SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT – GEÏNTEGREERD ADVIES Gemeente Overpelt – GemRUP ‘SPORTPARK’ 14 februari 2013
Titel
Screening van de plan-MER-plicht GemRUP 'Sportpark'
Opdrachtgever
Gemeente Overpelt
Contactpersoon opdrachtgever
Stein Geuens
Opdrachtnemer
TRITEL Hasselt (Technum - Tractebel Engineering n.v.) Ilgatlaan 23 - 3500 Hasselt
KWALITEIT DOCUMENTGESCHIEDENIS Versie
Datum
2
14/02/2013
1
30/05/2012
Opmerkingen
T +32 11 28 86 00 –
[email protected] Contactpersoon opdrachtnemer
Inge Gorissen, CREOSUM voor TRITEL
Datum
14/02/2013
Versienummer
2
Projectnummer
P.003170
DOCUMENTVERANTWOORDELIJKHEID Datum Auteur(s)
Anne Devivier, Eveline Hoppers
14/02/2013 Datum
Documentscreener(s)
Inge Gorissen
BESTANDSINFORMATIE Bestandsnaam
sr002_Geïntegreerd advies_Sportpark
Laatst opgeslagen
14/02/2013
14/02/2013
INHOUD 1.
Inleiding
2
2.
Korte beschrijving van het plan
2
3.
Conclusie Verzoek tot raadpleging
4
3.1
Algemeen _________________________________________ 4
3.2
Screening Plan-MER-plicht: onderzoek aanzienlijke effecten___________________________________________ 4
4.
Geïntegreerd advies
5
5.
Doorwerking naar het voorgenomen plan
7
6.
5.1
Locatiealternatieven _________________________________ 7
5.2
Impact op landbouw_________________________________ 7
5.3
Water ____________________________________________ 9
5.4
Mobiliteit __________________________________________ 9
Bijlage
15
P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
1
1.
INLEIDING
Het RUP heeft tot doel om een “sportpark” in te richten als een ruimtelijk verantwoorde uitbreiding, aansluitend bij de bestaande voetbalinfrastructuur Kadijk SK. De sportzone is in eerste instantie gericht op het clusteren van de infrastructuur van de voetbalclubs Kadijk SK en Overpelt VV nu gelegen aan De Leukens, het oostelijk deel van Nolim - Noord, maar zal als een zone voor sport en spel ook gebruikt worden voor de beoefening van andere sporten, zoals krachtbal, frisbee, andere balspelen. In principe kunnen alle buitensporten, die op gras worden gespeeld, er een plaats vinden. Er wordt een Finse piste ingericht en het sportpark wordt doorwaadbaar gemaakt door middel van fiets- en voetpaden. Het plangebied takt aan op de rest van het weefsel van Overpelt. Ook is er aandacht voor de inrichting van een ‘landschappelijk verantwoord’ sportpark, dat inspeelt op het valleigebied van de Neuzerloop. De waterhuishouding van de inrichting krijgt bijzondere aandacht in het plangebied. Het valleigebied, het sportpark zelf en de zone voor gemengd bos in het noorden staan hiervoor in. Er wordt een voldoende brede buffer voorzien naar de tuinen van de woningen in de omgeving. Voor het uitoefenen van de voetbalactiviteit wenst de gemeente de twee velden te behouden en uit te breiden naar 5 terreinen. Bij de activiteiten voor sport en spel wordt voldoende parkeergelegenheid voorzien en de noodzakelijke infrastructuur en bebouwing voor het uitoefenen van de sport- en spelactiviteiten kan in de zone ingeplant worden. Krachtens art. 4.2.5 van het D.A.B.M. dient de initiatiefnemer van een plan/programma in het kader van het “onderzoek tot milieueffectrapportage” een aantal instanties te raadplegen aangaande de mogelijke aanzienlijke milieueffecten die het plan of programma kan hebben.
