Dienst / Sector:
BS
Hengelo, 25 juni 2007
Registratienummer:
162840
Raadsvergadering d.d. 3 juli 2007 Agendanummer:
B3
Portefeuillehouder:
Ter Ellen
Onderwerp: Beleidsbegroting 2007-2010 "nieuwe stijl"
WIJ STELLEN U VOOR: 1.
De hoofdstukken 7 en 8 van de beleidsbegroting 2007-2010 vast te stellen overeenkomstig het ontwerp.
Vooraf Hoofdstuk 7 van de bestaande beleidsbegroting is het programmadeel van de begroting en bevat de 10 beleidsprogramma’s. Opverzoek van de raad is dit hoofdstuk aangepast naar een model dat meer recht doet aan prestatiesturing in de gemeente. Daartoe is een traject ingegaan dat er toe moest leiden dat raad, college en ambtelijk apparaat overeenstemming bereiken over doelen, prestaties en effect van onze beleidsinzet. De bestaande begroting 2007 is ter hand genomen en omgevormd. Met de input en de externe deskundigheid van Drs J. Baerends van de BMC-groep, heeft dit geleid tot een eerste concept omgebouwde begroting. Elk programma is opgesteld volgens een format die twee van de drie W-vragen bevat. Daarnaast is deze format is aandacht geschonken aan de derde W-vraag betreffende de vraag wat het mag gaan kosten. Op 13 maart j.l. is de eerste versie van de beleidsbegroting “nieuwe stijl” gepresenteerd en is aan de fracties gevraagd om een eerste reactie te geven. Omdat de reacties een redelijk gedetailleerd niveau hebben en er ook een goede aanzet voor een set van indicatoren is aangeleverd door een spontaan ontstane groep raadsleden uit vier verschillende fracties, is onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor de implementatie van deze indicatoren. Vragen die daarbij centraal stonden waren: • Zijn de voorgestelde indicatoren beschikbaar? o Indien aanwezig, dan wordt de indicator incl. nulmeting in de begroting opgenomen o Indien niet aanwezig: is er een voorstel voor een alternatief? • Is de doelenboom naar aanleiding van de voorgestelde indicatoren nog consistent? M.a.w. is er nog samenhang tussen doelen, acties en indicatoren?; • Moeten er nieuwe monitoren ontwikkeld worden? • Moeten er extra kosten worden gemaakt voor de ontwikkeling van een goede set van meetinstrumenten. Op 24 mei j.l. heeft ons college ingestemd met het proces om de indicatoren die door de raadsleden zijn aangeleverd in te passen in de beleidsbegroting ‘nieuwe stijl’ , grotendeels ter vervanging van de eerder opgevoerde indicatoren. Op 23 mei j.l heeft nogmaals een bijeenkomst plaatsgevonden met een aantal raadsleden aan de hand van de door de raadsleden voorgestelde indicatoren en de bevindingen ten aanzien van interpretatie van de voorgestelde indicatoren, de beschikbaarheid van gegevens en nog te ontwikkelen indicatoren. Kortom: hoe SMART hebben we het kunnen maken. Dit heeft uiteindelijk geleid tot het product zoals het nu voorligt. In deze notitie vindt u een overzicht van de bevindingen. In de ter besluitvorming voorliggende hoofdstukken 7 en 8 van de Beleidsbegroting 2007-2010 ‘nieuwe stijl’ zijn de bevindingen verwerkt. Deze verbeterslag heeft nog niet het hoogste perfectieniveau bereikt. In de begroting 2008 e.v. zal verder gewerkt worden aan de prestatiegestuurde begroting. Hierbij is het een voorwaarde telkens met de raad in gesprek te blijven om verder aan te scherpen en fijn te slijpen. Aantal indicatoren In het eerste concept van de nieuwe beleidsbegroting waren ook de indicatoren uit de bestaande begroting verwerkt en telden wij 173 indicatoren. Daarbij werd tevens geconstateerd dat sprake is van een onevenwichtige verdeling over de programma’s. In de nu voorliggende versie is het aantal indicatoren, in overleg met de