UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
SLAVISCHE TALEN EN CULTUREN
Scriptiereglement: bijlage technische aanwijzingen versie: januari 2014
Inleiding De volgende aanwijzingen zijn bedoeld voor gebruik bij het schrijven van werkstukken, de BA-scriptie en de MA-scriptie voor de opleiding Slavische talen en culturen. Afwijkingen van het onderstaande zijn in principe alleen mogelijk in overleg met, en met toestemming van de begeleidende docent. De volgende punten komen aan bod: 1. ALGEMEEN
3
1.1 1.2 1.3
Extra print/kopie Eindversie BA-scriptie en MA-scriptie Informanten
3 3 3
2.
TAAL/SPELLING
3
2.1 2.2 2.3 2.4
Taal Spelling Schrijfwijze telwoorden Ik-vorm
3 3 3 4
3.
INDELING
4
3.1 3.2
Hoofdstukken, alinea’s Voorbeeld onderdelen
4 4
4.
OPMAAK E.D.
4
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Papierformaat, bedrukking Titelpagina Regelafstand, marges Lettertype Noten: voetnoten of eindnoten Voorbeeldwoorden, woorden in een andere taal, vertaling Fonetische en Fonologische transcripties Glossen
4 4 4 5 5 5 5 5
5.
TRANSLITERATIE CYRILLISCH
6
5.1 5.2
De tabel Transliteratie in een Engelstalig werkstuk
6 6
6.
CITATEN
9
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.7
Markeren citaat Weglating binnen een citaat Eigen opmerking Vertaling van een citaat Citaten in cyrillisch Literatuurverwijzing citaten
9 9 9 9 9 9
7.
BIBLIOGRAFISCHE CONVENTIES
9
7.1 7.1.1
De literatuurlijst Basisformule en opmaak
10 10
SCRIPTIEREGELING SLAVISCHE TALEN EN CULTUREN 7.1.2 7.1.3 7.1.4 7.1.5 7.1.6 7.1.7 7.1.8 7.1.9 7.1.10 7.1.11 7.1.12 7.1.13 7.1.14 7.1.15 7.1.16 7.2 7.2.1 7.2.2
Boek van één auteur Boek van twee auteurs Boek van drie auteurs Boek van meer dan drie auteurs Boek van redacteur(en) in plaats van auteur(s) Proefschrift Vertaling van een boek Tijdschriftartikel Artikel opgenomen in een verzamelbundel Artikel opgenomen in een verzamelbundel die tevens een tijdschrift / deel van een reeks is Publicatie waarbij geen auteur is vermeld Meer dan één publicatie van dezelfde auteur Vermelding van elektronische publicatie (artikel/boek) en sociale mediabronnen Vermelding van internetsites Alfabetiseren De (literatuur)verwijzing De naam van een auteur/informant Literatuurverwijzingen bij citaten
Pagina 2 van 16
11 11 11 12 12 12 12 13 13 14 14 14 14 15 15 16 16 16
BIJLAGE TECHNISCHE AANWIJZINGEN
1. ALGEMEEN 1.1 Extra print/kopie Maak van alle fases van je werkstuk/scriptie die je bij een docent inlevert een extra print/kopie voor eigen gebruik en neem die mee naar de tussentijdse besprekingen/consultaties met de begeleider. 1.2 Eindversie BA-scriptie en MA-scriptie De definitieve versie (bij de begeleider) van een BA-scriptie of MA-scriptie bestaat uit: A. Twee papieren exemplaren, mooi opgemaakt en gebonden: één voor de begeleider, één voor de tweede lezer; B. Elektronische versies in DOC of DOCX en bovendien in PDF op een CD-Rom of USB-stick ten behoeve van “Scripties online”. Op Onderwijs FGw: http://www.student.uva.nl/fgw_onderwijs/object.cfm/576CF5BB-1321-B0BE68D72650F09319F5 staat onder Aanvraag Masterbul een link naar het pdf Formulier 'Masterscripties online' FGw. Daarop kan de student aangeven of zijn/haar scriptie - in Word of als PDFbestand - al dan niet openbaar gemaakt mag worden. (Zie tevens: http://www.scriptiesonline.uba.uva.nl/). C. Een abstract van maximaal 300 woorden; voor de Novinky. NB. Studenten dienen een korte presentatie (5 tot 10 minuten) te geven bij de buluitreiking. Bespreek dit met de begeleider. Zonder de hierboven genoemde stukken of de eindpresentatie kan het diploma niet overhandigd worden. 1.3 Informanten Vermeld informanten, wie dat ook mogen zijn, altijd, bijvoorbeeld in een voorwoord (dankwoord). Het is ook goed om in de lopende tekst bij specifieke informatie de informant te noemen van wie deze informatie afkomstig is. (Zie ook paragraaf 7.2.)
