2013-2016
Op weg naar effectieve schuldhulp
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
Gemeente Woudenberg Afdeling Ontwikkeling en Beleid Roelie Lammers-Zandberg
Postbus @gemwoudenberg.nl (033) 286 91 00
De nota Gemeentelijke schuldhulpverlening is de eerste nota waarin de gemeente het beleid schuldhulpverlening schriftelijk vastlegt. De directe aanleiding daarvoor is het inwerkingtreden van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Schuldhulpverlening is het meest effectief als er integraal gehandeld wordt : met oog voor de totale situatie van de persoon en in samenwerking met andere betrokken instanties. De nota beschrijft hoe we integrale schuldhulpverlening willen vormgeven. Daarmee zijn we op weg naar effectieve schuldhulp!
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
pagina 2
INHOUDSOPGAVE
1. SAMENVATTING
3
2. INLEIDING
4
3. VISIE OP INTEGRALE SCHULDHULPVERLENING
5
4. EFFECTIEVE EN INTEGRALE SCHULDHULP
6
4.1 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) 4.1.1 Algemeen 4.1.2 Juridische gevolgen
6 6 6
4.2 Effectieve schuldhulp: doelstellingen, kwaliteit en gewenste resultaten 4.2.1 Doelstellingen en doelgroepen 4.2.2 Gewenste resultaten 4.2.3 Kwaliteit
7 7 9 10
4.3 Integrale schuldhulp: een brede kijk op een duurzame oplossing
11
5. FINANCIËN
14
6. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN (BELEIDSAMBITIES)
15
BIJLAGE 1 PROCESBESCHRIJVING SCHULDHULPVERLENING
16
BIJLAGE 2 SCHULDHULPVERLENING WOUDENBERG IN AANTALLEN
19
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
1.
pagina 3
Samenvatting
Financiële problemen vormen een grote belemmering voor (arbeids)participatie. Naast een web van financiële problemen is vaak sprake van problemen van psychosociale aard rondom opvoeding, relatie, werk etc. Men heeft weinig inzicht in het eigen gedrag en de gevolgen daarvan. De manier waarop met problemen wordt omgegaan is weinig effectief. Schuldhulpverlening die zich alleen richt op het oplossen van schulden, is eveneens weinig effectief. Het Rijk wil dat gemeenten werk maken van integrale, effectieve schuldhulp, en heeft daarom de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ingesteld. Integrale schuldhulp houdt in dat gekeken wordt naar de oorzaken van de financiële problemen zodat deze indien mogelijk weggenomen kunnen worden. Daarnaast betekent integrale schuldhulp samenwerken met andere organisaties die betrokken zijn bij het gezin, zodat een totaaloplossing wordt nagestreefd. Dit betekent dat niet langer altijd direct gestreefd wordt naar het schuldenvrij maken van iemand, maar naar het hoogst haalbare van dat moment. Als een schuldenaar bijvoorbeeld nog onvoldoende gemotiveerd is voor een schuldregelingstraject, dan is de kans van slagen minimaal. Het is daarom beter eerst te werken aan de motivatie, en pas daarna een oplossing voor de schulden te zoeken. Het vergroten van de zelfredzaamheid staat centraal: de schuldenaar is en blijft zelf verantwoordelijk en wordt hier op aangesproken. Minderjarige kinderen zijn extra kwetsbaar. Daarom krijgt de doelgroep gezinnen met minderjarige kinderen extra aandacht. Inwoners met schulden door fraude of schuldenaren die terugvallen in schulden kunnen door de gemeente uitgesloten worden van schuldhulpverlening. Het volledig uitsluiten van SHV betekent echter ook dat niet naar andere schulden wordt gekeken, die niets met de fraude te maken hebben. Woudenberg kiest hier niet voor, omdat schulden zich nooit vanzelf oplossen, en alleen verergeren. Uiteraard dient fraude streng aangepakt te worden, en zeker niet beloond. Bij terugval in schulden is het kijken naar de oorzaken en het zoeken van een passende oplossing erg belangrijk. Schuldhulpverlening kost geld. De baten van goede schuldhulp zijn echter hoger: schuldhulpverlening loont.
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
2.
pagina 4
Inleiding
Per 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking getreden. Gemeenten krijgen meer expliciet de verantwoordelijkheid voor schuldhulpverlening. Belangrijke onderdelen van de wet voor een gemeente zijn:
Het maken van een beleidsplan dat gericht is op nazorg en preventie; Het beleidsplan regelt de integraliteit van schuldhulpverlening. Dit plan geldt voor maximaal vier jaar; De gemeente heeft na een verzoek tot schuldhulpverlening maximaal vier weken de tijd voor een eerste gesprek met de schuldenaar. Voor bedreigende schulden (huisuitzetting, afsluiting gas/water/elektra, zorgverzekering) geldt hiervoor een termijn van maximaal drie werkdagen; De schuldhulpverlener geeft inzicht in de verwachte doorlooptijd (intake tot aanbod); Elk schuldhulpverleningsaanbod aan de schuldenaar is vanaf 1 juli 2012 een besluit volgens de Algemene wet bestuursrecht. Daardoor staat bezwaar en beroep open voor de schuldenaar; Schuldhulpverlening is breed toegankelijk. Niemand wordt op voorhand uitgesloten.
Een belangrijk uitgangspunt van de wet is het voorkomen en wegnemen van drempels die de participatie van burgers belemmeren. Raad en college van de gemeente Woudenberg delen dit standpunt. Dit komt onder meer tot uitdrukking in het Wmo beleid, het re-integratiebeleid, het huisvestingsbeleid en het minimabeleid van de gemeente Woudenberg. Het is economisch niet verantwoord en uit sociaal oogpunt niet wenselijk dat mensen buiten de samenleving komen te staan. Maatregelen die de participatie vergroten zijn van groot belang, waarbij arbeidsmarktparticipatie voorop staat. Een belemmering bij arbeidsparticipatie zijn (problematische) schulden. Het voorkomen en/of oplossen daarvan is daarom van groot belang. In de eerste plaats zijn schuldenaren en schuldeisers daarvoor verantwoordelijk. Als mensen toch hulp nodig hebben, kunnen ze daarvoor bij de gemeente terecht. Schuldhulpverlening in Woudenberg wordt al volledig in lijn met de nieuwe wet uitgevoerd. Deze nota is dan ook bedoeld om te voldoen aan de wettelijke verplichting het beleid schriftelijk vast te leggen en niet om een verandering te bewerkstelligen. Bijlage I beschrijft het proces schuldhulpverlening. Bijlage II beschrijft hoeveel inwoners met schuldhulpverlening te maken hebben.