raadsleden, sterk teruggebracht. Duidelijk is dat het streven om het aantal indicatoren sterk terug te brengen,gehaald is. De Paragrafen en programma 10 Middelen In navolging van een groot aantal gemeenten is programma 10 Middelen leeggehaald. Dit is gedaan omdat er een sterke overlap bestaat met de paragrafen. Om de herkenbaarheid te vergroten en de raad ook de mogelijkheid te geven te sturen op de effecten in de paragrafen is vastgehouden aan het concept van de drie W-vragen en zijn er enkele indicatoren benoemd in de paragrafen (bijv. kwaliteit van de dienstverlening is een typische paragrafen-indicator) of ze zijn in ontwikkeling voor een latere beleidsbegroting b.v 2008) Omdat wij de hoofdstukken 7 en 8 van de begroting opnieuw willen laten vaststellen zijn de financiële formats van de programma’s ook aangepast naar aanleiding van de herverdeling van de reorganisatie en
2 zijn de tot nu toe reeds vastgestelde begrotingswijzigingen opgenomen. Programma 8 Bestuur omvat nu immers ook de financiële kaders van het voormalige programma 10 Middelen GSB indicatoren In 2005 heeft Hengelo een convenant gesloten met Rijk rondom het Grotestedenbeleid en ISV voor de periode van 2005-2009. Onderdeel van het convenant is een prestatielijst met doelstellingen en prestatieafspraken met daaraan gekoppeld indicatoren. In het kader van de versimpeling van de rijksverantwoordingscyclus (Single Information-Single Information) is besloten het Grotestedenbeleid in te bedden in de reguliere planning en control cyclus. Daarom zijn de prestatieafspraken en de indicatoren onderdeel van de beleidsbegroting en -verantwoording. De wijze van verantwoorden vraagt om goedkeuring van de accountant. Om die reden zijn de GSB/ISV doelstellingen en indicatoren aan beleidsprogramma’s toegedeeld en voorgesteld wordt dit zo te houden. De GSB-indicatoren zijn als zodanig gemarkeerd. Inmiddels is er in het kader van de mid-term review richting Rijk de stand van zaken opgemaakt in 2007. Deze gegevens zijn, waar mogelijk, meegenomen in de tabellen. Indicatoren Algemeen In een aantal programma’s komt de klanttevredenheid als indicator voor beleidslijnen terug: 1. Programma 3, beleidslijn 1 Maatschappelijke ondersteuning en lokaal gezondheidsbeleid; 2. Programma 4, beleidslijn 3 Inkomensondersteuning 3. Programma 5, beleidslijn 3 Beschikbaarheid van woningen 3. Programma 7, beleidslijn 3 Vergunningverlening & handhaving In de bijeenkomst met raadsleden op 23 mei j.l. is naar aanleiding van deze constatering geconcludeerd dat m.n. sprake is van een indicator voor de mate van burgergerichtheid/klantgerichtheid. In die zin zal dit terug komen in paragraaf met betrekking tot de bedrijfsvoering. Indicatoren per programma Voor het overige zijn de voorgestelde indicatoren overgenomen en ingevuld. Een aantal uitzonderingen daar gelaten, waarvoor op dit moment alleen nog procesafspraken konden worden gemaakt in verband met de beschikbaarheid of nog nader te ontwikkelen indicatoren. Programma 1 In het jeugdbeleid is men ook landelijk op zoek naar programma's die evidence-based zijn. Dat wil zeggen dat uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de programma's effectief zijn. Zo is onlangs een onderzoek gepubliceerd waaruit blijkt dat Opstap-projecten zoals die ook in Hengelo worden uitgevoerd effectief zijn. Een indicator voor het succes bij deze programma's kan dan gebaseerd zijn op deelnemeraantallen. In Hengelo proberen we aan te sluiten bij de programma's die evidence-based zijn omdat zelf onderzoek doen naar de effecten van bepaalde programma's nauwelijks uitvoerbaar is. Voor