In dit kader werd voor het GemRUP “Sportpark” een “Verzoek tot raadpleging” opgemaakt, met daarin de elementen die krachtens artikel 4, §2 van het Plan-m.e.r.-besluit in dit verzoek opgenomen moeten worden (o.a. een beschrijving van het plan/programma, evenals een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten). Deze nota omvat het geïntegreerd advies voor het RUP bestaande uit een synthese en conclusie van de verschillende adviezen die door de gemeente Overpelt werden ontvangen naar aanleiding van het “verzoek tot raadpleging”. Voorliggende nota zal eerst een korte beschrijving van het voorgenomen plan geven, waarna de belangrijkste conclusies uit het “verzoek tot raadpleging” worden samengevat. Hierna zal, op basis van de ontvangen adviezen van de aangeschreven instanties, een geïntegreerd advies worden samengesteld. Op basis hiervan kan ten slotte worden aangegeven hoe de vertaling en doorwerking van deze adviezen naar het voorgenomen plan gebeurt.
2.
KORTE BESCHRIJVING VAN HET PLAN
Het RUP “Sportpark” staat, naast de inrichting van een zone voor sport en spel voor buitensporten, in voor de clustering van de voetbalinfrastructuur Kadijk SK en de club Overpelt VV, die nu aan De Leukens haar infrastructuur heeft. De sportinfrastructuur gaat daar weg en wordt geïntegreerd in dit Sportpark aan Kadijk. In Overpelt zijn volgende locaties met recreatieve functies aanwezig: De Leukens, Dorperheide, Esstraat, Pelterke, Ballaststraat, Steenovenstraat, Hoevenstraat, Hobosstraat (Figuur 6).
P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
2
Tabel 1: Verspreidliggende recreatieve functies Overpelt Site
Ligging GWP
Ligging
Toekomstvisie
HAG De Leukens
Buffergebied
/
BPA (recreatie) Dorperheide
Agrarisch
Herlocatie van de sportactiviteit naar Kadijk. KMO-zone (lokale bedrijvigheid)
in HAG
Herstel agrarische bestemming (+/- 2,8 ha)
gebied Esstraat
Openbaar nut
/
Behoud van de locatie
Pelterke
Openbaar nut
/
Behoud van de locatie
Ballaststraat
Openbaar nut
/
Behoud van de locatie
Steenovenstraat
Bosgebied
/
Bosgebied (bestemming en inrichting)
Hoevenstraat
Openbaar nut
/
Behoud van de locatie
Hobosstraat
Agrarisch
in HAG
Herstel agrarische bestemming (+/- 0,85 ha)
gebied
Er zijn slechts drie terreinen effectief zonevreemd namelijk de sites Steenovenstraat, Dorperheide en Hobosstraat. De laatste twee zijn gelegen in agrarisch gebied (HAG). De oppervlakte van het sportpark aan Kadijk is beperkt. Het inrichtingsplan geeft duidelijk aan wat de capaciteit van de invulling is. Een bundeling van alle sportinfrastructuur op het grondgebied in Overpelt op deze locatie is niet haalbaar. De gemeente zal, om deze problematiek duurzaam op te lossen, een ander planinitiatief nemen, zoals het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Overpelt dit heeft vastgelegd. Om de hoge bespeelbaarheid voor de voetbalsport te garanderen wordt ervoor gekozen om één terrein in kunstgras te voorzien.
Het programma omvat: 4 voetbalterreinen in gras 1 voetbalterrein in kunstgras Bebouwingsinfrastructuur bij de voetbal: kantine, kleedkamers, tribune Speelvelden in gras, met een zeer beperkte infrastructuur: lichte constructie voor materiaalberging, opgetrokken in hout en harmonisch ingepast in de omgeving Finse piste grindparking met plaats voor 135 auto’s, rijstroken in gesloten verharding ruime fietsparking met een capaciteit van 60 fietsen herstel van het trage wegennetwerk in het plangebied ecologische versterking ter hoogte van de Neuzerloop en de zone voor gemengd bosgebied Waterbeheerssysteem met vertraagde afvoer naar het natuurlijke bekensysteem: o o o
Opvang van het infiltratiewater en drainage/afvoer naar bufferbekkens (rietbassins). Het opgevangen water kan herbruikt worden om de voetbalvelden te beregenen in geval van droogte. Bij een te veel aan water in de bufferbekkens of buffergrachten wordt een overloop voorzien naar het natuurlijke bekensysteem.