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
3.
pagina 5
Visie op integrale schuldhulpverlening
Hoewel de wet aangeeft dat gemeenten integrale schuldhulpverlening moeten aanbieden, beschrijft de wet niet wat we daar onder moeten verstaan. Daar is bewust voor gekozen, om gemeenten maximale beleidsvrijheid te geven. De Memorie van toelichting beschrijft integrale schuldhulpverlening als: “Een samenhangend hulpaanbod van preventie tot en met zorg gericht op zowel de financiële als psychosociale en andere oorzaken van schulden”. Het kan daarbij gaan om relatieproblemen, woonsituatie, gezondheid, verslaving en gezinssituatie. Een speerpunt uit het collegeprogramma 2011-2014 is: “Ervoor zorgen dat iedere inwoner volwaardig kan deelnemen aan de samenleving”. In onze maatschappij staat de eigen verantwoordelijkheid voorop, en waar nodig is er begeleiding vanuit het eigen netwerk, de overheid of andere instanties. Uitgangspunt bij begeleiding is dat het tijdelijk is: de begeleiding richt zich op zelfredzaamheid. Een ander uitgangspunt is dat we alleen doen wat werkt: een verslaafde schuldenvrij maken werkt niet, en dat doen we dan ook niet. Wat in dit voorbeeld wél werkt, is de verslaafde motiveren om af te kicken. Nadat hij is afgekickt, is het mogelijk wel haalbaar dat hij schuldenvrij wordt. De NVVK, de branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren, definieert integrale schuldhulpverlening als volgt: “Integrale schuldhulpverlening is het actief ondersteunen van een inwoner bij het vinden van een oplossing voor zijn/haar financiële problemen, maar ook bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of voor omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen kunnen worden opgelost. Integrale schuldhulpverlening houdt daarnaast in dat zoveel mogelijk voorkomen wordt dat problematische schulden ontstaan (preventie) en terugkeren (nazorg)”. Onze visie op integrale schuldhulpverlening is: “Een inwoner met financiële problemen begeleiden naar een leven waarin deze problemen geen belemmering meer vormen voor maatschappelijke participatie, liefst schuldenvrij. De begeleiding richt zich daarbij op het verkrijgen van inzicht in de oorzaken van de problemen en het zoeken van mogelijkheden deze oorzaken integraal weg te nemen. Door een breed en actief preventiebeleid te voeren, ontstaan er steeds minder financiële problemen.”
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
4.
pagina 6
Effectieve en integrale schuldhulp
4.1 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) 4.1.1 Algemeen Het Rijk is van mening dat gemeenten de regie moeten voeren bij schuldhulpverlening (SHV). De Wgs schrijft voor dat de gemeenteraad een plan vast moet stellen dat richting geeft aan integrale SHV. Het beleidsplan moet in elk geval ingaan op resultaten, kwaliteit, wachttijd en schuldhulpverlening aan gezinnen met minderjarige kinderen. Het doel van de Wet is te borgen dat gemeenten effectieve, integrale schuldhulp verlenen. Veel gemeenten doen dat al, en voor deze gemeenten heeft de wet geen toegevoegde waarde. Effectieve schuldhulp betekent dat de schulden zo goed mogelijk opgelost worden: het vooraf vastgestelde, hoogst haalbare doel wordt gehaald. Het betekent óók het voorkomen van maatschappelijke kosten die ontstaan door schulden (bijvoorbeeld huisuitzetting of verminderde effectiviteit van een re-integratietraject). Ten slotte is schuldhulp pas effectief, als terugval voorkomen wordt. In Woudenberg wordt SHV al volledig in lijn met de Wgs uitgevoerd: termijnen waarbinnen gesprekken moeten plaatsvinden worden gehaald, er is extra zorgvuldigheid in schuldensituaties waar minderjarige kinderen bij betrokken zijn en er wordt integraal gewerkt. De integraliteit blijkt uit de aandacht voor de omstandigheden van de schuldenaar waaronder de schulden zijn ontstaan, en welke mogelijkheden er zijn om deze omstandigheden te verbeteren. Daarnaast borgt de samenwerking met ketenpartners en medewerkers van de gemeente de integrale dienstverlening. Artikel 5 van de nieuwe wet treedt op een nader te bepalen moment in werking. Artikel 5 beschrijft het wettelijk breed moratorium. Dit houdt in dat het college een afkoelingsperiode van maximaal zes maanden bij de rechter kan aanvragen waarbinnen schuldeisers geen invorderingsmaatregelen mogen treffen. Het moratorium is gekoppeld aan het Wetsvoorstel kostenverhogende griffierechten. Inmiddels is deze verhoging van de baan, waardoor over invoering van het moratorium nog verder gesproken moet worden. Artikel 11 treedt eveneens op een nader te bepalen moment in werking. Dit artikel regelt het wettelijk recht op een basisbankrekening. Inwerkingtreding is gekoppeld aan wijziging van de Wet op het financieel toezicht. Een basisbankrekening is nodig om het inkomen betaalbaar te kunnen stellen en de vaste lasten van te voldoen. In de praktijk willen banken niet altijd een basisbankrekening verstrekken aan schuldenaren.