de komende jaren zal op het terrein van opvoedingsondersteuning het programma Triple P een belangrijke rol gaan spelen. Dit programma is evidence-based en ontwikkeld in Australië. Voorgesteld wordt, mede naar aanleiding van de bijeenkomst van 23 mei j.l, deze ontwikkelingen te volgen en zo mogelijk in een later stadium met de indicatoren hierop aan te sluiten Programma 2 Beleidslijn 1: Ruimte voor Sport en Beweging: E.I. % Hengeloërs dat minimaal één keer per week sport Voorstel werkgroep overgenomen. Beleidslijn 2: Kunst en cultuur Voorstel Raadsleden P.I. Absolute aantal in termen van actieve en passieve deelname aan gebruik van voorzieningen aanvullen Voorgesteld wordt om, in lijn met de doelstelling van de beleidslijn, het aandeel in termen van actieve en receptieve deelname aan gebruik van activiteiten te hanteren. Beleidslijn 3 Sociale kwaliteit in wijken Voorstel Raadsleden P.I absolute score en trend Als vertaling van het voorstel voor een effectindicator hebben wij de indicator sociale cohesie (L&V) gevonden. De score is samengesteld uit 4 onderdelen cq. stellingen: Mensen kennen elkaar nauwelijks, In deze buurt gaat men op een prettige manier met elkaar om, Ik woon in een gezellige buurt met veel saamhorigheid, Ik voel mij thuis bij de mensen in deze buurt. Beleidslijn 4 Diversiteit
3 Voorstel Raadsleden P.I. Percentage en trend in zelfredzaamheid nieuwe- en oudkomers Met het oog op zelfredzaamheid kan gesproken worden over sociale-, maatschappelijke - en economische zelfredzaamheid. In de bijeenkomst van 23 mei j.l. is duidelijk geworden dat dit breder is bedoeld dan bijvoorbeeld in de GSB indicator is opgenomen, waarbij het effect ( de zelfredzaamheid (zowel sociaal, maatschappelijke als economisch) centraal staat. De genoemde indicatoren , aantal nieuwkomers, aantal gestarte trajecten, aantal voldoende afgeronde trajecten en aantal “uitval” zijn wel meetbaar en beschikbaar, maar zijn geen weerspiegeling van het gevraagde. Er zal onderzoek worden verricht naar de wijze waarop dit vorm zou kunnen krijgen. Zodat de “brede” zelfredzaamheid in komende beleidsbegrotingen wellicht alsnog kan worden opgenomen. Vooralsnog wordt de GSB indicator gehanteerd. Programma 3 Beleidslijn 1 Maatschappelijke ondersteuning en lokaal gezondheidsbeleid Voorstel raadsleden: P.I. Klanttevredenheid streefcijfer (Zie vraagstelling klanttevredenheid Algemeen). De vraag is of je alleen de tevredenheid van het zorgloket wil meten of breder. Binnenkort zal er onderzoek worden gedaan naar het functioneren cq. de waardering van het publieksplein. Dit wordt gekoppeld aan een indicator voor klanttevredenheid in zijn algemeenheid (paragraaf bedrijfsvoering). P.I. Gezondheidsmonitor trend Voor de indicator hebben we geen gegevens beschikbaar. Wel zijn er de leefstijlonderzoeken van de GGD. Het nadeel hiervan is de beschikbaarheid: iedere twee jaar vindt een onderzoek plaats, dat cyclisch een ander accent heeft. Hierdoor komen de gegevens slechts iedere 6 jaar beschikbaar. In de bijeenkomst van 23 mei j.l. is gevraagd met nadere voorstellen te komen, gericht op het effect bij de doelen van deze beleidslijn. Voorgesteld wordt om het % zelfstandig wonende ouderen (zelfredzaamheid) als effectindicator te gebruiken. Deze is ook toepasbaar op beleidslijn 2. Beleidslijn 2 Maatschappelijke begeleiding en advies Voorstel raadsleden: P.I. Gezondheidsmonitors Zie toelichting beleidslijn 1 Programma 4 Beleidslijn 1 Economisch beleid Voorstel raadsleden: P.1. Aantal arbeidsplaatsen P.2 Aantal niet-werkende werkzoekenden Deze zijn van belang voor het gehele programma en als