Het grafisch plan zal opgevat worden als een oranje vlek, als zone voor recreatie: sport en spel. Er wordt op het grafisch plan een zone afgebakend door middel van een overdruk (arcering) die aangeeft waar de inplanting van de bebouwing en de parking kan gebeuren.
P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
3
3.
CONCLUSIE VERZOEK TOT RAADPLEGING
3.1
Algemeen
De noodzaak tot het opstellen van een MER werd nagegaan op basis van het optreden van “aanzienlijke effecten”, zoals dit blijkt uit de aard van het plan en de ligging van het plangebied. Op basis van een toetsing van de plan-MER-plicht overeenkomstig artikel 4.2.6 §1, 5° van het D.A.B.M. kan geoordeeld worden dat: De opmaak van het RUP “Sportpark” valt onder de definitie van een plan of programma;
3.2
Screening Plan-MER-plicht: onderzoek aanzienlijke effecten
De geplande bestemmingswijzigingen omvatten het uitbreiden van de bestaande recreatieve functie in functie van voetbal en sport en spel in open lucht, met speciale aandacht voor landschappelijke integratie voor de Neuzerloop, de waterhuishouding en de landschappelijke inkleding in het algemeen, de buffering naar de woningen in de omgeving en met het oog op een betere doorwaadbaarheid voor voetganger en fietser. Globaal kan geoordeeld worden dat het plan niet resulteert in aanzienlijke milieueffecten en bijgevolg niet plan-MER-plichtig is.
Het GemRUP valt onder het toepassingsgebied van het D.A.B.M. omdat het een plan is dat een kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een project; Het GemRUP vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of bijlage II van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004, of voor een project opgesomd in de bijlage van Omzendbrief LNE 2011/1 – 22 juli 2011, en is derhalve screeningsgerechtigd.
P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
4
4.
GEÏNTEGREERD ADVIES
Met het oog op raadpleging en adviesverlening over de mogelijke aanzienlijke effecten die het voorgenomen plan kan hebben, werd de nota “verzoek tot raadpleging” versie 27/01/2012 overgemaakt aan volgende instanties:
Het Departement Landbouw en Visserij, het Agentschap Wegen en Verkeer en het Departement MOW geven een negatief advies op het Verzoek tot raadpleging: Het Departement Landbouw en Visserij gaat er niet mee akkoord dat (onvergunde) zonevreemde activiteiten worden behouden, ten koste van de zone-eigen gebruikers. Bovendien is de impact op de landbouwers in het gebied onvoldoende onderzocht.
Adviesorgaan
Advies
Provinciebestuur Limburg – Directie Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Natuur
28/02/2012
BLOSO
02/03/2012
Na telefonisch overleg met het Departement bleek dat hun advies gebaseerd is op een foutieve interpretatie. In voorliggend geïntegreerd advies werd de impact op de landbouwers verder onderzocht. Het geïntegreerd advies werd bezorgd aan het Departement, waarna zij een tweede advies hebben uitgebracht.
Departement Landbouw en Visserij, afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling, Limburg
20/02/2012 18/06/2012
In hun tweede advies (18/06/2012) geven zij een gunstig advies onder voorwaarden:
Agentschap Wegen en Verkeer, buitendienst Limburg
27/02/2012
o
Locatiealternatieven verder onderzoeken
Departement MOW
06/03/2012 + Bijlage
o
Milderende maatregelen voor impact op landbouw opnemen
o Agentschap Ruimte en Erfgoed – Ruimtelijke Ordening Limburg
15/02/2012
Concreet uitwerken toekomstig gebruik te verplaatsen zonevreemde infrastructuur
Agentschap Wonen - Vlaanderen – Afdeling Wonen
20/02/2012
VMM – Afdeling Operationeel Waterbeheer
06/03/2012
Departement LNE – Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid
23/02/2012
Alle instanties brachten een advies uit op het ‘Verzoek tot raadpleging’, hetzij na het versturen van een herinneringsbrief op 1/03/2012.