4.1.2 Juridische gevolgen De Wgs heeft juridische gevolgen voor het proces SHV. De belangrijkste staan hier beschreven. Bezwaar en beroep Het college van B&W besluit tot het wel of niet doen van een aanbod schuldhulpverlening na ontvangst van een schriftelijke aanvraag om schuldhulpverlening. Het college, of de gemandateerde instantie, geeft vervolgens een beschikking af met daarin een gemotiveerd besluit. Als gevolg van de nieuwe wet is dat een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Tegen een dergelijk besluit is dan ook bezwaar en beroep mogelijk.
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
pagina 7
Besluittermijn Omdat een beslissing op grond van een aanvraag SHV onder de Awb valt, moet uiterlijk binnen acht weken na datum aanvraag een besluit genomen worden. Het besluit ziet slechts op het wel of niet doen van een aanbod SHV, en niet op welke vorm van SHV wordt aangeboden. Als een gemeente geen expliciete uitsluitingsgronden heeft vastgelegd in haar beleid, wordt dus op elke aanvraag positief beschikt. De Wgs regelt de maximale wachttijd in crisissituaties en voor de intake SHV. Op het overtreden van deze wachttijden staat geen sanctie: het betreft een termijn van orde. De Wet dwangsom is hier niet van toepassing omdat hier geen beslissing genomen wordt.
Casus De probleemverzamelaar Michael stapelt probleem op probleem. Hij kampt met een verslaving en zit voor allerlei kleine vergrijpen geregeld in de gevangenis. Hij heeft moeite zich te beheersen en heeft vaak ruzie. Mede hierdoor kan hij geen werk vinden en als hij het vindt, weet hij zijn baan niet te behouden. Het lukt hem maar niet zijn leven op orde te krijgen. Bij mensen als Michael zijn schulden niet het primaire probleem, maar een gevolg of een symptoom van andere problemen. Verslaving en daarmee samenhangende problemen duiden niet noodzakelijk op een gebrek aan financiële vaardigheden. Het is eerder het gebrek aan sociale vaardigheden dat het hen zo moeilijk maakt. Bijvoorbeeld om beheerst te blijven in conflictsituaties. Naast onvoldoende vaardigheden is motivatie een probleem. Het type dat we hier schetsen, lijdt nogal eens onder een negatief zelfbeeld, wat de kans verkleint dat hij hulp zal zoeken. ‘Wat heeft het voor zin? Het helpt toch niet’, is het negatieve uitgangspunt. Het vraagt een verandering van zelfbeeld wil de probleemverzamelaar bereid zijn hulp te zoeken. Omdat hij niet zelden uit een omgeving komt waar het hebben van schulden normaal is, schaamt hij zich er niet voor dat hij anderen dupeert met zijn gedrag. De kans is klein dat Michael permanent schuldenvrij zal worden. De schuldhulpverlener moet zich bij aanmelding dan ook afvragen wat het hoogst haalbare resultaat is en zich daarop focussen.
4.2 Effectieve schuldhulp: doelstellingen, kwaliteit en gewenste resultaten Zoals al genoemd is effectieve schuldhulp enerzijds het zoeken van de hoogst haalbare oplossing voor de schulden, en anderzijds het voorkomen van maatschappelijke kosten doordat schulden verder oplopen. Maar wanneer is schuldhulp nu aantoonbaar effectief? Om dat te kunnen bepalen is het noodzakelijk doelstellingen en doelgroepen, kwaliteitsnormen en gewenste resultaten te formuleren.
4.2.1 Doelstellingen en doelgroepen De gemeente Woudenberg ondersteunt inwoners bij het ontwikkelen van financiële zelfredzaamheid en het oplossen en/of stabiliseren van schulden zodat geldzorgen geen belemmering voor (arbeids)participatie vormen. De gemeente kiest voor een integrale benadering, omdat schulden meestal samen met andere problemen komen.
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
pagina 8
Uit deze hoofddoelstelling volgen onderstaande subdoelstellingen: 1. Preventie/vroegsignalering: door bewustwording voorkomen dat mensen financiële verplichtingen aangaan die ze niet kunnen nakomen. Mensen inzicht geven in het eigen gedrag, de waarde van geld en gevolgen van het aangaan van financiële verplichtingen. Door het signaleren en oplossen van financiële problemen in een vroeg stadium wordt erger voorkomen. 2. Stabilisatie: financiële stabiliteit en rust creëren door te voorkomen dat schulden verder oplopen en er een crisissituatie ontstaat. Stabiliteit ontstaat door directe inzet van inkomensbeheer, eventueel gecombineerd met inschakeling van flankerende hulpverlening (maatschappelijk werk, verslavingszorg, GGZ). 3. Schulden oplossen: een schuldenvrije toekomst geven door het treffen van een passend traject (betalingsregeling, krediet etc). 4. Nazorg: borgen dat het bereikte resultaat blijvend is door terugval in oude gedragspatronen te voorkomen. Doelgroepen Tot de doelgroep behoren alle inwoners van de gemeente van 18 jaar of ouder waarvan voorzien wordt dat zij niet kunnen voortgaan met het nakomen van hun financiële verplichtingen. De Wgs beschrijft de voorwaarden die voor vreemdelingen gelden om voor integrale SHV in aanmerking te komen: een rechtmatig verblijf volgens de Vreemdelingenwet. In bijlage 2 staat hoe groot de doelgroep is. In het kader van preventie is de doelgroep breder: vanaf 8 jaar is het gemiddelde getalbegrip dusdanig dat financiële educatie een goede investering in financiële zelfredzaamheid is. Gezinnen met minderjarige kinderen Gezinnen met minderjarige kinderen vormen een specifieke doelgroep die extra aandacht verdient vanwege de kwetsbare positie van kinderen. Hoewel een huisuitzetting altijd ingrijpend is, is de impact nog veel groter als er jonge kinderen bij betrokken zijn. In Woudenberg wordt elke inwoner in een financiële crisissituatie door de schuldhulpverlener uitgenodigd voor een gesprek om te zoeken naar een oplossing. Als het een gezin met minderjarige kinderen betreft, wordt daarnaast altijd het Centrum voor Jeugd en Gezin ingeschakeld. Het CJG kijkt of het gezin bekend is bij hulpverlenende instanties en onderneemt in samenspraak met de schuldhulpverlener actie om in contact te komen met het betreffende gezin. Als er geen sprake van een crisissituatie is, gaat het gezin de reguliere SHV in. De schuldhulpverlener heeft daarbij aandacht voor een optimaal gebruik van voorzieningen (bijvoorbeeld een sportvergoeding voor kinderen van minima). Woudenberg heeft een minimabeleid waarbij in het bijzonder aandacht is voor kinderen. Zelfstandigen De reguliere schuldhulpverlening voorziet niet in het regelen van schulden van (ex-)zelfstandige vanwege het ontbreken van specifieke deskundigheid. Daarnaast kan het Bbz (besluit bijstandsverlening zelfstandigen) in veel gevallen uitkomst bieden. Als een bedrijf in zichzelf levensvatbaar is, maar bv. tijdelijk niet genoeg winst maakt, kan een lening en/of een periodieke uitkering voor levensonderhoud worden verstrekt. Gemeente Barneveld voert het Bbz uit voor inwoners van Woudenberg. In een enkel geval valt een ondernemer met schulden buiten de boot: als het bedrijf beëindigd wordt, maar nog niet alle stukken beschikbaar zijn en de bedrijfsafhandeling complex is. In deze situaties wordt doorgaans specialistische hulp ingeschakeld voor het regelen van de schulden. Gemiddeld wordt in Woudenberg daar eens per twee jaar gebruik van gemaakt. Per situatie moet beoordeeld worden welke oplossing het meest passend is. De eerste voorlichting en advisering verloopt via het spreekuur SHV.