2. TAAL/SPELLING 2.1 Taal Werkstukken voor de opleiding Slavische talen en culturen worden over het algemeen in het Nederlands geschreven. In overleg met de begeleidende docent kan voor een andere taal gekozen worden. De taalkeuze hangt vaak af van de mogelijkheden van de begeleider en de tweede lezer. 2.2 Spelling De spelling dient niet alleen juist maar ook consequent te zijn. Schrijft men het werkstuk in het Nederlands dan moet men de spellingvoorschriften volgen zoals die staan beschreven in de Woordenlijst van de Nederlandse taal (= Het groene boekje). 2.3 Schrijfwijze telwoorden Schrijf de telwoorden van één tot twintig, evenals ronde getallen, steeds voluit. Een uitzondering vormen jaartallen, data, geldbedragen en de aanduiding van pagina’s en regels. Afkortingen dienen in de tekst vermeden te worden, dus niet zgn., i.h.b. maar zogenaamd, in het bijzonder. Gebruik afkortingen alleen wanneer ze in het spraakgebruik zijn opgenomen: EEG, CDA. In dat geval laat men ook de puntjes weg. Pagina 3 van 16
SCRIPTIEREGELING SLAVISCHE TALEN EN CULTUREN
2.4 Ik-vorm Schrijf niet in de wij-vorm, maar altijd in de ik-vorm.
3. INDELING 3.1 Hoofdstukken, alinea’s Zorg voor een goede, logische onderverdeling in hoofdstukken en alinea’s. Laat nieuwe hoofdstukken bij voorkeur op een nieuwe bladzijde beginnen. Laat een nieuwe alinea inspringen, bijvoorbeeld met een tab van vier of vijf spaties. Niet inspringen bij het begin van een nieuw hoofdstuk of na een witregel (dus ook niet na een citaat dat door een witregel van de lopende tekst is gescheiden). Alinea’s worden in principe niet gescheiden door extra ingevoegde witregels. 3.2 Voorbeeld onderdelen De volgende onderdelen komen in veel werkstukken voor. We geven ze hier uitsluitend om de gedachten te bepalen; het is zeker geen verplichting dat elk van deze onderdelen ook daadwerkelijk in het werkstuk voorkomt. titel inhoudsopgave inleiding probleemstelling + werkwijze of opzet scriptie (werk)hypothese literatuurstudie methode materiaal
presentatie gegevens analyse discussie/resultaten toetsing resultaten inpassing resultaten conclusies voet-/eindnoten (gebruikte) literatuur evt. bijlagen
4. OPMAAK E.D. 4.1 Papierformaat, bedrukking Gebruik standaard A4 formaat (DIN A4 (20.5 x 29,5 cm)). De eindversie wordt ook altijd in geprinte versie aangeleverd. Het papier is slechts aan één kant bedrukt. 4.2 Titelpagina Voeg bij de eindversie van het werkstuk een titelpagina waarop vermeld staan: de auteur, studentnummer, de titel van het werkstuk, de datum van inlevering en de naam van de begeleider. Vermeld tevens de tweede lezer. 4.3 Regelafstand, marges Gebruik bij het printen van de eerste (werk)versies altijd minstens 1,5 regelafstand en houd een ruime linkermarge aan; dit vergemakkelijkt het geven van schriftelijk commentaar door de begeleider. Bij de (goedgekeurde) eindversie kan hiervan eventueel worden afgeweken om het werkstuk een mooier aanzien te geven.
Pagina 4 van 16
BIJLAGE TECHNISCHE AANWIJZINGEN
4.4 Lettertype Gebruik bij voorkeur een zakelijke schreefletter zoals Times New Roman 12 punt. Het is niet gebruikelijk om meer dan één lettertype te gebruiken; dat levert vaak een rommelig beeld op. Uiteraard zijn er uitzonderingen op deze aanwijzing mogelijk, vooral als een student goede redenen heeft om ervan af te wijken. Bespreek dit tijdig met de begeleider zodat in een latere fase van het werk geen tijdrovende correcties uitgevoerd hoeven te worden. NB. Tegenwoordig beschikken veel computerfonts over de meeste tekens die de slavist over het algemeen nodig heeft (uitgebreide latijnse en cyrillische tekensets, het International Phonetic Alphabet enz.). Mochten er toch tekens ontbreken, dan biedt het font Titus Cyberbit Basic® vaak uitkomst. Het is gratis te downloaden van: http://titus.fkidg1.unifrankfurt.de/unicode/ tituut.asp. 4.6 Noten: voetnoten of eindnoten Noten worden gebruikt voor mededelingen die onontbeerlijk zijn, maar storend zouden werken als ze werden opgenomen in de lopende tekst. Noten worden in de regel onder aan de pagina vermeld: de zogenaamde voetnoten. Men kan er ook voor kiezen alle noten samen aan het eind van het werkstuk te vermelden, dus nadat de lopende tekst is afgesloten: dat noemen we eindnoten. Begin eindnoten op een aparte bladzijde. Het gebruik van zowel eindnoten als voetnoten in één en dezelfde tekst is niet toegestaan. Verwijzingen als Genis 2012:60 niet in een noot, maar tussen haakjes in de tekst verwerken. 4.6 Voorbeeldwoorden, woorden in een andere taal, vertaling Voor taalkundige werkstukken geldt dat (voorbeeld)woorden die in de lopende tekst worden ingevoegd, cursief gezet worden. De vertaling bij zo’n (voorbeeld)woord staat direct achter het (voorbeeld)woord, romein (rechte letter) tussen enkele aanhalingstekens. Een oorspronkelijk in cyrillisch geschreven voorbeeldwoord mag, maar hoeft niet, getranslitereerd te worden in een werkstuk waarvan de lopende tekst niet in het cyrillisch is geschreven (zie voor transliteraties paragraaf 5 e.v.). Bv.: Russisch дать ‘geven’ of dat’ ‘geven’ en Pools dać ‘geven’. Bij Oud-Russische, Oud-Kerkslavische enz. voorbeelden kan het voorbeeldwoord in een speciaal font staan; het hoeft dan niet cursief gezet te worden: ‘geven’. 4.7 Fonetische en Fonologische transcripties Plaats fonetische transcripties tussen vierkante haken; fonologische transcripties tussen schuine strepen. [x ] /x / 4.8 Glossen Soms is het - vooral in taalkundige werkstukken - van belang om een “letterlijke” betekenisweergave van een voorbeeldzin te vermelden, al dan niet met een speciale notatie van grammaticale betekenissen, bijvoorbeeld met betrekking tot aspect: Utrom ’s-ochtends
on hij
slyšal, hoorde-IF
kak hoe
oni zij
sobirajutsja zich-klaarmaken-IF
na voor
rabotu werk
In deze weergave wordt de grammaticale betekenis met hoofdletterafkortingen (of in klein kapitaal) weergegeven. Gebruik hiertoe tabs in plaats van spaties.