Het Departement MOW en het Agentschap Wegen en Verkeer geven aan dat de effecten onvoldoende in kaart zijn gebracht om een beoordeling toe te laten. Zij halen volgende argumenten aan: o
Autoverkeer: impact van het autoverkeer op de bestaande en in de nabijheid liggende kruispunten en weggedeelten beter onderzoeken
o
Fietsverkeer: het schrappen van de gelijkvloerse spoorovergang Over ’t Waterstraat onderbreekt de huidige P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
5
recreatieve fietsrelatie. De toekomstige fietsrelaties van en naar het sportpark, van en naar de bewoonde omgeving dienen duidelijk in kaart gebracht te worden. o
o
Openbaar vervoer: de huidige haltes zijn op een paar honderd meters van de plansite. Een kaart waarop de huidige haltes worden gevisualiseerd is wenselijk. Bovendien zou duidelijk moeten worden of deze haltes mits juiste inpassing een beter gebruik aanmoedigen. Hiervoor dienen de af te leggen looplijnen ook in kaart gebracht te worden. Parkeren: er worden momenteel 135 parkeerplaatsen ingetekend. Volgens welke bron wordt deze behoefte gestaafd? Zullen er op het sportpark competitievewedstrijden zijn? Een onderzoek op een piekmoment betreffende het aantal sporters en supporters, het aantal geparkeerde auto's, zou een meer concreet inzicht geven betreffende het parkeren en de autobewegingen. Is onderzocht om de fietsenstalling op de meest ideale plaats is ingeplant om het gebruik van de fiets te stimuleren?
De overige adviesverlenende instanties zijn van oordeel dat de mogelijke gevolgen op het milieu in de nota “verzoek tot raadpleging” correct zijn beschreven, dat het besluit van het gevoerde milieueffectenonderzoek correct is en dat het plan bijgevolg geen aanzienlijke milieueffecten zal creëren1.
1
Het provinciebestuur heeft het plan getoetst aan het RSV, het RSPL en het GRS. Het plangebied ligt niet binnen de lijn van het afbakeningsdossier ‘kleinstedelijk gebied Neerpelt-Overpelt’, maar sluit er wel bij aan. De uitbouw van een stedelijk sportpark gebeurt in de hoofdruimte “Randstedelijke groengebieden als ‘groene oasen’ in het verstedelijkte landschap”. Dit werd zo ook ingeschreven in het luik gewenste recreatieve infrastructuur. De provincie stelt dat het plan niet strijdig is met het RSV, het RSPL en het GRS. Inhoudelijke opmerkingen zullen worden gemaakt in het kader van de plenaire vergadering. Bloso heeft geen opmerkingen bij de inschatting van de mogelijke milieueffecten. Ruimtelijke Ordening Limburg stelt in haar advies dat de screeningsnota een voldoende inschatting van de milieueffecten voor ruimtelijke ordening maakt, en formuleert geen bijkomende onderzoekdsvragen of opmerkingen. Wonen Vlaanderen stelt in haar advies dat de screeningsnota op een correcte manier de mogelijke gevolgen voor het plan voor het leefmilieu beschrijft. Zij zijn het eens met het gemotiveerd besluit dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke milieu-effecten kan gerereren. VMM beoordeelt de screening gunstig en schrijft dat ze in overeenstemming is met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid. VMM geeft het advies mee geen ondergrondse constructies te voorzien, zodat de invloeden op grondwaterstromen beperkt of onbestaande blijven.
Steeds van toepassing voor het specifieke aspect waar deze adviesverlenende instanties betrekking op hebben.
P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
6
5.
DOORWERKING NAAR HET VOORGENOMEN PLAN
In deze paragraaf wordt bijkomende toelichting gegeven, als antwoord op bepaalde opmerkingen van de adviesinstanties. Ook wordt aangegeven welke elementen doorwerken in het RUP of nog verder onderzocht zullen worden in de verdere procedure.
5.1
Locatiealternatieven
De noordelijke uitbreiding, zoals in de structuurschets in het GRS werd weergegeven, is niet meer aan de orde, aangezien op deze locatie woonuitbreidingsgebied is gelegen die in 2007 is vrijgegeven.
5.2
Impact op landbouw
Op onderstaande kaarten wordt het landbouwgebruik van 2000 – 2010 weergegeven, evenals de economische waarde van de percelen (Bron: Departement Landbouw en Visserij).
