1
Versie januari 2014
Examencommissie
FAQ
Informatie over de OER 2014
In dit FAQ-document (Frequently Asked Questions) vind je 26 veelgestelde vragen met antwoorden over de Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2014. Aan dit document kunnen geen rechten worden ontleend. Voor meer uitgebreide informatie wordt steeds verwezen naar de OER 2014 en de bijlagen. Overzicht van de veelgestelde vragen: 1. Wat is een OER? 2. Hoe komt de OER tot stand? 3. Waarom is de taal die gebruikt wordt in de OER soms zo ‘juridisch’? 4. Wat is het verschil tussen een OER en een studiegids of opleidingsgids? 5. Wat is het verschil tussen de Examencommissie en de Beroepscommissie? 6. Voor wie geldt de OER Politieonderwijs? 7. Geldt de OER Politieonderwijs ook tijdens mijn opleiding in het korps? 8. Is alles rond onderwijs en examens in de OER geregeld? 9. Hoelang is de OER geldig? 10. Mag mijn docent of school afwijken van de OER? 11. Geldt de OER ook voor leeropdrachten? 12. Door wie word ik geëxamineerd? 13. Wanneer weet ik of ik geslaagd ben nadat ik examen heb gedaan? 14. Ik ben gezakt voor een examen, wat kan ik doen? 15. Wat is het verschil tussen een voorlopig resultaat en een (definitief) resultaat? 16. Hoeveel examenkansen heb ik in totaal? 17. Wat is een gemiste kans? 18. Wat houdt het recht van inzage in? 19. Wanneer kan ik bij de Beroepscommissie in beroep gaan (of bezwaar aantekenen)? 20. Wat is een bindend studieadvies (bsa)? 21. Kan ik ook in beroep gaan als ik een onvoldoende resultaat haal voor een leeropdracht? 22. Wat is er bepaald m.b.t. examenfraude? 23. Wat moet ik doen als ik vanwege omstandigheden graag een aangepaste examenvorm wil? 24. Welke onderwerpen staan er nog meer in de OER? 25. Hoe wordt de OER gepubliceerd? 26. Waar kan ik, als ik meer uileg over de OER wil, meer informatie krijgen? Bereikbaarheid: Bij het studenteninformatiepunt (STIP) kun je als student meer informatie krijgen, het STIP is als volgt te bereiken: via Blackboard, via email:
[email protected] , telefonisch: 055-5392666 of via de balies op de diverse Politieacademie locaties. Andere e-mailadressen: Examencommissie;
[email protected] Beroepscommissie:
[email protected]
Veelgestelde vragen 1. Wat is een OER? De afkorting OER staat voor: Onderwijs- en ExamenRegeling. Het is een vastgestelde regeling waarin allerlei richtlijnen en afspraken over het onderwijs en de examinering zijn vastgelegd. Het is in de wet vastgelegd dat scholen en universiteiten in een OER moeten hebben. Zie o.a. art. 3. 2. Hoe komt de OER tot stand? De Examencommissie verzamelt de wensen en benodigde OER aanpassingen van de scholen en andere belanghebbenden binnen de PA en het korps. Hierna komt de Examencommissie na overleg met betrokkenen met een voorstel naar de directie Onderwijs. Het College van Bestuur PA stelt hierna de nieuwe OER vast. 3. Waarom is de taal die gebruikt wordt in de OER soms zo ‘juridisch’? In de OER moeten afspraken zo geformuleerd zijn dat ze voor iedere betrokkene duidelijk zijn en niet op meerdere manieren kunnen worden uitgelegd. Soms heeft de rechter de OER nodig om te bepalen of een beslissing rechtmatig is genomen. In art. 1 van de OER staat een uitleg van 92 veelvoorkomende woorden en begrippen die in de OER voorkomen. 4. Wat is het verschil tussen de OER en een studiegids of opleidingsgids? De OER is een formeel en wettelijk voorgeschreven document met richtlijnen over het onderwijs en de examinering. Een studiegids of opleidingsgids is veel meer een handleiding met praktische informatie over hoe je opleiding is opgebouwd en wat er zoal aan bod komt. Zie art. 13. 5. Wat is het verschil tussen de Examencommissie en de Beroepscommissie? De Examencommissie houdt toezicht op de examinering binnen de PA en heeft ook bevoegdheden om in uitzonderingssituaties die in de OER zijn beschreven beslissingen te nemen. Zie voor de taken van de Examencommissie art. 17. De Beroepscommissie (officiële naam is Commissie van Beroep voor de Examens)behandelt het beroep dat je instelt als je gezakt bent en het hier niet mee eens bent. Zie vraag 19 en art. 37 en verder. Verder behandelt de Beroepscommissie in een aantal gevallen je bezwaar, zie art. 41. 