Pagina 5 van 16
SCRIPTIEREGELING SLAVISCHE TALEN EN CULTUREN
Zie voor een volledig overzicht van internationale glossering-conventies: The Leipzig Glossing Rules : www.eva.mpg.de/lingua/resources/glossing-rules.php 5. TRANSLITERATIE CYRILLISCH Indien de lopende tekst van een werkstuk in het Nederlands wordt geschreven, is het niet ongebruikelijk om voorbeeldwoorden (vergelijk 4.6), citaten (vergelijk 6 e.v.) en bibliografische gegevens (vergelijk 7.1) te translitereren naar latijns schrift. Indien men ervoor kiest te translitereren, dient men alle oorspronkelijk cyrillische tekst in een werkstuk te translitereren. Dit dient consequent, volgens één enkele conventie te worden gedaan. Er zijn meerdere conventies voor het translitereren. Aan de UvA gebruiken we voor het cyrillisch een transliteratiesysteem dat we de ‘Nederlandse, wetenschappelijke standaard’ zouden kunnen noemen. Het is gebaseerd op de internationale wetenschappelijke transliteratie (vgl. http://en.wikipedia.org/wiki/Scientific_transliteration_of_Cyrillic). 5.1 De tabel Op de volgende pagina staat een tabel van de transliteratie voor alle Slavische talen die met cyrillische tekens worden geschreven. Let op: de transliteratie kan per letter voor de afzonderlijke talen verschillen. Daarna volgen enkele aanvullingen voor oude spelling e.d. 5.2 Transliteratie in een Engelstalig werkstuk Wanneer het werkstuk in het Engels wordt geschreven wordt een corresponderend standaard transliteratiesysteem gekozen, bijvoorbeeld dat van de Library of Congress. Zie hiervoor: http://www.loc.gov/catdir/cpso/roman.html of http://www.indiana.edu/~libslav/ slavcatman/sltrans.html. Voor andere talen raden we de student aan te overleggen met de docent. 5.3 NB. toepassing door bibliotheken De hier gegeven transliteratie wordt slechts ten dele gebruikt door de verschillende bibliotheken in Nederland. Bij die bibliotheken is er ook geen sprake van een uniforme standaard, maar men heeft veelal (ook) de principes van ISO/9 gehanteerd. Het lastige is nu, dat het ISO zijn standaards op verschillende momenten in de afgelopen decennia heeft veranderd. In de Nederlandse bibliotheken is een en ander daar maar slechts ten dele aan aangepast. Voor het zoeken in bibliotheekcatalogi is het raadzaam ISO/9 te raadplegen. Zie hiervoor: http://en.wikipedia.org/wiki/ISO_9 NB. Het ISO heeft een eigen pagina met tabellen, maar daar moet voor worden betaald: http://www.iso.org/iso/iso_catalogue/catalogue_tc/catalogue_detail.htm?csnumber=3589 NB. Sommige docenten prefereren ISO/9 ook voor gebruik in werkstukken.
Pagina 6 van 16
BIJLAGE TECHNISCHE AANWIJZINGEN
g
d
d
d
d
g ǵ d
e ë1
e
e ë
e
e
ž z i
j k
je ž z y i ï j k
ž z
ž z i
ž z dz i
d đ e
ž z i
i j k
j k
l
l
l
l
m
m
m
m
j k
j k
ḱ l lj m
l lj m
n
n
n
n
o p r s t
o p r s t
o p r s t
o p r s t
n nj o p r s t
u
u
u
u
f x c č
f x c č
u ŭ f x c č
n nj o p r s t ć u
f x c č
š šč " y ' è/ė ju ja
š šč
š
š št ă
f h c č dž š
f h c č dž š
' ju ja
y ' è/ė ju ja
' ju ja
1
Uitsluitend als ë translitereren indien in de Russische tekst een ë staat. Dus: staat er ёж dan translitereert men ëž, staat er eж dan wordt dat ež.