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
pagina 9
Fraude en recidive De Wgs biedt gemeenten de expliciete mogelijkheid inwoners uit te sluiten van SHV bij fraudeschulden en/of terugval in schulden. Daarnaast treedt per 1 januari 2013 het Wetsvoorstel aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving in werking. Dit wetsvoorstel regelt o.a. dat fraude met uitkeringen zwaarder wordt bestraft: een minnelijk schuldregelingstraject is niet mogelijk, een schuldregeling kan slechts via de rechtbank (WSNP) worden verkregen. Het uitsluiten van fraudeschulden en recidivisten heeft voor- én nadelen: Voordelen: De eigen verantwoordelijkheid wordt aangesproken De kosten SHV dalen voor de gemeente Het draagvlak in de samenleving blijft in stand We dragen uit dat SHV niet vrijblijvend is Nadelen: De kostendaling voor de gemeente is minimaal De schuldenproblematiek lost niet vanzelf op, maar wordt groter naarmate langer gewacht wordt met hulp inroepen. Naast de schulden, nemen ook de maatschappelijke kosten toe SHV wordt minder laagdrempelig Woudenberg sluit op voorhand niemand uit van schuldhulpverlening. Het feit dat schulden nooit zichzelf oplossen, maar alleen toenemen met alle bijkomende problemen en kosten van dien, speelt in deze keuze een doorslaggevende rol. Wel is bij deze groep schuldenaren erg belangrijk een passend aanbod te doen. De check op het hoogst haalbare is hier evident. Dit betekent bijvoorbeeld dat de vaste lasten van de schuldenaar worden betaald zodat een crisissituatie voorkomen wordt. De fraudeschuld blijft dan bestaan, maar de totale situatie escaleert niet in bijvoorbeeld een woning ontruiming.
4.2.2 Gewenste resultaten Naast het formuleren van algemene doelstellingen in hoofdstuk 4.2.1 is het noodzakelijk om concrete resultaten te beschrijven als we de effectiviteit van SHV willen bepalen. Het interpreteren van resultaten is echter niet eenvoudig: is een toename van het aantal bezoekers van het spreekuur SHV positief omdat meer mensen de weg weten te vinden? Of is het negatief omdat blijkbaar meer huishoudens financiële problemen hebben? En wat is het meetbare effect van voorlichting als preventieactiviteit? In de nieuwe begrotingsopzet zijn vooralsnog twee doelen opgenomen met bijbehorende indicatoren: Doelen: A. Preventie
Indicatoren: 1. Aantal huishoudens met schulden dat bekend is 2. Percentage bezoekers spreekuur SHV wat geen verdere schuldhulp nodig heeft 3. Aantal crisissituaties aangemeld bij het spreekuur SHV
Nulmeting 2011:
Streefwaarden: 2013 2014 2015
2016
44
46
48
49
50
31%
33%
36%
38%
40%
6
5
4
4
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
B. Schuldenvrije toekomst
pagina 10
4. Aantal crisissituaties dat wordt opgelost via het spreekuur SHV
1
2
2
2
5. Percentage schuldregelingstrajecten zonder uitval 6. Percentage recidive nadat een schuldregelingstraject succesvol is doorlopen
64% (2009)
70%
72%
74%
76%
onbekend
ntb
ntb
ntb
ntb
Toelichting indicatoren 1. Als meer huishoudens bekend zijn bij SHV, kan dat betekenen dat er meer huishoudens met schulden zijn. Desalniettemin is het dan beter dat deze huishoudens in beeld zijn. Een stijging is dus positief. 2. Als de financiële problemen nog beheersbaar zijn, volstaat advies vanuit het spreekuur en is geen verdere schuldhulp nodig. 3. Het streven is meer mensen met financiële problemen te kennen en vroegtijdig te helpen zodat het niet tot een crisis komt. Een daling van het aantal crisissituaties is dus positief. 4. De gemeente ontvangt aanzeggingen van ontruimingen en afsluitingen en nodigt vervolgens de betreffende inwoner uit om hulp aan te bieden om de crisis af te wenden. Vijf van de zes uitgenodigden in 2011 hebben geen gehoor gegeven aan de uitnodiging. Dit kan betekenen dat mensen de situatie zelf konden oplossen met bijvoorbeeld hulp van familie. Drie ontruimingen zijn daadwerkelijk doorgegaan. 5. Het is belangrijk dat een passend aanbod schuldhulp wordt gedaan. Passend betekent afstemming op de regelbaarheid van de schulden én de motivatie van de klant. Hoe beter dat vooraf in kaart wordt gebracht, hoe groter de kans op een succesvol traject. 6. Schulden zijn vaak het gevolg van gedrag. Daarom is het erg belangrijk tijdens een schuldhulptraject gedragsverandering te bewerkstelligen zodat niet na afloop van het traject iemand opnieuw schulden maakt.