Locatiealternatieven zijn in het voorliggend RUP niet meer aan de orde en worden bijgevolg ook niet in de bijbehorende screeningsnota besproken. Het locatieonderzoek is reeds gebeurd tijdens de opmaak van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Overpelt. Het RUP is een directe uitvoering van twee bindende bepalingen in het GRS. Het RUP is daarnaast een verdere uitwerking van de structuurschets “achter het ziekenhuis” en is gesitueerd binnen de afbakening van de gewenste recreatieve structuur in het GRS.
Figuur 2
Figuur 1
Gewenste recreatieve structuur (GRS Overpelt)
Landbouwgebruik 2000- 2010
De meeste landbouwpercelen worden gebruikt voor voedergewassen. In het noorden van het plangebied doet een perceel dienst als wei- of hooiland. Het gebruik van het perceel in het uiterste noorden is niet gekend (ruigte?).
P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
7
De economische waarde van de percelen in gebruik voor landbouw wordt als hoog ingeschat. In de zuidelijke helft van het plangebied hebben enkele percelen een gemiddelde economische waarde.
Figuur 3
Economische waardering
Het plangebied heeft een totale oppervlakte van 11,6 ha, waarvan 7,2 ha in gebruik is als landbouwgrond. In het gebied zijn 8 landbouwers geregistreerd. De betrokkenheid van de verschillende landbouwers wordt weergegeven op onderstaande grafieken. Hieruit kan worden afgeleid dat 1 persoon significant getroffen wordt (40 – 50 % oftewel 5 – 10 ha) door het RUP.
Figuur 4
Absolute betrokkenheid landbouwers
Figuur 5
Relatieve betrokkenheid landbouwers
Bij nader onderzoek blijkt de getroffen landbouwer een particulier te zijn, die het perceel in het uiterste noorden (ruigte?) in gebruik heeft. Bijgevolg kan gesteld worden dat er geen landbouwers significant getroffen worden door het plan. Het enige onvergunde gebouw in het plangebied is de huidige voetbalkantine. Deze zal worden afgebroken. Het plan zal bijgevolg geen onvergunde activiteiten regulariseren. De bedrijfsgebouwen langs de Kadijkstraat zijn vergund als landbouwbedrijf, maar zijn in feite in gebruik door een zonevreemd carrosseriebedrijf. Het plan heeft hier bijgevolg geen invloed op een landbouwbedrijf. P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
8
Daarnaast worden twee in HAG gelegen zonevreemde sportinfrastructuren op het grondgebied van Overpelt opgeheven en hersteld als agrarische gebied. Het betreft de locaties Steenovenstraat en Hobosstraat (zie tabel 1) en omvat circa 3,65 ha (Figuur 6). In het kader van de geplande ontwikkelingen wordt er onderhandeld met de actieve landbouwer(s) en wordt er getracht een alternatief aan te bieden. De gemeente gaat dit verder onderzoeken.
5.3
Water
Om de grondwaterstromen niet te verstoren, worden er geen ondergrondse constructies voorzien in het plangebied.
5.4
Mobiliteit
5.4.1
Bereikbaarheid van de site
Autoverkeer Voor de ontsluiting van het gemotoriseerde verkeer is de categorisering van de wegen (cfr. gemeentelijk mobiliteitsplan, PAC 2005) een belangrijk gegeven. Nabij het plangebied zijn volgende selecties van wegen relevant.
Figuur 6
-
De N74 is als primaire weg I geselecteerd;
-
De ringstructuur van Overpelt ontsluitingsweg (type II);
-
De Astridlaan en Dorpstraat - Lindelsebaan zijn eveneens als lokale ontsluitingsweg (type II) ingekleurd;
-
De Kadijk is een lokale erftoegangsweg (type III).
is
geselecteerd
als
lokale
Situering zonevreemde sport P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
9
Deze visie rond wegencategorisering is in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (BD, 2009) bevestigd.
Op de bijgaande figuur wordt het wegprofiel Kadijk aangegeven, alsook het kruispunt met de Astridlaan.
Onderstaande figuur geeft weer via welke ontsluitingsroute voor het projectgebied van toepassing is, en hoe de link met het hogere wegennet aan de orde is.