Pagina 7 van 16
Servisch
g
н њ о п р с т ћ у ў ф х ц ч џ ш щ ъ ы ь э ю я
Macedonisch
g
Bulgaars
a b v
Wit-Russisch
a b v
Oekraïens
a b v
Russisch
a b v g h
Cyrillisch
Wit-Russisch
a b v g h
Servisch
Oekraïens
a b v
Macedonisch
Russisch
а б в ґ г ѓ д ђ е ё є ж з ѕ и і ї й ј к ќ л љ м
Bulgaars
Cyrillisch
Transliteratie Cyrillisch - wetenschappelijke ‘standaard’
SCRIPTIEREGELING SLAVISCHE TALEN EN CULTUREN
ї ў
Servisch
Macedonisch
Bulgaars
Wit-Russisch
Oekraïens
Russisch
Cyrillisch
Oudere transliteraties die men wel tegenkomt zijn:
ji w
Deze versies kan men beter zelf niet gebruiken. Toevoegingen oude spellingen In sommige Slavische talen heeft men de officiële spelling op verschillende momenten veranderd. Hieronder volgt een overzicht met de gebruikelijke transliteratie. Russisch
i
f
ě
i
Daar geen van deze letters klanken vertegenwoordigden die niet ook door andere letters werden weergegeven, zijn ze na de revolutie van 1917 in Rusland vervangen. Buiten Rusland, ‘in de emigratie’, blijft de oude spelling hier en daar tot op de dag van vandaag gehandhaafd. Het grafeem X kwam vóór 1918 voor het woordeinde na harde consonanten. Het wordt daar nu niet meer gebruikt (….>…) Bulgaars
ě
ŭ/ə
Deze letters waren tot 1945/7 deel van de Bulgaarse spelling. De eerste stond voor twee verschillende klanken /jɑ/ en /ɛ/ die tegenwoordig naar hun klank door andere letters worden weergegeven. De oorspronkelijke nasale klank [ǫ] van de tweede letter was [ə] geworden en zodoende samengevallen met de klank van de ъ. In de moderne spelling wordt uitsluitend die laatste letter gebruikt. Wit-Russisch
щ
šč
Let op: het Wit-Russisch heeft sinds 1919 geen щ meer, maar schrijft daarvoor in de plaats шч. Hoofdletters Voor de meeste letters geldt dat men voor cyrillische hoofdletters ook hoofdletters translitereert. Let op: als Є, Ѕ, Љ, Њ, Џ, Щ, Ю en Я optreden als hoofdletter (ook: initialen), worden ze als volgt getranslitereerd: Je, Dz, Lj, Nj, Dž, Šč (Bulgaars: Št), Ju en Ja. Bv. Маслов, Ю. С. wordt Maslov, Ju. S.
Pagina 8 van 16
BIJLAGE TECHNISCHE AANWIJZINGEN
6. CITATEN Citaten dienen ervoor het betoog nader te illustreren, maar het betoog mag niet bestaan uit citaten die met enkele verbindingswoorden of regels aan elkaar worden geregen. De citaten hebben een hulpfunctie. Het betoog moet in principe ook zonder kennisname van de citaten begrijpelijk zijn en een eenheid vormen. 6.1 Markeren citaat Wanneer er geciteerd wordt, geef dit dan duidelijk aan door middel van aanhalingstekens (enkele of –liever- dubbele; beide zijn toegestaan, mits je consequent bent) of extra witregels onder en boven het citaat. Een aanhaling binnen een citaat krijgt dubbele aanhalingstekens wanneer het citaat met enkele aanhalingstekens is begonnen en enkele wanneer het met dubbele is begonnen. Als een citaat meer dan 3-4 regels omvat is het gebruikelijk om het te laten voorafgaan en volgen door witregels en de tekst te laten inspringen. In dit geval zijn aanhalingstekens niet nodig. 6.2 Weglating binnen een citaat Wanneer uit een citaat iets wordt weggelaten, wordt dit aangegeven door middel van drie puntjes tussen vierkante haken: [...] 6.3 Eigen opmerking Wanneer men eigen opmerkingen inlast in het citaat worden die eveneens tussen vierkante haken geplaatst, met toevoeging van de eigen initialen [dus op deze wijze – JJ]. Ook is het gebruikelijk om een zelf aangebrachte markering door middel van vet of cursief, op deze manier te markeren [mijn vet/cursief – JJ]. 6.4 Vertaling van een citaat Citaten uit bronnen in Slavische talen worden in de oorspronkelijke taal geciteerd. Indien het werkstuk in het Nederlands is gesteld, dient aan een citaat uit een originele tekst (primaire of secundaire bron) in een andere taal dan het Nederlands, Frans, Duits of Engels een vertaling te worden toegevoegd. Wanneer men een vertaling toevoegt kan deze er direct achter of onder worden geplaatst wanneer het gaat om beperkte citaten (zeg, korter dan 3 regels); de vertaling van langere citaten wordt in een voetnoot of (bij uitzonderlijk lange citaten) een bijlage opgenomen. Het is niet gebruikelijk om de vertaling van een citaat tussen aanhalingstekens te plaatsen. 6.5 Citaten in cyrillisch Citaten in het Russisch of een andere taal die met cyrillische letters wordt geschreven, worden bij voorkeur opgenomen in het cyrillisch, maar kunnen ook worden getranslitereerd (mits consequent voor één van deze twee opties gekozen wordt). Gebruik in een Nederlandstalig werkstuk altijd het transliteratiesysteem van paragraaf 5 hierboven. Zie voor transliteraties in Engelstalige scripties eveneens paragraaf 5 hierboven. 6.7 Literatuurverwijzing citaten Citaten dienen te worden voorzien van een literatuurverwijzing: zie paragraaf 7.2 hieronder voor de wijze waarop men dit doet.