6. Voor wie geldt de OER van de Politieacademie? Voor bijna alle opleidingen die de PA verzorgt. In een enkel geval is bepaald dat voor die opleiding de OER niet van toepassing is, er geldt dan een iets andere regeling. Zie art. 3. 7. Geldt de OER ook tijdens mijn opleiding in het korps? Ja, als de opleiding door de Politieacademie wordt verzorgd, dan geldt de OER ook tijdens de periode van werkend leren in het korps. 8. Is alles rond onderwijs en examens in de OER geregeld? Je kunt niet alles regelen, dus ook in de OER is niet alles geregeld. Wel zijn die onderwerpen beschreven die vaak aan bod komen. Voor onvoorziene omstandigheden kent de OER een artikel waarin is bepaald dat als iets niet geregeld is in de OER, de Examencommissie een beslissing neemt. Zie art. 53. 9. Hoelang is de OER geldig? In principe komt er elk jaar een nieuwe OER uit, maar er zijn ook wel jaren geweest dat er geen nieuwe OER uitkwam. De (oude) OER blijft geldig tot er een nieuwe OER van kracht is. 10. Mag mijn docent, praktijkbegeleider of school afwijken van de OER? Nee, de afspraken die in de OER zijn vastgelegd, zijn voor iedereen bindend. Wel is het vaak zo dat in de OER naast een basisregel er vaak in diezelfde OER voor bepaalde omstandigheden weer uitzonderingen beschreven staan. De Examencommissie houdt er toezicht op dat de scholen en het korps / de eenheden zich houden aan de OER.
Hierbij zal vooral de ‘geest van de afspraak’ leidend zijn, m.a.w. wat heeft men bedoeld toen de regel opgeschreven werd. 11. Geldt de OER ook voor leeropdrachten? De regels gelden over het algemeen alleen voor examenopdrachten en niet voor leeropdrachten die je van je docent krijgt (zie art. 9). Voor het meeste onderwijs bij de Politieacademie geldt overigens wel dat je verplicht bent om deze leeropdrachten te maken en soms krijg je daar ook studiepunten voor. Sommige artikelen (zoals examenfraude, art. 28 en 29) gelden ook voor leeropdrachten. Sinds 2014 moet je een leeropdracht binnen een vastgestelde periode met een voldoende resulaat hebben afgesloten, anders volgt een negatief bindend studieadvies, zie art. 9.3. 12. Door wie word ik geëxamineerd? Het uitgangspunt is dat je examinator niet betrokken is geweest bij je opleiding of begeleiding, dus onafhankelijk is. Bij sommige deelexamens en bij enkele specialistische opleidingen kan hier, met toestemming van de Examencommissie van worden afgeweken. Andere eisen die aan je examinator worden gesteld is dat hij of zij inhoudelijk deskundig en bekwaam is in het beoordelen. Zie art. 22. Leeropdrachten worden door je docent behandeld, van feedback voorzien en goedgekeurd. 13. Wanneer weet ik of ik geslaagd ben nadat ik examen heb gedaan? Meestal krijg je direct uitslag nadat je examen hebt gedaan. Bij bijvoorbeeld schriftelijke examens duurt het wat langer voor je uitslag krijgt, maximaal 6 weken na de examendatum. Zie art. 32. Meestal krijg je een beoordelingsformulier waarop de beoordeling en het resultaat is vermeld, bij sommige examens wordt er niet met een beoordelingsformulier gewerkt, zie art. 32.2. 14. Ik ben gezakt voor een examen, wat kan ik doen? a. Als je het er wel mee eens bent dat je gezakt ben, kun je meestal, als je nog niet al je kansen (3) hebt benut, herexamen doen. Soms wordt je hiervoor automatisch gepland, soms moet je dit aanvragen via je docent. b. Als jij het er niet mee eens bent dat je gezakt bent en je hebt hiervoor steekhoudende argumenten, kun je bij je schoolhoofd (via je docent) vragen of je school de uitslag wil heroverwegen. We noemen dit dat je een 'bedenking indient'. Ook het schoolhoofd kan zelf het initiatief nemen om de uitslag te heroverwegen. Zie art. 31. c. Je kunt ook de stap van een bedenking indienen overslaan en direct in beroep gaan bij de beroepscommissie. Ook hiervoor moet je goede argumenten hebben en wachten tot je voorlopig resultaat definitief is geworden (zie volgende vraag). Zie art. 37. Wij adviseren je echter niet direct in beroep te gaan maar eerst een bedenking in te dienen. Een bedenking moet veel sneller worden afgehandeld. Je mag ook herexamen doen als je in beroep bent gegaan en je beroepszaak nog niet is afgehandeld (art. 42.4). 