zodanig verwerkt in de beleidsbegroting nieuwe stijl. Beleidslijn 1 is meer gericht op het ondernemersklimaat en de verbetering van het aanbod en de begeleiding van ondernemers. In de bijeenkomst van 23 mei is geconcludeerd dat de GSB indicatoren meer overeen met de doelstellingen van deze beleidslijn. Deze vormen een aanvulling op de aangedragen voorstellen. Beleidslijn 2 Werk werkt Voorstel raadsleden: P.1. Uitstroom gesubsidieerde arbeidsplaatsen Voorstel wordt overgenomen. Wel moet de kanttekening worden geplaatst dat er ook sprake is van instroom en dat eenzijdige monitoring tot een vertekend beeld leidt. Afgesproken is dat zowel de uitstroom als instroom worden gemonitord. P.2.
Aantal starters wat na 3 jaar nog bestaat en trend hierin.
Met de keuze die gemaakt is om het aantal starters te monitoren kunnen wij instemmen. Het startersbeleid, dat een belangrijk onderdeel is van deze beleidslijn, moet leiden tot een toename van het aantal succesvolle starters. Wij willen met het oog op de definitie van starters en bedoelde doelstellingen zo nauw mogelijk aansluiting zoeken bij de nota. De gekwantificeerde algemene ambitie is om de groei van het aantal starters per jaar te verhogen tot minimaal het landelijk gemiddelde, uiterlijk in 2010. Dat laat onverlet dat ook kan worden gemonitoord welk aandeel van deze starters na 3 jaar nog bestaat. Het heeft daarom onze voorkeur om zowel het aantal starters als het aantal “blijvers” te monitoren. Beleidslijn 3 Inkomensondersteuning Voorstel raadsleden: P.1. Uitstroom WWB
4 Voorstel wordt overgenomen. Tevens is in de bijeenkomst van 23 mei j.l. dat het dan zinvol is om ook de instroom te monitoren. Voorstel raadsleden: P.2. Tevredenheid cliënten De tevredenheid van cliënten zien wij niet als een indicator voor inkomensondersteuning. Ons insziens komt de kern van beleidslijn 3 niet terug in de voorgestelde indicatoren: zowel de effecten van Armoedebeleid als schuldhulpverlening komen niet terug in de indicatoren. Bij armoedebeleid is het speerpunt het bestrijden van het “niet-gebruik”. De indicator kan wellicht gezocht worden in het gebruik van voorzieningen (bijzondere bijstand en sport- en cultuurfonds) en de ontwikkeling hierin. Wat schuldhulpverlening betreft is het aantal succesvolle schuldtrajecten een goede effectindicator. De beschikbaarheid moet nog nader worden onderzocht. Ook zal onderzocht worden of het mogelijk is om een beeld te krijgen van “potentiële” klanten en daarvan het % vast te stellen dat daadwerkelijk gebruikt maakt van voorzieningen in het kader van inkomensondersteuning. Verder moet een kanttekening worden geplaatst bij de indicator uitstroom en de veronderstelde directe relatie met het armoedebeleid en schuldhulpverlening. Programma 5 Beleidslijn 1 Woningvoorraad kwalitatief en kwantitatief Voorstel raadsleden P.1. Mate realisering jaarprogramma In de bijeenkomst van 23 mei j.l. is duidelijk geworden dat het niet zozeer ging om realisatie van projecten/woningaantallen, maar met name dat deze worden afgezet tegen de taakstellingen voor het desbetreffende begrotingsjaar. De begroting is hierop aangepast. In principe bestaat geen bezwaar tegen deze indicator. Ons insziens zijn de voorgestelde indicatoren echter inzichtelijker en transparanter en hebben de voorgestelde indicatoren meer relatie met het beleid. Aantal gerealiseerde woningen
Percentage gerealiseerde woningen binnenstedelijk gebied Percentage koopwoningen in de woningvoorraad Percentage gerealiseerde sociale huurwoningen Aantal nieuwe woningen boven winkels