7. BIBLIOGRAFISCHE CONVENTIES
Pagina 9 van 16
SCRIPTIEREGELING SLAVISCHE TALEN EN CULTUREN
Een verslag van een wetenschappelijk onderzoek onderscheidt zich van een ‘alledaagse’ tekst doordat de lezer steeds de mogelijkheid wordt geboden om de beweringen van de auteur te verifiëren. Dit gebeurt onder andere door verwijzingen naar de gebruikte informatie (primaire en secundaire bronnen, maar ook digitale informatie). We spreken in dit verband van de bronvermelding. Er is op zich geen bezwaar tegen het gebruiken van andermans ideeën (soms juist om die tegen te spreken in het kader van een wetenschappelijk betoog), maar dat moet wel op een juiste manier verantwoord worden, anders is er al vlug sprake van plagiaat, en dat is verboden. Dat geldt voor zowel letterlijk citeren (zie hierboven paragrafen 6 en verder) als voor parafraseren; het in eigen woorden weergeven van de gedachten van een andere auteur. Bronvermelding mag alleen achterwege gelaten worden als het gaat om feiten (de Tweede Wereldoorlog brak uit in 1939) en meningen (Nederland was in de eerste helft van de twintigste eeuw een verzuilde samenleving) die gemeengoed zijn geworden. Er zijn vele modellen voor bibliografische conventies. Bij onze opleiding (Slavisch aan de UvA) baseren we ons hiervoor op de conventies zoals die worden toegepast bij Neerlandistiek, en wel het systeem dat teruggaat op de methodes van het American Psychological Association (APA). (Zie voor een bespreking van de oorspronkelijke conventies: http://owl.english. purdue.edu/owl/section/2/10/.) Hoewel deze aanpak breed gebruikt wordt, zijn er enkele details die niet overal hetzelfde zijn. De volgende bespreking is gebaseerd op de website van Neerlandistiek (http://cf.hum.uva.nl/bookmaster/bibliografische_conventies.htm#9.1.1). 7.1 De literatuurlijst Aan het slot van het werkstuk, dus na de eventuele eindnoten (vgl. 4.5), komt de literatuurlijst: de lijst met werken die voor het onderzoek zijn gebruikt en waarnaar in de lopende tekst reeds is verwezen. (Zie paragraaf 7.2 voor de manier van verwijzen.) Maak, indien je ook bronnen wil vermelden die niet in de lopende tekst geraadpleegd worden, onderscheid tussen een overzicht van ‘Literatuur’ en ‘Geraadpleegde literatuur’. De literatuurlijst begint op een nieuwe bladzijde en heeft in de regel geen hoofdstuk- of paragraafnummer. Een gebruikelijke en goede titel is ‘Literatuur’. Een minder goede is ‘Bibliografie’, omdat een bibliografie strikt genomen iets heel anders is, namelijk een op zichzelf staande uitgave; een soort catalogus van alles wat er over een bepaald onderwerp is gepubliceerd. Ook in Engelstalige uitgaves is het gebruikelijk om niet te spreken van een ‘Bibliography’, maar om het betreffende hoofdstuk ‘Selective Bibliography’ of nog beter ‘References’ te noemen. De gegevens voor de titelbeschrijvingen worden ontleend aan de titelpagina, niet aan de band of het stofomslag! Aanvullende gegevens staan vaak op de verso-zijde van de titelpagina en/of in het colofon achter in het boek. In de bibliografie worden de cyrillische namen en titels getranslitereerd, behalve als de lopende tekst van het werkstuk in een Slavische taal is die van cyrillisch gebruik maakt; een alternatief is om de bibliografie in twee delen te splitsen, een deel met de cyrillische namen en titels, en een deel met namen en titels in Latijns schrift. In letterkundige werkstukken wordt de literatuurlijst wel gesplitst in een lijst met primaire literatuur en een lijst met secundaire literatuur. Bespreek de wenselijkheid hiervan voor jouw geval met de begeleider. 7.1.1 Basisformule en opmaak Onderstaande basisformule is onze voorkeurssuggestie. Alternatieve verwijzingsmodellen zijn (in overleg met de docent) ook toegestaan, mits je consequent bent. Pagina 10 van 16
BIJLAGE TECHNISCHE AANWIJZINGEN
Kop = Hoofdwoord, meestal de auteursnaam (achternaam, voornaam/initialen) jaar Titel. Ondertitel. Drukaanduiding. Proefschriftaanduiding. Impressum, bestaande uit: Plaats: Uitgever
NB1 in een Nederlandstalig werkstuk wordt het ontbreken van informatie als volgt aangegeven: z.p. = ‘zonder plaats’ z.u. = ‘zonder uitgever’ z.j. = ‘zonder jaar’ In anderstalige werkstukken dient hier een equivalent in de taal van de lopende tekst van het werkstuk gegeven te worden. NB2 Bij het noteren van de auteursnaam zijn zowel voornaam als initialen toegestaan, mits je consequent voor één van de twee kiest in de volledige literatuurlijst. In het onderstaande worden voorbeelden van verschillende soorten publicaties besproken. Terloops wordt ingegaan op andere kwesties die van belang kunnen zijn. 7.1.2 Boek van één auteur Snoeck Henkemans, A.F. 1989 Schrijven. Handleiding voor het opstellen van zakelijke teksten. Leiden: Martinus Nijhoff.
Voornamen mogen ook voluit indien zo aangegeven op de titelpagina. Het volgende voorbeeld laat zien hoe men aangeeft dat een latere druk gebruikt is, en in welk jaar de eerste druk is uitgegeven. Streitberg, Wilhelm 1981 (1920) Gotische Syntax. Heidelberg: Carl Winter.
7.1.3 Boek van twee auteurs Drop, W. en J.H.L. de Vries 1974 Taalbeheersing. Handboek voor taalhantering. Groningen: Tjeenk Willink/WoltersNoordhoff.