Kruispunt ‘Astridlaan – Kadijk’
Voor de functie van de gemeentelijke Kadijk als aan het project aanpalende weg is in dit ontsluitingsaspect belangrijk. Voor deze weg werd een aantal jaren geleden een wegverbeterings- en rioleringsproject doorgevoerd. Momenteel kenmerkt de weg zich door een 2x1-profiel met een wegbreedte van 5 meter (asfalt), geflankeerd door een betonnen goot van 0,5 meter. Het verkeerssysteem is gemengd met een snelheidsregime van zone 70 km/u. op een aantal plaatsen situeren zich zijstraten (o.m. Masenstraat, Mulkenstraat, Driehoekstraat); er geldt een voorrang van rechts.
Wegprofiel Kadijk
P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
10
Fietsverkeer Nabij de plansite is de Astridlaan (N712), zowel ten oosten als ten westen van de N74, geselecteerd als non-stop hoofdroute in het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Ter hoogte van het centrumgebied van Overpelt zijn er vertakkingen van het functionele net in alle windrichtingen. In de directe omgeving van het plangebied is geen bovenlokale recreatieve fietsroute geselecteerd. Omwille van het schrappen van de gelijkvloerse spoorovergang Over ’t Waterstraat moet de huidige recreatieve fietsrelatie Over ’t Waterstraat – Heggestraat via een ander traject verzorgd/hersteld worden. Daarom is in het RUP gekozen om deze route om te leggen doorheen het plangebied en via de spooroverweg te Kadijk terug te laten aansluiten op het recreatieve netwerk. Maar de gebruiker kan hier ook overschakelen op de bestaande functionele route via de Masensstraat naar het centrumgebied van Overpelt. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om in de toekomst een doorsteek naar de Astridlaan te realiseren voor trage weggebruikers via Schaapsdijk. Onderstaande figuur brengt de selecties van het bovenlokale functionele en recreatieve fietsroutenetwerk duidelijk in kaart, alsook de hierboven beschreven toekomstige omlegging van de recreatieve fietsroute.
Openbaar vervoer Wat betreft de ontsluiting per openbaar vervoer zijn voornamelijk buslijnen 18a, 48 en 307 die via de Astridlaan rijden van belang. De haltes van de reguliere zijn op een paar honderden meters van de plansite. -
Het aanbod van Lijn 18a (Hasselt – Achel) op een weekdag bestaat uit 1 bus in de ochtendspits richting Hasselt, en 1 bus in de avondspits richting Achel.
-
Het aanbod van Lijn 48 (Hasselt – Hamont/Neerpelt) op een weekdag bestaat uit 1 bus in de ochtendspits richting Hasselt, en 1 bus in de avondspits richting Hamont/Neerpelt.
-
Het aanbod van lijn 307 (Leuven – Hamont) op een weekdag bestaat uit een tweetal bussen in ochtend- en avondspits in beide richtingen. P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
11
Naast de reguliere lijnen is er ook nog een belbusaanbod. De belbus doet de halte Kadijk aan (halte t.h.v. de Driehoekstraat). Concluderend mag gesteld worden dat de ontsluiting van de site per openbaar vervoer beperkt is. Op een ruime kilometer wandelafstand ligt wel het IR-station van Overpelt met een opmerkelijk ruimer aanbod. Onderstaande figuur is een netplan van De Lijn en hierop is de dichtstbijzijnde reguliere bushalte aangeduid. Naast deze halte zijn er uiteraard in het centrumgebied nog belangrijke haltes met een hoger busaanbod.
5.4.2
Parkeerbehoefte
Op het inrichtingsplan staat een parkeerterrein met een capaciteit van ca. 135 parkeerplaatsen ingetekend. Het RUP voorziet dit aanbod op basis van de verwachte parkeerbehoefte bij een voetbalwedstrijd. Hiervoor is uitgegaan van kencijfers van de CROW2 van 16 tot 20 autoparkeerplaatsen per ha netto terrein en 0,20 autoparkeerplaatsen per zitplaats. Wetende dat het programma 5 terreinen van zo’n 0,75 ha omvat en een zittribune voor 300 personen, komt dit neer op een parkeerbehoefte van max. 135 ppl. De fietsenstalling is voorzien net bij de hoofdingang van het hoofdgebouw. Dit lijkt de meest geschikte locatie voor een fietsenstalling gezien de wandelafstanden op deze wijze beperkt blijven. Onderstaand inrichtingsplan geeft de ligging van het parkeerterrein, fietsenstalling en hoofdgebouw weer op kaart.
