SECTORWERKSTUK 4 VMBO-TL
Examenjaar 2012
Naam 1:_____________________ Naam 2:_____________________ Mentor:_____________________
Klas: 4 vmbo-tl Sector:______________________
Begeleider:__________________
Handleiding bij het maken van je sectorwerkstuk 2011-2012
Tijdsplanning: 0. Introductie Centrale uitleg in 010 19/20 september 6e of 7e uur. Begeleidersformulier inleveren uiterlijk maandag 10 oktober in kamer 029. 1. Voorbereiding
samenstellen van groepjes kiezen onderwerp oriëntatie op het onderwerp formuleren van vraagstelling en deelvragen wijze van presenteren
eerste contactmoment met begeleider uiterlijk maandag 31 oktober 16.00 uur.
2. Uitvoeringsfase
Plan van Aanpak opstellen zoeken naar en verzamelen van informatie informatie ordenen bijhouden van het logboek
tweede contactmoment met begeleider uiterlijk maandag 21 november 16.00 uur. Werkmiddagen 28 nov t/m 1 dec van 13.00 uur t/m 16.00 uur
beginnen met vervaardiging v.h. sectorwerkstuk bronnenlijst bijhouden (minimaal 4 bronnen) contactafspraken met begeleider
derde contactmoment met begeleider uiterlijk maandag 19 december 16.00 uur. 3. Afsluitingsfase
Presentatie (in de vorm van een werkstuk) Evaluatie
Sectorwerkstuk definitief inleveren uiterlijk maandag 23 januari 2012 om 16.00 uur bij je begeleider. Coornhert Lyceum
2
1. Het sectorwerkstuk Het sectorwerkstuk is een werkstuk waarmee je je VMBO opleiding afsluit. In het sectorwerkstuk laat je zien wat je weet en wat je kunt. Kennis en vaardigheden die je bij verschillende vakken hebt opgedaan worden gecombineerd in één opdracht. Het door jou gekozen onderwerp moet passen binnen de door jou gekozen sector, maar moet tevens elementen bevatten van vakken uit andere sectoren. Dat wil dus zeggen dat de inhoud dus niet verkleind mag worden tot alleen de examenstof van b.v. economie, of alleen biologie enz. Bij de keuze van je onderwerp zul je dus rekening moeten houden met de door jou gekozen sector. Sector:
Verplichte vakken:
Techniek Zorg en Welzijn
Wiskunde en Nask1 biologie en wiskunde/geschiedenis/aardrijkskunde economie en wiskunde/Frans/Duits wiskunde en biologie/Nask1
Economie Landbouw
Invulling sectorwerkstuk: 1. Je maakt het sectorwerkstuk samen met een andere leerling. Alleen in uitzonderingsgevallen is het toegestaan om het werkstuk alleen te maken. 2. Tijdens je werkzaamheden word je begeleid door een hoofddocent die een vak geeft uit de door jou gekozen sector. 3. Je zult zelf een hoofddocent moeten kiezen. Zie hiervoor de docentenlijst. Het kan gebeuren dat de docent van je keuze al bezet is. In dat geval zul je naar een andere docent moeten uitwijken. Let erop: hoe eerder je je aanmeldt hoe groter de kans dat je docent nog vrij is. 4. De studielast van het sectorwerkstuk bedraagt 20 klokuren. 5. Gedurende de gehele opdracht houd je een logboek bij, waarin je je vorderingen/werkzaamheden vermeldt. Uit het logboek blijkt, als je klaar bent, hoe je werkzaamheden zijn verlopen. 6. De beoordeling geschiedt mede aan de hand van dit logboek. Het is dus zaak zorgvuldig met dit logboek om te gaan. 7. De beoordeling van je sectorwerkstuk geschiedt aan de hand van beoordelingscriteria zoals vermeld op blz. 7. Zowel het proces als het product worden beoordeeld.