De volgorde van de auteurs overnemen van de titelpagina. Voornamen mogen ook voluit indien zo aangegeven op de titelpagina. Het woordje en in de kop aanpassen aan de lopende taal van het werkstuk, dus bijv. Chomsky, N. and M. Halle 1968 The Sound Pattern of English. New York: Harper & Row. 7.1.4 Boek van drie auteurs Eemeren, F.H. van, R. Grootendorst en T. Kruiger 1984 Argumenteren. Groningen: Wolters-Noordhoff.
De volgorde van de auteurs overnemen van de titelpagina. Pagina 11 van 16
SCRIPTIEREGELING SLAVISCHE TALEN EN CULTUREN
Voornamen mogen ook voluit indien zo aangegeven op de titelpagina. Het woordje en in de kop aanpassen aan de lopende taal van het werkstuk. 7.1.5 Boek van meer dan drie auteurs Eemeren, F.H. van, E.T. Feteris e.a. 1987 Argumenteren voor juristen. Het analyseren en schrijven van juridische betogen en beleidsteksten. Groningen: Wolters-Noordhoff.
In plaats van e.a. kan men ook gebruiken: et al. (= et alii (alleen als het alleen vrouwen betreft) ‘en anderen’). De volgorde van de auteurs overnemen van de titelpagina. Voornamen mogen ook voluit indien zo aangegeven op de titelpagina. 7.1.6 Boek van redacteur(en) in plaats van auteur(s) Geerts, G., W. Haeseryn e.a. (red.) 1984 Algemene Nederlandse spraakkunst. Groningen/Leuven: Wolters-Noordhoff/Wolters.
In een Engelstalig werkstuk vervangt men (red.) in de kop door (ed.) of (eds.). De laatste afkorting betreft meer dan één redacteur. In anderstalige werkstukken dient dit aangepast te worden aan de taal van de lopende tekst van het werkstuk. Bij grotere aantallen namen: vergelijk 7.1.5. In plaats van e.a. kan men ook gebruiken: et al. (= et alii ‘en anderen’). De volgorde van de redacteurs overnemen van de titelpagina. Voornamen mogen ook voluit indien zo aangegeven op de titelpagina. 7.1.7 Proefschrift Braet, A. 1984 De klassieke statusleer in modern perspectief. Een historisch-systematische bijdrage tot de argumentatieleer. Proefschrift Leiden. Groningen: Wolters-Noordhoff.
Een proefschrift kan uitgegeven zijn in een reeks (vgl. 7.1.2 en 7.1.11). Podgaevskaja, A.V. 2008 Konceptualizacija prostranstva i ee otraženie v russkom jazyke. (= Pegasus Oost-Europese Studies 10). Proefschrift Amsterdam. Amsterdam: Uitgeverij Pegasus.
Een ongepubliceerd proefschrift wordt zo opgenomen: Barentsen, A.A. 1985 ‘Tijd’, ‘aspect’ en de conjunctie poka. (Ongepubliceerd) proefschrift Amsterdam. Amsterdam: z.u.
Let op: in de oorspronkelijk titel staat het woord poka cursief. 7.1.8 Vertaling van een boek Perelman, Ch. en L. Olbrechts-Tyteca 1971 The New Rhetoric. A Treatise on Argumentation. 2nd. ed. Notre Dame etc.: University of Notre Dame Press. 1st. ed. 1969. Vert. van La nouvelle rhétorique. Traité de l'argumentation, 1958.
Bij grotere aantallen namen: vergelijk 7.1.5. Pagina 12 van 16
BIJLAGE TECHNISCHE AANWIJZINGEN
Voornamen mogen ook voluit indien zo aangegeven op de titelpagina. Het woordje en in de kop aanpassen aan de taal van de lopende tekst van het werkstuk. Let op: in Engelstalige titels worden de hoofdwoorden normaliter met een hoofdletter geschreven: overnemen van titelpagina. 7.1.9 Tijdschriftartikel Devos, M. 1987a 'Het Woordenboek van de Vlaamse dialecten (WVD) en Zeeuws-Vlaanderen'. In: Nehalennia, nr. 64 (lente), p. 2-11 Devos, M. 1987b 'Een grensoverschrijdend Vlaams dialectwoordenboek'. In: Zeeuws Tijdschrift, jrg. 37, nr. 2, p. 41-55. Meuffels, B. 1989 'De persoonlijke vergelijking en de normale verdeler'. In: Tijdschrift voor Taalbeheersing, jrg. 11, nr. 1, p. 23-37.
De titel van het tijdschrift staat tussen (enkele) aanhalingstekens. Soms worden dubbele aanhalingstekens gebruikt, vaak worden de aanhalingstekens ook helemaal weggelaten. Dat laatste kan eigenlijk zonder problemen daar de titel van het tijdschrift/de bundel cursief staat. Welke keus men ook maakt (‘’, “” of niets), hij dient consequent toegepast te worden voor alle artikeltitels op de literatuurlijst. Men kan zich op deze drie voorbeelden baseren: de gegevens omtrent jaargang e.d. verschillen vaak per publicatie en per tijdschrift. (Vaak (bij voorkeur) worden “jrg.” “nr.”en “p” weg gelaten. Bijv. Zeeuws Tijdschrift 37:2 41-55, of Tijdschrift voor Taalbeheersing 11/1, 23-27. De afkortingen jrg.en nr. aanpassen aan de taal van de lopende tekst van het werkstuk. Let op het gebruik van de indicatie In: en het opgeven van de paginanummers. Het volgende is een voorbeeld van een nog niet gepubliceerd artikel (in een Engelse publicatie). In plaats van “to appear in” gebruikt men ook wel “forthcoming”. Kalsbeek, J. z.j. “Some contact-induced innovations in Istrian čakavian dialects”, (to appear in:) Studies in Slavic and General Linguistics 37.