4.2.3 Kwaliteit De gemeente streeft naar een hoge kwaliteit van schuldhulpverlening. Dat komt tot uiting in algemene en specifieke kwaliteitseisen waaraan de uitvoerende instantie moet voldoen. Algemene eisen: De uitvoerende instantie werkt volgens de regels en gedragscode van het NVVK, de branchevereniging SHV; Het in te zetten personeel is vakbekwaam; De instantie SHV is (telefonisch) goed bereikbaar voor schuldenaren, gemeente en andere partners; De managementrapportages geven inzicht in de resultaten (aantal deelnemers per product, doorlooptijden, eindresultaten etc.); De managementrapportages geven inzicht in de samenstelling van de doelgroep zodat een effectief preventiebeleid mogelijk is.
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
pagina 11
Specifieke kwaliteitseisen: 1. Laagdrempelige voorziening: in Woudenberg bieden we SHV laagdrempelig aan: er is een inloopspreekuur in het Loket De Kleine Schans. Overige gesprekken vinden plaats in het gemeentehuis. Inwoners hoeven niet te reizen voor SHV en hebben geen reiskosten; 2. Actief wachttijdbeheer: we kiezen er voor om (in beginsel) niet met een wachtlijst te werken bij extra aanloop. Een snelle dienstverlening is bij SHV per definitie een betere dienstverlening. We streven naar een wachttijd van twee tot maximaal vier weken voor het intakegesprek na de eerste melding van de klant. De Wet schrijft voor dat deze termijn maximaal vier weken mag duren. In crisissituaties wordt direct, maar uiterlijk binnen drie werkdagen actie ondernomen. Hier is de wettelijke termijn drie dagen; 3. Doorlooptijd: meerdere factoren bepalen de doorlooptijd van een schuldhulptraject. De NVVK hanteert een maximale periode van 120 dagen. We geven de schuldenaar inzicht in de verwachtte doorlooptijd zodat hij weet waar hij aan toe is. Dit gebeurt in gesprek, maar ook in het plan van aanpak wat samen met de schuldenaar wordt opgesteld. 4. Samenwerken met ketenpartners: het maken van samenwerkingsafspraken met partijen als de woningbouwvereniging, nutsbedrijven en het buurtmaatschappelijk werk borgt een adequate, integrale dienstverlening die m.n. in crisissituaties leidt tot een goede oplossing voor alle partijen. Daarnaast borgt dit de integraliteit van SHV doordat snel de juiste hulp bij andere instanties ingezet kan worden voor de vaak aanwezige psychosociale problematiek. 5. Adequate regievoering: de Wgs verwacht van de gemeente dat zij de coördinatie van integrale SHV op zich neemt door de juiste partners met elkaar te verbinden. Het betekent ook dat de gemeente behaalde resultaten bewaakt en streeft naar een continue verbetering.
4.3 Integrale schuldhulp: een brede kijk op een duurzame oplossing De Wgs bedoelt met integrale schuldhulp dat er een samenhangend aanbod is van preventie tot nazorg, waarbij gekeken wordt naar onderliggende oorzaken van schulden en hoe deze weggenomen kunnen worden. In Woudenberg zien we schuldhulp breder: schulden komen nooit alleen maar zijn vaak onderdeel van een bredere problematiek. Een duurzame oplossing kan alleen bereikt worden als ook andere problemen worden aangepakt. Hiervoor is samenwerking intern en met ketenpartners nodig. Integrale schuldhulp sluit nauw aan bij de ambitie van de gemeente om te gaan werken vanuit de gedachte ‘één gezin, één plan’. Preventie en nazorg Voorkomen is beter dan genezen. Algemeen wordt onderkend dat investeringen in preventie op termijn leiden tot vermindering van schuldenproblematiek. Tegelijkertijd is het exacte rendement van preventieactiviteiten lastig vast te stellen. Preventie bestaat uit drie onderdelen: 1. Financiële voorlichting en educatie; bv. lesprogramma’s, budgetadviesgesprekken, voorlichtingsbijeenkomsten. 2. Tegengaan van niet-gebruik van voorzieningen; financiële problemen ontstaan soms doordat niet optimaal gebruik wordt gemaakt van alle inkomensvoorzieningen zoals Huurtoeslag en het minimabeleid van de gemeente. 3. Vroegsignalering; hierbij gaat het om vroegtijdige onderkenning, opsporing en behandeling van beginnende schuldenproblematiek (bijvoorbeeld na 1 maand huurachterstand de huurder wijzen op het loket schuldhulpverlening). Preventie in Woudenberg gebeurt voor een groot deel door de integrale klantbenadering in het Loket De Kleine Schans. De WMO consulent ontdekt bijvoorbeeld tijdens een
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
pagina 12
gesprek over een WMO voorziening dat er een financieel probleem ligt dat met bijstand opgelost kan worden. Of de klantmanager Sociale Zaken merkt dat een inwoner geen inzicht in zijn financiën heeft, maar wel steeds problemen met het tijdig betalen van de vaste lasten. Een doorverwijzing voor een adviesgesprek met de financieel consulent SHV is dan snel gedaan. In 2011 is een tweejarig project gestart om financiële educatie aan basisschoolleerlingen te bieden met het extra budget wat het Rijk daarvoor beschikbaar heeft gesteld. Deelname door scholen was op vrijwillige basis. Twee scholen hebben een microkredietproject opgezet en zijn intensief bezig geweest met ‘jong ondernemerschap’. Er is samengewerkt met de RABO bank; de bank heeft o.a. de leerlingen uitgenodigd voor een bezoek aan de bank en een tijdelijke rekening beschikbaar gesteld voor de opbrengsten. Als iemand na een schuldhulpverleningstraject schuldenvrij is, is het belangrijk dat het resultaat duurzaam is. Een periode van twee jaar met 1 á 2 monitorende contactmomenten per