Percentage gestapelde woningen in het programma Aantal kavels voor particulier opdrachtgeverschap Daarnaast gelden voor dit programma de GSB indicatoren. Beleidslijn 2 Betaalbaarheid van het huren en kopen Voorstel raadsleden P.1. Ontwikkeling in kernvoorraad sociale huurwoningen P.2. Aanbod goedkope koopwoningen (GSB-indicator.) De voorgestelde indicatoren maken onderdeel uit van de GSB indicatoren en worden tezamen met de overige GSB indicatoren overgenomen. Beleidslijn 3 Beschikbaarheid van woningen Voorstel raadsleden: P.1. Klanttevredenheid
5 Bij deze indicator is niet helder met welk doel deze is gekozen. Gaat het hier om een signaal over de woonruimteverdeling? Over de toewijzing van woningen? De kwaliteit van aangeboden woningen? Kwaliteit van de leefomgeving? Kortom wat willen wij precies meten? Uit de bijeenkomst van 23 mei j.l is de suggestie naar voren gekomen om te onderzoeken of “het aantal maanden dat een urgent zoekende moet wachten tot de acceptatie van een woning. Beleidslijn 4 Huisvesting kwetsbare groepen Voorstel Raadsleden: P.1. Zie beleidslijn 1 Voor beleidslijn 4 is geen indicator opgenomen. Programma 6 Beleidslijn 1 Stad in het groen Voorstel raadsleden: P.I. - rapportcijfer woonomgeving Het rapportcijfer voor de woonomgeving is en goede indicator voor programma 6. Hierin zit ook de beleving van het groen in de directe woonomgeving. Daarnaast gaat dit rapportcijfer ook over de beleving van het onderhoud, de veiligheid en de verloedering in de wijk. Wij stellen daarom voor deze indicator als indicator voor het gehele programma te hanteren. Het % inwoners (zeer) tevreden over groenvoorzieningen (L&V) lijkt een betere indicator voor beleidslijn 1. Nadeel van deze indicator is dat deze met name op de nabije woonomgeving is gericht en minder in relatie kan worden gezien tot de grootschalige groenprojecten in Hengelo of in relatie tot het buitengebied. Beleidslijn 2 Een veilige openbare ruimte Voorstel raadsleden: P.I. – Rapportcijfer
-
Het genereren van bedoelde rapportcijfer wordt bemoeilijkt door het feit dat er twee soorten veiligheid in deze beleidslijn zijn verwerkt: veiligheid met betrekking tot onderhoud van de openbare ruimte verkeersveiligheid Onze indruk is dat dit rapportcijfer direct tot vragen zal leiden, gezien de inhoud van beleidslijn 2. Ons voorstel is daarom om voor deze beleidslijn twee indicatoren te hanteren: 1. % (zeer) tevreden over onderhoud wegen en fietspaden (L&V) 2. Aantal verkeersslachtoffers (doden + ziekenhuisgewonden) op gemeentelijke wegen (AVV) Beleidslijn 3 Bereikbare stad Voorstel raadsleden: P.1. Ontwikkelingen in Modal Split
Het percentage Hengeloërs op de fiets en met de auto naar het werk (binnen Hengelo) is m.b.v. de Omnibusenquête goed en betrouwbaar te monitoren. Hiermee vallen twee doelen (toename fietsgebruik en beperking groei autogebruik) te monitoren. Het aandeel verplaatsingen met het OV is echter te gering om betrouwbaar te kunnen zijn bij de huidige steekproefomvang. Om het doel "toename OV-gebruik" te monitoren is het betrouwbaarder om de trendtelcijfers van Connexxion te gebruiken (gem. aantal busreizigers op buslijnen 10, 11, 12 en 13). Voorgesteld wordt dus om een andere maat te nemen om de ontwikkelingen in het openbaar vervoer te meten. Beleidslijn 4 Schone stad Voorstel raadsleden: P.I. - Verloederingsscore (getal) Is overgenomen. Beleidslijn 5 Een gereguleerde stad Voorstel raadsleden: zie leefbaarheidsmonitor. Onze interpretatie is dat voor deze beleidslijn geen extra indicator noodzakelijk is, maar dat deze ondersteunend is de doelen van het gehele programma cq. aan de voorgestelde indicator “rapportcijfer leefomgeving”.