15. Wat is het verschil tussen een voorlopig resultaat en een (definitief) resultaat? Als je examen hebt gedaan wordt het voorlopig resultaat opgemaakt door je examinator. Als je geslaagd bent wordt het voorlopig resultaat direct het (definitieve) resultaat. Zie art. 31 en 32. Als je niet geslaagd bent wordt het voorlopig resultaat uiterlijk op de 13e dag na je examendatum definitief. Dit werkt als volgt: a. als jij en het schoolhoofd geen bedenking tegen de uitslag indienen wordt op de 13e dag na je examendatum het voorlopig resultaat automatisch omgezet naar het (definitieve) resultaat; b. als jij een bedenking indient of als het schoolhoofd zelf aangeeft het resultaat te willen heroverwegen wordt het (definitieve) resultaat uiterlijk op de 13e dag na je examendatum vastgesteld. Het schoolhoofd heeft de keuze uit drie mogelijkheden: hij kan hierbij bepalen dat het resultaat niet wijzigt, dat je alsnog geslaagd bent of dat je het examen mag overdoen zonder dat dit geldt als een gemiste kans, zie vraag 17 en art. 31.4. 16. Hoeveel examenkansen heb ik in totaal? Je hebt als regel drie examenkansen, voor sommige opleidingen zijn er twee kansen, zie art. 42.1. Nb. In 2015 wordt het aantal examenkansen teruggebracht van drie naar twee! Bij uitzonderlijke omstandigheden kan het korps een vierde kans voor je aanvragen, zie art. 42.5. In 2014 zal strikt bekeken worden of deze omstandigheden wel echt uitzonderlijk zijn. Vóórdat er een extra examenkans wordt aangevraagd moet je eerst kijken of je een gemiste kans kunt laten omzetten naar een niet gemiste kans omdat je buiten je schuld een examen moest missen; zie vraag 17 en art. 27.
17. Wat is een gemiste kans? Als je niet komt opdagen of te laat komt bij een examen wordt dit als een gemiste kans geregistreerd. Of je hier schuld aan hebt of niet, dat maakt niet uit. Je moet zelf goed (laten) vastleggen wat de reden is dat je het examen miste, want als later blijkt dat je afwezigheid tijdens het examen buiten je schuld is (bijvoorbeeld ziekte of een begrafenis) kun je (pas!) als je alle drie kansen benut hebt, aangeven dat je nog recht hebt op één of meer kansen omdat je buiten je schuld het examen niet kon afleggen.Als de PA het examen annuleert of jij doet dat uiterlijk 12 weken vóór de examendatum, dan wordt het niet als een gemiste examenkans geregistreerd. Zie art. 27. 18. Wat houdt het recht van inzage in? Dat je nadat je de voorlopige uitslag hebt gekregen onder begeleiding van een toezichthouder je uitwerking van het examen nog eens inziet, meestal is dit van toepassing bij een schriftelijk examen. Je moet dit aanvragen binnen twee werkdagen na de examendatum. Zie art. 36 en bijl. G. 19. Wanneer kan ik bij de Beroepscommissie in beroep gaan (of bezwaar aantekenen)? Dat kan als je gezakt bent voor een examen en je voorlopig resultaat is omgezet in het (definitieve) resultaat. Zie ook vraag 15. Als je geslaagd bent kun je alleen in beroep gaan als je bezwaar hebt tegen de vorm, inhoud of procedure zoals het examen is afgenomen. Ook als je nog de mogelijkheid hebt om cum laude te slagen (hbo/wo) kun je om te proberen een hoger cijfer te krijgen (met motivatie) in beroep gaan terwijl je geslaagd bent. Je mag ook in beroep gaan als je geen bedenking hebt ingediend. Zie art. 37.5. Je moet in beroep gaan binnen zes werkdagen nadat je de uitslag hebt gehoord of je examen ingezien hebt (vraag 18). Soms fungeert de Beroepscommissie ook (namens het College van Bestuur van de Politieacademie) als bezwaarcommissie. Je kunt soms een bezwaar indienen tegen een genomen besluit van het schoolhoofd of de Examencommissie op grond van de OER. Zie art. 41. 