jaar voorziet in nazorg. Een goede nazorg werkt preventief. Oorzaken van SHV Integrale schuldhulp heeft oog voor de wijze waarop schulden zijn ontstaan en welke oplossingen daarvoor mogelijk zijn. Financiële problemen ontstaan vaak door verkeerde keuzes en gedrag. Een substantieel deel van de schuldenaren heeft naast een financieel probleem ook andere problemen van psychosociale aard rondom opvoeding, relatie, werk, contact met maatschappelijke organisaties etc. Er is weinig inzicht in het eigen gedrag en de gevolgen daarvan. Problemen worden niet effectief aangepakt. Het falen om schulden af te lossen kan op het eerste gezicht een kwestie van mentaliteit lijken, maar het gebrek aan betalingsdiscipline wordt vaak veroorzaakt door onderliggende problemen en beperkte capaciteiten om deze op te lossen. Binnen SHV wordt gewerkt met een breed klantprofiel waarbij voor alle leefgebieden aandacht is. Als een knelpunt wordt gesignaleerd, wordt doorverwezen voor passende hulp. Het aanbod schuldhulp wordt afgestemd op het hoogst haalbare van dat moment. Naast de regelbaarheid van schulden, wordt het hoogst haalbare bepaald door de motivatie van de klant en de vaardigheden waarover hij beschikt. Als bijvoorbeeld een echtpaar gaat scheiden, is het niet zinvol een schuldregelingstraject in te zetten, omdat na de scheiding dit dan opnieuw geregeld zou moeten worden voor man en vrouw afzonderlijk. Het is dan zinvol de situatie zoveel mogelijk te stabiliseren, het echtpaar te adviseren, en nadat de scheiding definitief is een schuldregelingstraject in te zetten. Een ander voorbeeld is de verslaafde met schulden. De hang naar drugs/alcohol zal altijd zwaarder wegen dan de bereidheid zich te houden aan de afspraken met schuldhulpverlening. Het is daarom zinvol om eerst aan de verslaving te werken, en als de persoon is afgekickt te bekijken welke oplossing voor schulden passend is. Samenwerking intern en in de keten Om schulden volledig en duurzaam beheersbaar te maken, of nog beter op te lossen, is een brede samenwerking onmisbaar. Door de korte lijnen in Woudenberg, weten betrokken partijen (bv. buurtmaatschappelijk werk, Vallei Wonen) elkaar snel en goed te vinden, en worden praktische, doelgerichte oplossingen gerealiseerd. Dit is het belangrijkste doel van samenwerking. Deurwaarders zijn verplicht gemeenten te informeren over voorgenomen woningontruimingen. Energieleveranciers informeren de gemeente eveneens over dreigende afsluitingen. Binnen Woudenberg wordt de aankondiging van een ontruiming breed uitgezet; zo is bijvoorbeeld snel in beeld of er minderjarige kinderen bij betrokken zijn. Woudenberg zet deze aanzeggingen door naar de consulent schuldhulpverlening die probeert de afsluiting/ontruiming te voorkomen.
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
pagina 13
Het schriftelijk vastleggen van afspraken met ketenpartners is een ontwikkelpunt in verdere professionalisering. Hoewel de praktijk goed verloopt, zijn schriftelijke afspraken transparant en toegankelijk voor anderen (bijvoorbeeld vervangers bij ziekte). In 2012 is hiertoe een eerste aanzet gegeven in het prestatieconvenant tussen Woningbouwvereniging Vallei Wonen en de gemeente:
Alle partijen zetten zich ervoor in dat huisuitzettingen worden voorkomen en dat mensen niet “tussen wal en schip vallen”. Partijen zoeken gezamenlijk met sociale en maatschappelijke organisaties naar mogelijkheden om misstanden te signaleren en om deze misstanden op een professionele manier op te pakken met respect voor ieders privacy.
Het opzetten van een zorgsignaleringsnetwerk met zowel interne betrokkenen als met ketenpartners helpt om vroegtijdig schulden (en andere problemen) op het spoor te komen. Hierdoor kunnen problemen opgelost worden in het beginstadium waardoor veel ellende en kosten voorkomen kunnen worden. Een dergelijke zorgsignalering gaat verder dan alleen schuldhulpverlening. Landelijk Informatiesysteem Schulden (vroegsignalering) In 2012 start een proef binnen de bankensector met een centraal informatiesysteem van schulden. Nu kunnen consumenten met een flinke huurachterstand nog eenvoudig nieuwe schulden aangaan, omdat de huurschuld nergens geregistreerd staat. Als de proef met vroegsignalering slaagt, kan het structureel worden ingezet. Belangrijke bezwaren van het College Bescherming Persoonsgegevens rondom privacywetgeving zullen dan wel afdoende moeten zijn opgelost. Vrijwilligers Veel gemeenten benutten de inzet van vrijwilligers bij SHV. Vrijwilligers hebben een toegevoegde waarde in het gemotiveerd houden van de klant en het ondersteunen bij de administratie. De toegevoegde waarde zit niet in het vervangen van de professionele schuldhulpverlener, maar in het idee van een ‘maatje’ hebben. Hieruit blijkt dat inzet van vrijwilligers niet of nauwelijks kostenbesparend is. In Woudenberg zijn vrijwilligers momenteel niet structureel betrokken bij SHV. In de lopende aanbesteding is wel aandacht voor de mogelijkheid waarop vrijwilligers ingezet kunnen worden en de meerwaarde die dat kan hebben. In Woudenberg is sinds kort een samenwerking gestart met Kwintes: het maatjesproject. Vrijwilligers via Kwintes kunnen ingezet worden om schuldenaren te begeleiden en ondersteunen, mits de oorzaak van de schulden verband heeft met psychische problemen. Naast het maatjesproject loopt in Woudenberg een haalbaarheidsonderzoek naar het opzetten van een Steunpunt Thuisadministratie.