5.4.3
Druktebeeld projectontsluitende wegen
Voor de ontsluiting van de sportzone vormen de K. Astridlaan en Kadijkstraat de meeste bepalende wegen. In het kader van de toetsing van de draagkracht van deze wegen voor de opvang van het extra projectgericht verkeer, zijn in maart/april 2012 een aantal verkeerstellingen uitgevoerd. Met name zijn doorsnede-tellingen uitgevoerd (gedurende periode van een week of langer) op beide straten om een beeld te krijgen van de actuele verkeersdrukte. Op de Kadijkstraat is geteld tussen de Astridlaan en de Driehoekstraat (drukste segment); op de Astridlaan is geteld op het segment tussen Kadijk en de Dorpsstraat. De in bijlage gevoegde grafieken geven de verkeersintensiteiten weer voor elk uur van een representatieve weekdag (waarop de verkeerdrukte relatief
2
CROW (2004). ASVV. Aanbevelingen voor stedenbouwkundige voorzieningen binnen bebouwde kom. Ede.
P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
12
het hoogst is). De verkeersintensiteiten staan uitgedrukt in personenautoequivalent, zijnde een representatieve eenheid voor evaluatie m.b.t. verkeersdrukte. Uit de tellingen kan een totaalbeeld over de dag, alsook een beeld per uur afgeleid worden. Onderstaand worden een aantal referentiecijfers (beide richtingen samen, afgerond, alle meetdagen in week en weekend): -
Voor de Astridlaan:
Tabel 2 Wegcapaciteit in functie van de leefbaarheid per type weg
Wegcategorie
-
omlegging 2x2 beperkt aantal kruispunten
7200
secundair (hoofdinvalsweg)
2x2 in bebouwde kom groot aantal kruispunten
4000
stedelijke hoofdstraat
2x1 met weinig tot geen kruispunten en scheiding verkeersdeelnemers
3600
stedelijke hoofdstraat
2x1 groot aantal kruispunten en scheiding verkeersdeelnemers
2400
Lokale verbindingsweg interne ontsluitingsweg
2x1 groot aantal kruispunten
1300
2x1 groot aantal kruispunten
800
2x1 geen scheiding verkeersdeelnemers
500
Voor de Kadijk: Intensiteitswaarden op dagbasis tussen 550 - 615 pae Intensiteitswaarden op uurbasis tussen 30 – 65 pae
In functie van de capacitaire evaluatie (draagkracht) van wegen zijn binnen Vlaanderen een aantal kencijfers van toepassing3; deze kencijfers zijn van toepassing van een divers type van wegen (afhankelijk van categorisering en functie van de weg) De onderstaande tabel geeft deze cijfers weer. De cijfers in de tabel spelen specifiek in op het aspect “verkeersleefbaarheid” (rekenschap woonfunctie); immers, er zou kunnen uitgegaan worden van een “theoretische wegcapaciteit, maar hier wordt een specifiek cijfer gehanteerd dat rekening houdt met de verkeersleefbaarheid (lager dan theoretische capaciteit). De cijfers vormen een toetsing op uurbasis, en dit voor beide richtingen samen.
3
Bron: Evaluatiecijfers zoals courant gebruikt in gebruikt in Mobiliteitseffectrapportages en Milieu-effectrapportages in Vlaanderen
(PAE/u/wegsegment =2 richt)
primair
Intensiteitswaarden op dagbasis tussen 3700 – 6500 pae Intensiteitswaarden op uurbasis tussen 310 – 570 pae
Capaciteit ifv leefbaarheid
Omschrijving
Wijkverzamelweg (= Astridlaan) Woonstraat (= Kadijk)
Vanuit de wegencategorisering is de Astridlaan volgens deze tabel een wijkverzamelweg (= lokale ontsluitingsweg – L type II) met gescheiden verkeer, en de Kadijkstraat is een woonstraat (lokale erftoegangsweg – L type III). Zodoende is de capaciteit van de Astridlaan 800 pae/u voor beide richtingen samen, en deze van de Kadijkstraat 500 pae/u.