6 Programma 7 Beleidslijn 1 Afvalverwijdering en verwerking Voorstel raadsleden: P.1. - Mate realisering landelijke doelstellingen afvalinzameling/ -scheiding Is overgenomen. Beleidslijn 2 Riolering en Waterhuishouding Voorstel raadsleden P.1. Mate van uitvoering jaarprogramma’s Op dit moment is het huidige GRP voltooid en wordt binnenkort een nieuw GRP ter vaststelling aangeboden. Voorgesteld wordt om deze indicator vanaf 2008 in te voeren. In het nieuwe GRP wordt ook rekening gehouden met nieuwe wettelijke taken. Of dit van invloed is op mogelijkheden voor nieuwe indicatoren is op dit moment nog onduidelijk. Beleidslijn 3 Vergunningverlening en handhaving Voorstel raadsleden: P.1. Nalevingsgedrag Is overgenomen Voorstel raadsleden: P.2. Klanttevredenheid Zodra de vergunningverlening van deze beleidslijn onder het publieksplein is ondergebracht, zal deze klanttevreden als onderdeel van de klanttevredenheid van het publieksplein worden gemeten. (Zie ook vraagstelling Algemeen). Beleidslijn 4 Milieubeheer Voorstel raadsleden: P.1. Ontwikkelingen in milieukwaliteit - fijn stof - geluid - bodem Aangenomen is dat een keuze uit de voorgestelde indicatoren van de eerste versie van de begroting nieuwe stijl zijn bedoeld. Dit resulteert in de volgende effect indicatoren: Aantal overschrijdingen van luchtkwaliteitsnormen Aantal gesaneerde woningen. Aantal bodemprestatie-eenheden (bpe’s) % Afgehandelde locaties van de werkvoorraad Voorstel raadsleden: P.2. Uitvoering plan duurzame ontwikkeling De mate van uitvoering van het plan duurzame ontwikkeling is geen effect indicator. Er zijn op dit moment ook geen gegevens beschikbaar voor een geschikte effectindicator. Momenteel wordt in landelijk verband gezocht naar goede effectindicatoren voor duurzaamheid. Wij stellen voor deze ontwikkelingen te volgen en vooralsnog terug te vallen op de prestatie-indicator zoals voorgesteld, d.w.z. de uitvoering van het plan duurzame ontwikkeling in % uit te drukken. Beleidslijn 5 en 6 Natuur- en milieueducatie en Veiligheid Geen indicatoren voor de Raad Is overgenomen. Programma 8 Beleidslijn 1 De Hengeloër staat centraal Voorstel raadsleden: P.1. Klanttevredenheid bij ontwikkeling en uitvoering plannen Klanttevredenheid is in redelijk grote mate afhankelijk van de mate van ontwikkelingen in buurt of wijk. Het nadeel van deze indicator is dat er een hoge score “neutraal” is, hetgeen tot gevolg heeft dat er altijd sprake is van een sterk wisselende, slechte score is. Er zal worden onderzocht of het gebruik van enqueteformulieren (zie behandeling participatieladder in cie Bestuur) bij de ontwikkeling/uitvoering van projecten goede aanknopingspunten biedt voor een indicator.