7.1.10 Artikel opgenomen in een verzamelbundel Searle, J.R. 1975 'Indirect Speech Acts'. In: Cole en Morgan (eds.), Syntax and semantics 3: speech acts. New York: Academic Press, 59-82.
De titel van het tijdschriftartikel staat tussen (bij voorkeur dubbele) aanhalingstekens. Soms worden dubbele aanhalingstekens gebruikt, vaak worden de aanhalingstekens ook helemaal weggelaten. Dat laatste kan eigenlijk zonder problemen daar de titel van de bundel cursief staat. Let op de vermelding van de redacteuren (hier in het Engels) van de bundel! Bij het vermelden van voornamen/initialen van redacteuren geldt hetzelfde als hierboven al werd opgemerkt voor de kop.
Pagina 13 van 16
SCRIPTIEREGELING SLAVISCHE TALEN EN CULTUREN
7.1.11 Artikel opgenomen in een verzamelbundel die tevens een tijdschrift / deel van een reeks is Kalsbeek, Janneke 2008 ‘Notes on the stylistic function of past tense habitual expressions in Andrić 's Prokleta Avlija’. In: Haard, Eric de, Wim Honselaar and Jenny Stelleman (eds.), Literature and Beyond. Festschrift for Willem G. Weststeijn (= Pegasus Oost-Europese Studies 11). Amsterdam: Uitgeverij Pegasus, 363-372.
7.1.12 Publicatie waarbij geen auteur is vermeld Wordt verwezen naar een publicatie waarbij geen auteur is vermeld (bijvoorbeeld een artikel in een encyclopedie), zet dan het belangrijkste titelwoord cursief in de kop en voeg de hele positie in alfabetische volgorde in de bibliografie, tussen de auteurs. Mify 1982
Mify narodov mira. Ènciklopedija v dvux tomax. Moskva.
7.1.13 Meer dan één publicatie van dezelfde auteur Bij verschillende publicaties van één auteur wordt de auteursnaam één keer vermeld en daaronder volgen de publicaties in de volgorde waarin ze verschenen zijn, de vroegste dus eerst. Stelleman, J. 1989 ‘Innovative Use of Commedia dell’Arte in A. Blok’s The Fairground Booth’. In: D’haen T., R. Grübel and H. Lethen (eds.), Convention and Innovation in Literature. Amsterdam: J. Benjamin’s Publishing Company, 293-305. 1992 Aspects of Dramatic Communication. (Action, Non-action, Interaction). Amsterdam: Rodopi. 1999 ‘“Dramatičeskoe tvorčestvo” A. Platonova: obzor i predvaritel’nye zametki’. In: Russian Literature XLVI-II, 233-261.
Wanneer meer dan één publicatie van een auteur uit één en hetzelfde jaar wordt opgenomen dan wordt een onderscheid gemaakt door a, b, c.,... toe te voegen (1991a, 1991b, 1991c etc.). Rutten, E. 2010a Unattainable Bride Russia: Engendering Nation, State and Intelligentsia in Modern Russian Culture. Evanston: Northwestern University Press. 2010b ‘Web Wars: Digital Diasporas and the Language of Memory’. In: Digital Icons: Studies in Russian, Eurasian and Central European New Media 4, 171-176.
7.1.14 Vermelding van elektronische publicatie (artikel/boek) en sociale mediabronnen Er is (nog) geen Nederlands standaardformat. De volgende verwijzingen naar elektronische publicaties, blogposts en tweets volgen het Engelstalig gebruik. Let op: vermeld altijd de datum waarop je een site hebt geraadpleegd. Bernstein, M. 2002 ‘10 tips on writing the living Web’. A List Apart: For People Who Make Websites, 149. Ontleend aan http://www.alistapart.com/articles/writeliving, 3 jan 2011. avva (Anatolii Vorobei) 2004 ‘russkii ZhZh’. Blogpost d.d. 04.02.2004. Ontleend aan http://avva.livejournal.com/1096134.html, 10 jan 2011.
Pagina 14 van 16
BIJLAGE TECHNISCHE AANWIJZINGEN
UvTLIS ‘Meer weten over refereren & plagiaat? Check de Tilburg University RefCite module http://bit.ly/oyUgAG #uvt’. Tweet d.d. 15.09.2011. Ontleend aan https://twitter.com/UvTLIS /statuses/114295120794353664, 28 sept 2011.
7.1.15 Vermelding van internetsites Internetadressen worden onder aan de bibliografie vermeld, in alfabetische volgorde. http://cf.hum.uva.nl/bookmaster/bibliografische_conventies.htm#9.1.1, 3 jan 2011. http://home.medewerker.uva.nl/j.m.stelleman/, 3 jan 2011. http://www.indiana.edu/~libslav/slavcatman/sltrans.html, 13 dec 2010.