P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
13
Als deze referentiecijfers vergeleken worden met de effectieve verkeerdrukte op zowel de Astridlaan als Kadijk, blijkt dat er vandaag de dag zeker geen problemen kunnen gedetecteerd worden.
5.4.4
Toekomstig druktebeeld
In één van de vorige paragrafen is op basis van kencijfers gekomen tot een maximale parkeerbehoefte van ca. 135 parkeerplaatsen; in het RUP is dit parkeeraanbod voorzien basis van de verwachte parkeerbehoefte op een piekmoment (belangrijke voetbalwedstrijd)4. Afgeleid komt dit neer op 135 autobewegingen van/naar de terreinen voor een op een piekmoment. Vanuit een worstcasebenadering kan aangenomen worden dat deze auto’s allemaal in hetzelfde uur aankomen, en later ook weer in hetzelfde uur vertrekken. Vrachtverkeer van en naar het plangebied is verwaarloosbaar, en is dus buiten beschouwing gelaten. Gelet op het feit dat het piekmoment voor de sportterreinen niet zal samenvallen met de ochtend- en avondspits (eerder in de avondperiode en het weekend), zal dit verkeer ook niet gaan samenvallen met de drukste periodes in het huidige verkeersbeeld.
op de Astridlaan is op vlak van veiligheid (cfr. degelijke zichtbaarheid door aansluiting in de buitenbocht) ook in dit opzicht in principe geen probleem. Niettemin kunnen een aantal principiële ingrepen (op preventieve basis) voorgesteld worden om de leefbaarheid en veiligheid te waarborgen of verbeteren. Zo kan bv. : -
-
-
Op de Kadijk bekeken worden om op termijn de zone 70 om te vormen tot een zone 50 (woongebied). Het gaat immers om woonstraten (lokale wegen III) zonder verbindende functies waar de verblijfsfunctie prioriteit blijft verdienen. Bovendien is het ook daar een gemengd verkeerssysteem. Op de Kadijk bekeken worden in welke mate een aantal infrastructurele maatregelen extra te treffen zijn ter ondersteuning van een desgevallend verlaagd snelheidsregime; dit kan bv ter hoogte van de aansluitende zijstraten Op het kruispunt van de Astridlaan - Kadijk toch bekeken worden of een betere accentuering van het kruispunt in het wegbeeld van de gewestweg mogelijk is. Dit zou eerder moeten gekaderd worden in een totaalaanpak van de gewestweg, met nadruk op de verbetering van de fietsvoorzieningen, maar waar structurele ingrepen op kruispuntniveau onderdeel van kunnen/moeten zijn.
Op de Kadijkstraat waar alle projectgericht verkeer zich zal gaan concentreren (op Astridlaan zal dit verkeer immers al divergeren naar meerdere richtingen) blijkt zondermeer voldoende restcapaciteit aanwezig te zijn voor dit verkeer op te vangen. Afwikkelingsproblemen zullen zich dan ook ten tijde van de sportevenementen niet gaan stellen. Dat zich bij het einde van een sportevenement (met publiek) plaatselijk een beperkte en tijdelijke verkeersdruk zal manifesteren, is nu eenmaal inherent aan deze activiteiten, maar is daarom niet problematisch. De aantakking van Kadijk
4
Hiervoor is uitgegaan van 16 tot 20 autoparkeerplaatsen per ha netto terrein en 0,20 autoparkeerplaatsen per zitplaats.
P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
14
6.
BIJLAGE
GRAFISCH PLAN
P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
15
INRICHTINGSPLAN FASE 1
P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
16
INRICHTINGSPLAN FASE 2
P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
17
VERKEERSBEELD ASTRIDLAAN
Verkeersintensiteiten (pae) Astridlaan gemiddeld verkeersbeeld - weekdag - dinsdag 600 500 400 300 200 100 0
Richting Lindelsebaan
Richting Lommel
Totaal
P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
18
VERKEERSBEELD KADIJKSTRAAT
Verkeersintensiteiten (pae) Kadijkstraat gemiddeld verkeersbeeld - weekdag - dinsdag 60
50
40
30
20
10
0
Richting Astridlaan
Richting Voetbalterrein
Totaal
P.003170 | GemRUP ‘Sportpark’ Overpelt
19