Bij het maken van je sectorwerkstuk doorloop je 5 stadia: 1. Oriëntatie 2. Uitwerking 3. Conclusie 4. Presentatie 5. Evaluatie
Coornhert Lyceum
3
2. Het maken van een sectorwerkstuk Om een sectorwerkstuk tot een goed einde te brengen zijn onder andere de volgende kwaliteiten nodig:
informatie kunnen vinden in bibliotheek, op internet, of bij geschikte instanties zoals voorlichtingsbureaus etc.; kunnen ordenen en de grote Iijn vasthouden; netjes kunnen werken, mooie producten maken; discipline: afspraken maken en je er ook aan houden; leesvaardigheid en inzicht, de kern halen uit alle verzamelde informatie; plannen: tijd verdelen; samenwerken.
Stap 1 Oriëntatie Voordat je begint zul je goed moeten nadenken over de vraag met wie je samen aan het sectorwerkstuk wilt gaan werken. Bij de keuze van je partner zijn de volgende vragen belangrijk. Partner Een geschikte partner is iemand: die geïnteresseerd is in hetzelfde onderwerp waar jij aan wilt werken; die bij je in de buurt woont of die je regelmatig ziet om overleg te hebben; met wie je goed kunt samenwerken; die dezelfde sector gekozen heeft als jij. In het logboek zul je moeten aangeven wie wat gedaan heeft. Als blijkt dat één van de leerlingen niet voldoende functioneert kan de betreffende leerling door de begeleidende docent in samenspraak met de afdelingsleider verplicht worden een eigen werkstuk te maken of aanvullende opdrachten te doen. Vul nu stap 1 in je logboek op blz. 2 in! Stap 2 Onderwerp Het leukst is het om te werken aan een onderwerp waarvoor je je interesseert en dat misschien ligt in het beroep waarin je later werkzaam wilt zijn. Een geschikt onderwerp moet voldoen aan de volgende voorwaarden: Het mag niet beperkt zijn tot één schoolvak. Het moet niet te breed zijn. Als je het b.v. wilt hebben over het vluchtelingenprobleem kies dan een onderwerp als de opvang van vluchtelingen in jouw gemeente en niet het vluchtelingenprobleem in zijn algemeenheid. Met andere woorden: het onderwerp van jouw keuze moet behapbaar zijn. Denk eraan dat je onderwerp raakvlakken moet hebben met vakgebieden in de door jou gekozen sector! Coornhert Lyceum
4
Je zult zoveel mogelijk vragen moeten bedenken over je onderwerp. Er zijn verschillende soorten onderzoeksvragen:
beschrijvend :
je probeert een situatie te beschrijven; b.v. Hoe ziet de dagindeling van Johan Cruijff eruit? vergelijkend: je probeert overeenkomsten of verschillen te ontdekken b.v. Wat is het verschil tussen de werkzaamheden van een directiesecretaresse en een administratieve secretaresse? verklarend: je gaat antwoord geven op de vraag: “hoe komt het dat”; b.v. Hoe komt het dat er op dit moment zoveel gratis internetproviders zijn? voorspellend: je gaat uitzoeken hoe het verder zal gaan met...; b.v. Hoe denk je dat het verkeersprobleem in 2010 zal worden aangepakt? probleemoplossend: je wilt voorstellen doen om een probleem aan te pakken; b.v. Hoe kun je het aantal arbeidsongeschikten aanpakken? waardebepalend: je probeert een oordeel te formuleren over..; b.v. Welke aanbieder van mobiele telefoons is het beste?
Voor het bedenken van zoveel mogelijk goede vragen kun je gebruik maken van de volgende vraagwoorden: wat? waarom? hoe?
wie? welke? hoelang?
waar? wanneer? hoeveel?