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
5.
pagina 14
Financiën
Uitgaven schuldhulpverlening: 2010: € 71.345 2011: € 61.794 2012 (begroot): € 73.500 Aan de invoering van de nieuwe wet zijn geen extra kosten verbonden. Wel kan het invoeren van de bezwaar/beroep mogelijkheid extra druk op de uitvoering leggen. Schuldhulpverlening loont! In 2011 heeft Regioplan Beleidsonderzoek samen met de Hogeschool Utrecht een onderzoek naar de kosten en baten van schuldhulpverlening afgerond. De kosten en baten van SHV zijn onderzocht in vijf gemeenten. De belangrijkste conclusie is dat SHV loont, en dat de kosten lager zijn dan de baten. Uit het onderzoek bleek dat het rendement van SHV gemiddeld twee keer zo hoog is als de kosten. Bijna de helft van de deze baten komt ten goede aan de gemeente zelf terwijl ook andere partijen zoals de woningcorporatie en het UWV meeprofiteren. De grootste baten worden gegenereerd door het inkorten en voorkomen van bijstands- en WW-uitkeringen, en het voorkomen van huisuitzettingen en dakloosheid (waar anders maatschappelijke opvang nodig zou zijn).
Casus De administratief uitgedaagde Willem heeft geen structuur in zijn leven, iets wat onder meer is af te lezen aan zijn financiën: een fatsoenlijke administratie ontbreekt. Bonnetjes, jaaropgaven en bankafschriften raken zoek en afspraken worden vergeten. Als Willem zich ’s ochtends voorneemt om ’s avonds eindelijk die rekening te betalen of eens naar de verzekeringen te kijken, is hij dat ’s middags alweer vergeten. De post opent hij vaak te laat of helemaal niet. Hoeveel geld hij maandelijks binnenkrijgt, weet hij niet precies, van zijn vaste lasten is hij niet op de hoogte en welke betalingen er op welke termijn de deur uit moeten, is hem onbekend. Willem leeft van dag tot dag, heeft weinig spaargeld en maakt zich nauwelijks zorgen om zijn financiën. Dat kan lang goed gaan. Tot hij op een dag met een onverwachte grote uitgave wordt geconfronteerd en het opeens van kwaad tot erger gaat. Mensen als Willem kunnen vrij eenvoudig zelfredzaam worden gemaakt als ze hulp krijgen bij hun administratie. Ze weten dat hun problemen worden veroorzaakt door hun eigen slordigheid of onvermogen, maar zullen deze niet uit zichzelf oplossen. Ze schamen zich voor hun situatie, waardoor ze niet om hulp durven te vragen.
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
6.
pagina 15
Conclusies en aanbevelingen (beleidsambities)
Conclusies 1. Schuldhulpverlening in Woudenberg wordt goed en professioneel uitgevoerd. 2. De baten van SHV zijn hoger dan de kosten. 3. Schulden komen bijna altijd samen met andere problemen waardoor alleen een integrale benadering leidt tot effectieve schuldhulpverlening. 4. Een schuldenvrije toekomst is niet altijd voor iedereen haalbaar. Inzet op het hoogst haalbare op dat moment leidt tot effectieve schuldhulpverlening. Aanbevelingen (beleidsambities) 1. Vroegsignaleringsnetwerk opzetten zowel intern als buiten de gemeente met ketenpartners. 2. Samen met de woningbouwvereniging ‘Tweede kans beleid’ ontwikkelen met als doel het zo vroeg mogelijk oplossen van een huurachterstand (actie 2013). 3. De ambitie ‘één gezin, één plan’ verder uitwerken. 4. Haalbaarheidsonderzoek Steunpunt thuisadministratie uitvoeren (actie 2012/2013). 5. Nulmeting indicatoren uitbreiden (actie 2013).
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
pagina 16
Bijlage 1 procesbeschrijving schuldhulpverlening Spreekuur Wekelijks is er een inloopspreekuur waar inwoners van Woudenberg terecht kunnen met vragen over hun financiële situatie. De vragen kunnen te maken hebben met:
Het leren omgaan met inkomensterugval Het ordenen van de financiële administratie Nagaan of van alle voorzieningen optimaal gebruik wordt gemaakt (huurtoeslag, zorgtoeslag etc.) Hulp bij (problematische) schulden.
Het doel van het inloopspreekuur is het aanbieden van een laagdrempelige voorziening, waar mensen kosteloos en vrijblijvend advies kunnen vragen. SHV is vrijwillig; alleen inwoners met een bijstandsuitkering waar schulden arbeidsparticipatie in de weg staan, kunnen verplicht worden tot schuldhulpverlening. De financieel cliëntadviseur inventariseert de omstandigheden en de financiële situatie van de klant en bepaalt welk vervolgtraject nodig is. Als schuldhulpverlening nodig is, volgt een doorverwijzing naar een medewerker van de Kredietbank die het vervolgtraject uitzet en begeleidt. Als de klant alleen advies nodig heeft, volgt geen doorverwijzing maar wordt de vraag tijdens het spreekuur afgehandeld. Het spreekuur heeft hiermee een preventieve werking doordat met een goed advies financiële problemen voorkomen worden. Het spreekuur SHV vindt plaats in Loket De Kleine Schans. Hierdoor ontstaan als vanzelf korte lijnen met de medewerkers van Sociale Zaken, de WMO, het maatschappelijk werk én woningbouwvereniging Vallei Wonen. De korte lijnen leiden tot optimaal gebruik van gemeentelijke voorzieningen, een snelle inschatting of begeleiding door het maatschappelijk werk gewenst/noodzakelijk is en tot laagdrempelig overleg bij huurschulden. Schuldhulpverlening Als er sprake is van problematische schulden waarbij voorzien wordt dat de schuldenaar niet verder kan gaan met aflossen, wordt een aanvraag SHV gedaan. Na de aanmelding volgt de stabilisatiefase. Doel van deze fase is het weer regelmatig betalen van de primaire vaste lasten zoals huur, gas/water/elektra en zorgverzekering. Hiermee wordt verdere escalatie als afsluiting of ontruiming van de woning voorkomen. Dit creëert rust in de situatie van de schuldenaar waardoor er ‘lucht’ komt om aan een totaaloplossing te werken. Er zijn verschillende oplossingen mogelijk:
Betalingsregeling: het maken van afspraken met schuldeisers om de schuld in termijnen te betalen. Herfinanciering: de KB betaalt alle schulden ineens af, en de schuldenaar betaalt vervolgens in termijnen het totaalbedrag aan de KB af. Saneringskrediet: met schuldeisers wordt afgesproken welk deel van de schuld ze terugkrijgen. De KB verstrekt voor dat bedrag een krediet, betaalt dat aan de schuldeiser en de klant lost vervolgens af aan de KB. Een saneringskrediet gaat vaak samen met inkomensbeheer. Schuldbemiddeling: Het is de bedoeling dat de klant binnen drie jaar schuldenvrij is en alle schulden heeft afbetaald. Als na drie jaar aflossen nog niet alle schulden zijn betaald, wordt het restant kwijtgescholden. Schuldbemiddeling gaat vaak samen met budgethulp.