P.2. Rapportcijfer dienstverlening Wordt overgenomen. Wel moet opgemerkt worden dat het op dit moment met name Burgerzaken betreft, terwijl een ontwikkeling zou kunnen zijn dat publieksplein als uitgangspunt wordt overgenomen.
7 Beleidslijn 2 Veiligheid, openbare orde en brandweerzorg/rampenbestrijding P.1. Veiligheidsbeleving (LenV monitor) P.2. Mate van voldoen aan wettelijke normen uitruktijden (brandweer) Voorstel wordt overgenomen. In de bijeenkomst van 23 mei j.l. is geconcludeerd dat het percentage mensen dat zegt zich wel eens onveilig te voelen de voorkeur heeft als indicator. De GSB indicatoren worden toegevoegd. Beleidslijn 3 Bestuur Voorstel raadsleden: P.1. Cijfer score MeTeO (medewerkers tevredenheidsonderzoek) Beleidslijn 3 Bestuur heeft betrekking op de rol van de raad, bestuurskracht van de gemeente, verhouding burger en bestuur en de (inter-)nationale positie. In het kader van “de bestuurskrachtige”gemeente kunnen we ons voorstellen dat ook wordt gefocused op de medewerkers. Het medewerkerstevredenheid onderzoek in zijn geheel lijkt ons hiervoor echter een minder geëigend instrument. Wij stellen voor om dit onderzoek zonodig te betrekken bij de paragraaf bedrijfsvoering. Voorzover er onderdelen in zitten die van belang zijn zou kunnen worden gedacht aan mate van informatie voorziening om functie goed uit te kunnen voeren. Voorstel raadsleden: P.2. Tevredenheid bij inwoners en partners over functioneren Raad en College. Over het functioneren van raad en college zijn weinig monitoringsgegevens beschikbaar. In de Omnibus– enquête wordt gevraagd of de bewoners vinden dat politici in Hengelo genoeg luisteren naar de mening van Hengeloërs. Deze vraag ligt het dichtst bij het voorgestelde. Programma 9 Voorstel raadsleden (bij de 3 beleidslijnen): P.I. mate van uitvoering jaarprogramma Beschouwing: De mate van realisatie zou in een percentage kunnen worden weergegeven, d.w.z. het percentage van de genoemde beleidsvoornemens die daadwerkelijk en geheel gerealiseerd zijn. De moeilijkheid dit zich voor dat een redelijke hoeveelheid van de beleidsvoornemens in programma 9 beleidsvoornemens zijn van verschillende omvang, ordegrootte en waar in sommige gevallen de regie niet in handen van de gemeente Hengelo is. Voorgesteld wordt te voltstaan met de doelenboomtabel en verder geen indicatoren te hanteren. In de bijeenkomst van 23 mei is gezamenlijk geconcludeerd dat de effecten van de projecten in programma 9 worden gemeten in de eerste 8 programma’s.
Doelenboomtabel Programma 9 stad in ontwikkeling Bereiken?
Doen in 2007
Realiseren Regionale structuurvisie Versterken van de regionale samenwerking/afste mming
Vaststellen regionale structuurvisie door Regio Twente Bestuurlijk vaststellen van prestatieafspraken op Netwerkstad niveau
Programma 10 Programma 10 is niet meegenomen in de ombouw omdat besloten is om dit programma ‘leeg’ te maken en dit naar de paragrafen om te schrijven.
Burgemeester en wethouders van Hengelo, de secretaris, de burgemeester,
Ir. Wimjoost Licht
Drs. Frank A.M. Kerckhaert