatie om te leren. Dat gymnasia open staan voor initiatieven om onderwijs te verbeteren en leerlingen te helpen het beste uit zichzelf te halen blijkt wel uit de eerste twee scholen in Nederland die ons ‘Leren Leren’- en ‘ExcelLeren’-programma ingevoerd hebben: het Stedelijk Gymnasium Nijmegen en het Gymnasium Haganum. www.remindlearning.nl
Literatuurlijst De Vlucht van Pegasus Een tussenstand Marie-Louise Greve (Pegasus), Agnes Schaafsma (Pegasus), Ton Tromp (Pegasus), Ad van Oort (APS), Renata Traas (APS), Maurive van Werklhooven (APS) 2008 SHZG Vademecum Joke Gaasbeek – Luursema, Janita Rutgers-Stoker, Agnes Schaafsma, Ger Smit 2009 Leerplan in Ontwikkeling Stichting Leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Redactie: Annette Thijs en Jan van den Akker 2009 Het geheim van de blauwe broer Eindrapport van de Verkenningscommissie Klassieke Talen Caroline Kroon, Ineke Sluiter 2010 SLO, Leiden / Enschede In opdracht van: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Isbn 928-90-865-9489-4
83
Dankbetuiging Dit boek, dit startdocument voor de zelfstandige gymnasia, zou niet tot stand zijn gekomen zonder de bijdragen van de rectoren en conrectoren. In hun gesprekken met mij hebben ze vol vuur en enthousiasme en vaak zonder oog op de klok uitvoerig over de ontwikkelingen op hun gymnasium gesproken. Bovendien zijn verzoeken om foto’s of commentaar vaak met ongekende reactiesnelheid ingewilligd! Verheugd ben ik over het inspirerende voorwoord van Tex Gunning, die slechts op basis van mijn uitspraken over de intenties en achterliggende gedachten van het boek, bereid was om zijn visie op het belang van het waardevol onderwijs voor de toekomstige generaties, voor ons te verwoorden. Ook Fokke & Sukke dank ik voor de onnavolgbare en humoristische wijze waarop zij de lezer niet alleen tot lachen, maar zeker ook tot denken aansporen! Angeline ten Berge, docente Nederlands aan het Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt in Amersfoort, ben ik zeer erkentelijk voor de nauwgezetheid waarmee ze de allerlaatste correctie van deze tekst heeft uitgevoerd.
Ingeborg Kromhout (1953) studeerde af in Engelse Taal en Letterkunde aan de Rijksuniversiteit van Utrecht. Zij doceerde Nederlands aan de Universiteit van Liverpool tijdens haar doctoraalstudie aan deze universiteit en was jarenlang docent Engels aan vrijwel alle typen onderwijs in Nederland. Zij was conrector bovenbouw gymnasium en atheneum in Bilthoven, rector van het Gemeentelijk Gymnasium in Hilversum, werkte bij het APS en werkt nu naast haar functie als directeur onderwijs bij de SHZG als zelfstandig coach van schoolleiders en docenten. Tweemaal maakte zij een uitstap naar de kunst: ruim vijf jaar was zij algemeen directeur van museum Beelden aan Zee in Scheveningen en twee jaar lang was zij directeur onderwijs bij Scholen in de Kunst in Amersfoort.
84
Ik dank de regiegroep onderwijs voor hun meedenken en hun aanmoediging: Joke Gaasbeek (rector Schiedam), Cees van Lent (rector Amersfoort), Yvonne Lommen (rector Deurne), Bernadette Pelgrum (rector Beyers Naudé Leeuwarden), Nic. Sterrenburg (rector Almere) en adviseur Margreet Vermeer (Stichting Kennisnet). Ten slotte wil ik graag mijn bijzondere waardering en dank uitspreken voor de wijze waarop Joke Gaasbeek en Cees van Lent zich van hun taak als meelezers hebben gekweten: door kritisch mee te denken, te redigeren, te inspireren, te corrigeren en vooral door het gevoel te geven dat dit een waardevol document kan zijn. Ingeborg Kromhout
Aantekeningen
85
86
Ontwerp: liek in vorm | Drukwerk: Drukkerij Vos