Minnelijk traject De stabilisatie gaat gepaard met een inventarisatie van schulden, de oorzaken van het ontstaan van de schulden en de mate waarin de klant zelfredzaam is. Dit alles wordt beschreven in een plan van aanpak. Vervolgens start de looptijd van het 120dagenmodel. Dat model houdt in dat binnen 120 dagen gestreefd wordt naar overeenstemming met alle schuldeisers over een passende oplossing. Bij aanvang van
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
pagina 17
deze 120 dagen start ook de looptijd van drie jaar. Dat is de periode dat de schuldenaar moet aflossen. Wettelijk traject (WSNP) Als het minnelijk traject niet leidt tot een schuldregeling doordat bijvoorbeeld niet alle schuldeisers meewerken, kan een wettelijk traject ingezet worden. Bij de rechter kan een beroep worden gedaan op de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Als de rechter een schuldenaar toelaat tot de WSNP brengt een bewindvoerder een schuldregeling tot stand. Schuldeisers zijn verplicht daar aan mee te werken. Integrale schuldhulpverlening SHV wordt zoveel mogelijk integraal uitgevoerd: er is aandacht voor de omstandigheden van de schuldenaar waaronder de schulden zijn ontstaan, en welke mogelijkheden er zijn om deze omstandigheden te verbeteren. Daarnaast borgt de samenwerking met ketenpartners en medewerkers van de gemeente de integrale dienstverlening. Inkomensbeheer Inkomensbeheer kan naast een traject schuldregeling worden aangeboden, maar ook los daarvan. Er zijn verschillende vormen: Beheer vaste lasten: het inkomen van de klant komt op een aparte rekening binnen waarvan de KB huur, gas, licht, water en de zorgverzekering betaalt. Het restant inkomen wordt naar de klant overgemaakt zodat de klant daar alle overige uitgaven van kan betalen. Budgetbeheer: bij budgetbeheer worden alle rekeningen door de KB betaald en ontvangt de klant leefgeld. Budgethulp: naast het ontvangen van leefgeld wordt de klant betrokken bij het uitgavenpatroon. Budgetcoaching: naast het ontvangen van leefgeld, wordt de klant inzicht geboden in het eigen gedrag en hoe de financiën te beheren. Bewindvoering: Wie om psychische of lichamelijke redenen niet in staat is zelf zijn of haar financiën te regelen, komt in aanmerking voor bewindvoering (beschermingsbewind). Een bewindvoerder beheert dan inkomsten en uitgaven en regelt alle financiële zaken. Onderstaand processchema geeft in het kort de werkwijze van de Kredietbank weer:
Nazorg
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
pagina 18
Nazorg is geen apart gedefinieerd product bij de Kredietbank. Wel vindt nazorg in de praktijk plaats doordat de budgetcoach 2 à 3 maanden na afloop van het traject SHV bij de klant informeert hoe het gaat. Desgewenst kan er een gesprek plaatsvinden. Ook kan een klant altijd opnieuw bij het spreekuur terecht met financiële vragen.
Beleidsnotitie Gemeentelijke schuldhulpverlening
pagina 19
Bijlage 2 Schuldhulpverlening Woudenberg in aantallen Onderstaand overzicht geeft weer hoe vaak een beroep op schuldhulp is gedaan in 2011, en op welke vorm van hulp: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Algemeen inloopspreekuur: Aanmelding schuldhulp: Crisisinterventie: Schuldregeling: Wettelijke schuldregeling: Budgetbegeleiding/beheer:
97 gesprekken 19 personen 6 personen 13 aanvragen 2 aanvragen 31 personen
Van de 6 dreigende ontruimingen, zijn er 3 daadwerkelijk doorgegaan. Uit de factsheet “Dreigende Huisuitzettingen” van de GGD Midden-Nederland 2012 blijkt dat in de provincie Utrecht het gemiddelde aantal ontruimingen per 1000 woningen 1,4 bedraagt. In Woudenberg is het gemiddeld aantal uitzettingen per 1000 woningen 2,3. Energieleveranciers hebben een actieve inlichtingenplicht om dreigende afsluitingen aan de gemeente te melden, zodat de gemeente schuldhulpverlening kan inzetten. Inwoners die dreigen afgesloten te worden van gas, water en/of elektra worden altijd uitgenodigd door de financieel cliëntadviseur van het loket schuldhulpverlening. Aan deze uitnodigingen wordt weinig tot geen gehoor gegeven. Exacte gegevens over de oorzaken daarvan en het verdere verloop (het al dan niet doorgaan van de afsluiting) zijn niet bekend. Het lijkt er op dat de liberalisering van de energiemarkt hier een belangrijke rol in speelt. Tegenwoordig kunnen mensen eenvoudig overstappen naar een andere leverancier. Invoering van een landelijk registratiesysteem van betalingsachterstanden zou dit kunnen veranderen.