7.1.16 Alfabetiseren De gegevens van de gebruikte publicaties dient men bij het opstellen van de literatuurlijst te alfabetiseren, en wel op het hoofdwoord (vgl. 7.1.1). Alle soorten publicaties (boeken, artikelen etc) staan in een lijst bij elkaar met uitzondering van de internetsites (zie 7.1.15), die in een apart lijstje onder de eigenlijke literatuurlijst staan. Een voorbeeld op basis van enkele hierboven reeds genoemde publicaties ziet er als volgt uit. Barentsen, A.A. 1985 ‘Tijd’, ‘aspect’ en de conjunctie poka. (Ongepubliceerd) proefschrift Amsterdam. Amsterdam: z.u. Bernstein, M. 2002 ‘10 tips on writing the living Web’. A List Apart: For People Who Make Websites, 149. Retrieved from http://www.alistapart.com/articles/writeliving, 3 Jan 2011. Kalsbeek, J. 2008 ‘Notes on the stylistic function of past tense habitual expressions in Andrić 's Prokleta Avlija’. In: Haard, Eric de, Wim Honselaar and Jenny Stelleman (eds.), Literature and Beyond. Festschrift for Willem G. Weststeijn (= Pegasus Oost-Europese Studies 11). Amsterdam: Uitgeverij Pegasus, p. 363-372. Mify 1982 Mify narodov mira. Ènciklopedija v dvux tomax. Moskva. Podgaevskaja, A.V. 2008 Konceptualizacija prostranstva i ee otraženie v russkom jazyke. (= Pegasus OostEuropese Studies 10). Proefschrift Amsterdam. Amsterdam: Uitgeverij Pegasus. Stelleman, J. 1989 ‘Innovative Use of Commedia dell’Arte in A. Blok’s The Fairground Booth’. In: D’haen T., R. Grübel and H. Lethen (eds.), Convention and Innovation in Literature. Amsterdam: J. Benjamin’s Publishing Company, pp. 293-305. 1992 Aspects of Dramatic Communication. (Action, Non-action, Interaction). Amsterdam: Rodopi. 1999 ‘“Dramatičeskoe tvorčestvo” A. Platonova: obzor i predvaritel’nye zametki’. In: Russian Literature XLVI-II, p. 233-261. http://cf.hum.uva.nl/bookmaster/bibliografische_conventies.htm#9.1.1, 3 jan 2011. http://home.medewerker.uva.nl/j.m.stelleman/, 3 jan 2011. http://www.indiana.edu/~libslav/slavcatman/sltrans.html, 13 dec 2010.
Pagina 15 van 16
SCRIPTIEREGELING SLAVISCHE TALEN EN CULTUREN
7.2 De (literatuur)verwijzing Geef verwijzingen naar een genoemd of geciteerd werk in de lopende tekst aan (en niet in noten, tenzij anders overlegd met de docent). Gebruik voor deze verwijzingen waar mogelijk voor primaire teksten (de meest recente geannoteerde) volledige verzamelde werken. Academische uitgaven hebben de voorkeur. Noem van de aangehaalde literatuur in de tekst het hoofdwoord (meestal de naam van de auteur(s)), het jaar van uitgave (let hierbij op de eventuele toevoeging van a, b enz. zoals vermeld in paragraaf 7.1.13) en, indien men niet naar het gehele werk verwijst, de pagina's waarnaar je verwijst. Enkele voorbeelden: Zie voor een beknopt overzicht van het ontstaan van genormaliseerde papierformaten Noordenbos 1970: 9-13. Noordenbos somt in zijn boekje de voordelen van genormaliseerde papierformaten op (1970: 10). Noordenbos (1970: 10) somt in zijn boekje de voordelen van genormaliseerde papierformaten op. In het boekje Genormaliseerde papierformaten staan de afmetingen van de genormaliseerde papierformaten afgedrukt (Noordenbos 1970: 10).
7.2.1 De naam van een auteur/informant Een auteur van een geraadpleegd werk wordt genoemd zonder titel(s) en aanspreekwoorden, eventueel met discipline-aanduiding: ‘Volgens Yra van Dijk [...]’; ‘Dezelfde resultaten presenteert historicus Artemy Kalinovsky.’ Voor wereldwijd bekende onderzoekers geldt dat een voornaam niet per se nodig is: ‘Jakobson is van mening dat [...].’ Wanneer men persoonlijk van iemand informatie heeft gekregen dan worden wel titel(s), aanspreekwoorden en voorletters vermeld: ‘Prof. dr. W.J. Bakker wees mij er op dat [...]’. Het is niet ongebruikelijk om in Engelse teksten bij wijze van literatuurverwijzing te melden dat het om een mondeling bericht ging en wanneer dat dan gebeurd is: (personal communication, 7 Dec. 2007). 7.2.2 Literatuurverwijzingen bij citaten Achter het citaat komen op vergelijkbare wijze als hierboven tussen haakjes de naam van de auteur, het jaar van publicatie van het geciteerde werk en het bladzijdenummer: (Sapir 1921: 39). Is voor het citaat de auteur reeds vermeld dan wordt deze aan het slot van het citaat niet meer opgenomen: Sapir heeft reeds gezegd: ‘All grammars leak’ (1921: 39). Als men een citaat door middel van witregels heeft gescheiden van de hoofdtekst (vergelijk paragraaf 6.1) is het vaak mooier om de literatuurverwijzing in een aparte regel onder het citaat te vermelden, maar boven de onderste witregel. Bv.: В противопоставлении предельность ⁄ непредельность основанием деления служит наличие или отсутствие предела в протекании действия, направленность или ненаправленность действия на достижение этого предела. Maslov (1961: 175). As the basis of the division in the opposition terminativity / aterminativity functions the presence or absence of a boundary in the progress of the event, [that is to say] the event is oriented or not oriented to reach such a boundary.
Hier is te zien dat de eventuele vertaling daar dan weer onder komt.
Pagina 16 van 16