Kies dan de hoofdvraag, een vraag die de inhoud van je werkstuk samenvat. Daarbij kies je een aantal deelvragen die het onderwerp verder uitdiepen. Deze vragen kunnen ook eventueel dienen als (hoofdstuk)indeling van je werkstuk. Vul nu stap 2 in op blz. 2 van je logboek! STOP
Voor je verder gaat, moet je begeleider bladzijde 2 hebben goedgekeurd! Stap 3 Plan van Aanpak Het Plan van Aanpak maak je voordat je met je onderzoek gaat beginnen. In het Plan van Aanpak beschrijf je wat je wilt gaan doen en hoe je te werk wilt gaan. In de mediatheek bij Dhr. Grootveld ligt een afvinklijst. Je meldt je daar en gaat vervolgens aan je sectorwerkstuk werken op 28/11, 29/11, 30/11 en 1/12. Houd bij het opstellen van jouw Plan van Aanpak rekening met de volgende vragen: Wat moet er gedaan worden? Wie gaat welke werkzaamheden verrichten? Waar ga je werken aan de opdracht? Heb je vooral een mediatheek nodig of een practicumlokaal? Of ga je een afspraak maken bij je vervolgschool om daar te werken? Voor welk publiek ga je je sectorwerkstuk maken, met andere woorden: Wat is je Coornhert Lyceum
5
doelgroep? Wat voor spullen heb je nodig tijdens je onderzoek en tijdens je presentatie? Waar zijn die te krijgen en moet je ze reserveren? Wat is de goede volgorde, hoe ga je te werk? Hoe lang mag elk onderdeel van je plan van aanpak duren? Let op de totaaltijd van 20 klokuren. Soms kun je tijdens het uitwerken van de opdracht tot de conclusie komen dat je vraagstelling aangepast moet worden. Dat is geen probleem als je tenminste niet steeds opnieuw begint.
Vul nu op blz. 3 van je logboek Stap 3 in! STOP Voor je verder gaat, moet je begeleider bladzijde 3 het eerste gedeelte hebben goedgekeurd. Tip:
Lees ook eens het plan van aanpak van een paar klasgenoten, wie weet kom je op goede ideeën.
Stap 4 Informatie zoeken Naast de informatie en hulp die je kunt krijgen van Dhr. Grootveld in de mediatheek zijn er ook andere mogelijkheden; Waar kun je informatie vinden? Denk eens rustig na of je familieleden of kennissen hebt die door hun baan of opleiding nuttige informatie hebben over jouw onderwerp. Vaak kunnen ze je goed op weg helpen. Interview. Via telefoongids of Gouden gids kun je aan personen of instellingen komen waar je iemand te spreken kunt vragen over jouw onderwerp. Soms zoek je ver weg, terwijl er thuis kranten, boeken of tijdschriften staan waar al veel in te vinden is. Bibliotheek of de mediatheek op school. Er zijn tijdschriften, boeken, knipselkranten, kranten, naslagwerken, video’s, cd-rom’s. Internet. Musea. Je kunt er dingen te weten komen en bekijken, maar ook veel documentatie vinden. Via telefoonboek en internet kan je aan de adressen en achter de inhoud van de collectie komen. Archief (allerlei archieven zijn via het telefoonboek op te sporen). Bij onderwerpen waar dat van pas komt kan je in archieven vaak originele documenten vinden. Je mag dat niet mee naar huis nemen maar wel fotokopiëren. Vul stap 4 in op blz. 3 van je logboek! Tip:
Verzamel samen zoveel mogelijk informatiebronnen en verdeel ze dan met z’n tweeën. Houdt bij wie wat doet en waar en wanneer de werkzaamheden zijn uitgevoerd. Als je er niet uit komt, ga dan naar je begeleider voor advies.