20. Kan ik ook in beroep gaan als ik een onvoldoende resultaat haal voor een leeropdracht? Nee, de beroepsprocedure geldt alleen voor examens. Je kunt wel een informele of formele klacht indienen als vindt dat je niet rechtvaardig behandeld bent en een gesprek met je docent geen uitkomst biedt; zie art. 9.5 en de uitleg bij art. 9 in bijl. H. van de OER. 21. Wat is een bindend studieadvies (bsa)? Het is een term die vaak in het onderwijs wordt gebruikt, het is verwarrend omdat het geen vrijblijvend advies is. Als het bsa negatief is betekent dit dat je opleiding beëindigd wordt. Bij de initiële (basis) opleidingen krijg je aan het einde van je eerste studiejaar een studieadvies. Als je resultaten goed zijn krijg je een positief bsa. Je moet de opleiding beëindigen als je resultaten onvoldoende zijn, bijvoorbeeld als je minder dan 45 van de 60 studiepunten hebt gehaald. Voor alle opleidingen krijg je een bsa als je alle examenkansen hebt benut, als je opleidingstijd is verstreken of als je niet binnen de gestelde tijd alsnog een voldoende behaald. Zie verder art. 44. Voor meer uitleg over bsa: er is een aparte FAQ BSA door de Examencommissie beschikbaar gesteld. 22. Wat is er bepaald m.b.t. examenfraude? In de OER is beschreven wat precies wordt bedoeld met examenfraude (onregelmatigheid, fraude of plagiaat, zie art. 1.33). In de toelichting bij art. 28 in bijl H. worden er allerlei voorbeelden gegeven van fraude en plagiaat. Als je verdacht wordt van het plegen van examenfraude of als dit is vastgesteld kunnen er allerlei maatregelen worden genomen, zie art. 29. Voor meer uitleg over examenfraude: er is een aparte FAQ Examenfraude door de Examencommissie beschikbaar gesteld. 23. Wat moet ik doen als ik vanwege omstandigheden graag een aangepaste examenvorm wil? Als je een fysieke handicap hebt of een bepaalde functiestoornis of bijvoorbeeld dyslexie hebt, kun je samen met het Korps een aangepaste examenvorm aanvragen. Bij een aangepaste examenopdracht blijven de algemene examen- en diplomaeisen wel gewoon gelden. Zie art. 21 en bijlage E.
24. Welke onderwerpen staan er nog meer in de OER?
Bepalingen over het leer- en begeleidingssysteem (art. 6-10); regels over aanmelding en toelating, opleidingsinformatie, terugplaatsing en opleidingsmaatregelen (art. 1115); algemene examenregels (art. 16 - 21); regels over het verlenen van studiepunten (art. 34 en bijlage F); regels om vrijstelling (EVC) te verlenen (art. 19 en bijlage C); regels over het beoordelen van een examen en het bekendmaken van de uitslag (art. 30 -33); het ongeldig verklaren van een examenresultaat en van een diploma of certificaat (art. 35 en 51); regels over de afgifte van diploma's en certificaten (art. 45 - 50).
25. Hoe wordt de OER gepubliceerd? De OER wordt digitaal gepubliceerd; voor studenten op Blackboard, binnen de PA op het intranet en voor het korps op het intranet en op PolitieKennisNet (PKN). Ook worden de regionale eenheden van het korps geattendeerd op de nieuwe OER-versie.In beperkte mate zijn er ook fysieke boekjes van de OER beschikbaar. Ook is er een app voor smartphone en tablet beschikbaar. 26. Waar kan ik, als ik meer uitleg over de OER wil, meer informatie krijgen? Achter de tekst van de OER in het document is bij de meeste artikelen een toelichting opgenomen, zie bijlage H. Als je de OER 2013 al kende kun je kijken in bijlage I, daarin wordt aangegeven wat er gewijzigd is in de OER 2014. Voor de onderwerpen bsa en examenfraude zijn aparte FAQ's beschikbaar. Verder kun je aan je docent om uitleg vragen. Je docent kan bij de secretaris van de Examencommissie vragen stellen, graag per email, t.a.v. Bart Bolhuis. Het adres is:
[email protected]