Coornhert Lyceum
6
Stap 5 Informatie ordenen en verwerken De verzamelde informatie moet geordend worden en goedgekeurd worden door je begeleider. Een handige werkwijze is dat je dat doet aan de hand van de hoofdvraag en de subvragen die je hebt uitgekozen. Vaak heb je een stapel losse blaadjes, kopietjes en knipsels. Als je die per onderwerp (vraag) sorteert, kun je in een later stadium de onderwerpen (vragen) in een logische volgorde zetten. Let Op!! Bronnen Als bijlage bij het sectorwerkstuk moet je belangrijke informatie of kopieën daarvan toevoegen en moet je ook goede Iiteratuurverwijzingen opnemen. Het is belangrijk dat je bronnenlijst zo volledig mogelijk is. Bijvoorbeeld: - Voorbeeld van titelbeschrijving van een tijdschrift is: Camos 2005 H.Camos. “Reclames en koopgedrag”. In: Psychologie, jaargang 19, oktober 2005 - Voorbeeld van een titelbeschrijving van een boek is: Jansen 2006 Reclames en jongeren, De Arbeiderspers, Amsterdam 2006. - Voorbeeld van een titelbeschrijving van een internetpagina is: www.reclames.nl/internet (28-10-2008)
bij een interview vermeld je de naam en het beroep van de geïnterviewde en de datum waarop het interview werd gehouden; bij een enquête vermeld je de hoeveelheid afgenomen enquêtes en de doelgroep; bij een boek vermeld je de auteur en de titel; bij een artikel vermeld je de auteur, de titel van het artikel en de naam van het tijdschrift of de krant waaruit je het artikel hebt gehaald. Geef ook de datum aan van de krant enof tijdschrift; Bij informatie van het Internet moet je het internetadres aangeven. Zorg ervoor dat je de bronnenlijst vanaf het begin goed bijhoudt! Als je dit naderhand moet doen kost dat erg veel werk of het blijkt dat het niet meer mogelijk is de bronnenlijst compleet te maken omdat je informatie kwijt bent. De bronnenlijst bevindt zich in je logboek op blz. 8. Maak een keuze welk informatiemateriaal je gaat gebruiken. Vul nu stap 5 in op blz. 3 van je logboek! STOP Voor je verder gaat, moet je begeleider de informatie controleren en blz. 3 het tweede gedeelte hebben goedgekeurd. Stap 6 Het schrijven van het sectorwerkstuk Coornhert Lyceum
7
In het sectorwerkstuk moeten de volgende onderdelen aanwezig zijn: titelblad met titel, naam klas, naam medeleerling, namen van de begeleider voorwoord (niet verplicht); hierin kun je informatie kwijt die niet in de inleiding passen. inhoudsopgave inleiding met daarin: - toelichting bij de keuze van het onderwerp (waarom heb je dit onderwerp gekozen?); - hoofdvraag en deelvragen; - werkwijze (wijze van onderzoek of informatieverzameling). hoofdstukken Nawoord met je conclusie of eigen mening. literatuuropgave (bronvermelding volgens afspraken); bijlagen (enquêteformulieren, grafieken, tabellen, kaarten, foto’s, knipsels).
Tip: Tip:
Probeer niet alles in één keer op papier te krijgen. Elke dag een stukje geeft je gelegenheid om het nog eens te overdenken en hier en daar wat bij te slijpen. Sla je werk regelmatig op tijdens het werken aan de computer. Zorg voor een goede back-up!
Houdt het logboek op blz. 4 goed bij! Stap 7 Evaluatie Evaluatie: Tijdens de evaluatie kijk je terug op de uitvoering en aanpak waarbij je een aantal vragen moet beantwoorden. Vul het evaluatieformulier in je logboek in op blz. 5 Stap 8 Beoordeling Bij de beoordeling wordt er gelet op de volgende twee aspecten: 1. de inhoud van het werkstuk 2. de procesmatige kant, dat wil zeggen hoe is er gewerkt? Was de samenwerking goed? Heb je je gehouden aan de afspraken en het tijdsschema? enz. Stap 8 wordt in je logboek ingevuld door je eerste en tweede begeleider. Voor een voldoende eindresultaat moeten zowel de inhoud als het proces minimaal voldoende worden beoordeeld. Voor de eindbeoordeling goed moeten beide onderdelen als goed worden gekwalificeerd. Het logboek wordt beoordeeld en vormt een belangrijk deel van de eindbeoordeling. Coornhert Lyceum
8